Cover
Start now for free Les 4_ ischemie.pdf
Summary
# Cardiale ischemie en inspannings-ECG
Dit document bespreekt de interpretatie van het elektrocardiogram (ECG) bij cardiale ischemie, met aandacht voor de ernst van de schade, de lokalisatie van het infarct en de differentiaaldiagnose [1](#page=1).
### 1.1 Ernst van cardiale schade
De ernst van cardiale schade kan worden ingedeeld op basis van het ECG, met onderscheid tussen subendocardiale en transmurale ischemie, ischemie versus necrose, en instabiele angor versus NSTEMI versus STEMI [1](#page=1).
#### 1.1.1 Subendocardiale vs. transmurale ischemie
* **Subendocardiale ischemie** kenmerkt zich door ST-segment depressie en een negatieve T-golf [1](#page=1).
* **Transmurale ischemie** wordt gekenmerkt door ST-segment elevatie, een hyperacute T-golf en een negatieve T-golf [1](#page=1).
De subendocardiale regio is gevoeliger voor ischemie vanwege de hogere intramyocardiale druk en de centripetale coronaire bloeddoorstroming. Epicardiale cellen zijn gevoeliger voor ischemie door een hogere expressie van ATP-afhankelijke K+ kanalen, waardoor transmurale ischemie een meer subepicardiaal effect heeft. De voltagegradiënt die ontstaat door veranderde actiepotentialen in het ischemische gebied bepaalt de ST-verandering. Deze verandering in actiepotentiaal wordt veroorzaakt door een verminderde rustpotentiaal, verminderde depolarisatie, en vervroegde en versnelde repolarisatie [1](#page=1).
#### 1.1.2 Ischemie vs. necrose
Het ECG kan helpen bij het onderscheiden van acute ischemie en reeds bestaande necrose [1](#page=1).
#### 1.1.3 De evolutie van een STEMI
* **Hyper-acute fase:** Gekenmerkt door een zeer spitse, hoge T-golf, ST-segment elevatie (Pardee-curve, convex naar boven) en soms een negatieve T-golf. Reciproke veranderingen, wat een "spiegelbeeld" ST-depressie inhoudt, kunnen ook aanwezig zijn [2](#page=2).
* **Recent STEMI (24-48u):** Vermindering van ST-elevatie, T-golf inversie, en de vorming van een pathologische Q-golf [3](#page=3).
* **Oud myocardinfarct (weken tot maanden):** Isoelektrisch ST-segment, normale T-top, en de aanwezigheid van pathologische Q-golven [3](#page=3).
De T-golf is normaal gesproken in dezelfde richting als het QRS-complex en kleiner dan het QRS-complex. Hyperacute T-golven worden gezien bij ST-elevatie myocardinfarcten. T-golf inversie kan optreden bij ischemie en kort na een myocardinfarct. Een Q-golf wordt als pathologisch beschouwd wanneer het geen septale q is en wijst op necrose [3](#page=3).
#### 1.1.4 NSTEMI (Niet-ST elevatie myocardinfarct)
NSTEMI wordt gekenmerkt door ST-depressie (aflopend, oplopend of horizontaal) en/of negatieve T-golven. Het kan ook gepaard gaan met thoracale pijn, zweten, misselijkheid, en positieve enzymen. Op termijn kunnen Q-golven ontstaan [4](#page=4).
* **ST-segment depressie:** Kan aflopend, oplopend of horizontaal zijn. Een oplopende ST-segment depressie is normaal bij inspanning tot 80 milliseconden na het J-punt [4](#page=4).
* **Negatieve T-top:** Kan voorkomen tijdens angor [4](#page=4).
### 1.2 Lokalisatie van het infarct
De lokalisatie van het infarct kan worden bepaald door specifieke afleidingen van het ECG [5](#page=5) [6](#page=6):
* **Inferior:** Afleidingen II, III, aVF [6](#page=6).
* **Antero-septal:** Afleidingen V1, V2, V3, V4 [6](#page=6).
* **Lateral:** Afleidingen I, aVL, V5, V6 [6](#page=6).
* **Posterior:** Afleidingen V1, V2, V3 [6](#page=6).
Een voorwandinfarct onderwandinfarct en achterwandinfarct worden geassocieerd met specifieke ECG-veranderingen [6](#page=6).
### 1.3 Differentiaaldiagnose
Er zijn diverse aandoeningen die op een myocardinfarct kunnen lijken, wat een grondige differentiaaldiagnostiek vereist [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 1.3.1 Differentiaaldiagnose van ST-segment elevatie
* Acuut infarct [6](#page=6).
* Vroege repolarisatie [6](#page=6) [8](#page=8).
* Pericarditis [6](#page=6) [8](#page=8).
* Linkerbundeltakblok (LBTB) [6](#page=6).
* Hyperkaliëmie [6](#page=6) [7](#page=7).
* Brugada syndroom [6](#page=6) [8](#page=8).
#### 1.3.2 Differentiaaldiagnose van ST-segment depressie
* Subendocardiale ischemie [7](#page=7).
* Reciproke verandering bij infarct [7](#page=7).
* Linker kamer hypertrofie [7](#page=7).
* Digitalis [7](#page=7) [8](#page=8).
* Hypokaliëmie [7](#page=7).
* Normale J-punts depressie bij tachycardie [7](#page=7).
#### 1.3.3 Differentiaaldiagnose van negatieve T-golven
* Normaal in sommige leads [5](#page=5).
* Cardiomyopathie [5](#page=5).
* Pericarditis [5](#page=5).
* Linker bundeltakblok (LBTB) [5](#page=5).
* Sub-arachnoidale bloeding [5](#page=5).
* Elektrolietenstoornissen [5](#page=5).
* Digitalis of andere intoxicatie [5](#page=5) [8](#page=8).
* Acidose/alkalose [5](#page=5).
#### 1.3.4 Specifieke syndromen en aandoeningen
* **Hoge R-golf in V1:** Kan wijzen op een achterwand myocardinfarct (evolutief met spitse T en geassocieerd onderwandinfarct), rechter kamerhypertrofie, pre-excitatie, rechter bundeltakblok (RBTB), of een normale variant [7](#page=7).
* **Zwakke R-progressie V1-V3:** Kan duiden op anteroseptaal myocardinfarct (met pathologische Q en ST-segment veranderingen), linker kamer hypertrofie, linker anterior hemiblok, pre-excitatie, LBTB, pacemakerritme, ventrikel tachycardie, of een normale variant/te hoge elektrodenplaatsing [7](#page=7).
* **Hyperkaliëmie:** Gekenmerkt door hoge, piekvormige T-golven, QRS-verbreding, kleine P-golven, atriale stilstand, en atriale ritmestoornissen; dit is levensbedreigend [7](#page=7).
* **Hypokaliëmie:** Kenmerkt zich door een iso-elektrische of negatieve T-top, verlengd QT-interval (met differentiaaldiagnose van congenitaal lang QT-syndroom en voorzichtigheid met QT-verlengende medicatie), ST-daling en U-golf [7](#page=7).
* **Digitaliseffect:** Komt tot uiting als komvormige ST-daling, verkort QT-interval, gewijzigde T-golf, PR-verlenging, en ventriculaire ritmestoornissen bij intoxicatie [8](#page=8).
* **Acute pericarditis:** Kan ECG-veranderingen veroorzaken [8](#page=8).
* **Brugada syndroom:** Een specifieke ECG-afwijking [8](#page=8).
* **Pre-excitatie:** Syndromen zoals Wolff-Parkinson-White [8](#page=8).
* **Proximale LAD stenose:** Gekenmerkt door het teken van Wellens, wat zich uit in symmetrische en diep negatieve T-golven, niet of slechts weinig opgetrokken ST-segment, een gestrekt of concaaf naar boven gericht ST-segment, en geen verlies in amplitudo van de R-golf. Soms treedt pseudonormalisatie op bij angor [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Hoofdstamletsel:** Significante ST-segment depressie in 8 of meer afleidingen, met ST-elevatie in aVR en/of V1 [9](#page=9).
> **Tip:** Het herkennen van de specifieke patronen van ST-segment veranderingen en T-golf afwijkingen, samen met hun lokalisatie in de ECG-afleidingen, is cruciaal voor het diagnosticeren van cardiale ischemie en het onderscheiden van andere mogelijke oorzaken.
> **Tip:** Wees alert op zogenaamde "reciproke" veranderingen, die spiegelbeelden zijn van de primaire ischemische afwijkingen en de interpretatie kunnen bemoeilijken.
> **Tip:** De evolutie van ECG-veranderingen over tijd, van hyper-acute T-golven en ST-elevatie tot Q-golfvorming, is essentieel voor het bepalen van de leeftijd van een myocardinfarct.
---
# ECG-manifestaties van acute myocardischemie
Gedetailleerde analyse van de ECG-kenmerken die wijzen op acute myocardischemie, inclusief ST-elevatie (STEMI) en ST-depressie (NSTEMI) [2](#page=2) [4](#page=4).
### 2.1 ST-elevatie myocardinfarct (STEMI)
STEMI wordt gekenmerkt door een acute occlusie van een kransslagader, resulterend in transmurale ischemie en necrose van het myocard [2](#page=2) [5](#page=5).
#### 2.1.1 Hyper-acute fase
In de hyper-acute fase van een STEMI zijn de meest opvallende ECG-afwijkingen:
* **Zeer spitse, hoge T-golven:** Deze worden ook wel 'hyperacute T-golven' genoemd en duiden op een vroeg stadium van ischemie [2](#page=2) [3](#page=3).
* **ST-segment elevatie:** Dit is een cruciaal kenmerk van transmurale ischemie. Het ST-segment is verhoogd ten opzichte van de isoelektrische lijn en vertoont vaak een convexe curve naar boven, bekend als de Pardee-curve [2](#page=2).
* **Negatieve T-golf:** Hoewel minder prominent in de hyper-acute fase, kan een negatieve T-golf optreden [2](#page=2).
* **Reciproke ST-depressie:** In de afleidingen die tegengesteld geörienteerd zijn ten opzichte van het getroffen myocardgebied, kan spiegelbeeldige ST-depressie worden gezien [2](#page=2).
> **Tip:** De hyperacute fase is kort, dus het tijdig herkennen van deze tekenen is essentieel voor de behandeling.
#### 2.1.2 Evolutie van STEMI
De ECG-veranderingen evolueren naarmate het infarct vordert:
* **Recente STEMI (24-48 uur):**
* Vermindering van de ST-elevatie.
* Ontwikkeling van T-golf inversie.
* Beginnende vorming van pathologische Q-golven [3](#page=3).
* **Oud myocardinfarct (weken tot maanden):**
* Isoelektrisch ST-segment.
* Normale T-top hoogte.
* Aanwezigheid van pathologische Q-golven [3](#page=3).
#### 2.1.3 De T-golf
De T-golf normaal gesproken in dezelfde richting als het QRS-complex en kleiner in amplitude. Bij ischemie kan de T-golf inverteren. Bij een hyperacute STEMI zijn de T-golven juist hoog en spitst. T-golf inversie is ook een teken van ischemie en komt voor kort na een myocardinfarct [2](#page=2) [3](#page=3).
#### 2.1.4 De Q-golf
* **Niet-pathologische Q-golven:** Kleine septale q-golven zijn fysiologisch en duiden niet op necrose [3](#page=3).
* **Pathologische Q-golven:** Deze duiden op necrose van het myocard en hun aanwezigheid verhoogt de waarschijnlijkheidsgraad van een doorgemaakt infarct. De Minnesota code kan worden gebruikt voor classificatie [3](#page=3).
#### 2.1.5 Reciproke veranderingen
Reciproke veranderingen treden op in de ECG-afleidingen die tegengesteld aan het getroffen myocardgebied liggen en manifesteren zich als een spiegelbeeldige ST-depressie [2](#page=2).
#### 2.1.6 Anatomische correlatie
Verschillende gebieden van het hart kunnen getroffen worden bij een STEMI, met specifieke ECG-lokalisaties:
* **Inferior:** Afleidingen II, III, aVF [6](#page=6).
* **Antero-septal:** Afleidingen V1, V2, V3, V4 [6](#page=6).
* **Lateraal:** Afleidingen I, aVL, V5, V6 [6](#page=6).
* **Posterior:** Afleidingen V1, V2, V3 (vaak gezien als hoge R-golven en spiegelbeeldige ST-depressie in deze afleidingen) [6](#page=6).
* **Voorwand infarct:** Vaak gerelateerd aan occlusie van de proximale LAD [6](#page=6).
* **Onderwand infarct:** Vaak gerelateerd aan occlusie van de rechter coronairarterie (RCA) of het circumflex (Cx) [6](#page=6).
* **Achterwand infarct:** Wordt vaak gezien als hoge R-golven in V1-V3 met spitse T-golven en kan geassocieerd zijn met een onderwandinfarct [7](#page=7).
#### 2.1.7 Differentiaaldiagnose (DD) ST-elevatie
ST-elevatie kan ook voorkomen bij andere aandoeningen, die de diagnose van acuut infarct kunnen bemoeilijken:
* Vroege repolarisatie [6](#page=6) [8](#page=8).
* Pericarditis [6](#page=6) [8](#page=8).
* Linkerbundeltakblok (LBTB) [6](#page=6).
* Hyperkaliëmie [6](#page=6) [7](#page=7).
* Brugada syndroom [6](#page=6) [8](#page=8).
> **Tip:** Let op de morfologie van de ST-elevatie (convex versus rectilineair/concaaf) en de aanwezigheid van bijkomende afwijkingen (zoals PR-segmentelevatie bij pericarditis) om onderscheid te maken.
### 2.2 Niet-ST-elevatie myocardinfarct (NSTEMI)
NSTEMI wordt gekenmerkt door myocardschade zonder ST-elevatie op het ECG. De diagnose wordt vaak gesteld op basis van cardiale enzymverhogingen in combinatie met ECG-afwijkingen die wijzen op ischemie [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 2.2.1 ECG-kenmerken van NSTEMI
* **ST-segment depressie:** Dit kan aflopend, oplopend of horizontaal zijn [4](#page=4).
* **Horizontale ST-depressie:** Vaak een teken van subendocardiale ischemie [4](#page=4) [7](#page=7).
* **Oplopende ST-segment depressie:** Normaal tot 80 milliseconden na het j-punt bij inspanning [4](#page=4).
* **Negatieve T-top tijdens angor:** Een negatieve T-top kan wijzen op actieve ischemie [4](#page=4).
* **Al dan niet Q-golven op termijn:** In tegenstelling tot STEMI, ontwikkelen zich bij NSTEMI niet altijd pathologische Q-golven [4](#page=4).
#### 2.2.2 Kenmerken van NSTEMI
NSTEMI kan gepaard gaan met:
* Thoracale pijn [4](#page=4).
* Zweten en nausea [4](#page=4).
* Positieve cardiale enzymen [4](#page=4).
#### 2.2.3 Differentiaaldiagnose (DD) ST-depressie
Diverse aandoeningen kunnen leiden tot ST-depressie op het ECG:
* Subendocardiale ischemie [7](#page=7).
* Reciproke verandering bij infarct (zowel STEMI als NSTEMI) [7](#page=7).
* Linker kamer hypertrofie [7](#page=7).
* Digitalis-effect [7](#page=7) [8](#page=8).
* Hypokaliëmie [7](#page=7).
* Normale J-punts depressie bij tachycardie [7](#page=7).
#### 2.2.4 Differentiaaldiagnose (DD) negatieve T-golven
Negatieve T-golven kunnen diverse oorzaken hebben, naast ischemie:
* Normaal in sommige leads.
* Cardiomyopathie [5](#page=5).
* Pericarditis [5](#page=5).
* Linker bundeltakblok (LBTB) [5](#page=5).
* Sub-arachnoidale bloeding [5](#page=5).
* Elektrolytenstoornissen (bv. hypokaliëmie) [5](#page=5) [7](#page=7).
* Digitalis of andere intoxicatie [5](#page=5) [8](#page=8).
* Acidose/alkalose [5](#page=5).
### 2.3 Andere ECG-manifestaties en DDx
#### 2.3.1 Teken van Wellens
Dit teken wijst op een significante stenose van de proximale LAD en omvat:
* Symmetrische en diep negatieve T-golven [8](#page=8).
* Niet of slechts weinig opgetrokken ST-segment [8](#page=8).
* Gestrekt of concaaf naar boven gericht ST-segment [8](#page=8).
* Geen verlies in de amplitude van de R-golf [8](#page=8).
* Soms pseudonormalisatie bij angor [8](#page=8).
> **Tip:** Het teken van Wellens is een sterke indicator voor een aanstaande grote anteroseptale infarct en vereist acute interventie [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 2.3.2 Hoofdstamletsel
Een ernstige vernauwing van de linker hoofd kransslagader (hoofdstamletsel) presenteert zich typisch met:
* Significante ST-segment depressie in 8 of meer afleidingen [9](#page=9).
* ST-elevatie in aVR en/of V1 [9](#page=9).
> **Tip:** ST-elevatie in aVR is een belangrijke indicator van ernstige coronairziekte en kan wijzen op hoofdstamletsel, zelfs bij afwezigheid van significante ST-elevatie in andere afleidingen.
#### 2.3.3 Elektrolytenstoornissen
* **Hyperkaliëmie:** Gekenmerkt door hoge, piekvormige T-golven, QRS-verbreding, kleine P-golven, atriale stilstand en atriale ritmestoornissen. Het is levensbedreigend [7](#page=7).
* **Hypokaliëmie:** Kan leiden tot iso-elektrische of negatieve T-toppen, verlengde QT-intervallen (cave congenitaal lang QT-syndroom en QT-verlengende medicatie), ST-daling en U-golven [7](#page=7).
#### 2.3.4 Digitalisintoxicatie
Digitalis kan leiden tot een karakteristieke komvormige ST-daling, verkort QT-interval, gewijzigde T-golven, PR-verlenging en ventriculaire ritmestoornissen bij intoxicatie [8](#page=8).
#### 2.3.5 Overige DDx
* **Hoge R-golf in V1:** Kan wijzen op een achterwandinfarct, rechter kamerhypertrofie, pre-excitatie, rechter bundeltakblok (RBTB) of een normale variant [7](#page=7).
* **Zwakke R-progressie in V1-V3:** Kan duiden op een anteroseptaal myocardinfarct, linker kamer hypertrofie, linker anterior hemiblok, pre-excitatie, LBTB, pacemakerritme, ventrikel tachycardie of een normale variant [7](#page=7).
* **Acute pericarditis:** Kenmerkend is diffuse ST-elevatie met PR-depressie, in tegenstelling tot de ST-elevatie van myocardinfarct die meer gelokaliseerd is en vaak gepaard gaat met reciproque ST-depressie [8](#page=8).
* **Vroege repolarisatie:** Een veelvoorkomende en goedaardige bevinding, gekenmerkt door ST-elevatie die vaak meer welving (coving) heeft en een notching van het J-punt [8](#page=8).
* **Brugada syndroom:** Kenmerkend is een specifieke ST-elevatie in de rechter præcordiale afleidingen (V1-V3) [8](#page=8).
* **Pre-excitatie:** Kan leiden tot abnormaal korte PR-intervallen en delta-golven [8](#page=8).
---
# Differentiaaldiagnose bij ECG-afwijkingen
Dit hoofdstuk behandelt aandoeningen die vergelijkbare ECG-veranderingen kunnen veroorzaken als myocardischemie, waardoor een juiste interpretatie van het ECG essentieel is om onderscheid te maken [5](#page=5).
### 3.1 Overzicht van ECG-afwijkingen en hun differentiaaldiagnoses
#### 3.1.1 ST-segment afwijkingen
**ST-segment elevatie** kan wijzen op een acuut infarct, maar ook op vroege repolarisatie, pericarditis, linkerbundeltakblok (LBTB), hyperkaliëmie, of het Brugada syndroom [6](#page=6).
**ST-segment depressie** is vaak geassocieerd met subendocardiale ischemie, reciproque veranderingen bij een infarct, linker kamer hypertrofie (LVH), digitaliseffecten, hypokaliëmie, of normale J-puntdepressies bij tachycardie [7](#page=7).
#### 3.1.2 T-golf afwijkingen
**Negatieve T-golven** kunnen voorkomen bij normale bevindingen in sommige afleidingen, maar ook bij cardiomyopathie, pericarditis, LBTB, subarachnoidale bloeding, elektrolytenstoornissen, digitalisintoxicatie, of acidose/alkalose [5](#page=5).
**Hoge piekvormige T-golven** zijn kenmerkend voor hyperkaliëmie en kunnen gepaard gaan met QRS-verbreding, kleine P-golven, atriale stilstand, en atriale ritmestoornissen; hyperkaliëmie is levensbedreigend [7](#page=7).
**Iso-elektrische of negatieve T-top, verlengd QT-interval en U-golven** zijn suggestief voor hypokaliëmie. Congenitaal lang QT-syndroom is een belangrijke differentiaaldiagnose, evenals QT-verlengende medicatie [7](#page=7).
#### 3.1.3 QRS-complex afwijkingen
**Hoge R-golven in V1** kunnen duiden op een achterwandmyocardinfarct, rechter kamer hypertrofie, pre-excitatie, rechter bundeltakblok (RBTB), of een normale variant [7](#page=7).
**Zwakke R-progressie in V1-V3** kan wijzen op een anteroseptaal myocardinfarct (met pathologische Q-golven en ST-segment veranderingen), linker kamer hypertrofie, linker anterieur hemiblok, pre-excitatie, LBTB, pacemakerritme, ventriculaire tachycardie, of een normale variant/te hoge elektrodenplaatsing [7](#page=7).
#### 3.1.4 Specifieke syndromen en oorzaken
**Digitaliseffecten** manifesteren zich typisch met een komvormige ST-daling, verkort QT-interval, gewijzigde T-golven, PR-verlenging, en bij intoxicatie, ventriculaire ritmestoornissen [8](#page=8).
**Acute pericarditis** kan vergelijkbare ECG-veranderingen geven als ischemie, met name ST-elevatie [6](#page=6).
**Vroege repolarisatie** wordt gekenmerkt door ST-elevatie [6](#page=6).
**Brugada syndroom** is een genetische aandoening die ST-segment elevatie kan veroorzaken [6](#page=6).
**Pre-excitatie** kan leiden tot afwijkingen zoals hoge R-golven in V1 of een zwakke R-progressie in V1-V3 [7](#page=7).
**Proximale LAD stenose** kan zich presenteren met de Tekenen van Wellens: symmetrische en diep negatieve T-golven, weinig of geen opgetrokken ST-segment, en een gestrekt of concaaf naar boven gericht ST-segment, zonder verlies in R-golf amplitude. Soms treedt pseudonormalisatie op bij angina pectoris [8](#page=8).
**Hoofdstamletsel** wordt gekenmerkt door significante ST-segment depressie in 8 of meer afleidingen, met ST-elevatie in aVR en/of V1 [9](#page=9).
### 3.2 Belangrijke differentiaaldiagnostische overwegingen
> **Tip:** Het is cruciaal om bij ECG-afwijkingen altijd de klinische context mee te nemen, inclusief symptomen, risicofactoren en medicatiegebruik, om een accurate diagnose te stellen.
#### 3.2.1 Myocardischemie vs. andere oorzaken
Er zijn diverse aandoeningen die ECG-veranderingen kunnen nabootsen die duiden op myocardischemie. Een duidelijke differentiatie is daarom essentieel [5](#page=5).
* **ST-segment depressie:** Naast ischemie kan dit ook voorkomen bij LVH, digitalis, hypokaliëmie en normale J-puntdepressies bij tachycardie [7](#page=7).
* **ST-segment elevatie:** Naast acuut infarct zijn ook vroege repolarisatie, pericarditis, LBTB, hyperkaliëmie en Brugada syndroom te overwegen [6](#page=6).
#### 3.2.2 Elektrolytenstoornissen
Elektrolytenonbalans kan significante ECG-veranderingen teweegbrengen:
* **Hyperkaliëmie:** Leidt tot hoge piekvormige T-golven, QRS-verbreding en kan levensbedreigend zijn [7](#page=7).
* **Hypokaliëmie:** Veroorzaakt T-top iso-elektriciteit of negatieve T-golven, een verlengd QT-interval, ST-daling en U-golven [7](#page=7).
#### 3.2.3 Medicatie-effecten
**Digitalis** kan diverse ECG-veranderingen geven, waaronder ST-daling, verkort QT en ritmestoornissen bij toxiciteit [8](#page=8).
#### 3.2.4 Anatomische en structurele oorzaken
* **Linker kamer hypertrofie (LVH):** Kan leiden tot afwijkingen in de ST-segmenten en T-golven, evenals zwakke R-progressie [7](#page=7).
* **Linker anterior hemiblok:** Presenteert zich met zwakke R-progressie [7](#page=7).
* **Rechter kamer hypertrofie:** Kan leiden tot hoge R-golven in V1 [7](#page=7).
* **Pericarditis:** Kan ST-elevatie veroorzaken [6](#page=6).
> **Tip:** Vergelijk ECG's van dezelfde patiënt over tijd indien mogelijk om de dynamiek van de veranderingen te beoordelen en onderscheid te maken tussen acute en chronische afwijkingen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Cardiale ischemie | Een toestand waarbij de hartspier onvoldoende zuurstof krijgt door een vernauwing of blokkade van de kransslagaders. Dit kan leiden tot pijn op de borst en schade aan de hartspier. |
| Inspannings-ECG | Een elektrocardiogram dat wordt gemaakt tijdens lichamelijke inspanning om te beoordelen hoe het hart reageert op stress en of er tekenen van ischemie optreden die in rust niet zichtbaar zijn. |
| Subendocardiale ischemie | Ischemie die zich beperkt tot de binnenste laag van de hartspierwand (het endocard). Dit wordt op een ECG vaak gekenmerkt door ST-segment depressies en inversie van de T-golf. |
| Transmurale ischemie | Ischemie die de gehele dikte van de hartspierwand doordringt, van het endocard tot het epicard. Dit is ernstiger en wordt op een ECG meestal gezien als ST-segment elevatie. |
| Necrose | Afsterving van weefsel, in dit geval hartspierweefsel, als gevolg van langdurige of ernstige ischemie. Op een ECG kan dit leiden tot de vorming van pathologische Q-golven. |
| Instabiele angor | Een vorm van angina pectoris (pijn op de borst) die optreedt in rust, langer duurt dan stabiele angor, of ernstiger is. Het duidt op een ernstige vernauwing van de kransslagaders en een verhoogd risico op een hartinfarct. |
| NSTEMI (Non-ST Elevation Myocardial Infarction) | Een hartinfarct waarbij er geen ST-segment elevatie op het ECG te zien is, maar wel sprake is van schade aan de hartspier, meestal gedetecteerd door verhoogde hartenzymen. |
| STEMI (ST-Elevation Myocardial Infarction) | Een acuut hartinfarct dat gekenmerkt wordt door een ST-segment elevatie op het ECG, wat duidt op een volledige blokkade van een kransslagader en ernstige schade aan de hartspier. |
| ST-segment depressie | Een afwijking op het ECG waarbij het ST-segment lager ligt dan de iso-elektrische lijn. Dit kan wijzen op subendocardiale ischemie of andere oorzaken zoals digitalisgebruik. |
| ST-segment elevatie | Een afwijking op het ECG waarbij het ST-segment hoger ligt dan de iso-elektrische lijn. Dit is een belangrijk teken van acute transmurale ischemie, zoals bij een STEMI. |
| T-golf inversie | Een afwijking op het ECG waarbij de T-golf de tegengestelde richting op gaat van de QRS-complex. Dit kan wijzen op ischemie of schade aan de hartspier, en is vaak aanwezig na een infarct. |
| Hyperacute T-golf | Een zeer hoge, spitse T-golf die vroeg in het stadium van een acuut myocardinfarct kan optreden, voorafgaand aan of samen met ST-elevatie. |
| Reciproke veranderingen | ECG-veranderingen in afleidingen die tegengesteld zijn aan de afleidingen met de primaire afwijking (zoals ST-elevatie). Bijvoorbeeld ST-depressie als reactie op ST-elevatie elders. |
| Q-golf | Een negatieve uitslag die volgt op de R-golf in een ECG-complex. Een normale septale q-golf is klein, terwijl een pathologische Q-golf breder en dieper is en wijst op necrose van de hartspier. |
| Ventrikel hypertrofie | Een verdikking van de wand van de hartkamers, meestal als gevolg van langdurige overbelasting van het hart. Dit kan leiden tot veranderingen in het ECG, zoals ST-depressie of as-afwijkingen. |
| Pericarditis | Ontsteking van het hartzakje (pericard). Dit kan op een ECG leiden tot diffuse ST-elevaties en PR-segment depressies, wat soms verward kan worden met een acuut myocardinfarct. |
| Brugada syndroom | Een erfelijke hartritmestoornis die gekenmerkt wordt door specifieke ECG-afwijkingen, met name ST-elevaties in de rechter precordiale afleidingen, en een verhoogd risico op plotselinge hartdood. |
| Pre-excitatie | Een geleidingsstoornis waarbij elektrische impulsen de normale route door de AV-knoop omzeilen via een accessoir pad, wat leidt tot een verkort PQ-interval en een delta-golf op het ECG. |
| Proximale LAD stenose | Vernauwing van het proximale deel van de linker anterior dalende kransslagader (LAD). Dit kan ernstige ischemie veroorzaken en wordt soms geassocieerd met specifieke ECG-patronen zoals de Teken van Wellens. |
| Teken van Wellens | Een patroon van diep negatieve, symmetrische T-golven in de anterieure afleidingen van het ECG, wat sterk wijst op een significante stenose van de proximale LAD. |
| Hoofdstamletsel | Een vernauwing of blokkade in de linker hoofd kransslagader (LMCA). Dit is een zeer gevaarlijke toestand die kan leiden tot uitgebreide ischemie en infarcten van de linker hartkamer. |