Cover
Start now for free opdracht_module_1_Hamer et al_2025
Summary
# Onderzoeksvragen en herverdelingsconcepten
Dit onderwerp introduceert de centrale onderzoeksvragen van de paper, definieert herverdelingsindicatoren zoals RE en NBR, en onderzoekt hun relatie met verschillende inkomensgroepen en leeftijdsgeneraties.
### 1.1 Centrale onderzoeksvragen van de paper
De paper beantwoordt voornamelijk de volgende onderzoeksvragen:
* Welk aandeel van de totale inkomens wordt herverdeeld naar de gepensioneerde en de bevolking die op arbeidsleeftijd is?
* Wat is het aandeel van het inkomen dat herverdeeld wordt naar deze twee groepen voor wat het armste en het rijkste kwartiel betreft?
* Welke impact hebben belastingen en uitkeringen op de beschikbare inkomens van huishoudens op arbeidsleeftijd met het laagste inkomen?
### 1.2 Herverdelingsindicatoren
#### 1.2.1 Het concept 'redistributive effort' (RE)
Het concept 'redistributive effort' (RE) wordt gebruikt om de inspanning van een overheidsbeleid te meten om inkomens te herverdelen.
> **Tip:** Er worden belangrijke bemerkingen gemaakt bij het gebruik van RE als maatstaf. RE kan aanleiding geven tot misinterpretatie omdat er van wordt uitgegaan dat het marktinkomen niet wordt beïnvloed door het herverdelingsmechanisme, terwijl dit in werkelijkheid wel het geval is. Belastingen, financiële voordelen en uitkeringen beïnvloeden de mate waarin een individu bereid zal zijn werk te zoeken en te sparen.
#### 1.2.2 Het concept 'net benefit ratio' (NBR)
De 'net benefit ratio' (NBR) is een andere indicator om herverdeling te meten. Het beschrijft het netto herverdeelde inkomen dat een persoon of huishouden ontvangt in verhouding tot hun oorspronkelijke inkomen.
* **Berekening:** De specifieke berekeningsmethode voor NBR wordt niet gedetailleerd in de verstrekte tekst, maar het concept verwijst naar de verhouding van netto herverdeelde voordelen ten opzichte van het inkomen.
### 1.3 Herverdeling naar inkomensgroepen en leeftijdsgeneraties
#### 1.3.1 Aandeel herverdeeld inkomen naar gepensioneerden en werkenden
De paper onderzoekt welk aandeel van de totale inkomens wordt herverdeeld naar de gepensioneerde bevolking en de bevolking op arbeidsleeftijd.
#### 1.3.2 Herverdeling naar het armste en rijkste kwartiel
Ook wordt gekeken naar het aandeel van het inkomen dat wordt herverdeeld naar de armste en rijkste kwartielen binnen de groepen van gepensioneerden en werkenden.
#### 1.3.3 Impact van belastingen en uitkeringen op lage inkomens
De impact van belastingen en uitkeringen op de beschikbare inkomens van huishoudens op arbeidsleeftijd met het laagste inkomen wordt geanalyseerd.
### 1.4 Internationale vergelijkingen: 'Old age oriented countries' versus België
Landen worden gecategoriseerd op basis van hun herverdelingsbeleid. De 'old age oriented countries' omvatten Griekenland (EL), Spanje (ES), Italië (IT), Portugal (PT), Kroatië (HR), Hongarije (HU) en Roemenië (RO).
* **Kenmerken 'old age oriented countries':** Deze landen worden gekenmerkt door:
* Een hoge graad van herverdeling in het algemeen.
* Grote generositeit ten opzichte van de hoogste inkomens.
* Een lage mate van steun voor de laagste (niet-gepensioneerde) inkomensgroepen.
* **België in vergelijking:** België vertoont op twee van de drie kenmerken overeenkomsten met de 'old age oriented countries', maar is minder genereus ten aanzien van de hoogste inkomens.
### 1.5 Inzichten uit grafieken 2 en 3
#### 1.5.1 Grafiek 2: Herverdeling naar het hoogste inkomenskwartiel
* **Algemeen:** Grafiek 2 suggereert een 'noord-zuid divide' inzake herverdeling naar het kwartiel van de hoogste inkomens. Noordelijke landen herverdelen duidelijk minder naar deze groep dan de zuidelijke landen.
* **België en Finland:** België en Finland laten beide een behoorlijk goede totale NBR zien op de horizontale as, maar scoren veel lager qua QA-NBR (herverdeling naar het hoogste kwartiel) dan de zogenaamde 'old age oriented' landen.
* **Verband:** Globaal wordt een positief verband waargenomen tussen de totale NBR en de herverdeling naar het hoogste kwartiel.
#### 1.5.2 Grafiek 3: Herverdeling naar het laagste inkomenskwartiel
* **Algemeen:** Figuur 3 toont de herverdeling naar het laagste inkomenskwartiel voor alle landen in de steekproef.
* **België en Noordelijke landen:** België behoort, samen met de Noordelijke landen en Ierland, tot de landen die het meest herverdelen naar het laagste kwartiel.
* **Verband:** De rechtse figuur in Grafiek 3 indiceert een negatief verband tussen de totale NBR en de herverdeling naar de laagste inkomens.
### 1.6 Relatie tussen Total NBR, Q1-NBR en RE voor België
#### 1.6.1 Relatie tussen Total NBR en RE
* De relatie tussen de totale NBR en RE is niet eendimensionaal. In Finland, Luxemburg, Griekenland en België is er een duidelijk positief verband tussen beide.
* Landen als Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk tonen daarentegen gemiddelde waarden van RE, terwijl de totale NBRs en de pensioengerelateerde NBRs zeer laag zijn.
* Er is ook variatie in NBRs tussen landen met vergelijkbare RE's, zoals Ierland, Portugal, Denemarken en Spanje.
#### 1.6.2 Relatie tussen Q1-NBR en RE
* In het algemeen is de correlatie tussen Q1-NBR (herverdeling naar het laagste kwartiel) en RE zwak.
* **Uitzondering België en Finland:** In België en Finland is er echter wel een opvallende correlatie tussen Q1-NBR en RE.
---
# Intergeneratieve en inkomensgerelateerde herverdeling in Europa
Dit deel van de studie onderzoekt herverdelingspatronen in Europa, met een focus op de verschillen tussen 'ouderdomsgerichte landen' en België, en analyseert de herverdeling over verschillende inkomenskwartielen, waarbij rekening wordt gehouden met de noord-zuidverdeling.
## 2 Intergeneratieve en inkomensgerelateerde herverdeling in Europa
### 2.1 Onderzoeksvragen en algemeen kader
Dit deel van de studie beantwoordt de volgende onderzoeksvragen:
* Welk aandeel van de totale inkomens wordt herverdeeld naar de gepensioneerde bevolking en de bevolking op arbeidsleeftijd?
* Wat is het aandeel van het inkomen dat herverdeeld wordt naar deze twee groepen voor het armste en het rijkste kwartiel?
* Welke impact hebben belastingen en uitkeringen op de beschikbare inkomens van huishoudens op arbeidsleeftijd met het laagste inkomen?
* Welke bemerkingen worden gemaakt bij het gebruik van RE (relatieve equivalent inkomen) als maatstaf van herverdeling?
#### 2.1.1 Kritiek op RE als maatstaf van herverdeling
Het gebruik van RE als maatstaf voor herverdeling kan tot misinterpretatie leiden. De aanname is dat het marktinkomen niet beïnvloed wordt door het herverdelingsmechanisme. Dit is echter niet correct, aangezien belastingen en financiële voordelen (uitkeringen) de bereidheid van individuen om te werken en te sparen kunnen beïnvloeden.
#### 2.1.2 NBR: Netto Budget Redistributie
NBR staat voor Netto Budget Redistributie. Dit concept beschrijft het netto effect van overheidsingrijpen (belastingen en uitkeringen) op het inkomen van huishoudens. Het meet de mate waarin inkomens worden herverdeeld.
### 2.2 Vergelijking van herverdelingspatronen: "Old age oriented countries" versus België
De 'ouderdomsgerichte landen' (old age oriented countries) in de studie zijn Griekenland (EL), Spanje (ES), Italië (IT), Portugal (PT), Kroatië (HR), Hongarije (HU) en Roemenië (RO). Deze landen kenmerken zich door:
* Een hoge graad van herverdeling in het algemeen.
* Een grote generositeit ten opzichte van de hoogste inkomens.
* Een lage mate van steun voor de laagste (niet-gepensioneerde) inkomensgroepen.
België vertoont op twee van deze drie kenmerken overeenkomsten met de 'ouderdomsgerichte landen', met name een hoge algemene herverdeling en een significante herverdeling naar de laagste inkomensgroepen. Echter, België is minder genereus naar de allerhoogste inkomens dan de 'ouderdomsgerichte landen'.
### 2.3 Analyse van herverdeling per inkomenskwartiel en regionale verschillen
Grafiek 2 en 3 bieden inzichten in de herverdeling, met specifieke aandacht voor België en de noord-zuidverdeling.
#### 2.3.1 Herverdeling naar het hoogste inkomenskwartiel (Grafiek 2)
* **Noord-Zuid Divide:** Grafiek 2 wijst op een noord-zuid divide inzake de herverdeling naar het kwartiel van de hoogste inwoners. Noordelijke landen herverdelen duidelijk minder inkomen naar deze groep dan de zuidelijke landen.
* **België en Finland:** België en Finland tonen beide een behoorlijk goede totale NBR, maar scoren lager op QA-NBR (herverdeling naar de hoogste inkomenskwartielen) dan de 'ouderdomsgerichte landen'.
* **Verband met totale NBR:** Globaal is er een positief verband tussen de totale NBR en de herverdeling naar het hoogste kwartiel. Landen met een hogere totale herverdeling neigen er ook naar meer te herverdelen naar de hogere inkomens.
#### 2.3.2 Herverdeling naar het laagste inkomenskwartiel (Grafiek 3)
* **België en Noordelijke Landen:** Figuur 3 toont voor alle landen de herverdeling naar het laagste kwartiel. België, samen met de Noordelijke landen en Ierland, herverdeelt het meest naar deze groep.
* **Verband met totale NBR:** De rechtse figuur in Grafiek 3 toont aan dat er een negatief verband bestaat tussen de totale NBR en de herverdeling naar de laagste inkomens. Landen met een zeer hoge totale herverdeling herverdelen dus niet noodzakelijk meer naar de laagste inkomensgroepen; in tegendeel, er lijkt een negatief verband te zijn.
### 2.4 Relatie tussen totale NBR, Q1-NBR en RE voor België
De relatie tussen de totale NBR en RE is niet eendimensionaal. Voor landen als Finland, Luxemburg, Griekenland en België is er een duidelijk positief verband tussen de totale NBR en RE, wat impliceert dat een hogere algemene herverdeling ook leidt tot hogere relatieve inkomens na herverdeling. Daarentegen, in landen als Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk worden gemiddelde RE-waarden opgetekend, terwijl de totale NBRs en de pensioen-gerelateerde NBRs zeer laag zijn. Bovendien vertonen Ierland, Portugal, Denemarken en Spanje vergelijkbare RE's, ondanks zeer uiteenlopende NBR's.
Wat betreft de relatie tussen Q1-NBR (herverdeling naar het laagste inkomenskwartiel) en RE, is de correlatie in het algemeen zwak. Enige uitzondering hierop zijn België en Finland, waar een sterkere positieve correlatie tussen Q1-NBR en RE wordt waargenomen. Dit suggereert dat in België en Finland de herverdeling naar de laagste inkomensgroepen directer de inkomens van deze groepen beïnvloedt.
---
# Impact van belastingen en uitkeringen op beschikbare inkomens
Dit onderwerp onderzoekt de specifieke effecten van belastingen en uitkeringen op de beschikbare inkomens van huishoudens met het laagste inkomen, en de potentiële invloed hiervan op werk- en spaarbeslissingen.
### 3.1 Algemene overwegingen bij belastingen en uitkeringen
Belastingen en uitkeringen spelen een cruciale rol in de herverdeling van inkomen binnen een samenleving. Ze beïnvloeden niet alleen de directe beschikbare inkomens van huishoudens, maar kunnen ook de prikkels voor werk en sparen beïnvloeden.
#### 3.1.1 Kernconcepten en definities
* **Beschikbaar inkomen:** Het inkomen dat huishoudens kunnen besteden na aftrek van belastingen en toevoeging van uitkeringen.
* **Herverdeling:** Het proces waarbij inkomen van de ene groep naar de andere wordt verschoven door middel van overheidsbeleid, voornamelijk via belastingen en uitkeringen.
* **Marktinkomen:** Het inkomen dat wordt verdiend vóór aftrek van belastingen en toevoeging van uitkeringen.
#### 3.1.2 Invloed op werk- en spaarbeslissingen
Het huidige systeem van belastingen en financiële voordelen en uitkeringen kan de bereidheid van een individu om werk te zoeken en te sparen beïnvloeden. Dit komt doordat de netto-opbrengst van werken of sparen kan worden verminderd door hogere belastingen of een afbouw van uitkeringen bij een stijging van het inkomen.
> **Tip:** Het is belangrijk om te beseffen dat beleidsmakers deze prikkels moeten overwegen bij het ontwerpen van belasting- en uitkeringsstelsels om onbedoelde negatieve effecten op de arbeidsmarkt en spaargedrag te minimaliseren.
#### 3.1.3 Kritiek op het gebruik van RE als maatstaf
De efficiëntie van herverdeling wordt soms gemeten met behulp van een maatstaf genaamd 'RE' (de precieze betekenis van de afkorting is niet volledig gespecificeerd in de bron, maar de kritiek is duidelijk). Een belangrijke bemerking bij het gebruik van RE is de aanname dat het marktinkomen onaangetast blijft door het herverdelingsmechanisme. Dit is echter niet altijd het geval, aangezien belastingen en uitkeringen daadwerkelijk de mate waarin een individu zal werken en sparen kunnen beïnvloeden, wat op zijn beurt het marktinkomen kan veranderen.
> **Tip:** Wanneer RE wordt gebruikt, is het cruciaal om de potentiële endogene effecten van het herverdelingsbeleid op marktinkomens in overweging te nemen voor een nauwkeuriger beeld.
### 3.2 Impact op de laagste inkomensgroepen op arbeidsleeftijd
De impact van belastingen en uitkeringen op de beschikbare inkomens van huishoudens met het laagste inkomen die op arbeidsleeftijd zijn, is significant. Deze groepen ontvangen vaak aanzienlijke uitkeringen die hun beschikbare inkomen verhogen, maar hun netto-inkomen kan ook worden beïnvloed door progressieve belastingschijven.
#### 3.2.1 Netto-belasting-en-uitkering-herverdelingspercentage (NBR)
Het netto-belasting-en-uitkering-herverdelingspercentage (NBR) is een maatstaf die de mate van herverdeling weergeeft. Een hogere NBR duidt op een grotere herverdeling.
#### 3.2.2 NBR en herverdeling naar specifieke inkomenskwartielen
* **Totale NBR:** Meet de algehele herverdeling van inkomen.
* **Kwartiel-specifieke NBR (bijvoorbeeld QA-NBR):** Meet de herverdeling naar specifieke inkomensgroepen.
#### 3.2.3 Vergelijking van herverdelingspatronen
* **"Old-age oriented countries" versus België:** Landen zoals Griekenland, Spanje, Italië, Portugal, Kroatië, Hongarije en Roemenië worden gekenmerkt door een hoge algemene herverdeling, genereus beleid naar de hoogste inkomensgroepen, maar beperkte steun voor de laagste (niet-gepensioneerde) inkomensgroepen. België vertoont overeenkomsten met deze groep op twee van de drie kenmerken, maar is minder genereus ten opzichte van de hoogste inkomens.
* **Noord-Zuid-divide:** Grafiek 2 suggereert een noord-zuid divide met betrekking tot de herverdeling naar de hoogste inkomensgroepen. Noordelijke landen herverdelen minder naar deze groep dan zuidelijke landen.
* **België en Finland:** Deze landen laten een redelijk goede totale NBR zien, maar scoren lager qua QA-NBR vergeleken met "old-age oriented" landen.
* **Herverdeling naar het laagste kwartiel (Q1-NBR):** België behoort, samen met de Noordelijke landen en Ierland, tot de landen die het meest herverdelen naar het laagste inkomenskwartiel. Dit duidt op een relatief sterke focus op het ondersteunen van de laagste inkomens.
#### 3.2.4 Verband tussen NBR en herverdeling naar het laagste kwartiel
Er wordt een negatief verband waargenomen tussen de totale NBR en de herverdeling naar de laagste inkomensgroepen. Dit kan betekenen dat landen met een hoge algemene herverdeling niet noodzakelijkerwijs de laagste inkomensgroepen evenredig sterk ondersteunen, of dat de herverdeling naar andere groepen relatief groter is.
### 3.3 Relatie tussen NBR, RE en Q1-NBR voor België
De relatie tussen de totale NBR en RE is niet eendimensionaal en varieert per land.
* **Positief verband:** In landen als Finland, Luxemburg, Griekenland en België is er een duidelijk positief verband tussen de totale NBR en RE. Dit suggereert dat in deze landen een hogere algemene herverdeling gepaard gaat met een hogere efficiëntie in het herverdelingsproces, of dat de maatstaf RE deze effecten goed vangt.
* **Afwijkende patronen:** Landen als Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk vertonen gemiddelde RE-waarden terwijl de totale NBR en pensioen-gerelateerde NBR's zeer laag zijn. Daarnaast hebben landen als Ierland, Portugal, Denemarken en Spanje vergelijkbare RE-waarden, maar grote verschillen in NBR's.
#### 3.3.1 Specifieke bevindingen voor België
* **Totale NBR en RE:** Voor België is er een duidelijk positief verband tussen de totale NBR en RE.
* **Q1-NBR en RE:** De correlatie tussen Q1-NBR en RE is over het algemeen zwak, behalve in België en Finland, waar deze correlatie sterker is. Dit impliceert dat in België, naast de algemene herverdeling, de herverdeling specifiek naar de laagste inkomensgroepen redelijk goed correleert met de algemene efficiëntie van het herverdelingsstelsel (zoals gemeten door RE).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Herverdeling | Het proces waarbij inkomen of welvaart van bepaalde groepen in de samenleving wordt overgedragen naar andere groepen, meestal via overheidsbeleid zoals belastingen en sociale uitkeringen. |
| Marktinkomen | Het inkomen dat een huishouden verdient voordat belastingen worden afgetrokken en uitkeringen worden ontvangen. Dit omvat salarissen, winsten, rente en huurinkomsten. |
| Beschikbaar inkomen | Het inkomen dat een huishouden daadwerkelijk kan besteden na aftrek van belastingen en toevoeging van ontvangen sociale uitkeringen en overdrachten. |
| RE (Redistributive Effect) | Een maatstaf die de mate van herverdeling van inkomen kwantificeert, gebaseerd op de verandering van inkomen door overheidsinterventies. Het wordt vaak berekend als het verschil tussen het inkomen na herverdeling en het marktinkomen, gedeeld door het marktinkomen of een andere referentiewaarde. |
| NBR (Net Benefit Ratio) | Een indicator die de netto voordelen van herverdeling meet, vaak uitgedrukt als een verhouding of percentage. Deze ratio kan verschillende aspecten van herverdeling omvatten, afhankelijk van de specifieke berekening. |
| Kwartiel | Een van de vier gelijke groepen waarin een gegevensverzameling, gerangschikt op grootte, kan worden verdeeld. Het eerste kwartiel (Q1) vertegenwoordigt de laagste 25% van de gegevens, het tweede kwartiel (Q2) de volgende 25%, enzovoort. |
| Old age oriented countries | Een classificatie van landen die worden gekenmerkt door een hoge mate van algemene herverdeling, ruime voorzieningen voor de oudere bevolking, en potentieel minder gerichte steun voor jongere, niet-gepensioneerde inkomensgroepen. |
| Beschikbare inkomens van huishoudens | Het inkomen dat huishoudens na belastingen en sociale betalingen overhouden voor consumptie en besparingen. Dit is het inkomen dat bepaalt hoe huishoudens hun uitgaven kunnen financieren. |
| Generositeit ten opzichte van de hoogste inkomens | De mate waarin een herverdelingssysteem gunstig uitpakt voor huishoudens met de hoogste inkomens, bijvoorbeeld door relatief lage belastingen of specifieke voordelen die hen ten goede komen. |
| Herverdeling naar het laagste kwartiel | Het proces waarbij inkomen en voordelen worden verschoven van hogere inkomensgroepen naar de groep met de laagste inkomens, om inkomenongelijkheid te verminderen en sociale zekerheid te verhogen. |