H6 Chirurgie
Summary
# Wat de eerste lijn kan doen en benodigdheden
Dit onderwerp beschrijft de procedures die in de eerstelijnszorg kunnen worden uitgevoerd, zoals het hechten van wonden en de verwijdering van cystes en lipomen, evenals de benodigde middelen zoals desinfectantia en instrumentarium [1](#page=1) [2](#page=2).
### 1.1 Procedures in de eerste lijn
De eerstelijnszorg kan diverse medische procedures uitvoeren, waaronder:
* Hechting van wonden [1](#page=1).
* Excisie van huidletsels [1](#page=1).
* Behandeling van oppervlakkige goedaardige tumoren [1](#page=1).
* Verwijdering van cystes en lipomen [1](#page=1).
* Behandeling van infecties en abcessen [1](#page=1).
* Behandeling van ingegroeide teennagels [1](#page=1).
* Wondverzorging [1](#page=1).
* Behandeling van kleine trauma’s [1](#page=1).
* Behandeling van distorsies [1](#page=1).
* Behandeling van kleine luxaties [1](#page=1).
* Behandeling van fracturen [1](#page=1).
### 1.2 Benodigdheden voor eerstelijnszorgprocedures
Voor het uitvoeren van de bovengenoemde procedures zijn de volgende zaken essentieel:
* Een patiënt, electief of (sub)acuut [2](#page=2).
* Een onderzoeks- of behandelruimte [2](#page=2).
* Desinfectiemiddelen [2](#page=2).
* Instrumentarium [2](#page=2).
* Lokale anesthetica [2](#page=2).
* Verbandmiddelen [2](#page=2).
* Medicatie, zoals pijnstillers, antibiotica en tetanusvaccin of immunoglobulines [2](#page=2).
#### 1.2.1 Desinfectiemiddelen
Er zijn verschillende soorten desinfectiemiddelen beschikbaar voor gebruik in de eerste lijn:
* **Alcoholbevattend:**
* Ioodalcohol (iood 1% in alcohol 70%) [3](#page=3).
* Hibitane in alcohol (chloorhexidine 0,5% in alcohol 70%) - kan rood of kleurloos zijn [3](#page=3).
* **Niet-alcohol bevattend:**
* Iso-betadine (iood-povidone) [3](#page=3).
* Hibitane in water [3](#page=3).
#### 1.2.2 Instrumentarium en verbandmiddelen
Voor chirurgische ingrepen in de eerste lijn is specifiek materiaal nodig:
* **Steriel veld** [3](#page=3).
* **Instrumenten:**
* Bistouri [3](#page=3).
* Pincet [3](#page=3).
* Schaar [3](#page=3).
* Klemmen [3](#page=3).
* Naaldvoerder [3](#page=3).
* **Draad:**
* Huiddraad [3](#page=3).
* Resorbeerbare draad (voor dieptehechtingen) [3](#page=3).
* **Verband:** Inclusief (gips)verband [3](#page=3).
#### 1.2.3 Lokale anesthesie
Lokale anesthesie blokkeert de pijnprikkelgeleiding op het niveau van het zenuwmembraan. Er zijn verschillende methoden:
* **Intradermale anesthesie (in loco)** [4](#page=4).
* **Infiltratieanesthesie (regionaal)** [4](#page=4).
* **Geleidingsanesthesie (op afstand)** [4](#page=4).
**Veelgebruikte lokale anesthetica zijn:**
* Lidocaïne (bijvoorbeeld Xylocaïne, Linisol) [4](#page=4).
* (Levo)bupivacaïne (bijvoorbeeld Chirocaïne, Marcaïne) [4](#page=4).
* Ropivacaïne (bijvoorbeeld Naropin) [4](#page=4).
Deze middelen kunnen al dan niet met toevoeging van adrenaline worden gebruikt [4](#page=4).
**Werkingstijd en aanvang van de werking:**
| Geneesmiddel | Werkingsduur | Werkt na... |
| :------------------ | :----------- | :---------- |
| Lidocaïne | ½-2 uur | 5 minuten |
| (levo)bupivacaïne | 3-7 uur | 8 minuten |
| Ropivacaïne | ½-6 uur | 1-15 min |
#### 1.2.4 Lokale anesthetica met adrenaline
De toevoeging van adrenaline aan lokale anesthetica heeft meerdere voordelen:
* **Lokale vasoconstrictie:** Dit zorgt voor minder bloedverlies tijdens de ingreep [4](#page=4).
* **Langere werkingsduur:** De bloedvatvernauwing vertraagt de resorptie van het anestheticum, waardoor de verdoving langer aanhoudt [4](#page=4).
* **Verminderde systemische resorptie:** Minder anestheticum komt in de algemene bloedbaan terecht [4](#page=4).
**Contra-indicaties voor adrenaline:**
Adrenaline dient **niet** te worden gebruikt voor de verdoving van:
* Vingers [4](#page=4).
* Tenen [4](#page=4).
* Neus [4](#page=4).
* Oren [4](#page=4).
* Penis [4](#page=4).
> **Tip:** Het is cruciaal om de contra-indicaties voor het gebruik van adrenaline te onthouden, aangezien dit kan leiden tot ernstige complicaties zoals necrose in de betreffende lichaamsdelen.
---
# Lokale anesthesie en complicaties
Dit gedeelte behandelt de verschillende methoden van lokale anesthesie, de gebruikte anesthetica zoals Lidocaïne en Bupivacaïne, en mogelijke complicaties die hieruit voortvloeien, waaronder centrale zenuwstelsel- en cardiovasculaire effecten.
### 2.1 Methoden van lokale anesthesie
Lokale anesthesie bewerkstelligt een blokkade van pijnprikkelgeleiding op het niveau van het zenuwmembraan. Er zijn verschillende methoden van toediening, variërend in hun werkingsgebied [4](#page=4).
#### 2.1.1 Intradermale anesthesie
Intradermale anesthesie houdt in dat anestheticum wordt geïnjecteerd op een plaats van incisie of in de wondranden. Dit is een oppervlakkige injectietechniek .
#### 2.1.2 Regionale anesthesie
Bij regionale anesthesie wordt het anestheticum geïnjecteerd rond de operatiezone. Een voorbeeld hiervan is de verdoving rond een oorletsel door middel van een handmatige injectie .
#### 2.1.3 Geleidingsanesthesie
Geleidingsanesthesie omvat de injectie van anestheticum rond een efferente zenuw om de geleiding daarvan te verhinderen. Dit gebeurt door de injectie in de buurt van de zenuw te plaatsen .
### 2.2 Lokale anesthetica
Verschillende anesthetica worden gebruikt voor lokale verdoving, elk met specifieke eigenschappen qua werkingsduur en snelheid van intreden.
#### 2.2.1 Veelgebruikte anesthetica
* **Lidocaïne (Xylocaïne, Linisol)**: Werkt na ongeveer 5 minuten en heeft een werkingsduur van ½ tot 2 uur [4](#page=4).
* **(Levo)bupivacaïne (Chirocaïne, Marcaïne)**: Werkt na ongeveer 8 minuten en heeft een werkingsduur van 3 tot 7 uur [4](#page=4).
* **Ropivacaïne (Naropin)**: Werkt na 1 tot 15 minuten en heeft een werkingsduur van ½ tot 6 uur [4](#page=4).
#### 2.2.2 Toevoeging van adrenaline
Lokale anesthetica kunnen worden gebruikt met of zonder toevoeging van adrenaline. Adrenaline zorgt voor lokale vasoconstrictie, wat resulteert in minder bloedverlies en een langere werkingsduur van het anestheticum. Het vermindert ook de systemische resorptie van het lokaal anestheticum [4](#page=4).
> **Tip:** Adrenaline moet niet worden gebruikt voor de verdoving van ledematen en uitsteeksels zoals vingers, tenen, neus, oren en penis, vanwege het risico op necrose door de vasoconstrictie in deze gebieden met eindarteriën [4](#page=4) [6](#page=6).
### 2.3 Complicaties van lokale anesthetica
Complicaties kunnen optreden als gevolg van overgevoeligheid, overdosering, de wijze van toediening of specifieke effecten van de anesthetica.
#### 2.3.1 Oorzaken van complicaties
* **Overgevoeligheid:** Kan optreden, vooral bij kinderen [6](#page=6).
* **Overdosering:** Een te hoge dosis anestheticum kan leiden tot complicaties [6](#page=6).
* **Wijze van toediening:** Intraveneuze toediening kan complicaties veroorzaken [6](#page=6).
#### 2.3.2 Specifieke complicaties
* **Centrale zenuwstelsel (CZS) effecten:** Deze kunnen variëren van duizeligheid, rusteloosheid en paresthesiën tot epileptische aanvallen [6](#page=6).
* **Cardiovasculaire effecten:** Deze omvatten hypotensie, bradycardie en in ernstige gevallen cardiovasculaire collaps [6](#page=6).
* **Zenuwbeschadiging:** Directe beschadiging van zenuwen is een mogelijke complicatie [6](#page=6).
* **Vasoconstrictie:** Door de toevoeging van adrenaline kan er vasoconstrictie optreden, met name in gebieden met eindarteriën zoals vingers en tenen, wat weefselschade kan veroorzaken [6](#page=6).
### 2.4 Alternatieve lokale anesthesietechnieken
Naast conventionele injectietechnieken zijn er alternatieve methoden voor lokale anesthesie.
#### 2.4.1 Koude spray (Chloorethylspray)
Chloorethylspray werkt als een 'bevriezings' anestheticum en is geschikt voor kleine chirurgische ingrepen, zoals de incisie van een abces. Het is echter niet geschikt voor gebruik op wonden of slijmvliezen en werkt kortdurend (ongeveer 1 minuut) .
#### 2.4.2 Transdermale toediening (EMLA crème/pleister)
EMLA crème of pleister biedt transdermale toediening van een anestheticum, dat een lidocaïne analoog bevat. Om de werking te bevorderen, dient de crème te worden afgedekt met een occlusief verband. De werking treedt in na ongeveer 30 minuten .
### 2.5 Resectie van huidletsels
Bij de resectie van huidletsels is een grondige anamnese en klinisch onderzoek essentieel. Belangrijke aspecten om te evalueren zijn onder andere lokalisatie, vorm, wijze van ontstaan, kleur, kleurverandering, pijn bij aanraking, jeuk, vastheid/beweeglijkheid, bloeding, UV-straling, medicijngebruik (met name antistolling). Dit is vooral relevant bij kinderen .
---
# Wondbehandeling en nazorg
Dit gedeelte bespreekt de principes van wondbehandeling, inclusief de initiële zorg, verschillende behandelingsmethoden, en belangrijke nazorginstructies, met een focus op het herkennen van complicaties.
### 3.1 Hygiënische maatregelen
Voordat wondbehandeling plaatsvindt, zijn strikte hygiënische maatregelen essentieel om infectie te voorkomen. Dit omvat:
* Handen wassen [8](#page=8).
* Dragen van handschoenen [8](#page=8).
* Reinigen van het operatiegebied [8](#page=8).
* Ontsmetten [8](#page=8).
* Ordelijk opbergen van scherpe materialen [8](#page=8).
* Bronisolatie (indien van toepassing) [8](#page=8).
### 3.2 Wondverzorging en nazorginstructies
De nazorg is cruciaal voor een goede wondgenezing en het voorkomen van complicaties.
#### 3.2.1 Reiniging en verbandkeuze
Na een ingreep dient het operatiegebied gereinigd te worden, bijvoorbeeld met een chloorhexidineoplossing van 0.2-0.5%. De keuze van het wondverband is afhankelijk van de aard van de wond [8](#page=8):
* **Droge, rustige wond:** Een droog verband, zoals een hydrofiel gaasje of pleister [8](#page=8).
* **Vochtige wond (bv. schaafwonden):** Paraffinegaas of bethadinezalfgaas, bedekt met een hydrofiel gaas en zwachtel [8](#page=8).
* **Geïnfecteerde en/of wonden met necrose:** Absorberend verband onder een hydrofiel gaas en zwachtel [8](#page=8).
#### 3.2.2 Medicatie
Pijnstilling is een belangrijk onderdeel van de wondbehandeling:
* **Paracetamol:** 4 maal 500mg tot 4 maal 1 gram per orale toediening. Bij kinderen wordt een lagere dosis geadviseerd [10](#page=10).
* **Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's):** Kunnen oraal worden toegevoegd voor hun ontstekingsremmende werking. Contra-indicaties zijn maaglijden en nierfunctiestoornissen [10](#page=10).
**Antibiotica** worden alleen op indicatie voorgeschreven en niet routinematig [10](#page=10).
**Tetanus vaccinatie of immunoglobulines** worden toegediend indien aangewezen [10](#page=10).
#### 3.2.3 Ontslagadviezen en alarmsymptomen
Bij ontslag worden patiënten geïnformeerd over belangrijke aandachtspunten:
* **Alarmsymptomen:** Tekenen van infectie en dehiscentie (het spontaan openspringen van een wond) [11](#page=11) .
* **Instructies voor thuisverpleging:** Indien nodig [11](#page=11).
* **Controleafspraak:** In principe voor het verwijderen van hechtingen. De termijn hiervoor varieert per locatie:
* Hoofd/gelaat: 5-7 dagen .
* Overige locaties: 10 dagen .
* Gewrichten: 14 dagen .
* Op indicatie eerder, bijvoorbeeld na een wigexcisie of verwijdering van een ontstoken cyste .
> **Tip:** Wees alert op de specifieke genezingstermijnen van wonden, deze variëren sterk per lichaamsdeel en type wond.
#### 3.2.4 Verschillende soorten wonden
De behandeling varieert per type wond:
* **Acute wonden:** Snijwonden, steekwonden, schaafwonden, bijtwonden, kneuswonden, brandwonden [11](#page=11).
* **Chronische wonden:** Niet- of traag genezende wonden, waaronder arteriële, veneuze, neuropathische, oncologische en andere typen [11](#page=11).
### 3.3 Beschrijving van de wond voor behandeling
Een gedetailleerde beschrijving van de wond is essentieel om de oorzaak te achterhalen en de behandeling te sturen. Belangrijke kenmerken zijn [12](#page=12) :
* **Lokalisatie:** De precieze plaats op het lichaam [12](#page=12) .
* **Omvang:** De oppervlakte (in cm²) of maximale diameter [12](#page=12) .
* **Diepte:** Hoe diep de wond is, inclusief eventuele ondermijning van de randen [13](#page=13) .
* **Wondranden:** De staat van de wondranden.
* **Kleur van het wondbed:**
* **Zwarte wonden:** Duiding op necrotisch weefsel, soms bruingrijs. Debridement is noodzakelijk [13](#page=13) .
* **Gele wonden:** Aanwezigheid van debris, fibrine of etter, wat duidt op de 'reactieve fase'. Het gele beslag dient verwijderd te worden [13](#page=13) .
* **Rode wonden:** Gevasculariseerd granulatieweefsel, teken van de regeneratieve fase. Vaak zijn wonden een combinatie van kleuren [13](#page=13) .
* **Exsudaat:**
* **Hoeveelheid:** Bepaalt mede de keuze van het wondverband [14](#page=14) .
* **Kleur en geur:** Kunnen wijzen op infectie of kolonisatie [14](#page=14) .
* **Infectie:** Een infectie uit zich in debris, toename van exsudaat, soms geur en pijn. Dit kan gepaard gaan met inflammatoire symptomen lokaal of systemisch [14](#page=14) .
* **Kolonisatie** is niet hetzelfde als infectie [14](#page=14) .
* **Pijn:** Kan een teken van infectie zijn, maar is ook afhankelijk van het type ulcus (bv. arterieel ulcus > veneus > neuropathisch) [14](#page=14) .
* **Fase van genezing:** De wond kan zich in de ontstekings-, proliferatie- of remodelleringsfase bevinden [12](#page=12) .
### 3.4 Behandeling van wonden
Het doel van wondbehandeling is het creëren van optimale omstandigheden voor genezing. Dit omvat [15](#page=15) :
* **Aanpakken van de onderliggende oorzaak:** Bijvoorbeeld doorbloedingsproblemen aanpakken [15](#page=15) .
* **Debridement:** Verwijderen van necrose of debris [15](#page=15) .
* **Antiseptica:** Lokaal toegepast bij of ter voorkoming van infectie [15](#page=15) .
* **Antibiotica:** Systemisch voorgeschreven bij uitbreiding van infectie naar omringende of onderliggende weefsels [15](#page=15) .
* **Wondverband:** Aangepast aan de specifieke eigenschappen van de wond [15](#page=15) .
### 3.5 Specifieke procedures
#### 3.5.1 Nagelextractie
* **Anesthesie:** Ringanesthesie, ook wel geleidingsanesthesie genoemd [9](#page=9).
* **Procedure:** Verwijderen van de nagel en de nagelwortel [9](#page=9).
#### 3.5.2 Subunguaal hematoom
* **Behandeling:** Evacuatie van het hematoom door de nagel door te prikken met een (verhitte) naald [10](#page=10) .
#### 3.5.3 Distorsies
* **Definitie:** Letsel aan de peri-articulaire ligamenten [15](#page=15) .
* **Vormen:**
* **Lichte vorm:** Elongatie van het ligament [15](#page=15) .
* **Ernstigere vorm:** Scheur van het ligament [15](#page=15) .
* **Symptomen (vinger, niet duim):** Pijnlijke zwelling van het gewricht, beweeglijkheid is bewaard maar beperkt [15](#page=15) .
* **Behandeling:** Eventueel antalgische immobilisatie met een vingersplint [15](#page=15) .
> **Voorbeeld:** Een patiënt met een ernstige enkelverstuiking zal waarschijnlijk pijn, zwelling en beperkte bewegingsmogelijkheid ervaren. Behandeling kan bestaan uit rust, ijs, compressie, elevatie (RICE) en eventueel immobilisatie.
---
# Behandeling van distorsies, luxaties en fracturen
Dit onderwerp behandelt de diagnostiek en behandeling van letsels aan gewrichten en botten, waaronder verstuikingen, ontwrichtingen en breuken [15](#page=15).
### 4.1 Distorsies
Distorsies betreffen letsels aan de peri-articulaire ligamenten, variërend van lichte elongatie tot ernstige scheuren van het ligament [15](#page=15).
#### 4.1.1 Distorsie van de vinger (niet-duim)
* **Symptomen:** Pijnlijke zwelling van het gewricht met behoud van, doch beperkte, beweeglijkheid [15](#page=15).
* **Behandeling:** Eventueel antalgische immobilisatie met een vingersplint [15](#page=15).
#### 4.1.2 Distorsie van de duim
* **Oorzaak:** Vaak een sportongeval, zoals bij skiën (skiduim) [16](#page=16).
* **Ernstige vorm:** Scheur van het laterale ligament met abnormale laterale beweeglijkheid [16](#page=16).
* **Behandeling:** Indien nodig immobilisatie met de duim in oppositiestand, gebruikmakend van een gips van de duim tot de helft van de onderarm [16](#page=16).
#### 4.1.3 Distorsie van de pols
* **Caveat:** Wees alert op pijn ter hoogte van de "snuifdoos" voor een scaphoidfractuur [16](#page=16).
* **Symptomen:** Eventueel hematoomvorming [16](#page=16).
* **Behandeling:** Bij niet zeer uitgesproken pijn volstaat een gewoon verband. Bij uitgesproken pijn is een antalgische immobilisatie aangewezen [16](#page=16).
#### 4.1.4 Distorsie van de knie
* **Oorzaak:** Vaak een gevolg van sportongevallen [17](#page=17).
* **Belangrijk:** De ernst van het letsel moet geëvalueerd worden [17](#page=17).
* **Lichte distorsie:**
* **Kenmerk:** Geen abnormale beweeglijkheid [17](#page=17).
* **Behandeling:** Conservatief of antalgische immobilisatie [17](#page=17).
* **Ernstige distorsie:**
* **Kenmerken:** Scheur van de laterale ligamenten, kruisbanden of beide; vaak hematoomvorming; abnormale laterale beweeglijkheid bij scheur van laterale banden; schuifladeteken (voorste of achterste) bij scheur van kruisbanden [17](#page=17).
* **Verwijzing:** Doorverwijzen naar een specialist is noodzakelijk [17](#page=17).
#### 4.1.5 Distorsie van de enkel
* **Oorzaak:** Meestal een val in geforceerde varus- of valgusstand [17](#page=17).
* **Symptomen:** Gepaard gaande met pijn, zwelling en eventueel hematoomvorming [17](#page=17).
* **Locatie:** Meestal ter hoogte van de laterale ligamenten [17](#page=17).
* **Behandeling:** Afhankelijk van de ernst, variërend van conservatief en gipsimmobilisatie tot heelkunde [17](#page=17).
### 4.2 Luxaties
Een luxatie, ook wel ontwrichting genoemd, is een verplaatsing van de gewrichtsdelen ten opzichte van elkaar. Het onderscheidt zich van een distorsie doordat bij een luxatie het gewricht niet meer werkt, terwijl bij een distorsie het gewricht nog wel functioneert ondanks zwelling [18](#page=18).
#### 4.2.1 Luxatie van de vinger
* **Locatie:** Meestal ter hoogte van de interfalangeale gewrichten [18](#page=18).
* **Oorzaak:** Vaak gevolg van direct trauma, bijvoorbeeld bij volleybal [18](#page=18).
* **Kenmerken:** Gepaard met ligament- en kapselscheur [18](#page=18).
* **Symptomen:** Pijn, functio laesa, vervorming [18](#page=18).
* **Behandeling:** Reductie gevolgd door immobilisatie [18](#page=18).
* **Malletvinger:** Specifieke vorm waarbij de distale falanx niet meer gestrekt kan worden, vaak met een scheur van de extensorpees van de distale falanx [18](#page=18).
#### 4.2.2 Luxatie van de schouder
* **Type:** Meestal anterieure luxatie [18](#page=18).
* **Symptomen:** Anterieure en interne verplaatsing van de humeruskop, pijn en beperking van abductie [18](#page=18).
* **Associatie:** Vaak gepaard gaand met of leidend tot laxiteit van het schouderkapsel [18](#page=18).
* **Diagnostiek:** Röntgenfoto's (Rx) zijn aangewezen ter opsporing van geassocieerde fracturen [18](#page=18).
* **Reductie:** Vaak noodzakelijk met narcose. Techniek omvat tractie, een tegensteun in de oksel en lichte externe rotatie [18](#page=18).
* **Nasbehandeling:** Immobilisatie [18](#page=18).
* **Visuele kenmerken:** Schouder naar voren en binnen gedraaid [18](#page=18).
### 4.3 Fracturen
Fracturen betreffen botbreuken [19](#page=19).
* **Diagnose:** In eerste plaats klinisch [19](#page=19).
* **Symptomen:** Pijn, deformatie (bij verplaatsing), zwelling, hematoomvorming [19](#page=19).
* **Bevestiging:** Meestal door middel van röntgenonderzoek (Rx) [19](#page=19).
* **Behandeling:** Meestal is gespecialiseerde zorg aangewezen [19](#page=19).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definities |
| Hechten van wonden | Het chirurgisch sluiten van een wond met behulp van een naald en draad om het genezingsproces te bevorderen en infectie te voorkomen. Dit wordt vaak gedaan bij diepere of grotere snijwonden. |
| Excisie van huidletsels | De chirurgische verwijdering van abnormale of zieke delen van de huid, zoals moedervlekken, bulten of precancereuze laesies, om ze voor onderzoek naar te sturen of te behandelen. |
| Cystes | Afgesloten zakjes gevuld met vloeistof of ander materiaal, die zich onder de huid kunnen vormen en operatief verwijderd kunnen worden in de eerstelijnszorg. |
| Lipomen | Goedaardige tumoren van vetweefsel die zich onder de huid kunnen ontwikkelen en vaak chirurgisch verwijderd worden vanwege cosmetische redenen of indien ze klachten veroorzaken. |
| Desinfectantia | Stoffen die gebruikt worden om micro-organismen, zoals bacteriën en virussen, op oppervlakken of de huid te doden of te remmen, essentieel voor het voorkomen van infecties bij medische procedures. |
| Instrumentarium | De verzameling van chirurgische gereedschappen en benodigdheden die nodig zijn voor medische procedures, zoals bistouri, pincetten, scharen, klemmen en naaldvoerders. |
| Lokale anesthetica | Medicijnen die worden gebruikt om een specifiek deel van het lichaam tijdelijk ongevoelig te maken voor pijn, zodat pijnloze procedures zoals hechten of excisies mogelijk zijn. |
| Intradermale anesthesie | Een techniek voor lokale verdoving waarbij het anestheticum direct in de lederhuid wordt geïnjecteerd, waardoor een kleine bult ontstaat die de zenuwuiteinden in dat gebied verdooft. |
| Infiltratieanesthesie | Een methode van lokale verdoving waarbij het anestheticum in het weefsel rondom het te behandelen gebied wordt geïnjecteerd, waardoor een breder gebied regionaal wordt verdoofd. |
| Geleidingsanesthesie | Een techniek waarbij een lokaal anestheticum dicht bij een zenuwstam wordt geïnjecteerd om de pijnprikkelgeleiding in het gebied dat door die zenuw wordt verzorgd, te blokkeren. |
| Adrenaline (als toevoeging aan lokaal anestheticum) | Een stof die soms aan lokale anesthetica wordt toegevoegd om de bloedvaten te vernauwen (vasoconstrictie), wat resulteert in minder bloedverlies, een langere werkingsduur en verminderde systemische opname van het anestheticum. |
| Lokale anesthesie | Een techniek waarbij de pijnprikkelgeleiding op het niveau van het zenuwmembraan wordt geblokkeerd, waardoor een specifiek gebied van het lichaam tijdelijk gevoelloos wordt gemaakt voor pijn. |
| Regionale anesthesie | Een techniek waarbij anestheticum wordt geïnjecteerd in de omgeving van het te opereren gebied, om een groter gebied dan alleen de injectieplaats te verdoven. |
| Adrenaline | Een stof die soms wordt toegevoegd aan lokale anesthetica om lokale vasoconstrictie te veroorzaken, wat leidt tot minder bloedverlies, een langere werkingsduur en verminderde systemische resorptie van het anestheticum. |
| Centrale zenuwstelsel (CZS) effecten | Mogelijke complicaties van lokale anesthetica, die zich kunnen uiten als duizeligheid, rusteloosheid, tintelingen (paresthesieën) en epileptische aanvallen. |
| Cardiovasculaire effecten | Mogelijke complicaties van lokale anesthetica die het hart- en vaatstelsel beïnvloeden, zoals een lage bloeddruk (hypotensie), een trage hartslag (bradycardie) en een acute ineenstorting van de bloedsomloop (cardiovasculaire collaps). |
| Zenuwbeschadiging | Een mogelijke complicatie van lokale anesthesie, die kan optreden als gevolg van de ingreep zelf of door directe irritatie van de zenuw door het anestheticum of de toedieningsmethode. |
| Transdermale toediening | Een methode van het toedienen van medicatie door de huid, zoals bij de toepassing van Emla crème of pleisters, die anesthetica zoals lidocaïne bevatten en na ongeveer 30 minuten beginnen te werken. |
| Alarmsymptomen | Tekenen die wijzen op complicaties of een verslechtering van de wondgenezing, die nader onderzoek of interventie vereisen. Dit kunnen onder andere tekenen van infectie, toenemende pijn of koorts zijn. |
| Antibiotica | Medicijnen die worden gebruikt om bacteriële infecties te bestrijden. Ze worden voorgeschreven op indicatie bij wonden, vooral wanneer er sprake is van uitbreiding van infectie in de omringende of onderliggende weefsels. |
| Antiseptica | Middelen die worden gebruikt om infecties te voorkomen of te bestrijden door micro-organismen op de huid of in een wond te doden of te remmen. Ze worden lokaal toegepast. |
| Debridement | Het chirurgisch of enzymatisch verwijderen van dood of beschadigd weefsel (zoals necrose of debris) uit een wond. Dit is essentieel om genezing te bevorderen en infecties te voorkomen. |
| Dehiscentie | Het openspringen of scheiden van een operatiewond. Dit is een alarmsymptoom dat duidt op een probleem in het genezingsproces van de wond. |
| Droge wond | Een wond die weinig tot geen vocht produceert (exsudaat). Voor dit type wond worden droge verbanden geadviseerd, zoals een hydrofiel gaasje of pleister. |
| Elongatie | Het uitrekken van een ligament zonder dat er sprake is van een scheur. Dit kan voorkomen bij distorsies (verstuikingen) en leidt tot pijnlijke zwelling. |
| Emulsie | Een mengsel van twee vloeistoffen die normaal gesproken niet mengbaar zijn, zoals olie en water. In de context van wondbehandeling kan een emulsie gebruikt worden als basis voor zalven of crèmes. |
| Exsudaat | Vocht dat uit een wond lekt. De hoeveelheid, kleur en geur van exsudaat geven belangrijke informatie over de conditie van de wond en kunnen duiden op infectie of kolonisatie. |
| Gele wond | Een wond die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van debris, fibrine of etter. Deze wonden bevinden zich in de ‘reactiefase’ en het gele beslag dient verwijderd of opgelost te worden. |
| Geïnfecteerde wond | Een wond waarbij pathogene micro-organismen aanwezig zijn en zich vermenigvuldigen, wat leidt tot ontstekingsreacties en mogelijke schade aan weefsels. |
| Genezing | Het proces waarbij beschadigd weefsel wordt hersteld. Dit kan spontaan gebeuren of bevorderd worden door medische interventies. |
| Hygiënische maatregelen | Procedures en handelingen die worden uitgevoerd om hygiëne te waarborgen en de overdracht van micro-organismen te voorkomen. Voorbeelden zijn handen wassen, handschoenen dragen en instrumenten reinigen. |
| Hydrofiel gaasje | Een medisch gaasje dat ontworpen is om vocht goed op te nemen. Het wordt vaak gebruikt als secundair verband bovenop een primair wondverband. |
| Immunoglobulines | Antilichamen die een belangrijke rol spelen in het immuunsysteem. Ze kunnen worden toegediend om specifieke infecties, zoals tetanus, te bestrijden of te voorkomen. |
| Infectie | De aanwezigheid en vermenigvuldiging van ziekteverwekkende micro-organismen in het lichaam, wat kan leiden tot weefselschade en ontstekingsreacties. |
| Knekwonden | Wonden veroorzaakt door stomp trauma, waarbij weefsel wordt samengedrukt en mogelijk beschadigd zonder dat de huid volledig doorbroken is. |
| Kolonisatie | De aanwezigheid van micro-organismen op of in een wond zonder dat er een duidelijke ontstekingsreactie of weefselschade optreedt. Dit is anders dan een infectie. |
| Lokalisatie | De plaats waar een wond zich op het lichaam bevindt. Dit is een belangrijke factor bij het beoordelen van de wond en het bepalen van de behandeling. |
| Necrose | Dood weefsel dat ontstaat door zuurstofgebrek of andere oorzaken. Necrotisch weefsel moet verwijderd worden om wondgenezing te bevorderen. |
| Neuropathische wond | Een wond die ontstaat als gevolg van zenuwschade, vaak geassocieerd met aandoeningen zoals diabetes. De verminderde gevoeligheid in het gebied kan leiden tot onopgemerkte verwondingen. |
| Ontstekingsremmend | Een eigenschap van medicijnen die de symptomen van ontsteking, zoals roodheid, zwelling en pijn, verminderen. NSAID's hebben deze werking. |
| Operatiegebied | Het gedeelte van het lichaam dat tijdens een chirurgische ingreep wordt behandeld. Dit gebied wordt voor en na de operatie specifieke zorg gegeven. |
| Parafinegaas | Een wondverband dat is geïmpregneerd met paraffine. Het beschermt de wond, voorkomt dat het gaas aan de wond kleeft en houdt de wond vochtig. |
| Peri-articulaire ligamenten | De banden van bindweefsel die de gewrichten stabiliseren. Letsel aan deze ligamenten kan leiden tot een verstuiking (distorsie). |
| Pijnstilling | Het verminderen of onderdrukken van pijn. Dit kan gebeuren met medicatie zoals paracetamol of NSAID's, en is belangrijk voor het comfort van de patiënt. |
| Rood wondbed | Een wond waarbij het wondbed bestaat uit gevasculariseerd granulatieweefsel, wat duidt op de regeneratiefase van wondgenezing. |
| Scherp materiaal | Scherpe instrumenten, zoals naalden, scalpelbladen of mesjes, die gebruikt worden in medische procedures. Deze moeten na gebruik veilig worden opgeborgen om letsel te voorkomen. |
| Subunguaal hematoom | Een bloeduitstorting onder de nagel, vaak veroorzaakt door een kneuzing of slag op de nagel. Behandeling kan bestaan uit het evacueren van het hematoom. |
| Tetanus | Een ernstige bacteriële infectie die spierkrampen kan veroorzaken. Vaccinatie of toediening van immunoglobulines kan nodig zijn na een wond die potentieel besmet is. |
| Vochtig gangreen | Een vorm van gangreen waarbij het dode weefsel vochtig is, vaak geassocieerd met infectie. |
| Vochtige wond | Een wond die aanzienlijke hoeveelheden exsudaat produceert. Voor dit type wond zijn absorberende verbanden noodzakelijk. |
| Wondbehandeling | De medische procedures en zorg die worden toegepast om wonden te genezen, infecties te voorkomen en het comfort van de patiënt te waarborgen. |
| Wondgenezing | Het natuurlijke proces waarbij een wond herstelt, dat kan worden onderverdeeld in verschillende fasen zoals ontsteking, proliferatie en remodellering. |
| Wondverband | Materiaal dat op een wond wordt aangebracht om deze te beschermen, het genezingsproces te bevorderen, overtollig vocht op te nemen en infectie te voorkomen. |
| Wondranden | De contouren van de wond die de overgang vormen van het beschadigde weefsel naar de gezonde huid. De conditie van de wondranden kan informatie geven over het genezingsproces. |
| Wondverzorging | De dagelijkse zorg die aan een wond wordt gegeven, inclusief het reinigen van de wond, het aanbrengen van verband en het monitoren van de genezing. |
| Wondwortel | In de context van nagelextractie verwijst dit naar de basis van de nagel waar deze groeit, ook wel de matrix genoemd. Verwijdering van de "nagelwortel" is nodig voor definitieve nagelverwijdering. |
| Zwarte wond | Een wond die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van necrotisch weefsel, dat er vaak zwart, bruingrijs of donker uitziet. Debridement is hier noodzakelijk. |
| Distorsie | Een letsel aan de structuren rond een gewricht, zoals de ligamenten. In een lichte vorm is er sprake van een verlenging van het ligament, terwijl een ernstigere vorm leidt tot een scheur in het ligament, gepaard gaand met pijn en zwelling. |
| Luxatie | Een ontwrichting waarbij de gewrichtsoppervlakken hun normale contact verliezen. Dit gaat gepaard met aanzienlijke pijn, functieverlies en zichtbare vervorming van het gewricht, zoals bij een luxatie van de vinger of schouder. |
| Fractuur | Een breuk in een bot. De diagnose wordt primair gesteld op basis van klinische symptomen zoals pijn, zwelling, hematoomvorming en deformatie, en wordt bevestigd door röntgenonderzoek. |
| Interfalangeale gewrichten | De gewrichten tussen de vingerkootjes. Letsels aan deze gewrichten, zoals luxaties, gaan vaak gepaard met scheuren van ligamenten en gewrichtskapsels. |
| Humeruskop | Het bovenste, ronde deel van de bovenarm dat articuleert met het schouderblad. Bij een anterieure schouderluxatie verplaatst de humeruskop zich naar voren en naar binnen. |
| Abductie | De beweging waarbij een lichaamsdeel van de middellijn van het lichaam af wordt bewogen. Beperking van abductie is een symptoom van een schouderluxatie. |
| Antalgische immobilisatie | Een vorm van immobilisatie die wordt toegepast om pijn te verlichten. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een spalk of gips, om het getroffen gebied rust te geven en genezing te bevorderen. |
| Conservatieve behandeling | Een behandelingsstrategie die niet-operatieve methoden omvat, zoals rust, immobilisatie, medicatie en fysiotherapie, om een aandoening te genezen. |
| Gipsimmobilisatie | Het aanbrengen van gips om een lichaamsdeel te immobiliseren. Dit wordt vaak toegepast bij fracturen en ernstige distorsies om de genezing te ondersteunen en verdere schade te voorkomen. |
| Hematoomvorming | De ophoping van bloed in een weefsel of lichaamsruimte, wat resulteert in een blauwe plek of zwelling. Dit is vaak een symptoom van letsel aan botten of ligamenten. |
| Deformatie | Een zichtbare verandering in de normale vorm van een lichaamsdeel, vaak veroorzaakt door letsel zoals een fractuur met verplaatsing of een luxatie. |