Cover
Start now for free H23 -vervolg les 9 (248-250)
Summary
# Het Niskanenmodel van de budgetmaximaliserende ambtenaar
Dit model stelt dat ambtenaren, gemotiveerd door persoonlijke voordelen, streven naar de maximalisatie van het overheidsbudget, wat leidt tot een inefficiënte en te grote overheid [1](#page=1) [2](#page=2) [3](#page=3).
### 1.1 De kern van het Niskanenmodel
Het Niskanenmodel is een van de vier verklaringen voor de groei van de overheid en focust op de inherente dynamiek van overheidsinstanties die zichzelf willen uitbreiden. Het centrale idee is dat ambtenaren niet enkel het maatschappelijk belang nastreven, maar ook hun eigen voordelen, zoals macht, aanzien, prestige en het behoud van hun baan. Dit leidt ertoe dat het niveau van overheidsbestedingen hoger uitvalt dan sociaal wenselijk is [1](#page=1) [2](#page=2).
#### 1.1.1 Kenmerken van ambtenaren volgens Niskanen
Volgens Niskanen bezitten ambtenaren specifieke kenmerken die hen in staat stellen om hun budgetdoelen te realiseren:
* Ze zijn beter geïnformeerd dan politici over de werking van de administratie [2](#page=2).
* Ze hebben een langere aanwezigheid binnen de organisatie dan politici [2](#page=2).
* Vaste benoemingen beperken de mogelijkheden om hen effectief te sanctioneren, waardoor ze niet snel ontslagen worden [2](#page=2).
#### 1.1.2 De budgetmaximalisatie als drijfveer
Ambtenaren streven naar een 'maximaal bureau'. Dit betekent dat ambtenaren met expansiezucht de overhand krijgen op diegenen die met een lager budget genoegen zouden nemen. Omdat de inkomsten van de overheid voornamelijk uit belastingen komen, is de directe link tussen de betaler en de begunstigde van de overheidsuitgaven minder duidelijk. Dit stelt ambtenaren in staat om meer uit te geven dan wenselijk is vanuit een maatschappelijk perspectief. Het gevolg is een te hoog niveau van dienstverlening [2](#page=2).
> **Tip:** Beschouw het Niskanenmodel als een kritische analyse van de bureaucratie, waarbij de focus ligt op de potentiële belangenconflicten tussen de ambtenaar en de burger of de politieke leiding.
### 1.2 Het verband tussen kosten, baten en overheidsbestedingen
Het model schetst een situatie waarin de ambtenaar de marginale kostenfunctie kent, dus weet hoeveel het kost om extra beleid te voorzien [2](#page=2).
#### 1.2.1 Maatschappelijk optimum versus ambtenarenoptimum
* **Q*** is gedefinieerd als het maatschappelijke optimum van dienstverleningen, waar de marginale kosten gelijk zijn aan de marginale baten (MK = MBTB) [3](#page=3).
* De ambtenaar slaagt er echter in om niet Q* te realiseren, maar streeft naar **Qmax**. Dit is het niveau waar de marginale betalingsbereidheid van de burgers nog net positief is of waar het nog waarde oplevert en gewaardeerd wordt [3](#page=3).
* Op het niveau van Qmax zijn de marginale kosten significant hoger dan de marginale baten. De burger is zich wel bewust van belastingen, maar hecht minder belang aan de herkomst van het geld, een situatie die door de ambtenaar wordt misbruikt [3](#page=3).
#### 1.2.2 Inefficiëntie en welvaartsverlies
De situatie waarin de overheid opereert op Qmax in plaats van Q* is inefficiënt, omdat de marginale kosten hoger zijn dan de marginale baten van het beleid. De totale baten kunnen worden voorgesteld als de oppervlakte onder de MBTB-curve, en de totale kosten als de oppervlakte onder de TK-curve. Het efficiënte niveau zou Q* zijn [3](#page=3).
Er ontstaat een welvaartsverlies als gevolg van de overtollige publieke dienstverlening tussen Qmax en Q* [3](#page=3).
> **Tip:** Visualiseer deze concepten met behulp van een grafiek met de marginale kosten (MK) en marginale baten (MBTB) curven. Het maatschappelijk optimum (Q\*) is waar MK = MBTB. Het ambtenarenoptimum (Qmax) ligt verder naar rechts, waar MK > MBTB.
### 1.3 Toepassing op overheidsbedrijven
Het budgetmaximaliserende principe kan ook worden toegepast op managers van overheidsbedrijven [3](#page=3).
#### 1.3.1 Kenmerken van overheidsorganisaties
Managers van overheidsorganisaties, zoals publieke omroepen of transportbedrijven, opereren vaak onder sterke politieke sturing. Ze ontvangen subsidies en de consumentenprijs ligt vaak lager dan de werkelijke kostprijs [3](#page=3).
#### 1.3.2 Streven naar budgetmaximalisatie
In deze context streeft de manager niet naar winstmaximalisatie, maar naar budgetmaximalisatie. Hoewel 'beheersovereenkomsten' bedoeld zijn om dit tegen te gaan, blijft het potentieel voor budgetuitbreiding bestaan [3](#page=3).
> **Example:** Een manager van een overheidsbedrijf kan geneigd zijn om meer geld uit te geven aan projecten die de zichtbaarheid van het bedrijf vergroten, zelfs als deze projecten niet de meest kostenefficiënte zijn om het maatschappelijk doel te bereiken. Dit kan zich uiten in overmatige reclamecampagnes of het lanceren van dure, niet-essentiële diensten.
---
# Verklaringen voor de groei van de overheidsuitgaven
Dit topic verklaart de significante groei van overheidsuitgaven ten opzichte van het Bruto Binnenlands Product (BBP) gedurende de laatste eeuw, door middel van vier theoretische modellen: het Niskanenmodel, de wet van Wagner, de wet van Baumol en het Pal of Ratchet effect.
### 2.1 Het Niskanenmodel: de budgetmaximaliserende ambtenaar
Het Niskanenmodel, voorgesteld door Niskanen, stelt dat de overheid inherent de neiging heeft om te groot te worden en inefficiënt te opereren, simpelweg door haar bestaan. Dit model focust op de interne dynamiek binnen de overheid die automatisch tot groei leidt [1](#page=1) [2](#page=2).
#### 2.1.1 De ambtenaar als homo economicus
Kern van het Niskanenmodel is de hypothese dat ambtenaren en bureaucraten zich gedragen als *homo economicus*. Zij streven niet primair het algemeen belang na, maar persoonlijke voordelen zoals macht, aanzien, prestige, en het behoud van hun baan [2](#page=2).
#### 2.1.2 Kenmerken van ambtenaren die inefficiëntie bevorderen
Verschillende specifieke kenmerken van ambtenaren dragen bij aan de potentiële inefficiëntie:
* **Informatievoorsprong:** Ambtenaren zijn beter geïnformeerd over de administratie en beleidsuitvoering dan politici [2](#page=2).
* **Stabiliteit:** Zij zijn doorgaans langer werkzaam dan verkozen politici [2](#page=2).
* **Beperkte sancties:** Vaste benoemingen en geringe sanctioneringsmogelijkheden maken het moeilijk om hen te ontslaan, zelfs bij suboptimale prestaties [2](#page=2).
#### 2.1.3 Het streven naar een maximaal bureau
Volgens het Niskanenmodel streven ambtenaren naar een 'maximaal bureau' of een 'maximale omzet'. Dit betekent dat ambtenaren met expansiedrang de overhand krijgen op diegenen die genoegen nemen met een lager budget. Het gevolg is dat het niveau van overheidsuitgaven hoger ligt dan sociaal wenselijk is [2](#page=2) [3](#page=3).
#### 2.1.4 Het mechanisme van budgetmaximalisatie
Ambtenaren kennen de marginale kostenfunctie van beleid en dienstverlening. Aangezien de inkomsten van de overheid voornamelijk uit belastingen komen, is de link tussen de burger die betaalt en de specifieke besteding niet altijd direct duidelijk. Dit stelt ambtenaren in staat om meer uit te geven dan wenselijk zou zijn [2](#page=2).
#### 2.1.5 Het maatschappelijk optimum versus de realiteit
* **Maatschappelijk optimum ($Q^\ast$):** Dit is het niveau van dienstverlening waarbij de marginale kosten ($MK$) gelijk zijn aan de marginale baat (of betalingsbereidheid, $MBTB$) voor de samenleving ($MK = MBTB$). Dit is het efficiënte punt [3](#page=3).
* **Maximale output ($Q_{max}$):** De ambtenaar slaagt er echter in om een output te realiseren die verder gaat dan $Q^\ast$, namelijk $Q_{max}$. Dit is het niveau waar de marginale betalingsbereidheid van burgers nog net positief is, of waar het nog enige waarde oplevert, zelfs als de marginale kosten aanzienlijk hoger zijn dan de marginale baten. De burger is zich hierdoor minder bewust van de herkomst van de belastingen, een situatie die de ambtenaar kan misbruiken [3](#page=3).
#### 2.1.6 Welvaartsverlies
Deze situatie leidt tot inefficiëntie omdat de maatschappij zich op een punt bevindt rechts van $Q^\ast$, waar de marginale kosten van beleid de marginale baten overtreffen. Het verschil tussen de totale baten (oppervlakte onder de $MBTB$-curve) en de totale kosten (oppervlakte onder de $MK$-curve) is niet optimaal. Er ontstaat een welvaartsverlies door de overtollige publieke dienstverlening, gedefinieerd als het verschil $Q_{max} - Q^\ast$ [3](#page=3).
#### 2.1.7 Toepassing op overheidsorganisaties
Het principe van de budgetmaximaliserende manager kan ook worden toegepast op overheidsorganisaties die commerciële activiteiten ontplooien, zoals publieke omroepen (VRT), openbaarvervoerbedrijven (De Lijn, NMBS) of nutsbedrijven (EANDIS). Deze organisaties opereren vaak onder sterke politieke sturing, ontvangen subsidies en hanteren prijzen die lager liggen dan de werkelijke kostprijs. Hun managers streven naar budgetmaximalisatie in plaats van winstmaximalisatie, hoewel 'beheersovereenkomsten' dit proberen tegen te gaan [3](#page=3).
### 2.2 De wet van Wagner
De wet van Wagner, ook bekend als de wet van Peacock en Wiseman, stelt dat de relatieve omvang van overheidsuitgaven ten opzichte van het BBP in de loop der tijd een stijgende trend vertoont [1](#page=1).
### 2.3 De wet van Baumol
De wet van Baumol verklaart de groei van overheidsuitgaven door te verwijzen naar de relatieve prijsstijgingen in de publieke sector vergeleken met de private sector. Baumol stelt dat sectoren met een lagere productiviteitsgroei (vaak diensten, zoals onderwijs en gezondheidszorg) een relatieve prijsstijging kennen ten opzichte van sectoren met een hogere productiviteitsgroei (zoals industrie en technologie) [1](#page=1).
### 2.4 Het Pal of Ratchet effect
Het Pal of Ratchet effect beschrijft hoe overheidsuitgaven de neiging hebben om te stijgen tijdens crises of periodes van noodzaak (de 'pal' of 'spiraal'), en na afloop van de crisis niet meer terugkeren naar het oorspronkelijke, lagere niveau (de 'ratchet' of 'omhoogdraaiend mechanisme'). Dit leidt tot een structurele verhoging van de overheidsuitgaven [1](#page=1).
---
# De budgetmaximaliserende manager van een overheidsbedrijf
Dit topic breidt het Niskanenmodel uit naar managers van overheidsorganisaties die, ondanks politieke sturing en subsidies, streven naar budgetmaximalisatie in plaats van winstmaximalisatie, wat kan leiden tot een te hoog niveau van dienstverlening [ ] [3](#page=3).
### 3.1 Uitbreiding van het Niskanenmodel naar overheidsbedrijven
Het concept van budgetmaximalisatie door managers kan ook toegepast worden op overheidsorganisaties en hun managers [ . Hierbij kan gedacht worden aan organisaties zoals de VRT, De Lijn, de NMBS, EANDIS, of culturele centra [ . Deze organisaties kenmerken zich vaak door sterke politieke sturing en ontvangen subsidies, waardoor de prijs die consumenten betalen lager ligt dan de werkelijke kosten van de dienstverlening [ ] [3](#page=3).
#### 3.1.1 Doelstelling van de manager
In tegenstelling tot managers in de private sector, die streven naar winstmaximalisatie, zal de manager van een overheidsbedrijf eerder gericht zijn op budgetmaximalisatie [ . Dit betekent dat de manager probeert het budget van de organisatie zo groot mogelijk te maken [ ] [3](#page=3).
#### 3.1.2 De rol van de 'beheersovereenkomst'
Om de tendens tot budgetmaximalisatie en de mogelijke inefficiëntie tegen te gaan, wordt vaak een 'beheersovereenkomst' ingevoerd [ . Deze overeenkomst dient als een instrument om de doelstellingen van de overheidsorganisatie beter af te stemmen op maatschappelijke behoeften en efficiëntie [ ] [3](#page=3).
### 3.2 Inefficiëntie door budgetmaximalisatie
De ambitie van een manager om het budget te maximaliseren, kan leiden tot inefficiëntie binnen de overheidsorganisatie [ . Dit fenomeen kan worden gevisualiseerd met behulp van een vraag- en aanbodmodel, waarbij de marginale kosten (MK) en de marginale bereidheid tot betalen (MBTB) van burgers centraal staan [ ] [3](#page=3).
#### 3.2.1 Het maatschappelijk optimum versus het door de manager nagestreefde niveau
* **Maatschappelijk optimum ($Q^*$)**: Dit is het efficiënte niveau van dienstverlening, waarbij de marginale kosten ($MK$) gelijk zijn aan de marginale baten van de overheidsdienst, wat overeenkomt met de marginale bereidheid tot betalen van burgers ($MBTB$) [ . Formeel is dit het punt waar $MK = MBTB$ [3](#page=3).
* **Maximalisatie niveau ($Q_{max}$)**: De budgetmaximaliserende manager zal echter streven naar een niveau van dienstverlening dat verder gaat dan het maatschappelijk optimum. Dit niveau, $Q_{max}$, is het punt waar de marginale betalingsbereidheid van burgers nog net positief is, of waar de dienstverlening nog net als waardevol wordt beschouwd, ook al zijn de marginale kosten aanzienlijk hoger dan de marginale baten [ . Op dit punt is $MK > MBTB$ [3](#page=3).
> **Tip:** De kern van het probleem ligt in het feit dat de manager de hogere marginale kosten, die voortvloeien uit een groter budget, minder direct hoeft te verantwoorden aan de burgers dan de baten van de dienstverlening. Burgers zijn zich bewust van belastingen, maar de specifieke herkomst van het geld en de efficiëntie van overheidsuitgaven worden niet altijd nauwlettend gevolgd [ ] [3](#page=3).
#### 3.2.2 Welvaartsverlies
Wanneer een overheidsbedrijf opereert op het niveau $Q_{max}$ in plaats van het maatschappelijk optimum $Q^*$, ontstaat er een inefficiëntie [ . Dit leidt tot een welvaartsverlies voor de samenleving [ ] [3](#page=3).
* **Totale baten**: De totale baten worden weergegeven door de oppervlakte onder de MBTB-curve tot aan het betreffende dienstverleningsniveau [ ] [3](#page=3).
* **Totale kosten**: De totale kosten worden weergegeven door de oppervlakte onder de curve van de totale kosten (TK) [ ] [3](#page=3).
Het welvaartsverlies resulteert uit de overtollige publieke dienstverlening in de range van $Q^*$ tot $Q_{max}$, waarvoor de marginale kosten hoger zijn dan de marginale baten [ ] [3](#page=3).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Niskanenmodel | Een economisch model dat stelt dat ambtenaren, in hun streven naar persoonlijke voordelen zoals macht en aanzien, een maximaal budget nastreven voor hun departement. Dit resulteert in een inefficiënt grote overheid en een te hoog niveau van overheidsbestedingen en dienstverlening. |
| Budgetmaximaliserende ambtenaar | Een type ambtenaar binnen het Niskanenmodel dat niet primair het maatschappelijk belang nastreeft, maar zich richt op het maximaliseren van het budget van zijn of haar afdeling. Dit wordt bereikt door het aanbieden van meer overheidsdiensten dan sociaal optimaal is. |
| Homo economicus hypothese | De economische aanname dat individuen rationeel handelen en primair hun eigenbelang nastreven, zoals macht, aanzien of het behoud van hun baan. In de context van ambtenaren betekent dit dat zij niet altijd het algemeen belang als hun hoofddoel zien. |
| Maatschappelijk optimum | Het efficiënte niveau van dienstverlening waarbij de marginale kosten van de dienstverlening gelijk zijn aan de marginale baat of de marginale betalingsbereidheid van de burgers ($MK = MBTB$). Dit is het punt waar de welvaart van de samenleving gemaximaliseerd wordt. |
| Marginale kosten | De extra kosten die gepaard gaan met de productie van één extra eenheid van een goed of dienst. In de context van overheidsdiensten zijn dit de kosten om één extra eenheid beleid of dienstverlening te leveren. |
| Marginale betalingsbereidheid | Het bedrag dat een individu of de samenleving maximaal bereid is te betalen voor één extra eenheid van een goed of dienst. Dit weerspiegelt de marginale baat of het nut dat uit die extra eenheid wordt gehaald. |
| Welvaartsverlies | Een vermindering van de totale welvaart in een samenleving, vaak veroorzaakt door inefficiëntie in de markt of door overheidsinterventies. In dit geval ontstaat het welvaartsverlies door overtollige publieke dienstverlening die meer kost dan dat het oplevert. |
| Omzetmaximaliserende manager | Een manager binnen een overheidsbedrijf die niet streeft naar winstmaximalisatie, maar naar het maximaliseren van de omzet of het budget van het bedrijf. Dit kan leiden tot een grotere schaal dan economisch efficiënt is. |
| Beheersovereenkomst | Een contractuele afspraak tussen een overheid en een overheidsbedrijf om de doelstellingen en prestaties van dat bedrijf te sturen en te reguleren. Het doel is vaak om efficiëntie te bevorderen en te voorkomen dat managers hun eigenbelang nastreven ten koste van het publieke belang. |