samenvatting.docx
Summary
# De rol van overheden en instanties in de gezondheidszorg
Dit hoofdstuk beschrijft de complexe organisatie van de gezondheidszorg in België, waarbij de bevoegdheden verdeeld zijn over verschillende bestuursniveaus, en de diverse instanties die een rol spelen in het gezondheidsbeleid en de gezondheidsbevordering.
### 1.1 De Belgische staatsstructuur en gezondheidszorg
België is een federale staat met een gelaagde staatsstructuur die de besluitvorming en uitvoering van gezondheidszorgbeleid beïnvloedt. De bevoegdheden zijn verdeeld over de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten, de provincies en de gemeenten.
#### 1.1.1 Niveau 1: Federale overheid, gemeenschappen en gewesten
België kent drie gemeenschappen (Vlaamse, Franstalige, Duitstalige) en drie gewesten (Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk), naast de federale overheid. De bevoegdheidsverdeling is als volgt:
* **Federale overheid:** Verantwoordelijk voor financiën, sociale zekerheid, en belangrijke delen van volksgezondheid.
* De **Federale Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken** stuurt twee Federale Overheidsdiensten (FOD's) aan:
* **FOD Sociale Zekerheid:** Waarborgt de levensstandaard door coördinatie van sociaal beleid, sociale dienstverlening en de bestrijding van sociale fraude. Het Belgische sociale beschermingssysteem kent twee pijlers: de klassieke sociale zekerheid (pensioenen, werkloosheid, etc.) en sociale bijstand (leefloon, inkomensgarantie, etc.).
* Onder toezicht van de FOD Sociale Zekerheid vallen het **RIZIV** (beheer van ziekteverzekering, tariefbepaling) en het **KCE** (wetenschappelijk advies, klinische richtlijnen).
* **FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu:** Bevoegd voor voeding (voedselveiligheid, tabak, alcohol), gezondheid (ziekenhuisfinanciering, zorgberoepen, vaccinaties), dieren en planten, en milieu. De missie is "One world, one health".
* **Gewesten:** Verantwoordelijk voor economie, milieu, mobiliteit en ruimtelijke ordening.
* **Gemeenschappen:** Verantwoordelijk voor cultuur, onderwijs en persoonsgebonden aangelegenheden, waaronder ook gezondheidszorg valt.
Enkele belangrijke wetenschappelijke instellingen die het federale gezondheidsbeleid ondersteunen zijn:
* **Sciensano:** Verzamelt en analyseert gezondheidsgegevens voor beleidsmakers. De Belgian Health Interview Survey (BHIS) is een belangrijk instrument.
* **Hoge Gezondheidsraad (HGR):** Adviseert de overheid over volksgezondheid met behulp van nationale en internationale experts.
* **Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV):** Controleert de veiligheid en kwaliteit van de voedselketen.
#### 1.1.2 Vlaamse overheid
De Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest zijn samengevoegd tot één bestuursstructuur met een Vlaams Parlement en een Vlaamse regering. De minister van Welzijn is bevoegd voor persoonsgebonden aangelegenheden, waaronder:
* Preventief gezondheidsbeleid (gericht op bevolkingsniveau).
* Erkenning van zorgberoepen en -instellingen.
* Kwaliteitsbewaking van zorgvoorzieningen.
* Vlaamse sociale bescherming (zorgbudgetten).
* Eerstelijnszorg (geïntegreerd via eerstelijnszones).
* Digitalisering van de zorg (eZorgzaam Vlaanderen, Vitalink).
Het **facettenbeleid** is een belangrijk principe waarbij gezondheid ook wordt meegenomen in andere beleidsdomeinen zoals onderwijs, werk en ruimtelijke ordening.
De kwaliteitsopvolging van zorgvoorzieningen gebeurt via:
* Inspecties door de **Zorginspectie**.
* Vrijwillige accreditaties door externe organisaties.
* Metingen van kwaliteitsindicatoren door het **Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ)**.
Eerstelijnszorg wordt georganiseerd via **eerstelijnszones**, die samenwerking bevorderen tussen zorg- en welzijnsactoren, aangestuurd door een zorgraad. Het **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO)** is een samenwerking om sociale hulpverlening te coördineren.
De digitalisering van de zorg omvat initiatieven zoals het federale **eHealth-platform** en Vlaamse realisaties zoals **Vitalink**.
#### 1.1.3 Niveau 2: Provincies
Provincies fungeren als een tussenniveau tussen gewesten en gemeenten. De gouverneur coördineert op provinciaal niveau. Provincies zijn o.a. verantwoordelijk voor noodplanning, infrastructuur, onderwijsinstellingen op provinciaal niveau, milieu- en natuurbeheer, cultuur, toerisme, en welzijn en gezondheid. De **Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC)** adviseert over volksgezondheid, controleert zorgverleners en ziet toe op wachtdiensten en rampenplannen.
#### 1.1.4 Niveau 3: Gemeenten
Gemeenten spelen een essentiële, ondersteunende en verbindende rol, met name op het vlak van preventie, welzijn en lokale zorgcoördinatie.
* Ze voeren **lokaal gezondheidsbeleid** en organiseren preventieve campagnes.
* Ze ondersteunen en coördineren de **eerstelijnszorg** binnen eerstelijnszones.
* Gemeenten nemen actief deel aan het **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO)** via het OCMW.
* Ze spelen een coördinerende rol bij **crisis- en noodplanning**.
* Gemeenten dragen bij aan een **gezonde leefomgeving** via ruimtelijke ordening en mobiliteit.
* Ze ondersteunen **mantelzorgers en vrijwilligers**.
### 1.2 Kenmerken van de gezondheidszorg in België
* **Een verplichte solidaire ziekteverzekering:** Financiert voornamelijk curatieve gezondheidszorg via maandelijkse bijdragen van werknemers en werkgevers. Ongeveer 99% van de bevolking is verplicht verzekerd voor een breed pakket aan geneeskundige verstrekkingen. De financiering gebeurt via de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en ziekenfondsen.
* **Een ruim aanbod:** België kenmerkt zich door een hoge beschikbaarheid van bekwame zorgverstrekkers en moderne infrastructuur. Het aantal artsen wordt gereguleerd door een quotasysteem.
* **Vrije keuze:** Burgers hebben een vrije keuze van verzekeringsinstelling en zorgverleners. Dit stimuleert concurrentie, maar kan ook leiden tot overconsumptie van zorg. Het **Globaal Medisch Dossier (GMD)** bevordert zorgcoördinatie.
* **Overleg met betrekking tot prijzen en tarieven:** Prijzen en tarieven worden vastgelegd via tweejaarlijkse nationale overeenkomsten (conventies) tussen verzekeringsinstellingen en zorgberoepen. De Belgische nomenclatuur is zeer specifiek.
* **Moeilijk beheersbare uitgaven:** De uitgaven aan gezondheidszorg stijgen gestaag door vergrijzing, chronische ziekten en dure technologieën. Maatregelen zoals 'pay for performance' en 'globale prospectieve bedragen' worden overwogen. De financiering komt uit overheid (ca. 77%), privaat (ca. 5%) en zorgontvangers (ca. 18%, remgelden en out-of-pocket uitgaven). De **maximumfactuur (MAF)** beschermt gezinnen tegen hoge medische kosten.
### 1.3 De zorgverzekeraar, rechthebbende en zorgverstrekker
* **De zorgverzekeraar (ziekenfonds):** Iedereen schrijft zich in bij een ziekenfonds dat de ziekteverzekering uitvoert en uitkeringen uitbetaalt. Naast de verplichte verzekering bieden ziekenfondsen ook aanvullende diensten en voordelen aan.
* **Rechthebbende of gebruiker:** De gehele Belgische bevolking is gedekt. Dit zijn 'gerechtigden' (op basis van beroepsbezigheid) en 'personen ten laste'. Aansluiting bij een ziekenfonds en betaling van sociale zekerheidsbijdragen zijn vereist.
* **Zorgverstrekker:** Moet een diploma voorleggen. Kan 'geconventioneerd' (volgt tarieven) of 'niet-geconventioneerd' (mag hogere tarieven aanrekenen) zijn. De verplichte ziekteverzekering komt tussen in prestaties en producten die zijn opgenomen in de nomenclatuur. Het persoonlijk aandeel (remgeld) varieert. **Ereloonsupplementen** zijn de bedragen die niet-geconventioneerde verstrekkers bovenop de officiële tarieven aanrekenen.
### 1.4 Modellen van gedragsverandering en preventie
Dit deel van de tekst behandelt modellen die verklaren waarom mensen bepaald gedrag vertonen en hoe dit gedrag kan worden beïnvloed ten gunste van gezondheid.
#### 1.4.1 Gezondheidsdeterminanten
Factoren die aan de basis liggen van gezondheid. Het **Health Field Concept van Lalonde** vat deze samen in categorieën zoals genen, gedrag, fysieke omgeving en maatschappelijke omstandigheden. De gezondheid is het resultaat van de wisselwerking tussen deze determinanten.
* **Gedragsdeterminanten:** Factoren die de keuze voor gezond of ongezond gedrag beïnvloeden. Het **Gedragswiel** van het Vlaams Instituut Gezond Leven categoriseert deze in competenties, drijfveren en context (microniveau, mesoniveau, macroniveau).
#### 1.4.2 Preventie en Gezondheidsbevordering
* **Preventie:** Het voorkomen dat iets gebeurt. Men onderscheidt:
* **Primair:** Voorkomen van ziekte of problemen.
* **Secundair:** Vroegtijdig opsporen van ziekte.
* **Tertiair:** Complicaties voorkomen bij reeds bestaande gezondheidsproblemen.
* **Selectief:** Gericht op risicogroepen.
* **Geïndiceerd:** Gericht op personen met symptomen.
* **Zorggerelateerd:** Gericht op gediagnosticeerde patiënten.
* **Preventieparadox:** Collectieve benaderingen leveren meer gezondheidswinst op bevolkingsniveau dan individueel gerichte interventies.
* **Gezondheidsbevordering/gezondheidsvoorlichting:** Activiteiten gericht op het motiveren van mensen tot gezonder gedrag, zowel individueel als in de omgeving. Dit omvat educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, en zorg en begeleiding.
#### 1.4.3 Modellen van gedragsverandering
* **Health Belief Model (HBM):** Verklaart gedrag op basis van waargenomen dreiging (vatbaarheid, ernst), gedragsevaluatie (voordelen vs. barrières) en "cue to action".
* **ASE model:** Attitude, zelf-effectiviteit en aanleg (intentie) spelen een rol. Het model onderschat echter de invloed van de omgeving.
* **Transtheoretisch model (Stages of Change):** Ziet gedragsverandering als een proces met verschillende stadia: precontemplatie, contemplatie, voorbereiding, actieve verandering, en behoud. Terugval is mogelijk, maar kan als leermoment dienen.
#### 1.4.4 Praktische toepassingen en interventies
* **SMART-doelstellingen:** Een methode om doelen concreet en meetbaar te maken (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden).
* **Gezondheidsmatrix:** Helpt bij het systematisch plannen en evalueren van gezondheidsbeleid door acties te structureren naar strategieën (educatie, omgevingsinterventies, afspraken, zorg) en werkniveaus.
* **Interventies in Vlaanderen:** Organisaties zoals **Gezond Leven**, **Kind en Gezin**, **VAD** (expertisecentrum voor Alcohol en andere drugs), **VLESP** (expertisecentrum Suïcidepreventie), en de **Diabetes Liga** bieden ondersteuning en programma's.
* **Voorbeelden van interventies:**
* **Bewegen op verwijzing:** Stimuleert inactieve personen om meer te bewegen met begeleiding van een coach.
* **Wisselwerken:** Beperken van langdurig stilzitten op het werk door afwisseling van zithouding.
* **10 000 stappen:** Streven naar een dagelijkse stapdoel om inactiviteit tegen te gaan.
* **Snack & chill:** Gezondere snackbars op scholen.
* **Gezondheidsbeleid:** Een gestructureerde aanpak die gericht is op het bereiken van gezondheidsdoelstellingen door middel van diverse strategieën en interventies, zowel op individueel als op omgevingsniveau. Een effectief beleid vereist inzicht, concrete acties, uitvoering, en evaluatie.
---
Hier is een gedetailleerd studieoverzicht over de rol van overheden en instanties in de gezondheidszorg, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
De organisatie van de gezondheidszorg in België is complex en wordt beïnvloed door een gelaagde staatsstructuur, waarbij bevoegdheden verdeeld zijn over verschillende beleidsniveaus, wat resulteert in een dynamisch maar soms gefragmenteerd zorglandschap.
België is een federaal land met drie bestuursniveaus die beslissingen over gezondheidszorg nemen: de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten; de provincies; en de gemeenten. De zesde staatshervorming heeft geleid tot een overdracht van bevoegdheden naar de deelstaten, wat de coördinatie en integratie van zorg beïnvloedt.
#### 1.1.1 Federale overheid, gemeenschappen en gewesten
België kent drie gemeenschappen (Vlaamse, Franstalige, Duitstalige) en drie gewesten (Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk). Deze entiteiten opereren juridisch op hetzelfde niveau, maar hebben specifieke bevoegdheden.
* **Federale overheid:** Verantwoordelijk voor onder andere financiën, sociale zekerheid en belangrijke delen van de volksgezondheid.
* De federale minister van Volksgezondheid stuurt de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu aan.
* **FOD Sociale Zekerheid:** Waakt over de levensstandaard, coördineert sociaal beleid, biedt sociale dienstverlening en bestrijdt sociale fraude. Het Belgische sociale beschermingssysteem rust op twee pijlers: klassieke sociale zekerheid (pensioenen, werkloosheid, ziekteverzekering) en sociale bijstand (leefloon, inkomensgarantie).
* Onder toezicht van de FOD Sociale Zekerheid vallen het **RIZIV** (beheer van ziekteverzekering, tarieven, vergoedingsvoorwaarden) en het **KCE** (wetenschappelijk advies, richtlijnen, klinische studies).
* **FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu:** Bevoegd voor voeding, gezondheid (ziekenhuisfinanciering, beroepskwalificaties), dieren en planten, en milieu. De missie is "One world, one health".
* Ondersteunende wetenschappelijke instellingen: **Sciensano** (gezondheidsgegevensanalyse, onderzoek), de **Hoge Gezondheidsraad (HGR)** (advies over volksgezondheid) en het **Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV)** (controle voedselketen).
* **Vlaamse overheid:** Omvat de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest met één parlement en regering. De minister van Welzijn is bevoegd voor persoonsgebonden aangelegenheden.
* **Beleidsdomein Welzijn:** Omvat preventief gezondheidsbeleid, erkenning van zorgberoepen en -instellingen, kwaliteitsbewaking, Vlaamse sociale bescherming, en eerstelijnszorg.
* **Preventief gezondheidsbeleid:** Gericht op ziektepreventie en verhogen van levenskwaliteit, met een **facettenbeleid** (gezondheid meenemen in andere beleidsdomeinen zoals onderwijs, werk, mobiliteit, wonen, ruimtelijke ordening).
* **Erkenning en kwaliteitsbewaking:** Erkenningsnormen zijn federaal, maar de kwaliteitsopvolging gebeurt via de Zorginspectie, vrijwillige accreditaties en metingen door het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ).
* **Vlaamse sociale bescherming:** Biedt zorgbudgetten en ondersteuning voor langdurige zorgnoden.
* **Eerstelijnszorg:** Georganiseerd via **eerstelijnszones** (geografische gebieden voor samenwerking tussen zorg- en welzijnsactoren) en het **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO)** (samenwerking OCMW, CAW, ziekenfondsen voor sociale hulpverlening).
* **Digitalisering van de zorg:** Ondersteuning van de digitale informatie-uitwisseling (bv. eHealth-platform, Vitalink) met uitdagingen op het gebied van privacy, beveiliging en financiële haalbaarheid.
#### 1.1.2 Provincies
België telt tien provincies, elk met een eigen raad, deputatie en gouverneur. Ze spelen een coördinerende rol en zijn verantwoordelijk voor onder meer noodplanning, infrastructuur, onderwijs, milieu, cultuur en welzijn. De **Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC)** is een belangrijk controle- en adviesorgaan op provinciaal niveau voor de bewaking van kwaliteit, veiligheid en continuïteit van zorg.
#### 1.1.3 Gemeenten
Gemeenten spelen een essentiële, ondersteunende en verbindende rol, met name op het vlak van preventie, welzijn en lokale zorgcoördinatie. Ze voeren lokaal gezondheidsbeleid, ondersteunen en coördineren de eerstelijnszorg, participeren in het GBO, zijn betrokken bij crisis- en noodplanning, dragen bij aan een gezonde leefomgeving en ondersteunen mantelzorgers en vrijwilligers.
De Belgische gezondheidszorg wordt gekenmerkt door een aantal kernprincipes:
* **Verplichte solidaire ziekteverzekering:** Gefinancierd door maandelijkse bijdragen van werknemers en werkgevers, dekt een breed pakket aan geneeskundige verstrekkingen. De financiering komt voornamelijk uit sociale zekerheidsbijdragen, aangevuld met private verzekeringen.
* **Ruim aanbod:** Een hoge beschikbaarheid van bekwame zorgverstrekkers en moderne infrastructuur, hoewel het aantal artsen gereguleerd wordt door een quotasysteem.
* **Vrije keuze:** Patiënten kunnen zelf hun verzekeringsinstelling en zorgverleners kiezen, wat concurrentie bevordert maar ook kan leiden tot overconsumptie. Het **Globaal Medisch Dossier (GMD)** wordt bevorderd om zorgcoördinatie te verbeteren.
* **Overleg met betrekking tot prijzen en tarieven:** Vastgelegd via nationale overeenkomsten tussen verzekeringsinstellingen en zorgberoepen, gedetailleerd in een unieke nomenclatuur.
* **Moeilijk beheersbare uitgaven:** Gestegen gezondheidsuitgaven door vergrijzing, chronische ziekten en innovatieve technologieën. Maatregelen zoals 'pay for performance' en 'globale prospectieve bedragen' worden overwogen.
* Financieringsbronnen: Overheid (ca. 77%), Privaat (ca. 5%), Zorgontvangers (ca. 18% - remgelden en out-of-pocket uitgaven).
* **Maximumfactuur (MAF):** Een financiële bescherming die jaarlijkse medische kosten beperkt, met lagere plafonds voor gezinnen met lagere inkomens.
* **Ziekteverzekering in drie fasen:** Overheid (RIZIV), zorgontvanger, en zorgverstrekker werken samen.
* **Zorgverzekeraar (ziekenfonds):** Uitvoerend orgaan van de ziekteverzekering, verantwoordelijk voor uitbetalingen, aanvullende diensten en ledenvoorlichting. De prijs van de verplichte verzekering is identiek, concurrentie speelt op aanvullende verzekeringen.
* **Rechthebbende of gebruiker:** Iedereen is gedekt. Twee categorieën: gerechtigden (op basis van beroepsbezigheid) en personen ten laste. Voorwaarden: aansluiting bij een ziekenfonds en betaling van bijdragen.
* **Zorgverstrekker:** Kan **geconventioneerd** (respecteert tarieven) of **niet-geconventioneerd** (mag hogere honoraria aanrekenen) zijn. Toetreding tot de conventie biedt tariefzekerheid. Terugbetalingen zijn opgenomen in de nomenclatuur, met gedeeltelijke tegemoetkomingen voor de meeste prestaties.
### 1.3 Gezondheidsdeterminanten en preventie
Gezondheidsdeterminanten zijn factoren die aan de basis liggen van gezondheid, en de gezondheidszorg is het resultaat van de wisselwerking tussen deze determinanten.
* **Model van Lalonde:** Identificeert vier hoofdcategorieën: menselijke biologie (genen, verworven eigenschappen), leefomgeving (fysiek, maatschappelijk), leefstijl (gedrag) en gezondheidszorgsysteem (aanbod, kwaliteit, toegankelijkheid).
* **Gedragsdeterminanten:** Factoren die (on)gezond gedrag beïnvloeden, samengevat in het **gedragswiel** van het Vlaams Instituut Gezond Leven. Deze zijn onderverdeeld in:
* **Competenties:** Psychosociale, kritische, coping- en interactieve vaardigheden, alsook lichamelijke competenties.
* **Drijfveren:** Reflectief gedrag (bewuste keuzes, uitkomstverwachtingen) versus automatisch gedrag (emoties, verlangens, gewoonte, hedonisch eten). De "intention-behaviour-gap" is een belangrijk concept hierbij.
* **Context:** Microniveau (gezin), mesoniveau (school, werk), macroniveau (maatschappij). Hieronder vallen de fysieke omgeving (beschikbaarheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid – denk aan voedselwoestijnen/moerassen), sociaal-culturele omgeving (sociale normen, modeling, opvoedingsstijl), economische omgeving (kosten) en politieke omgeving (regels).
* **Preventie:** Gericht op het voorkomen van problemen.
* **Primaire preventie:** Voorkomen van ziekte of gedrag (bv. anti-rokerscampagnes).
* **Secundaire preventie:** Vroegtijdig opsporen (bv. screenings).
* **Tertiaire preventie:** Complicaties bij bestaande problemen beperken (bv. oefentherapie bij rugklachten).
* **Selectieve preventie:** Gericht op bevolkingsgroepen met verhoogd risico.
* **Geïndiceerde preventie:** Gericht op personen met symptomen die nog niet voldoen aan diagnostische criteria.
* **Zorggerelateerde preventie:** Gericht op personen die gediagnosticeerd zijn.
* **Preventieparadox:** Collectieve benaderingen leveren meer gezondheidswinst op bevolkingsniveau dan individuele hoogrisico benaderingen, maar zijn minder zichtbaar.
* **Gezondheidsbevordering/gezondheidsvoorlichting:** Motiveren tot gezonder gedrag via educatie, omgevingsinterventies (bv. nudging), afspraken en regels, en zorg en begeleiding.
* **Vlaams preventielandschap:** Gecoördineerd door de Vlaamse overheid (Departement Zorg) met ondersteuning van partnerorganisaties (bv. ziekenhuizen, universiteiten, expertisecentra zoals VAD en VLESP), regionale LOGO's en organisaties met terreinwerking (bv. CLB, Kind & Gezin).
* **Vlaamse gezondheidsdoelstellingen:** Gesteld door een gezondheidsconferentie, met actieplannen en monitoring. Recente doelstellingen focussen op fysieke activiteit, evenwichtige voeding en gezond gewicht, met aandacht voor settingsgericht werken, implementatie, "Health-in-All-Policies", kwetsbare groepen, evidence-based werken en samenwerking.
* **Gezondheidsmatrix:** Een gestructureerd overzicht van acties, dat duurzaamheid en langetermijnvisie bevordert, en waarvan de effecten gemeten worden via proces- en gezondheidsindicatoren.
* **Gezondheidsbeleid:** Een gedragslijn voor het bereiken van doelstellingen, met een mix van strategieën gericht op individu en omgeving. Een stappenplan kan helpen bij de realisatie ervan.
### 1.4 Modellen van gedragsverandering
Verschillende modellen helpen bij het begrijpen en beïnvloeden van gedragsverandering:
* **Health Belief Model (HBM):** Verklaart gedrag op basis van waargenomen dreiging (vatbaarheid, ernst), gedragsevaluatie (effectiviteit, voordelen vs. barrières) en "cue to action".
* **ASE model (Attitude, Sociale normen, Eigen-effectiviteit):** Houdt rekening met attitude, sociale normen, eigen-effectiviteit en barrières. Dit model onderschat echter de invloed van de bredere omgeving (fysiek, economisch, politiek).
* **Transtheoretisch model (Stages of Change):** Beschrijft gedragsverandering als een proces door verschillende stadia: precontemplatie, contemplatie, voorbereiding, actie, behoud, met kans op terugval. Dit model biedt een gerichte aanpak per stadium.
* **SMART-doelstellingen:** Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden, bieden duidelijkheid, motivatie en evaluatiemogelijkheden.
De documentatie beschrijft ook diverse **interventies in Vlaanderen**, zoals "Gezond leven", "Kind en Gezin", VAD, VLESP, en de Diabetes Liga. Specifieke programma's als "Bewegen op verwijzing", de focus op het beperken van stilzitten ("wisselwerken") en het nastreven van 10.000 stappen per dag worden toegelicht, evenals de ontwikkeling van een "Snack & chill" initiatief in scholen. Deze initiatieven maken gebruik van verschillende strategieën (educatie, omgevingsinterventies, afspraken/regels, zorg/begeleiding) om gedragsdeterminanten te beïnvloeden en gezondheidsdoelstellingen te bereiken.
---
Hier is de studiehandleiding over de rol van overheden en instanties in de gezondheidszorg, gebaseerd op de verstrekte tekst.
De organisatie van de gezondheidszorg in België is complex en gelaagd, waarbij bevoegdheden verdeeld zijn over verschillende bestuursniveaus: federaal, gemeenschappen/gewesten, provincies en gemeenten, elk met eigen specifieke verantwoordelijkheden in het gezondheidslandschap.
### 1.1 Bestuursniveaus en hun bevoegdheden
België kent een federale staatsstructuur met verschillende bestuursniveaus die allemaal invloed hebben op de gezondheidszorg.
#### 1.1.1 Federaal niveau
De federale overheid beheert kernbevoegdheden zoals sociale zekerheid en belangrijke delen van de volksgezondheid. De Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu is verantwoordelijk voor voeding, gezondheid, dieren & planten en milieu. De FOD Sociale Zekerheid waakt over de levensstandaard en coördineert sociaal beleid.
**Onder de FOD Sociale Zekerheid vallen:**
* **RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering):** Beheert de verplichte ziekteverzekering, stelt tarieven en vergoedingsvoorwaarden vast, en werkt samen met ziekenfondsen voor uitbetalingen.
* **KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg):** Verleent wetenschappelijk advies aan de overheid, publiceert rapporten en ontwikkelt klinische richtlijnen.
**Onder de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu vallen:**
* **Voeding:** Toezicht op voedselveiligheid, tabak, cosmetica en alcohol.
* **Gezondheid:** Financiering ziekenhuizen, kwalificatiezorgberoepen, dringende medische hulp, vaccinaties, registratie besmettelijke ziekten.
* **Dieren en planten:** Veiligheid dierlijke producten, bestrijding plantenziekten, GMO's.
* **Milieu:** Bevordering van een gezond leefmilieu.
**Wetenschappelijke ondersteuning aan het federaal beleid:**
* **Sciensano:** Verzamelt en analyseert gezondheidsgegevens, verricht wetenschappelijk onderzoek (bv. voedselconsumptiepeiling, data COVID-19), en waarborgt de onafhankelijkheid van onderzoek. De Belgian Health Interview Survey (BHIS) is een belangrijk instrument voor dataverzameling.
* **Hoge Gezondheidsraad (HGR):** Adviseert de overheid over volksgezondheid met experts uit diverse domeinen, en levert aanbevelingen, bijvoorbeeld tijdens de coronapandemie.
* **Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV):** Controleert de veiligheid en kwaliteit van de gehele voedselketen, van primaire productie tot distributie.
#### 1.1.2 Gemeenschappen en Gewesten
België kent drie gemeenschappen (Vlaamse, Franse, Duitstalige) en drie gewesten (Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk). Gewesten zijn geografisch, gemeenschappen taalkundig. In Vlaanderen zijn de gemeenschaps- en gewestbevoegdheden samengevoegd.
* **Vlaamse overheid (Gemeenschap/Gewest):** De minister van Welzijn is bevoegd voor persoonsgebonden aangelegenheden, waaronder preventief gezondheidsbeleid, erkenning van zorgberoepen en -instellingen, kwaliteitsbewaking, sociale bescherming, en eerstelijnszorg.
* **Preventief gezondheidsbeleid:** Gericht op ziektepreventie en vroegtijdige opsporing, met een focus op levensverwachting en levenskwaliteit.
* **Facettenbeleid:** Een intersectoraal beleid waarbij gezondheid wordt meegenomen in domeinen zoals onderwijs, werk, mobiliteit, wonen en ruimtelijke ordening.
* **Erkenning en kwaliteitsbewaking:** Hoewel erkenningsnormen federaal bepaald zijn, zorgt de Vlaamse overheid voor kwaliteitsopvolging via de Zorginspectie, vrijwillige accreditaties en kwaliteitsindicatoren (VIKZ).
* **Eerstelijnszorg:** Georganiseerd via eerstelijnszones met zorgraden voor lokale samenwerking en afstemming van zorg op regionale noden. Het Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO) coördineert sociale hulpverlening.
* **Digitalisering van de zorg:** Bevordert digitale informatie-uitwisseling via platforms zoals het federale eHealth-platform (Personal Health Viewer, elektronisch voorschrift, e-attestering, Sumehr) en Vlaamse initiatieven zoals Vitalink.
#### 1.1.3 Provincies
België telt tien provincies. Provincies fungeren als een tussenniveau tussen gewesten en gemeenten en zijn onder meer verantwoordelijk voor de coördinatie van noodplanning, provinciale infrastructuur en welzijn en gezondheid.
* **Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC):** Een provinciaal controle- en adviesorgaan dat adviseert over volksgezondheid, de uitoefening van zorgberoepen controleert, de geschiktheid van zorgverleners bewaakt, wachtdiensten organiseert en rampenplannen coördineert.
#### 1.1.4 Gemeenten
* **Lokaal gezondheidsbeleid:** Gemeenten voeren dit beleid uit, vaak in samenwerking met andere partners, en organiseren campagnes rond gezondheidsthema's.
* **Ondersteuning en coördinatie eerstelijnszorg:** Gemeenten nemen deel aan zorgraden binnen eerstelijnszones en faciliteren samenwerking tussen zorgverleners.
* **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO):** Gemeenten nemen hier via het OCMW actief deel aan om de toegang tot sociale hulpverlening te verbeteren.
* **Crisis- en noodplanning:** Gemeenten coördineren test- en vaccinatiecentra en communicatie tijdens crises.
* **Infrastructuur en gezonde leefomgeving:** Via ruimtelijke ordening, mobiliteit, luchtkwaliteit en groene ruimtes dragen gemeenten bij aan een gezonde leefomgeving.
* **Ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers:** Gemeenten initiëren ondersteuning voor informele zorgnetwerken.
### 1.2 Kenmerken van de Belgische gezondheidszorg
De Belgische gezondheidszorg wordt gekenmerkt door een verplichte solidaire ziekteverzekering, een ruim aanbod aan zorg, vrije keuze van zorgverleners en een gestructureerd prijs- en tariefoverleg.
#### 1.2.1 Verplichte solidaire ziekteverzekering
Dit systeem, grotendeels gefinancierd door bijdragen van werknemers en werkgevers, dekt een breed pakket aan geneeskundige verstrekkingen, waaronder consultaties, medicatie, arbeidsongeschiktheid en zwangerschapsgerelateerde kosten. De financiële basis is solidariteit.
* **Financiering:** Maandelijkse bijdragen van werknemers en werkgevers aan de RSZ, die dit verdeelt over de sociale zekerheid.
* **Terugbetalingen:** Geregeld via de nomenclatuur van de geneeskundige verzorgingen.
#### 1.2.2 Ruim aanbod aan zorg
België heeft een hoge beschikbaarheid van zorgverstrekkers, infrastructuur en apparatuur. Het aantal artsen wordt wel gereguleerd.
#### 1.2.3 Vrije keuze
Patiënten kunnen vrij hun verzekeringsinstelling en zorgverleners kiezen. Dit bevordert concurrentie maar kan ook leiden tot meer zorgconsumptie dan strikt noodzakelijk.
* **Globaal Medisch Dossier (GMD):** Wordt beheerd door de huisarts en brengt medische gegevens samen ter verbetering van de zorgcoördinatie. Het aanhouden ervan biedt financiële voordelen voor de patiënt.
#### 1.2.4 Overleg over prijzen en tarieven
Nationale overeenkomsten (conventies) tussen verzekeringsinstellingen en zorgberoepen regelen honoraria en terugbetalingstarieven. De Belgische nomenclatuur is hierin zeer specifiek.
#### 1.2.5 Moeilijk beheersbare uitgaven
De uitgaven voor gezondheidszorg blijven stijgen, mede door vergrijzing, chronische ziekten en innovatieve technologieën. Maatregelen zoals 'pay for performance' en 'globale prospectieve bedragen' worden overwogen.
* **Financieringsbronnen:** Overheid (sociale zekerheid), privaat (aanvullende verzekeringen), en zorgontvangers (remgelden, out-of-pocket).
* **Remgelden en supplementen:** Het persoonlijk aandeel van de patiënt dat niet wordt terugbetaald. De maximumfactuur (MAF) beschermt gezinnen tegen te hoge jaarlijkse medische kosten.
### 1.3 Ziekteverzekering: de drie hoofdfactoren
De ziekteverzekering in België kent drie belangrijke spelers: de overheid (via het RIZIV), de zorgontvanger en de zorgverstrekker.
#### 1.3.1 De zorgverzekeraar (ziekenfonds)
Ziektefondsen zijn de uitvoerende organen van de ziekteverzekering. Ze betalen uitkeringen uit onder controle van het RIZIV en bieden ook aanvullende diensten.
* **Taken:** Uitbetaling ziekte- en invaliditeitsverzekering, organisatie aanvullende voordelen, voorlichting leden, ondersteuning thuiszorg, en promotie van gezondheid.
* **Concurrentie:** Vooral op het vlak van aanvullende verzekeringen.
#### 1.3.2 Rechthebbende of gebruiker
De gehele Belgische bevolking is gedekt, onderverdeeld in gerechtigden (op basis van beroepsactiviteit) en personen ten laste. Aansluiting bij een ziekenfonds en het betalen van bijdragen zijn vereist.
#### 1.3.3 Zorgverstrekker
Gediplomeerde zorgverleners kunnen toetreden tot de conventie (geconventioneerd) of niet (niet-geconventioneerd).
* **Geconventioneerd:** Respecteert overeengekomen tarieven.
* **Niet-geconventioneerd:** Mag hogere honoraria aanrekenen, wat resulteert in een hogere eigen bijdrage voor de patiënt.
> **Tip:** Het systeem van conventies stimuleert tariefzekerheid en aanvaardbare tarieven voor zowel gebruiker als verstrekker.
### 1.4 Gezondheidsdeterminanten en preventie
Gezondheidsdeterminanten zijn factoren die aan de basis liggen van gezondheid. Het 'Health Field Concept' van Lalonde vat deze samen. Preventie richt zich op het voorkomen van gezondheidsproblemen, met verschillende niveaus van interventie.
* **Genen:** Genetische aanleg.
* **Verworven eigenschappen:** Opgelopen fysieke kenmerken (bv. hoge bloeddruk).
* **Gedrag:** Leefstijlkeuzes (voeding, roken, beweging).
* **Fysieke omgeving:** Klimaat, waterkwaliteit.
* **Maatschappelijke factoren:** School, werk, gezin.
* **Aanbod:** Beschikbaarheid van zorg (wachtlijsten, spoeddiensten).
* **Kwaliteit:** Opleidingen, infectiepreventie.
* **Toegankelijkheid:** Verzekeringssystemen.
#### 1.4.2 Het gedragswiel
Het Vlaams Instituut Gezond Leven ontwikkelde een gedragswiel met determinanten ingedeeld in competenties, drijfveren en context.
* **Competenties:** Psychosociale, kritische, coping-, interactieve en lichamelijke competenties.
* **Drijfveren:** Reflectief (bewust) versus automatisch (onbewust) gedrag, waarbij overtuigingen, verwachtingen, attitude, eigen-effectiviteit en emoties een rol spelen. De 'intention-behaviour-gap' is hierbij een relevant concept.
* **Context:** Microniveau (gezin), mesoniveau (school, werk), macroniveau (maatschappij).
#### 1.4.3 Preventie
Preventie heeft als doel gezondheidsproblemen te voorkomen.
* **Niveaus van preventie:**
* **Primair:** Voorkomen van ziekte of gedrag dat tot ziekte leidt (bv. anti-rokerscampagne).
* **Secundair:** Vroegtijdig opsporen van gezondheidsproblemen (bv. screenings).
* **Tertiair:** Beperken van complicaties bij bestaande gezondheidsproblemen (bv. oefentherapie bij rugklachten).
* **Preventieparadox:** Collectieve benaderingen leveren op bevolkingsniveau meer winst op dan focus op hoogrisicogroepen.
#### 1.4.4 Gezondheidsbevordering en -voorlichting
Dit omvat activiteiten om mensen te motiveren tot gezonder gedrag, gericht op individu en omgeving. Strategieën omvatten educatie, omgevingsinterventies, afspraken/regels, en zorg/begeleiding.
#### 1.4.5 Vlaams preventielandschap
Public Health streeft naar beleidsdoelen voor volksgezondheid. De Vlaamse overheid coördineert gezondheidspromotie, gesteund door partnerorganisaties en regionale verspreiders (LOGO's).
* **Vlaamse gezondheidsdoelstellingen:** Formuleren prioriteiten zoals vaccinaties, bevolkingsonderzoek, suïcidepreventie en gezonder leven. Nieuwere doelstellingen focussen op fysieke activiteit, evenwichtige voeding en gezond gewicht.
* **Health-in-All-Policies:** Een benadering die gezondheid meeneemt in alle beleidsdomeinen.
* **Settingsgericht werken:** Aanpakken van gezondheid in specifieke contexten (bv. scholen, werkplekken).
* **Gezondheidsmatrix:** Een instrument voor gestructureerd overzicht en langetermijnvisie van acties. Proces- en gezondheidsindicatoren monitoren de effectiviteit.
### 1.5 Modellen van gedragsverandering
Verschillende modellen verklaren waarom mensen bepaald gedrag vertonen en hoe dit gedrag kan worden veranderd.
#### 1.5.1 Individuele modellen
* **Health Belief Model (HBM):** Mensen nemen preventief gedrag aan als ze het gezondheidsprobleem als dreigend beschouwen, de voorgestelde actie effectief achten en de voordelen opwegen tegen de barrières.
* **ASE model (Attitude, Sociale invloed, Effectiviteit):** Houdt rekening met attitude, sociale invloed (normen, druk, steun) en eigen-effectiviteit (zelfvertrouwen) als drijfveren voor gedragsverandering. Er is kritiek op de onderschatting van omgevingsfactoren buiten de sociale context.
* **Transtheoretisch model (Stages of Change):** Ziet gedragsverandering als een proces met opeenvolgende stadia (precontemplatie, contemplatie, voorbereiding, actie, behoud, terugval). Elke fase vereist een specifieke aanpak.
#### 1.5.2 Ecologische modellen
* **ANGELO model:** Beschouwt de invloed van omgeving en biologie op gedrag.
#### 1.5.3 Strategieën voor gedragsverandering
Diverse methoden worden ingezet om gedrag te beïnvloeden, zoals stimuluscontrole, contraconditionering, contingentiemanagement, feedback, modeling en shaping.
* **SMART-doelstellingen:** Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden doelen helpen bij het concreet maken en evalueren van verandertrajecten.
### 1.6 Interventies in Vlaanderen
Verschillende organisaties en initiatieven zetten in op gezondheidsbevordering en preventie in Vlaanderen.
* **Gezond leven:** Bevordert een gezonder en toegankelijker leven.
* **Kind en gezin:** Richt zich op kansrijke opgroeiing.
* **VAD (Vlaams expertisecentrum voor Alcohol en andere drugs):** Bestrijdt problematisch middelengebruik.
* **VLESP (Vlaams expertisecentrum Suïcidepreventie):** Creëert een taboedoorbrekende omgeving rond zelfdoding.
* **Diabetes Liga:** Informeren, verbinden en mobiliseren rond diabetes.
**Voorbeelden van interventies:**
* **Bewegen op verwijzing:** Coaches helpen personen die onvoldoende bewegen om een bewegingsplan op te stellen en te implementeren. Maatregelen zoals verhoogde tegemoetkomingen en lokale netwerken ondersteunen dit.
* **Wisselwerken:** Stimuleren van variatie in werkhouding om lang stilzitten te doorbreken.
* **10.000 stappen:** Stimuleert volwassenen om dagelijks 10.000 stappen te zetten, met ondersteunend materiaal zoals stappensignalisaties en affiches.
* **Snack & chill:** Een initiatief voor gezondere snackbars op scholen, met focus op kennis, betaalbaarheid en beschikbaarheid.
* **SMART-doelstellingen communicatie:** Gebruik van social media en duidelijke doelen om projecten bekend te maken.
De gezondheidsmatrix en een gestructureerde aanpak van beleidsontwikkeling zijn essentieel voor het realiseren van een effectief en duurzaam gezondheidsbeleid.
---
# Het Vlaamse preventielandschap en gezondheidsdoelstellingen
Dit document behandelt het Vlaamse preventielandschap, de evolutie van gezondheidsdefinities en de organisatorische structuur van de gezondheidszorg in België, met specifieke aandacht voor de Vlaamse context.
## 2. Gezondheidsdefinities en visies
De definitie van 'gezondheid' is cruciaal voor het bepalen van beleid en behandelmethoden. Verschillende visies op gezondheid bestaan:
* **Biologische visie:** Gezondheid als homeostase of evenwicht in het lichaam. Ziekte ontstaat wanneer dit evenwicht verstoord is.
* **Psychologische visie:** Gezondheid is gerelateerd aan hoe iemand zich voelt.
* **Sociale visie:** Gezondheid hangt samen met het kunnen vervullen van maatschappelijke rollen.
* **Humane visie:** Een breder concept waarbij ook zelfperceptie en het kunnen vervullen van geestelijke rollen meespelen.
* **Dynamische visie:** Gezondheid wordt gezien als het aanpassingsvermogen aan wisselende omstandigheden. Men kan ondanks problemen gezond zijn door de wil om aan zichzelf te werken.
* **Medische visie:** Richt zich op de aanwijsbare oorzaak van ziekte.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) definieerde gezondheid in 1948 als "een toestand van volledig lichamelijk, sociaal en geestelijk welzijn en niet louter de afwezigheid van ziekte of gebrek". Deze definitie, die een holistisch mensbeeld weerspiegelt, werd in 1998 herformuleerd tot "een dynamische toestand van volledig fysiek, mentaal, spiritueel en sociaal welzijn en niet alleen de afwezigheid van ziekte of gebrek".
Machteld Huber introduceerde het concept van **positieve gezondheid**, gedefinieerd als "het vermogen van mensen om zich aan te passen en de eigen regie te voeren in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven". Huber onderscheidt zes dimensies van gezondheid: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, dagelijks functioneren, meedoen, en kwaliteit van leven.
## 3. Organisatie van de gezondheidszorg in België
De Belgische gezondheidszorgorganisatie is complex door de federale staatsstructuur, waarbij bevoegdheden verspreid zijn over verschillende beleidsniveaus. Sinds de zesde staatshervorming zijn veel bevoegdheden overgeheveld naar de deelstaten. Beslissingen worden genomen op drie bestuursniveaus:
### 3.1 Federale overheid, gemeenschappen en gewesten
België telt drie gemeenschappen (Vlaamse, Franstalige, Duitstalige) en drie gewesten (Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk). De bevoegdheden zijn verdeeld: de federale overheid beheert onder andere financiën, sociale zekerheid en delen van volksgezondheid. De gewesten zijn bevoegd voor economie en milieu, terwijl de gemeenschappen zich richten op cultuur, onderwijs en persoonsgebonden aangelegenheden zoals gezondheidszorg. In Vlaanderen zijn de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest samengevoegd tot één entiteit.
* **Federale overheid:**
* **FOD Sociale Zekerheid:** Coördineert sociaal beleid, biedt sociale dienstverlening en bestrijdt sociale fraude. Het Belgische sociale beschermingssysteem bestaat uit klassieke sociale zekerheid en sociale bijstand. Belangrijke instellingen onder dit mandaat zijn het RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering) en het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg).
* **FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu:** Is bevoegd voor voeding, gezondheid (financiering ziekenhuizen, kwalificatie zorgberoepen), dieren en planten, en milieu. De missie is "One world, one health". Belangrijke ondersteunende instellingen zijn Sciensano (gezondheidsgegevensanalyse), de Hoge Gezondheidsraad (HGR) (advies orgaan) en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) (controle voedselketen).
* **Vlaamse overheid:**
* De Vlaamse minister van Welzijn is bevoegd voor persoonsgebonden aangelegenheden, waaronder preventief gezondheidsbeleid, erkenning van zorgberoepen, kwaliteitsbewaking, Vlaamse sociale bescherming, en eerstelijnszorg.
* Het **preventief gezondheidsbeleid** streeft naar gezondheidswinst op bevolkingsniveau door ziektepreventie en vroegtijdige opsporing. Het hanteert het principe van **facettenbeleid**, wat inhoudt dat gezondheid een gedeelde verantwoordelijkheid is die ook in andere beleidsdomeinen (onderwijs, werk, mobiliteit, wonen, ruimtelijke ordening) wordt meegenomen.
* Kwaliteitsbewaking van zorgvoorzieningen gebeurt via inspecties door de Zorginspectie, vrijwillige accreditaties, en metingen van kwaliteitsindicatoren door het Vlaams Instituut Kwaliteit van Zorg (VIKZ).
* **Eerstelijnszorg** wordt georganiseerd via eerstelijnszones, waar zorg- en welzijnsactoren samenwerken onder leiding van een zorgraad. Het Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO) is een belangrijk samenwerkingsverband binnen de eerstelijnszones.
* De digitalisering van de zorg, met initiatieven zoals het federale eHealth-platform en Vlaamse realisaties zoals Vitalink, is een belangrijke pijler.
### 3.2 Provincies
Provincies fungeren als een tussenniveau tussen gewesten en gemeenten. Ze zijn onder andere verantwoordelijk voor noodplanning, provinciale infrastructuur, en milieu- en natuurbeheer. De Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC) is een belangrijk advies- en controleorgaan op provinciaal niveau.
### 3.3 Gemeenten
Gemeenten spelen een cruciale ondersteunende rol in gezondheidszorg, met name op het vlak van preventie en lokale zorgcoördinatie. Ze voeren lokaal gezondheidsbeleid, ondersteunen de eerstelijnszorg via de zorgraad, nemen deel aan het Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO), en coördineren crisis- en noodplanning. Gemeenten dragen ook bij aan een gezonde leefomgeving en ondersteunen mantelzorgers.
## 4. Kenmerken van de gezondheidszorg in België
De Belgische gezondheidszorg wordt gekenmerkt door:
* **Verplichte solidaire ziekteverzekering:** Gefinancierd door maandelijkse bijdragen, dekt deze een breed pakket aan geneeskundige verstrekkingen. Aanvullende private verzekeringen spelen een groeiende rol.
* **Ruim aanbod:** Een hoge beschikbaarheid van zorgverstrekkers en infrastructuur.
* **Vrije keuze:** Patiënten kunnen hun verzekeringsinstelling en zorgverleners vrij kiezen, wat concurrentie stimuleert. Het Globaal Medisch Dossier (GMD) bevordert zorgcoördinatie.
* **Overleg over prijzen en tarieven:** Via tweejaarlijkse nationale overeenkomsten (conventies) tussen verzekeringsinstellingen en zorgberoepen.
* **Moeilijk beheersbare uitgaven:** Stijgende kosten door vergrijzing, chronische ziekten en innovatieve technologieën.
De financiering van de gezondheidszorg is opgesplitst in overheid (ca. 77%), privaat (ca. 5%) en zorgontvangers (ca. 18% - remgelden en out-of-pocket uitgaven). De **maximumfactuur (MAF)** is een belangrijke financiële beschermingsmaatregel voor gezinnen met lage inkomens.
## 5. De zorgverzekeraar, rechthebbende en zorgverstrekker
* **Zorgverzekeraar (ziekenfondsen):** Zorgen voor de uitbetaling van uitkeringen en aanvullende diensten. De dienstverlening en prijs van de verplichte ziekteverzekering zijn identiek per ziekenfonds. Ze spelen ook een rol in gezondheidspromotie.
* **Rechthebbende (gebruiker):** Iedereen is gedekt door de verplichte ziekteverzekering. Er zijn gerechtigden (personen die recht openen) en personen ten laste. Men moet ingeschreven zijn bij een ziekenfonds en sociale bijdragen betalen.
* **Zorgverstrekker:** Moet een diploma kunnen voorleggen. Ze kunnen **geconventioneerd** zijn (respecteren overeengekomen tarieven) of **niet-geconventioneerd** (mogen hogere honoraria aanrekenen, maar met hogere eigen bijdrage voor de patiënt). Het deel dat niet wordt vergoed, is het remgeld of persoonlijk aandeel.
## 6. Gezondheidsdeterminanten en gedragsverandering
Gezondheidsdeterminanten zijn factoren die aan de basis liggen van gezondheid. Het **Health Field Concept van Lalonde** categoriseert deze in genen, gedrag, fysieke omgeving en maatschappelijke omstandigheden.
* **Gedragsdeterminanten:** Worden verder uitgewerkt in het **gedragswiel** van het Vlaams Instituut Gezond Leven, onderverdeeld in competenties, drijfveren en context.
* **Competenties:** Psychosociale, kritische, coping- en interactieve vaardigheden, evenals lichamelijke competenties.
* **Drijfveren:** Reflectief gedrag (uitkomstverwachtingen, eigen-effectiviteit, attitude) en automatisch gedrag (emoties, verlangens, gewoonte). De "intention-behaviour-gap" beschrijft de kloof tussen intentie en daadwerkelijk gedrag.
* **Context:** Microniveau (gezin), mesoniveau (school, werk) en macroniveau (maatschappij). De fysieke omgeving (beschikbaarheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid) en socio-culturele omgeving (sociale normen, modeling, opvoedingsstijl) spelen een grote rol. Economische en politieke omgevingen beïnvloeden gedrag ook.
Het **ANGELO model** brengt externe invloedfactoren in kaart.
### 6.1 Preventie en gezondheidsbevordering
* **Preventie:** Gericht op het voorkomen van problemen. Onderscheid tussen primair (voorkomen van ziekte/probleem), secundair (vroegtijdig opsporen) en tertiair (complicaties voorkomen). Er is ook een onderscheid tussen selectieve, geïndiceerde en zorggerelateerde preventie.
* **Preventieparadox:** Collectieve benaderingen leveren meer gezondheidswinst op bevolkingsniveau dan individuele hoogrisicobenaderingen.
* **Gezondheidsbevordering/gezondheidsvoorlichting:** Stimuleert vrijwillig gezonder gedrag via educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, en zorg en begeleiding. Dit verlaagt de kosten van gezondheidszorg en verhoogt de levenskwaliteit.
## 7. Het Vlaams preventielandschap en gezondheidsdoelstellingen
* **Public Health:** Streeft met collectieve acties naar gedragsverandering en gezondheid voor grote groepen. Gecoördineerd door de bevoegde gemeenschapsministers, met ondersteuning van Departement Zorg en partnerorganisaties zoals LOGO's.
* **Vlaamse gezondheidsdoelstellingen:** Geformuleerd door een gezondheidsconferentie. De doelstellingen evolueerden door de jaren heen, met een focus op fysieke activiteit, gezonde voeding en een gezond gewicht. Kenmerken van het nieuwe beleid zijn settingsgericht werken, implementatie, 'Health-in-All-Policies', aandacht voor kwetsbare groepen, evidence-based werken en samenwerking.
* **Gezondheidsmatrix:** Een gestructureerd overzicht van acties dat duurzaamheid en langetermijnvisie bevordert. Gebruikt proces- en gezondheidsindicatoren voor evaluatie.
* **Gezondheidsbeleid:** Een gedragslijn voor het verwezenlijken van doelstellingen, bestaande uit strategieën gericht op individu en omgeving (educatie, omgevingsinterventies, afspraken/regels, zorg/begeleiding). Een stappenplan helpt organisaties bij het ontwikkelen van een effectief gezondheidsbeleid.
## 8. Modellen van gedragsverandering
Verschillende modellen helpen de relatie tussen gedragsdeterminanten en gezondheidsproblemen te begrijpen en gedragsverandering te bewerkstelligen.
* **Health Belief Model:** Verklaart gedrag op basis van waargenomen dreiging (vatbaarheid, ernst), gedragsevaluatie (voordelen vs. barrières) en cues to action.
* **ASE model (Attitude, Sociale norm, Eigen-effectiviteit):** Houdt rekening met attitude, sociale normen en eigen-effectiviteit, maar onderschat potentieel de invloed van bredere omgevingsfactoren.
* **Transtheoretisch model (Stages of Change):** Ziet gedragsverandering als een proces met verschillende stadia (precontemplatie, contemplatie, voorbereiding, actie, behoud) en terugval. Verschillende aanpakken zijn nodig per stadium.
Methodieken zoals stimuluscontrole, graduele blootstelling, contraconditionering, contingentiemanagement, feedback en modeling worden ingezet. **SMART-doelstellingen** (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden) zijn cruciaal voor het formuleren van doelen.
## 9. Interventies in Vlaanderen
Vlaamse organisaties zoals Gezond Leven, Kind en Gezin, VAD (Vlaams expertisecentrum voor Alcohol en andere drugs), VLESP (Vlaams expertisecentrum Suïcidepreventie) en de Diabetes Liga voeren specifieke interventies uit. Voorbeelden zijn "Bewegen op verwijzing", het stimuleren van "wisselwerken", het behalen van "10.000 stappen" per dag, "Snack & chill" (gezondere snackbars op school), en het gebruik van social media voor communicatie rond gezondheidsprojecten. De **gezondheidsmatrix** wordt gebruikt om de inzet van verschillende strategieën (educatie, omgevingsinterventies, afspraken/regels, zorg/begeleiding) te structureren.
---
## 2. Het Vlaamse preventielandschap en gezondheidsdoelstellingen
Het Vlaamse preventielandschap beschrijft de organisatie, strategieën en doelstellingen gericht op het bevorderen van de gezondheid en het voorkomen van ziekte binnen Vlaanderen.
### 2.1 De organisatie van het preventielandschap
De organisatie van het preventielandschap in Vlaanderen is gelaagd en omvat verschillende bestuursniveaus, partnerorganisaties en methodieken.
#### 2.1.1 Bestuursniveaus
De verantwoordelijkheden voor gezondheidsbeleid en preventie zijn verdeeld over verschillende niveaus in de Belgische staatsstructuur.
* **Federaal niveau:** De federale overheid, via de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, is bevoegd voor belangrijke aspecten van volksgezondheid. Dit omvat onder andere de financiering van ziekenhuizen, kwalificatievereisten voor zorgberoepen, en de registratie van besmettelijke ziekten. Wetenschappelijke instellingen zoals Sciensano en de Hoge Gezondheidsraad (HGR) ondersteunen het federale beleid met advies en data-analyse.
* **Vlaams niveau:** De Vlaamse overheid, specifiek het Departement Zorg onder leiding van de minister van Welzijn, speelt een cruciale rol in het preventief gezondheidsbeleid. Dit omvat de coördinatie van gezondheidspromotie, de erkenning van zorgberoepen en -instellingen, kwaliteitsbewaking en de organisatie van eerstelijnszorg. Het "facettenbeleid" is hierbij belangrijk, waarbij gezondheid niet enkel binnen de zorgsector wordt beschouwd, maar ook wordt meegenomen in andere beleidsdomeinen zoals onderwijs, werk, mobiliteit en wonen.
* **Provinciaal niveau:** Provincies spelen een coördinerende rol, onder andere op het gebied van noodplanning en civiele veiligheid. De Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC) is een controle- en adviesorgaan dat toeziet op de kwaliteit en veiligheid van de zorg op provinciaal niveau.
* **Gemeentelijk niveau:** Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het voeren van lokaal gezondheidsbeleid, het organiseren van preventiecampagnes (bv. vaccinatie, gezonde voeding), en de ondersteuning en coördinatie van eerstelijnszorg. Ze spelen ook een cruciale rol in het Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO) en crisis- en noodplanning.
#### 2.1.2 Partnerorganisaties en verspreiders
De Vlaamse overheid werkt samen met diverse partnerorganisaties en regionale verspreiders om haar gezondheidsdoelstellingen te realiseren.
* **Partnerorganisaties:** Dit zijn organisaties met expertise in specifieke domeinen van preventieve gezondheidszorg, zoals ziekenhuizen, universiteiten, de Diabetes Liga, en Kind & Gezin.
* **Regionale verspreiders (LOGO's):** LOGO's fungeren als bruggenbouwers tussen lokale besturen, bedrijven, scholen en de bevolking, en helpen bij de verspreiding, implementatie en evaluatie van preventiemethodieken.
* **Organisaties met terreinwerking:** Deze organisaties richten zich op specifieke doelgroepen, zoals de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) en de consultatiebureaus van Kind & Gezin.
#### 2.1.3 Methodieken en beleidsinstrumenten
Verschillende methodieken en beleidsinstrumenten worden ingezet om preventie en gezondheidsbevordering te realiseren.
* **Gezondheidsmatrix:** Dit instrument biedt een gestructureerd overzicht van acties binnen een gezondheidsbeleid, helpt bij het waarborgen van duurzaamheid en een langetermijnvisie, en maakt de opvolging van de effecten via indicatoren mogelijk.
* **Procesindicatoren:** Meten de kwaliteit van het preventief gezondheidsbeleid.
* **Gezondheidsindicatoren:** Meten de effecten van het beleid op leefstijl en gezondheid.
* **Stappenplan zorg & welzijn:** Een gestructureerde aanpak voor organisaties om een effectief gezondheidsbeleid te realiseren, inclusief evaluatie, ontwikkeling van acties, implementatie en bijsturing.
* **Gezondheidsvoorlichting:** Activiteiten gericht op het informeren, sensibiliseren en vaardigheden versterken van individuen en groepen, om hen in staat te stellen gezondere keuzes te maken. Dit omvat educatie, omgevingsinterventies, afspraken/regels, en zorg/begeleiding.
* **Settingsgericht werken:** Interventies worden aangepast aan de specifieke contexten (settings) waarin burgers zich bevinden, zoals scholen, werkplekken of wijken.
### 2.2 Gezondheidsdoelstellingen en -beleid
De Vlaamse overheid formuleert gezondheidsdoelstellingen om de volksgezondheid te verbeteren.
#### 2.2.1 Historische en huidige doelstellingen
* **Vlaamse gezondheidsdoelstellingen 1998:** Deze omvatten vaccinaties, bevolkingsonderzoek naar kanker, zelfdoding, ongevallen in de privésfeer, en een gezonder leven. Voeding en beweging kregen nog beperkte aandacht.
* **Gezondheidsdoelstellingen 2009-2015:** Nieuwe doelstellingen werden geformuleerd gericht op voeding en beweging, met als hoofddoel: "Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door een stijging van het aantal mensen dat voldoende fysiek actief is, evenwichtig eet en een gezond gewicht nastreeft."
* **Gezondheidsdoelstellingen 2017-2025:** Tegen 2025 wordt gestreefd naar:
* Laagdrempelige informatie en instrumenten voor gezonde keuzes.
* Een beleid dat gezonde leefstijl bij kinderen bevordert.
* Vrijetijdssectoren die een beleid voeren dat gezonde leefstijl bevordert.
* Een hoog percentage onderwijsinstellingen met een kwaliteitsvol preventief gezondheidsbeleid.
* Relevante beleidsdomeinen van overheden die gericht zijn op het vermijden van gezondheidsrisico's en het bevorderen van gezonde keuzes.
* Een toenemend aantal lokale besturen met een kwaliteitsvol preventief gezondheidsbeleid.
#### 2.2.2 Visie op nieuw beleid
Het nieuwe beleid focust op een lange termijnvisie met ambitieuze maar realistische doelen, waarbij kwaliteit boven kwantiteit wordt gesteld. "Health in All Policies" (HiAP) is een belangrijk uitgangspunt, wat betekent dat gezondheid wordt meegenomen in alle beleidsdomeinen. Er is ook een grotere nadruk op implementatie via settings en aandacht voor specifieke doelgroepen (proportioneel universalisme).
### 2.3 Gezondheidsdeterminanten en gedragsverandering
Gezondheidsdeterminanten zijn factoren die aan de basis liggen van gezondheid en ziekte. Het begrijpen van deze determinanten is cruciaal voor effectieve preventie- en gezondheidsbevorderingsstrategieën.
#### 2.3.1 Determinanten van gezondheid
Het "Health Field Concept" van Lalonde vat gezondheidsdeterminanten samen in verschillende categorieën:
* **Menselijke biologische factoren:** Genen en aangeboren eigenschappen.
* **Gedragsfactoren:** Voeding, roken, beweging, slaap, stressmanagement.
* **Omgevingsfactoren:** Fysieke omgeving (klimaat, waterkwaliteit), maatschappelijke omgeving (school, werk, gezin).
* **Gezondheidszorgsysteem:** Aanbod (wachtlijsten), kwaliteit (opleidingen, infecties), toegankelijkheid (verzekering).
#### 2.3.2 Gedragsdeterminanten en het gedragswiel
Het Vlaams Instituut Gezond Leven ontwikkelde "het gedragswiel", dat gedragsdeterminanten categoriseert in competenties, drijfveren en context.
* **Competenties:**
* **Psychosociale competenties:** Kennis, kritische vaardigheden, copingvaardigheden, interactieve vaardigheden.
* **Lichamelijke competenties:** Functionele en motorische vaardigheden, fitheid.
* **Drijfveren:**
* **Reflectief gedrag:** Bewuste beslissingen, rekening houdend met uitkomstverwachtingen op korte en lange termijn (bv. het belang van volkoren pasta).
* **Automatisch gedrag:** Gedrag gestuurd door emoties, verlangens, behoeften, gewoontes en hedonische motieven (bv. emotioneel eten).
* **Context:**
* **Microniveau:** Gezin, familie, vrienden.
* **Mesoniveau:** School, werk, jeugdbeweging.
* **Macroniveau:** Ruimere maatschappij (onderwijs, transport, industrie).
* **Fysieke omgeving:** Beschikbaarheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid van gezonde opties (bv. voedselwoestijnen en -moerassen).
* **Sociaal-culturele omgeving:** Sociale normen, sociale facilitatie, modeling, impression management, opvoedingsstijl, culturele gebruiken.
* **Economische omgeving:** Kosten gerelateerd aan gedrag.
* **Politieke omgeving:** Regels en wetgeving (bv. mobiliteitsbudget).
Het ANGELO-model brengt externe factoren in kaart die gedrag beïnvloeden.
#### 2.3.3 Modellen van gedragsverandering
Verschillende modellen helpen bij het begrijpen en beïnvloeden van gedragsverandering:
* **Health Belief Model (HBM):** Verklaart de intentie tot gedragsverandering op basis van waargenomen dreiging (vatbaarheid, ernst), waargenomen voordelen, barrières en cues to action.
* **ASE-model:** Combineert Attitude, Sociale invloed en Eigen-effectiviteit als drijvende krachten achter gedragsintentie. Het model houdt echter minder rekening met de bredere fysieke, economische en politieke context.
* **Transtheoretisch Model (Stages of Change):** Beschouwt gedragsverandering als een proces door verschillende stadia (precontemplatie, contemplatie, voorbereiding, actie, behoud, terugval). Elk stadium vereist een specifieke aanpak.
* **SMART-doelstellingen:** Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden doelen zijn cruciaal voor een effectieve aanpak.
#### 2.3.4 Interventiestrategieën
Diverse strategieën worden ingezet om gedrag te beïnvloeden:
* **Educatie:** Informeren, sensibiliseren en vaardigheden versterken.
* **Omgevingsinterventies:** Aanpassen van de fysieke, ruimtelijke, materiële en sociale omgeving (bv. nudging).
* **Afspraken en regels:** Vastleggen van gedragsrichtlijnen binnen specifieke settings.
* **Zorg en begeleiding:** Doorverwijzen, vroeginterventie en vroegdetectie.
* **Stimuluscontrole:** Verwijderen van negatieve cues en aanbrengen van positieve cues.
* **Graduele blootstelling (bv. Contraconditionering):** Probleemgedrag vervangen door gezonder gedrag.
* **Directe ervaring:** Leren door ervaring en positieve bekrachtiging.
* **Contingentiemanagement:** Gedrag bekrachtigen via beloningen (intrinsieke beloningen werken het best).
* **Feedback:** Individuele, specifieke en tijdige feedback geven over gedrag en gezondheidseffecten.
* **Modeling:** Aanleren door observatie van een rolmodel.
* **Shaping:** Complexe gedragingen opdelen in kleine, haalbare stappen.
### 2.4 Specifieke interventies en initiatieven in Vlaanderen
Diverse initiatieven en programma's dragen bij aan het Vlaamse preventielandschap.
* **Gezond Leven:** Bevordert een gezonder Vlaanderen en toegankelijkere gezonde leefstijlen.
* **Kind en Gezin:** Richt zich op recht op kansrijk opgroeien voor kinderen.
* **VAD (Vlaams expertisecentrum voor Alcohol en andere drugs):** Vermindert problematisch drugs- en alcoholgebruik.
* **VLESP (Vlaams expertisecentrum Suïcidepreventie):** Creëert bewustzijn en ondersteunt bij suïcidepreventie.
* **Diabetes Liga:** Informeert, connecteert en mobiliseert personen met diabetes.
#### 2.4.1 Bewegen op verwijzing
Dit programma richt zich op inactieve personen en combineert verwijzing door een huisarts met begeleiding door een coach. Het bevordert beweging, sociale steun, copingvaardigheden en eigen-effectiviteit. Het belang van een lokaal netwerk en laagdrempelig beweegaanbod wordt benadrukt.
#### 2.4.2 Wisselwerken
Stimuleert het doorbreken van langdurig stilzitten op het werk door het aanbieden van zit-sta bureaus, e-mail banners en praktische tips om staand te werken.
#### 2.4.3 10.000 stappen
Moedigt volwassenen aan om dagelijks 10.000 stappen te zetten via sociaal ondersteunende materialen zoals stappensignalisaties en affiches.
#### 2.4.4 Snack & Chill
Een initiatief voor secundaire scholen dat een gezondere snackbar aanbiedt, gericht op het beïnvloeden van kennis, de economische en fysieke omgeving.
### 2.5 Preventieparadox en gezondheidsbevordering
* **Preventieparadox:** Collectieve preventie-interventies leveren meer gezondheidswinst op bevolkingsniveau op dan individueel gerichte interventies, ook al is de winst per individu kleiner. De anonimiteit van de resultaten maakt financiering van preventie soms lastig.
* **Gezondheidsbevordering:** Het geheel van activiteiten om mensen te motiveren tot gezonder gedrag, gericht op zowel individuen als hun omgeving. Het draagt bij aan kostenreductie in de gezondheidszorg en verhoogt de levenskwaliteit.
### 2.6 Gezondheidswetgeving en -financiering
* **Verplichte solidaire ziekteverzekering:** Financiert de curatieve gezondheidszorg en biedt een breed pakket aan terugbetalingen. De financiering gebeurt via bijdragen van werknemers en werkgevers. Aanvullende private verzekeringen spelen een groeiende rol.
* **Vrije keuze:** Burgers hebben vrije keuze in verzekeringsinstellingen en zorgverleners, wat concurrentie stimuleert maar ook kan leiden tot overconsumptie.
* **Overleg over prijzen en tarieven:** Via nationale overeenkomsten tussen verzekeraars en zorgberoepen, vastgelegd in de Belgische nomenclatuur.
* **Moeilijk beheersbare uitgaven:** De gestage stijging van gezondheidsuitgaven is een uitdaging, mede door vergrijzing en dure technologie. Maatregelen zoals 'pay for performance' en 'globale prospectieve bedragen' worden overwogen.
* **Financieringsbronnen:** Overheid (77%), Privaat (5%), Zorgontvangers (18%) dragen bij aan de uitgaven.
* **Maximumfactuur (MAF):** Een financiële beschermingsmaatregel die de jaarlijkse medische kosten voor gezinnen beperkt tot een plafondbedrag, met speciale aandacht voor kwetsbare groepen.
* **Zorgverzekeraar (ziekenfonds):** Betaalt uitkeringen uit en organiseert aanvullende diensten. Concurrentie is voornamelijk op het niveau van aanvullende verzekeringen.
* **Rechthebbende/gebruiker:** De gehele bevolking is gedekt, bestaande uit gerechtigden en personen ten laste, mits inschrijving bij een ziekenfonds en betaling van bijdragen.
* **Zorgverstrekker:** Moet een diploma kunnen voorleggen en kan toegetreden zijn tot de conventie (geconventioneerd) of niet (niet-geconventioneerd), wat invloed heeft op de tarieven en eigen bijdrage.
De implementatie van preventiebeleid wordt ondersteund door een gestructureerd gebruik van de gezondheidsmatrix, waarbij zowel proces- als gezondheidsindicatoren worden gemonitord. Het "Gezond België" platform dient als centrale bron van informatie over volksgezondheid.
---
Hier is een samenvatting voor het examen over "Het Vlaamse preventielandschap en gezondheidsdoelstellingen", specifiek gericht op de informatie op pagina 37.
Dit onderdeel behandelt de organisatie van preventie en gezondheidsbevordering in Vlaanderen, inclusief de bijbehorende doelstellingen en de rol van verschillende actoren.
### 2.1 Visies op gezondheid en preventie
Voordat dieper wordt ingegaan op het Vlaamse preventielandschap, is het belangrijk de basisprincipes van gezondheid en preventie te begrijpen:
* **Definities van gezondheid:** Verschillende definities, van de WHO tot Machteld Huber, benadrukken een holistisch beeld van gezondheid, waarbij niet enkel de afwezigheid van ziekte, maar ook welzijn op fysiek, mentaal en sociaal vlak centraal staat. Machteld Huber introduceert het concept van 'positieve gezondheid', gericht op aanpassingsvermogen en eigen regie in het leven.
* **Gezondheidsdeterminanten:** Dit zijn factoren die de gezondheid beïnvloeden en worden ingedeeld in categorieën zoals genen, gedrag, fysieke omgeving en maatschappelijke factoren. Het model van Lalonde was een vroege basis voor dit concept. Een gedragsdeterminantenanalyse is cruciaal om gezond en ongezond gedrag te begrijpen.
* **Gedragsdeterminanten:** Het 'gedragswiel' van het Vlaams Instituut Gezond Leven categoriseert deze in competenties, drijfveren en context. Dit helpt bij het begrijpen van de complexiteit achter menselijk gedrag en vormt de basis voor interventies.
### 2.2 Het Vlaamse preventielandschap: Organisatie en Actoren
Het Vlaamse preventielandschap is een gelaagd systeem waarbij verschillende overheden en organisaties samenwerken om gezondheidsdoelstellingen te realiseren.
#### 2.2.1 Beleidsniveaus en Verantwoordelijkheden
* **Vlaamse overheid:** De Vlaamse Gemeenschap is bevoegd voor preventief gezondheidsbeleid, de erkenning van gezondheidszorgberoepen en zorginstellingen, kwaliteitsbewaking en eerstelijnszorg. De minister van Welzijn, waaronder Caroline Gennez (op het moment van de tekst), stuurt dit beleid aan via het Departement Zorg.
* **Facettenbeleid:** Een belangrijk principe in het Vlaamse preventiebeleid is het facettenbeleid, dat erkent dat gezondheid beïnvloed wordt door factoren buiten de zorgsector (onderwijs, werk, mobiliteit, wonen, ruimtelijke ordening). Gezondheid is een gedeelde verantwoordelijkheid.
* **Partnerorganisaties en LOGO's:** De Vlaamse overheid wordt ondersteund door partnerorganisaties met expertise in preventieve gezondheidszorg (bv. ziekenhuizen, universiteiten, gespecialiseerde centra). Regionale verspreiders, de LOGO's (Lokaal Gezondheidsoverleg), bouwen bruggen tussen lokale actoren en verspreiden, implementeren en evalueren methodieken. Organisaties met terreinwerking (bv. CLB, Kind & Gezin) werken direct met specifieke doelgroepen.
#### 2.2.2 Vlaamse Gezondheidsdoelstellingen
Gezondheidsdoelstellingen worden geformuleerd door een gezondheidsconferentie, waarbij belanghebbenden zich inzetten voor een gezonder Vlaanderen. Preventiemethodieken worden door de Vlaamse overheid goedgekeurd.
* **Vlaamse Gezondheidsdoelstellingen 1998:** Deze omvatten vaccinaties, bevolkingsonderzoek naar kanker, zelfdoding, ongevallen in de privésfeer, en gezonder leven. Voeding en beweging waren nog beperkt vertegenwoordigd.
* **Nieuwe Gezondheidsdoelstellingen (2009-2015):** De hoofdoelstelling was "Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door een stijging van het aantal mensen dat voldoende fysiek actief is, evenwichtig eet en een gezond gewicht nastreeft". Deze werden onderverdeeld in vijf subdoelstellingen, met aandacht voor settingsgericht werken, implementatie, het "Health-in-All-Policies" principe, kwetsbare groepen, evidence-based werken en samenwerking.
* **Visie op het nieuwe beleid:** Nadruk ligt op ambitieuze maar realistische doelen, kwaliteit boven kwantiteit, een beleid op lange termijn, uniforme opbouw van actieplannen, Health in All Policies, settingsgericht werken, aandacht voor specifieke doelgroepen (proportioneel universalisme), en integratie van thematische invalshoeken.
* **Gezondheidsdoelstellingen 2017-2025:** Deze doelstellingen richten zich op het beschikbaar stellen van laagdrempelige informatie en instrumenten, het bevorderen van gezonde leefstijl bij kinderen, het betrekken van vrijetijdssectoren, scholen, hogescholen/universiteiten, overheidsdomeinen en lokale besturen bij het voeren van preventief gezondheidsbeleid.
#### 2.2.3 Gezondheidsmatrix en Beleidsevaluatie
De **gezondheidsmatrix** biedt een gestructureerd overzicht van acties, bevordert een langetermijnvisie en helpt bij het vermijden van eenmalige acties. De effecten van het beleid worden opgevolgd door:
* **Procesindicatoren:** Meten de kwaliteit van het preventief gezondheidsbeleid (bv. door Gezond Leven).
* **Gezondheidsindicatoren:** Meten het effect van het beleid op leefstijl en gezondheid (bv. door UGent en Sciensano).
Een effectief **gezondheidsbeleid** binnen organisaties is cruciaal. Het omvat een duidelijke gedragslijn voor het bereiken van doelstellingen, en is een mix van strategieën gericht op individu en omgeving. Het stappenplan voor zorg & welzijn (evaluatie, ontbrekende elementen identificeren, acties ontwikkelen, implementatie, evaluatie, integratie) is een systematische aanpak voor het realiseren van een effectief gezondheidsbeleid.
### 2.3 Modellen voor Gedragsverandering en Interventies
Verschillende modellen bieden inzichten in hoe gedragsverandering kan worden gestimuleerd en welke interventies effectief zijn.
* **Gedragsdeterminanten:** Deze zijn de aangrijpingspunten voor gedragsverandering. Het begrijpen van de complexiteit van gedrag (bv. onbewust gedrag, meerdere gedragingen die leiden tot één probleem) is essentieel.
* **Individuele modellen:**
* **Health Belief Model (HBM):** Verklaart gedrag op basis van waargenomen dreiging (vatbaarheid, ernst), gedragsevaluatie (effectiviteit) en waargenomen voordelen versus barrières.
* **ASE model (Attitude, Sociale normen, Eigen-effectiviteit):** Houdt rekening met houding, sociale invloeden en zelfvertrouwen, maar onderschat de bredere omgeving.
* **Transtheoretisch model (Stages of Change):** Beschrijft gedragsverandering als een proces met verschillende stadia (precontemplatie, contemplatie, voorbereiding, actie, behoud, terugval), waarbij telkens een specifieke aanpak vereist is.
* **Ecologische modellen:** Het ANGELO model brengt omgevingsfactoren in kaart die gedrag beïnvloeden.
* **Strategieën voor gedragsbeïnvloeding:** Verschillende methoden worden ingezet, zoals stimuluscontrole, graduele blootstelling, contraconditionering, directe ervaring, contingentiemanagement, feedback, modeling en shaping.
* **SMART-doelstellingen:** Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden doelen zijn cruciaal voor duidelijkheid, motivatie en evaluatie.
* **Gezondheidsvoorlichting:** Draaiboeken voor workshops omvatten essentiële elementen, voorbereiding, de workshop zelf (kennismaking, afspraken, inhoud, instructies) en afsluiting (evaluatie, feedback). Effectieve methodieken worden gekozen op basis van evidence en afgestemd op de doelgroep.
### 2.4 Interventies in Vlaanderen
Verschillende organisaties in Vlaanderen initiëren preventieve interventies:
* **Gezond Leven:** Bevordert een gezonder Vlaanderen met toegankelijke methoden.
* **Kind en Gezin:** Richt zich op kansrijk opgroeien.
* **VAD (Vlaams expertisecentrum voor Alcohol en andere drugs):** Vermindert problematisch gebruik van drugs en alcohol.
* **VLESP (Vlaams expertisecentrum Suïcidepreventie):** Ondersteunt bij het voorkomen van zelfdoden en doorbreekt taboes.
* **Diabetes Liga:** Informeert, connecteert en mobiliseert mensen met diabetes.
#### 2.4.1 Concrete Interventievoorbeelden
* **Bewegen op verwijzing:** Coachen van inactieve personen om meer te bewegen, met speciale aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen en de rol van lokale netwerken. Het doel is inactieve personen in beweging te brengen en lang stilzitten te beperken.
* **10 000 stappen:** Stimuleren van volwassenen om dagelijks 10 000 stappen te zetten, met ondersteunende materialen zoals stappensignalisaties en affiches.
* **Snack & chill:** Creëren van gezondere snackbars op scholen, met aandacht voor kennis, de economische en fysieke omgeving.
* **Communicatie rond projecten:** Inzetten op social media en andere communicatiekanalen om projecten meer ruchtbaarheid te geven.
* **Maximum 2 ongezonde snacks per week:** Een afspraak en regel die het ongezonde snacken beperkt, vaak geïnitieerd door ouders.
* **Het goede voorbeeld geven:** Educatie en modeling waarbij gezond gedrag wordt vertoond om anderen te stimuleren.
Deze interventies tonen de breedte en diepgang van het Vlaamse preventielandschap, waarbij een combinatie van beleid, organisatorische structuren en specifieke acties wordt ingezet om de volksgezondheid te bevorderen.
---
# Financiering en structuur van de Belgische ziekteverzekering
Hier is een gedetailleerde samenvatting van de financiering en structuur van de Belgische ziekteverzekering, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 3. Financiering en structuur van de Belgische ziekteverzekering
De Belgische ziekteverzekering is een complex systeem, geworteld in de federale staatsstructuur en gebaseerd op verplichte solidariteit, met een significante rol voor diverse bestuursniveaus en belanghebbenden.
### 3.1 De gelaagde staatsstructuur en gezondheidszorg
België is een federaal land waar bevoegdheden inzake gezondheidszorg verdeeld zijn over verschillende bestuursniveaus: de federale overheid, de gemeenschappen en gewesten, de provincies en de gemeenten. Deze verdeling, met name sinds de zesde staatshervorming, beïnvloedt de besluitvorming, financiering en uitvoering van gezondheidszorgbeleid.
#### 3.1.1 Federale overheid
De federale overheid draagt de verantwoordelijkheid voor cruciale aspecten van de gezondheidszorg, waaronder de sociale zekerheid en belangrijke delen van de volksgezondheid. De minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken, momenteel Frank Vandenbroucke, is hiervoor bevoegd. Twee Federale Overheidsdiensten (FOD's) zijn hierbij betrokken:
* **FOD Sociale Zekerheid:**
* Waarborgt de levensstandaard van de bevolking.
* Coördineert en ondersteunt het sociaal beleid, evalueert de effectiviteit van de sociale zekerheid en stimuleert de interactie tussen wetenschap en beleid.
* Biedt sociale dienstverlening aan burgers met transparante communicatie over onder andere ziektekostenverzekering, uitkeringsaanvragen en rechten en plichten.
* Voert bestrijding van sociale fraude uit.
* Het Belgische sociale beschermingssysteem bestaat uit twee pijlers:
* **Klassieke sociale zekerheid:** Omvat pensioenen, werkloosheid, arbeidsongevallen- en beroepsziekteverzekering, ziekte- en invaliditeitsverzekering, en jaarlijkse vakantie. (Gezinsbijslag werd in 2019 overgeheveld naar de gemeenschappen).
* **Sociale bijstand:** Een vangnet voor personen zonder recht op klassieke sociale zekerheid (bv. leefloon, inkomensgarantie voor ouderen, tegemoetkomingen voor personen met een handicap).
* Onder toezicht van de FOD Sociale Zekerheid staan:
* **RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering):** Beheert de verplichte ziekteverzekering, werkt samen met ziekenfondsen voor uitkeringen en bepaalt tarieven en vergoedingsvoorwaarden voor zorgverleners.
* **KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg):** Levert wetenschappelijk advies aan de overheid, publiceert rapporten, ontwikkelt klinische richtlijnen en coördineert klinische studies.
* **FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu:**
* Is bevoegd voor voeding (voedselveiligheid, tabak, cosmetica, alcohol), gezondheid (financiering ziekenhuizen, kwalificatie zorgberoepen, dringende medische hulp, vaccinaties, registratie besmettelijke ziekten), dieren en planten (veiligheid dierlijke producten, controle GGO's) en milieu (gezond leefmilieu).
* De missie is "One world, one health".
* Wetenschappelijke instellingen die het federale gezondheidsbeleid ondersteunen:
* **Sciensano:** Verzamel en analyseert gezondheidsgegevens, ondersteunt beleidsmakers met wetenschappelijk onderzoek (bv. voedselconsumptiepeiling, COVID-19 data). De Belgian Health Interview Survey (BHIS) is een belangrijk instrument om de gezondheidstoestand van de bevolking te meten.
* **Hoge Gezondheidsraad (HGR):** Adviseert de overheid over volksgezondheid met een netwerk van experts.
* **Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV):** Controleert de veiligheid en kwaliteit van de gehele voedselketen.
#### 3.1.2 Gemeenschappen en Gewesten (Vlaamse Overheid als voorbeeld)
De gemeenschappen zijn bevoegd voor persoonsgebonden aangelegenheden, waaronder gezondheidszorg. In Vlaanderen zijn de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest samengesmolten tot één bestuursstructuur. De Vlaamse minister van Welzijn is bevoegd voor:
* **Preventief gezondheidsbeleid:** Gericht op gezondheidswinst op bevolkingsniveau, met een **facettenbeleid** (intersectoraal beleid waarbij gezondheid ook in andere domeinen zoals onderwijs, werk, mobiliteit, wonen en ruimtelijke ordening wordt meegenomen).
* **Erkenning van gezondheidszorgberoepen en zorginstellingen.**
* **Kwaliteitsbewaking van zorgvoorzieningen:** Via inspecties door de Zorginspectie, vrijwillige accreditaties en metingen van kwaliteitsindicatoren door het Vlaams Instituut Kwaliteit van Zorg (VIKZ).
* **Vlaamse sociale bescherming:** Zorgbudgetten voor mensen met langdurige zorgnoden en erkenning/kwaliteitsbewaking van ouderenzorg en thuiszorg.
* **Eerstelijnszorg:** Meer geïntegreerde zorg via **eerstelijnszones**, aangestuurd door een zorgraad. Het **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO)** is een belangrijk samenwerkingsverband binnen de eerstelijnszones.
* **Digitalisering van de zorg:** Bevordering van digitale informatie-uitwisseling via o.a. het federale eHealth-platform en het Vlaamse Vitalink.
#### 3.1.3 Provincies
Provincies fungeren als een tussenniveau tussen de gewesten en gemeenten en zijn verantwoordelijk voor o.a. noodplanning, civiele veiligheid, provinciale infrastructuur en milieu- en natuurbeheer. Op het vlak van gezondheidszorg is de **Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC)** een belangrijke actor, die adviseert over volksgezondheidsmaatregelen, toeziet op de uitoefening van gezondheidszorgberoepen en wachtdiensten en rampenplannen coördineert.
#### 3.1.4 Gemeenten
Gemeenten spelen een essentiële, ondersteunende en verbindende rol in preventie, welzijn en lokale zorgcoördinatie. Hun belangrijkste rollen omvatten:
* Lokaal gezondheidsbeleid voeren (bv. campagnes rond vaccinatie, gezonde voeding).
* Ondersteuning en coördinatie van eerstelijnszorg via de zorgraad binnen een eerstelijnszone.
* Actieve deelname aan het **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO)** via het OCMW.
* Crisis- en noodplanning (bv. inrichting test- en vaccinatiecentra).
* Zorgen voor een gezonde leefomgeving (ruimtelijke ordening, duurzame mobiliteit, luchtkwaliteit, groene ruimtes).
* Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers.
### 3.2 Kenmerken van de Belgische gezondheidszorg
De Belgische gezondheidszorg kenmerkt zich door een aantal fundamentele principes:
* **Een verplichte solidaire ziekteverzekering:**
* Financiering primair via maandelijkse bijdragen van werknemers en werkgevers aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Zelfstandigen dragen ook bij.
* Gedekt door de verzekering: bezoeken aan zorgverleners, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, bevalling en moederschapsuitkering, en geneesmiddelen (mits opgenomen op een positieve lijst van het RIZIV).
* Alle verstrekkingen en terugbetalingen zijn vastgelegd in de nomenclatuur.
* Aanvullende (private) verzekeringen spelen een groeiende rol voor extra dekking.
* **Een ruim aanbod:** België kent een hoge beschikbaarheid van zorgverstrekkers, diensten en voorzieningen, vaak met moderne apparatuur. Het aantal artsen wordt wel gereguleerd door een quotasysteem.
* **Vrije keuze:**
* Patiënten hebben een vrije keuze van verzekeringsinstelling (ziekenfonds) en zorgverleners (huisartsen, specialisten, ziekenhuizen, etc.).
* Dit stimuleert concurrentie en draagt bij aan beschikbaarheid en kwaliteit.
* Een potentieel nadeel is het risico op meer consultaties dan medisch noodzakelijk, wat kosten kan opdrijven. Het **Globaal Medisch Dossier (GMD)** bij de huisarts bevordert zorgcoördinatie en biedt financiële voordelen voor de patiënt (lagere remgelden).
* **Overleg met betrekking tot prijzen en tarieven:**
* Tweejaarlijkse nationale overeenkomsten (conventies) tussen verzekeringsinstellingen en zorgberoepen leggen honoraria en terugbetalingstarieven vast.
* De Belgische nomenclatuur is uniek door zijn specificiteit.
* Terugbetaling van geneesmiddelen is gekoppeld aan opname op een positieve lijst van het RIZIV.
* **Moeilijk beheersbare uitgaven:**
* De gezondheidsuitgaven in België stijgen gestaag en liggen hoger dan het EU-gemiddelde. Dit wordt beïnvloed door vergrijzing, chronische ziekten en innovatieve technologieën.
* Maatregelen om de uitgaven te beheersen omvatten o.a. 'pay for performance' programma's en 'globale prospectieve bedragen' voor ziekenhuisverblijven.
* Financieringsbronnen: Overheid (ca. 77%), Privaat (aanvullende verzekeringen, ca. 5%), Zorgontvangers (remgelden en out-of-pocket uitgaven, ca. 18%). Out-of-pocket uitgaven omvatten o.a. materiaalsupplementen, niet-terugbetaalbare geneesmiddelen, kamersupplementen en ereloonsupplementen.
* De **maximumfactuur (MAF)** is een cruciale financiële beschermingsmaatregel die de jaarlijkse medische kosten voor gezinnen tot een plafondbedrag beperkt, met een snellere tegemoetkoming voor gezinnen met een lager inkomen.
### 3.3 De zorgverzekeraar, rechthebbende en zorgverstrekker
De Belgische ziekteverzekering functioneert op basis van de interactie tussen drie hoofdfactoren: de overheid (via het RIZIV), de zorgontvanger en de zorgverstrekker.
#### 3.3.1 De zorgverzekeraar (ziekenfonds)
* Iedereen moet zich inschrijven bij een verzekeringsinstelling (VI), meestal een ziekenfonds.
* Ziekenfondsen zijn de uitvoerende organen van de ziekteverzekering en betalen, onder controle van het RIZIV, de uitkeringen uit.
* Hun taken omvatten:
* Uitbetaling van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
* Organisatie van aanvullende diensten en voordelen (waar concurrentie tussen ziekenfondsen plaatsvindt).
* Voorlichting van leden over de ziekteverzekering.
* Ondersteuning van thuiszorg door de Sociale Dienst.
* Verplichte medewerking aan gezondheidspromotieactiviteiten.
* Ziekenfondsen vragen een financiële verantwoordelijkheidsbijdrage aan hun leden wanneer de uitkeringen hun overheidsbudget overschrijden.
#### 3.3.2 Rechthebbende of gebruiker
* De gehele Belgische bevolking is gedekt door de verplichte ziekteverzekering.
* **Gerechtigden:** Personen die recht hebben op basis van hun beroepsactiviteit (huidig of vroeger).
* **Personen ten laste:** Kinderen en eventueel samenwonenden/ascendenten met een inkomen onder een vastgelegd grensbedrag.
* Voorwaarden om recht te hebben op tegemoetkomingen: aansluiting bij een ziekenfonds of hulpkas, en betaling van sociale zekerheidsbijdragen.
#### 3.3.3 Zorgverstrekker
* Zorgverleners moeten een diploma kunnen voorleggen om hun beroep uit te oefenen.
* **Geconventioneerd:** Zorgverlener respecteert de overeengekomen tarieven.
* **Niet-geconventioneerd:** Zorgverlener mag hogere honoraria aanrekenen, wat resulteert in een hogere eigen bijdrage voor de patiënt en een lager terugbetalingstarief vanuit de ziekteverzekering. Het systeem van conventies stimuleert deelname door tariefzekerheid.
* De verplichte ziekteverzekering komt tussen in prestaties en producten die in de **nomenclatuur der geneeskundige verzorging** zijn opgenomen.
* Voor de meeste prestaties geldt een **gedeeltelijke tegemoetkoming** in de kosten. Het resterende deel is het **remgeld** of de eigen bijdrage van de zorgontvanger.
* **Ereloonsupplementen** zijn de bedragen die niet-geconventioneerde zorgverleners bovenop het officiële honorarium aanrekenen.
* De **maximumfactuur (MAF)** beschermt kwetsbare groepen tegen te hoge jaarlijkse medische kosten.
---
De financiering en structuur van de Belgische ziekteverzekering worden gekenmerkt door een verplicht, solidair systeem dat grotendeels gefinancierd wordt via bijdragen van werknemers en werkgevers, en dat een breed pakket aan geneeskundige prestaties dekt. De organisatie van de gezondheidszorg in België is complex door de federale staatsstructuur, waarbij bevoegdheden verdeeld zijn over verschillende bestuursniveaus: de federale overheid, de gemeenschappen en gewesten, de provincies en de gemeenten.
### 3.1 Organisatie van de gezondheidszorg in België
België is een federale staat met een gelaagde staatsstructuur die de organisatie van de gezondheidszorg beïnvloedt. Beslissingen worden genomen op verschillende niveaus, met specifieke bevoegdheden voor elk niveau:
* **Federaal niveau:** Verantwoordelijk voor financiën, sociale zekerheid en belangrijke delen van de volksgezondheid. De Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid coördineert het sociaal beleid, biedt dienstverlening aan burgers en bestrijdt sociale fraude. De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu is bevoegd voor voeding, gezondheid, dieren & planten en milieu. Wetenschappelijke instellingen zoals Sciensano en de Hoge Gezondheidsraad (HGR) adviseren het federaal beleid.
* **Gemeenschappen en Gewesten:** De gewesten zijn territoriaal ingedeeld (Vlaams, Waals, Brussels), de gemeenschappen taalgeoriënteerd (Nederlandstalig, Franstalig, Duitstalig). Binnen het beleidsdomein Welzijn (onder andere Vlaamse Gemeenschap) vallen persoonsgebonden aangelegenheden, waaronder preventief gezondheidsbeleid, erkenning van zorgberoepen, kwaliteitsbewaking, sociale bescherming, eerstelijnszorg en digitalisering van zorg. Het "facettenbeleid" benadrukt de intersectorale verantwoordelijkheid voor gezondheid.
* **Provincies:** Spelen een coördinerende rol, onder andere op het gebied van noodplanning, provinciale infrastructuur en provinciaal welzijn en gezondheid. De Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC) bewaakt de kwaliteit en veiligheid van zorgverleners.
* **Gemeenten:** Dragen bij aan lokaal gezondheidsbeleid, coördineren eerstelijnszorg, faciliteren geïntegreerd breed onthaal (GBO), spelen een rol in crisisplanning en dragen bij aan een gezonde leefomgeving.
### 3.2 Kenmerken van de gezondheidszorg in België
De Belgische gezondheidszorg wordt gekenmerkt door een aantal fundamentele principes:
* **Een verplichte solidaire ziekteverzekering:** Vrijwel de gehele bevolking is verplicht verzekerd voor een breed pakket aan geneeskundige verstrekkingen. Dit systeem is gebaseerd op solidariteit en wordt gefinancierd via maandelijkse bijdragen.
* **Een ruim aanbod:** België kent een hoge beschikbaarheid van zorgverstrekkers, diensten en voorzieningen. Hoewel het aantal artsen gereguleerd wordt, is het aanbod over het algemeen ruim.
* **Vrije keuze:** Burgers hebben de vrijheid om hun verzekeringsinstelling (ziekenfonds) en hun zorgverleners te kiezen. Dit stimuleert concurrentie en draagt bij aan kwaliteit en beschikbaarheid. Een potentieel nadeel is de mogelijke overconsumptie van zorg. Het Globaal Medisch Dossier (GMD) bij de huisarts verbetert de zorgcoördinatie.
* **Overleg over prijzen en tarieven:** Tarieven worden vastgelegd via nationale overeenkomsten (conventies) tussen verzekeringsinstellingen en zorgberoepen. De nomenclatuur is gedetailleerd en wereldwijd uniek.
* **Moeilijk beheersbare uitgaven:** De uitgaven voor gezondheidszorg stijgen en liggen boven het EU-gemiddelde. Factoren zoals vergrijzing, chronische ziekten en dure innovaties dragen hieraan bij. Maatregelen zoals 'pay for performance' en 'globale prospectieve bedragen' worden overwogen.
* **Financieringsbronnen:** De gezondheidszorg wordt gefinancierd door de overheid (sociale zekerheid, regionale overheden), privésector (aanvullende verzekeringen) en zorgontvangers (remgelden en out-of-pocket uitgaven).
* **Compensatiemechanismen:** De maximumfactuur (MAF) beschermt gezinnen tegen excessieve medische kosten door een plafondbedrag in te stellen voor jaarlijkse medische uitgaven.
### 3.3 De ziekteverzekeraar, rechthebbende en zorgverstrekker
Het systeem van de ziekteverzekering in België steunt op drie pijlers:
* **De zorgverzekeraar (ziekenfonds):** Burgers moeten zich inschrijven bij een verzekeringsinstelling, meestal een ziekenfonds. Deze zijn de uitvoerende organen die, onder controle van het RIZIV, uitkeringen doen. Naast de verplichte verzekering bieden ze ook aanvullende diensten aan, waar concurrentie bestaat.
* **De rechthebbende of gebruiker:** De gehele Belgische bevolking is gedekt. Er zijn 'gerechtigden' (op basis van beroepsbezigheid) en 'personen ten laste'. Om recht te hebben op tegemoetkomingen, is aansluiting bij een ziekenfonds of hulpkas en de betaling van sociale zekerheidsbijdragen vereist.
* **De zorgverstrekker:** Zorgverleners kunnen 'geconventioneerd' (volgen de overeengekomen tarieven) of 'niet-geconventioneerd' (mogen hogere honoraria aanrekenen) zijn. De ziekteverzekering komt tussen in een uitgebreid pakket aan prestaties en producten die zijn opgenomen in de nomenclatuur. De omvang van het remgeld (persoonlijk aandeel) varieert.
#### 3.3.1 De maximumfactuur (MAF)
De maximumfactuur is een cruciale financiële beschermingsmaatregel die de jaarlijkse medische kosten voor gezinnen beperkt tot een plafondbedrag. Dit is bedoeld om kwetsbare gezinnen te beschermen tegen hoge gezondheidskosten. Zodra het plafond is bereikt, worden verdere kosten volledig terugbetaald. Het plafondbedrag is lager voor gezinnen met een laag of bescheiden inkomen, wat de toegankelijkheid van zorg verhoogt.
#### 3.3.2 Gezondheidsdeterminanten
Gezondheidsdeterminanten zijn factoren die aan de basis liggen van gezondheid. Het model van Lalonde verdeelt deze in vier categorieën: menselijke biologie (genen, verworven eigenschappen), levensstijl (gedrag zoals voeding, beweging), omgeving (fysieke en maatschappelijke factoren) en gezondheidszorg (aanbod, kwaliteit, toegankelijkheid). De gezondheid is het resultaat van de wisselwerking tussen deze determinanten.
#### 3.3.3 Modellen van gedragsverandering
Verschillende modellen trachten gedragsverandering te verklaren en te bevorderen:
* **Health Belief Model (HBM):** Verandert gedrag als de waargenomen dreiging van een gezondheidsprobleem groot is en de voorgestelde actie effectief de kans op of ernst van het probleem vermindert, waarbij de voordelen de barrières overtreffen.
* **ASE model (Attitude, Sociale invloed, Eigen-effectiviteit):** Benadrukt de rol van houding, sociale normen en eigen-effectiviteit bij het vormen van intenties tot gedragsverandering. Dit model onderschat echter soms de invloed van de bredere (fysieke, economische, politieke) omgeving.
* **Transtheoretisch model (Stages of Change):** Ziet gedragsverandering als een proces met verschillende stadia: precontemplatie, contemplatie, voorbereiding, actie en behoud. Elke fase vereist een specifieke aanpak. Het model erkent het belang van kleine successen en biedt realistische verwachtingen.
#### 3.3.4 Gezondheidsbevordering en preventie
* **Preventie** richt zich op het voorkomen van gezondheidsproblemen (primair), vroegtijdig opsporen (secundair) of het beperken van complicaties (tertiair). Dit kan selectief (risicogroepen) of geïndiceerd (symptomen) zijn. De **preventieparadox** stelt dat collectieve benaderingen meer gezondheidswinst opleveren dan individuele interventies op hoog risico.
* **Gezondheidsbevordering** beoogt mensen te motiveren tot gezonder gedrag, zowel individueel als in hun omgeving. Strategieën omvatten educatie, omgevingsinterventies (zoals nudging), afspraken en regels, en zorg en begeleiding.
Het **Gezondheidsmatrix** biedt een gestructureerd overzicht van preventieve acties en strategieën, met aandacht voor duurzaamheid en lange-termijnvisie. **SMART-doelstellingen** (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden) zijn essentieel voor het formuleren van effectieve actieplannen. Initiatieven zoals "Gezond Leven", "Kind en Gezin", VAD en VLESP dragen bij aan het Vlaamse preventielandschap.
---
Hieronder volgt een samenvatting voor het examenonderwerp "Financiering en structuur van de Belgische ziekteverzekering", gebaseerd op de verstrekte documentatie (pagina 20).
De financiering en structuur van de Belgische ziekteverzekering worden bepaald door een complex samenspel van federale, regionale en lokale bestuursniveaus, met een verplichte solidaire basisverzekering die de kern vormt van de curatieve gezondheidszorg.
### 3.1 Kenmerken van de gezondheidszorg in België
Het Belgische systeem van de curatieve gezondheidszorg kenmerkt zich door verschillende belangrijke pijlers:
#### 3.1.1 Een verplichte solidaire ziekteverzekering
De financiering van de curatieve gezondheidszorg is grotendeels gebaseerd op een verplichte en brede ziekteverzekering, die opereert op basis van solidariteit binnen de federale sociale zekerheid. Circa 99% van de bevolking is wettelijk verplicht verzekerd voor een breed pakket aan geneeskundige verstrekkingen.
* **Gedekte diensten:**
* Bezoeken en consultaties bij diverse zorgverleners, zoals artsen (huisartsen en specialisten), tandartsen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten en diëtisten.
* Arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitsuitkeringen bij ziekte of een arbeidsongeval buiten de professionele sfeer.
* Vergoedingen rond bevalling en moederschapsuitkeringen bij zwangerschap.
* Terugbetaling van geneesmiddelen, zowel magistrale bereidingen als farmaceutische specialiteiten en generische geneesmiddelen, mits deze op een positieve lijst van het RIZIV staan.
* **Nomenclatuur:** Alle medische verstrekkingen en de bijbehorende terugbetalingsmodaliteiten zijn vastgelegd in de nomenclatuur. Via databanken zoals Nomensoft van het RIZIV kunnen verstrekkingsnummers, officiële tarieven en terugbetaalde bedragen geraadpleegd worden.
* **Financiering:**
* De primaire financiering gebeurt via maandelijkse bijdragen van werknemers en werkgevers aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). De RSZ verdeelt deze middelen over de verschillende takken van de sociale zekerheid, waaronder de ziekenfondsen.
* Voor zelfstandigen worden de bijdragen berekend op basis van hun inkomen.
* **Aanvullende (private) verzekeringen:** Deze spelen een steeds grotere rol om extra kosten bij ziekte of andere risico's op te vangen, zoals hospitalisatie-, tandzorg- en aanvullende pensioenverzekeringen.
#### 3.1.2 Een ruim aanbod
België biedt een breed scala aan zorgverstrekkers, diensten en voorzieningen, wat resulteert in een hoge beschikbaarheid van bekwame zorgverleners en moderne infrastructuur. Dit draagt bij aan de goede positie van België in Europese vergelijkende studies over gezondheidszorgkwaliteit. Wel wordt het aantal artsen gereguleerd via een quotasysteem om de beschikbaarheid en spreiding te sturen.
#### 3.1.3 Vrije keuze
Patiënten genieten van een vrije keuze in de Belgische gezondheidszorg, zowel wat betreft de verzekeringsinstelling (ziekenfonds) als de zorgverleners (huisartsen, specialisten, ziekenhuizen, apothekers). Dit stimuleert concurrentie, wat ten goede komt aan de beschikbaarheid en kwaliteit. Een potentieel nadeel is echter dat patiënten soms meer zorgverleners raadplegen dan medisch noodzakelijk, wat de kosten kan opdrijven en de opvolging kan bemoeilijken.
* **Globaal Medisch Dossier (GMD):** Om de zorgcoördinatie te verbeteren, kunnen patiënten hun huisarts toestemming geven om een GMD bij te houden, waarin alle belangrijke medische gegevens worden samengebracht. Het beheer van een GMD door de huisarts biedt financiële voordelen voor de patiënt, zoals een lagere remgeld.
#### 3.1.4 Overleg met betrekking tot prijzen en tarieven
Prijzen en tarieven in de gezondheidszorg worden vastgelegd via tweejaarlijkse nationale overeenkomsten (conventies) tussen verzekeringsinstellingen (ziekenfondsen) en zorgberoepen. Deze afspraken gelden voor honoraria en terugbetalingstarieven. De Belgische nomenclatuur is hierin zeer specifiek.
#### 3.1.5 Moeilijk beheersbare uitgaven
De uitgaven aan gezondheidszorg in België stijgen gestaag en liggen hoger dan het EU-gemiddelde. Vergrijzing, toename van chronische ziekten en dure medische technologieën dragen hieraan bij.
* **Toekomstige beheersmaatregelen:** Dit omvat de invoering van 'pay for performance'-programma's (vergoedingen deels afhankelijk van kwaliteit) en 'globale prospectieve bedragen' voor ziekenhuisverblijven.
* **Financieringsbronnen (fluctuerend):**
* Overheid (ca. 77%): Directe uitgaven via sociale zekerheid, federale, gemeenschaps-, gewestelijke en lokale overheden.
* Privaat (ca. 5%): Aanvullende ziektekostenverzekeringen via ziekenfondsen en private verzekeraars.
* Zorgontvangers (ca. 18%): Netto remgelden en "out-of-pocket" uitgaven (directe kosten na aftrek van alle terugbetalingen). Dit omvat officiële remgelden en bijkomende kosten zoals materiaalsupplementen, niet-terugbetaalbare geneesmiddelen, kamersupplementen en ereloonsupplementen.
* **Maximumfactuur (MAF):** Een cruciale financiële beschermingsmaatregel die jaarlijkse medische kosten voor gezinnen beperkt tot een plafond. Dit beschermt vooral kwetsbare groepen en verhoogt de toegankelijkheid van zorg. Het plafondbedrag is lager voor gezinnen met een laag of bescheiden inkomen.
### 3.2 De zorgverzekeraar, rechthebbende en zorgverstrekker
De Belgische ziekteverzekering kent drie hoofdfactoren: de overheid (vertegenwoordigd door het RIZIV), de zorgontvanger en de zorgverstrekker.
#### 3.2.1 De zorgverzekeraar (ziekenfonds)
Iedereen moet zich inschrijven bij een verzekeringsinstelling (VI), meestal een ziekenfonds, om aanspraak te maken op voordelen. De VI's zijn de uitvoerende organen van de ziekteverzekering en betalen, onder controle van het RIZIV, de uitkeringen uit.
* **Taken van een ziekenfonds:**
* Organisatie van aanvullende diensten en voordelen (concurrentie tussen ziekenfondsen).
* Ondersteuning van thuiszorg via de Sociale Dienst.
* Medewerking aan de realisatie van Vlaamse gezondheidsdoelstellingen (gezondheidspromotie).
* **Financiering en responsabiliseringsbijdrage:** Ziekenfondsen ontvangen een budget van de overheid voor terugbetalingen. Bij overschrijding moeten ze bijpassen uit hun reservefonds, waarvoor zij een jaarlijkse financiële verantwoordelijkheidsbijdrage vragen.
#### 3.2.2 Rechthebbende of gebruiker
De gehele Belgische bevolking is gedekt. Er zijn twee categorieën:
* **Gerechtigden:** Personen die recht openen op basis van hun huidige of vroegere beroepsbezigheid.
* **Personen ten laste:** Kinderen en eventueel samenwonenden en ascendenten die, mits inkomenstoetsing, kunnen aansluiten.
Voor aanspraak op tegemoetkomingen zijn twee voorwaarden vereist: aansluiting bij een ziekenfonds of hulpkas, en betaling van sociale zekerheidsbijdragen.
#### 3.2.3 Zorgverstrekker
Elke gezondheidswerker moet een diploma kunnen voorleggen. Zorgverleners kunnen:
* **Geconventioneerd zijn:** Ze respecteren de overeengekomen tarieven.
* **Niet-geconventioneerd zijn:** Ze mogen hogere honoraria aanrekenen, maar de zorgontvangers betalen dan een hogere eigen bijdrage (opleg) en de terugbetaling vanuit de ziekteverzekering is lager.
Het systeem van conventies beoogt tariefzekerheid en aanvaardbare tarieven.
* **Terugbetalingen:** De ziekteverzekering komt tussen in een uitgebreid pakket prestaties en producten, mits deze in de nomenclatuur staan. Voor een beperkt aantal prestaties is er volledige terugbetaling (bv. levensnoodzakelijke geneesmiddelen, beheer GMD). Voor de meeste prestaties is er een gedeeltelijke tegemoetkoming, waarbij het **remgeld** (het persoonlijk aandeel ten laste van de zorgontvanger) varieert.
* **Ereloonsupplement:** Het deel van de erelonen dat de officiële RIZIV-tarieven overschrijdt, aangerekend door niet-geconventioneerde verstrekkers.
* **Stimuluscontrole en gedragsverandering:**
* **Stimuluscontrole:** Het wegnemen van prikkels voor ongezond gedrag en het introduceren van prikkels voor gezond gedrag.
* **Graduele blootstelling en contraconditionering:** Het vervangen van probleemgedrag door gezonder gedrag in risicosituaties.
* **Contingentiemanagement:** Gebruik van beloningen om de voordelen van gezond gedrag te laten opwegen tegen de nadelen.
* **Feedback en modeling:** Informatie geven over gedrag en het aanbieden van geschikte rolmodellen.
* **Shaping:** Het opdelen van complex gedrag in kleinere, beheersbare stappen.
* **SMART-doelstelling:** Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden. Deze helpt bij het formuleren van duidelijke en haalbare doelen voor gedragsverandering.
---
# Organisatie van de gezondheidszorg in België
Gezondheidsdeterminanten en de organisatie van de gezondheidszorg in België
Het Belgische gezondheidszorgsysteem is een complex, federaal georganiseerd systeem dat beïnvloed wordt door verschillende beleidsniveaus. De principes van gezondheid zelf zijn echter divers en evolueren voortdurend, van holistische definities tot meer dynamische en mensgerichte visies.
## 4. Organisatie van de gezondheidszorg in België
### 4.1 De Belgische staatsstructuur en gezondheidszorg
De organisatie van de Belgische gezondheidszorg is nauw verweven met de federale staatsstructuur. Bevoegdheden zijn verdeeld over verschillende bestuursniveaus: de federale overheid, de gemeenschappen en gewesten, de provincies en de gemeenten.
#### 4.1.1 Niveau 1: Federale overheid, gemeenschappen en gewesten
België kent drie gemeenschappen (Vlaamse, Franstalige en Duitstalige) en drie gewesten (Vlaams, Waals en Brussels Hoofdstedelijk). De bevoegdheden zijn als volgt verdeeld:
* **Federale overheid:** Financiën, sociale zekerheid, belangrijke delen van volksgezondheid, defensie, justitie, politie en buitenlandse zaken.
* **Gewesten:** Economie, milieu, mobiliteit en ruimtelijke ordening.
* **Gemeenschappen:** Cultuur, onderwijs en persoonsgebonden aangelegenheden, waaronder gezondheidszorg.
Door de zesde staatshervorming zijn veel bevoegdheden overgeheveld naar de deelstaten, wat leidt tot een meer gefragmenteerd zorglandschap.
##### 4.1.1.1 Federale overheid en gezondheidszorg
De federale bevoegdheid voor gezondheidszorg valt onder de minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken. Twee federale overheidsdiensten (FOD’s) zijn hierbij cruciaal:
* **FOD Sociale Zekerheid:** Waakt over de levensstandaard en coördineert sociaal beleid. Kerntaken omvatten beleidscoördinatie, dienstverlening aan burgers (bv. ziektekostenverzekering in het buitenland) en de bestrijding van sociale fraude. Het Belgische sociale beschermingssysteem kent twee pijlers: de klassieke sociale zekerheid (pensioenen, werkloosheid etc.) en sociale bijstand (leefloon, inkomensgarantie etc.).
* Onder toezicht van deze FOD staan het **RIZIV** (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering), dat de ziekteverzekering beheert en tarieven bepaalt, en het **KCE** (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg), dat wetenschappelijk advies verstrekt.
* **FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu:** Is bevoegd voor voeding (voedselveiligheid), gezondheid (ziekenhuisfinanciering, beroepen, vaccinaties), dieren en planten, en milieu. De missie is "One world, one health". Belangrijke ondersteunende wetenschappelijke instellingen zijn **Sciensano** (gezondheidsgegevens en onderzoek), de **Hoge Gezondheidsraad (HGR)** (advies orgaan met experts) en het **Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV)** (controle op de voedselketen).
##### 4.1.1.2 Vlaamse overheid en gezondheidszorg
De Vlaamse overheid, met een geïntegreerde structuur van Gemeenschap en Gewest, is bevoegd voor persoonsgebonden aangelegenheden, waaronder:
* **Preventief gezondheidsbeleid:** Gericht op gezondheidswinst op bevolkingsniveau en het verhogen van levensverwachting en levenskwaliteit. Dit omvat het facettenbeleid, een intersectoraal beleid waarbij gezondheid meegenomen wordt in domeinen zoals onderwijs, werk, mobiliteit, wonen en ruimtelijke ordening.
* **Erkenning en kwaliteitsbewaking van gezondheidszorgberoepen en -instellingen:** De Zorginspectie houdt toezicht op de naleving van wettelijke kaders. Vrijwillige accreditaties door externe organisaties en metingen van kwaliteitsindicatoren door het **Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ)** dragen bij aan kwaliteitsverbetering.
* **Vlaamse sociale bescherming:** Zorgbudgetten voor langdurige zorgnoden, ouderenzorg en thuiszorg. Wachtlijsten, met name voor personen met een handicap, blijven een uitdaging.
* **Eerstelijnszorg:** Gecoördineerd via eerstelijnszones, waar zorg- en welzijnsactoren samenwerken onder leiding van een zorgraad. Het Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO) is een belangrijk samenwerkingsverband voor sociale hulpverlening.
* **Digitalisering van de zorg:** Bevordering van digitale informatie-uitwisseling met initiatieven zoals Vitalink, en ondersteuning van het federale eHealth-platform.
#### 4.1.2 Niveau 2: Provincies
De tien Belgische provincies (vijf in Vlaanderen, vijf in Wallonië) spelen een coördinerende rol, met name op het gebied van noodplanning, infrastructuur en milieu. De **Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC)** is een belangrijk provinciaal advies- en controleorgaan dat waakt over de kwaliteit en veiligheid van de zorg, en toeziet op de geschiktheid van zorgverleners.
#### 4.1.3 Niveau 3: Gemeenten
Gemeenten spelen een essentiële, ondersteunende en verbindende rol, met name op het vlak van preventie, welzijn en lokale zorgcoördinatie. Hun belangrijkste rollen omvatten:
* **Lokaal gezondheidsbeleid voeren:** Organiseren van campagnes en initiatieven om gezond gedrag te bevorderen.
* **Ondersteuning en coördinatie van eerstelijnszorg:** Actieve deelname in zorgraden en het faciliteren van samenwerking.
* **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO):** Samenwerking met OCMW, CAW en ziekenfondsen voor betere toegang tot sociale hulpverlening.
* **Crisis- en noodplanning:** Coördinatie van test- en vaccinatiecentra, communicatie en ondersteuning van kwetsbare groepen.
* **Infrastructuur en gezonde leefomgeving:** Bijdragen aan een gezonde leefomgeving via ruimtelijke ordening, mobiliteit en groene ruimtes.
* **Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers:** Initiatieven ter ondersteuning van informele zorgnetwerken.
### 4.2 Kenmerken van de gezondheidszorg in België
#### 4.2.1 Een verplichte solidaire ziekteverzekering
Het Belgische systeem is hoofdzakelijk gefinancierd via een verplichte en solidaire ziekteverzekering, die circa 99% van de bevolking dekt voor een breed pakket aan geneeskundige verstrekkingen. De financiering komt voornamelijk uit bijdragen van werknemers en werkgevers.
* **Belangrijkste diensten:** Terugbetaling van consultaties, geneesmiddelen, arbeidsongeschiktheid, bevalling, etc. De tarieven en terugbetalingsmodaliteiten zijn vastgelegd in de nomenclatuur.
* **Financieringsbronnen:** Overheid (ca. 77%), Privaat (ca. 5% via aanvullende verzekeringen) en Zorgontvangers (ca. 18% remgelden en "out-of-pocket" uitgaven).
* **Aanvullende verzekeringen:** Hospitalisatie, tandzorg etc. spelen een groeiende rol.
* **Ruim aanbod:** België kent een breed aanbod aan zorgverstrekkers en voorzieningen, hoewel artsenaantallen gereguleerd worden.
* **Vrije keuze:** Patiënten hebben vrije keuze van verzekeringsinstelling en zorgverleners. Dit stimuleert concurrentie maar kan leiden tot hoger zorggebruik. Het Globaal Medisch Dossier (GMD) bevordert zorgcoördinatie.
* **Overleg over prijzen en tarieven:** Tweejaarlijkse nationale overeenkomsten tussen verzekeringsinstellingen en zorgberoepen leggen honoraria en terugbetalingstarieven vast.
* **Moeilijk beheersbare uitgaven:** De gezondheidsuitgaven stijgen, o.a. door vergrijzing en nieuwe technologieën. Maatregelen zoals 'pay for performance' en 'globale prospectieve bedragen' worden overwogen.
#### 4.2.2 De zorgverzekeraar
Burgers moeten zich inschrijven bij een verzekeringsinstelling (meestal een ziekenfonds). Deze zijn de uitvoerende organen van de ziekteverzekering en betalen uitkeringen uit onder controle van het RIZIV.
* **Taken van een ziekenfonds:** Uitbetaling van de verplichte verzekering, organisatie van aanvullende diensten en voordelen, voorlichting aan leden, ondersteuning van thuiszorg en medewerking aan gezondheidspromotie. Concurrentie is er voornamelijk op het vlak van aanvullende verzekeringen.
#### 4.2.3 Rechthebbende of gebruiker
De ganse Belgische bevolking is gedekt. Er zijn 'gerechtigden' (op basis van beroepsbezigheid) en 'personen ten laste'. Voor tegemoetkomingen zijn aansluiting bij een ziekenfonds en betaling van sociale zekerheidsbijdragen vereist.
#### 4.2.4 Zorgverstrekker
Zorgverleners kunnen 'geconventioneerd' (respecteren overeengekomen tarieven) of 'niet-geconventioneerd' (mogen hogere honoraria aanrekenen, met hogere eigen bijdrage voor patiënt) zijn. De verplichte ziekteverzekering komt tussen in prestaties opgenomen in de nomenclatuur, vaak met een gedeeltelijke tegemoetkoming (remgeld). Er wordt een onderscheid gemaakt tussen officiële remgelden en "out-of-pocket" uitgaven (supplementen).
#### 4.2.5 De maximumfactuur (MAF)
Een financiële beschermingsmaatregel die de jaarlijkse medische kosten voor gezinnen beperkt tot een plafondbedrag. Zodra dit plafond bereikt is, worden volgende verstrekkingen volledig terugbetaald. Gezinnen met een lager inkomen hebben een lager plafond en hebben dus sneller recht op deze terugbetaling, wat de toegankelijkheid voor kwetsbare groepen verhoogt.
### 4.3 Gezondheidsdeterminanten
Gezondheidsdeterminanten zijn factoren die aan de basis liggen van gezondheid. Het 'Health Field Concept' van Lalonde vat deze samen in categorieën:
* **Genen:** Aangeboren eigenschappen.
* **Gedrag:** Leefstijlfactoren zoals voeding, roken, beweging.
* **Fysieke omgeving:** Klimaat, waterkwaliteit, etc.
* **Maatschappelijke omgeving:** School, werk, gezin.
* **Aanbod:** Beschikbaarheid van zorg, wachtlijsten.
* **Kwaliteit:** Opleidingen, ziekenhuisinfecties.
* **Toegankelijkheid:** Verplichte verzekering.
Gezondheid is het resultaat van een wisselwerking tussen deze determinanten.
#### 4.3.1 Gedragsdeterminanten en het gedragswiel
Het 'gedragswiel' van het Vlaams Instituut Gezond Leven vat gedragsdeterminanten samen in drie categorieën:
* **Competenties:** Psychosociale, kritische, coping- en interactieve vaardigheden, alsook lichamelijke competenties.
* **Drijfveren:** Reflectief gedrag (bewuste keuzes, uitkomstverwachtingen) en automatisch gedrag (emoties, verlangens, gewoonten). Een belangrijke uitdaging is de 'intention-behaviour-gap'.
* **Context:**
* **Microniveau:** Gezin, familie, vrienden.
* **Mesoniveau:** School, werk, jeugdbeweging.
* **Macroniveau:** Ruimere maatschappij (onderwijs, transport, industrie).
* **Fysieke omgeving:** Beschikbaarheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid van gezonde voeding en beweging (bv. voedselwoestijn, voedselmoeras).
* **Sociaal-culturele omgeving:** Heersende sociale normen, sociale facilitatie, modeling, impression management, opvoedingsstijl, culturele normen (eetcultuur, religie).
* **Economische omgeving:** Kosten gerelateerd aan (on)gezond gedrag.
* **Politieke omgeving:** Regels en wetgeving.
Het **ANGELO model** is een ecologisch model dat de invloed van deze externe factoren op gedrag in kaart brengt.
### 4.4 Preventie en Gezondheidsbevordering
#### 4.4.1 Preventie
Preventie richt zich op het voorkomen van gezondheidsproblemen.
* **Doelenboom van preventie:**
* **Primair:** Voorkomen van ziekte/gedrag (bv. anti-rokerscampagne).
* **Secundair:** Vroegtijdig opsporen (bv. screenings).
* **Tertiair:** Complicaties voorkomen bij bestaande problemen (bv. oefeningen voor rugpatiënten).
* **Preventietypes:** Selectief (verhoogd risico), Geïndiceerd (symptomen) en Zorggerelateerd (diagnosecriteria).
* **Preventieparadox:** Collectieve benaderingen leveren meer gezondheidswinst op bevolkingsniveau dan individueel gerichte interventies, ondanks dat de impact op individuen minder zichtbaar is.
#### 4.4.2 Gezondheidsbevordering/gezondheidsvoorlichting
Activiteiten gericht op het motiveren van mensen tot gezonder gedrag, zowel gericht op het individu als de omgeving. Strategieën omvatten educatie, omgevingsinterventies (nudging), afspraken/regels, en zorg/begeleiding.
#### 4.4.3 Vlaams preventielandschap
Public Health streeft met collectieve acties naar gedragsverandering voor grote groepen. Het **Departement Zorg** coördineert gezondheidspromotie, gesteund door partnerorganisaties en regionale verspreiders (LOGO's).
* **Vlaamse gezondheidsdoelstellingen:** Formuleren van doelstellingen gericht op onder andere vaccinaties, kankeronderzoek, zelfdoding, ongevallen en een gezonder leven (met specifieke aandacht voor voeding en beweging). Er wordt ingezet op settingsgericht werken, implementatie, 'Health-in-All-Policies', aandacht voor kwetsbare groepen, evidence-based werken en samenwerking.
* **Gezondheidsmatrix:** Een instrument voor gestructureerd overzicht en duurzaamheidsvisie van gezondheidsbeleid, met proces- en gezondheidsindicatoren.
* **Gezondheidsbeleid:** Een strategische gedragslijn voor het bereiken van gezondheidsdoelstellingen, met aandacht voor verschillende strategieën (educatie, omgevingsinterventies, regels, zorg) en werkwerkniveaus.
### 4.5 Modellen van gedragsverandering
#### 4.5.1 Individuele modellen
* **Health Belief Model:** Gedrag wordt gemotiveerd door de waargenomen dreiging van een gezondheidsprobleem (vatbaarheid, ernst) en de effectiviteit van gedrag (voordelen vs. barrières). 'Cue to action' is een belangrijke trigger.
* **ASE model:** Analyseert gedrag op basis van Attitude, Sociale invloed en Eigen-effectiviteit. Dit model onderschat echter de invloed van de bredere omgeving (fysiek, economisch, politiek).
* **Transtheoretisch model (Stages of Change):** Ziet gedragsverandering als een proces met verschillende stadia: precontemplatie, contemplatie, voorbereiding, actiefase, behoud, en terugval. Elk stadium vereist een specifieke aanpak.
#### 4.5.2 Ecologische modellen
* **ANGELO model:** Zie 4.3.1 Gedragsdeterminanten en het gedragswiel.
#### 4.5.3 Strategieën voor gedragsverandering
* **Stimuluscontrole:** Verwijderen van cues voor ongezond gedrag en introduceren van cues voor gezond gedrag.
* **Graduele blootstelling:** Geleidelijke blootstelling aan prikkels, eventueel met aversietherapie (controversieel) of contraconditionering (ongewenst gedrag vervangen door nieuw, gezond gedrag).
* **Deconditionering:** Gebrek aan positieve bekrachtiging van ongewenst gedrag.
* **Directe ervaring:** Leren door zelf te ervaren en te interpreteren, met aandacht voor positieve bekrachtiging.
* **Contingentiemanagement:** Voordelen van gezond gedrag doen opwegen tegen nadelen, via beloningen of contracten. Intrinsieke beloning is het meest effectief.
* **Feedback:** Individuele, specifieke en tijdige informatie over gedrag en impact.
* **Modeling:** Observationeel leren via rolmodellen.
* **Shaping:** Opdelen van complex gedrag in kleinere stappen met opeenvolgende bekrachtiging.
* **SMART-doelstellingen:** Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden.
#### 4.5.4 Uitwerking workshop en interventies
Een workshop draaiboek omvat essentiële elementen, voorbereiding, uitvoering van acties en evaluatie. Het kiezen van effectieve, evidence-based methodieken, aangepast aan de doelgroep, is cruciaal. Interventies in Vlaanderen, zoals "Gezond leven", "Kind en gezin", VAD (alcohol en drugs), VLESP (suïcidepreventie) en de Diabetes Liga, dragen bij aan gezondheidsbevordering.
* **Bewegen op verwijzing:** Stimuleert inactieve personen tot beweging, met ondersteuning van een coach en een lokaal netwerk.
* **Wisselwerken:** Bevordert het regelmatig onderbreken van lang stilzitten op het werk.
* **10.000 stappen:** Stimuleert volwassenen om dagelijks voldoende te bewegen.
* **Snack & chill:** Creëert een gezondere snackbar op school.
* **SMART-doelstellingen:** Essentieel voor duidelijke communicatie en opvolging van projecten.
* **Gezondheidsmatrix:** Helpt bij het structureren van beleid en het vermijden van eenmalige acties.
---
De organisatie van de gezondheidszorg in België is complex vanwege de federale staatsstructuur, waarbij bevoegdheden verdeeld zijn over verschillende beleidsniveaus, wat leidt tot een gelaagd en soms gefragmenteerd zorglandschap. Beslissingen over gezondheidszorg worden genomen op drie hoofdniveaus: het federale niveau, de gemeenschappen en gewesten, en de provincies en gemeenten.
### 4.1 Federale overheid, gemeenschappen en gewesten
België kent drie gemeenschappen (Vlaamse, Franstalige, Duitstalige) en drie gewesten (Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk). De federale overheid behoudt bevoegdheden zoals financiën, sociale zekerheid en delen van volksgezondheid. De gewesten zijn verantwoordelijk voor economie, milieu en ruimtelijke ordening, terwijl de gemeenschappen zich richten op cultuur, onderwijs en persoonsgebonden aangelegenheden zoals gezondheidszorg.
#### 4.1.1 Federale overheid
Binnen de federale overheid vallen gezondheidszorgbevoegdheden onder de minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken. Twee Federale Overheidsdiensten (FOD’s) spelen een cruciale rol:
* **FOD Sociale Zekerheid:**
* Coördineert en ondersteunt het sociale beleid, evalueert de sociale zekerheid en stimuleert de interactie tussen wetenschap en beleid.
* Biedt sociale dienstverlening aan burgers en bestrijdt sociale fraude.
* Het Belgische sociale beschermingssysteem bestaat uit de klassieke sociale zekerheid (pensioenen, ziekte- en invaliditeitsverzekering) en sociale bijstand (vangnet).
* Instellingen onder het toezicht van deze FOD zijn het **RIZIV** (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering), dat de ziekteverzekering beheert, en het **KCE** (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg), dat wetenschappelijk advies verstrekt.
* **FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu:**
* Is bevoegd voor voeding (voedselveiligheid, tabak, alcohol), gezondheid (ziekenhuisfinanciering, zorgberoepen, vaccinaties), dieren en planten (veiligheid dierlijke producten, GGO’s), en milieu (gezond leefmilieu).
* De missie is "One world, one health".
* Ondersteunende wetenschappelijke instellingen zijn **Sciensano** (verzamelt en analyseert gezondheidsgegevens, bv. BHIS - Belgian Health Interview Survey), de **Hoge Gezondheidsraad (HGR)** (adviseert de overheid via experts) en het **Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV)** (controleert de veiligheid van de voedselketen).
#### 4.1.2 Vlaamse overheid
De Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest zijn samengevoegd tot één bestuursstructuur. De bevoegdheden vallen onder de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Belangrijke domeinen zijn:
* **Preventief gezondheidsbeleid:** Gericht op gezondheidswinst op bevolkingsniveau, met een **facettenbeleid** waarbij gezondheid in diverse beleidsdomeinen (onderwijs, werk, mobiliteit, etc.) wordt meegenomen.
* **Erkenning en kwaliteitsbewaking:** Zorgberoepen en zorginstellingen worden erkend, met kwaliteitsopvolging via de **Zorginspectie**, vrijwillige accreditaties en kwaliteitsindicatoren gemeten door het **Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ)**.
* **Vlaamse sociale bescherming:** Biedt zorgbudgetten en ondersteuning voor langdurige zorgnoden.
* **Eerstelijnszorg:** Georganiseerd via **eerstelijnszones** met zorgraden, en de samenwerking via het **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO)**.
* **Digitalisering van de zorg:** Stimuleren van digitale informatie-uitwisseling, met het federale **eHealth-platform** en Vlaamse realisaties zoals **Vitalink** en **myhealthviewer.be**.
#### 4.1.3 Waalse overheid
[In de aangeleverde tekst wordt de Waalse overheid niet gedetailleerd beschreven, enkel dat gewesten gebaseerd zijn op grondgebied.]
#### 4.1.4 Duitstalige Gemeenschap
[In de aangeleverde tekst wordt de Duitstalige Gemeenschap niet gedetailleerd beschreven, enkel dat gemeenschappen ingedeeld zijn op basis van taal.]
### 4.2 Provincies
België telt tien provincies (vijf in Vlaanderen, vijf in Wallonië) met aan het hoofd een gouverneur. Ze vormen een tussenniveau tussen gewesten en gemeenten en zijn onder meer verantwoordelijk voor noodplanning, provinciale infrastructuur en milieu- en natuurbeheer. Een belangrijke actor in de gezondheidszorg op provinciaal niveau is de **Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC)**, die adviseert, toezicht houdt op zorgverleners en wachtdiensten organiseert. Provincies staan onder toezicht van de gewesten.
### 4.3 Gemeenten
Gemeenten spelen een ondersteunende en verbindende rol, vooral op het vlak van preventie, welzijn en lokale zorgcoördinatie. Hun belangrijkste rollen omvatten:
* **Lokaal gezondheidsbeleid voeren:** Organiseren van campagnes rond preventie.
* **Ondersteuning en coördinatie van eerstelijnszorg:** Actieve rol in de zorgraad van eerstelijnszones.
* **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO):** Via het OCMW samenwerking met CAW en ziekenfondsen voor sociale hulpverlening.
* **Crisis- en noodplanning:** Coördinatie van test- en vaccinatiecentra tijdens pandemieën.
* **Infrastructuur en gezonde leefomgeving:** Via ruimtelijke ordening, mobiliteit en groenbeleid.
* **Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers.**
### 4.4 Kenmerken van de gezondheidszorg in België
De Belgische gezondheidszorg wordt gekenmerkt door:
* **Een verplichte solidaire ziekteverzekering:** Grotendeels gefinancierd door maandelijkse bijdragen van werknemers en werkgevers. Het dekt een breed pakket aan geneeskundige verstrekkingen. De tarieven zijn vastgelegd in de nomenclatuur.
* **Een ruim aanbod:** België kent een hoge beschikbaarheid van zorgverstrekkers, diensten en voorzieningen, hoewel het aantal artsen gereguleerd wordt door een quotasysteem.
* **Vrije keuze:** Zorgontvangers hebben vrije keuze van verzekeringsinstelling en zorgverleners, wat concurrentie stimuleert maar ook kan leiden tot overconsumptie van zorg. Het **Globaal Medisch Dossier (GMD)** bij de huisarts bevordert zorgcoördinatie.
* **Overleg met betrekking tot prijzen en tarieven:** Via tweejaarlijkse nationale overeenkomsten tussen verzekeringsinstellingen en zorgberoepen.
* **Moeilijk beheersbare uitgaven:** De gezondheidsuitgaven stijgen, mede door vergrijzing en dure technologie. Maatregelen zoals 'pay for performance' en 'globale prospectieve bedragen' worden onderzocht.
* Financieringsbronnen zijn de overheid (ca. 77%), privaat (ca. 5% - aanvullende verzekeringen) en zorgontvangers (ca. 18% - remgelden en out-of-pocket uitgaven).
* De **maximumfactuur (MAF)** beschermt gezinnen tegen hoge medische kosten door jaarlijkse uitgaven te plafonneren.
* **De zorgverzekeraar:** Meestal een ziekenfonds, dat instaat voor de uitbetaling van uitkeringen en aanvullende diensten aanbiedt.
* **Rechthebbende of gebruiker:** De gehele bevolking is gedekt, onderverdeeld in gerechtigden en personen ten laste. Aansluiting bij een ziekenfonds en betaling van bijdragen zijn vereist.
* **Zorgverstrekker:** Moet beschikken over een diploma. Zorgverleners kunnen **geconventioneerd** (respecteren tarieven) of **niet-geconventioneerd** zijn (mogen hogere honoraria aanrekenen). Terugbetalingen gebeuren via de nomenclatuur. Het persoonlijke aandeel van de zorgontvanger (remgeld) varieert.
### 4.5 Gezondheidsdeterminanten en gedragsverandering
Gezondheidsdeterminanten zijn factoren die aan de basis liggen van gezondheid. Het **Health Field Concept van Lalonde** categoriseert deze in genen, verworven eigenschappen, gedrag en fysieke/maatschappelijke omgeving. Gezondheidsdeterminanten zijn onderling geassocieerd, wat de aanpak van gezondheidsproblemen complex maakt.
* **Gedragsdeterminanten** worden in het **gedragswiel** van het Vlaams Instituut Gezond Leven onderverdeeld in competenties, drijfveren en context.
* **Competenties:** Psychosociaal, kritisch, coping, interactief en lichamelijk.
* **Drijfveren:** Reflectief (bewust, uitkomstverwachtingen) en automatisch (emoties, verlangens).
* **Context:** Microniveau (gezin), mesoniveau (school, werk), macroniveau (maatschappij), fysieke (beschikbaarheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid - o.a. voedselwoestijn/voedselmoeras), sociaal-culturele, economische en politieke omgeving.
* **Preventie** richt zich op het voorkomen van gezondheidsproblemen (primair), vroegtijdige opsporing (secundair) en het voorkomen van complicaties (tertiair). De **preventieparadox** beschrijft hoe collectieve benaderingen meer gezondheidswinst opleveren dan individuele interventies.
* **Gezondheidsbevordering/gezondheidsvoorlichting** motiveert tot gezonder gedrag via educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, en zorg en begeleiding.
* **Public Health** streeft naar beleidsdoelen en collectieve acties voor volksgezondheid.
Diverse **modellen van gedragsverandering** worden gebruikt:
* **Health Belief Model:** Verklaart gedrag op basis van waargenomen dreiging, voordelen en barrières, met 'cue to action'.
* **ASE model:** Beschouwt Attitude, Sociale invloed en Eigen-effectiviteit als bepalende factoren voor intentie, maar onderschat de bredere omgeving.
* **Transtheoretisch model (Stages of Change):** Ziet gedragsverandering als een proces met verschillende stadia (precontemplatie, contemplatie, voorbereiding, actie, behoud, terugval). Verschillende interventies zijn nodig per stadium.
Diverse **interventies in Vlaanderen** trachten gezond gedrag te bevorderen, zoals 'Gezond leven', Kind en Gezin, VAD (Expertisecentrum voor Alcohol en andere drugs), VLESP (Expertisecentrum Suïcidepreventie) en de Diabetes Liga. Specifieke programma's zoals 'Bewegen op verwijzing', het stimuleren van wisselwerken, het bereiken van 10.000 stappen per dag, en projecten zoals 'Snack & chill' in scholen, ondersteunen deze doelstellingen. De **gezondheidsmatrix** biedt een gestructureerd overzicht van acties en helpt bij het ontwikkelen van een duurzaam gezondheidsbeleid, met aandacht voor proces- en gezondheidsindicatoren. Een effectief gezondheidsbeleid vereist een duidelijke visie, een stappenplan voor implementatie en evaluatie, en de inzet van diverse strategieën zoals educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, en zorg en begeleiding.
---
## 4 Organisatie van de gezondheidszorg in België
De organisatie van de gezondheidszorg in België is complex en wordt beïnvloed door de federale staatsstructuur, waarbij bevoegdheden verdeeld zijn over verschillende beleidsniveaus.
### 4.1 Bestuursniveaus in de gezondheidszorg
Beslissingen over gezondheidszorg in België worden genomen op drie hoofdbestuursniveaus: de federale overheid, de gemeenschappen en gewesten, de provincies en de gemeenten.
#### 4.1.1 Federale overheid, gemeenschappen en gewesten
België is een federale staat met een federale overheid, drie gemeenschappen (Vlaamse, Franstalige, Duitstalige) en drie gewesten (Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk). De bevoegdheden zijn als volgt verdeeld:
* **Federale overheid:** Verantwoordelijk voor financiën, defensie, justitie, politie, sociale zekerheid en belangrijke delen van de volksgezondheid. De federale minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken is bevoegd voor de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
* **FOD Sociale Zekerheid:** Waarborgt de levensstandaard door coördinatie van sociaal beleid, sociale dienstverlening en bestrijding van sociale fraude. Het Belgische sociale beschermingssysteem kent twee pijlers: de klassieke sociale zekerheid (pensioenen, werkloosheid, ziekte- en invaliditeitsverzekering) en sociale bijstand (leefloon, inkomensgarantie). Belangrijke instanties onder toezicht zijn het RIZIV (beheer van ziekteverzekering, tarieven) en het KCE (wetenschappelijk advies).
* **FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu:** Bevoegd voor voeding (voedselveiligheid), gezondheid (ziekenhuisfinanciering, zorgberoepen, vaccinaties), dieren en planten, en milieu. De missie is "One world, one health". Ondersteunende instellingen zijn Sciensano (gezondheidsgegevensanalyse), de Hoge Gezondheidsraad (HGR, advies) en het FAVV (voedselveiligheid).
* **Gemeenschappen:** Verantwoordelijk voor cultuur, onderwijs en persoonsgebonden aangelegenheden, waaronder gezondheidszorg.
* **Gewesten:** Verantwoordelijk voor economie, milieu, mobiliteit en ruimtelijke ordening.
Vlaanderen heeft een geïntegreerde overheid waarbij de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest samengesmolten zijn tot één structuur.
#### 4.1.2 Provincies
De tien Belgische provincies (vijf in Vlaanderen, vijf in Wallonië) fungeren als een tussenniveau tussen gewesten en gemeenten. Ze zijn onder meer verantwoordelijk voor noodplanning, provinciale infrastructuur, milieu- en natuurbeheer, en welzijn en gezondheid. De Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC) is een belangrijk advies- en controleorgaan op provinciaal niveau dat waakt over de kwaliteit, veiligheid en continuïteit van zorg.
#### 4.1.3 Gemeenten
Gemeenten spelen een essentiële, ondersteunende en verbindende rol, vooral op het vlak van preventie, welzijn en lokale zorgcoördinatie. Hun belangrijkste rollen omvatten:
* **Lokaal gezondheidsbeleid:** Voeren van preventiecampagnes rond diverse gezondheidsthema's.
* **Ondersteuning en coördinatie van eerstelijnszorg:** Integratie in eerstelijnszones en afstemming van zorginitiatieven op lokale noden.
* **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO):** Samenwerking met OCMW, CAW en ziekenfondsen voor betere sociale hulpverlening.
* **Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers:** Initiatieven zoals premies, vorming en respijtzorg.
De Belgische gezondheidszorg kenmerkt zich door:
* **Een verplichte solidaire ziekteverzekering:** Financiert de curatieve gezondheidszorg grotendeels via maandelijkse bijdragen van werknemers en werkgevers. Ongeveer 99% van de bevolking is verplicht verzekerd. Het systeem dekt onder andere geneeskundige verstrekkingen, arbeidsongeschiktheid en zwangerschap. De tarieven en terugbetalingsmodaliteiten zijn vastgelegd in de nomenclatuur.
* **Zorgverzekeraar (ziekenfonds):** Verplichte inschrijving bij een ziekenfonds voor het genieten van voordelen en tussenkomsten. Ziekenfondsen betalen uitkeringen uit, organiseren aanvullende diensten en verstrekken voorlichting.
* **Rechthebbende of gebruiker:** De gehele bevolking is gedekt. Rechthebbenden zijn personen die recht openen op basis van hun beroepsbezigheid, en personen ten laste.
* **Zorgverstrekker:** Zorgverleners kunnen geconventioneerd (respecteren tarieven) of niet-geconventioneerd (mogen hogere honoraria aanrekenen) zijn.
* **Een ruim aanbod:** België kent een hoog niveau van beschikbaarheid van bekwame zorgverstrekkers en moderne infrastructuur. Het aantal artsen wordt gereguleerd door een quotasysteem.
* **Vrije keuze:** Patiënten hebben de vrije keuze van verzekeringsinstelling en zorgverleners. Dit stimuleert concurrentie, maar kan leiden tot overconsumptie van zorg. Het Globaal Medisch Dossier (GMD) beheerd door de huisarts bevordert zorgcoördinatie en biedt financiële voordelen.
* **Overleg met betrekking tot prijzen en tarieven:** Tarieven worden vastgelegd via nationale overeenkomsten tussen verzekeringsinstellingen en zorgberoepen. De Belgische nomenclatuur is zeer specifiek.
* **Moeilijk beheersbare uitgaven:** De gezondheidszorguitgaven stijgen gestaag, mede door vergrijzing, chronische ziekten en dure technologieën. Maatregelen zoals 'pay for performance' en 'globale prospectieve bedragen' worden overwogen. De financiering komt voornamelijk uit de overheid (ongeveer 77%), aangevuld met privaat (ongeveer 5%) en zorgontvangers (ongeveer 18%).
* **Maximumfactuur (MAF):** Een financiële beschermingsmaatregel die de jaarlijkse medische kosten voor gezinnen tot een plafondbedrag beperkt, met een lager plafond voor lagere inkomens.
### 4.3 Gezondheidsdeterminanten en preventie
Gezondheidsdeterminanten zijn factoren die aan de basis liggen van gezondheid, zoals genen, gedrag, fysieke en maatschappelijke omgeving.
Het gedragswiel categoriseert gedragsdeterminanten in competenties, drijfveren en context.
* **Drijfveren:** Reflectief gedrag (bewust, uitkomstverwachtingen) en automatisch gedrag (emoties, verlangens, gewoonte).
* **Context:** Microniveau (gezin), mesoniveau (school, werk) en macroniveau (maatschappij). Dit omvat ook de fysieke omgeving (beschikbaarheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid), sociaal-culturele omgeving (normen, modeling), economische omgeving (kosten) en politieke omgeving (wetgeving).
#### 4.3.2 Preventie en gezondheidsbevordering
* **Preventie:** Gericht op het voorkomen van gezondheidsproblemen (primair), vroegtijdig opsporen (secundair) of complicaties verminderen (tertiair). De preventieparadox benadrukt dat collectieve benaderingen meer gezondheidswinst opleveren dan individuele interventies.
* **Gezondheidsbevordering:** Stimuleren van vrijwillig gezonder gedrag via educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, en zorg en begeleiding. Het Vlaams preventielandschap wordt gecoördineerd door het Departement Zorg en ondersteund door partnerorganisaties en LOGO's.
* **Vlaamse gezondheidsdoelstellingen:** Formuleren van doelstellingen op basis van conferenties, met aandacht voor settingsgericht werken, implementatie, Health-in-All-Policies en kwetsbare groepen. De gezondheidsmatrix helpt bij het structureren van acties en het monitoren van de effecten via proces- en gezondheidsindicatoren.
#### 4.3.3 Modellen van gedragsverandering
Verschillende modellen verklaren gedragsverandering:
* **Health Belief Model:** Benadrukt waargenomen vatbaarheid, ernst, voordelen, barrières en cues to action.
* **ASE model (Attitude, Self-efficacy, Environmental factors):** Richt zich op houding, eigen-effectiviteit en omgevingsfactoren (al wordt de invloed van de omgeving breder dan enkel barrières erkend).
* **Transtheoretisch model (Stages of Change):** Beschrijft gedragsverandering als een proces met stadia zoals precontemplatie, contemplatie, voorbereiding, actieve fase en behoud, met aandacht voor terugval.
### 4.4 Interventies in Vlaanderen
Diverse organisaties bieden interventies aan:
* **Gezond leven:** Bevordert een gezonder en toegankelijker leven.
* **Kind en gezin:** Richt zich op kansrijk opgroeien.
* **VAD (Vlaams expertisecentrum voor Alcohol en andere drugs):** Vermindert problematisch gebruik van alcohol en drugs.
* **VLESP (Vlaams expertisecentrum Suïcidepreventie):** Voorkomt zelfdoden en doorbreekt het taboe.
* **Diabetes liga:** Informeert, verbindt en mobiliseert mensen met diabetes.
Voorbeelden van interventies zijn "Bewegen op verwijzing" (stimuleert beweging bij inactieve personen, met aandacht voor kwetsbare groepen en lokale netwerken), het beperken van lang stilzitten ("wisselwerken") en het bevorderen van 10.000 stappen per dag. Ook initiatieven zoals "Snack & chill" (gezondere snackbars op scholen) en SMART-doelstellingen voor communicatieprojecten worden ingezet. De gezondheidsmatrix helpt bij het structureren van interventies en het monitoren van hun effectiviteit.
---
# Effectieve methodieken voor gezondheidsvoorlichting en workshops
Gezondheidsvoorlichting en workshops zijn cruciale instrumenten om gedragsverandering te stimuleren en de gezondheid van individuen en gemeenschappen te bevorderen. Dit onderwerp verkent de fundamenten van gezondheid, de organisatie van de gezondheidszorg in België, de determinanten van gezondheid en gedrag, en specifieke methodieken en interventies gericht op gezondheidsbevordering en preventie.
### 5.1 Visies op gezondheid
Verschillende perspectieven op gezondheid beïnvloeden de benadering van gezondheidsvoorlichting.
* **WHO definitie (1948):** 'Een toestand van volledig lichamelijk, sociaal en geestelijk welzijn en niet louter de afwezigheid van ziekte of gebrek'. Deze definitie benadrukt een holistisch mensbeeld met aandacht voor psychische en sociale aspecten.
* **Kritiek op de WHO definitie:** De definitie wordt als te idealistisch en statisch beschouwd.
* **Herformulering WHO (1998):** 'Een dynamische toestand van volledig fysiek, mentaal, spiritueel en sociaal welzijn en niet alleen de afwezigheid van ziekte of gebrek'. Deze versie erkent de dynamische aard van gezondheid.
* **Positieve gezondheid (Machteld Huber):** Definieert gezondheid als 'het vermogen van mensen om zich aan te passen en de eigen regie te voeren in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven'. Dit model omvat dimensies als lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, dagelijks functioneren, meedoen en kwaliteit van leven.
### 5.2 Organisatie van de gezondheidszorg in België
De Belgische gezondheidszorg is complex door de federale staatsstructuur, waarbij bevoegdheden verdeeld zijn over verschillende beleidsniveaus.
* **Bestuursniveaus:**
* **Federale overheid, gemeenschappen en gewesten:** De federale overheid beheert onder meer sociale zekerheid en delen van volksgezondheid. Gemeenschappen zijn bevoegd voor persoonsgebonden aangelegenheden zoals gezondheidszorg, en gewesten voor economie en milieu. In Vlaanderen zijn de gemeenschaps- en gewestbevoegdheden samengevoegd.
* **Provincies:** Fungeren als tussenniveau voor coördinatie, noodplanning en beheer van provinciale infrastructuur.
* **Gemeenten:** Spelen een cruciale rol in lokaal gezondheidsbeleid, coördinatie van eerstelijnszorg en de uitvoering van het Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO).
* **Belangrijke federale overheidsdiensten (FOD's):**
* **FOD Sociale Zekerheid:** Coördineert sociaal beleid, biedt sociale dienstverlening en bestrijdt sociale fraude. Het RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering) en KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) vallen hieronder.
* **FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu:** Is bevoegd voor voeding, gezondheid (financiering ziekenhuizen, beroepen), dieren en planten, en milieu. Ondersteunende wetenschappelijke instellingen zijn Sciensano, de Hoge Gezondheidsraad (HGR) en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV).
* **Vlaamse overheid:** Richt zich op preventief gezondheidsbeleid, erkenning van zorgberoepen, kwaliteitsbewaking, sociale bescherming, eerstelijnszorg en digitalisering van zorg. Het **facettenbeleid** is hierbij cruciaal, waarbij gezondheid wordt meegenomen in alle beleidsdomeinen.
* **Kenmerken van de Belgische gezondheidszorg:**
* **Verplichte solidaire ziekteverzekering:** Dekt een breed pakket aan geneeskundige verstrekkingen, gefinancierd door bijdragen van werknemers en werkgevers.
* **Ruim aanbod:** Gekenmerkt door een hoge beschikbaarheid van zorgverstrekkers en infrastructuur.
* **Vrije keuze:** Patiënten kunnen hun verzekeringsinstelling en zorgverleners vrij kiezen.
* **Overleg prijzen en tarieven:** Via tweejaarlijkse nationale overeenkomsten (conventies).
* **Moeilijk beheersbare uitgaven:** Stijgende kosten door vergrijzing, chronische ziekten en innovatieve technologieën.
* **Financieringsbronnen:** Overheid, privaat en zorgontvangers (remgelden, out-of-pocket uitgaven).
* **Maximumfactuur (MAF):** Een financiële beschermingsmaatregel die jaarlijkse medische kosten beperkt.
* **Zorgverzekeraar (ziekenfonds):** Verplichte inschrijving, uitvoerend orgaan van de ziekteverzekering, biedt ook aanvullende diensten.
* **Rechthebbende of gebruiker:** De gehele bevolking is gedekt; gerechtigden en personen ten laste.
* **Zorgverstrekker:** Moet voldoen aan diplomavereisten; kan wel of niet geconventioneerd zijn.
### 5.3 Gezondheidsdeterminanten en gedragsdeterminanten
Gezondheidsdeterminanten zijn factoren die de gezondheid beïnvloeden.
* **Model van Lalonde:** Vat determinanten samen in categorieën: menselijke biologie, leefstijl, omgeving en gezondheidszorgsysteem.
* **Gedragsdeterminanten:** De redenen waarom mensen bepaald gedrag vertonen, vaak onbewust. Deze zijn aangrijpingspunten voor gedragsverandering.
* **Complexiteit van gezondheidsgedrag:** Vaak onzichtbaar, onbewust risicogedrag, meerdere gedragingen leiden tot één probleem, en gedrag kan opgedeeld worden in deelgedragingen.
* **Het Gedragswiel (Vlaams Instituut Gezond Leven):**
* **Competenties:** Psychosociale, kritische, coping-, interactieve en lichamelijke vaardigheden.
* **Drijfveren:** Reflectief gedrag (uitkomstverwachtingen, eigen-effectiviteit, attitude, intentie) en automatisch gedrag (emoties, verlangens, gewoontes, hedonisch eten).
* **Context:**
* **Microniveau:** Gezin, familie, vrienden.
* **Mesoniveau:** School, werk, jeugdbeweging.
* **Macroniveau:** Maatschappij (onderwijs, transport, industrie).
* **Fysieke omgeving:** Beschikbaarheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid (voedselwoestijn/moeras).
* **Sociaal-culturele omgeving:** Sociale normen, sociale facilitatie, modeling, impression management, opvoedingsstijl, culturele normen.
* **Economische omgeving:** Kosten.
* **Politieke omgeving:** Regels en wetgeving.
* **ANGELO model:** Beschrijft externe factoren die gedrag beïnvloeden (gedrag, omgeving, sociale normen, genen).
### 5.4 Preventie en gezondheidsbevordering
* **Preventie:** Het voorkomen dat er iets gebeurt, gericht op kwaliteit van leven.
* **Doelenboom:**
* **Primair:** Gezondheidsproblemen voorkomen (bv. anti-rokerscampagne).
* **Secundair:** Vroegtijdig opsporen (bv. screenings).
* **Tertiair:** Bijkomende complicaties opsporen (bv. oefeningen voor chronische rugklachten).
* **Niveau van preventie:**
* **Selectief:** Bevolkingsgroepen met verhoogd risico.
* **Geïndiceerd:** Vertoont symptomen maar voldoet niet aan diagnostische criteria.
* **Zorggerelateerd:** Voldoet aan criteria voor diagnose.
* **Preventieparadox:** Collectieve benaderingen leveren meer gezondheidswinst op bevolkingsniveau dan individueel gerichte interventies (hoogrisicobenadering).
* **Gezondheidsbevordering/Gezondheidsvoorlichting:** Activiteiten om mensen te motiveren zich vrijwillig gezonder te gedragen, gericht op individu en omgeving. Middelen zijn:
* Educatie (informeren, sensibiliseren, vaardigheden versterken).
* Omgevingsinterventies (nudging, fysiek, ruimtelijk, materiaal).
* Afspraken en regels (binnen settings).
* Zorg en begeleiding (doorverwijzen, vroeginterventie).
* **Vlaams preventielandschap:**
* **Public Health:** Streven naar beleidsdoelen voor volksgezondheid door collectieve acties.
* **Gezondheidspromotie:** Gecoördineerd door de bevoegde gemeenschapsministers, ondersteund door partnerorganisaties (bv. LOGO's).
* **Vlaamse gezondheidsdoelstellingen:** Geformuleerd tijdens gezondheidsconferenties, met specifieke doelstellingen gericht op o.a. voeding, beweging en welzijn. Het nieuwe beleid focust op *settingsgericht werken*, *implementatie*, *Health-in-All-Policies*, *kwetsbare groepen*, *evidence* en *samenwerking*.
* **Gezondheidsmatrix:** Een gestructureerd overzicht van acties voor een duurzame, langetermijnvisie op gezondheidsbeleid, met proces- en gezondheidsindicatoren voor evaluatie.
* **Gezondheidsbeleid:** Gedragslijn voor het verwezenlijken van doelstellingen, een mix van strategieën gericht op individu en omgeving.
### 5.5 Modellen van gedragsverandering
Modellen bieden inzichten in de mechanismen achter gedragsverandering.
* **Individuele modellen:**
* **Health Belief Model (HBM):** Gedrag wordt bepaald door waargenomen dreiging (vatbaarheid, ernst), gedragsevaluatie (effectiviteit, voordelen vs. barrières) en cues to action.
* **ASE model:** Verklaart gedrag door intentie, gevormd door attitudes, sociale normen en eigen-effectiviteit. Houdt ook rekening met barrières en de invloed van de omgeving (fysiek, economisch, politiek).
* **Transtheoretisch Model (Stages of Change):** Gedragsverandering verloopt via fasen: precontemplatie, contemplatie, voorbereiding, actiefase en behoud. Terugval is een leersituatie. Dit model benadrukt de noodzaak van een aangepaste aanpak per fase.
* **Methoden voor gedragsverandering (gekoppeld aan determinanten):**
* **Stimuluscontrole:** Aanbrengen van cues die gezond gedrag stimuleren en verwijderen van cues voor ongezond gedrag.
* **Graduele blootstelling (bv. aversietherapie, contraconditionering):** Geleidelijke confrontatie met een situatie, waarbij ongewenst gedrag wordt vervangen door gezonder gedrag.
* **Deconditionering:** Ongewenst gedrag laten ervaren zonder positieve bekrachtiging.
* **Directe ervaring:** Gedrag aanmoedigen waarbij kennis of attitude door ervaring wordt gevormd (positieve bekrachtiging).
* **Contingentiemanagement:** Beloningen koppelen aan gezond gedrag. Intrinsieke beloning werkt het best.
* **Feedback:** Individuele, specifieke en tijdige informatie over gedrag en gezondheidseffecten.
* **Modeling:** Leren door het observeren en nabootsen van rolmodellen.
* **Shaping:** Opdelen van complex gedrag in tussenstappen met opeenvolgende bekrachtiging.
* **SMART-doelstellingen:** Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden doelen voor duidelijkheid en motivatie.
### 5.6 Gezondheidsvoorlichting en workshops: praktijk
Het opzetten van effectieve gezondheidsvoorlichting en workshops vereist een gestructureerde aanpak.
* **Draaboek voor een workshop:**
* **Inleiding:** Essentiële elementen, doelstellingen, rode draad.
* **Voorbereiding:** Materiaal, kosten, mankracht.
* **Workshop:** Tijdsduur, invulling per onderdeel, kennismaking, afspraken, inhoudelijke acties, instructies.
* **Afsluit:** Evaluatie (effect en proces), passend slot.
* **Afhandeling:** Opruimen, feedback, bronvermelding.
* **Uitwerking van een workshop:**
* Brainstormen en selecteren van evidence-based methodieken die gedragsdeterminanten beïnvloeden.
* Combineren van verschillende methodieken voor een boeiend verloop.
* Vertaal methodieken naar praktische, interactieve toepassingen (quiz, rollenspel, demonstratie).
* Bepaal de inhoud en rode draad afgestemd op de doelgroep (beginsituatie, niveau, leefwereld).
* Gebruik visueel materiaal ter ondersteuning.
* **Interventies in Vlaanderen:**
* **Gezond leven:** Initiatieven voor een gezonder en toegankelijker Vlaanderen.
* **Kind en gezin:** Bevordering van kansrijk opgroeien.
* **VAD (Vlaams expertisecentrum voor Alcohol en andere drugs):** Reductie van problematisch gebruik.
* **VLESP (Vlaams expertisecentrum Suïcidepreventie):** Voorkomen van zelfdoden en taboedoorbreking.
* **Diabetes Liga:** Informeren, verbinden en mobiliseren rond diabetes.
* **Voorbeelden van interventies:**
* **Bewegen op verwijzing:** Laagdrempelig beweegaanbod, ondersteund door coaches, met aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen en lokale netwerken.
* **10.000 stappen:** Stimuleren van dagelijkse stappen voor volwassenen met een lage drempel, beïnvloed door sociale factoren en kennis.
* **Snack & chill:** Gezondere snackbars op scholen met aandacht voor kennis, economische en fysieke omgeving.
* **Wisselwerken:** Stimuleren van beweging tijdens zittend werk door aanpassingen in de werkomgeving en praktische tips.
* **Communicatie:** Effectieve communicatie, bijvoorbeeld via social media, is essentieel om projecten bekend te maken en doelstellingen te bereiken (SMART-doelstellingen).
* **Gezondheidsmatrix en Beleid:** De gezondheidsmatrix helpt bij het structureren van acties en het waarborgen van duurzaamheid. Een effectief gezondheidsbeleid is een integraal onderdeel van een organisatie, met een duidelijke visie, concrete acties en een systematische evaluatie.
> **Tip:** Bij het ontwerpen van gezondheidsvoorlichting en workshops is het cruciaal om de gekozen methodieken te baseren op wetenschappelijk bewijs (evidence-based) en deze af te stemmen op de specifieke kenmerken en behoeften van de doelgroep. Het combineren van verschillende strategieën en het betrekken van de omgeving vergroot de kans op succes.
---
Gezondheidsvoorlichting en effectieve methodieken voor workshops zijn cruciaal voor het bevorderen van gezonde leefstijlen en het voorkomen van gezondheidsproblemen. Dit onderwerp verkent verschillende benaderingen, modellen en strategieën die gebruikt kunnen worden om individuen en gemeenschappen te motiveren tot gezonder gedrag, rekening houdend met de complexe interactie tussen gedragsdeterminanten en de bredere omgeving.
### 5.1 Concepten van gezondheid
De definitie van gezondheid is geëvolueerd, waarbij de nadruk steeds meer komt te liggen op een holistische en dynamische benadering.
#### 5.1.1 Evolutie van de gezondheidsdefinities
* **WHO (1948):** Definieerde gezondheid als "een toestand van volledig lichamelijk, sociaal en geestelijk welzijn en niet louter de afwezigheid van ziekte of gebrek." Deze definitie benadrukt een holistisch mensbeeld en de aandacht voor psychische en sociale aspecten.
* **Kritiek op WHO (1948):** De definitie werd bekritiseerd als te idealistisch en statisch. De vraag rees wanneer iemand "compleet gezond" is en wat "welbevinden" precies inhoudt.
* **WHO (1998):** Herformuleerde de definitie als "een dynamische toestand van volledig fysiek, mentaal, spiritueel en sociaal welzijn en niet alleen de afwezigheid van ziekte of gebrek." De toevoeging van "dynamisch" weerspiegelt een meer actieve en aanpasbare kijk op gezondheid.
* **Machteld Huber (Positieve gezondheid):** Stelt dat "Gezondheid het vermogen van mensen is om zich aan te passen en de eigen regie te voeren in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven." Deze visie focust op veerkracht en aanpassingsvermogen. Huber onderscheidt zes dimensies van gezondheid:
* Lichamelijke functies
* Mentaal welbevinden
* Zingeving
* Dagelijks functioneren
* Meedoen in de samenleving
* Kwaliteit van leven
#### 5.1.2 Visies op gezondheid
Verschillende visies op gezondheid beïnvloeden de benadering van gezondheidsvoorlichting:
* **Biologische visie:** Focust op homeostase en evenwicht in het lichaam. Ziekte ontstaat wanneer dit evenwicht verstoord is.
* **Psychologische visie:** Ziekte wordt bepaald door hoe iemand zich voelt.
* **Sociale visie:** Gezondheid is gerelateerd aan het kunnen vervullen van sociale rollen.
* **Humane visie:** Gezondheid omvat zowel het fysieke als het mentale welbevinden en het vermogen om rollen te vervullen.
* **Dynamische visie:** Benadrukt het aanpassingsvermogen van een individu aan wisselende omstandigheden.
* **Medische visie:** Gaat uit van een aanwijsbare oorzaak voor ziekte.
Het Belgische gezondheidszorgsysteem is complex en beïnvloed door de federale staatsstructuur, waarbij bevoegdheden verdeeld zijn over verschillende beleidsniveaus.
#### 5.2.1 Beleidsniveaus
* **Niveau 1: Federale overheid, gemeenschappen en gewesten:**
* **Federale overheid:** Verantwoordelijk voor o.a. sociale zekerheid en delen van volksgezondheid. De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu coördineert dit. Belangrijke instellingen zijn het RIZIV en het KCE.
* **Gemeenschappen en Gewesten:** Hebben elk hun eigen parlementen en regeringen. Bevoegdheden variëren per niveau (bv. gewesten voor economie, gemeenschappen voor cultuur en onderwijs). Vlaanderen heeft een geïntegreerde structuur.
* **Niveau 2: Provincies:** Fungeren als tussenniveau tussen gewesten en gemeenten. Verantwoordelijk voor o.a. noodplanning, provinciale infrastructuur en lokaal welzijn en gezondheid. De Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC) speelt een rol in kwaliteitsbewaking en advies.
* **Niveau 3: Gemeenten:** Cruciaal voor lokaal gezondheidsbeleid, eerstelijnszorgcoördinatie, en het Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO). Ze dragen bij aan een gezonde leefomgeving en ondersteunen mantelzorgers.
#### 5.2.2 Kenmerken van de Belgische gezondheidszorg
* **Verplichte solidaire ziekteverzekering:** Gefinancierd door bijdragen van werknemers en werkgevers. Zorgt voor brede dekking van medische prestaties.
* **Ruim aanbod:** België kenmerkt zich door een hoge beschikbaarheid van zorgverstrekkers en moderne infrastructuur.
* **Vrije keuze:** Patiënten kunnen vrij hun verzekeringsinstelling en zorgverleners kiezen, wat concurrentie stimuleert maar ook tot overconsumptie kan leiden. Het Globaal Medisch Dossier (GMD) bevordert zorgcoördinatie.
* **Overleg over prijzen en tarieven:** Vinden plaats via nationale overeenkomsten tussen verzekeringsinstellingen en zorgberoepen.
* **Moeilijk beheersbare uitgaven:** Stijgende kosten door vergrijzing, chronische ziekten en innovatie. Maatregelen zoals 'pay for performance' en 'globale prospectieve bedragen' worden onderzocht.
* **Financieringsbronnen:** Grotendeels gefinancierd door de overheid, aangevuld met private verzekeringen en eigen bijdragen van zorgontvangers (remgelden, out-of-pocket uitgaven).
* **Zorgverzekeraar (ziekenfondsen):** Uitvoerende organen die uitkeringen doen en aanvullende diensten aanbieden.
* **Rechthebbende/gebruiker:** De gehele Belgische bevolking is gedekt, zowel gerechtigden als personen ten laste.
* **Zorgverstrekker:** Moet beschikken over een diploma en kan kiezen om zich te laten conventiëren (tariefzekerheid) of niet (hogere honoraria mogelijk).
* **Maximumfactuur (MAF):** Een financiële beschermingsmaatregel die jaarlijkse medische kosten beperkt tot een plafondbedrag, met name voor kwetsbare groepen.
### 5.3 Determinanten van gezondheid en gedragsverandering
Gezondheidsdeterminanten zijn factoren die gezondheid beïnvloeden. Het begrijpen hiervan is essentieel voor effectieve gezondheidsvoorlichting en preventie.
#### 5.3.1 Gezondheidsdeterminanten
Het **'Health Field Concept' van Lalonde** vat de determinanten samen in categorieën:
* **Genen:** Aangeboren eigenschappen.
* **Gedrag:** Leefstijlkeuzes zoals voeding, roken, beweging.
* **Fysieke omgeving:** Klimaat, waterkwaliteit, luchtkwaliteit.
* **Maatschappelijke factoren:** School, werk, gezin.
* **Aanbod:** Beschikbaarheid van zorg, wachtlijsten.
* **Kwaliteit:** Opleidingen, infectiepreventie in ziekenhuizen.
* **Toegankelijkheid:** Verzekeringssystemen, financiële middelen.
Gedragsdeterminanten zijn de specifieke factoren die het vertonen van gezond of ongezond gedrag beïnvloeden.
#### 5.3.2 Het gedragswiel
Het gedragswiel van het Vlaams Instituut Gezond Leven categoriseert gedragsdeterminanten in drie hoofdcategorieën:
* **Competenties:**
* Psychosociale competenties (kennis, kritische vaardigheden, copingvaardigheden, interactieve vaardigheden).
* Lichamelijke competenties (functionele, motorische vaardigheden, fitheid).
* **Drijfveren:**
* **Reflectief gedrag:** Bewuste overwegingen, uitkomstverwachtingen (bv. weten dat volkoren pasta gezond is).
* **Automatisch gedrag:** Emoties, verlangens, behoeften, gewoontes (bv. emotioneel eten, eten uit gewoonte).
* **Eigen-effectiviteit:** Zelfvertrouwen in het uitvoeren van bepaald gedrag.
* **Attitude:** Houding ten opzichte van het gedrag.
* **Macroniveau:** Ruimere maatschappij (onderwijs, transport, industrie).
* **Fysieke omgeving:** Beschikbaarheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid van gezonde opties (bv. voedselwoestijn, voedselmoeras).
* **Sociaal-culturele omgeving:** Sociale normen, sociale facilitatie, modeling, opvoedingsstijl.
* **Culturele omgeving:** Levenswijze, tradities, religie (bv. eetcultuur).
* **Economische omgeving:** Kosten gerelateerd aan gedrag.
* **Politieke omgeving:** Wetgeving en regels.
Het **ANGELO-model** (Actor, Neighbours, Local environment, General environment, Organ systems) biedt een ecologische kijk op de invloed van omgevingsfactoren op gedrag.
#### 5.3.3 Modellen van gedragsverandering
Verschillende modellen helpen bij het begrijpen en faciliteren van gedragsverandering:
* **Health Belief Model (HBM):** Verklaart de bereidheid tot preventief gedrag op basis van waargenomen dreiging (vatbaarheid en ernst) en de effectiviteit van de interventie (voordelen versus barrières), gestimuleerd door een 'cue to action'.
* **ASE-model (Attitude, Sociale invloed, Eigen-effectiviteit):** Focust op attitude, sociale invloed (normen, druk, steun) en eigen-effectiviteit als voorspellers van gedragsintentie. Het model onderschat de invloed van de bredere omgeving.
* **Transtheoretisch model (Stages of Change):** Ziet gedragsverandering als een proces met verschillende stadia:
1. **Precontemplatie:** Nog geen overweging tot verandering.
2. **Contemplatie:** Erkenning van het probleem, overweging tot verandering, maar nog ambivalent.
3. **Voorbereiding:** Beslissing tot verandering, intentie tot actie.
4. **Actie:** Daadwerkelijke gedragsverandering (minder dan 6 maanden).
5. **Behoud:** Consolidatie van gedragsverandering (langer dan 6 maanden).
6. **Terugval:** Hervallen in oude gedragspatronen.
#### 5.3.4 Technieken voor gedragsverandering
* **Graduele blootstelling:** Gecontroleerde blootstelling aan risicofactoren om deze te ontkrachten.
* **Contraconditionering:** Vervangen van probleemgedrag door gezonder gedrag in risicosituaties.
* **Deconditionering:** Vermindering van ongewenst gedrag door het wegnemen van bekrachtiging.
* **Directe ervaring:** Leren door zelf te ervaren en te interpreteren.
* **Contingentiemanagement:** Gebruik van beloningen om gezond gedrag te stimuleren.
* **Feedback:** Informatie verschaffen over de voortgang en impact van gedrag.
* **Modeling:** Leren door het observeren en nabootsen van een rolmodel.
* **Shaping:** Het opdelen van complex gedrag in behapbare tussenstappen die geleidelijk worden bekrachtigd.
* **SMART-doelstellingen:** Specifieke, Meetbare, Acceptabele, Realistische, Tijdsgebonden doelen.
Preventie richt zich op het voorkomen van gezondheidsproblemen, terwijl gezondheidsbevordering het geheel van activiteiten omvat die gemotiveerd gedrag stimuleren.
#### 5.4.1 Preventieparadox
Bij collectieve preventie (populatiebenadering) is de totale gezondheidswinst vaak groter dan bij individueel gerichte interventies (hoogrisicobenadering), hoewel de winst per individu kleiner is. Dit kan leiden tot anonimiteit van de preventie en moeilijkheden bij het rechtvaardigen van budgetten.
#### 5.4.2 Gezondheidsbevordering en voorlichting
Gezondheidsbevordering is een breder concept dat naast gezondheidsvoorlichting (educatie, sensibilisatie, vaardigheidsversterking) ook omgevingsinterventies, afspraken en regels, en zorg en begeleiding omvat.
* **Public Health:** Collectieve acties gericht op gedragsverandering en gezondheidswinst op bevolkingsniveau.
* **Gezondheidspromotie:** Gecoördineerd door het Departement Zorg, met steun van partnerorganisaties en regionale verspreiders (LOGO's).
* **Vlaamse gezondheidsdoelstellingen:** Formules die sturen het beleid (bv. rond voeding, beweging, vaccinaties).
* **Settingsgericht werken:** Interventies aangepast aan specifieke contexten (bv. scholen, werkplekken).
* **Health in All Policies:** Gezondheid meenemen in alle beleidsdomeinen.
* **Proportioneel universalisme:** Universele preventiestrategieën met intensiteit aangepast aan de noden van de doelgroep.
* **Gezondheidsmatrix:** Hulpmiddel voor gestructureerd overzicht van acties en langetermijnvisie.
#### 5.4.3 Gezondheidsbeleid en -initiatieven
Een effectief gezondheidsbeleid is cruciaal voor organisaties en vereist een gestructureerde aanpak:
* **Stappenplan voor zorg & welzijn:**
1. Zorg voor voldoende steun binnen de organisatie.
2. Evalueer de huidige situatie.
3. Identificeer ontbrekende elementen.
4. Ontwikkel concrete, haalbare acties en interventies.
5. Voer de acties uit (draaiboek).
6. Evalueer en stel bij.
* **Effectieve methodieken voor workshops:**
* Brainstormen en selecteren van evidence-based methodieken.
* Combineren van verschillende methodieken voor boeiende sessies.
* Vertaal methodieken naar praktische toepassingen (quiz, rollenspel, demonstratie, spelbord).
* Bepaal de inhoud op basis van de beginsituatie, niveau en leefwereld van de doelgroep.
* Gebruik van visueel materiaal.
* Uitwerken van een draaiboek met inleiding, voorbereiding, leermomenten, afsluiting.
#### 5.4.4 Interventies in Vlaanderen
Diverse organisaties bieden specifieke interventies aan:
* **Gezond leven:** Bevordert een gezonder Vlaanderen.
* **Kind en gezin:** Richt zich op kansrijk opgroeien.
* **VAD (Vlaams expertisecentrum voor Alcohol en andere drugs):** Vermindert problematisch gebruik van alcohol en drugs.
* **VLESP (Vlaams expertisecentrum Suïcidepreventie):** Voorkomt zelfdoding en doorbreekt taboes.
* **Diabetes Liga:** Informeren, connecteren en mobiliseren rond diabetes.
#### 5.4.5 Specifieke interventievoorbeelden
* **Bewegen op verwijzing:** Coaches helpen inactieve personen om meer te bewegen, met aandacht voor sociale steun, intentie, barrières en eigen-effectiviteit. Een lokaal netwerk is belangrijk voor draagvlak en doorverwijzing.
* **Wisselwerken:** Stimuleert het doorbreken van langdurig stilzitten op werk door afwisselend zittend en staand werk, met praktische tips voor de werkomgeving.
* **10.000 stappen:** Stimuleert volwassenen om dagelijks 10.000 stappen te zetten, met ondersteunend materiaal en focus op sociale invloed en kennis.
* **Snack & Chill:** Een initiatief voor gezondere snackbars op scholen, gericht op leerlingen, ouders en de economische/fysieke omgeving.
Gezondheidsvoorlichting en de toepassing van effectieve methodieken zijn essentieel voor het realiseren van gezondheidswinst op alle niveaus van de samenleving.
---
Hier is de samenvatting van "Effectieve methodieken voor gezondheidsvoorlichting en workshops" op basis van de opgegeven pagina's, geformatteerd als een examengericht studieoverzicht.
Dit onderwerp behandelt de principes en praktijken van effectieve gezondheidsvoorlichting en de organisatie van workshops, met focus op het beïnvloeden van gedragsdeterminanten om gezondheidsdoelstellingen te bereiken.
### 5.1 Principes van Gezondheidsvoorlichting en -bevordering
Gezondheidsbevordering omvat een breed scala aan activiteiten die mensen motiveren tot gezonder gedrag, gericht op zowel het individu als de omgeving. Gezondheidsvoorlichting is een middel hiertoe, met als doel individuen of groepen in staat te stellen gezonde keuzes te maken.
#### 5.1.1 Strategieën binnen Gezondheidsbevordering
Gezondheidsbevordering omvat verschillende strategieën:
* **Educatie:** Informeren, sensibiliseren en vaardigheden versterken bij de doelgroep en/of omgeving, inclusief deskundigheidsbevordering van intermediairs (bv. kookworkshops).
* **Omgevingsinterventies:** Aanpassingen in de fysieke, ruimtelijke, materiële en sociale omgeving, zoals nudging.
* **Afspraken en regels:** Specifieke regels of afspraken binnen een bepaalde setting (bv. schoolreglement).
* **Zorg en begeleiding:** Doorverwijzen naar hulp, vroeginterventie en vroegdetectie (bv. doorverwijzing naar een beweegcoach).
Deze strategieën zijn middelen om doelstellingen te bereiken, geen doelstellingen op zich.
#### 5.1.2 Het Vlaams Preventielandschap
Public Health streeft naar beleidsdoelen voor volksgezondheid door middel van collectieve acties, gericht op gedragsverandering en gezondheidswinst op bevolkingsniveau. Het Vlaams beleid voor gezondheidspromotie wordt gecoördineerd door de bevoegde gemeenschapsministers, ondersteund door de overheid en partnerorganisaties met expertise (bv. ziekenhuizen, universiteiten, Diabetes Liga). Regionale verspreiders (LOGO's) en organisaties met terreinwerking (bv. CLB, Kind & Gezin) spelen een cruciale rol in de implementatie en lokale verankering.
#### 5.1.3 Vlaamse Gezondheidsdoelstellingen
De gezondheidsdoelstellingen, geformuleerd door een gezondheidsconferentie, richten zich op specifieke domeinen. Voorbeelden zijn vaccinaties, bevolkingsonderzoek naar kanker, zelfdodingpreventie, ongevallen in de privésfeer en het bevorderen van een gezonder leven. Nieuwere doelstellingen (2009-2015) focussen op fysieke activiteit, evenwichtige voeding en een gezond gewicht nastreven.
Belangrijke aandachtspunten voor nieuw beleid zijn:
* **Settingsgericht werken:** Aanpakken van doelgroepen in hun specifieke contexten.
* **Implementatie:** Meer focus op het uitvoeren van acties.
* **Health-in-All-Policies:** Integratie van gezondheid in andere beleidsdomeinen.
* **Kwetsbare groepen:** Laagdrempelige en gerichte acties voor specifieke doelgroepen.
* **Evidence-based:** Onderbouwing met wetenschappelijk onderzoek.
* **Samenwerking:** Samenwerking tussen diverse actoren en organisaties.
De gezondheidsmatrix biedt een gestructureerd overzicht van acties, duurzaamheid en langetermijnvisie, en wordt geëvalueerd met proces- en gezondheidsindicatoren.
### 5.2 Modellen van Gedragsverandering
Gedragsdeterminanten zijn de redenen waarom mensen bepaald gedrag vertonen en zijn essentiële aangrijpingspunten voor gedragsverandering. Gezondheidsgedrag is complex door onder andere onbewustheid van risicogedrag, meerdere gedragingen die één probleem veroorzaken, en de opdeling van gedrag in deelgedragingen.
#### 5.2.1 Individuele Modellen voor Gedragsverandering
* **Health Belief Model (HBM):** Mensen zullen gezond gedrag vertonen als de waargenomen dreiging van een gezondheidsprobleem (vatbaarheid en ernst) groot is, de verwachte voordelen van het gedrag de barrières overstijgen, en er een 'cue to action' is (intern of extern).
* **Tip:** Dit model verklaart vooral de bereidheid tot preventief gedrag, maar onderschat de rol van eigen-effectiviteit.
* **ASE-model (Attitude, Sociale invloed, Eigen-effectiviteit):** Gedragsintentie wordt beïnvloed door attitude ten opzichte van gedrag, sociale normen (normatieve overtuigingen en druk), sociale steun, en eigen-effectiviteit. Het model erkent dat niet al het gedrag rationeel en gepland is, maar onderschat de invloed van de bredere omgeving (fysiek, economisch, politiek).
* **Transtheoretisch Model (Stages of Change):** Gedragsverandering is een proces met verschillende stadia:
1. **Precontemplatie:** Geen intentie tot verandering.
2. **Contemplatie:** Erkenning van probleem, overwegen van verandering maar nog ambivalent.
3. **Voorbereiding:** Beslissing tot verandering, met behoud van ambivalentie en eerdere leerervaringen.
4. **Actiefase:** Gedragsverandering gestart (minder dan 6 maanden), focus op zelfmanagement.
5. **Behoud:** Gedrag is gestabiliseerd (meer dan 6 maanden), geen neiging tot herval.
6. **Terugval:** Risicosituaties kunnen leiden tot herval, wat als leermoment kan dienen.
* **Tip:** Dit model biedt realistische verwachtingen en benadrukt het belang van kleine successen en specifieke doelgedragingen.
#### 5.2.2 Technieken voor Gedragsbeïnvloeding (onderdeel van Transtheoretisch Model)
Diverse technieken kunnen ingezet worden om gedragsverandering te stimuleren:
* **Stimuluscontrole:** Verwijderen van cues voor ongezond gedrag en introduceren van cues voor gezond gedrag (bv. vermijden van risicosituaties).
* **Graduele blootstelling:** Systematische confrontatie met risico's of het geleidelijk aanleren van gewenst gedrag. Dit omvat:
* **Aversietherapie:** Koppelen van ongewenst gedrag aan negatieve ervaringen (controversieel).
* **Contraconditionering:** Vervangen van probleemgedrag door gezonder gedrag in risicosituaties (bv. kauwgom eten bij trek in sigaret).
* **Deconditionering:** Ervaren van een gebrek aan positieve bekrachtiging voor ongewenst gedrag.
* **Directe ervaring:** Gedrag aanmoedigen waarbij kennis of attitude wordt gevormd door de interpretatie van ervaringen (positieve bekrachtiging).
* **Contingentiemanagement:** Beloningen inzetten om gezonde gedrag aantrekkelijker te maken dan nadelen (bv. voucher-systemen, contracten, self-monitoring). Intrinsieke beloningen (bv. lekker vinden van gezonde voeding) zijn het meest effectief.
* **Feedback:** Individuele, specifieke en tijdige informatie over gedrag en impact op gezondheid.
* **Modeling:** Leren door observatie van een geschikt rolmodel dat bekrachtigd wordt voor gezond gedrag.
* **Shaping:** Complexe gedragingen opdelen in tussenstappen en deze stapsgewijs bekrachtigen.
#### 5.2.3 SMART-doelstellingen
SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden. Het formuleren van SMART-doelen biedt helderheid, motivatie, focus, en maakt evaluatie en bijsturing mogelijk.
### 5.3 Praktische Uitwerking van Workshops
Een effectieve workshop vereist een gestructureerd draaiboek en een duidelijke inhoud, afgestemd op de doelgroep.
#### 5.3.1 Opbouw van een Workshop Draaiboek
* **Inleiding:** Essentiële elementen, weergave doelstellingen, uitleg van de rode draad.
* **Voorbereiding:** Benodigd materiaal, kostprijs, benodigde mankrachten.
* **Workshop:** Totale tijdsduur, tijdsinschatting per onderdeel.
* **Begin:** Kennismaking, afspraken.
* **Midden:** Inhoudelijke acties, instructies, interactieve elementen (bv. quiz, rollenspel, discussie, demonstratie, proeven, spelbord).
* **Einde:** Effect- en procesevaluatie, passend slot.
* **Afsluit:** Opruimen, feedback verzamelen, bronvermelding.
#### 5.3.2 Keuze en Ontwikkeling van Methodieken
* **Evidence-based:** Kies methodieken die bewezen effectief zijn voor het beïnvloeden van specifieke gedragsdeterminanten. Gebruik hulpmiddelen zoals de filtertool van Gezond Leven.
* **Combineren:** Combineer verschillende methodieken om de workshop boeiend te houden.
* **Praktische toepassing:** Vertaal methodieken naar concrete, interactieve toepassingen.
* **Afstemming op doelgroep:** Houd rekening met de beginsituatie, leefwereld en het niveau van de doelgroep om overvraging te vermijden.
* **Materiaalontwikkeling:** Beoordeel en pas bestaande materialen aan of ontwikkel nieuwe, visueel ondersteunde materialen (brochures, infographics, posters).
### 5.4 Voorbeelden van Interventies in Vlaanderen
Diverse organisaties en initiatieven in Vlaanderen bevorderen gezond gedrag:
* **Gezond Leven:** Stimuleert een gezonder Vlaanderen met toegankelijke manieren om gezonder te leven.
* **Kind en Gezin:** Richt zich op een kansrijke opgroeiing voor kinderen.
* **VLESP (Vlaams expertisecentrum Suïcidepreventie):** Voorkomt zelfdodingen en doorbreekt taboes.
* **Diabetes Liga:** Informeert, connecteert en mobiliseert mensen met diabetes.
#### 5.4.1 Bewegen op Verwijzing
Dit initiatief moedigt inactieve personen aan om meer te bewegen, vaak via een verwijzing van de huisarts naar een coach. Het richt zich op het beïnvloeden van gedragsdeterminanten zoals sociale steun, intentie, barrières, copingvaardigheden en eigen-effectiviteit. Een lokaal netwerk van coaches en bewegingsmogelijkheden is cruciaal voor succes. Het einddoel is niet alleen 10.000 stappen per dag halen, maar ook het beperken van langdurig stilzitten door bijvoorbeeld wisselwerken (zittend en staand werken) te stimuleren.
#### 5.4.2 Andere Voorbeelden
* **10.000 stappen:** Stimuleert volwassenen om dagelijks 10.000 stappen te zetten, gebruikmakend van sociale invloed en kennisoverdracht.
* **Snack & Chill:** Een initiatief voor gezondere snacks op school, gericht op het beïnvloeden van de fysieke omgeving en economische factoren.
* **Gezondheidsmatrix:** Helpt bij het gestructureerd plannen en evalueren van gezondheidsbeleid door verschillende strategieën en werkniveaus te visualiseren.
> **Tip:** Een effectief gezondheidsbeleid wordt gekenmerkt door een duidelijke visie, realistische doelen, een lange-termijnvisie, en aandacht voor zowel universele preventie als specifieke doelgroepen (proportioneel universalisme). De gezondheidsmatrix is een waardevol instrument om dit te structureren en de duurzaamheid van interventies te waarborgen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gezondheidspromotie | Het geheel van activiteiten die worden ondernomen om mensen te motiveren zich vrijwillig gezonder te gedragen, gericht op zowel het individu als de omgeving. |
| Welzijn | Een breder concept dan gezondheid, dat aspecten omvat zoals een goede thuisplek en een goede baan, en dat bij toename waarschijnlijk ook de gezondheid ten goede komt. |
| Biologische visie op gezondheid | Een visie op gezondheid gebaseerd op homeostase, oftewel het evenwicht in het lichaam (bv. immuniteit, bloeddruk), waarbij ziekte optreedt wanneer dit evenwicht verstoord is. |
| Psychologische visie op gezondheid | Een visie op gezondheid waarbij het subjectieve gevoel van gezondheid doorslaggevend is; als je jezelf gezond voelt, ben je ook gezond. |
| Sociale visie op gezondheid | Een visie op gezondheid die gebaseerd is op het vermogen om maatschappelijke rollen te vervullen, waarbij het niet kunnen vervullen van gewenste rollen als ziekte wordt beschouwd. |
| Humane visie op gezondheid | Een visie op gezondheid waarbij het eigen oordeel van een persoon over zijn gezondheid en het vermogen om geestelijke rollen te vervullen centraal staan. |
| Dynamische visie op gezondheid | Een visie op gezondheid die de mate waarin men zich kan aanpassen aan wisselende omstandigheden benadrukt, waarbij gezondheid wordt gezien als het vermogen om te herstellen en aan zichzelf te werken. |
| Definitie van de WHO (1948) | Een toestand van volledig lichamelijk, sociaal en geestelijk welzijn en niet louter de afwezigheid van ziekte of gebrek, die een holistisch mensbeeld weerspiegelt. |
| Welbevinden | De mate waarin iemand zich tevreden voelt over het leven, wat individueel verschillend is en afhankelijk van iemands waarden en normen. |
| Definitie van de WHO (1998) | Een dynamische toestand van volledig fysiek, mentaal, spiritueel en sociaal welzijn en niet alleen de afwezigheid van ziekte of gebrek. |
| Positieve gezondheid (Machteld Huber) | Het vermogen van mensen om zich aan te passen en de eigen regie te voeren in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. |
| Federale overheid (België) | Het hoogste bestuursniveau in België, verantwoordelijk voor onder andere financiën, defensie, justitie, politie, sociale zekerheid en belangrijke delen van de volksgezondheid. |
| Term | Definitie |
| Gezondheid (WHO 1948) | Een toestand van volledig lichamelijk, sociaal en geestelijk welzijn en niet louter de afwezigheid van ziekte of gebrek. Deze definitie weerspiegelt een holistisch mensbeeld. |
| Gezondheid (WHO 1998) | Een dynamische toestand van volledig fysiek, mentaal, spiritueel en sociaal welzijn en niet alleen de afwezigheid van ziekte of gebrek. |
| Positieve gezondheid (Huber) | Het vermogen van mensen om zich aan te passen en de eigen regie te voeren in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. |
| Federale overheid (gezondheidszorg) | Verantwoordelijk voor belangrijke delen van de volksgezondheid, waaronder de coördinatie en ondersteuning van het sociaal beleid, sociale dienstverlening aan burgers en de bestrijding van sociale fraude. |
| FOD Sociale Zekerheid | Een federale overheidsdienst die de levensstandaard van de Belgische bevolking waarborgt door middel van coördinatie en ondersteuning van het sociaal beleid, sociale dienstverlening en de bestrijding van sociale fraude. |
| RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering) | Beheert de verplichte ziekteverzekering, werkt samen met ziekenfondsen voor uitkeringen, en bepaalt tarieven en vergoedingsvoorwaarden voor zorgverleners. |
| Klassieke Sociale Zekerheid | Een pijler van het Belgische sociale beschermingssysteem die onder andere pensioenen, werkloosheid, arbeidsongevallenverzekering, beroepsziekteverzekering, ziekte- en invaliditeitsverzekering en jaarlijkse vakantie omvat. |
| Sociale Bijstand | Een vangnet binnen het Belgische sociale beschermingssysteem voor personen die geen recht hebben op de klassieke sociale zekerheid, met voorbeelden als het leefloon en inkomensgarantie voor ouderen. |
| FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu | Een federale overheidsdienst bevoegd voor voeding, gezondheid, dieren en planten, en milieu. De missie is "One world, one health" en omvat onder andere de financiering van ziekenhuizen en de kwalificatievereisten voor zorgberoepen. |
| Sciensano | Een wetenschappelijke instelling die een centrale rol speelt in het verzamelen en analyseren van gezondheidsgegevens om beleidsmakers te ondersteunen bij onderbouwde beslissingen. Het is ook verantwoordelijk voor de Belgian Health Interview Survey (BHIS). |
| Hoge Gezondheidsraad (HGR) | Een adviesorgaan dat sinds 1948 de Belgische overheid adviseert over volksgezondheid, gebruikmakend van een netwerk van nationale en internationale experts. |
| Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) | Een agentschap dat verantwoordelijk is voor de controle op de veiligheid en kwaliteit van de volledige voedselketen, van primaire productie tot distributie. |
| Gezondheid | Een toestand van volledig lichamelijk, sociaal en geestelijk welzijn, en niet louter de afwezigheid van ziekte of gebrek. Dit concept is in 1998 herformuleerd als een dynamische toestand van volledig fysiek, mentaal, spiritueel en sociaal welzijn. |
| Federale overheid | Het hoogste bestuursniveau in België, verantwoordelijk voor onder andere financiën, sociale zekerheid en belangrijke delen van de volksgezondheid, met de FOD Sociale Zekerheid en FOD Volksgezondheid als belangrijke diensten. |
| Gemeenschappen en Gewesten | Deelstaten van België, waarbij de gewesten gebaseerd zijn op grondgebied (Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk) en de gemeenschappen op taal (Nederlandstalige, Franstalige, Duitstalige). Zij hebben elk eigen bevoegdheden, waaronder persoonsgebonden aangelegenheden zoals gezondheidszorg voor de gemeenschappen. |
| KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) | Een federaal orgaan dat wetenschappelijk advies verstrekt aan de overheid over gezondheidszorg, rapporten publiceert, klinische richtlijnen ontwikkelt en klinische studies coördineert. |
| Gezondheid (WHO, 1948) | Een toestand van volledig lichamelijk, sociaal en geestelijk welzijn en niet louter de afwezigheid van ziekte of gebrek. |
| Gezondheid (WHO, 1998) | Een dynamische toestand van volledig fysiek, mentaal, spiritueel en sociaal welzijn en niet alleen de afwezigheid van ziekte of gebrek. |
| Gezondheidsdeterminanten | Factoren die aan de basis liggen van gezondheid, onderverdeeld in categorieën zoals genen, gedrag, fysieke en maatschappelijke omgeving, en het aanbod en de kwaliteit van de gezondheidszorg. |
| Gedragsdeterminanten | Factoren die menselijk gedrag beïnvloeden, onderverdeeld in competenties (kennis, vaardigheden), drijfveren (bewuste en onbewuste motivaties) en context (omgeving). |
| Preventieparadox | Het fenomeen waarbij collectieve preventie meer gezondheidswinst oplevert op bevolkingsniveau dan individueel gerichte interventies, hoewel de impact op individuen minder zichtbaar is. |