Cover
Start now for free PowerPoint criminologie_PP 12_2025-2026.pptx
Summary
# Het Belgische politiewezen: algemene principes en structuur
Dit onderwerp behandelt de reorganisatie van het Belgische politiewezen na de wet van 1998, de indeling in een federaal en lokaal niveau, en de doelstellingen van deze nieuwe structuur.
## 1. Beginselen van de reorganisatie
De wet van 7 december 1998 heeft een ingrijpende herschikking van het Belgische politiewezen teweeggebracht. De vroegere driedeling, bestaande uit de gemeentepolitie, de rijkswacht en de gerechtelijke politie bij de parketten, werd opgeheven. Sindsdien is het Belgische politiewezen georganiseerd op twee niveaus: federaal en lokaal.
### 1.1 De tweedeling in een federaal en lokaal niveau
* **Federaal niveau:** Dit niveau omvat de federale politie. De federale politie is onderverdeeld in de gerechtelijke politie en het personeel van de gewezen rijkswacht dat niet was ingedeeld bij brigades.
* **Lokaal niveau:** Dit niveau omvat de lokale politie. De lokale politie is samengesteld uit de vroegere gemeentepolitie en de territoriale brigades van de gewezen rijkswacht.
Elk van deze niveaus functioneert autonoom ten opzichte van elkaar en staat onder het gezag van verschillende overheden.
### 1.2 Doelstelling van de nieuwe structuur
Het hoofddoel van de reorganisatie was het waarborgen van een minimale, gelijkwaardige dienstverlening voor elke burger. Dit wordt gerealiseerd door een structuur met één federaal politiekorps en evenveel lokale politiekorpsen als er politiezones zijn.
## 2. De lokale politie
### 2.1 Het lokaal niveau: de politiezone
Het grondgebied van de provincies en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is opgedeeld in politiezones. De politiezone vormt het kernconcept van de lokale politie.
* **Politiekorps per zone:** Elke politiezone beschikt over een eigen lokaal politiekorps.
* **Meergemeentezones:** In zones die uit meerdere gemeenten bestaan, kan de lokale politie één of meerdere posten per gemeente hebben.
* **Aantal zones:** Oorspronkelijk waren er 196 politiezones. Sinds 1 januari 2011 zijn er diverse fusies doorgevoerd, waardoor er op 1 januari 2025 nog 178 politiezones waren, waarvan 38 eengemeentezones en 140 meergemeentezones. Er is een terugkerende discussie, vooral vanuit politieke hoek, om de zes Brusselse politiezones te laten fuseren tot één zone.
### 2.2 Taken van de lokale politie
De lokale politie heeft twee hoofdsoorten opdrachten:
1. **Basispolitiezorg op lokaal niveau:** Dit omvat alle politieopdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke aard die noodzakelijk zijn om lokale gebeurtenissen en fenomenen binnen het grondgebied van de politiezone te beheren. Dit vertaalt zich concreet in zeven functies:
* Wijkwerking
* Onthaal
* Interventie
* Politionele slachtofferbejegening
* Lokale opsporing en lokaal onderzoek
* Handhaving van de openbare orde
* Verkeer
2. **Politieopdrachten van federale aard:** Dit zijn opdrachten die rechtstreeks verbonden zijn met federale bevoegdheden, maar waarbij het opportuun is dat de lokale politiedienst ze uitvoert, omdat ze passen binnen het gebruikelijke politiewerk.
#### 2.2.1 Taakverdeling met de federale politie
Er is geen strikt gedetailleerde taakverdeling tussen de federale en lokale politie. De lokale politie verstrekt de basispolitiezorg en voert bepaalde opdrachten van federale aard uit. De federale politie verzekert gespecialiseerde en supralokale opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie, alsook ondersteunende opdrachten voor de lokale politie en politieoverheden. Deze vage taakverdeling heeft er in 1998 toe geleid dat het politiewezen niet werd vereenvoudigd, maar eerder een even complex tweeledig stelsel verving.
#### 2.2.2 Opdrachten van federale aard voor de lokale politie
Deze opdrachten omvatten enerzijds die welke nauw verbonden zijn met federale bevoegdheden en waarvan de lokale uitvoering aangewezen is. Anderzijds is er een bepaling door de minister van Justitie betreffende strafonderzoeken:
* Complexe strafonderzoeken gaan in principe naar de federale politie.
* Alle andere strafonderzoeken worden toegewezen aan de lokale politie.
De procureur des Konings, de onderzoeksrechter of de federale procureur (wanneer het federaal parket bevoegd is) wijst het specifieke onderzoek toe.
#### 2.2.3 Criteria voor de complexiteit van strafonderzoeken
Drie criteria bepalen of een strafonderzoek als complex wordt beschouwd:
1. **De aard van de te onderzoeken feiten:**
* Feiten gepleegd door een criminele organisatie.
* Bepaalde misdrijven die op zichzelf als complex worden beschouwd (bv. onderzoek naar voortvluchtigen die feiten pleegden, strafonderzoeken inzake de staatsveiligheid).
2. **De aard van de te verrichten onderzoeksdaden:**
* Noodzaak aan gespecialiseerde vormen van vermogensanalyse of operationele analyse (in principe bevoegdheid van de federale politie).
* Onderzoek naar advocaten, notarissen, deurwaarders en magistraten voor feiten gepleegd tijdens en eigen aan het beroep.
* Onderzoek met nood aan gespecialiseerde opsporingsmethoden.
3. **De geografische spreiding van gespecialiseerde onderzoeksdaden:**
* Het onderzoek moet overwegend buiten het arrondissement gevoerd worden.
* Het onderzoek moet buiten België verricht worden.
#### 2.2.4 Uitvoering van opdrachten
De lokale politie mag haar taken in principe op het hele Belgische grondgebied uitvoeren, hoewel de focus ligt op het grondgebied van de politiezone.
### 2.3 Organisatie van de lokale politie
#### 2.3.1 De korpschef
De lokale politie wordt geleid door een korpschef. Zijn verantwoordelijkheden omvatten:
* De leiding over het korps.
* De uitvoering van het lokaal politiebeleid (zonaal veiligheidsplan, taakverdeling, beheer van het korps).
* De uitvoering door het korps van lokale opdrachten en richtlijnen betreffende opdrachten met een federaal karakter.
* De toepassing van regels inzake de organisatie, werking en uitrusting van de politiekorpsen.
De korpschef kan hierbij de hulp van de federale politie inroepen.
#### 2.3.2 Zeggenschap over de lokale politie
De zeggenschap verschilt naargelang het type zone:
* **Eengemeentezone:** De zeggenschap ligt bij de burgemeester, de gemeenteraad en het schepencollege. Hun vroegere bevoegdheden als bij de gemeentepolitie blijven behouden.
* **Meergemeentezone:**
* **Politieraad:** Deze is bevoegd voor wat vroeger de gemeenteraad was inzake organisatie en beheer. De politieraad telt 13 tot 25 leden (afhankelijk van het aantal inwoners) en is evenredig samengesteld uit leden van de gemeenteraden van de betrokken gemeenten. Burgemeesters zijn van rechtswege lid.
* **Politiecollege:** Dit is bevoegd voor wat vroeger het schepencollege of de burgemeester was inzake organisatie en beheer. Het bestaat uit de verschillende burgemeesters van de meergemeentezone. Elke burgemeester heeft stemmen naar rato van de politiedotatie die zijn gemeente in de zone inbrengt.
### 2.4 De zonale veiligheidsraad
Elke politiezone heeft een zonale veiligheidsraad, samengesteld uit:
* De burgemeester(s)
* De procureur des Konings
* De korpschef van de lokale politie
* De bestuurlijke directeur-coördinator van de federale politie
De drievoudige taak van de zonale veiligheidsraad is:
* Het bespreken en voorbereiden van het zonaal veiligheidsplan.
* Het optimaal coördineren van de uitvoering van de opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie.
* Het evalueren van de uitvoering van het zonaal veiligheidsplan.
#### 2.4.1 Het zonaal veiligheidsplan
Dit plan wordt jaarlijks opgesteld en bevat:
* De prioritaire opdrachten en doelstellingen van de lokale politie (vastgesteld door de burgemeester(s) en de procureur des Konings).
* De vereiste capaciteit van de lokale politie voor de uitvoering van haar opdrachten.
* De opdrachten van federale aard voor de lokale politie.
* De opdrachten en doelstellingen die eigen zijn aan een specifieke gemeente binnen de zone.
Het zonaal veiligheidsplan moet kaderen binnen het nationaal gevoerde politiebeleid, rekening houdend met het nationaal veiligheidsplan. Het plan moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie.
### 2.5 Gezag en toezicht
* **Bestuurlijke politie:** Voor de uitvoering van deze opdrachten staat de lokale politie onder het gezag van de burgemeester, die de nodige bevelen en richtlijnen geeft. Wanneer de beslissing van één burgemeester de uitvoering van de beslissing van een andere burgemeester in een meergemeentezone beperkt, dient de korpschef het politiecollege te verwittigen. De korpschef oefent zijn bevoegdheden uit onder het gezag van de burgemeester (eengemeentezone) of het politiecollege (meergemeentezone).
* **Oproeping van een ander politiekorps:** In geval van rampen, onheil, schadegevallen, oproer, kwaadwillige samenscholingen of ernstige en nakende bedreigingen van de openbare orde, kan de minister van Binnenlandse Zaken een ander lokaal politiekorps opvorderen indien de lokale politie over onvoldoende middelen beschikt. Het opgevorderde korps komt dan onder het gezag van de burgemeester van de gemeente waar het optreedt te staan.
* **Gerechtelijke politie:** Voor de uitvoering van deze opdrachten staat de lokale politie onder het gezag van de minister van Justitie, onverminderd de bevoegdheden van de procureur des Konings, de federale procureur, de procureurs-generaal, de onderzoeksrechters, etc.
* **Rol van de gouverneur:** Binnen de provincie is de gouverneur verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde (rust, veiligheid en gezondheid). Hij kan hiervoor, via de bestuurlijke directeur-coördinator van de federale politie, de federale politie inschakelen. De gouverneur houdt toezicht op de goede samenwerking tussen de politiediensten en politiezones in de provincie en kan door de ministers belast worden met bijzondere opdrachten inzake veiligheid en politie. Hij oefent tevens 'administratief toezicht' uit op het bestuur van de lokale politie.
## 3. De federale politie
Hoewel dit onderwerp zich primair richt op de algemene principes en de lokale structuur, is het essentieel te weten dat de federale politie de gespecialiseerde en supralokale opdrachten verzorgt en bepaalde ondersteunende taken uitvoert voor de lokale politie en politieoverheden.
> **Tip:** De reorganisatie van 1998 beoogde een efficiëntere en meer geïntegreerde politiewerking te creëren door de klassieke driedeling op te heffen en over te gaan naar een tweeledig federaal en lokaal niveau. Het is belangrijk de autonomie van elk niveau te begrijpen, alsook de overlappende taken en de coördinatie die hieruit voortvloeit.
>
> **Voorbeeld:** De basispolitiezorg, een kerntaak van de lokale politie, omvat onder andere de wijkwerking en de interventie. De federale politie daarentegen, is bevoegd voor complexere onderzoeken, zoals onderzoeken naar georganiseerde misdaad of onderzoeken die internationale dimensies hebben.
---
# De lokale politie: organisatie, taken en zeggenschap
Dit onderdeel behandelt de structuur, verantwoordelijkheden en het bestuur van de lokale politie in België.
### 2.1 Het lokaal niveau in de politieorganisatie: de politiezone
De hervorming van het Belgische politiewezen in 1998 heeft geleid tot een organisatie op twee niveaus: federaal en lokaal. Het lokale niveau is georganiseerd rond het concept van de politiezone, die het grondgebied van provincies en Brussel-Hoofdstad omvat. Elke politiezone beschikt over een lokaal politiekorps. In het geval van meergemeentezones heeft de lokale politie één of meerdere posten per gemeente binnen die zone. Oorspronkelijk waren er 196 politiezones, maar door fusies is dit aantal afgenomen tot 178 politiezones, bestaande uit 38 eengemeentezones en 140 meergemeentezones. Er blijft echter een discussie bestaan over de mogelijke fusie van de zes Brusselse politiezones tot één zone.
### 2.2 De taken van de lokale politie
De lokale politie is verantwoordelijk voor twee soorten opdrachten:
* **Basispolitiezorg op het lokale niveau:** Dit omvat alle opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie die nodig zijn voor het beheer van lokale gebeurtenissen en fenomenen binnen de politiezone. Deze minimale dienstverlening wordt concreet vertaald in de volgende zeven functies:
* Wijkwerking
* Onthaal
* Interventie
* Politionele slachtofferbejegening
* Lokale opsporing en lokaal onderzoek
* Handhaving van de openbare orde
* Verkeer
* **Politieopdrachten van federale aard:** Dit zijn opdrachten die direct verbonden zijn met federale bevoegdheden, maar waarbij het efficiënt is dat ze door de lokale politiedienst worden uitgevoerd omdat ze passen binnen het reguliere politiewerk. De Wet op het politieambt regelt veel van deze opdrachten. Daarnaast is de taakverdeling met betrekking tot gerechtelijke opdrachten vastgelegd door de minister van Justitie:
* Complexe strafonderzoeken gaan in principe naar de federale politie.
* Alle andere strafonderzoeken worden toegewezen aan de lokale politie.
* De toewijzing van het onderzoek gebeurt door de procureur des Konings, de onderzoeksrechter of de federale procureur.
Drie criteria bepalen de complexiteit van een strafonderzoek:
1. **De aard van de te onderzoeken feiten:** Feiten gepleegd door criminele organisaties, of bepaalde misdrijven die op zich als complex worden beschouwd (zoals onderzoek naar voortvluchtigen of onderzoeken inzake staatsveiligheid).
2. **De aard van de te verrichten onderzoeksdaden:** Noodzaak aan gespecialiseerde vermogensanalyse, operationele analyse, of gespecialiseerde opsporingsmethoden (wat de federale politie bevoegd maakt). Onderzoek naar advocaten, notarissen, deurwaarders en magistraten voor feiten die tijdens en eigen aan het beroep zijn gepleegd, geldt eveneens als complex.
3. **De geografische spreiding van gespecialiseerde onderzoeksdaden:** Het onderzoek moet overwegend buiten het arrondissement gevoerd worden of buiten België plaatsvinden.
Het is belangrijk te vermelden dat de lokale politie haar taken in principe binnen haar zone uitvoert, maar ook bevoegd is op het hele Belgische grondgebied.
### 2.3 De organisatie van de lokale politie
De lokale politie staat onder leiding van een korpschef. De korpschef is verantwoordelijk voor:
* De leiding over het korps.
* De uitvoering van het lokaal politiebeleid, inclusief het zonaal veiligheidsplan, de taakverdeling en het beheer van het korps.
* De uitvoering van lokale opdrachten en richtlijnen voor opdrachten met een federaal karakter.
* De toepassing van regels met betrekking tot de organisatie, werking en uitrusting van de politiekorpsen.
De korpschef kan hierbij de hulp inroepen van de federale politie.
### 2.4 De zeggenschap over de lokale politie
De zeggenschap over de lokale politie verschilt naargelang het type zone:
* **Eengemeentezones:** De zeggenschap ligt bij de burgemeester, de gemeenteraad en het schepencollege, waarbij hun vroegere bevoegdheden behouden blijven.
* **Meergemeentezones:**
* **Politieraad:** Verantwoordelijk voor organisatie en beheer. Deze raad telt 13 tot 25 leden, afhankelijk van het aantal inwoners, en is evenredig samengesteld uit leden van de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten. Burgemeesters zijn ambtshalve lid.
* **Politiecollege:** Bestaat uit de verschillende burgemeesters van de meergemeentezone. Elke burgemeester heeft stemmen toebedeeld op basis van de politiedotatie die zijn gemeente in de zone inbrengt.
#### 2.4.1 De zonale veiligheidsraad
Elke politiezone beschikt over een zonale veiligheidsraad, samengesteld uit de burgemeester(s), de procureur des Konings, de korpschef van de lokale politie, en de bestuurlijke directeur-coördinator van de federale politie. De raad heeft een drievoudige taak:
* Het bespreken en voorbereiden van het zonaal veiligheidsplan.
* Het optimaal coördineren van de uitvoering van de bestuurlijke en gerechtelijke politietaken.
* Het evalueren van de uitvoering van het zonaal veiligheidsplan.
Het zonaal veiligheidsplan wordt jaarlijks opgesteld en omvat de prioritaire opdrachten en doelstellingen van de lokale politie (vastgesteld door de burgemeester(s) en de procureur des Konings), de vereiste capaciteit, de opdrachten van federale aard voor de lokale politie, en de specifieke opdrachten en doelstellingen per gemeente.
> **Tip:** De werking van de lokale politie en het zonaal veiligheidsplan moeten in lijn liggen met het nationaal gevoerde politiebeleid. De opstellers van het zonaal veiligheidsplan dienen rekening te houden met het nationaal veiligheidsplan en het plan moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie.
#### 2.4.2 Gezag en leiding
* Voor de uitvoering van **bestuurlijke politietaken** staat de lokale politie onder het gezag van de burgemeester, die bevelen en richtlijnen geeft. Indien de beslissing van één burgemeester de uitvoering van de beslissing van een andere burgemeester in een meergemeentezone beperkt, moet de korpschef het politiecollege informeren. De korpschef oefent zijn bevoegdheden uit onder het gezag van de burgemeester (eengemeentezone) of het politiecollege (meergemeentezone).
* In uitzonderlijke omstandigheden (ramp, onheil, oproer, ernstige bedreiging van de openbare orde) kan de minister van Binnenlandse Zaken een ander lokaal politiekorps opvorderen om de openbare orde te handhaven of te herstellen. Dit opgevorderde korps komt dan onder het gezag van de burgemeester van de gemeente waar het optreedt.
* Voor de uitvoering van **gerechtelijke politietaken** staat de lokale politie onder het gezag van de minister van Justitie, onverminderd de bevoegdheden van de procureur des Konings, de federale procureur, de procureurs-generaal, de onderzoeksrechters, enz.
#### 2.4.3 Rol van de gouverneur
Binnen de provincie is de gouverneur verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde (rust, veiligheid, gezondheid). Hij kan hiervoor, via de bestuurlijke directeur-coördinator, de federale politie inschakelen. De gouverneur houdt toezicht op de samenwerking tussen politiediensten en politiezones binnen de provincie, kan belast worden met bijzondere veiligheidsopdrachten, en oefent administratief toezicht uit op het bestuur van de lokale politie.
---
# Coördinatie en toezicht binnen het politiewezen
Dit onderwerp belicht de coördinatie en het toezicht binnen het Belgische politiewezen, met specifieke aandacht voor de zonale veiligheidsraad, de afstemming met het nationaal beleid, hiërarchische lijnen en de rol van de gouverneur.
### 3.1 De organisatie van de lokale politie op zonale basis
Het grondgebied van België is opgedeeld in politiezones, wat het kernconcept vormt voor de lokale politie. In meergemeentezones beschikt de lokale politie over meerdere posten per gemeente. Sinds 2011 zijn er fusies doorgevoerd, resulterend in 178 politiezones (per 1 januari 2025), waarvan een deel eengemeentezones en een groter deel meergemeentezones zijn. Er is een terugkerende discussie over de fusie van de Brusselse politiezones tot één zone, wat op weerstand stuit bij veel Franstalige politici.
#### 3.1.1 Taken van de lokale politie
De lokale politie heeft twee hoofdcategorieën van opdrachten:
1. **Basispolitiezorg op lokaal niveau:** Dit omvat alle bestuurlijke en gerechtelijke opdrachten die nodig zijn om lokale gebeurtenissen en fenomenen binnen de politiezone te beheren. De basispolitiezorg vertaalt zich in zeven functies:
* Wijkwerking
* Onthaal
* Interventie
* Politionele slachtofferbejegening
* Lokale opsporing en lokaal onderzoek
* Handhaving van de openbare orde
* Verkeer
2. **Politieopdrachten van federale aard:** Dit zijn opdrachten die direct verbonden zijn met federale bevoegdheden maar waarvoor het aangewezen is dat de lokale politiedienst ze uitvoert omdat ze passen binnen het reguliere politiewerk. De Wet op het politieambt (artikelen 17 tot 23) bevat hierover specifieke bepalingen. De taakverdeling voor strafonderzoeken tussen federale en lokale politie, bepaald door de minister van Justitie, is als volgt:
* Complexe strafonderzoeken gaan in principe naar de federale politie.
* Alle andere strafonderzoeken worden toegewezen aan de lokale politie.
* De procureur des Konings, onderzoeksrechter of federale procureur wijst het onderzoek toe.
#### 3.1.2 Criteria voor de complexiteit van strafonderzoeken
Drie criteria bepalen of een strafonderzoek als complex wordt beschouwd:
* **De aard van de te onderzoeken feiten:**
* Feiten gepleegd door een criminele organisatie.
* Bepaalde misdrijven die op zichzelf als complex worden beschouwd.
* Onderzoeken naar voortvluchtigen die feiten hebben gepleegd.
* Strafonderzoeken inzake de staatsveiligheid.
* **De aard van de te verrichten onderzoeksdaden:**
* Noodzaak aan gespecialiseerde vormen van vermogensanalyse of operationele analyse (in principe bevoegdheid van de federale politie).
* Onderzoek naar advocaten, notarissen, deurwaarders en magistraten voor feiten gepleegd tijdens en eigen aan het beroep.
* Onderzoek met nood aan gespecialiseerde opsporingsmethoden.
* **De geografische spreiding van gespecialiseerde onderzoeksdaden:**
* Het onderzoek moet overwegend buiten het arrondissement gevoerd worden.
* Het onderzoek moet buiten België verricht worden.
#### 3.1.3 Organisatie en leiding van de lokale politie
De lokale politie wordt geleid door een **korpschef**. Deze is verantwoordelijk voor:
* De leiding over het korps.
* De uitvoering van het lokaal politiebeleid (zonaal veiligheidsplan, taakverdeling en beheer van het korps).
* De uitvoering door het korps van lokale opdrachten en richtlijnen voor opdrachten met een federaal karakter.
* De toepassing van regels betreffende de organisatie, werking en uitrusting van de politiekorpsen.
De korpschef kan hierbij de hulp van de federale politie inroepen.
#### 3.1.4 Zeggenschap over de lokale politie
Het zeggenschap over de lokale politie verschilt naargelang het type zone:
* **Eengemeentezone:** Het zeggenschap ligt bij de burgemeester, de gemeenteraad en het schepencollege, met behoud van hun bevoegdheden zoals bij de vroegere gemeentepolitie.
* **Meergemeentezone:** Het zeggenschap inzake organisatie en beheer ligt bij de **politieraad** en het **politiecollege**.
* **Politieraad:** Telt 13 tot 25 leden, evenredig samengesteld uit leden van de gemeenteraden van de gemeenten in de zone. Burgemeesters zijn van rechtswege lid.
* **Politiecollege:** Bestaat uit de verschillende burgemeesters van de meergemeentezone. Elke burgemeester heeft stemmen proportioneel aan de politiedotatie die zijn gemeente in de zone inbrengt.
### 3.2 Coördinatie en afstemming van het politiebeleid
#### 3.2.1 De zonale veiligheidsraad
Elke politiezone beschikt over een **zonale veiligheidsraad**. Deze raad bestaat uit:
* De burgemeester(s) van de zone.
* De procureur des Konings.
* De korpschef van de lokale politie.
* De bestuurlijke directeur-coördinator van de federale politie.
De drievoudige taak van de zonale veiligheidsraad is:
* Het **bespreken en voorbereiden** van het zonaal veiligheidsplan.
* Het **optimaal coördineren** van de uitvoering van de opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie.
* Het **evalueren** van de uitvoering van het zonaal veiligheidsplan.
Het **zonaal veiligheidsplan** wordt jaarlijks opgesteld en bevat de volgende elementen:
* Prioritaire opdrachten en doelstellingen van de lokale politie (vastgesteld door de burgemeester(s) en procureur des Konings).
* Vereiste capaciteit van de lokale politie.
* Opdrachten van federale aard voor de lokale politie.
* Opdrachten en doelstellingen eigen aan een specifieke gemeente binnen de zone.
#### 3.2.2 Afstemming met het nationaal gevoerde politiebeleid
De werking van de lokale politie en het zonaal veiligheidsplan moeten kaderen binnen het nationaal gevoerde politiebeleid. De opstellers van het zonaal veiligheidsplan moeten rekening houden met het nationaal veiligheidsplan. Het zonaal veiligheidsplan moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie.
#### 3.2.3 Hiërarchische lijnen voor bestuurlijke en gerechtelijke opdrachten
* **Bestuurlijke opdrachten:** De lokale politie staat voor de uitvoering van deze opdrachten onder het gezag van de **burgemeester**. De burgemeester geeft de noodzakelijke bevelen en richtlijnen. Indien de beslissing van één burgemeester de uitvoering van de beslissing van een andere burgemeester in een meergemeentezone beperkt, moet de korpschef het politiecollege verwittigen. De korpschef oefent zijn bevoegdheden uit onder het gezag van de burgemeester (eengemeentezone) of het politiecollege (meergemeentezone).
* In geval van ramp, onheil, oproer of ernstige bedreigingen van de openbare orde, kan de minister van Binnenlandse Zaken een ander lokaal politiekorps opvorderen. Dit opgevorderde korps komt onder het gezag van de burgemeester van de gemeente waar het optreedt.
* **Gerechtelijke opdrachten:** Voor de uitvoering van gerechtelijke opdrachten staat de lokale politie onder het gezag van de **minister van Justitie**. Dit is onverminderd de eigen bevoegdheden van de procureur des Konings, de federale procureur, procureurs-generaal en onderzoeksrechters.
### 3.3 Rol van de gouverneur
De gouverneur speelt een belangrijke rol op provinciaal niveau met betrekking tot de openbare orde en het toezicht op de politie:
* **Handhaving van de openbare orde:** De gouverneur zorgt binnen de provincie voor de handhaving van de openbare orde (rust, veiligheid, gezondheid). Hij kan hiervoor, via de bestuurlijke directeur-coördinator, de federale politie inschakelen.
* **Toezicht op samenwerking:** Hij houdt toezicht op de goede samenwerking tussen de politiediensten en politiezones binnen de provincie.
* **Bijzondere opdrachten:** De gouverneur kan door de bevoegde ministers belast worden met bijzondere opdrachten inzake veiligheid en politie.
* **Administratief toezicht:** Hij oefent het 'administratief toezicht' uit op het bestuur van de lokale politie.
> **Tip:** Begrijpen van de hiërarchische lijnen en bevoegdheidsverdelingen tussen de burgemeester, het politiecollege, de minister van Justitie en de gouverneur is cruciaal voor de coördinatie van politiële acties.
> **Voorbeeld:** Een grote verkeersonveilige situatie die de grenzen van één politiezone overschrijdt, vereist coördinatie tussen de betrokken lokale korpsen en mogelijk inzet van de federale politie, onder supervisie van de gouverneur en in lijn met het nationaal beleid.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Geïntegreerde politie | Een politieorganisatie die op verschillende niveaus (federaal en lokaal) opereert met een onderlinge taakverdeling en samenwerking om een efficiënte dienstverlening te garanderen. |
| Federaal niveau | Het hoogste niveau binnen de geïntegreerde politie, belast met gespecialiseerde en supralokale opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie, evenals ondersteuning van de lokale politie. |
| Lokaal niveau | Het niveau van de lokale politie, verantwoordelijk voor de basispolitiezorg en het beheer van lokale gebeurtenissen en fenomenen binnen een specifieke politiezone. |
| Basispolitiezorg | Alle politieopdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke aard die noodzakelijk zijn om lokale gebeurtenissen en fenomenen op het grondgebied van een politiezone te beheren. |
| Politiezone | Een geografisch afgebakend gebied, samengesteld uit een of meerdere gemeenten, waarbinnen een lokaal politiekorps de basispolitiezorg verstrekt. |
| Eengemeentezone | Een politiezone die slechts één gemeente omvat, waarbij de zeggenschap over de lokale politie voornamelijk bij de burgemeester en gemeentelijke organen ligt. |
| Meergemeentezone | Een politiezone die uit meerdere gemeenten bestaat, waarbij de zeggenschap over de lokale politie is toevertrouwd aan een politieraad en een politiecollege. |
| Korpschef | Het hoofd van een lokaal politiekorps, verantwoordelijk voor de leiding, de uitvoering van het lokale politiebeleid en de coördinatie van de opdrachten van het korps. |
| Politieraad | Een orgaan binnen een meergemeentezone, samengesteld uit leden van de gemeenteraden van de betrokken gemeenten, die zeggenschap heeft over de organisatie en het beheer van de lokale politie. |
| Politiecollege | Een orgaan binnen een meergemeentezone, bestaande uit de burgemeesters van de betreffende gemeenten, dat verantwoordelijk is voor het dagelijks bestuur en de besluitvorming betreffende de lokale politie. |
| Zonale veiligheidsraad | Een overlegorgaan binnen elke politiezone, bestaande uit de burgemeester(s), de procureur des Konings en de korpschef van de lokale politie, belast met de voorbereiding, coördinatie en evaluatie van het zonaal veiligheidsplan. |
| Zonaal veiligheidsplan | Een jaarlijks opgesteld document dat de prioritaire opdrachten, doelstellingen, capaciteitsvereisten en specifieke aandachtspunten voor de lokale politie binnen een politiezone vastlegt, in lijn met het nationaal politiebeleid. |
| Bestuurlijke politie | De politietaken gericht op het handhaven van de openbare orde, veiligheid en gezondheid, waarvoor de lokale politie onder het gezag van de burgemeester staat. |
| Gerechtelijke politie | De politietaken gericht op de opsporing en vervolging van strafbare feiten, waarvoor de lokale politie, afhankelijk van de complexiteit van het onderzoek, onder het gezag van de minister van Justitie opereert. |
| Complex strafonderzoek | Een strafonderzoek dat als complex wordt beschouwd op basis van de aard van de feiten, de vereiste onderzoeksdaden of de geografische spreiding ervan, en dat doorgaans wordt toegewezen aan de federale politie. |
| Gouverneur | De vertegenwoordiger van de centrale overheid binnen een provincie, belast met de handhaving van de openbare orde, toezicht op de samenwerking tussen politiediensten en het uitoefenen van administratief toezicht op het bestuur van de lokale politie. |