Cover
Start now for free Cursus jeugdrecht.pdf
Summary
## Algemene inleiding en definities
Het jeugdbeschermingsrecht regelt overheidsinterventies bij twee doelgroepen: kinderen en jongeren die zich in bijzondere probleemsituaties bevinden (VOS: Verontrustende Opvoedingssituatie), of die delicten hebben gepleegd (MOF: Misdrijf Omschreven Feit). Deze interventies kunnen zowel vrijwillig als gerechtelijk van aard zijn en worden vaak uitgevoerd in specifieke voorzieningen. De bevoegdheid om deze interventies te regelen is grotendeels verdeeld tussen de gemeenschappen en de federale staat [1](#page=1).
### Twee doelgroepen
1. **VOS (Verontrustende Opvoedingssituatie):** Kinderen en jongeren die zich in problematische opvoedings- of leefsituaties bevinden die hun ontwikkeling bedreigen. Voorheen ook gekend als POS (Problematische Situaties) of kinderen in gevaar.
2. **MOF (Misdrijf Omschreven Feit):** Jongeren die feiten plegen die als misdrijf omschreven zijn. In Vlaanderen wordt dit vaak 'jeugddelict' genoemd.
Er is geen strikte scheiding tussen deze twee groepen; vaak is er een overlapping en kan de ene situatie overgaan in de andere, bijvoorbeeld wanneer een probleemgedrag van een VOS-jongere escaleert tot een delict [1](#page=1).
### Twee soorten hulpverlenende interventies
1. **Sociale, vrijwillige interventies:** Hulpverlening die gebaseerd is op medewerking en instemming van de jongere en/of zijn ouders.
2. **Gerechtelijke, gedwongen interventies:** Maatregelen die door een rechter worden opgelegd, waarbij dwang kan worden toegepast.
Er bestaan 'bruggen' tussen beide systemen, waardoor een overstap van vrijwillige naar gedwongen hulpverlening mogelijk is [1](#page=1).
### Twee bevoegdheidsniveaus
De bevoegdheid voor jeugdbescherming is primair bij de gemeenschappen gelegen, maar de federale overheid behoudt belangrijke bevoegdheden op specifieke gebieden [1](#page=1) [6](#page=6).
### Het sui generis karakter van het jeugdrecht
Het jeugdrecht kenmerkt zich door een eigensoortig karakter, dat blijkt uit zes aspecten:
1. **Specifieke procedures:** Afwijkingen van het volwassen strafrecht, zoals de afschaffing van de wet op voorlopige hechtenis ten gunste van voorlopige bewaring in het jeugdrecht. Ook de rol van de alleen zetelende jeugdrechter die de jongere van begin tot eind opvolgt, is kenmerkend [1](#page=1) [2](#page=2).
2. **Specifieke doelgroep:** Een aparte categorisering van kinderen en jongeren [2](#page=2).
3. **Kinderrechten:** Integratie van kinderrechten in de wetgeving en praktijk [2](#page=2).
4. **Gezinsgerichtheid:** De aanpak richt zich niet enkel op de jongere, maar ook op de ouders en het gezin. De verantwoordelijkheid voor het feit ligt niet exclusief bij de dader; ouders kunnen betrokken worden [2](#page=2).
5. **Subsidiariteit:** De overheid probeert eerst het gezin zelf de problemen te laten oplossen, met een ondersteunende rol voor de overheid, voordat er ingrijpende maatregelen worden genomen. Dit is een *ultimum remedium* [2](#page=2).
6. **Finaliteit:** De primaire finaliteit van het jeugdrecht is hulpverlening en re-integratie, niet louter straf of leedtoevoeging. Pure repressie is niet toegestaan [2](#page=2).
## Hoofdstuk I. Tijdlijn en bevoegdheidsverdeling
### Historisch-juridische tijdlijn
De evolutie van het jeugdrecht is gekenmerkt door belangrijke verschuivingen in wetgeving en maatschappelijke visies [3](#page=3).
#### Kinderbescherming (Gerechtelijk) - 1912
* Ontstaan van gerechtelijke jeugdbescherming; voor 1912 vielen kinderen onder het volwassen strafrecht.
* Toenmalige doelgroepen:
* **MOF:** Jeugddelinquenten tot 16 jaar.
* **Pre-delinquentie:** Gedragingen zoals bedelarij, landloperij, ontucht, en nefaste eigen bezigheden werden als voortekenen van delinquent gedrag beschouwd.
* **Ouderlijke klacht bij wangedrag:** Ouders konden een klacht indienen tegen hun eigen kind.
* **Ontzetting uit de ouderlijke macht van onwaardige ouders:** Ouders die hun kinderen in slechte omstandigheden opvoedden, konden uit hun ouderlijke macht worden ontzet. Dit was een doorbraak, omdat ouderlijke macht voordien onaantastbaar was [3](#page=3).
* De wet van 1912 voorzag geen specifieke bescherming voor slachtofferkinderen, wat in de praktijk leidde tot creatieve oplossingen waarbij ouders vrijwillig een ouderlijke klacht indienden om het kind onder de bevoegdheid van de kinderrechter te brengen [3](#page=3) [4](#page=4).
#### Jeugdbescherming (Sociaal en Gerechtelijk) - 1965
* Naast het gerechtelijke luik werd ook een sociaal, vrijwillig luik ingevoerd met de oprichting van comités in elk arrondissement.
* De leeftijd voor MOF werd verhoogd naar 18 jaar (wat reeds in de praktijk gebeurde).
* De categorie van pre-delinquenten werd behouden en uitgebreid (bv. spijbelen, cafés/discotheken bezoeken onder bepaalde leeftijd).
* Slachtofferkinderen van onwaardige ouders werden onder de noemer 'kinderen in gevaar' naar de jeugdrechter gestuurd.
* De ontzetting van onwaardige ouders bleef een bevoegdheid van de jeugdrechter.
* Kritiek op deze wet was dat de doelgroep uit de lagere klasse kwam, terwijl het systeem meer gericht leek op de hogere klasse [4](#page=4).
#### Jaren '80: Een keerpunt?
* Meer kritiek op het bestaande denken, wat leidde tot pleidooien voor de uitfasering van jeugdbescherming.
* Kritiek op sociale controle door de hogere klasse over de lagere klasse, en op het idee dat kinderen geen inspraak hadden. Kinderen werden gezien als objecten van het recht [4](#page=4).
* De staatshervorming in België vanaf de jaren '80 creëerde onduidelijkheid over de bevoegdheidsverdeling inzake jeugdbescherming, wat de hervorming vertraagde [4](#page=4) [5](#page=5).
* De vraag rees of jeugdbescherming onder 'bijstand aan personen' (gemeenschappen) of 'justitie' (federale overheid) viel [6](#page=6).
#### Vlaamse decreten - 1985/1990/2013 (Integrale Jeugdhulp)
* Na de staatshervorming gingen bevoegdheden over naar de gemeenschappen.
* In Vlaanderen werden zowel jeugddelinquenten als slachtoffers van hun thuismilieu samengebracht onder het begrip 'problematische opvoedingssituatie' (POS), later 'verontrustende opvoedingssituatie' (VOS). Men stapte af van een opsomming van gedragingen naar een meer algemene definitie [5](#page=5).
#### Federale wetten - Jeugdbeschermingswet 1965 (zoals gewijzigd in 1994, 2006)
* Jeugddelinquenten en ontzette ouders bleven aanvankelijk federaal geregeld.
* Na de staatshervorming van 2014 werd de bevoegdheid voor de 'opgave van de maatregel op de reactie' (hoe te reageren op jeugddelinquenten) overgeheveld naar de gemeenschappen. Men wilde niet dat er verschillende strafbaarstellingen per gemeenschap zouden komen, maar wel verschillende reacties [5](#page=5).
* Sinds 2019 bestaat een Vlaams Jeugddelinquentierecht [5](#page=5).
### Bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de gemeenschappen
De bevoegdheidsverdeling is het resultaat van politieke en juridische strijd, wat niet altijd tot een coherente juridische uitkomst leidde [6](#page=6).
#### Een politieke strijd
De strijd tussen ministers Rika Steyaert (Vlaanderen) en Jean Gol (Justitie) over de bevoegdheid voor jeugdbescherming was cruciaal [6](#page=6) [7](#page=7).
##### Communautarisering van de jeugdbescherming in drie stappen
* **Stap 1: Oprichting 3 gemeenschappen en 3 gewesten.** Gemeenschapsbevoegdheden omvatten onder meer 'bijstand aan personen', terwijl justitie een federale bevoegdheid bleef. De vraag rees of gerechtelijke jeugdbescherming onder 'bijstand' of 'justitie' viel [1980](#page=1980) [6](#page=6) [7](#page=7).
* **Stap 2: Verduidelijking bevoegdheid jeugdbescherming en Art. 5, §1, II, 6° BWHI.** Het Arbitragehof oordeelde dat de finaliteit van jeugdbescherming hulp- en dienstverlening is, ongeacht de dwingende aard, en dat de gemeenschappen bevoegd zijn. Wel bleven burgerrechtelijke regels, strafrechtelijke regels (strafbaarstelling), de organisatie van jeugdgerechten, en de ontzetting uit ouderlijk gezag/toezicht op gezinsbijslag federale materies [1988](#page=1988) [7](#page=7) [8](#page=8).
* **Stap 3: Toch weer (meer) federaal, of neen, toch gemeenschappen.** De federale Everberg-wet die een federale instelling oprichtte ondanks de gemeenschapsbevoegdheden, werd door het Arbitragehof met enige terughoudendheid aanvaard vanwege de specifieke omstandigheden en de finaliteit van maatschappelijke veiligheid [2002](#page=2002) [2003](#page=2003) [9](#page=9).
* **Zesde Staatshervorming:** Verdere overheveling van bevoegdheden naar de gemeenschappen, met name de opgave van de maatregelen (reactie op jeugddelinquentie), leeftijdsgrenzen en plaatsingen. De bevoegdheid voor 'uit handen gegeven' jongeren bleef gedeeltelijk federaal, met uitzonderingen. De overlegverplichting tussen federale en gemeenschapsniveau voor maatregelen verviel [10](#page=10) [2014](#page=2014).
#### Een juridische strijd
Het Arbitragehof (nu Grondwettelijk Hof) oordeelde dat de finaliteit van jeugdbescherming hulp- en dienstverlening is, wat de gemeenschappen bevoegd maakte, zelfs bij dwingende maatregelen. Dit gold zowel voor POS als MOF [7](#page=7).
### Bevoegdheidsverdeling vandaag
De bevoegdheidsverdeling is complex door de evolutie van staatshervormingen en de impliciete bevoegdheden die gemeenschappen soms uitoefenen om hun eigen bevoegdheden te realiseren. De federale overheid bepaalt de strafbaarstellingen, terwijl de reactie op jeugddelinquentie en de procedures grotendeels gemeenschapsbevoegdheid zijn [37](#page=37) [83](#page=83).
#### Anno 2024 in Vlaanderen: Rechtsbronnen
* Vlaamse Gemeenschap: Decreet Integrale Jeugdhulp voor VOS, en het Jeugddelinquentierecht voor MOF [2013](#page=2013) [2019](#page=2019).
* Federaal: Gerechtelijk recht en de Jeugdbeschermingswet 1965 (zoals gewijzigd) [11](#page=11).
#### Anno 2024 in Brussel: Rechtsbronnen
* Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC): Ordonnantie betreffende de jeugdhulpverlening (VOS) en jeugdbescherming (MOF) (2019, nog niet volledig inwerking).
* Federaal: Gerechtelijk recht en de Jeugdbeschermingswet 1965 (zoals gewijzigd) [11](#page=11).
#### Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC)
Opgericht in Brussel in 1989, oefent de GGC bevoegdheden uit inzake gezondheid en bijstand aan personen, inclusief jeugdhulp en -bescherming [12](#page=12).
### Hoofdstuk II. Kinderechten – Internationale en Europese rechtsnormen
Het Europese en internationale kinderrechtenkader heeft na WO II een aanzienlijke impact gehad op de evolutie van het jeugdrecht [15](#page=15).
#### Waarom kinderrechten?
##### Trendbreuk in de 20ste eeuw
De maatschappelijke visie op kinderen is verschoven van 'kinderen moeten luisteren' naar 'kinderen moeten serieus genomen worden en er moet naar hen geluisterd worden'. Deze trendbreuk, vanaf de jaren '60/'70, wordt sterk gedreven door de kinderrechtenbeweging [15](#page=15).
##### Belangrijke symbolen in die kinderrechtenbeweging
* **Supreme Court, Kent v. US:** Dit arrest benadrukte dat kinderen in het jeugdbeschermingssysteem noch de bescherming van volwassenen, noch de beloofde hulpverlening ontvingen, wat de noodzaak voor betere rechten aangaf [15](#page=15) [1966](#page=1966).
* **M. Van de Kerckhove:** Onderzoek naar het jeugdrecht in de jaren '70 toonde aan dat zogenaamde 'beschermende' maatregelen vaak neerkwamen op vrijheidsberoving met als hoofddoel de bestrijding van jeugddelinquentie, met gebrek aan klassieke rechtswaarborgen [16](#page=16).
De kinderrechtenbeweging ontstond als reactie op de praktijken van jeugdbescherming, waarbij kinderen als objecten werden behandeld en er een afbrokkeling was van klassieke juridische beginselen zoals legaliteit en proportionaliteit [16](#page=16) [17](#page=17).
#### Internationaal/Europees kinderrechtenkader
Na WO II ontstond het besef van de noodzaak van internationale normen voor mensenrechten. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) zijn hier cruciaal.
* **VN Verdrag inzake de Rechten van het Kind:** Specifiek gericht op kinderrechten, met onder meer participatierechten (art. 12 IVRK). Het ziet kinderen als rechtssubjecten [18](#page=18) [1989](#page=1989) [19](#page=19) [20](#page=20).
* **Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens:** Bevat algemene mensenrechten die ook op kinderen van toepassing zijn. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft een sterk toezichtsmechanisme [18](#page=18) [1950](#page=1950).
Het verschil zit met name in het toezichtsmechanisme: het Comité inzake de Rechten van het Kind (VN) is zwakker dan het EHRM [18](#page=18).
#### Internationaal Verdrag Rechten van het Kind [1989](#page=1989).
##### Algemeen - Historisch
Het Verdrag voor de Rechten van het Kind, dat voortbouwde op eerdere verklaringen (Genève 1959), verbindt lidstaten tot specifieke verplichtingen. Het introduceert voor het eerst participatierechten en heeft een comprehensief karakter dat rechten uit verschillende domeinen omvat (onderwijs, gezondheid, milieu etc.) [19](#page=19) [20](#page=20).
##### De 3 P's van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind
1. **Provisions:** Voorzien van diensten zoals onderwijs, gezondheidszorg, vrijetijdsbesteding.
2. **Protection rights:** Bescherming tegen mishandeling, geweld, uit huis plaatsingen.
3. **Participation rights:** Recht om hun mening te uiten in procedures die hen aanbelangen.
Soms wordt een vierde P genoemd: **Preventie**, gericht op het vermijden van schendingen van kinderrechten, zoals kinderarmoede [20](#page=20).
#### Rechtskracht van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind
België is gebonden door het IVRK na ratificatie. Burgers kunnen zich in principe op directe werking van specifieke, duidelijke en nauwkeurige artikelen beroepen voor een Belgische rechtbank [19](#page=19).
##### Strafrechtelijke relevante bepalingen
* **Art. 3 IVRK (Belang van het kind):** Hoewel de directe werking erkend wordt, is de precieze invulling van 'belang van het kind' soms vatbaar voor interpretatie [19](#page=19) [21](#page=21).
* **Art. 12 IVRK (Insprake en hoorrecht):** Duidelijk en letterlijk opgenomen in de Belgische jeugdbeschermingswet. Kritiek is dat er soms enkel formeel gehoord wordt, zonder dat de mening daadwerkelijk gewicht krijgt [21](#page=21).
* **Art. 37 IVRK (Foltering en vrijheidsberoving):** Vrijheidsberoving moet een uiterste middel zijn, voor korte duur en met waarborgen. Levenslange straffen zijn verboden [21](#page=21).
* **Art. 40 IVRK (Strafrecht op maat van het kind):** Het rechtssysteem moet op maat van het kind zijn, gericht op re-integratie en met veel alternatieve maatregelen [21](#page=21) [22](#page=22).
Het VN Comité inzake de Rechten van het Kind monitort de naleving en geeft aanbevelingen. Vaak terugkerende kritiekpunten voor België zijn de uithandengeving en het ontbreken van een verbod op de 'pedagogische tik' [22](#page=22).
#### Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
Het EVRM beschermt individuen tegen de overheid. De artikelen hebben directe werking en kunnen door burgers voor elke rechtbank worden ingeroepen [26](#page=26).
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is een sterker toezichtsmechanisme dan het VN-comité. De case law van het Hof creëert recht en de lidstaten moeten dit volgen. Het Hof kan schadevergoeding toekennen, maar controleert ook de aanpassing van nationale regelgeving [27](#page=27).
#### De impact van het EHRM op het (Belgische) jeugdrecht
* **Bouamar v. België:** Veroordeling van België wegens plaatsing van minderjarigen in volwassen gevangenissen zonder advies en zonder hoorrecht. Dit leidde tot een versterking van de rechtspositie van minderjarigen in 1994 [1988](#page=1988) [27](#page=27) [28](#page=28).
* **Bulger-case:** Schending van art. 6 EVRM door het gebrek aan participatie van kinderen in het proces. De zaak toonde de noodzaak aan om rechtspraak aan te passen aan de leeftijd van kinderen [1999](#page=1999) [29](#page=29).
* **Salduz v. Turkije:** Veroordeling van Turkije omdat een minderjarige niet bijgestaan werd door een advocaat tijdens een politieverhoor. Dit leidde in België tot de 'Salduz-wet' die verplichte rechtsbijstand voor minderjarigen voorziet [2008](#page=2008) [2011](#page=2011) [30](#page=30).
### Hoofdstuk III. MOF - Misdrijf Omschreven Feiten
#### Het hervormingsdebat en de modellenstrijd
##### Kritieken op jeugdbeschermingswet 1965
Vanaf de jaren '70 kwam kritiek op de jeugdbeschermingswet, met name op het zien van kinderen als objecten en de klasse-specifieke focus [33](#page=33).
##### Modellenstrijd
Er zijn drie modellen die de aanpak van jeugddelinquentie proberen te kaderen:
1. **Beschermingsmodel:** Ziet een delict als symptoom van onderliggende problemen. De focus ligt op hulpverlening en het wegwerken van het probleem, met een uitgangspunt van strafrechtelijke onverantwoordelijkheid. Dit model biedt minder zekerheid en proportionaliteit ten opzichte van het delict zelf [34](#page=34).
2. **Sanctiemodel (Justice Model):** Benadrukt de verantwoordelijkheid van de jongere en de toepassing van proportionele, constructieve sancties met respect voor rechtswaarborgen [34](#page=34).
3. **Herstelmodel:** Focust op het herstel van de schade die door het slachtoffer is geleden, met nadruk op dader-slachtoffer bemiddeling [34](#page=34) [35](#page=35).
#### Hervormingsdebat
België heeft door de staatshervormingen en de arresten van het EHRM (zoals Bouamar) geleidelijk de jeugdwet hervormd. De trend 'get tough on crime' in de jaren '90 leidde tot pleidooien voor een volwassen aanpak (adultification) en een verlaging van de leeftijd voor uithandengeving [35](#page=35).
##### Hervorming (Onkelinx) 2006
De hervorming van 2006 behield het beschermingsmodel maar introduceerde responsabiliserende elementen en meer rechten voor jongeren. Ook werden herstelrechtelijke experimenten en alternatieve praktijken gelegaliseerd. Het resultaat was een hybride model [36](#page=36).
##### Laatste staatshervorming [2014](#page=2014).
De bevoegdheid voor de 'opgave van de reactie' op jeugddelinquentie ging over naar de gemeenschappen, wat leidde tot verschillende Vlaamse en Franstalige decreten. Vlaanderen streeft naar een maximale invulling van haar bevoegdheden, waarbij ook procedurele aspecten geregeld worden via de theorie van impliciete bevoegdheden [36](#page=36) [37](#page=37) [38](#page=38).
#### De krachtlijnen van het Vlaams jeugddelinquentierecht (MVT)
Het Vlaams Jeugddelinquentierecht introduceert [2019](#page=2019):
##### Verantwoordelijkheid & Sancties
* **Verantwoordelijkheid van jongeren:** Afstand van het exclusieve beschermingsmodel. Jongeren worden juridisch gezien als daders van een 'jeugddelict' en kunnen gesanctioneerd worden [38](#page=38).
* **Verantwoordelijkheid: Leeftijdsgrenzen:** Een ondergrens van 12 jaar voor verantwoordelijkheid wordt geïntroduceerd (idealiter 14 jaar volgens IVRK), met uitzonderingen zoals de uithandengeving (vanaf 16 jaar) en GAS-boetes (vanaf 14 jaar). Sancties gelden tot het einde, zonder leeftijdsplafond (behalve voor kinderpsychiatrie tot 19 jaar) [38](#page=38) [39](#page=39).
##### Duidelijk, Snel, Constructief en Herstelgericht
* **Duidelijkheid:** Sancties worden normbevestigend, de ernst van het delict wordt belangrijker, en de duur van sancties wordt afgebakend [40](#page=40).
* **Snelle afhandeling:** Het Openbaar Ministerie krijgt meer afhandelingsmogelijkheden om het jeugdrecht te vermijden [40](#page=40).
* **Constructief:** Rekening houden met specifieke behoeften van minderjarigen en gericht op re-integratie [40](#page=40).
* **Herstelgericht:** Mogelijkheid van dader-slachtoffer bemiddeling en herstelgericht groepsoverleg [40](#page=40).
##### Evidenced Based Werken
De nadruk ligt op wetenschappelijk onderzoek, maar evaluatie is nog nodig. Kritiek is er op de uithandengeving, die vaak leidt tot hogere recidive door stigmatisering en internalisering [40](#page=40).
##### Gedifferentieerd aanbod van antwoorden
Het decreet voorziet in een breed scala aan reacties, waaronder herstelrecht, positieve projecten en sancties, wat het hybride karakter ervan onderstreept [41](#page=41).
##### Verschillende reactiekaders
* **Herstelrechtelijk kader:** Prioriteit voor herstelrecht en schadevergoeding aan het slachtoffer.
* **Sanctiekader:** De jeugdrechtbank legt sancties op.
* **Zorg en veiligheid:** Voor jongeren met psychiatrische problematiek.
Het beschermingsmodel lijkt te verdwijnen, hoewel elementen ervan (bv. rekening houden met leefmilieu) blijven bestaan [41](#page=41).
##### Scheiding MOF-VOS in de gemeenschapsinstellingen
Het decreet streeft naar een scheiding tussen MOF en VOS in gemeenschapsinstellingen, maar in de praktijk is dit niet altijd strikt, mede door plaatsgebrek en het 'vermoffen' van VOS'en door hen als MOF te beschouwen bij delictpleging [41](#page=41) [42](#page=42).
#### Het Openbaar Ministerie
Het OM heeft drie mogelijkheden in Vlaanderen: de jeugdrechter vorderen, de jongere doorverwijzen naar jeugdhulp, of zelf zaken afhandelen (sepot, waarschuwingsbrief) [44](#page=44) [45](#page=45).
##### Schema (Federale) Procedure - Vlaamse Reacties op Jeugddelinquentie
```mermaid
graph TD
A[Politie PV --> B{OM}
B -- Feitenonderzoek --> C{Afhandeling of JR vorderen}
C -- Afhandeling --> D[Sepot, Waarschuwing, Voorwaardelijk Verval, Bemiddeling, Positief Project C -- JR vorderen --> E[Voorbereidende Rechtspleging (JR kabinet)
E --> F[Beschikking met Maatregel F --> G[Rechtspleging ten gronde (JRB openbare zitting)
G --> H[Vonnis met Sancties H --> I[Uitvoering Maatregel/Sanctie I -- Herziening --> E
```
##### Afhandelingswijzen van het OM (artt. 8-13 Jeugddelinquentierecht)
* **Sepot (artt. 8-10):** Technisch (geen dader gevonden) of opportuniteitssepot (niet opportuun om te vervolgen).
* **Voorwaardelijk verval van de strafvordering (art. 11):** Opleggen van voorwaarden (bv. plaatsverbod, leerproject). Bij naleving volgt verval van strafvordering.
* **Bemiddelingsaanbod (art. 12):** Dader-slachtoffer bemiddeling, mits vrijwilligheid en instemming van het OM.
* **Positief Project (max. 30u) (art. 13):** Jongere stelt zelf een project voor ter rechtzetting.
### Hoofdstuk IV. Van POS naar VOS - Jeugdhulprecht in grote lijnen
Verontrustende situaties (VOS) vormen een belangrijke groep, gekenmerkt door een brede definitie die soms leidt tot discussie over het legaliteitsbeginsel [63](#page=63) [64](#page=64).
#### Historische evolutie
De aanpak van VOS is geëvolueerd van een juridisch-gestuurde definitie naar een meer orthopedagogische en vage invulling (eind 20e eeuw), waarbij de rol van sociaal werkers en psychologen belangrijker werd. Er was een verschuiving van gerechtelijke naar buitengerechtelijke, vrijwillige hulpverlening [1912](#page=1912) [64](#page=64) [65](#page=65) [66](#page=66).
#### Bijzondere Jeugdbijstand 1985/1990
De invoering van de term 'problematische opvoedingssituatie' (POS), later 'verontrustende opvoedingssituatie' (VOS), betekende een meer orthopedagogische omschrijving. De scheiding tussen buitengerechtelijke en gerechtelijke hulp werd versterkt [64](#page=64) [66](#page=66).
#### VOS: Verontrustende Situatie
Een verontrustende situatie wordt gedefinieerd als een situatie die de ontwikkeling van een minderjarige bedreigt, waardoor jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk kan zijn. De beoordeling hiervan ligt bij professionele actoren [65](#page=65).
#### Maatschappelijke Noodzaak (art. 2, §6, 34)
Dit is de kwalificatie die gemandateerde voorzieningen geven aan een verontrustende situatie, wat de noodzaak tot jeugdhulp vastlegt [65](#page=65).
#### Scheiding & Prioriteit Buitengerechtelijke (Vrijwillige) Jeugdbijstand
Vanaf 1990 werd een duidelijke scheiding nagestreefd tussen buitengerechtelijke en gerechtelijke jeugdbescherming om informatie-uitwisseling en vertrouwen te waarborgen [66](#page=66).
#### Integrale Jeugdhulp vandaag (VOS) - 3 manieren van gedwongen jeugdhulpverlening
De jeugdrechter kan bevoegd worden via:
1. **Normale procedure:** Gemanadeerde voorzieningen verwijzen door naar het parket bij gebrek aan medewerking.
2. **Procedure bij hoogdringendheid:** Wanneer gerechtelijke hulp dringend noodzakelijk is en de integriteit van de minderjarige beschermd moet worden.
3. **Bij MOF-vordering:** Wanneer een jongere die een MOF pleegde, zich ook in een VOS-situatie bevindt.
#### Integrale Jeugdhulp (Missie, Principes & Doelstellingen)
De Integrale Jeugdhulp beoogt een beter gestructureerd en vraaggericht aanbod, met focus op continuïteit, flexibiliteit en participatie [68](#page=68) [69](#page=69) [70](#page=70).
* **Principes:** Recht op jeugdhulp (binnen beschikbare middelen), cliënt- en contextgericht werken, eigen kracht en participatie, subsidiariteit, en scheiding vrijwillige/gerechtelijke hulp [70](#page=70).
* **Doelstellingen:** Vermaatschappelijking, tijdige toegang, flexibiliteit, continuïteit, gepast omgaan met VOS, subsidiair crisis aanbod, maximale participatie en integrale aanpak [70](#page=70).
#### Organisatie van Integrale Jeugdhulp
##### Overzicht Interventiegronden
1. **Vraag om behoefte aan jeugdhulp:** Eenieder mag hulp vragen.
2. **Mogelijkheid voor gemandateerde voorzieningen:** Optreden bij verontrustende situaties die maatschappelijk ingrijpen vereisen.
3. **Crisissituatie:** Snelle interventie bij acute noodsituaties.
##### Modulering Jeugdhulp (artt. 11-16)
Hulpverlening gebeurt via afgebakende 'modules' (typemodules), onderverdeeld in rechtstreeks toegankelijke (eerste lijn) en niet-rechtstreeks toegankelijke hulp [71](#page=71).
##### ITP: Toegangsticket voor Niet Rechtstreekse Jeugdhulp (artt. 17 -29)
De Intersectorale Toegangspoort (ITP) beheert de toegang tot niet-rechtstreeks toegankelijke hulp, stelt prioriteiten en beheert wachtlijsten [72](#page=72) [73](#page=73).
#### Crisisjeugdhulpverlening (art. 44)
Acute noodsituaties die onmiddellijk ingrijpen vereisen, met per regio een permanent, maar subsidiair aanbod [73](#page=73).
#### Gemandateerde Voorzieningen (artt. 32-43)
Centra zoals OCJ en VK treden op bij ingewikkeldere problemen en kunnen zaken doorsturen naar het parket bij gebrek aan medewerking [74](#page=74).
#### Gerechtelijke Jeugdhulpverlening (art. 47)
De jeugdrechtbank kan, met dwang, maatregelen opleggen. De procedurele regels zijn federaal, maar de gemeenschappen bepalen de maatregelen. In Brussel geldt de Ordonnantie van 2004 (en de toekomstige van 2019) [81](#page=81).
### Hoofdstuk V. Jeugdprocesrecht (Gerechtelijk Recht)
De gerechtelijke procedures in jeugdzaken zijn in beginsel federaal, maar gemeenschappen kunnen via impliciete bevoegdheden procedurele aspecten regelen. Het jeugdprocesrecht is strafrechtelijk geaard maar eigensoortig (sui generis), met specifieke waarborgen voor minderjarigen [83](#page=83) [84](#page=84).
#### Protectionele procedures voor jeugdrechtbank zijn federale bevoegdheid
#### Gerechtelijk Procedure voor MOF/VOS
De procedure is grotendeels gelijk voor MOF en VOS, maar gemeenschappen kunnen afwijkingen invoeren, met name wat betreft de duur van de voorbereidende rechtspleging [83](#page=83).
#### Gevolg: Verschillende versies Jeugdbeschermingswet 1965
Door de toepassing van impliciete bevoegdheden door de gemeenschappen, kent de federale wet van 1965 verschillende versies [84](#page=84).
#### Protectionele procedures zijn ‘strafrechtelijk geaard’ (art. 62 JBW)
Het jeugdrecht is gebaseerd op strafrechtelijke principes, maar met aanpassingen voor minderjarigen. Het politieverhoor van minderjarigen vereist verplichte bijstand van een advocaat (art. 47 bis Wetboek van Strafvordering) [84](#page=84).
#### Sui Generis, Protectionele Procedure
De procedure wijkt af van het volwassen strafrecht door o.a. de rol van de jeugdrechter (onderzoek naar persoonlijkheid en omgeving, opvolging), de mogelijkheid tot herziening van maatregelen, en de afwezigheid van bepaalde procedurele fasen (bv. raadkamer) [85](#page=85).
#### Groeiende aandacht rechtspositie van het kind
De evolutie van kind als object naar subject van recht heeft geleid tot meer proceswaarborgen, mede onder invloed van het EHRM (Bouamar-arrest) en het IVRK [85](#page=85).
#### Afwijkingen van de strafrechtelijke procedure
* De onderzoeksrechter komt zelden tussen; de jeugdrechter is primair bevoegd [86](#page=86).
* Altijd een rechterlijk bevel nodig voor aanhouding [86](#page=86).
* Ouders moeten geïnformeerd worden bij aanhouding [86](#page=86).
* Dezelfde, alleenzetelende rechter volgt het dossier op, wat kan leiden tot een sterke vertrouwensband maar ook tot afhankelijkheid van een specifieke rechter [86](#page=86).
* Geen raadkamer of kamer van inbeschuldigingstelling [86](#page=86).
* Herziening van maatregelen is mogelijk, wat het principe van 'gezag van gewijsde' doorbreekt [86](#page=86).
* Gespecialiseerde jeugdactoren, gezinsplaats bepaalt territoriale bevoegdheid, geen burgerlijke partijstelling bij onderzoeksrechter/jeugdrechtbank in de beginfase [86](#page=86).
#### Het idee van de gespecialiseerde actoren (Voorafgaande Titel, 2° Jeugdwet)
Het jeugdrecht werkt met gespecialiseerde actoren: jeugdparket, jeugdcriminologen, jeugdrechters, Sociale Dienst van de Jeugdrechtbank, jeugdadvocaten en specifieke voorzieningen voor jongeren [86](#page=86) [87](#page=87).
#### Gezinsplaats bepaalt de territoriale bevoegdheid (art. 44 Jeugdwet)
Niet de plaats van het misdrijf, maar de verblijf- of gezinsplaats van de jongere of het gezin bepaalt de bevoegdheid van de jeugdrechter. Bij geen gekende verblijfplaats geldt de plaats van het misdrijf of aantreffen [87](#page=87).
#### OM heeft een vorderingsmonopolie
Alleen het OM kan de procedure starten, wat afwijkt van het burgerlijk strafrecht waar slachtoffers zich burgerlijk partij kunnen stellen. Slachtoffers kunnen zich wel burgerlijk partij stellen zodra de procedure gestart is [88](#page=88).
#### Elke minderjarige wordt afzonderlijk en persoonlijk berecht (art. 56, lid 2 JBW)
Elke minderjarige wordt apart berecht, ook bij meerdere betrokkenen bij eenzelfde delict [88](#page=88).
##### Voorbereidende Fase (Art. 50-51 JBW Art. 19 Jeugddelinquentierecht)
De jeugdrechter kan in de voorbereidende fase maatregelen treffen en een maatschappelijk onderzoek laten uitvoeren, na de jongere gehoord te hebben. De duur van deze fase kan, mede door Vlaamse regelgeving, aanzienlijk verlengd worden [83](#page=83) [88](#page=88).
##### Rechtspleging ten gronde
De jeugdrechtbank bepaalt de definitieve interventies (maatregelen bij VOS, sancties bij MOF) [88](#page=88).
#### Proceswaarborgen
* **Het hoorrecht (art. 52ter, eerste lid art. 15 Vlaams Decreet):** Recht om gehoord te worden vooraleer maatregelen worden opgelegd. Uitzonderingen zijn mogelijk [89](#page=89).
* **Verplichte bijstand van een advocaat (art. 52ter, tweede lid art. 15 VL. Decreet):** Verplicht, ook in de voorbereidende fase. Jongeren kunnen hier geen afstand van doen [89](#page=89).
* **Inzagerecht in het dossier (art. 55):** Partijen hebben inzage, maar het maatschappelijk onderzoek is enkel toegankelijk voor de advocaat, uit bezorgdheid over de impact op de minderjarige [90](#page=90).
* **Motiveringsplicht jeugdrechter/jeugdrechtbank (art. 52ter, derde lid):** Beschikkingen en vonnissen moeten gemotiveerd worden, met verwijzing naar specifieke factoren (ernst delict, persoonlijkheid, recidive, etc.). Het 'belang van het kind' is echter afwezig in de Vlaamse lijst van factoren [91](#page=91).
* **Afschrift:** Afschriften van beschikkingen en vonnissen moeten aan de jongere, ouders en advocaat worden overhandigd [92](#page=92).
* **Rechtsmiddelen (art. 52ter en 58 JBW):** Hoger beroep is mogelijk tegen beschikkingen en vonnissen, met specifieke termijnen [92](#page=92).
#### Openbaarheid
De rechtspleging ten gronde is in principe openbaar, maar er kan met gesloten deuren worden geprocedeerd [92](#page=92).
#### Waarborgen bij uitvoering maatregelen en sancties
* **Klachtrecht in gesloten instellingen (decreet 2017):** Regelt het recht van jongeren om te klagen, met maandcommissarissen en een klachtencommissie [92](#page=92).
* **Decreet Rechtspositie:** Voorziet in rechten voor jongeren in zowel integrale jeugdhulp als jeugddelinquentierecht [93](#page=93).
#### Herziening (art. 60 JBW)
Maatregelen en sancties kunnen te allen tijde herzien worden, ambtshalve of op verzoek. In het Vlaams jeugddelinquentierecht kunnen maatregelen/sancties enkel verlicht worden [93](#page=93).
#### Verbod op publicatie & verspreiding (art. 433bis Sw.)
De identiteit van minderjarigen en de inhoud van debatten mogen niet openbaar gemaakt worden. Definitieve sancties komen wel in het strafregister, maar kunnen na verloop van tijd geschrapt worden [93](#page=93) [94](#page=94).
### Hoofdstuk VI. Maatregelen ten aanzien van de ouders
Maatregelen ten aanzien van ouders betreffen voornamelijk ontzetting uit het ouderlijk gezag of toezicht op gezinsbijslagen. Dit blijft een federale materie [95](#page=95).
* **1912:** Introductie van het idee van 'onwaardige ouders' en ontzetting uit ouderlijk gezag, vanuit de *parens patriae* filosofie [95](#page=95) [96](#page=96).
* **1965:** Toezicht op gezinsbijslagen en opvoedingsbijstand werden toegevoegd.
* **Jaren '80 staatshervormingen:** Opvoedingsbijstand ging naar de gemeenschappen, terwijl ontzetting en gezinsbijslag federaal bleven [95](#page=95).
* **Huidig:** Het 'delict gericht werken met ouders' valt onder gemeenschapsbevoegdheid [96](#page=96).
#### Historisch perspectief
De filosofie van *parens patriae* legitimeerde overheidsinterventie wanneer ouders hun macht misbruikten [96](#page=96).
#### Vandaag de dag
Het 'delict gericht werken met ouders' kan gezien worden als bijstand (gemeenschapsbevoegdheid) [96](#page=96).
#### Toezicht op gezinsbijslagen
De overheid kan toezicht bevelen indien de bijslagen niet in het belang van het kind worden aangewend of de opvoedingsomstandigheden kennelijk en doorgaans onvoldoende zijn [97](#page=97).
#### Ontzetting uit het ouderlijk gezag (artt. 32 en 33 Jeugdwet)
Dit is een facultatieve maatregel, die gedeeltelijk of geheel kan zijn, en die de ouderlijke rechten (gezag over persoon en goederen, materiële bewaring, persoonlijk contact, opvoeding) beperkt. Het kan worden toegepast bij ouders die hun verplichtingen zwaar verzaken [97](#page=97) [98](#page=98).
### Hoofdstuk VII. Federale Bevoegdheid (JBW)
#### Toezicht op gezinsbijslagen
Vereist dat de opvoedingsomstandigheden kennelijk en doorgaans niet voldoen aan minimale eisen van voeding, huisvesting en hygiëne, én dat de bijslagen niet in het belang van het kind worden aangewend [97](#page=97).
#### Ontzetting uit het ouderlijk gezag (artt. 32 en 33 Jeugdwet)
Ouders hebben rechten en verplichtingen ten aanzien van hun minderjarige kinderen. Bij zware nalatigheid of misbruik kan de overheid, in het belang van het kind, de ouders ontzetten uit hun ouderlijk gezag. Dit kan gedeeltelijk of geheel zijn, en herstel is mogelijk [97](#page=97) [98](#page=98).
### Veelvoorkomende fouten om te vermijden
* **Onjuiste bevoegdheidsverdeling:** Verwarring tussen federale en gemeenschapsbevoegdheden voor procedures, maatregelen en sancties.
* **Verwarring tussen MOF en VOS:** Het correct toepassen van de specifieke juridische kaders voor beide doelgroepen.
* **Onderscheid vrijwillige versus gerechtelijke hulpverlening:** Het niet correct hanteren van de procedures en de rol van dwang.
* **Verkeerde toepassing van procedurele waarborgen:** Zoals het hoorrecht, bijstand van een advocaat, en inzage in het dossier.
* **Onderschatting van de specifieke aard (sui generis) van het jeugdrecht:** Het te letterlijk toepassen van volwassen strafrechtelijke principes zonder rekening te houden met de specifieke finaliteit en doelgroep van het jeugdrecht.
* **Verwarring rond de rol en bevoegdheden van het OM en de jeugdrechter:** Met name in de voorbereidende fase en bij afhandelingsmogelijkheden.
* **Onjuiste interpretatie van de historische evolutie:** Het niet plaatsen van de wetgeving in haar correcte historische en maatschappelijke context.
* **Verwarring tussen maatregelen en sancties:** Met name de overgang van maatregelen in de voorbereidende fase naar sancties ten gronde.
```
Glossary
| Term | Definitie |
| :---------------------------------------------------------------- | :-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| **Jeugdbeschermingsrecht** | Het rechtsdomein dat de overheidsinterventies regelt ten aanzien van kinderen en jongeren die zich in bijzondere probleemsituaties bevinden of die delicten hebben gepleegd. Het omvat zowel vrijwillige als gerechtelijke maatregelen. |
| **VOS (Verontrustende Opvoedingssituatie)** | Situaties waarin de ontwikkeling van een minderjarige wordt bedreigd door aantasting van diens psychische, fysieke of seksuele integriteit, of die van gezinsleden, of door bedreiging van ontplooiingskansen. |
| **MOF (Misdrijf Omschreven Feit)** | Gedragingen van jongeren die als misdrijf worden omschreven in het strafrecht. In Vlaanderen spreekt men liever van 'jeugddelict' om de specifieke aard van de feiten beter te benadrukken. |
| **Sui generis** | Een juridische term die aangeeft dat iets een eigensoortig of uniek karakter heeft, wat in het jeugdrecht tot uiting komt door specifieke procedures, doelgroepen, finaliteiten en gezinsgerichte aanpak. |
| **Finaliteit** | Het uiteindelijke doel of de bedoeling van een rechtsfiguur of interventie. In het strafrecht is dit vaak de bestraffing, terwijl in het jeugdrecht de focus ligt op hulpverlening en rehabilitatie van de jongere. |
| **Subsidiariteit** | Het principe dat de overheid pas mag ingrijpen nadat eerst de familie of andere, minder ingrijpende middelen faalden. De overheid heeft eerst een ondersteunende plicht alvorens zelf in te treden in de plaats van de ouders. |
| **Uithandengeving** | Een procedure waarbij jongeren (doorgaans tussen 16 en 18 jaar) die een ernstig delict hebben gepleegd, naar het volwassen strafrechtssysteem kunnen worden verwezen, wat resulteert in een berechting en mogelijke straffen als volwassenen. |
| **Hoorrecht** | Het recht van een minderjarige om gehoord te worden in procedures die hem of haar aanbelangen, met name door de jeugdrechter, alvorens er definitieve maatregelen worden opgelegd. |
| **Recht op bijstand van een advocaat** | Het recht van een minderjarige om tijdens alle fasen van een gerechtelijke procedure, inclusief politieverhoren, bijstand te krijgen van een advocaat. Dit recht kan niet door de minderjarige zelf worden afgezien. |
| **Herstelrecht** | Een benadering binnen het jeugdrecht die zich richt op het herstel van de schade die door het delict is veroorzaakt, zowel materieel als moreel, vaak door middel van dader-slachtoffer bemiddeling of groepsoverleg. |
| **Beschermingsmodel** | Een benadering binnen het jeugdrecht waarbij een delict wordt gezien als een symptoom van onderliggende persoonlijke problemen of een problematisch leefmilieu. De reactie is gericht op hulpverlening en bescherming van het kind. |
| **Sanctiemodel (Justice Model)** | Een benadering die de nadruk legt op de verantwoordelijkheid van de jongere voor zijn daden en de toepassing van proportionele sancties, met behoud van pedagogische en rechtswaarborgen, gericht op een constructieve aanpak. |
| **Rechtsonderhorige** | Een individu of entiteit die gebonden is door het recht en daaraan kan worden gehouden. Burgers zijn rechtsonderhorigen van de verdragen die door de staat zijn geratificeerd en die directe werking hebben. |
| **Gemandateerde voorzieningen** | Organisaties die, met een mandaat, tussenkomen bij verontrustende situaties en jeugdhulpverlening bieden. Indien nodig kunnen zij een zaak doorsturen naar het openbaar ministerie. Voorbeelden zijn de ondersteuningscentra jeugdzorg (OCJ) en vertrouwenscentra kindermishandeling (VK). |
| **Intersectorale Toegangspoort (ITP)** | Een regionaal orgaan binnen de integrale jeugdhulp dat verantwoordelijk is voor de aanmelding, indicatiestelling en het beheer van wachtlijsten voor niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp, teneinde de hulpvraag te matchen met het beschikbare aanbod. |