Cover
Start now for free Module 3 - goederen.docx
Summary
# Het openbaar en privaat domein
Het openbaar en privaat domein
Dit onderwerp behandelt de indeling van overheidsgoederen in openbaar en privaat domein, de juridische basis hiervan en de gevolgen van dit onderscheid voor de rechtsregels die van toepassing zijn.
## 1. Domein: openbaar en privaat
### 1.1 Onderscheid en juridische basis
Het domein van de overheid omvat alle lichamelijke en onlichamelijke goederen, zowel roerende als onroerende. Dit domein wordt opgedeeld in het openbaar domein en het privaat domein. Het onderscheid tussen beide is niet gebaseerd op een wettelijke basis, maar vloeit voort uit rechtspraak en rechtsleer. Dit onderscheid is cruciaal omdat het openbaar domein onderworpen is aan eigen publiekrechtelijke rechtsregels, terwijl het privaat domein in de regel door het privaatrecht (gemeenrecht) wordt beheerst.
### 1.2 Het openbaar domein
Goederen behoren tot het openbaar domein indien zij:
* Bestemd zijn voor publiek gebruik, of
* Noodzakelijk zijn voor de werking van een openbare dienst.
De bestemming van een openbaar domeingoed kan voortvloeien uit de aard van het goed zelf (bv. een strand) of uit een beslissing van de overheid (bv. een aangekocht bos dat toegankelijk wordt gemaakt voor het publiek).
#### 1.2.1 Kenmerken van het openbaar domein
Goederen van het openbaar domein genieten een aparte rechtsregeling die hen extra beschermt. Dit is gerechtvaardigd door het algemeen belang en het principe van de continuïteit van de openbare dienst. De belangrijkste kenmerken zijn:
* **Onvervreemdbaar:** Zolang een goed de algemene bestemming heeft, is het buiten de handel en kan het niet vrijwillig of gedwongen worden vervreemd. Vóór vervreemding moet het eerst gedesaffecteerd worden. Privé domeingoederen zijn in beginsel wel vervreemdbaar. Het verbod op vervreemding geldt voor alle overeenkomsten, inclusief huur of pacht. Privatief gebruik kan wel worden toegestaan.
* **Onverjaarbaar:** Goederen van het openbaar domein zijn niet vatbaar voor verkrijgende verjaring, aangezien ze buiten de handel zijn. Dit betekent dat men door langdurig bezit geen eigenaar kan worden.
* **Niet vatbaar voor beslag:** Sinds 1994 geldt een bijzondere beslagregeling voor overheidsgoederen. Hoewel er een principiële onbeslagbaarheid geldt, is deze niet absoluut. De overheid moet een lijst opstellen van beslagbare goederen die niet essentieel zijn voor de openbare dienst. Tegen beslagen kan de overheid verzet aantekenen en een alternatief aanbod doen.
* **Geen zakelijke rechten:** In principe kunnen openbare domeingoederen niet bezwaard worden met zakelijke rechten zoals hypotheken. Erfdienstbaarheden zijn mogelijk, mits ze verenigbaar zijn met de openbare bestemming en het publiek gebruik niet belemmeren.
* **Ingebruikname:** De overheid kan aan particulieren gebruiksrechten toestaan, mits deze niet onverenigbaar zijn met de algemene bestemming van het goed. Dit kan collectief (iedereen mag vrij gebruikmaken) of privatief (exclusief gebruiksrecht voor één persoon) gebeuren.
#### 1.2.2 Affectatie en desaffectatie
De indeling van een goed in het openbaar of privaat domein is niet onomkeerbaar.
* **Affectatie** is de beslissing van de overheid om een goed te bestempelen voor algemeen gebruik of als onderdeel van een openbare dienst. Dit kan uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren.
* **Desaffectatie** is het proces waarbij een goed zijn bestemming van algemeen gebruik verliest en niet langer dienstig is voor de openbare dienst. Ook dit kan stilzwijgend of uitdrukkelijk gebeuren.
### 1.3 Het privaat domein
Het privaat domein omvat alle goederen van de overheid die niet tot het openbaar domein behoren. Dit zijn goederen die niet bestemd zijn voor algemeen gebruik of voor de openbare dienstverlening.
#### 1.3.1 Kenmerken van het privaat domein
Het privaat domein geniet een beperkter beschermingsregime dan het openbaar domein. De belangrijkste kenmerken zijn:
* **Vervreemdbaar en in de handel:** Goederen van het privaat domein zijn in beginsel vervreemdbaar en kunnen verhandeld worden, hoewel specifieke rechtsregels van toepassing kunnen zijn.
* **Verjaarbaar:** Het privaat domein is vatbaar voor verjaring, net als privégoederen.
* **Beslag:** Dezelfde beslagregeling als voor openbare domeingoederen is van toepassing.
* **Zakelijke rechten:** Zakelijke rechten kunnen gevestigd worden op goederen van het privaat domein.
### 1.4 Instrumenten voor gebruik van openbaar domein
* **Tijdelijke vergunning:** Een eenzijdige bestuurshandeling die machtiging verleent tot gebruik. Deze is precair, te allen tijde herroepbaar zonder schadevergoeding en tegenstelbaar aan derden. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen een stationeervergunning (gebruik van oppervlakte) en een wegvergunning (oppervlakte + bezetting ondergrond).
* **Domeinconcessie:** Een meerzijdige rechtshandeling (administratief contract) waarbij de overheid de concessiehouder toelaat een deel van het openbaar domein permanent te gebruiken, bij uitsluiting van anderen. Beëindiging leidt tot schadevergoeding voor de concessiehouder.
## 2. Onteigening, erfdienstbaarheid algemeen nut, opeising
Dit hoofdstuk behandelt de middelen waarmee de overheid zich particuliere goederen kan toe-eigenen of bezwaren.
### 2.1 Onteigening
Onteigening is een publiekrechtelijk instrument waarbij de overheid zich, tegen de wil van de eigenaar, een goed kan toe-eigenen in het algemeen belang. Dit is enkel mogelijk als gewone rechtsmiddelen falen. De belangrijkste voorwaarden, gebaseerd op artikel 16 van de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zijn:
1. **Algemeen nutsdoel:** Het belang van de gemeenschap moet gediend worden.
2. **Wettelijke grondslag (habilitatie):** De onteigening moet gebaseerd zijn op een wettelijke bepaling.
3. **Wettelijke procedure:** De onteigening moet verlopen volgens de wettelijk bepaalde procedures (gewoon of hoogdringendheid federaal, één procedure Vlaanderen).
4. **Billijke en voorafgaande schadevergoeding:** De eigenaar moet een redelijke vergoeding ontvangen voor de geleden schade, die alle elementen van de zaak in rekening neemt. De voorafgaandheid is afhankelijk van de procedure.
Er bestaan federale en Vlaamse onteigeningswetgeving en -procedures. Betwistingen over de wettigheid van het onteigeningsbesluit gaan naar de Raad van State, terwijl geschillen over de schadevergoeding exclusief tot de bevoegdheid van de "gewone rechter" behoren.
### 2.2 Erfdienstbaarheid tot algemeen nut
Dit is een eigendomsbeperking van een privaat eigendomsrecht, noodzakelijk in het algemeen belang. Er is geen eigendomsoverdracht zoals bij onteigening. Recht op vergoeding is enkel voorzien indien dit expliciet in een bijzondere wet of verordening is opgenomen.
### 2.3 Opeising
Dit is een publiekrechtelijke techniek waarbij de overheid in noodsituaties tijdelijk gebruik kan maken van particuliere goederen en/of diensten. In tegenstelling tot onteigening kan dit zowel voor roerende als onroerende goederen. Meestal is dit tijdelijk, maar bij verbruiksgoederen kan er eigendomsoverdracht plaatsvinden. Een vergoedingsrecht is enkel voorzien indien dit in de bijzondere wet is bepaald.
## 3. Administratief contract
Dit hoofdstuk behandelt overeenkomsten die de overheid sluit met burgers of ondernemingen.
### 3.1 Gewoon contract versus administratief contract
* **Gewoon contract:** De overheid handelt als een private persoon, op gelijke voet met de medecontractant. Het gemeenrecht is van toepassing.
* **Administratief contract:** De overheid handelt in het algemeen belang. Er is sprake van een ongelijkwaardigheid van contractspartijen, en administratief recht is van toepassing. Voorbeelden zijn domeinconcessies en overheidsopdrachten. De kwalificatie van de overeenkomst is bepalend voor het toepasselijke recht, maar de bevoegde rechter wordt bepaald door de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling.
### 3.2 Domeinconcessie
Een administratief contract waarbij de overheid aan een concessiehouder het recht verleent om, bij uitsluiting van anderen, een bepaald deel van het openbaar domein permanent te gebruiken, meestal tegen betaling. Het verschil met een vergunning is dat de concessie meerzijdig tot stand komt en bij beëindiging recht geeft op schadevergoeding.
### 3.3 Concessieovereenkomsten
Dit zijn overeenkomsten waarbij de overheid medewerking vraagt van een derde (concessiehouder) voor het uitvoeren van een werk of het verrichten van een dienst. Het operationeel risico ligt bij de concessiehouder. Bij concessies voor werken krijgt de ondernemer het recht om het werk te exploiteren of een betaling. Bij concessies voor diensten krijgt de ondernemer het recht de diensten te exploiteren of de dienst tegen betaling uit te oefenen. De concessiehouder staat onder gezag van de concessieverlenende overheid.
### 3.4 Overheidsopdrachten
Dit zijn overeenkomsten onder bezwarende titel tussen een of meer aanbestedende overheden en een of meer ondernemers voor werken, leveringen of diensten. De wetgeving hieromtrent is technisch en wordt gekenmerkt door algemene beginselen zoals gelijkheid, niet-discriminatie, transparantie, proportionaliteit en het verbod op vertekening van de mededinging. Er zijn Europese en Belgische wettelijke kaders die de procedures en de plaatsing van overheidsopdrachten regelen. De aanbestedende overheid moet een raming van de waarde van de opdracht maken, wat bepaalt welke regels van toepassing zijn. De definitie van een overheidsopdracht en de kwalificatie van een entiteit als aanbestedende overheid zijn cruciaal om de toepasselijke wetgeving te bepalen. Belangrijke criteria zijn onder meer het algemeen belang, het ontbreken van een commerciële/industriële aard van de behoefte, de rechtspersoonlijkheid, en de mate van financiering, toezicht of bestuurlijke controle door de overheid.
#### 3.4.1 Algemene beginselen van overheidsopdrachtenrecht
* **Gelijkheid en niet-discriminatie:** Gelijke en niet-discriminerende behandeling van ondernemers gedurende de gehele procedure.
* **Transparantie:** Openheid over essentiële elementen van de opdracht en de mogelijkheid voor geïnteresseerden om de voorwaarden en motieven te kennen.
* **Proportionaliteit:** Maatregelen van de aanbesteder moeten noodzakelijk en in verhouding staan tot het nagestreefde doel.
* **Verbod van vertekenen mededinging:** Opdrachten mogen niet zodanig worden opgesteld dat de mededinging kunstmatig wordt beperkt of bepaalde ondernemingen worden bevoordeeld.
* **Verbod van belangenconflict:** Noodzakelijke maatregelen om belangenconflicten te voorkomen en op te sporen.
* **Verplicht naleven van milieu-, sociaal- en arbeidsrecht:** Ondernemers moeten het toepasselijke recht naleven en dit ook doen naleven door onderaannemers.
* **Ondernemers:** Buitenlandse dienstverleners mogen niet zomaar afgewezen worden en combinaties van ondernemers zijn toegestaan.
* **Forfaitair beginsel:** Opdrachten worden op forfaitaire basis geplaatst, waarbij het bedrag vooraf wordt vastgelegd. Prijsherziening en herziening van de opdracht zijn mogelijk onder strikte voorwaarden.
* **Betaling voor verstrekte en aanvaarde prestaties:** Betalingen mogen enkel gebeuren voor conforme en aanvaarde prestaties, hoewel voorschotten mogelijk zijn.
* **Vertrouwelijkheid:** Toegang tot documenten is begrensd tot na de beslissing van de aanbesteder, tenzij met schriftelijke toestemming.
* **Regels betreffende communicatiemiddelen:** Verplicht gebruik van elektronische middelen voor communicatie en digitale facturatie.
* **Voorbehouden opdrachten:** Toegang tot de procedure kan voorbehouden worden aan sociale werkplaatsen en ondernemers die zich richten op de integratie van gehandicapten of kansarmen.
* **Verplichte raming van de waarde van de opdracht:** De raming bepaalt de toepasselijke procedures en regels.
---
# Rechtsregeling van het openbaar domein
De rechtsregels die gelden voor goederen die tot het openbaar domein behoren, kenmerken zich door specifieke beginselen zoals onvervreemdbaarheid, onverjaarbaarheid en niet-vatbaarheid voor beslag en zakelijke rechten.
### 2.1 Onderscheid openbaar en privaat domein
Het onderscheid tussen het openbaar en privaat domein is cruciaal omdat het verschillende rechtsregimes met zich meebrengt. Het openbaar domein valt onder een specifieke publiekrechtelijke regeling, terwijl het privaat domein in beginsel wordt beheerst door het privaatrecht (gemeenrecht). Hoewel dit onderscheid niet altijd strikt is en er nuanceringen mogelijk zijn, geldt de algemene regel dat openbare domeingoederen onderworpen zijn aan publiekrechtelijke regels die de overheid slagkracht geven in het algemeen belang, terwijl de overheid met privédomeingoederen optreedt als een gewone burger.
> **Tip:** Het belang van het onderscheid ligt in de afwijkende rechtsregimes die van toepassing zijn, wat essentieel is voor het begrijpen van de bevoegdheden en beperkingen van de overheid met betrekking tot deze goederen.
#### 2.1.1 Definitie openbaar domein
Goederen behoren tot het openbaar domein indien zij bestemd zijn voor publiek gebruik of noodzakelijk zijn voor de werking van een openbare dienst. Dit kan voortvloeien uit de aard van het goed zelf (bv. een strand) of uit een specifieke beslissing van de overheid (bv. een bos dat wordt opengesteld als park).
#### 2.1.2 Definitie privaat domein
Het privaat domein omvat de restcategorie van goederen die niet tot het openbaar domein behoren. Dit zijn goederen die niet bestemd zijn voor algemeen gebruik of niet dienstig zijn voor de openbare dienstverlening.
#### 2.1.3 Affectatie en desaffectatie
De indeling van een goed is niet onomkeerbaar.
* **Affectatie** is de overheidsbeslissing om een goed te bestemmen voor algemeen gebruik of voor een openbare dienst. Dit kan uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren. Een voorbeeld is de omvorming van een braakliggend terrein tot een publiek park.
* **Desaffectatie** is het omgekeerde proces, waarbij een goed zijn bestemming van algemeen gebruik verliest en niet langer dienstig is voor een openbare dienst. Ook dit kan stilzwijgend of uitdrukkelijk gebeuren. Een voorbeeld is de sluiting van een militair domein met het oog op een andere bestemming.
### 2.2 Rechtsregeling openbaar domein
Goederen die tot het openbaar domein behoren, genieten een bijzondere rechtsregeling die hen extra beschermt en de continuïteit van de openbare dienst waarborgt. Deze regeling is gebaseerd op de beginselen van het algemeen belang en de continuïteit van de openbare dienst.
#### 2.2.1 Onvervreemdbaar
Openbare domeingoederen zijn in beginsel onvervreemdbaar. Dit betekent dat ze niet vrijwillig of gedwongen (bv. door onteigening) kunnen worden overgedragen. Dit principe is gekoppeld aan de bestemming van het goed voor algemeen gebruik of een openbare dienst. Vervreemding is pas mogelijk nadat het goed gedesaffecteerd is. Privé domeingoederen zijn daarentegen in beginsel wel vervreemdbaar.
> **Tip:** Het verbod op vervreemding is niet absoluut. Overdrachten tussen overheden die de publieke bestemming niet bedreigen (bv. een provincieweg aan het Vlaams Gewest) zijn wel mogelijk.
#### 2.2.2 Onverjaarbaar
Goederen van het openbaar domein zijn niet vatbaar voor verkrijgende verjaring. Dit betekent dat men door langdurig bezit geen eigendom kan verwerven, omdat deze goederen buiten de handel worden beschouwd.
#### 2.2.3 Niet vatbaar voor beslag
Sinds 1994 geldt er een bijzondere beslagregeling voor alle overheidsgoederen, inclusief die van het openbaar domein. Hoewel er een principiële onbeslagbaarheid geldt, is deze niet absoluut. De overheid moet een lijst opstellen van beslagbare goederen, en indien geen lijst bestaat, kunnen goederen die kennelijk niet nuttig zijn voor de openbare dienst, wel vatbaar zijn voor beslag. De overheid kan ook verzet aantekenen tegen een beslag en een alternatief aanbod doen.
#### 2.2.4 Geen zakelijke rechten
In principe kunnen openbare domeingoederen niet bezwaard worden met zakelijke rechten, zoals hypotheken of erfdienstbaarheden. Hoewel er lang aangenomen werd dat erfdienstbaarheden niet mogelijk waren, is deze visie nu genuanceerd. Erfdienstbaarheden zijn mogelijk mits ze verenigbaar zijn met de openbare bestemming, het openbaar gebruik niet belemmeren en het recht van het bestuur om het gebruik te regelen niet aantasten.
#### 2.2.5 Ingebruikname
Hoewel openbare domeingoederen buiten de handel staan, kan de overheid wel gebruiksrechten toestaan aan particulieren, mits deze niet onverenigbaar zijn met de algemene bestemming van het goed. Dit kan op twee manieren:
* **Collectieve ingebruikname:** Iedereen heeft het recht om vrij, gelijk en gratis gebruik te maken van openbare domeingoederen, al dan niet onderworpen aan bepaalde gebruiksverboden door de overheid (bv. parkeerreglementen). Het "gratis" karakter kan ook genuanceerd worden (bv. betalend parkeren).
* **Private ingebruikname:** Een particulier verkrijgt het exclusieve gebruiksrecht op een specifiek deel van het openbaar domein, bij uitsluiting van anderen. Dit kan via een eenzijdige bestuurshandeling (tijdelijke vergunning, zoals een standplaats voor een marktkraam) of een bestuurlijke overeenkomst (domeinconcessie, zoals een grafconcessie).
> **Voorbeeld:** Een caféterras op een openbaar plein is een voorbeeld van private ingebruikname via een tijdelijke vergunning. Een grafconcessie is een voorbeeld van een domeinconcessie.
> **Tip:** Een **stationeringsvergunning** verleent een gebruiksrecht op de oppervlakte van een deel van het openbaar domein, terwijl een **wegvergunning** ook de bezetting van de ondergrond omvat. De bevoegdheid voor de toekenning kan verschillen.
Een **domeinconcessie** is een overeenkomst waarbij de overheid aan een concessiehouder toelating verleent om permanent en exclusief een deel van het openbaar domein te gebruiken, meestal tegen betaling. Het belangrijkste verschil met een vergunning is dat een domeinconcessie een meerzijdige rechtshandeling is, wat meer ruimte biedt voor onderhandeling en bij beëindiging recht geeft op schadevergoeding.
### 2.3 Rechtsregeling privaat domein
Het privaat domein geniet een minder strikt beschermingsregime dan het openbaar domein.
* Het is **vervreemdbaar en in de handel**.
* Het is **verjaarbaar**.
* Er geldt **dezelfde beslagregeling** als voor openbare domeingoederen.
* **Zakelijke rechten** kunnen gevestigd worden.
### 2.4 Ingebruikname van het openbaar domein
De overheid kan aan particulieren gebruiksrechten toestaan op openbare domeingoederen, zolang dit de algemene bestemming van het goed niet onverenigbaar is. Dit kan via collectieve ingebruikname (vrij, gelijk en gratis gebruik, met mogelijkheid tot reglementering) of private ingebruikname (exclusief gebruiksrecht voor één persoon).
#### 2.4.1 Instrumenten voor private ingebruikname
* **Tijdelijke vergunning:** Een eenzijdige, precair en te allen tijde herroepbare machtiging van het bestuur. Intrekking is mogelijk om redenen van algemeen belang, zonder recht op schadevergoeding.
* **Domeinconcessie:** Een meerzijdige rechtshandeling (overeenkomst) waarbij de overheid een concessiehouder het recht verleent om permanent en exclusief een deel van het openbaar domein te gebruiken, meestal tegen betaling. Bij beëindiging uit algemeen belang heeft de concessiehouder recht op schadevergoeding.
> **Voorbeeld:** De plaatsing van een frietkraam op een marktplein kan gebeuren via een tijdelijke vergunning. Een grafconcessie op een begraafplaats is een voorbeeld van een domeinconcessie.
#### 2.4.2 Verschil stationeringsvergunning en wegvergunning
Het onderscheid is relevant omdat de bevoegde autoriteit kan verschillen. Een **stationeringsvergunning** betreft het gebruik van de oppervlakte, terwijl een **wegvergunning** ook de bezetting van de ondergrond omvat.
#### 2.4.3 Domeinconcessie versus tijdelijke vergunning
Hoewel beide een exclusief gebruiksrecht verlenen, komt een domeinconcessie tot stand via een overeenkomst en biedt het meer bescherming aan de concessiehouder (recht op schadevergoeding bij beëindiging). Een vergunning is een eenzijdige rechtshandeling die zonder schadevergoeding kan worden ingetrokken.
---
# Rechtsregeling van het privaat domein
Hier is de samenvatting van de rechtsregeling van het privaat domein, opgesteld als een studiehandleiding.
## 3. Rechtsregeling van het privaat domein
Het privaat domein geniet een bijzonder rechtsregime dat weliswaar beperkter is dan dat van het openbaar domein, maar toch afwijkt van het gemeenrecht.
### 3.1 Inleiding
Het privaat domein omvat de goederen die tot het patrimonium van de overheid behoren maar die niet bestemd zijn voor gebruik door allen en ook niet noodzakelijk zijn voor de werking van een openbare dienst. Deze goederen vallen in beginsel onder het privaatrecht, hoewel er specifieke rechtsregels van toepassing kunnen zijn.
### 3.2 Rechtsregeling van het privaat domein
In tegenstelling tot goederen van het openbaar domein, is het privaat domein in beginsel vervreemdbaar en verhandelbaar. Dit betekent dat de overheid deze goederen kan verkopen, schenken of anderszins van de hand kan doen.
* **Vervreemdbaar en in de handel:** Goederen die tot het privaat domein behoren, kunnen in principe worden overgedragen. Dit is een belangrijk onderscheid met het openbaar domein, dat onvervreemdbaar is. Echter, specifieke wettelijke regels kunnen afwijkende bepalingen bevatten die de vervreemding van bepaalde privaat domeingoederen beperken.
* **Verjaarbaar:** Het privaat domein is in beginsel verjaarbaar, conform de regels van het gemeenrecht. Dit betekent dat men door langdurig bezit de eigendom van deze goederen kan verkrijgen, mits aan de wettelijke voorwaarden voor verjaring is voldaan. Dit staat in contrast met het openbaar domein, dat niet verjaarbaar is. De huidige wettelijke grondslag hiervoor is te vinden in artikel 3.23 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek.
* **Beslag:** Voor goederen van het privaat domein geldt dezelfde bijzondere beslagregeling als voor goederen van het openbaar domein. Dit houdt in dat beslag in principe mogelijk is, mits de regels van artikel 1412bis Ger.W. worden nageleefd, wat een bescherming biedt aan de schuldeisers van de overheid.
* **Zakelijke rechten:** Op goederen van het privaat domein kunnen zakelijke rechten worden gevestigd, zoals hypotheken. Dit is eveneens een afwijking ten opzichte van het openbaar domein, waarop dergelijke rechten in principe niet gevestigd kunnen worden. Wel kunnen er specifieke rechtsregels van toepassing zijn die hieraan grenzen stellen.
> **Tip:** Hoewel het privaat domein in beginsel onder het privaatrecht valt, dient men steeds de specifieke wetgeving en rechtspraak te raadplegen, aangezien er nuanceringen en uitzonderingen mogelijk zijn die afwijken van het gemeenrecht. De soepelere behandeling van het privaat domein ten opzichte van het openbaar domein is voornamelijk ingegeven door het feit dat deze goederen niet direct noodzakelijk zijn voor openbaar gebruik of de directe werking van openbare diensten.
---
# Onteigening, erfdienstbaarheid tot algemeen nut en opeising
Hier is een gedetailleerd studiemateriaal over onteigening, erfdienstbaarheid tot algemeen nut en opeising, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 4. Onteigening, erfdienstbaarheid tot algemeen nut en opeising
Dit hoofdstuk behandelt publiekrechtelijke instrumenten waarmee de overheid particuliere goederen kan verkrijgen of beperken ten behoeve van het algemeen belang.
### 4.1 Onteigening
#### 4.1.1 Begrip en voorwerp
**Begrip:**
Onteigening is een publiekrechtelijk instrument dat de overheid toestaat om, in het algemeen belang, op gedwongen wijze de eigendom van een goed te verkrijgen, wanneer normale rechtsmiddelen zoals koop-verkoop falen. Het is een eenzijdig, gezagshalve bestuursoptreden dat onder strikte voorwaarden en met respect voor algemene rechtsbeginselen plaatsvindt, ter bescherming van het privaat eigendomsrecht.
**Voorwerp:**
* **Federale Algemene Onteigeningswetten:** Sta open voor lichamelijke onroerende goederen (bijvoorbeeld huizen, gronden). Roerende goederen kunnen enkel via bijzondere wetgeving onteigend worden. Zakelijke rechten en vorderingsrechten zijn niet vatbaar voor onteigening.
* **Vlaams Onteigeningsdecreet:** Sta open voor lichamelijke onroerende goederen en zakelijke rechten. Roerende goederen zijn niet vatbaar voor onteigening.
#### 4.1.2 Wetgevend kader
De rechtsgrondslag voor onteigening is verankerd in:
* Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
* Artikel 16 van de Belgische Grondwet.
* Federale algemene onteigeningswetten.
* Het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 en het bijbehorende uitvoeringsbesluit.
De toepasselijke wetgeving hangt af van de bevoegdheid:
* **Federale onteigeningswetten:** Voor onteigeningen met betrekking tot federale bevoegdheden (bijvoorbeeld defensie, justitie).
* **Vlaams onteigeningsdecreet:** Voor alle onteigeningen met betrekking tot Vlaamse bevoegdheden (bijvoorbeeld cultuur, lokale besturen, onderwijs).
**Opgelet:** Bijzondere wetten of decreten kunnen specifieke onteigeningen anders regelen.
#### 4.1.3 Grondwettelijke onteigeningsvoorwaarden
Artikel 16 van de Grondwet bepaalt vier cumulatieve voorwaarden waaraan onteigening moet voldoen ter bescherming van het privaat eigendomsrecht:
1. **Algemeen nutsdoel:** De onteigening moet noodzakelijk zijn voor de realisatie van een algemeen nutsdoel, wat een publiek belang dient. Dit kan ruimer geïnterpreteerd worden dan enkel de staat, en omvat ook publieke instellingen en privaatrechtelijke rechtspersonen belast met een openbare dienst (bijvoorbeeld onderwijs, verbeteren van wegennet, sociale woningbouw).
2. **Wettelijke basis (habilitatie):** De onteigening moet gebaseerd zijn op een wettelijke bepaling die het bestuur de bevoegdheid geeft om te onteigenen. Deze bepaling dient als garantie tegen misbruiken door de uitvoerende macht.
3. **Procedure bij wet bepaald:** De onteigening moet verlopen volgens de wettelijk vastgelegde procedures. Er bestaan verschillende procedures op federaal (gewone procedure en procedure bij hoogdringendheid) en Vlaams niveau (één gestandaardiseerde procedure).
4. **Billijke en voorafgaande schadevergoeding:** Er moet een billijke en voorafgaande schadevergoeding worden toegekend.
#### 4.1.4 Billijke en voorafgaande schadevergoeding
* **Billijke schadevergoeding:** Dit is een redelijke vergoeding voor de werkelijk geleden schade, die de benadeelde in de toestand plaatst waarin hij zich zou bevinden indien de onteigening niet had plaatsgevonden. Alle schade die voortvloeit uit de onteigening moet vergoed worden, met uitzondering van schade die voortkomt uit de uitvoering van de werken. De vergoedingsprincipes omvatten de objectieve waarde van het goed (verkoopwaarde, toekomstwaarde, wederbeleggingsvergoeding) en eventueel subjectieve waarden (affectiewaarde, geschiktheidswaarde), alsook de wachtintrest en bijkomende schadeposten. Belanghebbende derden, zoals huurders, hebben ook recht op een vergoeding afhankelijk van hun situatie.
* **Voorafgaande schadevergoeding:** Dit verwijst naar de betaling van een schadevergoeding *voor* de inbezitstelling van het goed. In de federale gewone procedure wordt de volledige vergoeding aan het einde van de gerechtelijke procedure betaald. Bij hoogdringendheid en volgens het Vlaams decreet wordt een provisionele vergoeding betaald na de eerste fase van de gerechtelijke procedure.
#### 4.1.5 Onteigeningsbevoegdheid
De onteigenaar is de instantie die bevoegd is om de administratieve en gerechtelijke onteigeningsprocedure te voeren en het onteigeningsbesluit te nemen.
#### 4.1.6 Onteigeningsprocedure
Zowel de federale als de Vlaamse regeling kennen procedures die uit een administratieve fase (discretionaire bevoegdheid van het bestuur) en een gerechtelijke fase (wettigheidsbeoordeling en bepaling van subjectieve rechten zoals schadevergoeding) bestaan.
* **Federale gemeenrechtelijke procedure:** Kent een gewone procedure (met openbaar onderzoek) en een procedure bij hoogdringendheid (snellere inbezitstelling, geen verplicht openbaar onderzoek).
* **Vlaamse regeling:** Kent één gestandaardiseerde procedure met een strikt tijdsschema, inclusief een onderhandelingsplicht en een openbaar onderzoek.
**Belanghebbende derden:** Huurders en andere belanghebbenden die genotsrechten hebben op het goed, moeten in de gerechtelijke procedure betrokken worden. De eigenaar is verantwoordelijk voor hun betrokkenheid; bij nalatigheid kan de derde een billijke schadevergoeding eisen ten laste van de eigenaar.
#### 4.1.7 Bevoegde rechter
* **Geschillen betreffende de wettigheid van het onteigeningsbesluit/machtiging:** In eerste instantie de Raad van State (via schorsings- en/of annulatieberoep). Na afronding van de administratieve fase en indiening bij de rechter, is de 'gewone rechter' exclusief bevoegd.
* **Geschillen betreffende de onteigeningsvergoeding:** Exclusieve bevoegdheid van de 'gewone rechter' (rechtbank van eerste aanleg of vrederechter, afhankelijk van de procedure en het bedrag).
### 4.2 Erfdienstbaarheid tot algemeen nut
#### 4.2.1 Begrip en voorwaarden
Een erfdienstbaarheid tot algemeen nut is een eigendomsbeperking op particuliere goederen ten behoeve van het algemeen belang. Dit verschilt van een gemeenrechtelijke erfdienstbaarheid doordat het niet ten behoeve van een heersend erf is, maar voortvloeit uit bijzondere wetten of verordeningen en niet leidt tot eigendomsoverdracht (in tegenstelling tot onteigening). Voorbeelden zijn het plaatsen van pilaren voor elektriciteitskabels.
#### 4.2.2 Recht op vergoeding
Een recht op vergoeding bestaat enkel indien dit specifiek is voorzien in de bijzondere wet of verordening die de erfdienstbaarheid oplegt. Artikel 16 van de Grondwet is hierop niet van toepassing.
### 4.3 Opeising
#### 4.3.1 Begrip en toepassing
Opeising is een publiekrechtelijke techniek waarbij de overheid, in noodsituaties, op gezagshoeve particuliere goederen (roerend of onroerend) en/of diensten tijdelijk vordert voor de uitoefening van taken van openbaar nut. Dit verschilt van onteigening doordat het zowel op roerende als onroerende goederen kan betrekking hebben en in principe tijdelijk is. Soms kan opeising leiden tot eigendomsoverdracht, met name bij verbruiksgoederen.
#### 4.3.2 Wettelijke grondslag en vergoeding
De wettelijke grondslag wordt gevormd door bijzondere wetten, zoals de wet op de militaire opeisingen. Een recht op vergoeding bestaat enkel indien voorzien in de bijzondere wet. Schade die ontstaat tijdens de opeising kan eventueel vergoed worden.
> **Tip:** Het cruciale verschil tussen onteigening en opeising ligt in het type goed (alleen onroerend bij onteigening) en de tijdelijkheid (principeel tijdelijk bij opeising).
### 4.4 Belangrijke onderscheidingen
De aard van de overeenkomst die de overheid sluit, bepaalt het toepasselijk rechtsregime en de bevoegde rechter.
* **Gewoon contract:** De overheid treedt op als een private partij, op gelijke voet met particulieren. Het gemeenrecht is van toepassing.
* **Administratief contract:** De overheid treedt op in het algemeen belang, met een zekere ongelijkwaardigheid van contractspartijen. Het administratief recht is van toepassing.
**Domeinconcessie:** Een administratief contract waarbij de overheid aan een concessiehouder het recht verleent om een deel van het openbaar domein exclusief te gebruiken. In tegenstelling tot een vergunning, is een domeinconcessie een meerzijdige overeenkomst die meer onderhandelingsruimte biedt. Beëindiging kan leiden tot schadevergoeding voor de concessiehouder.
**Concessieovereenkomst (werken of diensten):** Een administratief contract waarbij de overheid de medewerking van een derde (concessiehouder) vraagt voor het uitvoeren van een werk of het verrichten van een dienst. Het doorslaggevende criterium om een concessie te onderscheiden van een overheidsopdracht is de overdracht van het operationeel risico naar de concessiehouder.
**Overheidsopdrachten:** Overeenkomsten tegen bezwarende titel die de overheid sluit voor werken, leveringen of diensten. Het toepassingsgebied wordt bepaald door Europese en Belgische wetgeving en is onderworpen aan strikte procedures, beginselen van gelijkheid, niet-discriminatie, transparantie en proportionaliteit.
> **Voorbeeld:** Een contract waarbij een private onderneming een gemeentelijk zwembad beheert en de exploitatiekosten draagt en inkomsten genereert uit entreeprijzen, is een concessieovereenkomst. Indien de gemeente de onderneming een vast bedrag per maand betaalt, ongeacht het aantal bezoekers, is het een overheidsopdracht.
---
# Administratieve contracten en overheidsopdrachten
Hier is de studiegids voor "Administratieve contracten en overheidsopdrachten".
## 5. Administratieve contracten en overheidsopdrachten
Dit hoofdstuk onderzoekt de contractuele relaties die de overheid aangaat, onderscheidend tussen gewone en administratieve contracten, en duikt dieper in de specifieke regels rondom domeinconcessies, concessieovereenkomsten voor werken en diensten, en overheidsopdrachten, inclusief de toepasselijke wetgevende kaders en fundamentele beginselen.
### 5.1 Domein en rechtsregimes
#### 5.1.1 Het onderscheid tussen openbaar en privaat domein
De overheid beheert een patrimonium van lichamelijke en onlichamelijke goederen, die samen het domein vormen. Dit domein wordt onderverdeeld in het openbaar domein en het privaat domein. Dit onderscheid is cruciaal omdat het bepaalt welk rechtsregime van toepassing is:
* **Openbaar domein:** Valt onder specifieke publiekrechtelijke regels die de overheid slagkracht geven om in het algemeen belang te handelen.
* **Privaat domein:** Wordt in beginsel beheerst door het privaatrecht (gemeenrecht), waarbij de overheid zich gedraagt als een gewone burger.
Het onderscheid is niet strikt en soms kunnen privaatrechtelijke regels op openbare domeingoederen van toepassing zijn en omgekeerd.
#### 5.1.2 Kenmerken van openbare domeingoederen
Een goed behoort tot het openbaar domein indien het:
* Bestemd is voor publiek gebruik, OF
* Noodzakelijk is voor de werking van een openbare dienst.
De bestemming van een openbaar domeingoed kan voortvloeien uit de aard van het goed zelf (bv. een strand) of uit een specifieke beslissing van de overheid (bv. een aangekocht bos dat toegankelijk wordt gemaakt voor het publiek).
#### 5.1.3 Kenmerken van private domeingoederen
Het privaat domein omvat de restcategorie van goederen die niet tot het openbaar domein behoren. Dit zijn goederen die niet bestemd zijn voor algemeen gebruik of niet dienstig zijn voor de openbare dienstverlening. De huidige wettelijke basis hiervoor is artikel 3.45, eerste lid van het Nieuw Burgerlijk Wetboek (dat artikel 538 van het Oud Burgerlijk Wetboek vervangt).
#### 5.1.4 Affectatie en desaffectatie
De indeling van een goed is niet onomkeerbaar.
* **Affectatie:** Het proces waarbij een goed van het privaat domein wordt overgebracht naar het openbaar domein door het te besteden aan algemeen gebruik of aan een openbare dienst. Dit kan uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren.
* **Voorbeeld:** Een braakliggend terrein dat door de gemeente wordt omgevormd tot een openbaar park ondergaat affectatie.
* **Desaffectatie:** Het proces waarbij een goed zijn bestemming van algemeen gebruik verliest en niet langer dienstig is voor de openbare dienst, waardoor het overgaat naar het privaat domein. Dit kan eveneens uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren.
* **Voorbeeld:** Stilzwijgende desaffectatie kan afgeleid worden uit daden die onverenigbaar zijn met publiek gebruik, zoals het storten van afbraakmateriaal op een openbare weg. Een militair domein dat wordt gesloten voor een sociaal woningproject ondergaat desaffectatie.
Een goed kan niet gelijktijdig tot beide domeinen behoren.
### 5.2 Rechtsregeling van het openbaar domein
Het openbaar domein geniet een bijzondere rechtsregeling ter bescherming van het algemeen belang en de continuïteit van de openbare dienst.
#### 5.2.1 Kernprincipes van het openbaar domein
Goederen van het openbaar domein zijn:
* **Onvervreemdbaar:** Ze kunnen niet verkocht worden, noch vrijwillig, noch gedwongen, zolang ze de publieke bestemming behouden. Vervreemding is pas mogelijk na desaffectatie (artikel 3.45, tweede lid nieuw BW).
* **Tip:** Hoewel principeel onvervreemdbaar, kunnen goederen onder specifieke voorwaarden worden overgedragen aan een andere publiekrechtelijke entiteit indien de publieke bestemming niet wordt bedreigd (bv. provincieweg naar Vlaams Gewest).
* **Onverjaarbaar:** Eigendom kan niet verkregen worden door verjaring, aangezien deze goederen buiten handel zijn (artikel 2262 oud BW, artikel 3.45, tweede lid nieuw BW).
* **Niet vatbaar voor beslag:** Sinds 1994 geldt een bijzondere beslagregeling (artikel 1412bis Gerechtelijk Wetboek) die de onbeslagbaarheid nuanceert. Een lijst van beslagbare goederen kan door de overheid worden opgesteld, en anders kan beslag mogelijk zijn op goederen die kennelijk niet nuttig zijn voor de openbare dienst. De overheid kan verzet aantekenen en een alternatief aanbod doen.
* **Niet bezwaard met zakelijke rechten:** In principe kunnen er geen zakelijke zekerheden (zoals hypotheken) op worden gevestigd. Erfdienstbaarheden zijn wel mogelijk onder strikte voorwaarden: ze mogen de openbare bestemming niet beletten of schaden.
#### 5.2.2 Ingebruikname van openbare domeingoederen
Hoewel goederen van het openbaar domein buiten handel zijn, kan de overheid gebruiksrechten toestaan aan particulieren, mits dit niet onverenigbaar is met de publieke bestemming.
* **Collectieve ingebruikname:** Iedereen mag vrij, gelijk en gratis gebruikmaken van deze goederen.
* **Nuancering:** Gebruiksverboden kunnen worden opgelegd (bv. politiereglementen in parken), en er kan betalend parkeren of inkomgeld worden gevraagd.
* **Voorbeelden:** Parken, openbare wegen, betalende parkings.
* **Private ingebruikname:** Een particulier verkrijgt het exclusieve gebruiksrecht op een specifiek deel van het openbaar domein.
* **Instrumenten:** Dit kan via een eenzijdige bestuurshandeling (tijdelijke vergunning) of een bestuurlijke overeenkomst (domeinconcessie).
* **Tijdelijke vergunning:** Een precaire en te allen tijde herroepbare machtiging. Intrekking is mogelijk om redenen van algemeen belang, zonder recht op schadevergoeding.
* **Stationeervergunning:** Gebruiksrecht op de oppervlakte.
* **Wegvergunning:** Gebruiksrecht op oppervlakte en bezetting van de ondergrond (bv. ondergrondse tanks voor benzinestation). Het bevoegd bestuur kan verschillen voor deze vergunningen.
* **Domeinconcessie:** Een meerzijdige overeenkomst waarbij de overheid een concessiehouder toelaat een deel van het openbaar domein permanent te gebruiken met uitsluiting van anderen, meestal tegen betaling. Beëindiging is mogelijk om redenen van algemeen belang, maar de concessiehouder heeft recht op schadevergoeding.
* **Voorbeelden:** Grafconcessies, strandconcessies.
### 5.3 Rechtsregeling van het privaat domein
Het privaat domein geniet een beperkter beschermingsregime dan het openbaar domein.
* **Vervreemdbaar en in de handel:** In beginsel zijn deze goederen vrij verhandelbaar, tenzij specifieke regels van toepassing zijn.
* **Verjaarbaar:** Eigendom kan verkregen worden door verjaring (artikel 3.23 nieuw BW).
* **Beslagregelgeving:** Dezelfde bijzondere beslagregeling als voor openbare domeingoederen is van toepassing.
* **Zakelijke rechten:** Zakelijke rechten kunnen worden gevestigd.
### 5.4 Onteigening, erfdienstbaarheid algemeen nut en opeising
Dit hoofdstuk behandelt technieken waarbij de overheid zich – al dan niet gedwongen – toegang verschaft tot private goederen of beperkingen oplegt.
#### 5.4.1 Onteigening
Onteigening is een publiekrechtelijk instrument waarmee het bestuur zich, tegen de wil van de eigenaar, eigendom kan toe-eigenen in het algemeen belang, wanneer gewone rechtsmiddelen falen.
* **Wettelijk kader:** Eerste aanvullend protocol bij het EVRM, artikel 16 van de Grondwet, federale onteigeningswetten, en het Vlaams Onteigeningsdecreet.
* **Voorwerp:** Lichamelijke onroerende goederen (federaal en Vlaams). Zakelijke rechten zijn enkel onteigenbaar onder het Vlaams decreet. Roerende goederen zijn niet onteigenbaar.
* **Grondwettelijke voorwaarden (cumulatief):**
1. **Algemeen nutsdoel:** Het algemeen belang moet dienen.
2. **Wettelijke basis (habilitatie):** Er moet een wettelijke bepaling zijn die de onteigening toestaat.
3. **Procedurele naleving:** De onteigening moet verlopen volgens de bij wet bepaalde procedure (gewone procedure, hoogdringendheidsprocedure federaal; één procedure met tijdsschema Vlaams).
4. **Billijke en voorafgaande schadeloosstelling:** Een redelijke vergoeding die de werkelijk geleden schade dekt en de benadeelde in de toestand plaatst alsof er geen onteigening was. Dit omvat objectieve (verkoopwaarde, toekomstwaarde) en subjectieve (affectiewaarde, geschiktheidswaarde) elementen, alsook wachttinteresten. De schadevergoeding moet vooraf worden toegekend vóór de inbezitneming.
* **Onteigeningsbevoegdheid:** De instantie die de onteigening initieert en de procedure kan voeren.
* **Onteigeningsprocedure:** Bestaat uit een administratieve fase (besluitvorming) en een gerechtelijke fase (wettigheidsbeoordeling en vaststellen van de vergoeding).
* **Bevoegde rechter:** Geschillen over de wettigheid van het onteigeningsbesluit vallen onder de bevoegdheid van de Raad van State. Geschillen over de onteigeningsvergoeding vallen onder de "gewone rechter" (rechtbanken en hoven).
#### 5.4.2 Erfdienstbaarheid tot algemeen nut
De overheid kan private goederen bezwaren met beperkingen die een algemeen belang dienen. Dit is geen eigendomsoverdracht zoals bij onteigening. Recht op vergoeding is er enkel indien voorzien in een bijzondere wet of verordening.
#### 5.4.3 Opeising
In noodsituaties kan de overheid tijdelijk particuliere goederen (roerend en onroerend) en/of diensten vorderen. Dit kan soms leiden tot eigendomsoverdracht bij verbruiksgoederen. De wettelijke grondslag zijn bijzondere wetten (bv. militaire opeisingen). Een recht op vergoeding is mogelijk indien voorzien in de bijzondere wet.
### 5.5 Administratieve contracten
Dit deel introduceert de contracten die de overheid sluit, onderscheidend tussen gewone en administratieve contracten.
#### 5.5.1 Onderscheid tussen gewone en administratieve contracten
* **Gewoon contract:** De overheid treedt op als private persoon, op gelijke voet met de medecontractant (bv. huurcontract). Het gemeenrecht is van toepassing.
* **Administratief contract:** De overheid treedt op in het algemeen belang. Er is een ongelijkwaardigheid tussen de contractpartijen, waarbij het algemeen belang prioriteit heeft. Administratief recht is van toepassing, met specifieke regels die afwijken van het gemeenrecht.
De kwalificatie van het contract (gewoon of administratief) is bepalend voor het toepasselijk rechtsregime. De bevoegde rechter wordt bepaald door de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling, niet door de contractkwalificatie.
#### 5.5.2 Domeinconcessie
Een administratief contract waarbij de overheid aan een concessiehouder het recht verleent om een deel van het openbaar domein permanent en exclusief te gebruiken, veelal tegen betaling. Verschilt van een vergunning door zijn meerzijdige totstandkoming en de mogelijkheid tot onderhandeling. Bij beëindiging is er recht op schadevergoeding.
#### 5.5.3 Concessieovereenkomsten (werken en diensten)
Dit zijn schriftelijke overeenkomsten waarbij de overheid medewerking vraagt van een derde voor het uitvoeren van een werk of het verrichten van een dienst. Het bepalende criterium ten opzichte van overheidsopdrachten is de **overdracht van het operationeel risico** naar de concessiehouder.
* **Concessie voor werken:** De ondernemer verkrijgt het recht om het werk te exploiteren, al dan niet met bijkomende betaling.
* **Voorbeeld:** Bouw en exploitatie van een gemeentelijke parkeergarage.
* **Concessie voor diensten:** De ondernemer verkrijgt het recht om de dienst te exploiteren, al dan niet tegen betaling.
* **Voorbeeld:** Ophalen en verwerken van huisvuil.
De concessiehouder staat onder gezag van de verlenende overheid en deelt de beginselen van het openbaar dienstverleningsrecht (veranderlijkheid, continuïteit, benuttigingsgelijkheid).
#### 5.5.4 Overheidsopdrachten
Dit zijn overeenkomsten onder bezwarende titel tussen aanbestedende overheden en ondernemers voor werken, leveringen of diensten. Ze zijn cruciaal voor het economisch beleid en worden gereguleerd door strenge administratiefrechtelijke procedures ter bescherming van publieke financiën, het vermijden van favoritisme, en het garanderen van "best value for money".
* **Wetgevend kader:** Europees (VWEU, richtlijnen) en Belgisch (OO-wet, KB Plaatsing). Toepassing is afhankelijk van de waarde van de opdracht en of deze tot de klassieke of speciale sectoren behoort.
* **Algemene beginselen:**
* **Gelijkheid en niet-discriminatie:** Gelijke en niet-discriminerende behandeling van ondernemers gedurende de hele procedure.
* **Transparantie:** Openheid over essentiële elementen van de opdracht, zodat geïnteresseerden de voorwaarden kunnen beoordelen en gemotiveerde beslissingen kunnen toetsen.
* **Proportionaliteit:** Maatregelen moeten noodzakelijk en in verhouding staan tot het nagestreefde doel.
* **Verbod van vertekenen mededinging:** Opdrachten mogen niet zo worden ontworpen dat de mededinging kunstmatig wordt beperkt of bepaalde ondernemingen bevoordeeld/benadeeld. Dit geldt zowel voor de aanbesteder als voor de ondernemers (geen prijsafspraken).
* **Verbod van belangenconflict:** Noodzakelijke maatregelen om persoonlijke belangen die de onpartijdigheid in het gedrang brengen, te voorkomen en op te sporen.
* **Naleving milieu-, sociaal- en arbeidsrecht:** Ondernemers moeten toepasselijk recht naleven.
* **Ondernemers:** Buitenlandse dienstverleners mogen niet zomaar worden afgewezen; combinaties van ondernemers zijn toegelaten zonder eis van een specifieke rechtsvorm.
* **Forfaitair beginsel:** Opdrachten worden geplaatst tegen een vooraf vastgelegd bedrag, dat in principe niet mag worden gewijzigd. Uitzonderingen en prijsherzieningen zijn mogelijk onder strikte voorwaarden.
* **Betaling voor verstrekte en aanvaarde prestaties:** Betaling gebeurt pas na erkenning van conformiteit, met mogelijke voorschotten ter bevordering van KMO's.
* **Vertrouwelijkheid:** Beperkte toegang tot documenten tijdens de procedure; openbaarheid na beslissing is begrensd.
* **Communicatiemiddelen:** Verplicht elektronisch verkeer, met uitzonderingen. Digitale facturatie is verplicht.
* **Voorbehouden opdrachten:** Toegang kan voorbehouden worden aan sociale werkplaatsen of ondernemers die integratie van gehandicapten of kansarmen nastreven.
* **Verplichte raming van de waarde:** De waarde van de opdracht bepaalt de toe te passen regels.
* **Toepassingsgebied:**
* **Materieel:** Definitie van overheidsopdracht (overeenkomst onder bezwarende titel tussen aanbesteder en ondernemer voor werken, leveringen, diensten).
* **Personeel:** Wie is een aanbestedende overheid (Staat, Gewesten, Gemeenschappen, lokale overheden, publiekrechtelijke instellingen). De "catch-all" bepaling is cruciaal voor publiekrechtelijke instellingen die niet onder de specifieke definities vallen en dient getoetst te worden aan cumulatieve voorwaarden (algemeen belang, niet-industrieel/commercieel, rechtspersoonlijkheid, afhankelijkheid van de overheid).
> **Tip:** De autonome interpretatie van begrippen door het Hof van Justitie van de Europese Unie is essentieel voor de toepassing van het recht op overheidsopdrachten. Nationale definities mogen hier niet van afwijken.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Overheidsgebouwen | Gebouwen die eigendom zijn van de overheid en gebruikt worden voor de uitoefening van publieke taken of diensten. |
| Openbare wegen | Wegen die toegankelijk zijn voor het algemene publiek en worden onderhouden door de overheid voor transport en verkeer. |
| Openbare bibliotheken | Instellingen die publiekelijk toegankelijk zijn en collecties van boeken en andere media aanbieden voor leen- en studiedoeleinden. |
| Overheidspatrimonium | De totale verzameling van goederen, zowel lichamelijke als onlichamelijke, die toebehoren aan de overheid. |
| Lichamelijke goederen | Goederen die tastbaar zijn en fysieke materie bezitten, zoals gebouwen, gronden en voertuigen. |
| Onlichamelijke goederen | Goederen die niet tastbaar zijn, zoals intellectuele eigendomsrechten, aandelen of schuldvorderingen. |
| Roerende goederen | Goederen die verplaatsbaar zijn van de ene plaats naar de andere, zonder beschadiging van het goed zelf. |
| Onroerende goederen | Goederen die niet verplaatsbaar zijn, zoals gronden, gebouwen en de elementen die er duurzaam mee verbonden zijn. |
| Domein | De verzameling van alle goederen die toebehoren aan de overheid, onderverdeeld in openbaar en privaat domein. |
| Openbaar domein | Een categorie van overheidsgoederen die bestemd zijn voor publiek gebruik of noodzakelijk zijn voor de werking van een openbare dienst, en die onderworpen zijn aan een publiekrechtelijk regime. |
| Privaat domein | Een categorie van overheidsgoederen die niet tot het openbaar domein behoren en in principe beheerst worden door privaatrechtelijke regels. |
| Rechtspraak | De verzameling van uitspraken van rechtbanken en hoven die dienen als precedent voor toekomstige juridische beslissingen. |
| Rechtsleer | De leerstellingen en interpretaties van het recht door juridische academici en experts, die invloed hebben op de rechtspraak en de wetgeving. |
| Rechtsregime | Het geheel van juridische regels dat van toepassing is op een bepaald onderwerp, goed of situatie. |
| Publiekrecht | Het rechtsgebied dat de verhouding tussen de overheid en burgers, en de organisatie van de overheid zelf regelt. |
| Privaatrecht | Het rechtsgebied dat de verhouding tussen burgers onderling en tussen burgers en rechtspersonen regelt. |
| Gemeenrecht | De algemene rechtsregels die van toepassing zijn, tenzij specifiek anders is bepaald door een bijzondere wet of regelgeving. |
| Publiekrechtelijke regels | Juridische regels die specifiek van toepassing zijn op de overheid en het publieke domein, vaak met bijzondere bevoegdheden voor de overheid. |
| Privéleges | Bijzondere rechten of voordelen die de overheid kan uitoefenen, welke niet beschikbaar zijn voor gewone burgers. |
| Bestemming | De functie of het doel waarvoor een goed is bedoeld of ingericht, zoals publiek gebruik of dienstverlening. |
| Algemeen belang | Het belang van de gemeenschap als geheel, dat voorrang kan krijgen boven individuele belangen. |
| Affectatie | Het proces waarbij een goed wordt bestemd voor publiek gebruik of voor de werking van een openbare dienst, waardoor het deel gaat uitmaken van het openbaar domein. |
| Desaffectatie | Het proces waarbij een goed zijn bestemming voor publiek gebruik of openbare dienst verliest, waardoor het uit het openbaar domein kan worden gehaald en eventueel deel gaat uitmaken van het privaat domein. |
| Tijdelijke vergunning | Een eenzijdige beslissing van de overheid die een persoon toelating verleent om tijdelijk gebruik te maken van een deel van het openbaar domein, onder precieire voorwaarden en te allen tijde herroepbaar. |
| Domeinconcessie | Een meerzijdige overeenkomst waarbij de overheid een concessiehouder toelating verleent om op een permanente wijze en met uitsluiting van anderen een bepaald deel van het openbaar domein in gebruik te nemen, vaak tegen betaling. |
| Onvervreemdbaar | Een eigenschap van goederen die betekent dat deze niet kunnen worden overgedragen of verkocht, vrijwillig of gedwongen. |
| Onverjaarbaar | Een eigenschap van goederen die betekent dat de eigendom ervan niet kan worden verkregen door verjaring, zelfs niet na langdurig bezit. |
| Niet vatbaar voor beslag | Goederen waarop schuldeisers geen beslag kunnen leggen ter inning van hun vorderingen. |
| Zakelijke rechten | Rechten die direct op een goed betrekking hebben, zoals eigendom, hypotheek of erfdienstbaarheid. |
| Erfdienstbaarheid | Een recht dat op een onroerend goed rust en een beperking oplegt ten gunste van een ander onroerend goed (heersend erf) of ten gunste van het algemeen belang. |
| Ingebruikname | Het gebruik maken van een goed, hetzij door het algemene publiek (collectief) of door specifieke personen (privatief). |
| Collectieve ingebruikname | Het recht van eenieder om vrij en gelijk gebruik te maken van openbare domeingoederen, met inachtneming van de geldende regels en bestemming. |
| Private ingebruikname | Het exclusieve gebruiksrecht dat een specifieke persoon verkrijgt op een bepaald gedeelte van het openbaar domein. |
| Stationeervergunning | Een vergunning die het recht geeft op gebruik van de oppervlakte van een gedeelte van het openbaar domein, bijvoorbeeld voor een terras of een kraam. |
| Wegvergunning | Een vergunning die naast het gebruik van de oppervlakte ook de bezetting van de ondergrond van een gedeelte van het openbaar domein toestaat, bijvoorbeeld voor ondergrondse leidingen. |
| Onteigening | Een publiekrechtelijk instrument waarbij de overheid, tegen de wil van de eigenaar, een goed verwerft in het algemeen belang, mits billijke en voorafgaande schadeloosstelling. |
| Erfdienstbaarheid tot algemeen nut | Een eigendomsbeperking opgelegd aan particuliere goederen ten gunste van het algemeen belang, zoals de aanleg van nutsleidingen. |
| Opeising | Een publiekrechtelijke techniek waarbij de overheid in noodsituaties tijdelijk gebruik kan maken van particuliere goederen of diensten, soms leidend tot eigendomsoverdracht. |
| Algemeen nutsdoel | Het doel dat dient tot voordeel van de gemeenschap als geheel, zoals infrastructuurwerken, onderwijs of volksgezondheid. |
| Habilitatie | De wettelijke bevoegdheid die een bestuursorgaan nodig heeft om over te gaan tot onteigening. |
| Onteigeningsbevoegdheid | Het vermogen van een instantie om daadwerkelijk tot onteigening over te gaan, inclusief het nemen van de nodige besluiten. |
| Billijke schadevergoeding | Een redelijke en volledige vergoeding voor de schade die de benadeelde lijdt als gevolg van een onteigening. |
| Voorafgaande schadevergoeding | Een schadevergoeding die betaald wordt voordat de overheid zich in bezit stelt van het onteigende goed. |
| Administratief contract | Een overeenkomst waarbij de overheid handelt in het algemeen belang en die onderworpen is aan het administratief recht, met mogelijke ongelijkwaardigheid van contractpartijen. |
| Gewoon contract | Een overeenkomst waarbij de overheid handelt als een private persoon en op gelijke voet staat met de medecontractant, onderworpen aan het privaatrecht. |
| Concessieovereenkomst | Een administratiefrechtelijke overeenkomst waarbij de overheid de medewerking van een derde (concessiehouder) vraagt voor het uitvoeren van een werk of het verrichten van een dienst, waarbij het operationeel risico meestal bij de concessiehouder ligt. |
| Overheidsopdracht | Een overeenkomst onder bezwarende titel die wordt gesloten tussen een of meer ondernemers en een of meer aanbesteders voor het uitvoeren van werken, leveren van producten of verlenen van diensten, met strikte procedures en beginselen. |
| Aanbesteder | Een entiteit die overheidsopdrachten plaatst en daarbij de regels van de wet op de overheidsopdrachten moet volgen. |
| Operationeel risico | Het risico dat verbonden is aan de uitvoering van een economische activiteit, zoals de mogelijkheid van verlies of niet-dekking van kosten door inkomsten. |
| Gelijkheid en niet-discriminatie | Een algemeen beginsel in het overheidsopdrachtenrecht dat stelt dat alle ondernemers gelijk en zonder onderscheid moeten worden behandeld gedurende de hele procedure. |
| Transparantiebeginsel | Een algemeen beginsel dat vereist dat de aanbestedende overheid open is over de essentiële elementen van de opdracht, zodat geïnteresseerden zich een duidelijk beeld kunnen vormen en gelijke behandeling kunnen toetsen. |
| Proportionaliteitsbeginsel | Een algemeen beginsel dat stelt dat de door de aanbestedende overheid genomen maatregelen noodzakelijk en in verhouding moeten staan tot het nagestreefde doel. |
| Verbod van vertekenen mededinging | Een beginsel dat voorkomt dat de aanbesteder de mededinging kunstmatig beperkt of verstoort door de opdracht op te stellen met een specifiek doel of door ondernemers onterecht te bevoordelen of te benadelen. |
| Verbod van belangenconflict | Een beginsel dat vereist dat de aanbesteder maatregelen neemt om belangenconflicten te voorkomen en op te sporen, om onpartijdigheid en onafhankelijkheid te waarborgen. |
| Forfaitair beginsel | Het principe dat overheidsopdrachten worden geplaatst tegen een vooraf vastgelegd bedrag dat in principe niet meer gewijzigd mag worden, tenzij er specifieke uitzonderingen van toepassing zijn. |
| Vertrouwelijkheid | Het principe dat informatie en documenten met betrekking tot een overheidsopdrachtprocedure vertrouwelijk worden behandeld totdat de besluitvorming is afgerond. |
| Publiekrechtelijke instellingen | Instellingen die opgericht zijn volgens het publiekrecht en publieke taken uitvoeren, ongeacht hun rechtsvorm. |