hoofdstuk 3 burgerlijk recht.pdf
Summary
# Bronnnen van het recht
Het recht vindt zijn oorsprong in verschillende bronnen die samen het juridisch systeem vormen, waaronder wetgeving, rechtspraak, rechtsleer, gewoonte en algemene rechtsbeginselen.
### 1.1 Wetgeving
Wetgeving omvat regels die door een overheidsinstantie zijn vastgesteld en die een bindende kracht hebben. Het kan worden onderverdeeld in formele en materiële wetten [3](#page=3).
#### 1.1.1 Materiële wet
Een materiële wet is een voorschrift dat door een bevoegde overheid is uitgevaardigd en dat een algemeen bindende regel bevat, waarbij de inhoud primeert. Dit kan een wet zijn, maar ook een Koninklijk Besluit (KB), een decreet of een besluit. Een voorbeeld is een KB houdende de wegcode [3](#page=3).
#### 1.1.2 Formele wet
Een formele wet is een handeling die is uitgevaardigd door het federaal wetgevend parlement, ongeacht de inhoud ervan. Elke formele wet is dus een wet, maar niet elke materiële wet is een formele wet [3](#page=3) [4](#page=4).
#### 1.1.3 De verhouding tussen formele en materiële wet
Niet elke materiële wet is een formele wet, omdat deze weliswaar algemeen bindend is, maar niet door het federaal parlement is opgesteld. Omgekeerd hoeft een formele wet niet altijd materieel te zijn; een voorbeeld is de naturalisatiewet, die wel formeel is omdat ze door het parlement is aangenomen, maar niet materieel omdat ze niet algemeen bindend is [4](#page=4).
#### 1.1.4 Internationale verdragen
Internationale verdragen hebben geldigheid binnen het Belgische grondgebied wanneer de Belgische staat een verdrag sluit met betrekking tot een binnenlandse materie of lid wordt van een internationale organisatie die bevoegd is voor een binnenlandse materie [5](#page=5).
##### 1.1.4.1 EU-regelgeving
* **Verordening:** Een bindende rechtshandeling die in de hele Europese Unie (EU) van toepassing is en rechtstreeks in elke lidstaat geldt [6](#page=6).
* **Richtlijn:** Legt een doel vast dat alle EU-landen moeten bereiken, waarbij de lidstaten zelf de wetgeving bepalen om dat doel te realiseren [6](#page=6).
* **Besluit:** Bindend voor de ontvanger (een EU-land of bedrijf) en is rechtstreeks van toepassing [6](#page=6).
Supranationale regels hebben voorrang [6](#page=6).
#### 1.1.5 De Grondwet
De Grondwet is de meest fundamentele nationale wet. Ze regelt de inrichting van de machten en de fundamentele rechten en vrijheden van de burger. De wijzigingsprocedure is specifiek: de Koning en het parlement duiden de te wijzigen artikelen aan, het parlement wordt ontbonden, er volgen verkiezingen, en het nieuwe parlement (de constituante) is bevoegd om de Grondwet te wijzigen met een dubbele bijzondere meerderheid van twee derde van de stemmen en twee derde van de aanwezigen, zowel in de Kamer als in de Senaat [7](#page=7).
#### 1.1.6 De wet (formele wet)
De formele wet wordt gemaakt door de federale wetgevende macht, bestaande uit de Koning, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat [8](#page=8).
#### 1.1.7 Decreten en ordonnanties
* **Decreet:** Uitgevaardigd door regionale parlementen (behalve Brussel) op niveau van Gemeenschappen en Gewesten, bekrachtigd en afgekondigd door de betreffende regering en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (B.S.). Het heeft kracht van wet binnen het betrokken grondgebied en staat op hetzelfde niveau als een federale wet. Conflicten worden beslecht door het Grondwettelijk Hof [9](#page=9).
* **Ordonnantie:** Uitgevaardigd door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, bekrachtigd en afgekondigd door de betreffende regering en gepubliceerd in het B.S.. Het heeft kracht van wet binnen het Brussels Gewest [10](#page=10).
#### 1.1.8 Koninklijke besluiten (KB)
KB's worden uitgevaardigd door de uitvoerende macht ter verdere uitwerking van een federale wet. Ze zijn ondergeschikt aan de wet en mogen deze niet wijzigen. Ze hebben initiatief van de Koning, worden voorbereid door een minister en ondertekend door de Koning en de minister [11](#page=11).
#### 1.1.9 Ministeriële besluiten
Deze werken de regels uit KB's verder uit en worden uitgevaardigd door één of meerdere ministers. Ze worden gepubliceerd in het B.S. en zijn ondergeschikt aan zowel de wet als een KB [12](#page=12).
#### 1.1.10 Besluiten van een deelregering
Deze werken een decreet of ordonnantie verder uit, vergelijkbaar met hoe een KB een federale wet uitvoert. De Koning komt hierbij niet tussen. Ze worden gepubliceerd in het B.S. en staan op hetzelfde niveau als een KB [13](#page=13).
#### 1.1.11 Provinciaal en gemeentelijk reglement
* **Provinciaal reglement:** Uitgevaardigd door de provincieraad en bindend op het grondgebied van de provincie, 8 dagen na publicatie in het bestuursmemoriaal van de provincie [14](#page=14).
* **Gemeentelijk reglement:** Uitgevaardigd door de gemeenteraad en bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente, 5 dagen na publicatie [14](#page=14).
### 1.2 Hiërarchie van de rechtsregels
De rechtsregels zijn hiërarchisch geordend, waarbij hogere regels voorrang hebben op lagere regels. De hiërarchie is als volgt [16](#page=16):
1. Internationale regels [16](#page=16).
2. Grondwet [16](#page=16).
3. Wet - Decreet - Ordonnantie [16](#page=16).
4. Koninklijk besluit (uitwerking wet) - Besluit deelregering [16](#page=16).
5. Ministerieel besluit (uitwerking KB) [16](#page=16).
### 1.3 Rechtspraak
Rechtspraak is het geheel van uitspraken van verschillende rechtscolleges, ook wel jurisprudentie genoemd. Een uitspraak van een rechtbank heet een vonnis, en een uitspraak van een hof heet een arrest [17](#page=17).
#### 1.3.1 Rol van de rechter
De rechter past de wet toe, maar moet deze vaak interpreteren aangezien de wet niet alle concrete problemen voorziet. Dit gebeurt door middel van analogie (het toepassen van de wet op een niet-voorziene situatie die er wel op lijkt) of rechtsverfijning (het maken van een uitzondering op een algemene rechtsregel) [17](#page=17) [18](#page=18).
#### 1.3.2 Creatieve functie van de rechter
De rechter kan recht spreken zonder bestaande rechtsnorm, door zelf recht te scheppen op basis van algemene rechtsbeginselen en maatschappelijke noodwendigheden. Dit is een verplichting; anders kan er sprake zijn van rechtsweigering, wat artikel 5 van de Ger.W. schendt [19](#page=19).
#### 1.3.3 Bindende werking van rechtspraak
Volgens artikel 6 van de Ger.W. hoeft een rechter geen rekening te houden met precedenten. Toch kan vaststaande rechtspraak van hogere rechtscolleges invloed hebben [20](#page=20).
### 1.4 Rechtsleer
Rechtsleer is het geheel van standpunten van rechtsgeleerden. Het is geen formele rechtsbron omdat het geen dwingende kracht heeft en naast zich kan worden neergelegd. Wel kan het een informele rechtsbron zijn die de inhoud van wetgeving en rechtspraak beïnvloedt [21](#page=21).
### 1.5 De gewoonte
De gewoonte bestaat uit normen die voortkomen uit langdurig en eenvormig gebruik door de gemeenschap, nageleefd met de rechtsovertuiging, zonder dat ze zijn vastgelegd in een geschreven rechtsregel [22](#page=22).
#### 1.5.1 Componenten van de gewoonte
* **Materieel bestanddeel:** Het concrete gebruik, dat algemeen aanvaard, duurzaam en openbaar moet zijn [23](#page=23).
* **Psychologisch bestanddeel:** De rechtsovertuiging, waarbij men ervan overtuigd is dat het zo hoort en dat de regel afdwingbaar is [23](#page=23).
#### 1.5.2 Voordelen en nadelen
* **Voordeel:** Spontaniteit en soepelheid [24](#page=24).
* **Nadelen:** Moeilijk te bewijzen, onvast in formulering wat rechtszekerheid kan aantasten, en de plaatselijke verschillen kunnen het rechtsverkeer bemoeilijken [24](#page=24).
### 1.6 Algemene rechtsbeginselen
Algemene rechtsbeginselen vormen een formele bron van recht die niet in een geschreven tekst zijn vastgelegd. Ze vormen het morele en institutionele geraamte van de maatschappelijke organisatie. Voorbeelden zijn het recht van verdediging en de onpartijdigheid van de rechter [25](#page=25).
#### 1.6.1 Nut van algemene rechtsbeginselen
Ze dienen om de onvolledigheid van het recht aan te vullen, het recht op een soepelere wijze toe te passen, en zorgen voor een grotere samenhang tussen diverse rechtstakken [26](#page=26).
### 1.7 Hoe komt een wet tot stand?
De totstandkoming van een wet is een procedureel proces dat verschillende fasen doorloopt [27](#page=27).
#### 1.7.1 Initiatiefnemers
Het initiatief voor een wet kan komen van een individuele volksvertegenwoordiger of senator (wetsvoorstel) of van de Koning, wat neerkomt op de regering (wetsontwerp). Een voorontwerp van wet wordt door de regering opgesteld voordat de Koning het ondertekent. Zodra een voorstel door één kamer is aangenomen, wordt het een wetsontwerp [28](#page=28).
#### 1.7.2 Parlementaire procedure
Een kamerlid dient een wetsvoorstel in en verzoekt de Kamer het in overweging te nemen. Het voorstel wordt doorverwezen naar de bevoegde commissie, die een verslag opstelt ("de gedrukte stukken"). De plenaire vergadering van de Kamer stemt vervolgens over het voorstel [29](#page=29).
* **Parlementaire commissies:** Een beperkte groep gespecialiseerde parlementsleden die een grondige studie van het voorstel maken. Hun verslag vormt de basis voor de bespreking in de plenaire vergadering [30](#page=30).
* **Plenaire vergadering:** Hier vindt de eerste algemene bespreking plaats, gevolgd door een bespreking per artikel. Amendementen (voorstellen tot tekstwijziging) kunnen worden ingediend. Na goedkeuring van de artikelen wordt over het voorstel in zijn geheel gestemd. Goedkeuring vereist een meerderheid van de stemmen en de aanwezige leden. Bij staking van stemmen wordt het voorstel verworpen [30](#page=30).
#### 1.7.3 Bekrachtiging, afkondiging en bekendmaking
* **Bekrachtiging:** De schriftelijke verklaring van de Koning als lid van de uitvoerende macht die de tekst van de wet aanneemt en goedkeurt [31](#page=31).
* **Afkondiging:** De Koning verklaart als hoofd van de uitvoerende macht de wet authentiek en uitvoerbaar [31](#page=31).
* **Bekendmaking:** De afgekondigde wet wordt ter kennis gebracht van het publiek via publicatie in het Belgisch Staatsblad (B.S.) [31](#page=31).
> **Tip:** De hiërarchie van de rechtsregels is cruciaal voor het oplossen van conflicten tussen verschillende normen. Houd rekening met de supranationale regels die voorrang hebben op nationaal recht.
> **Tip:** De onderscheiding tussen formele en materiële wetgeving is essentieel om de reikwijdte en aard van verschillende juridische documenten te begrijpen.
> **Tip:** Hoewel rechtspraak geen formele rechtsbron is in de zin van bindende precedenten, is de invloed ervan op de interpretatie en evolutie van het recht aanzienlijk. Het bestuderen van jurisprudentie is daarom onmisbaar.
---
# Soorten wetgeving
Dit document verschaft een overzicht van de verschillende soorten wetgeving binnen het Belgische rechtsbestel, gaande van formele en materiële wetten tot internationale verdragen en lagere reglementen [3](#page=3).
### 2.1 Formele en materiële wetten
Het onderscheid tussen formele en materiële wetten is cruciaal voor het begrijpen van de hiërarchie en totstandkoming van rechtsregels [3](#page=3).
#### 2.1.1 Materiële wet
Een materiële wet wordt gedefinieerd als een voorschrift uitgevaardigd door een lokale overheid dat een algemeen bindende regel bevat, waarbij de inhoud primeert. Dit omvat niet enkel "wetten" in de strikte zin, maar ook Koninklijke Besluiten (KB's), decreten en andere besluiten. Een voorbeeld hiervan is een KB dat de wegcode regelt [3](#page=3).
#### 2.1.2 Formele wet
Een formele wet daarentegen verwijst naar handelingen van het federale wetgevende parlement, ongeacht hun inhoud. Dit betreft specifiek wetten die door de Koning, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat worden gemaakt [3](#page=3) [8](#page=8).
#### 2.1.3 Relatie tussen formele en materiële wetten
Niet elke materiële wet is een formele wet, en omgekeerd. Een wet kan materieel zijn (algemeen bindend qua inhoud) maar niet formeel (niet opgesteld door het federale parlement), zoals een verordening van een lokale overheid. Een formele wet hoeft niet altijd materieel te zijn; een voorbeeld hiervan is een naturalisatiewet, die weliswaar formeel is (gemaakt door het parlement) maar niet materieel omdat deze slechts op een specifieke groep personen van toepassing is en dus niet algemeen bindend is [3](#page=3) [4](#page=4).
> **Tip:** Het is belangrijk om te onthouden dat de inhoud (materieel) en de vorm/herkomst (formeel) twee verschillende kenmerken van een wet zijn.
### 2.2 Internationale verdragen en supranationale regels
Internationale verdragen hebben geldingskracht binnen het Belgische grondgebied wanneer de Belgische staat een verdrag sluit over een binnenlandse materie, of wanneer België lid wordt van een internationale organisatie die bevoegd is voor een binnenlandse materie [5](#page=5).
#### 2.2.1 EU-regelgeving
Binnen de Europese Unie zijn er specifieke soorten rechtsinstrumenten:
* **Verordening:** Een bindende rechtshandeling die in de gehele EU van toepassing is en rechtstreeks in elke lidstaat toepasselijk is [6](#page=6).
* **Richtlijn:** Legt een doel vast dat alle EU-landen moeten bereiken, waarbij elke lidstaat zelf de wetgeving bepaalt om dit doel te realiseren [6](#page=6).
* **Besluit:** Bindend voor de geadresseerde (een EU-land of bedrijf) en is rechtstreeks van toepassing [6](#page=6).
Supranationale regels genieten voorrang boven nationale wetgeving [6](#page=6).
### 2.3 De Grondwet
De Grondwet is de meest fundamentele nationale wet. Zij regelt de inrichting van de machten en de fundamentele rechten en vrijheden van de burger. De oorsprong van de Grondwet dateert uit 1831. Het wijzigen van de Grondwet vereist een specifieke procedure: artikelen die gewijzigd moeten worden worden aangeduid door de Koning en het parlement, het parlement wordt ontbonden, er volgen verkiezingen, en het nieuwe parlement is bevoegd om de Grondwet te wijzigen (constituante) . Dit vereist een dubbele bijzondere meerderheid van twee derde van de stemmen en twee derde van de aanwezigen, zowel in de Kamer als in de Senaat [7](#page=7).
### 2.4 De wet (formele wet)
De wet, in de zin van een formele wet, wordt gemaakt door de federale wetgevende macht, bestaande uit de Koning, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat [8](#page=8).
### 2.5 Decreten en ordonnanties
#### 2.5.1 Decreten
Decreten worden uitgevaardigd door de regionale parlementen (met uitzondering van Brussel) en hebben betrekking op het niveau van de Gemeenschappen en Gewesten. Na bekrachtiging en afkondiging door de betreffende regering en publicatie in het Belgisch Staatsblad (B.S.), hebben decreten binnen het grondgebied van de betrokken regio kracht van wet en staan ze op hetzelfde niveau als federale wetten. Bij conflicten tussen federale wetten en decreten, beslist het Grondwettelijk Hof [9](#page=9).
#### 2.5.2 Ordonnanties
Ordonnanties worden uitgevaardigd door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Na bekrachtiging en afkondiging door de betreffende regering en publicatie in het B.S., hebben ordonnanties kracht van wet binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest [10](#page=10).
### 2.6 Koninklijke besluiten
Koninklijke besluiten (KB's) worden uitgevaardigd door de uitvoerende macht. Ze dienen voor de verdere uitwerking van federale wetten en zijn hieraan ondergeschikt, wat betekent dat een KB een wet niet mag wijzigen. Het initiatief voor een KB ligt bij de Koning, het wordt voorbereid door een minister en ondertekend door zowel de Koning als de minister [11](#page=11).
### 2.7 Ministeriële besluiten
Ministeriële besluiten dienen voor de verdere uitwerking van de regels uit een Koninklijk Besluit. Ze worden uitgevaardigd door één of meer ministers en na publicatie in het B.S. zijn ze bindend. Ministeriële besluiten zijn ondergeschikt aan zowel de wet als aan Koninklijke Besluiten [12](#page=12).
### 2.8 Besluiten van een deelregering
Besluiten van een deelregering dienen voor de verdere uitwerking van een decreet of ordonnantie, vergelijkbaar met hoe een KB een federale wet uitwerkt. Hierbij komt de Koning niet tussen. Na publicatie in het B.S. hebben deze besluiten hetzelfde niveau als Koninklijke Besluiten [13](#page=13).
### 2.9 Provinciaal en gemeentelijk reglement
#### 2.9.1 Provinciaal reglement
Provinciale reglementen worden uitgevaardigd door de provincieraad en worden gepubliceerd in het bestuursmemoriaal van de provincie. Ze zijn bindend op het grondgebied van de provincie, acht dagen na publicatie [14](#page=14).
#### 2.9.2 Gemeentelijk reglement
Gemeentelijke reglementen worden uitgevaardigd door de gemeenteraad. Na bekendmaking via de webtoepassing van de gemeente, vijf dagen na publicatie, zijn ze bindend [14](#page=14).
### 2.10 Hiërarchie van de rechtsregels
De verschillende soorten wetgeving staan in een hiërarchische verhouding tot elkaar, waarbij supranationale regels en de Grondwet aan de top staan, gevolgd door wetten, decreten en ordonnanties, en daaronder de uitvoerende besluiten zoals Koninklijke besluiten, besluiten van deelregeringen, en ministeriële besluiten. Provinciale en gemeentelijke reglementen bevinden zich aan de basis van deze hiërarchie [14](#page=14) [16](#page=16).
* Internationale regels [16](#page=16).
* Grondwet [16](#page=16).
* Wet - Decreet - Ordonnantie [16](#page=16).
* Koninklijk besluit (uitwerking wet) - Besluit deelregering [16](#page=16).
* Ministerieel besluit (uitwerking KB) ] [16](#page=16).
---
# Rol van de rechterlijke macht
De rol van de rechterlijke macht omvat meer dan louter de toepassing van bestaande wetten; de rechter is actief betrokken bij interpretatie, rechtsvinding en zelfs het scheppen van nieuw recht.
### 3.1 Jurisprudentie en de interpretatie van de wet
Jurisprudentie, gedefinieerd als het geheel van uitspraken van verschillende rechtscolleges, is cruciaal voor het functioneren van het rechtssysteem. Een uitspraak van een rechtbank wordt een vonnis genoemd, terwijl een uitspraak van een hof een arrest is. De rechter gaat echter niet louter mechanisch te werk bij het toepassen van de wet, aangezien de wet niet alle concrete problemen voorziet. Dit impliceert dat interpretatie een essentieel onderdeel is van de rechterlijke taak [17](#page=17).
### 3.2 Rechtsvinding: analogie en rechtsverfijning
Rechtsvinding is het proces waarbij de rechter de wet toepast op een specifiek geval. Hierbij kan de rechter gebruikmaken van twee methoden: analogie en rechtsverfijning [17](#page=17).
* **Analogie:** Dit houdt in dat een wet die niet expliciet op een bepaald geval van toepassing is, toch wordt toegepast omdat het geval sterk lijkt op een geval waarvoor de wet wel geschreven is [18](#page=18).
* **Rechtsverfijning:** Dit is het tegenovergestelde van analogie en houdt in dat een uitzondering wordt gemaakt op een algemene rechtsregel [18](#page=18).
> **Tip:** Het onderscheid tussen analogie en rechtsverfijning is belangrijk omdat ze verschillende manieren vertegenwoordigen waarop rechters de reikwijdte van bestaande wetten uitbreiden of beperken.
### 3.3 De creatieve functie van de rechter
Naast interpretatie en rechtsvinding heeft de rechter ook een creatieve functie, waarbij hij of zij zelf recht schept. Dit gebeurt wanneer er geen bestaande rechtsnorm is die een concreet geval kan oplossen. In dergelijke situaties is de rechter verplicht om toch recht te spreken, gebaseerd op algemene rechtsprincipes en noodwendigheden. Het nalaten hiervan zou neerkomen op rechtsweigering, wat verboden is volgens artikel 5 van het Gerechtelijk Wetboek [19](#page=19).
> **Voorbeeld:** Stel dat er een nieuw technologisch fenomeen ontstaat waarvoor nog geen specifieke wetgeving bestaat. De rechter kan, in afwezigheid van een directe wettelijke bepaling, toch een uitspraak doen door principes van bestaand recht toe te passen op deze nieuwe situatie.
### 3.4 De bindende werking van rechtspraak
De vraag naar de bindende werking van rechtspraak is complex. Volgens artikel 6 van het Gerechtelijk Wetboek moet een rechter geen rekening houden met precedenten, wat betekent dat eerdere uitspraken niet automatisch bindend zijn. Echter, de rechtspraak van hogere rechtscolleges heeft wel degelijk invloed op lagere rechtbanken, en vaste rechtspraak wordt in de praktijk vaak gevolgd [20](#page=20).
> **Tip:** Hoewel formele precedentwerking afwezig is in het Belgische rechtssysteem, is het bestuderen van de jurisprudentie van hogere rechtscolleges essentieel voor het begrijpen van de huidige interpretatie en toepassing van het recht.
---
# Totstandkoming van wetgeving
Het proces van totstandkoming van een wet omvat het initiatief, de parlementaire behandeling en de bekrachtiging, afkondiging en bekendmaking [27](#page=27).
### 4.1 Initiatief tot wetgeving
Het initiatief voor wetgeving kan vanuit verschillende hoeken komen [28](#page=28).
#### 4.1.1 Wetsvoorstel
Een individueel volksvertegenwoordiger of senator kan het initiatief nemen door een wetsvoorstel in te dienen. Wanneer een kamerlid een wetsvoorstel indient, verzoekt hij de Kamer om het voorstel in overweging te nemen [28](#page=28) [29](#page=29).
#### 4.1.2 Wetsontwerp
De Koning, wat feitelijk neerkomt op de regering, kan ook het initiatief nemen, wat resulteert in een wetsontwerp. Voorafgaand aan de ondertekening door de Koning wordt dit een voorontwerp van wet genoemd. Vanaf het moment dat een voorstel door één kamer wordt aangenomen, wordt het een wetsontwerp [28](#page=28).
### 4.2 Parlementaire procedure
Nadat een wetsvoorstel is ingediend, doorloopt het een reeks parlementaire stappen [29](#page=29).
#### 4.2.1 Commissie
Het voorstel wordt doorverwezen naar een parlementaire commissie. Deze commissies bestaan uit een beperkte groep gespecialiseerde parlementsleden die een grondige studie maken van het voorstel. Hun studie resulteert in een verslag, bekend als "de gedrukte stukken", dat de basis vormt voor de bespreking in de plenaire vergadering [29](#page=29) [30](#page=30).
#### 4.2.2 Plenaire vergadering
De plenaire vergadering van de Kamer bespreekt het voorstel. Deze bespreking begint met een algemene beschouwing, gevolgd door een bespreking per artikel. Tijdens deze fase kunnen amendementen, oftewel voorstellen tot tekstwijziging, worden ingediend. Na goedkeuring van de artikelen en eventuele amendementen, volgt er een stemming over het voorstel in zijn geheel [29](#page=29) [30](#page=30).
#### 4.2.3 Goedkeuring en verwerping
Goedkeuring van een voorstel vereist een meerderheid van stemmen waarbij tevens een meerderheid van de aanwezige leden moet instemmen. Indien dit niet het geval is, of bij staking van stemmen (evenveel ja- als nee-stemmen), wordt het voorstel verworpen [30](#page=30).
### 4.3 Bekrachtiging, afkondiging en bekendmaking
Nadat een wet is goedgekeurd door het parlement, volgt een procedure van bekrachtiging, afkondiging en bekendmaking om de wet rechtsgeldig te maken [31](#page=31).
#### 4.3.1 Bekrachtiging
Bekrachtiging is de schriftelijke verklaring van de Koning, als lid van de uitvoerende macht, waarbij hij de tekst van de wet aanneemt en goedkeurt [31](#page=31).
#### 4.3.2 Afkondiging
Afkondiging is de handeling waarbij de Koning, als hoofd van de uitvoerende macht, verklaart dat de bestaande wet authentiek is en uitvoerbaar [31](#page=31).
#### 4.3.3 Bekendmaking
Bekendmaking houdt in dat de afgekondigde wet ter kennis wordt gebracht van het publiek via het Belgisch Staatsblad (B.S.) [31](#page=31).
> **Tip:** Begrijp de onderscheiding tussen een wetsvoorstel (door parlementslid) en een wetsontwerp (door regering) goed, dit is een belangrijk onderscheid in het wetgevingsproces.
>
> **Tip:** De rol van de commissies is cruciaal voor de gedetailleerde uitwerking en voorbereiding van de plenaire debatten. Dit is waar de meeste technische discussies plaatsvinden.
>
> **Tip:** Let op de meerderheidsregels bij stemmingen in de plenaire vergadering, vooral de eis van een meerderheid van aanwezige leden bij goedkeuring.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Wetgeving sensu lato | Omvat alle algemeen bindende rechtsregels, ongeacht de instelling die ze heeft uitgevaardigd of de vorm waarin ze zijn gegoten. Dit omvat zowel formele als materiële wetten. |
| Materiële wet | Een voorschrift dat algemeen bindende regels bevat, uitgevaardigd door een bevoegde overheid. De inhoud is doorslaggevend, en het kan voorkomen in verschillende vormen zoals wetten, koninklijke besluiten of decreten. |
| Formele wet | Een handeling van het federaal wetgevend parlement (Koning, Kamer en Senaat), ongeacht de inhoud ervan. |
| Internationale verdragen | Overeenkomsten tussen staten die geldigheid verkrijgen binnen het Belgische grondgebied, vaak betrekking hebbend op binnenlandse materies of deelname aan internationale organisaties met bevoegdheden op binnenlands vlak. |
| Verordening (EU) | Een bindende rechtshandeling van de Europese Unie die rechtstreeks toepasselijk is in alle lidstaten, zonder dat verdere omzetting nodig is. |
| Richtlijn (EU) | Een EU-rechtshandeling die een doelstelling vastlegt die alle lidstaten moeten bereiken, maar waarbij de lidstaten zelf de middelen kiezen om dit doel te realiseren via hun nationale wetgeving. |
| Grondwet | Het fundamentele wetboek dat de inrichting van de staatsmachten regelt en de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers waarborgt. Wijzigingen vereisen een specifieke en complexe procedure, waaronder een bijzondere meerderheid in het parlement. |
| Decreet | Een regionale wetgevende akte uitgevaardigd door de regionale parlementen (behalve Brussel), met kracht van wet binnen het betrokken gewest of de gemeenschap. |
| Ordonnantie | Een wetgevende akte uitgevaardigd door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, met kracht van wet binnen het Brussels Gewest. |
| Koninklijk besluit (KB) | Een uitvoerend besluit, uitgevaardigd door de Koning als hoofd van de uitvoerende macht, dat een verdere uitwerking geeft aan federale wetten en ondergeschikt is aan deze wetten. |
| Ministerieel besluit | Een besluit uitgevaardigd door één of meer ministers, dat een verdere uitwerking geeft aan regels uit koninklijke besluiten en hiërarchisch lager staat dan zowel wetten als KB’s. |
| Rechtsspraak (Jurisprudentie) | Het geheel van uitspraken van rechtscolleges, zoals vonnissen van rechtbanken en arresten van hoven. Hoewel rechters geen rekening hoeven te houden met precedenten, kan vaste rechtspraak wel invloed hebben. |
| Analogie (in recht) | De methode waarbij een wettelijke bepaling wordt toegepast op een geval waarvoor ze niet expliciet geschreven was, maar dat er wel sterk op lijkt. |
| Rechtsverfijning (in recht) | Het aanbrengen van een uitzondering op een algemene rechtsregel, waarbij de regel in specifieke omstandigheden niet wordt toegepast. |
| Rechtsleer | Het geheel van standpunten en meningen van rechtsgeleerden over juridische vraagstukken. Het is geen formele rechtsbron maar kan wel invloed hebben op wetgeving en rechtspraak. |
| Gewoonte (in recht) | Een norm die voortvloeit uit langdurig, eenvormig gebruik door de gemeenschap, gepaard gaand met de overtuiging dat het een rechtmatig afdwingbare regel betreft, zonder dat deze in geschreven tekst is vastgelegd. |
| Algemene rechtsbeginselen | Fundamentele normen die het morele en institutionele kader van de maatschappelijke organisatie vormen, niet expliciet in geschreven teksten vervat maar wel juridisch afdwingbaar. Ze dienen om het recht aan te vullen, soepeler toe te passen en samenhang te creëren. |
| Bekrachtiging (van een wet) | De formele goedkeuring van een wetstekst door de Koning, als lid van de wetgevende macht. |
| Afkondiging (van een wet) | De verklaring door de Koning, als hoofd van de uitvoerende macht, dat een wet authentiek is en uitvoerbaar wordt verklaard. |
| Bekendmaking (van een wet) | Het officieel ter kennis brengen van een afgekondigde wet aan het publiek, meestal via publicatie in het Belgisch Staatsblad (B.S.). |