Cover
Börja nu gratis 3 virale SSTI_compressed (1).pdf
Summary
# Humaan papillomavirus (HPV)
Humaan papillomavirus (HPV) is een veelvoorkomend virus dat voornamelijk huidaandoeningen en potentieel kanker veroorzaakt.
## 1. Humaan papillomavirus (HPV)
Het humaan papillomavirus (HPV) is wereldwijd een belangrijk virus, met name in de oncologie vanwege de link met baarmoederhalskanker, anale kanker en keelkanker [3](#page=3).
### 1.1 Kenmerken van het Papillomavirus
Papillomavirussen behoren tot de familie Papillomaviridae en zijn niet-geënvlopeerde DNA-virussen met een dubbelstrengs genoom. Ze komen voor bij verschillende organismen, waaronder gewervelde zoogdieren. De virussen blijven aanwezig in het lichaam en kunnen geassocieerd worden met langdurige ziekten [3](#page=3) [5](#page=5) [7](#page=7).
### 1.2 Verschijningsvormen en Symptomen
HPV veroorzaakt doorgaans letsels die niet agressief zijn en geen pijn doen. Een veelvoorkomende manifestatie is de verruca, oftewel wrat. Deze letsels kunnen scherp aanvoelen, vooral bij aanraking met tanden [6](#page=6).
#### 1.2.1 Overdracht en Incubatietijd
Overdracht van HPV kan plaatsvinden via huid-op-huid contact, bijvoorbeeld in vochtige omgevingen zoals zwembaden, gymnastiekzalen en kleedkamers, vooral bij kleine wondjes. HPV heeft een lange incubatietijd, wat betekent dat er een aanzienlijke periode kan verstrijken tussen de infectie en het ontstaan van symptomen [9](#page=9).
### 1.3 Virale Diversiteit en Infectiepatronen
Er zijn meer dan 70 verschillende genotypen van HPV bekend (#page=7, 8). Deze genotypen kunnen leiden tot verschillende manifestaties en typen infecties. Sommige genotypen zijn specifiek voor bepaalde locaties (cutaan), terwijl andere zowel op de huid als op slijmvliezen (mucocutaan) infecties kunnen veroorzaken. Een voorbeeld van een genotype met een brede infectiecapaciteit is type 11 [10](#page=10) [7](#page=7) [8](#page=8).
### 1.4 Pathogenese van HPV-infectie
De pathogenese van HPV-infectie begint met het virus dat latent aanwezig is in de epitheelcel met een lage proliferatiesnelheid [11](#page=11).
#### 1.4.1 Ontwikkeling van Weefselletsels
Via een klein wondje of beschadiging in de bovenste epitheellaag kan het virus zich in diepere weefsels verspreiden terwijl het prolifeert. In de latente periode repliceert het virus zich in de basale cellagen van het weefsel. Vervolgens prolifereert het virus verder naar het oppervlak, waarbij meer viruspartikels worden aangemaakt, geassembleerd en vrijgegeven aan de oppervlakte van de cellaag (#page=11, 12). Dit proces is vergelijkbaar in zowel de huid als de cervix [11](#page=11) [12](#page=12).
#### 1.4.2 Goedaardige versus Kwaadaardige Wratten
De cyclus van HPV begint in de basale cellagen en de cellen differentiëren en schuiven op naar het oppervlak [13](#page=13).
* **Goedaardige wratten:** Deze worden gekenmerkt door overmatige proliferatie van de epitheellagen. Een voorbeeld is *verruca vulgaris*, die zich manifesteert als ruwe, slordig gekeratiniseerde uitstulpingen. Zwarte puntjes in de wrat duiden op kleine bloedvaatjes die zich proberen te nestelen. De huidcellen delen zich ongecontroleerd, wat resulteert in nieuwe groei. Het keratinisatieproces verloopt hierbij niet normaal, maar er is nog wel enige controle, in tegenstelling tot kwaadaardige tumoren. Deze kunnen soms zelflimiterend zijn vanwege beperkte zuurstof- en bloedtoevoer. *Verruca lata* zijn platte wratten [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15).
* **Kwaadaardige wratten:** Bij kwaadaardige transformatie neemt ook de lagere cellaag deel aan de proliferatie, met hoge delingsactiviteit en mitotische activiteit, wat een cascade van oncogenen in gang zet [13](#page=13).
### 1.5 Detectie van Virussen
De detectie van virussen verschilt van die van bacteriën, omdat virussen veel kleiner zijn en geen kweek mogelijk is. Gebruikte technieken omvatten [7](#page=7):
* **Elektronenmicroscopie:** Biedt een hogere resolutie en vergroting om zeer kleine deeltjes te bekijken (#page=7, 8) [7](#page=7) [8](#page=8).
* **DNA-gebaseerde methoden:** Deze zijn kostenefficiënt en veelgebruikt (#page=7, 8) [7](#page=7) [8](#page=8).
* **Probes:** Hierbij wordt een gelabeld (bijvoorbeeld met fluorescentie) DNA-stuk geïncubeerd met viruspartikels. Een reactie die kan worden waargenomen, duidt op de aanwezigheid van het virus (#page=7, 8) [7](#page=7) [8](#page=8).
* **PCR (Polymerase Chain Reaction):** Hoewel niet uitgebreid beschreven, is PCR een standaard DNA-gebaseerde methode voor virusdetectie.
### 1.6 Klinische Manifestaties en Risico's
HPV kan leiden tot verschillende soorten letsels, afhankelijk van het getroffen gebied:
* **Genitale HPV-infectie:** Dit kan resulteren in wratachtige letsels op de schaamlippen en vagina bij vrouwen, en op de eikel of net daaronder bij mannen. Bij vrouwen kunnen witachtige, wratachtige letsels rond de vaginale ingang voorkomen, en soms ook aan de binnenzijde, wat regelmatige gynaecologische onderzoeken noodzakelijk maakt [16](#page=16).
* **Risico op kanker:** Afhankelijk van het specifieke HPV-type kan het virus leiden tot ongecontroleerde celgroei en kanker. Dit risico is met name aanwezig ter hoogte van de larynx, farynx, stembanden, baarmoederhals, perineum en anus [17](#page=17).
Onderzoek naar de ontwikkeling van HPV-vaccins is gaande [17](#page=17).
> **Tip:** Vanwege de lange incubatietijd en de potentiële link met kanker is het cruciaal om bij genitale HPV-infecties alert te zijn op veranderingen en regelmatig medisch advies in te winnen.
---
# Pokkenvirussen en verwante ziekten
Dit deel van het document behandelt verschillende pokkenvirussen, waaronder molluscus contagiosum, apenpokken (Mpox) en de uitgeroeide menselijke pokken (variola), met aandacht voor hun geschiedenis, klinische presentatie, overdracht en de ontwikkeling van vaccinatie [18-58.
### 2.1 Molluscum contagiosum
Molluscum contagiosum, ook wel parelwratjes genoemd, is een virale aandoening die wordt veroorzaakt door het molluscipoxvirus. Het presenteert zich als gladde, zachte bolletjes of druppeltjes op de huid die geen pijn veroorzaken. Deze infectie kan vooral bij kinderen en volwassenen met een verzwakt immuunsysteem, zoals bij HIV-infectie, intens worden. Lokale immuniteit slaagt er dan niet in om het virus onder controle te houden. Als de immuniteit verbetert, kan cellulaire immuniteit het virus onder controle krijgen. Behandeling kan bestaan uit het uitlepelen of bevriezen van de letsels. Het wordt als relatief onschuldig beschouwd, aangezien het zich beperkt tot huidinfecties [18](#page=18) [19](#page=19) [20](#page=20).
> **Tip:** Hoewel molluscum contagiosum voornamelijk een huidinfectie is, kan de ernst toenemen bij personen met een verzwakt immuunsysteem.
### 2.2 Andere pokkenvirussen: Mpox en Variola
#### 2.2.1 Mpox (apenpokken)
Mpox, voorheen bekend als apenpokken, presenteert zich met bolvormige of blaarvormige huidletsels die anders zijn dan bij molluscum contagiosum. Deze letsels zijn pijnlijk en hinderlijk, drogen geleidelijk in en genezen met een korst. Patiënten kunnen zich ziek voelen en koorts ervaren [21](#page=21) [22](#page=22).
**Geschiedenis en evolutie van Mpox:**
* **Voor 2022:** Mpox werd voornamelijk in Afrika waargenomen, met name in Centraal- en West-Afrika, en kwam vaak voor in clusters binnen families. De infectie trof voornamelijk jonge kinderen, die er heftig ziek van konden worden met een mortaliteit van ongeveer 10%. De klinische presentatie leek sterk op de historische presentatie van menselijke pokken [23](#page=23) [26](#page=26).
* **Na 2022:** Na de COVID-19 pandemie ontstond er een nieuwe uitbraak van Mpox die zich vanuit reizigers uit Afrika naar Europa verspreidde. De verspreiding vond voornamelijk plaats bij mannen die seks hadden met mannen via onveilige contacten. In deze periode werden veel mensen met koorts en letsels gezien, die er niet klassiek uitzagen zoals eerder waargenomen. Mpox gedroeg zich in deze context deels als een seksueel overdraagbare aandoening (SOA), maar kan ook via ander nauw contact worden overgedragen. Het type 2-variant van Mpox werd in Europa waargenomen en kende nagenoeg geen sterfgevallen [26](#page=26) [27](#page=27) [28](#page=28).
**Klinische presentatie van Mpox:**
* Letsels beginnen vaak als kleine blaasjes of bultjes, die verward kunnen worden met waterpokken (varicella) [29](#page=29) [30](#page=30).
* Ze kunnen evolueren naar zweervorming met een centrale inkeping [30](#page=30).
* Uiteindelijk zakken de blaren in en vormen ze een korst die er afvalt [30](#page=30).
* Klassieke pokkenletsels worden beschreven als blaasjes, verspreid of geïsoleerd, pijnlijk, soms met kleine bultjes, en vaak voorkomend op voetzolen en handpalmen [29](#page=29).
* Een kenmerk van de latere stadia is de aanwezigheid van blaasjes met een putje of naveltje in het centrum, alvorens ze invallen en genezen [46](#page=46).
* De letsels worden vaak gezien op de handen en voeten, en op het gelaat, armen en benen. Kenmerkend is dat de letsels zich in dezelfde ontwikkelingsfase bevinden [45](#page=45).
* Naast de huid kunnen ook andere organen, zoals de lever en milt, aangetast worden [48](#page=48).
**Varianten (Clades) van Mpox:**
* **Clade 1:** De oorspronkelijke variant die zich in Centraal-Afrika verspreidde, werd endemisch en vertoonde een hogere mortaliteit. Deze clade werd gedreven door ongecontroleerde uitbraken binnen families en seksuele route van overdracht. In regio's met onrust en oorlog was er een grotere beweging van mensen en meer seksuele overdraagbare infecties, wat de verspreiding vergemakkelijkte, voornamelijk via heteroseksuele netwerken. Clade 1 heeft een significant hoger risico op vroegtijdig overlijden [32](#page=32) [33](#page=33) [34](#page=34).
* **Clade 2:** Voornamelijk waargenomen in homoseksuele netwerken in andere contexten, met nagenoeg geen sterfgevallen [27](#page=27) [33](#page=33).
> **Tip:** Het onderscheid tussen de verschillende clades van Mpox is cruciaal voor het inschatten van de prognose en het risico op mortaliteit.
#### 2.2.2 Variola (menselijke pokken)
Variola is het virus dat de menselijke pokken veroorzaakte, een ziekte die de mensheid duizenden jaren lang heeft geteisterd. De ziekte werd voor het eerst beschreven in de oudheid, onder andere in Egyptische optekeningen en de Bijbel. Door de middeleeuwen heen bleven pokken grote uitbraken veroorzaken met veel sterfte en littekens bij overlevenden [36](#page=36) [37](#page=37) [39](#page=39).
**Kenmerken van Variola:**
* **Overdracht:** Variola is een strikt humaan virus dat van mens op mens wordt overgedragen via respiratoire druppels of direct contact. Het was enorm besmettelijk binnen families [38](#page=38).
* **Klinische Beelden:**
* **Variola Major:** Een ernstige vorm van de ziekte met uitgebreide symptomen en een sterftecijfer van ongeveer 30% [38](#page=38).
* **Variola Minor:** Een mildere vorm met minder uitgebreide uitslag en een lagere kans op sterfte [38](#page=38).
* **Ziekteverloop:**
* De ziekte begon met een incubatieperiode gevolgd door algemene prodromale symptomen zoals pijn, zich onwel voelen, koorts en algemene malaise [41](#page=41) [43](#page=43).
* Daarna verspreidde de huiduitslag zich over het hele lichaam, met name op de benen, handen en het gelaat [44](#page=44) [45](#page=45).
* Letsels werden gekenmerkt door blaasjes met een centrale inkeping (dimpel), die evolueerden tot blaren die invielen en uiteindelijk genazen met littekens [46](#page=46).
* Een belangrijk herkenningspunt van pokken was de aantasting van de handpalmen en voetzolen, en de gelijktijdige ontwikkelingsfase van de letsels [45](#page=45).
* **Complicaties en Gevolgen:**
* Ongeveer één derde van de patiënten overleed aan de ziekte [49](#page=49) [50](#page=50).
* Naast de primaire infectie konden secundaire infecties (sepsis) optreden, met name door bacteriën zoals stafylokokken en streptokokken die gemakkelijker door de aangetaste huid konden binnendringen [49](#page=49) [50](#page=50).
* Ontbering, zoals langdurige periodes van onvoldoende voedsel en vochtinname, verergerde de situatie [49](#page=49) [50](#page=50).
* Overlevenden hielden vaak veel littekens over [49](#page=49) [50](#page=50).
* Aantasting van de ogen kon leiden tot blindheid, wat maatschappelijke problemen veroorzaakte [49](#page=49) [50](#page=50).
> **Fact:** De mortaliteit van Variola Major bedroeg ongeveer 30% [38](#page=38).
#### 2.2.3 Vaccinatie tegen Pokken
De ontwikkeling van vaccinatie tegen pokken kende een lange geschiedenis van observaties en experimenten.
* **Variolatie:** Deze praktijk, voornamelijk ontwikkeld in het Verre Oosten (China, India), hield in dat men een persoon bewust infecteerde met een kleine hoeveelheid vocht uit pokkenblaren via een wondje. Dit leidde ertoe dat de geïnfecteerde persoon weliswaar ziek werd, maar veel minder ernstig dan bij een natuurlijke besmetting. De hoeveelheid blootgestelde virusdeeltjes was significant lager, wat dit tot een voorloper van vaccinatie maakte. Later werd dit ook via de neus met een blaaspijp uitgevoerd [52](#page=52) [53](#page=53).
* **Observaties met Koeienpokken:** Meisjes die melkkoeien melkten en in contact kwamen met koeienpokken, kregen slechts enkele letsels op hun handen, maar werden niet vatbaar voor de menselijke pokken. Dit, samen met de ervaringen met variolatie, leidde tot het idee van bescherming tegen pokken [55](#page=55).
* **Lady Montagu's Observaties:** Lady Montagu observeerde de praktijk van variolatie in Turkije en vond deze indrukwekkend. Ze liet haar eigen kinderen varioleren, die na enkele dagen koorts te hebben gehad, geen pokken ontwikkelden. Dit wekte interesse in Engeland, ondanks aanvankelijk veel wantrouwen [54](#page=54).
* **Eerste Vaccinatie Prototypes:** De observaties werden samengebracht en leidden tot de eerste prototypes van vaccinatie. Deze werden initieel op ethisch twijfelachtige wijze uitgeprobeerd, bijvoorbeeld op gevangenen. Er was veel weerstand en scepsis, zoals blijkt uit spotprenten die pus van kalveren als een gevaarlijke substantie afbeeldden [56](#page=56) [57](#page=57).
* **Eradicatie:** Dankzij een agressieve wereldwijde vaccinatiecampagne is men erin geslaagd de menselijke pokken uit te roeien. Hoewel het virus nu niet meer circuleert in de algemene populatie, blijft het aanwezig in laboratoria, waardoor men op zijn hoede moet blijven voor varianten [58](#page=58).
> **Fact:** De eradicatie van de menselijke pokken was een van de grootste successen in de volksgezondheid [58](#page=58).
### 2.3 Virale replicatie (algemeen voor Poxviridae)
Alle poxvirussen repliceren in het cytoplasma van geïnfecteerde cellen via een complex, maar grotendeels geconserveerd, morfogenetisch proces. Er zijn twee verschillende infectieuze virusdeeltjes die de infectie kunnen initiëren: het intracellulaire mature virus (IMV) en het extracellulaire enveloped virus (EEV). Deze virionen verschillen in hun oppervlakteglycoproteïnen en het aantal omhullende membranen. De binding van het virion aan de cel wordt bepaald door verschillende virionproteïnen en door glycosaminoglycanen (GAGs) op het celoppervlak of componenten van de extracellulaire matrix [24](#page=24).
Volledig permissieve virale replicatie wordt gekenmerkt door drie golven van virale mRNA- en eiwitsynthese (vroege, intermediaire en late fasen). Dit wordt gevolgd door de morfogenese van infectieuze deeltjes [24](#page=24).
* Het initiële intracellulaire mature virus (IMV) wordt via microtubuli getransporteerd en omhuld met een uit het Golgi-apparaat afkomstige membraan, waarna het een intracellulair enveloped virus (IEV) wordt genoemd [24](#page=24).
* Het IEV fuseert met het celoppervlakmembraan om een cel-geassocieerd enveloped virus (CEV) te vormen, dat ofwel door actinetail-polymerisatie van de cel wordt geëxtrudeerd, ofwel wordt vrijgegeven om vrije EEV te vormen [24](#page=24).
* EEV kan ook ontstaan door directe afsnoering van IMV, dus zonder de IEV-vorm te passeren [24](#page=24).
Poxvirussen brengen ook een reeks extracellulaire en intracellulaire modulatoren tot expressie, waarvan sommige worden gedefinieerd als 'host-range factors' die nodig zijn om de virale replicatiecyclus te voltooien. Poxvirussen kunnen zeer divers zijn in hun portfolio van specifieke modulatoren en 'host-range factors', die tropisme en gastheerrange bepalen. Niet-permissieve poxvirusinfecties stoppen over het algemeen na de bindings-/fusiefase [25](#page=25).
**Specifieke kenmerken van het virion:**
* Het virus is een dubbelstrengs DNA-virus met een envelop [25](#page=25).
* Wanneer het de cel binnenkomt, heeft het een envelop (EEV of IEV) [25](#page=25).
* Na het binnendringen van de gastheercel moet de envelop verwijderd worden (uncoating) [25](#page=25).
* De replicatie van het genetisch materiaal is relatief eenvoudig en maakt gebruik van polymerasen die ook door de menselijke gastheer worden gebruikt [25](#page=25).
* De assemblage en translatie van DNA naar verschillende componenten gebeurt in drie hoofdfasen: vroege, intermediaire en late fase [25](#page=25).
* **Vroege fase:** Processen die belangrijk zijn bij de modulatie van de extracellulaire omgeving van de gastheercel [25](#page=25).
* **Intermediaire fase:** Componenten worden geactiveerd die belangrijk zijn voor intracellulaire modulatie en processen [25](#page=25).
* **Late fase:** Focus op assemblage en samenstelling van nieuwe virusdeeltjes die opnieuw uit de gastheercel kunnen worden afgesnoerd en zich kunnen verspreiden, met een envelop en een kopie van het DNA [25](#page=25).
> **Tip:** De replicatie van poxvirussen in het cytoplasma en de aanwezigheid van twee typen infectieuze deeltjes (IMV en EEV) zijn kenmerkend voor deze virusfamilie.
---
# Herpesvirussen en hun ziektebeelden
De herpesvirussen vormen een uitgebreide familie met acht klinisch belangrijke types, die variëren in hun virulentie en de ziektebeelden die ze veroorzaken, van banale letsels tot ernstige oncologische en neurologische aandoeningen [61](#page=61).
### 3.1 Classificatie en structuur van herpesvirussen
Herpesvirussen worden onderverdeeld in drie subfamilies op basis van hun replicatiepatroon en tropisme: alfa-, bèta- en gammaherpesvirussen [62](#page=62).
* **Alfaherpesvirussen:** Deze groep omvat Herpes Simplex Virussen type 1 en 2 (HSV-1 en HSV-2) en Varicella Zoster Virus (VZV, type 3). Ze hebben een relatief klein genoom en een korte replicatiecyclus, en staan bekend om hun neurotropisme en het vermogen om latente infecties te veroorzaken in neurale ganglia [62](#page=62).
* **Bètaherpesvirussen:** Deze groep omvat Cytomegalovirus (CMV, type 5) en Human Herpesvirus 6 (HHV-6) en 7. Ze hebben een langere replicatiecyclus en een breder cel tropisme dan alfaherpesvirussen [62](#page=62).
* **Gammaherpesvirussen:** Deze groep omvat Epstein-Barr Virus (EBV, type 4) en Human Herpesvirus 8 (HHV-8). Ze infecteren voornamelijk lymfoïde cellen en worden geassocieerd met lymfoproliferatieve aandoeningen en kankers [62](#page=62).
HSV heeft een relatief complex genoom voor een virus, met ongeveer 74 genen, verdeeld in een lange en korte unieke regio [63](#page=63).
### 3.2 Levenscyclus van herpesvirussen
Herpesvirussen hebben een dubbelstrengs DNA-genoom. De lytische cyclus omvat de volgende stappen [64](#page=64):
1. **Binding:** Virussen binden aan specifieke receptoren op de celmembraan van de gastheercel via virale glycoproteïnen [66](#page=66).
2. **Entry:** Het virus komt de cel binnen door fusie van het virale envelop met het celmembraan of via endocytose [66](#page=66).
3. **Release en nucleair transport:** Na het afpelproces komen het nucleocapside en tegumentproteïnen vrij in het cytoplasma en worden naar de celkern getransporteerd [66](#page=66).
4. **Nucleaire entry:** Het virale genoom en enkele geassocieerde eiwitten komen de celkern binnen via kernporiën en circulariseren [66](#page=66).
5. **Genductie:** Virale genen worden sequentieel uitgedrukt (onmiddellijk vroege, vroege en late genen) [66](#page=66).
6. **DNA-replicatie:** Vroege virale genexpressie initieert de replicatie van het virale DNA [66](#page=66).
7. **Packaging:** Late virale structurele eiwitten assembleren met het gerepliceerde DNA in nieuwe virions [66](#page=66).
8. **Egress:** Nieuwe virions worden door het celmembraan naar buiten gebracht via cel fusie, exocytose of cel lysis [66](#page=66).
### 3.3 Neurovirulentie en latente infecties
Veel herpesvirussen, met name HSV, zijn neurovirulent, wat betekent dat ze het centrale zenuwstelsel (CZS) kunnen infecteren, binnendringen en repliceren. Om te repliceren in neuronen, die geen eigen DNA-polymerase produceren, moeten herpesvirussen hun eigen polymerase meenemen [68](#page=68).
Een cruciaal kenmerk van herpesvirussen is hun vermogen om latente infecties te veroorzaken. Na de primaire infectie trekken de virussen zich terug in neurale ganglia, waar ze in een episomale staat aanwezig blijven. Reactivatie uit latentie kan optreden bij momenten van verzwakte immuniteit, zoals stress, koorts of vermoeidheid, en kan leiden tot recidiverende ziektebeelden zonder significante schade aan de neuronen zelf [68](#page=68) [69](#page=69).
> **Tip:** Het onderscheid tussen een acute infectie en latente infectie is essentieel voor het begrijpen van de ziektebeelden van herpesvirussen. Latentie betekent dat het virus aanwezig blijft in het lichaam en potentieel kan reactiveren.
### 3.4 Herpes Simplex Virussen (HSV-1 en HSV-2)
HSV-1 en HSV-2 zijn nauw verwant en veroorzaken verschillende, maar soms overlappende ziektebeelden [62](#page=62) [72](#page=72).
* **HSV-1:** Klassiek geassocieerd met orale infecties (koortslip, zweertjes in de mond, op de lippen, tandvlees). Indien het virus zich verder verspreidt, kan het herseninfecties (encefalitis) veroorzaken [72](#page=72) [75](#page=75).
* **HSV-2:** Meestal geassocieerd met genitale infecties (zweertjes op de penis, perineum, perianaal gebied). Het kan ook orale laesies, slokdarm- en ooginfecties veroorzaken, en in zeldzame gevallen meningitis [72](#page=72) [73](#page=73) [75](#page=75).
Bij de primaire infectie, die vaak heftiger is door het ontbreken van immuniteit, treden symptomen op zoals zweertjes in de mond, op de tong en het tandvlees. De virussen trekken zich terug in de neurale ganglia (trigeminale zenuwknopen) en kunnen via zenuwbanen weer tevoorschijn komen, leidend tot secundaire letsels zoals koortsblaasjes. Bij immuungecompromitteerde patiënten kan HSV ernstige, uitgebreide letsels veroorzaken, waaronder aantasting van de hersenen (temporale kwab). Overdracht van HSV-1 vindt klassiek plaats via speekseldruppels in de kindertijd, terwijl HSV-2 voornamelijk seksueel wordt overgedragen [74](#page=74) [75](#page=75) [77](#page=77) [78](#page=78).
> **Belangrijk:** Neonatale herpes, een ernstige complicatie, kan optreden bij pasgeborenen wiens moeder actieve genitale herpesletsels heeft tijdens de bevalling [75](#page=75).
### 3.5 Varicella Zoster Virus (VZV)
VZV veroorzaakt waterpokken (varicella) bij jonge kinderen. Dit is een kinderziekte die zeer besmettelijk is en zich uit in jeukende blaasjes verspreid over het lichaam, in verschillende stadia van ontwikkeling. Symptomen beginnen vaak met koorts en algemeen onwelzijn [80](#page=80) [81](#page=81) [84](#page=84).
Na genezing van de waterpokken trekken VZV-deeltjes zich terug in onderliggende zenuwbanen en knopen, waar ze latent aanwezig blijven. Wanneer de cellulaire immuniteit verzwakt, kan het virus zich langs zenuwbanen verspreiden, wat leidt tot gordelroos (herpes zoster of zona) bij volwassenen. Gordelroos is pijnlijk en volgt vaak het verloop van een dermatoom. VZV is nauw verwant aan HSV en vereist hogere doses acyclovir voor behandeling. Besmetting gebeurt via grote en kleine druppels in de lucht [82](#page=82) [83](#page=83) [84](#page=84).
### 3.6 Cytomegalovirus (CMV)
CMV infecteert cellen en veroorzaakt hyperplasie, met vergrote kernen en inclusies. Primair wordt CMV vaak in de jonge kinderjaren opgelopen, meestal asymptomatisch, hoewel kinderen en kleuters de grootste verspreiders zijn. Bij volwassenen die nog geen antistoffen hebben, kan CMV leiden tot ziekte met koorts en diepe vermoeidheid [86](#page=86) [87](#page=87) [88](#page=88).
Secundaire infecties zijn mogelijk, waarbij het virus kan reactiveren, vooral bij verzwakte immuniteit (bv. na transplantatie of bij HIV). Een primaire CMV-infectie tijdens de zwangerschap kan leiden tot congenitale infectie bij de foetus, met mogelijke schade aan hersenen, lever en milt. Ongeveer 1% van de foetussen wordt geïnfecteerd, wat kan resulteren in leerstoornissen of andere ontwikkelingsproblemen bij het kind [89](#page=89) [91](#page=91) [96](#page=96) [97](#page=97).
### 3.7 Epstein-Barr Virus (EBV)
EBV veroorzaakt de ziekte mononucleosis infectiosa (klierkoorts), die vaak voorkomt bij tieners en jongvolwassenen. De overdracht vindt plaats via speekseldruppels bij nauw contact [100](#page=100) [98](#page=98) [99](#page=99).
* **Symptomen:** Hoge koorts, keelpijn met ontstoken tonsillen en wit beslag, forse gezwollen lymfeklieren (vooral in de hals), en soms zwelling van de milt en lever. De ziekte duurt enkele weken en het virus blijft latent aanwezig in de ganglia .
* **Complicaties:** EBV kan aanleiding geven tot verschillende soorten kankers, waaronder lymfomen (bv. Burkitt lymfoom), nasofaryngeale kanker, borstkanker en maagkanker. Er is ook een sterk verband tussen EBV-infectie en de ontwikkeling van Multiple Sclerose (MS), waarschijnlijk door chronische inflammatie in de zenuwvezels .
### 3.8 Human Herpesvirus 6 (HHV-6)
HHV-6 is een kinderziekte die zich manifesteert als exanthema subitum (plotselinge huiduitslag). Kinderen krijgen plotseling koorts, gevolgd door rode vlekjes die moeilijk te onderscheiden zijn van andere kinderziekten zoals mazelen. Het is over het algemeen onschuldig en heeft weinig complicaties. Bij immuungecompromitteerde personen kan HHV-6 echter opnieuw opduiken en leiden tot chronische koorts .
### 3.9 Human Herpesvirus 8 (HHV-8)
HHV-8 is een oncogeen virus dat typisch geassocieerd wordt met HIV/AIDS en andere vormen van immuunsuppressie, zoals na transplantaties .
* **Ziektebeelden:**
* **Kaposi sarcoom:** Een bloedvattumor waarbij de endotheelcellen van de bloedvaten verkankeren. Dit resulteert in bruinpaarse, hobbelige vlekken onder de huid en slijmvliezen, vaak zichtbaar in het gezicht, op de neus, in het gehemelte en op de voetzolen. Het kan leiden tot bloedingen, slikproblemen en is potentieel levensbedreigend .
* **Lymfomen:** Zeldzame lymfomen die zich in lichaams-caviteiten kunnen afspelen, zoals in de longen .
De behandeling van HHV-8-gerelateerde aandoeningen richt zich primair op het behandelen van de onderliggende immuunsuppressie (bv. HIV-therapie). Wanneer de cellulaire immuniteit zich herstelt, kan het lichaam de Kaposi sarcoom vaak zelf onder controle krijgen. Chemotherapie kan soms extra noodzakelijk zijn .
> **Opmerking:** Er is een algemene trend dat zeer besmettelijke ziekten vaker in de kindertijd voorkomen, terwijl minder besmettelijke ziekten zich verschuiven naar latere leeftijden. Herpesvirussen hebben de gemeenschappelijke eigenschap om zich te verstoppen in neuronen en soms in immuuncellen (B- en T-cellen), van waaruit ze kunnen reactiveren en problemen veroorzaken, met name bij immuungecompromitteerde individuen .
---
# Virale kinderziekten en uitslag
Dit onderwerp behandelt diverse virale kinderziekten die zich manifesteren met huiduitslag, waarbij de focus ligt op de symptomen, overdracht, complicaties en het belang van vaccinatie.
### 4.1 Mazelen
Mazelen, ook wel de "eerste ziekte" genoemd, is een zeer besmettelijke virale aandoening die ernstige gevolgen kan hebben .
#### 4.1.1 Symptomen en verloop
De ziekte begint typisch met koorts, gevolgd door huiduitslag die begint op het hoofd en zich naar de rest van het lichaam verspreidt. Vlak voor het verschijnen van de uitslag kunnen er zogenaamde koplikvlekjes optreden, kleine grijze vlekjes aan de binnenkant van het mondslijmvlies, tegenover de tandenrij. Andere symptomen zijn conjunctivitis (rode ogen), coryza (verkoudheidsachtige klachten) en hoest. De uitslag wordt als morbilliform beschreven en kan zowel zichtbaar als voelbaar zijn, met een schuurpapierachtig gevoel .
#### 4.1.2 Besmettelijkheid en overdracht
Mazelen is extreem besmettelijk en wordt overgedragen via aerosolen. Eén patiënt kan tot wel 15 andere personen besmetten. Het virus verspreidt zich in het lichaam via het reticulo-endotheliaal systeem .
#### 4.1.3 Virale structuur
Het mazelenvirus is een RNA-virus met een envelop. De envelop bevat glycoproteïnen H (hemagglutinine) voor hechting aan gastheercellen en F (fusion-protein) voor binnendringing en celversmelting (syncytia). Het matrix-eiwit (M) is belangrijk voor de opbouw van nieuwe virusdeeltjes, en het nucleocapside bevat enkelstrengs RNA, beschermd door het NP-eiwit. Verdere eiwitten zijn P (helpt bij transcriptie) en L (RNA-polymerase) .
#### 4.1.4 Complicaties
Mazelen kan ernstige complicaties veroorzaken, waaronder bacteriële superinfecties zoals otitis en pneumonie. Een ernstige complicatie is encefalitis, een hersenontsteking die kan leiden tot mortaliteit (ongeveer 15%) en blijvende neurologische schade zoals doofheid, mentale retardatie en epilepsie bij ongeveer 25% van de getroffen kinderen. Een zeldzame, maar zeer ernstige complicatie is subacute scleroserende panencefalitis (SSPE), een chronisch hersenlijden dat jaren na de infectie kan optreden .
#### 4.1.5 Vaccinatie en uitbraken
Mazelen is een ideale kandidaat voor vaccinatie omdat er slechts één serotype is en immuniteit levenslang is. Vaccinatie sinds 1963 heeft geleid tot een drastische daling van het aantal gevallen. Echter, de afgelopen jaren is er een toename van mazelenuitbraken waargenomen, zowel binnen Europa als in België, wat deels te maken heeft met een lichte daling van de vaccinatiestatus in bepaalde groepen. Internationaal reizen draagt bij aan de verspreiding van uitbraken. Zowel kinderen als volwassenen die niet gevaccineerd zijn, lopen risico op infectie, wat tot ernstige ziektebeelden kan leiden .
#### 4.1.6 Onderscheid met andere ziekten
Het is belangrijk mazelen te onderscheiden van andere ziekten met uitslag, zoals rubella (rode hond) en de vijfde ziekte. Ook is het onderscheid met varicella (waterpokken) cruciaal. Waar varicella jeukende blaasjes (vesiculaire rash) veroorzaakt, kenmerken mazelen zich door vlekjes (maculeuze/papuleuze rash) die van het hoofd afdalen .
> **Tip:** De ruwheid van de mazelenuitslag ("schuurpapierachtig") is een tastbaar kenmerk om te onthouden .
### 4.2 Rubella (Rodehond)
Rubella is een virale ziekte die via de luchtwegen wordt overgedragen en over het algemeen minder ernstig is dan mazelen, met minder complicaties .
#### 4.2.1 Belang voor zwangerschap
Het grootste gevaar van rubella ligt in de infectie tijdens de zwangerschap, waarbij het kan leiden tot ernstige afwijkingen bij de foetus. Daarom is vaccinatie, en specifiek de controle op immuniteit bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd, van cruciaal belang .
#### 4.2.2 Symptomen
Rubella gaat gepaard met mildere koorts en men voelt zich minder ziek; de ziekte kan soms onopgemerkt passeren. Er treedt een kortdurende huiduitslag op, vaak vergezeld van wat gezwollen lymfeklieren en conjunctivitis .
#### 4.2.3 Immuniteit
Bij rubella is de immuniteit belangrijker dan de ziekte zelf .
### 4.3 Vijfde ziekte (Erythema infectiosum)
De vijfde ziekte wordt veroorzaakt door Parvovirus B19 en kan hematologische afwijkingen geven .
#### 4.3.1 Symptomen en verloop
Kenmerkend voor de vijfde ziekte zijn de blozende wangen ("slapped cheek"), die eruitzien alsof het kind op de kaak geslagen is. De ziekte gaat gepaard met lichte koorts, waarna de huiduitslag verschijnt; de huiduitslag volgt dus op de koorts. De symptomen passeren snel .
#### 4.3.2 Vaccinatie
Er bestaat geen vaccinatie tegen de vijfde ziekte .
### 4.4 Overige virale kinderziekten met uitslag
Naast mazelen, rubella en de vijfde ziekte zijn er andere virale aandoeningen die uitslag kunnen geven.
#### 4.4.1 Herpesvirus
Infecties met een herpesvirus kunnen leiden tot enkele dagen koorts, gevolgd door een lichte huiduitslag. Het is niet altijd eenvoudig om de verschillende ziekten uit elkaar te houden, maar het onderscheid tussen ernstige ziekten zoals mazelen en scarlatina, en minder ernstige, is belangrijk .
#### 4.4.2 Bof (Parotitis epidemica)
Bof is een virale ziekte die vaak samen met rubella en mazelen in het vaccin is opgenomen .
##### 4.4.2.1 Symptomen en complicaties
De ziekte kenmerkt zich door gezwollen klieren in de hals, met name de oorspeekselklieren (parotitis). Dit gaat gepaard met pijn, slikklachten en koorts. Een potentieel gevaarlijke complicatie is ontsteking van de teelballen (orchitis) bij jongens, wat kan leiden tot onvruchtbaarheid. In zeldzame gevallen kan meningo-encefalitis optreden .
##### 4.4.2.2 Bof bij jongvolwassenen
Bof kan uitbraken veroorzaken, met name bij jongvolwassenen. Het risico op complicaties zoals orchitis en meningitis neemt toe bij het ouder worden; het doormaken van de ziekte op latere leeftijd is gevaarlijker dan in de kindertijd. Vaccinatie wordt daarom sterk aanbevolen ter bescherming van de gezondheid en vruchtbaarheid .
### 4.5 Belang van onderscheid en vaccinatie
Het is essentieel om specifieke vlekjesziekten te herkennen, met name mazelen vanwege de terugkerende uitbraken. Het vermogen om mazelen te onderscheiden van varicella is van belang. Verder is het begrijpen van de redenen achter het opnemen van rubella en bof in het vaccinatieschema cruciaal. Dit benadrukt het belang van vaccinatieprogramma's ter preventie van ernstige ziektebeelden en hun complicaties .
> **Tip:** Houd het onderscheid tussen de rash-patronen van mazelen (maculeus/papuleus, hoofd-naar-beneden) en varicella (vesiculair) goed voor ogen .
>
> **Tip:** Bij rubella is de preventie van congenitale afwijkingen het belangrijkste argument voor vaccinatie .
>
> **Tip:** Bof kan leiden tot blijvende onvruchtbaarheid, wat de noodzaak van vaccinatie bij jongvolwassenen onderstreept .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Humaan Papillomavirus (HPV) | Een veelvoorkomend virus dat infecties veroorzaakt, variërend van goedaardige wratten tot kankers zoals baarmoederhalskanker, anale kanker en keelkanker. Er bestaan meer dan 70 genotypen van dit virus. |
| Herpesvirussen | Een familie van virussen die chronische infecties kunnen veroorzaken en in het lichaam aanwezig blijven. Ze kunnen geassocieerd worden met langdurige ziekten. |
| Poxviridae | Een familie van virussen, waaronder de virussen die pokken, apenpokken en molluscus contagiosum veroorzaken. Deze virussen worden ook wel 'immergence pathogens' genoemd. |
| Elektronenmicroscopie (EM) | Een microscopische techniek die zeer hoge vergrotingen en resoluties biedt, waardoor het mogelijk is om virussen en andere zeer kleine deeltjes te bestuderen die met een gewone lichtmicroscoop niet zichtbaar zijn. |
| DNA-gebaseerde methoden | Diagnostische technieken die gebruik maken van genetisch materiaal (DNA) om de aanwezigheid van een virus of bacterie te detecteren, zoals PCR en probes. Deze methoden zijn vaak zeer gevoelig en specifiek. |
| Latente periode | De periode tussen de infectie met een virus en het optreden van symptomen. Gedurende deze tijd kan het virus aanwezig zijn in het lichaam zonder duidelijke klachten te veroorzaken. |
| Pathogenese | Het mechanisme of de manier waarop een ziekte wordt veroorzaakt door een ziekteverwekker, zoals een virus. Het beschrijft de interactie tussen de ziekteverwekker en de gastheer. |
| Lythische cyclus | Een reproductieve cyclus van een virus waarbij het virus zich vermenigvuldigt in de gastheercel, de cel uiteindelijk vernietigt en nieuwe virusdeeltjes vrijgeeft om verdere infecties te veroorzaken. |
| Latente infectie | Een vorm van infectie waarbij het virus zich in de gastheer 'verstopt' en inactief blijft, vaak in zenuwcellen of andere specifieke celtypen. Het virus kan later opnieuw geactiveerd worden. |
| Cytomegalovirus (CMV) | Een virus uit de herpesfamilie dat vaak asymptomatisch verloopt, maar ernstige gevolgen kan hebben bij immuungecompromitteerde personen en congenitale infecties kan veroorzaken bij pasgeborenen. |
| Epstein-Barr virus (EBV) | Een herpesvirus dat mononucleosis infectiosa (klierkoorts) veroorzaakt, voornamelijk bij tieners en jongvolwassenen. Het kan ook geassocieerd worden met bepaalde kankers. |
| Varicella zoster virus (VZV) | Een herpesvirus dat waterpokken (varicella) veroorzaakt in de kindertijd en gordelroos (herpes zoster) op latere leeftijd, wanneer het virus opnieuw activeert. |
| Exantheem | Een algemene term voor huiduitslag, vaak geassocieerd met infectieziekten. De aard en verspreiding van het exantheem kunnen kenmerkend zijn voor specifieke ziekten. |
| Morbilliform | Een type huiduitslag dat qua uiterlijk lijkt op de uitslag van mazelen, maar niet identiek is. Het wordt vaak gebruikt als vergelijking bij medicamenteuze allergieën. |
| Syncytia | Grote cellen gevormd door de fusie van meerdere cellen. Bij virale infecties kunnen geïnfecteerde cellen fuseren, wat leidt tot de vorming van syncytia. |
| Neurovirulentie | Het vermogen van een virus om het centrale zenuwstelsel (CZS) te infecteren, te binnendringen en zich daarin te vermenigvuldigen, wat kan leiden tot neurologische schade. |
| Variolatie | Een historische methode die werd gebruikt als voorloper van vaccinatie. Hierbij werd vocht uit pokkenblaren op een wond aangebracht om een mildere vorm van de ziekte te veroorzaken en bescherming te bieden tegen de volledige infectie. |
| Encefalitis | Een ontsteking van de hersenen, vaak veroorzaakt door virussen. Het kan leiden tot ernstige neurologische symptomen, permanente schade en in sommige gevallen sterfte. |
| Mononucleosis infectiosa (klierkoorts) | Een virale infectie, meestal veroorzaakt door het Epstein-Barr virus, die gekenmerkt wordt door koorts, keelpijn en gezwollen lymfeklieren. |