Cover
Start now for free Epilepsie
Summary
# Introductie tot bewustzijnsstoornissen en epilepsie
Dit onderdeel introduceert het concept van bewustzijnsstoornissen en positioneert epilepsie als een belangrijk onderwerp binnen deze categorie, waarbij een overzicht wordt gegeven van diverse bewustzijnsstoornissen [2](#page=2).
### 1.1 Bewustzijnsstoornissen: een overzicht
Bewustzijnsstoornissen omvatten een breed spectrum aan aandoeningen die leiden tot een verandering in bewustzijn, motorische functies, sensorische functies, gedrag of emoties. Binnen dit domein worden verschillende entiteiten behandeld, waaronder:
* Syncope [2](#page=2).
* Epileptische aanvallen en epilepsie [2](#page=2).
* Delier en encefalopathie [2](#page=2).
* Coma [2](#page=2).
* Psychogene bewustzijnsstoornissen [2](#page=2).
### 1.2 Epilepsie: definitie en kenmerken
Epilepsie wordt gedefinieerd als het herhaald en spontaan optreden van stereotiepe aanvallen die gepaard gaan met veranderingen in het bewustzijn, motorische en/of sensorische functies, en/of gedrag en emoties [3](#page=3).
**Kernkenmerken van epilepsie:**
* **Abnormale neuronale ontlading:** Een epileptische aanval is het gevolg van een plotselinge, abnormale ontlading van neuronen in de hersenschors [3](#page=3).
* **Verhoogd risico op recidief:** Na een eerste epileptische aanval is de kans op het optreden van een tweede aanval vergroot, met meer dan 60% [3](#page=3).
* **Stereotypie:** De aanvallen vertonen een stereotiep patroon, wat betekent dat ze herhaaldelijk op een vergelijkbare manier optreden bij dezelfde persoon [3](#page=3).
> **Tip:** Begrijpen dat epilepsie een chronische neurologische aandoening is die gekenmerkt wordt door terugkerende aanvallen, is cruciaal. Het is niet één enkele aanval, maar het patroon van herhaling dat de diagnose bepaalt [3](#page=3).
---
# Classificatie en epidemiologie van epilepsie
Dit gedeelte behandelt de classificatie van epileptische aanvallen en de epidemiologische kenmerken van epilepsie, met specifieke aandacht voor prevalentiecijfers in Vlaanderen en België.
### 2.1 Classificatie van epileptische aanvallen
Epileptische aanvallen worden primair geclassificeerd op basis van hun oorsprong en verspreiding in de hersenen, voornamelijk onderscheiden in veralgemeende en focale aanvallen. Deze classificatie is gebaseerd op klinische observaties en elektro-encefalografie (EEG) criteria [4](#page=4).
#### 2.1.1 Veralgemeende epileptische aanvallen
Veralgemeende aanvallen worden gekenmerkt door een activatie van beide hersenhelften vanaf het begin van de aanval. Binnen deze categorie vallen de volgende subtypes [4](#page=4):
* **Absence:** Kenmerkt zich door kortdurende onderbrekingen van het bewustzijn [4](#page=4).
* **Myoclonische aanval:** Wordt gekenmerkt door plotselinge, korte spiersamentrekkingen [4](#page=4).
* **Gegeneraliseerde tonisch-clonische aanval:** Dit is de meest bekende vorm en omvat een tonische (verkramping) en clonische (schokken) fase [4](#page=4).
#### 2.1.2 Focale (partiële) epileptische aanvallen
Focale aanvallen ontstaan in een specifiek deel van één hersenhelft. Ze worden verder onderverdeeld op basis van de mate van bewustzijnsstoornis en de verspreiding van de activiteit [4](#page=4):
* **Enkelvoudig partiële aanval (FAS):** Bij deze aanvallen blijft het bewustzijn behouden, hoewel er motorische, sensorische, autonome of psychische symptomen kunnen optreden [4](#page=4).
* **Complex partiële aanval (FIAS):** Hierbij is er een verstoring van het bewustzijn, vaak gepaard gaand met automatismen zoals smakken of friemelen [4](#page=4).
* **Secundair gegeneraliseerde aanval:** Dit type aanval begint als een focale aanval, maar verspreidt zich vervolgens naar beide hersenhelften en evolueert naar een veralgemeende aanval [4](#page=4).
In de afgelopen jaren zijn er, mede door de evolutie van EEG-technologie, verschillende specialistische classificaties ontwikkeld die de klinische en EEG-criteria verfijnen [4](#page=4).
### 2.2 Epidemiologie van epilepsie
De epidemiologie van epilepsie beschrijft de verspreiding en incidentie van de aandoening in de bevolking.
#### 2.2.1 Prevalentie in Vlaanderen en België
* De geschatte prevalentie van epilepsie in Vlaanderen ligt tussen de 0,5% en 1% van de bevolking. Het is belangrijk op te merken dat deze prevalentie significant hoger kan zijn (meer dan 5%) in landen met een lager inkomen (LMIC) [7](#page=7).
* Het totale aantal patiënten met epilepsie in België wordt geschat op ongeveer 100.000 personen [7](#page=7).
* De prevalentie van een éénmalige epileptische aanval (niet noodzakelijk epilepsie) is hoger, met meer dan 50 per 1000 personen [7](#page=7).
#### 2.2.2 Meest voorkomende vorm
Focale epilepsie wordt beschouwd als de meest voorkomende vorm van epilepsie [7](#page=7).
---
# Farmacologische en chirurgische behandelingen voor epilepsie
Dit deel bespreekt de farmacologische opties, inclusief standaard en nieuwere anti-epileptica, en chirurgische benaderingen voor refractaire epilepsie, zoals epilepsiechirurgie, nervus vagus stimulatie (VNS) en diepe hersenstimulatie (ANT-DBS).
### 3.1 Farmacologische behandelingen
De behandeling van epilepsie is primair gericht op het stabiliseren van de hersenactiviteit door middel van medicatie, ook wel anti-epileptica (ASM) genoemd [8](#page=8).
#### 3.1.1 Standaard anti-epileptica
De klassieke of standaard anti-epileptica die al langer beschikbaar zijn, omvatten onder andere:
* Fenobarbital (Gardenal, Luminal) [8](#page=8).
* Fenytoïne (Diphantoïne) [8](#page=8).
* Diazepam (Valium) [8](#page=8).
* Carbamazepine (Tegretol) [8](#page=8).
* Valproaat, valproïnezuur (Depakine, Convulex) [8](#page=8).
* Clonazepam (Rivotril) [8](#page=8).
* Vigabatrine (Sabril) [8](#page=8).
* Lamotrigine (Lamictal) [8](#page=8).
#### 3.1.2 Nieuwere anti-epileptica
Naast de standaardmedicatie zijn er recentere anti-epileptica ontwikkeld die een breder scala aan werkingsmechanismen en profielen kunnen bieden:
* Topiramate (Topamax) [9](#page=9).
* Gabapentine (Neurontin) [9](#page=9).
* Tiagabine (Gabitril) [9](#page=9).
* Felbamaat (Taloxa) [9](#page=9).
* Levetiracetam (Keppra) [9](#page=9).
* Pregabaline (Lyrica) [9](#page=9).
* Lacosamide (Vimpat) [9](#page=9).
* Retigabine (Trobalt) [9](#page=9).
* Permapanel (Fycompa) [9](#page=9).
* Brivaracetam (Breviact) [9](#page=9).
* Cenobamaat (Ontozry) [9](#page=9).
#### 3.1.3 Refractaire epilepsie (DRE)
Indien de epilepsie niet adequaat onder controle kan worden gebracht met medicatie, spreekt men van refractaire epilepsie (DRE), ook wel moeilijk behandelbare epilepsie genoemd. Dit treft naar schatting 25-30% van de patiënten, wat neerkomt op ongeveer 30.000 individuen [10](#page=10).
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid te maken tussen standaard en nieuwere anti-epileptica, aangezien dit invloed kan hebben op behandelstrategieën en mogelijke bijwerkingen.
### 3.2 Chirurgische en neurostimulatie behandelingen
Voor patiënten met refractaire epilepsie zijn er naast medicatie ook chirurgische en neurostimulatiemethoden beschikbaar [10](#page=10).
#### 3.2.1 Epilepsiechirurgie
Epilepsiechirurgie is een ingrijpende behandeloptie die tot doel heeft de aanvallen te verminderen of te elimineren door middel van een hersenoperatie. De procedure kan twee vormen aannemen [11](#page=11):
* **Resectie:** Het wegnemen van hersenweefsel dat specifiek verantwoordelijk is voor het ontstaan van de epileptische aanvallen [11](#page=11).
* **Disconnectie:** Het onderbreken van de neurale banen waarlangs de aanvallen zich door de hersenen verspreiden, zonder noodzakelijk het aanvalsveroorzakende weefsel te verwijderen [11](#page=11).
#### 3.2.2 Nervus vagus stimulatie (VNS)
Nervus vagus stimulatie (VNS) is een neurostimulatietechniek waarbij een zenuw in de hals, de nervus vagus, wordt gestimuleerd. Dit gebeurt door middel van een implanteerbaar apparaat dat elektrische pulsen afgeeft om hersenactiviteit te moduleren en zo aanvallen te verminderen [10](#page=10) [15](#page=15).
#### 3.2.3 Diepe hersenstimulatie (ANT-DBS)
Diepe hersenstimulatie (DBS) betreft de stimulatie van specifieke hersenstructuren. Een specifieke vorm hiervan is de anterieure nucleus van de thalamus stimulatie (ANT-DBS), waarbij elektroden worden ingebracht in de thalamus om de hersenactiviteit te beïnvloeden en aanvallen te controleren [10](#page=10) [16](#page=16).
> **Example:** Patiënten met Focale Corticale Dysplasie type IIb, die symptomatisch zijn voor epilepsie, komen in aanmerking voor resectieve chirurgie. Bij patiënten waarbij de primaire aanvalsfocus niet met zekerheid gelokaliseerd kan worden, kan VNS een alternatieve behandeloptie zijn [11](#page=11) [15](#page=15).
---
# Diagnostische methoden en specifieke epileptische aandoeningen
Dit onderwerp behandelt geavanceerde diagnostische technieken voor epilepsie, waaronder invasief EEG en functionele mapping, evenals specifieke pathologieën zoals hippocampale sclerose [12](#page=12).
### 4.1 Invasief EEG en functionele mapping
Invasieve elektro-encefalografie (EEG) speelt een cruciale rol bij de pre-chirurgische evaluatie van patiënten met moeilijk te behandelen epilepsie. Het stelt neurologen in staat om de precieze locatie van epileptogene zones in de hersenen te identificeren met een hogere ruimtelijke resolutie dan bij conventionele, niet-invasieve EEG. Dit is essentieel voor het plannen van een optimale chirurgische resectie en het minimaliseren van neurologische uitval [14](#page=14).
Functionele mapping, vaak uitgevoerd in combinatie met invasief EEG, omvat technieken die specifieke hersenfuncties (zoals taal, motoriek of sensorische waarneming) in kaart brengen in relatie tot de epileptogene zone. Dit helpt bij het vermijden van kritieke hersengebieden die essentieel zijn voor normale functionering tijdens de ingreep. De afbeeldingen in het document tonen typische weergaven van invasief EEG-elektroden geplaatst op het hersenoppervlak of diep in het hersenweefsel, samen met de bijbehorende signaalanalyse [14](#page=14).
> **Tip:** Begrijpen hoe invasief EEG en functionele mapping samenwerken, is cruciaal voor het diagnosticeren en behandelen van patiënten waarbij medicatie alleen onvoldoende effectief is.
### 4.2 Specifieke epileptische aandoeningen: Hippocampale sclerose
Hippocampale sclerose is een van de meest voorkomende neuropathologische oorzaken van temporaalkwabepilepsie. Het verwijst naar het verlies van neuronen en gliose (vermeerdering van steuncellen) in de hippocampus, een hersengebied dat een sleutelrol speelt bij geheugenconsolidatie [13](#page=13).
Patiënten met hippocampale sclerose presenteren zich vaak met focale aanvallen die beginnen in de temporaalkwab. De diagnose wordt gesteld op basis van een combinatie van klinische symptomen, neuroimaging (met name MRI, die atrofie of volumeverlies van de hippocampus kan aantonen) en EEG-bevindingen. Chirurgie gericht op de resectie van het aangetaste deel van de hippocampus is vaak een effectieve behandeling voor patiënten met medicatieresistente epilepsie als gevolg van hippocampale sclerose [13](#page=13).
> **Voorbeeld:** Een patiënt ervaart herhaaldelijk aura's die gekenmerkt worden door een vreemd gevoel in de bovenbuik, gevolgd door déjà vu-ervaringen en een gebrek aan respons tijdens de aanval. MRI toont een duidelijke inkrimping en verhoogde signaalintensiteit in de linker hippocampus, wat sterk wijst op hippocampale sclerose als oorzaak van de epilepsie.
* **Definitie:** Hippocampale sclerose is een neurodegeneratieve aandoening die gekenmerkt wordt door neuronverlies en gliose in de hippocampus [13](#page=13).
* **Klinische relevantie:** Het is een belangrijke oorzaak van medicatieresistente focale epilepsie, met name temporaalkwabepilepsie [13](#page=13).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Bewustzijnsstoornis | Een algemene term die verwijst naar een afwijking in de normale toestand van bewustzijn, variërend van lichte desoriëntatie tot volledige comateuze toestand. Dit kan verschillende oorzaken hebben, waaronder neurologische, metabole of psychiatrische aandoeningen. |
| Epilepsie | Een chronische neurologische aandoening gekenmerkt door het herhaald optreden van spontane, stereotype aanvallen die ontstaan door abnormale neuronale ontladingen in de hersenschors. Een verhoogd risico op een tweede aanval na de eerste is kenmerkend voor de diagnose. |
| Neuronale ontlading | Een plotselinge, gecoördineerde elektrische activiteit van een groep neuronen in de hersenen. Bij epilepsie is deze ontlading abnormaal en kan deze leiden tot de typische symptomen van een epileptische aanval. |
| Veralgemeende epileptische aanval | Een aanval die ontstaat door abnormale elektrische activiteit die vrijwel onmiddellijk beide hersenhelften aantast. Symptomen variëren afhankelijk van het type veralgemeende aanval, zoals absences, myoclonieën of tonisch-clonische aanvallen. |
| Focale (partiële) epileptische aanval | Een aanval die ontstaat door abnormale elektrische activiteit in een specifiek deel van één hersenhelft. De symptomen hangen af van de locatie in de hersenen waar de aanval begint en kunnen motorisch, sensorisch, autonoom of gedragsmatig van aard zijn. |
| Refractaire epilepsie | Een vorm van epilepsie waarbij de epileptische aanvallen niet voldoende onder controle zijn met twee of meer anti-epileptica. Dit wordt ook wel medicamenteus resistente epilepsie (DRE) genoemd en vereist vaak alternatieve behandelingsstrategieën. |
| Epilepsie chirurgie | Een chirurgische ingreep die gericht is op het behandelen van epilepsie door het verwijderen van het hersenweefsel dat de aanvallen veroorzaakt (resectie) of door de banen te onderbreken waarlangs de aanvallen zich verspreiden (disconnectie). |
| Nervus vagus stimulatie (VNS) | Een neurostimulatietechniek waarbij een implanteerbaar apparaat periodiek elektrische pulsen afgeeft aan de nervus vagus, een belangrijke zenuw die hersenen verbindt met andere lichaamsdelen. Dit kan helpen bij het verminderen van de frequentie en ernst van epileptische aanvallen. |
| Diepe hersenstimulatie (ANT-DBS) | Een neurochirurgische techniek waarbij elektroden in specifieke diepe hersengebieden worden geplaatst om elektrische pulsen af te geven. Bij epilepsie wordt dit vaak toegepast op de anterieure nucleus van de thalamus (ANT-DBS) om de elektrische activiteit te moduleren en aanvallen te voorkomen. |
| Invasief EEG | Een vorm van elektro-encefalografie (EEG) waarbij elektroden direct op het hersenoppervlak of in het hersenweefsel worden geplaatst om de elektrische activiteit van de hersenen nauwkeuriger te meten. Dit wordt vaak gebruikt bij complexe gevallen of voor diagnostische mapping. |
| Functionele mapping | Een techniek die wordt gebruikt tijdens neurochirurgische ingrepen om specifieke hersenfuncties te identificeren en in kaart te brengen, zoals taal, motoriek of geheugen. Dit helpt de chirurg om kritieke gebieden te vermijden tijdens de operatie. |
| Hippocampale sclerose | Een neurologische aandoening waarbij de hippocampus, een hersenstructuur die essentieel is voor geheugen en leren, beschadigd raakt en sclerotisch wordt (verhard). Het is een veelvoorkomende oorzaak van focale epilepsie, met name temporaalkwabepilepsie. |