Ultra_Hfd 4_4.5. De heup, bekken en bovenbeen.pdf
Summary
# Sportblessures in de heup, bekken en bovenbeen
Dit onderdeel behandelt specifieke blessures in de heup regio, waaronder heupfracturen, adductorenletsels en scheuren of verrekkingen van de hamstrings en quadricepsspieren [4](#page=4).
### 1.1 Heupfractuur
Een heupfractuur is een breuk in het bovenste deel van het dijbeen, nabij het heupgewricht. Dit letsel komt vooral voor bij senioren, vaak als gevolg van vallen, en wordt verergerd door aandoeningen zoals osteoporose. Bepaalde pathologieën, zoals de ziekte van Parkinson, verhogen ook het risico [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7).
#### 1.1.1 Probleem & Symptomen
De symptomen van een heupfractuur omvatten pijn in de heup die verlicht wordt door ondersteuning van het been. Patiënten kunnen niet staan of stappen, ervaren sterk beperkte heupbewegingen door pijn, en vertonen een abnormale stand van het been met verkorting, abductie en exorotatie. Er is een risico op avasculaire necrose (afsterving van de heupkop) [8](#page=8).
De breuk kan intra-capsulair zijn (onder de heupkop of subcapitaal, aan de basis van de nek of basocervicaal) of extra-capsulair (pertochanteer of subtrochanteer). De prognose is slechter naarmate de breuk dichter bij de heupkop ligt en de verplaatsing groter is, vanwege het verhoogde risico op avasculaire necrose [10](#page=10) [11](#page=11) [9](#page=9).
#### 1.1.2 Diagnose
De diagnose wordt gesteld op basis van de symptomen, zoals de naar buiten gedraaide voet, verkort been, pijn, en het onvermogen om te staan of te wandelen. Een radiografie (RX) is essentieel voor bevestiging [11](#page=11).
#### 1.1.3 Behandeling
De behandeling hangt af van de locatie van de breuk, de leeftijd van de patiënt, en het activiteitsniveau. Een operatie is altijd noodzakelijk om de breuk zo snel mogelijk te fixeren, zodat deze kan genezen en de bloedtoevoer naar de heupkop hersteld wordt [12](#page=12).
* **Intracapsulaire fracturen:**
* Bij jonge sporters met goede botkwaliteit wordt de breuk gefixeerd met schroeven (osteosynthese), waarbij de eigen heup behouden blijft. Belasten wordt gedurende zes weken vermeden en er is aandacht voor avasculaire necrose [12](#page=12).
* Bij oudere patiënten wordt vrijwel altijd een heupprothese geplaatst. Dit kan een Totale Heup Prothese (THP) zijn, waarbij zowel de heupkom als de heupkop worden vervangen, of een Bipolaire heuprothese, waarbij alleen de heupkop wordt vervangen. Een heupprothese beëindigt meestal een competitieve sportcarrière, maar recreatieve sportbeoefening blijft vaak mogelijk [13](#page=13).
* **Extracapsulaire fracturen:**
* Bij zowel jongere als oudere sporters wordt een heupnagel of heupschroef gebruikt om het eigen bot te behouden [14](#page=14).
#### 1.1.4 Preventie
Preventieve maatregelen omvatten het optimaliseren van de calcium- en vitamine D-inname [15](#page=15).
### 1.2 Adductorenletsel
Adductoren zijn de spieren die het been naar binnen toe bewegen. Adductorenletsels komen veel voor in de sport en betreffen vaak de adductor longus [17](#page=17).
#### 1.2.1 Probleem & Symptomen
Een adductorenletsel kan acuut optreden als een plotselinge pijnscheut in de dij of lies, meestal tijdens een krachtige, naar binnen gerichte zijwaartse beenbeweging (bijvoorbeeld bij een trap of een judobeweging). Een chronische vorm, tendinopathie, presenteert zich met minder uitgesproken, wisselende pijn afhankelijk van de belasting [17](#page=17).
De vijf adductorenspieren zijn:
* m. pectineus [18](#page=18).
* m. adductor brevis [18](#page=18).
* m. adductor longus [18](#page=18).
* m. adductor magnus [18](#page=18).
* m. gracilis [18](#page=18).
#### 1.2.2 Diagnose
Pijn aan de binnenkant van de dij kan wijzen op adductorenproblemen. Adductie van het been tegen weerstand kan de pijn verergeren. Echografie of MRI (NMR) worden gebruikt om de exacte diagnose, ernst en locatie van het letsel vast te stellen [24](#page=24).
#### 1.2.3 Behandeling
De behandeling is afhankelijk van de aard van het letsel:
* **Acute verrekking of scheur:** IJsapplicatie, compressie en rust gedurende enkele dagen tot een week. Vanaf 24-48 uur kan spierspasme behandeld worden met zachte massage of dry-needling. Na de inflammatoire fase wordt de spierbelasting geleidelijk opgevoerd [25](#page=25).
* **Gedeeltelijke of volledige scheur:** Een injectie met bloedplaatjesconcentraat (PRP) kan het helingsproces versnellen door de afgifte van groeifactoren. Operatief herstel is zelden nodig en wordt enkel overwogen bij een volledige scheur van de adductor longus, die soms slecht geneest zonder ingreep [25](#page=25).
#### 1.2.4 Preventie
Preventie richt zich op maximale versteviging van de adductoren in combinatie met het optimaliseren van de bekkenstabiliteit en -dynamiek om het risico op nieuw letsel te verminderen [26](#page=26).
### 1.3 Hamstringscheur of –verrekking
Een scheur of verrekking van de hamstrings is een veelvoorkomend letsel bij zowel recreatieve als intensieve sporters. De hamstrings zijn biarticulaire spieren die betrokken zijn bij de strekking van de heup en de buiging van de knie. Een verstoring in de coördinatie tussen heup en knie kan leiden tot overmatige belasting en een verrekking of scheur, met name tijdens spurten op het moment van gelijktijdige heupflexie en knie-extensie [28](#page=28).
#### 1.3.1 Probleem & Symptomen
Een typisch symptoom is een plotselinge pijnscheut aan de achterkant van de dij (claquage), waarna de spier onmiddellijk in spasme of contractuur kan raken. Verder sporten wordt hierdoor bemoeilijkt of onmogelijk [29](#page=29).
De hamstrings bestaan uit drie spieren:
* m. biceps femoris (tweehoofdige dij-spier): Origo op het zitbeen en linea aspera; insertie op de kop van de fibula en laterale gewrichtsknobbel van de tibia [33](#page=33).
* m. semitendinosus (half pezige spier): Origo op het zitbeen; insertie op het proximale, mediale oppervlak van de tibia [34](#page=34).
* m. semimembranosus (half vliezige spier): Origo op het zitbeen; insertie op het achterste oppervlak van de mediale gewrichtsknobbel van de tibia [35](#page=35).
#### 1.3.2 Diagnose
De sporter herkent de blessure meestal direct. Echografie en MRI (NMR) worden gebruikt om de ernst en precieze locatie van het letsel te bepalen. De m. biceps femoris is met 85% het meest aangedaan, gevolgd door de m. semimembranosus (10%) en m. semitendinosus (5%) [36](#page=36).
#### 1.3.3 Behandeling
* **Acute fase (enkele dagen tot een week):** IJsapplicatie, compressie en rust zijn aangewezen. Bewegen binnen de comfortgrens is toegestaan en zelfs aan te bevelen. Ontstekingsremmers zijn toegestaan indien er geen contra-indicaties zijn, maar versnellen het genezingsproces niet. Agressieve stretching in de acute fase dient vermeden te worden [37](#page=37).
* **Vanaf 24-48 uur:** Behandeling van spierkramp met zachte massage of dry needling [37](#page=37).
* **Na de inflammatoire fase:** Toenemende spierbelasting door specifieke krachttraining. Het Asklingprotocol, met oefeningen zoals de 'extender', 'diver' en 'glider', richt zich op de excentrische component van de spierverlenging, die cruciaal is bij hamstringsletsels [37](#page=37) [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
* **Bijkomende maatregelen:** Bij topsporters of bij behoefte aan sneller herstel kan injectie met PRP overwogen worden om het helingsproces te versnellen. De snelheid van genezing varieert per individu en wordt beïnvloed door genetische aanleg ("fast fibrotic healers" versus "slow floppy healers") [41](#page=41).
De snelheid van herstel wordt geschat op:
* Ernstige verrekking of partiële scheur: 1 millimeter per dag [44](#page=44).
* Matige of lichte verrekking: 1,5 tot 2 millimeter per dag [44](#page=44).
* Volledige scheur: 0,5 millimeter per dag [44](#page=44).
Operatief herstel is zelden aangewezen, tenzij bij een volledige spierscheur met een significante opening, vanwege het risico op littekenverklevingen die de contractiele functie verminderen [44](#page=44).
#### 1.3.4 Preventie
Preventieve maatregelen richten zich op het optimaliseren van de stevigheid van de hamstrings en een goede bekkencoördinatie [45](#page=45).
### 1.4 Quadricepsscheur of verrekking
De quadricepsspier (musculus quadriceps femoris) bevindt zich aan de voorzijde van het dijbeen en bestaat uit vier spierbundels: m. rectus femoris, m. vastus medialis, m. vastus lateralis en m. vastus intermedius. Deze spieren hechten aan op de knieschijf (patella) en strekken de knie; het is de enige strekspier van de knie [47](#page=47).
#### 1.4.1 Probleem & Symptomen
Een explosieve strekbeweging (bv. een krachtige trap) of een forse pijnscheut kan leiden tot spasme of contractuur van de spier. Een volledige quadricepsscheur komt zelden voor; meestal is de m. rectus femoris aangedaan, die het meest actief is bij explosieve strekkracht. Zelfs bij een volledige scheur van de rectus femoris kunnen de andere drie spierbundels de strekfunctie compenseren, hoewel de strekkracht verzwakt blijft totdat genezing optreedt [50](#page=50).
#### 1.4.2 Diagnose
De sporter herkent de blessure meestal direct. Echografie en MRI (NMR) worden gebruikt om de ernst en precieze locatie van het letsel te bepalen [51](#page=51).
#### 1.4.3 Behandeling
* **Acute fase (enkele dagen tot een week):** IJsapplicaties, compressie en rust zijn aangewezen. Bewegen binnen de comfortgrens is toegestaan. Ontstekingsremmers kunnen gebruikt worden, maar versnellen de genezing niet. Agressieve stretching in de acute fase moet vermeden worden om littekenvorming met verkalking (myositis ossificans) te voorkomen [52](#page=52).
* **Vanaf 24-48 uur:** Behandeling van spierspasme met zachte massage of dry needling [52](#page=52).
* **Na de inflammatoire fase:** Graduele opstart van spierbelasting en specifieke krachttraining, waarbij voorzichtigheid geboden is om agressieve littekenvorming en myositis ossificans te vermijden [52](#page=52).
* **Bijkomende opties:** Injectie met PRP kan het helingsproces versnellen, maar verhoogt ook het risico op verkalkingen [53](#page=53).
De snelheid van herstel bij quadricepsletsel is over het algemeen langzamer dan bij hamstringletsel [53](#page=53):
* Ernstige verrekking of partiële scheur van m. rectus femoris: 0,5 millimeter per dag [53](#page=53).
* Matige of lichte verrekking: 1 millimeter per dag [53](#page=53).
* Volledige scheur: 0,5 millimeter per 2 dagen [53](#page=53).
Chirurgie is bijna nooit geïndiceerd, tenzij bij een volledige quadricepsscheur met significante distractie (opening van de scheur), met name bij een volledige scheur van alle vier de componenten vlak boven de knieschijf, wat een uit de roulatie van ongeveer zes maanden betekent [54](#page=54).
#### 1.4.4 Preventie
De preventieve maatregelen zijn gericht op het voorkomen van myositis ossificans [55](#page=55).
---
# Algemene aanpak van sportblessures
Dit deel beschrijft het vaste patroon dat gevolgd wordt voor de bespreking van sportblessures, inclusief problemen en symptomen, diagnose, behandeling en preventie [3](#page=3).
### 2.1 Vaste onderverdeling bij bespreking van sportblessures
Bij de analyse van sportblessures wordt een gestandaardiseerd patroon gehanteerd om een systematische en volledige benadering te garanderen. Deze onderverdeling omvat vier kernonderdelen [3](#page=3):
#### 2.1.1 Problemen en symptomen
Dit onderdeel richt zich op het identificeren en beschrijven van de klachten die de sporter ervaart en de waarneembare tekenen van de blessure [3](#page=3).
#### 2.1.2 Diagnose
Hierbij staat het vaststellen van de aard en de ernst van de blessure centraal. Dit omvat doorgaans het verzamelen van informatie, lichamelijk onderzoek en eventueel aanvullend diagnostisch onderzoek [3](#page=3).
#### 2.1.3 Behandeling
Dit deel van de aanpak omvat de interventies die gericht zijn op het herstel van de blessure. Dit kan variëren van conservatieve maatregelen tot meer invasieve behandelingen, afhankelijk van de diagnose [3](#page=3).
#### 2.1.4 Preventie
Indien mogelijk, wordt ook ingegaan op strategieën en maatregelen om het ontstaan van soortgelijke blessures in de toekomst te voorkomen. Dit aspect is cruciaal voor de langetermijngezondheid en prestatie van de sporter [3](#page=3).
---
# Classificatie van sportblessures per lichaamsregio
Dit overzicht bespreekt sportblessures georganiseerd per specifieke lichaamsregio, variërend van de schouder tot de enkel en voet [2](#page=2).
### 4.1 De schouder
(Informatie over schouderblessures volgt indien beschikbaar in documentinhoud.)
### 4.2 De elleboog
(Informatie over elleboogblessures volgt indien beschikbaar in documentinhoud.)
### 4.3 De onderarm, pols en hand
(Informatie over blessures aan onderarm, pols en hand volgt indien beschikbaar in documentinhoud.)
### 4.4 De thorax, romp en rug
(Informatie over blessures aan thorax, romp en rug volgt indien beschikbaar in documentinhoud.)
### 4.5 De heup, bekken en bovenbeen
(Informatie over blessures aan heup, bekken en bovenbeen volgt indien beschikbaar in documentinhoud.)
### 4.6 De knie
(Informatie over knieblessures volgt indien beschikbaar in documentinhoud.)
### 4.7 Het onderbeen en kuit
(Informatie over blessures aan onderbeen en kuit volgt indien beschikbaar in documentinhoud.)
### 4.8 De enkel en voet
(Informatie over blessures aan enkel en voet volgt indien beschikbaar in documentinhoud.)
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Sportletsels | Blessures die ontstaan tijdens of door sportactiviteiten. Deze kunnen variëren van lichte verrekkingen tot ernstige fracturen en vereisen vaak specifieke diagnostiek en behandeling. |
| Lichaamsregio | Een specifiek deel van het lichaam, zoals de schouder, heup of knie, dat afzonderlijk wordt beschouwd bij het analyseren van blessures of anatomische structuren. |
| Heupfractuur | Een breuk in het bovenste deel van het dijbeen (femur) nabij het heupgewricht. Dit letsel komt vaker voor bij ouderen, met name bij valpartijen en door osteoporose, en vereist doorgaans chirurgische interventie. |
| Adductorenletsel | Een blessure aan de spieren aan de binnenzijde van het bovenbeen die verantwoordelijk zijn voor het naar elkaar toe bewegen van de benen. Dit letsel treedt vaak op bij sporten met snelle zijwaartse bewegingen of trappen. |
| Hamstringscheur of –verrekking | Letsel aan de spieren aan de achterzijde van het bovenbeen. Dit komt frequent voor bij sporters, vooral tijdens snelle bewegingen zoals sprinten, en wordt gekenmerkt door plotselinge pijn. |
| Quadricepsscheur of verrekking | Letsel aan de grote spiergroep aan de voorzijde van het bovenbeen, de quadriceps. Dit kan optreden bij explosieve strekbewegingen van de knie en manifesteert zich als plotselinge pijn en verminderde strekkracht. |
| Problemen en Symptomen | De klachten en waarneembare tekenen die wijzen op de aanwezigheid van een blessure. Dit omvat pijn, zwelling, beperkte beweging en veranderde functionaliteit. |
| Diagnose | Het proces van het identificeren van de aard en oorzaak van een blessure, vaak middels lichamelijk onderzoek, beeldvorming (zoals RX, echografie, NMR) en het analyseren van de symptomen. |
| Behandeling | De medische interventies die worden toegepast om een blessure te genezen en de functie te herstellen. Dit kan variëren van conservatieve methoden zoals rust en fysiotherapie tot chirurgische ingrepen. |
| Preventie | Maatregelen die worden genomen om het ontstaan van blessures te voorkomen. Dit omvat training, warming-up, cooling-down, aangepaste sportuitrusting en het optimaliseren van biomechanische factoren. |
| Osteoporose | Een aandoening waarbij de botdichtheid afneemt, wat leidt tot brozer wordende botten en een verhoogd risico op fracturen, met name bij ouderen. |
| Avasculaire necrose | Afsterving van botweefsel door een gebrek aan bloedtoevoer. Bij heupfracturen kan dit optreden ter hoogte van de heupkop en leidt het tot een slechtere prognose. |
| RX (Radiografie) | Een medische beeldvormingstechniek die gebruik maakt van röntgenstralen om interne structuren van het lichaam zichtbaar te maken, vaak gebruikt voor de diagnose van botbreuken. |
| Osteosynthese | Een chirurgische procedure waarbij botfragmenten worden gefixeerd met behulp van metalen pinnen, schroeven of platen om de genezing van een fractuur te bevorderen. |
| Heupprothese | Een chirurgisch geplaatste kunstheup die de beschadigde delen van het heupgewricht vervangt. Dit wordt vaak toegepast bij ouderen met ernstige heupfracturen of artrose. |
| Tendinopathie | Een aandoening van een pees, gekenmerkt door pijn en ontsteking, die kan ontstaan door overbelasting of herhaaldelijke microtrauma's. |
| Echografie | Een medische beeldvormingstechniek die gebruik maakt van geluidsgolven om structuren binnen het lichaam in beeld te brengen. Het is nuttig voor het diagnosticeren van spier- en peesletsels. |
| NMR (Nucleaire Magnetische Resonantie) | Een geavanceerde beeldvormingstechniek die sterke magnetische velden en radiogolven gebruikt om gedetailleerde beelden van organen en weefsels te produceren, waaronder spieren en pezen. |
| Platelet Rich Plasma (PRP) | Een bloedproduct dat een hoge concentratie bloedplaatjes bevat, verkregen uit het bloed van de patiënt. PRP wordt geïnjecteerd in een blessuregebied om de natuurlijke genezing te stimuleren door de afgifte van groeifactoren. |
| Asklingprotocol | Een specifiek revalidatieprotocol dat gericht is op het herstel van hamstringblessures, met nadruk op excentrische oefeningen om de spierfunctie te verbeteren en het risico op herhaling te verminderen. |
| Myositis ossificans | Een aandoening waarbij botweefsel zich vormt binnen een spier, vaak als complicatie van een ernstige spierblessure of kneuzing. Dit kan leiden tot pijn en bewegingsbeperking. |