Cover
Start now for free TOL 4. De Huid.pdf
Summary
# De bouw en functies van de huid
De huid, het grootste orgaan van het menselijk lichaam, is een complex en dynamisch weefsel dat een cruciale rol speelt in de bescherming en regulatie van het interne milieu van het lichaam [3](#page=3).
### 1.1 De anatomische lagen van de huid
De huid is opgebouwd uit drie hoofdlagen, elk met specifieke structurele en functionele eigenschappen:
#### 1.1.1 De epidermis
De epidermis vormt de buitenste laag van de huid en fungeert als de primaire barrière tussen het lichaam en de externe omgeving. De integriteit van de epidermis is essentieel voor het voorkomen van infecties en allergische reacties; beschadiging, zoals bij brandwonden of eczeem, verhoogt de vatbaarheid voor bacteriële infecties [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 1.1.2 De dermis
Onder de epidermis bevindt zich de dermis, een dikkere laag van bindweefsel. Deze laag bevat structuren zoals haren, zweetklieren en talgklieren [4](#page=4).
#### 1.1.3 De hypodermis
Onder de dermis ligt de hypodermis, die strikt genomen niet tot de huid wordt gerekend, maar voornamelijk uit vetweefsel bestaat [4](#page=4).
### 1.2 De algemene eigenschappen van de huid
De huid is zowel flexibel als sterk en bedekt een aanzienlijk oppervlak van het lichaam [4](#page=4).
#### 1.2.1 Grootte en oppervlakte
De huid weegt ongeveer 5,5% van het totale lichaamsgewicht. De dikte van de huid varieert aanzienlijk, van 0,5 mm tot 4 mm. Het totale huidoppervlak beslaat tussen de 1,5 en 2 vierkante meter [23](#page=23).
##### 1.2.1.1 Berekening van het huidoppervlak
Het huidoppervlak kan worden berekend met behulp van de formule van Mosteller [23](#page=23).
#### 1.2.2 Functies van de huid
Het integumentum, het stelsel dat bestaat uit de huid, nagels, zweet- en talgklieren en sensorische cellen, heeft als voornaamste functie het handhaven van homeostase, oftewel het behoud van het interne milieu. Daarnaast vervult de huid de volgende essentiële functies [24](#page=24) [3](#page=3):
1. **Thermoregulatie:** Het reguleren van de lichaamstemperatuur [24](#page=24).
2. **Bescherming:** Het beschermen van het lichaam tegen invloeden uit de externe omgeving [24](#page=24).
3. **Vitamine D aanmaak:** Het produceren van vitamine D [24](#page=24).
4. **Voorkomen van uitdroging:** Het tegengaan van vochtverlies [24](#page=24).
5. **Sensatie:** Het waarnemen van pijn, druk en temperatuur [24](#page=24).
> **Tip:** Het integumentum is een orgaanstelsel, niet slechts één orgaan [3](#page=3).
> **Tip:** Diverse uiterlijke aanpassingen zoals make-up, tattoos en piercings maken gebruik van de huid voor expressie [3](#page=3).
---
# Brandwonden: gradaties, oorzaken en ernstbepaling
Dit onderwerp behandelt de classificatie van brandwonden op basis van hun diepte, de diverse etiologische factoren die brandwonden veroorzaken, en de criteria die worden gebruikt om de ernst van een brandwond te bepalen.
### 2.1 Gradaties van brandwonden
Brandwonden worden ingedeeld op basis van de diepte van de huidbeschadiging [5](#page=5).
#### 2.1.1 Eerstegraads brandwonden
Eerstegraads brandwonden betreffen uitsluitend de epidermis. De symptomen omvatten roodheid, lichte zwelling, afwezigheid van blaren, pijn en een positieve capillaire refill [6](#page=6).
#### 2.1.2 Tweedegraads brandwonden
Tweedegraads brandwonden beschadigen de epidermis en (een deel van) de dermis [7](#page=7).
##### 2.1.2.1 Oppervlakkige tweedegraads brandwonden
Deze brandwonden kenmerken zich door roodheid, blaarvorming, hevige pijn, positieve capillaire refill en sensibiliteit bij een priktest. Ze zijn vaak omgeven door eerstegraads brandwonden [7](#page=7).
##### 2.1.2.2 Diepere tweedegraads brandwonden
Bij diepere tweedegraads brandwonden is de epidermis en een groot deel van de dermis aangetast. De huid wordt beschreven als wit glanzend met rode puntjes, met verminderde sensibiliteit, hevige pijn, vertraagde capillaire refill en minder exsudaat [8](#page=8).
#### 2.1.3 Derdegraads brandwonden
Derdegraads brandwonden beschadigen de volledige huid, inclusief epidermis, dermis en onderliggende structuren zoals haarfollikels, talg- en zweetklieren. De huid kan wit/geel, bruin of zwart zijn en perkament- of lederachtig aanvoelen. Deze brandwonden zijn pijnloos, zonder sensibiliteit en zonder capillaire refill [9](#page=9).
#### 2.1.4 Vierdegraads brandwonden
Vierdegraads brandwonden tasten de volledige huid en onderliggende structuren aan, waaronder spieren, vet en bot. Symptomen zijn verkoling, een zwarte kleur, gevoelloosheid en totaal functieverlies, wat resulteert in een zeer slechte prognose [10](#page=10).
### 2.2 Oorzaken van brandwonden
Brandwonden kunnen door diverse factoren worden veroorzaakt [13](#page=13) [14](#page=14).
#### 2.2.1 Thermische oorzaken
Dit is een veelvoorkomende oorzaak, met name bij kinderen, en leidt vaak tot tweedegraads of derdegraads brandwonden [13](#page=13).
* **Vlamverbranding:** Veroorzaakt door huisbrand, barbecue, explosies, of inhalatieletsels [13](#page=13).
* **Flitsverbranding:** Ontstaat door stralingshitte en is doorgaans oppervlakkig [13](#page=13).
* **Contactverbranding:** De ernst hangt af van de duur, temperatuur en druk [13](#page=13).
#### 2.2.2 Chemische verbranding
Chemische stoffen kunnen weefselbeschadiging veroorzaken tot het punt van inactiviteit [14](#page=14).
#### 2.2.3 Elektrische verbranding
Elektrische verbrandingen kunnen zowel interne als externe schade aan het lichaam toebrengen [14](#page=14).
#### 2.2.4 Pekverbranding
Pekverbrandingen zijn doorgaans oppervlakkig en worden gekenmerkt door het kleven van de substantie aan de huid [14](#page=14).
#### 2.2.5 Verbranding door licht
Dit type verbranding, veroorzaakt door zonlicht of zonnebanken, is meestal oppervlakkig en kan worden voorkomen [14](#page=14).
#### 2.2.6 Verbranding door bestraling
Vaak voorkomend bij oncologische patiënten, deze brandwonden zijn doorgaans oppervlakkig [14](#page=14).
### 2.3 Ernstbepaling van brandwonden
De ernst van een brandwond wordt bepaald door een combinatie van factoren [15](#page=15).
#### 2.3.1 Factoren die de ernst beïnvloeden
* Percentage verbrand lichaamsoppervlak [15](#page=15).
* Diepte van de brandwond [15](#page=15).
* Leeftijd van het slachtoffer [15](#page=15).
* Medische voorgeschiedenis [15](#page=15).
* Aanwezigheid van inhalatieletsel [15](#page=15).
* Locatie van de brandwond [15](#page=15).
* Oorzaak van de verbranding [15](#page=15).
* Bijkomende letsels [15](#page=15).
#### 2.3.2 Factoren die de diepte beïnvloeden
De diepte van de brandwond is mede afhankelijk van:
* Tijdsduur van blootstelling [16](#page=16).
* Temperatuur [16](#page=16).
* Oorzaak van de brandwond [16](#page=16).
* Plaats op het lichaam [16](#page=16).
* Leeftijd (volwassene, kind, oudere) [16](#page=16).
#### 2.3.3 Berekening van lichaamsoppervlak
Om het verbrande lichaamsoppervlak te kwantificeren, worden twee methoden gebruikt:
##### 2.3.3.1 Handpalm methode
Deze methode is geschikt voor kleine brandwonden. Eén procent van het lichaamsoppervlak komt overeen met de grootte van de handpalm van het slachtoffer [17](#page=17).
##### 2.3.3.2 De regel van 9
Bij deze methode vertegenwoordigt elk deel van het lichaam ongeveer 9% of een veelvoud daarvan van het totale lichaamsoppervlak [17](#page=17):
* Hoofd: 9%
* Borstkas: 2 x 9% = 18%
* Buik: 2 x 9% = 18%
* Bovenste ledematen: 2 x 9% = 18%
* Onderste ledematen: 4 x 9% = 36%
* Genitaliën: 1%
#### 2.3.4 Criteria voor spoedopname
Bepaalde brandwonden vereisen directe opname op de spoedeisende hulp [18](#page=18) [19](#page=19).
##### 2.3.4.1 Algemene criteria
* Derde- en vierdegraads brandwonden [18](#page=18).
* Meer dan 2% tweedegraads brandwonden [18](#page=18).
* Circulaire brandwonden [18](#page=18).
* Elektrische of chemische brandwonden [18](#page=18).
* Brandwonden gepaard met een ander traumatisch letsel [18](#page=18).
* Rookinhalatie [18](#page=18).
* Betreffende kinderen en ouderen [18](#page=18).
##### 2.3.4.2 Specifieke locaties
Brandwonden op de volgende locaties zijn reden tot spoedopname:
* Handen [19](#page=19).
* Aangezicht [19](#page=19).
* Geslachtsdelen [19](#page=19).
* Borsten [19](#page=19).
* Perineum [19](#page=19).
---
# Specifieke onderdelen van de huid en hun functies
Deze sectie beschrijft de verschillende lagen van de huid, de epidermis met haar celtypen en stratificatie, de dermis met haar structuren, de hypodermis, en de factoren die huidskleur bepalen, inclusief de Fitzpatrick-huidtypes.
### 3.1 De epidermis
De epidermis is het buitenste laag van de huid en bestaat uit gekeratiniseerd meerlagig plaveiselepitheel. Het bevat geen bloedvaten, wat betekent dat letsel aan de epidermis niet zal bloeden [26](#page=26).
#### 3.1.1 Belangrijkste celtypes in de epidermis
De epidermis bestaat voornamelijk uit twee celtypes [26](#page=26):
* **Keratinocyten**: Deze vormen 90% van de cellen in de epidermis en produceren het eiwit keratine. Keratine is essentieel voor de beschermende eigenschappen van de huid [26](#page=26).
* **Melanocyten**: Deze vormen 8% van de cellen en produceren het pigment melanine, dat varieert van geel-rood tot bruin-zwart. Melanine beschermt de keratinocyten tegen schadelijke uv-straling van de zon [26](#page=26).
#### 3.1.2 Lagen van de epidermis
Keratinocyten zijn gerangschikt in vijf verschillende lagen, van diep naar oppervlakkig (#page=28, 29) [28](#page=28) [29](#page=29):
1. **Stratum basale**: Deze onderste laag bevat stamcellen die verantwoordelijk zijn voor de vernieuwing van de huid (#page=28, 29) [28](#page=28) [29](#page=29).
2. **Stratum spinosum**: De stekelige laag.
3. **Stratum granulosum**: De korrellaag.
4. **Stratum lucidum**: Deze laag is alleen aanwezig op de voetzolen en handpalmen (#page=28, 29) [28](#page=28) [29](#page=29).
5. **Stratum corneum**: De hoornlaag, het meest oppervlakkige deel van de epidermis, dat bestaat uit dode, afgevlakte keratinocyten.
### 3.2 De dermis
De dermis, ook wel de lederhuid genoemd, is de middelste laag van de huid. Het is opgebouwd uit vast bindweefsel dat zowel trekvast als elastisch is. Naast enkele fibroblasten, macrofagen en adipocyten, bevat de dermis relatief weinig cellen. De dermis bestaat uit twee lagen [31](#page=31):
* **Stratum reticulare**: De dikke, diepe laag, waarvan de naam 'netvormig' betekent [31](#page=31).
* **Stratum papillare**: De oppervlakkige, dunne laag, waarvan 'papil' verhevenheid betekent [31](#page=31).
#### 3.2.1 Functies van de dermis
De dermis is rijk aan bloedvaten, die zorgen voor vasoconstrictie en vasodilatatie om de lichaamstemperatuur te reguleren. De aanwezigheid van zenuwcellen maakt de dermis verantwoordelijk voor de sensorische functie van de huid. Daarnaast bevat de dermis haarfollikels, talgklieren en zweetklieren [32](#page=32).
#### 3.2.2 Haar
Haar is vrijwel overal op het lichaam aanwezig en de groei ervan is genetisch en hormonaal bepaald. Haar groeit vanuit een follikel, waaraan een spiertje, de *m. arrector pili*, gehecht is [33](#page=33).
#### 3.2.3 Zweetklieren
Er zijn drie tot vier miljoen zweetklieren in de huid, die verbonden zijn met haarfollikels of rechtstreeks met het huidoppervlak. Er worden twee soorten zweetklieren onderscheiden [35](#page=35):
1. **Eccriene zweetklieren**: Deze produceren zweet, dat voornamelijk uit water en ionen (zoals natrium en chloride) bestaat. Ze spelen een cruciale rol in thermoregulatie. Een persoon produceert per dag ongeveer 150 ml zweet [36](#page=36).
2. **Apocriene zweetklieren**: Deze worden pas actief tijdens de puberteit en bevinden zich rond de oksels en in het kruis. Ze zijn niet direct gerelateerd aan temperatuurregulatie, maar aan seksuele aantrekking door de productie van feromonen [36](#page=36).
#### 3.2.4 Talgklieren
Talgklieren bevinden zich rondom bijna elk haarfollikel. Talg heeft meerdere functies [37](#page=37):
* Het houdt haarwortels soepel [37](#page=37).
* Het gaat verdamping van water tegen [37](#page=37).
* Het houdt de huid soepel [37](#page=37).
* Het remt de groei van bacteriën [37](#page=37).
### 3.3 De hypodermis
De hypodermis, of onderhuidse bindweefsel, maakt strikt genomen geen deel uit van de huid zelf, maar verankert de huid met onderliggende spieren en botten. Het bestaat uit een combinatie van los bindweefsel en vetweefsel en bevat grote bloedvaten. De hypodermis heeft drie belangrijke functies [38](#page=38):
1. **Thermische isolatie**: Het vetweefsel helpt de lichaamswarmte te behouden [38](#page=38).
2. **Energieopslag**: Eén kilogram vetweefsel kan ongeveer 9.400 kilocalorieën aan energie opslaan [38](#page=38).
3. **Mechanische bescherming**: Het fungeert als een stootkussen dat inwendige organen beschermt tegen uitwendig trauma [38](#page=38).
### 3.4 Huidskleur
De huidskleur wordt bepaald door drie belangrijke pigmenten: melanine, caroteen en hemoglobine [39](#page=39).
#### 3.4.1 Fitzpatrick-huidtypes
Het Fitzpatrick-schaal categoriseert de huid op basis van haar reactie op blootstelling aan zonlicht, wat een indicatie geeft van gevoeligheid voor zonnebrand en het vermogen om bruin te worden (#page=41, 42) [41](#page=41) [42](#page=42).
* **Type I**: Zeer lichte huid, vaak met sproeten. Verbrandt altijd, wordt nooit bruin [41](#page=41).
* **Type II**: Licht gekleurde huid. Verbrandt meestal, wordt minimaal bruin [41](#page=41).
* **Type III**: Licht tot beige huid. Verbrandt soms, wordt geleidelijk bruin [41](#page=41).
* **Type IV**: Medium (lichtbruine) huid. Verbrandt zelden, wordt gemakkelijk bruin [42](#page=42).
* **Type V**: Donkerbruine huid. Verbrandt zelden, wordt diep bruin [42](#page=42).
* **Type VI**: Zeer donkerbruine tot zwarte huid. Verbrandt bijna nooit, wordt donkerder bruin [42](#page=42).
---
# Eerste hulp bij brandwonden
Dit deel beschrijft de essentiële stappen van eerste hulp bij brandwonden, met nadruk op veiligheid, het stoppen van de oorzaak, koelen van het slachtoffer, voorkomen van hypothermie en het belang van adequate pijnbestrijding [21](#page=21).
### 4.1 Algemene principes voor eerste hulp bij brandwonden
Bij het verlenen van eerste hulp aan een slachtoffer met brandwonden is het cruciaal om de volgende principes in acht te nemen:
* **Veiligheid**: Zorg eerst voor je eigen veiligheid en die van het slachtoffer [21](#page=21).
* **Stop de oorzaak**: Verwijder de oorzaak van de brandwonde onmiddellijk [21](#page=21).
* **ABC-benadering**: Volg de algemene eerstehulpbenadering (ademhaling, circulatie, bewustzijn) [21](#page=21).
* **Gebruik een brandlaken**: Indien de kledij van het slachtoffer in brand staat, gebruik dan een brandlaken om de vlammen te doven [21](#page=21).
* **Laat het slachtoffer rollen**: Stimuleer het slachtoffer om te rollen om de vlammen te doven, maar voorkom dat men de vlammen met de handpalmen dooft [21](#page=21).
* **Wikkel in een zuiver laken**: Wikkel het slachtoffer in een zuiver laken nadat de oorzaak is gestopt en de brand is gedoofd [21](#page=21).
### 4.2 Koelen van het slachtoffer
Het koelen van de brandwonde is een van de belangrijkste stappen in de eerste hulp en moet zo vlug mogelijk gebeuren [22](#page=22).
* **Duur**: Koel minimaal 20 minuten [22](#page=22).
* **Kledij**: Houd de kledij aan, tenzij het een chemische brandwonde betreft [22](#page=22).
* **Water**: Gebruik stromend lauw water met een temperatuur tussen 18°C en 25°C [22](#page=22).
**Voordelen van koelen:**
* Pijnstillend [22](#page=22).
* Stopt verdere verbranding [22](#page=22).
* Vermindert oedeem (zwelling) [22](#page=22).
* Verdunnen van eventuele chemische stoffen [22](#page=22).
### 4.3 Voorkomen van hypothermie
Hypothermie, of onderkoeling, vormt een ernstig risico bij brandwonden [21](#page=21).
**Oorzaken van hypothermie bij brandwonden:**
* **Verlies van huidbarrière**: De huid regelt normaal de lichaamstemperatuur, maar bij brandwonden valt deze bescherming weg, wat leidt tot warmteverlies [21](#page=21).
* **Verdamping**: Door vochtige, open brandwonden verliest het lichaam extra veel warmte en vocht [21](#page=21).
* **Infusie en spoeling**: Tijdens wondbehandelingen, zoals koelen met water of spoelen, kan de lichaamstemperatuur snel dalen, vooral bij grote wondoppervlakken [21](#page=21).
* **Omgevingsfactoren**: Slachtoffers worden vaak buiten of op de ongevalsplaats behandeld, waar koude een grotere rol speelt [21](#page=21).
### 4.4 Pijnbestrijding
Adequate pijnbestrijding is een essentieel onderdeel van de eerste hulp bij brandwonden [21](#page=21).
### 4.5 Indicaties voor rookinhalatie
Bij bepaalde situaties is er een verhoogd risico op rookinhalatie, wat medische urgentie vereist. Let op de volgende signalen [20](#page=20):
* Gesloten huisbrand [20](#page=20).
* Brandwonde in het aangezicht [20](#page=20).
* Verschroeide wenkbrauwen of neushaar [20](#page=20).
* Bewusteloosheid [20](#page=20).
* Roetkleurig sputum (slijm) [20](#page=20).
* Zwarte tong of keel [20](#page=20).
* Ademhalingsproblemen [20](#page=20).
> **Tip:** Rookinhalatie is een medische urgentie die onmiddellijke professionele hulp vereist.
> **Example:** Een slachtoffer dat uit een brandend gebouw wordt gehaald met zwarte rookresten rond de mond en neus, en die klaagt over ademhalingsmoeilijkheden, moet direct worden geëvalueerd op rookinhalatie [20](#page=20).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Integumentum | Het integumentum is het stelsel dat bestaat uit de huid, nagels, zweetklieren, talgklieren en sensorische cellen. Het vormt de buitenste beschermlaag van het lichaam. |
| Epidermis | De epidermis is de buitenste laag van de huid, bestaande uit meerlagig plaveiselepitheel. Deze laag bevat geen bloedvaten en fungeert als de initiële barrière met de buitenwereld. |
| Dermis | De dermis is de middelste, dikkere laag van de huid, bestaande uit bindweefsel. Deze laag bevat bloedvaten, zenuwen, haarfollikels, talgklieren en zweetklieren. |
| Hypodermis | De hypodermis, ook wel onderhuidse bindweefsel genoemd, ligt onder de dermis en bestaat voornamelijk uit vetweefsel. Het verankert de huid aan onderliggende structuren en zorgt voor thermische isolatie en energieopslag. |
| Keratinocyten | Keratinocyten zijn de meest voorkomende celtypes in de epidermis (90%). Ze produceren het eiwit keratine, dat de huid stevigheid en weerstand biedt. |
| Melanocyten | Melanocyten zijn cellen in de epidermis die het pigment melanine produceren. Melanine geeft de huidskleur en beschermt de keratinocyten tegen schadelijke uv-straling. |
| Melanine | Melanine is een pigment dat door melanocyten wordt geproduceerd en verantwoordelijk is voor de kleur van de huid, het haar en de ogen. Het biedt bescherming tegen uv-straling. |
| Vasoconstrictie | Vasoconstrictie is het vernauwen van bloedvaten. In de huid kan dit optreden om warmteverlies te beperken. |
| Vasodilatatie | Vasodilatatie is het verwijden van bloedvaten. In de huid kan dit optreden om warmte af te geven aan de omgeving. |
| Eccriene zweetklieren | Eccriene zweetklieren produceren zweet dat voornamelijk uit water en ionen bestaat. Deze klieren spelen een belangrijke rol bij thermoregulatie en de productie van zweet kan oplopen tot ongeveer 150 ml per dag. |
| Apocriene zweetklieren | Apocriene zweetklieren worden actief tijdens de puberteit en bevinden zich voornamelijk rond de oksels en in het kruis. Ze produceren stoffen die gelinkt zijn aan seksuele aantrekking (feromonen) en zijn niet direct betrokken bij temperatuurregulatie. |
| Talgklieren | Talgklieren zijn klieren die rond haarfollikels voorkomen en talg produceren. Talg houdt haarwortels en huid soepel, gaat verdamping van water tegen en remt de groei van bacteriën. |
| Homeostase | Homeostase is het vermogen van een organisme om zijn interne omgeving stabiel te houden, ondanks veranderingen in de externe omgeving. De huid draagt bij aan homeostase via functies zoals thermoregulatie en bescherming. |
| Thermoregulatie | Thermoregulatie is het proces waarbij het lichaam zijn interne temperatuur constant houdt. De huid speelt hierbij een cruciale rol door middel van zweten en bloedvatverwijding of -vernauwing. |
| Hypothermie | Hypothermie is een gevaarlijke daling van de lichaamstemperatuur. Dit kan optreden bij brandwonden door verlies van de huidbarrière, verdamping en invloed van de omgevingstemperatuur. |