Deel III - Reserve en Beschikbaar Deel H 1 tm H 7.pptx
Summary
# De reserve en het beschikbaar deel
Dit onderwerp behandelt de wettelijke bescherming van bepaalde erfgenamen tegen de vrije testamentaire beschikkingen van de erflater, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de reserve en het beschikbaar deel van een nalatenschap.
### 1.1 Het concept van de reserve
De reserve is een wettelijk vastgesteld deel van het vermogen van een erflater dat voorbehouden is voor bepaalde erfgenamen, de zogenaamde reservataire erfgenamen. De wetgever bepaalt dwingend dat deze erfgenamen een minimale erfrechtelijke aanspraak moeten behouden, waardoor de erfrechtelijke rechten van bepaalde familieleden niet volledig uitgesloten kunnen worden.
### 1.2 Het beschikbaar deel
Het beschikbaar deel is het resterende gedeelte van de nalatenschap waarover de erflater vrij kan beschikken, bijvoorbeeld door middel van een testament of schenkingen.
### 1.3 Wie geniet reservebescherming?
De reservebescherming geldt primair voor:
* **Afstammelingen:** Dit omvat kinderen, zowel biologisch als geadopteerd, inclusief gevallen van plaatsvervulling.
* **De langstlevende echtgenoot (LLE):** Dit is de echtgenoot die op de dag van het overlijden nog gehuwd was met de erflater.
### 1.4 Wie is uitgesloten van reservebescherming?
Volgende categorieën erfgenamen genieten geen reservebescherming en kunnen dus volledig "onteven" worden of hun erfdeel kan beperkt worden:
* Ascendenten (ouders, grootouders, etc.)
* Bevoegde zijverwanten (bv. broers en zussen)
* Niet-bevoegde zijverwanten
* De langstlevende partner (LLP)
### 1.5 Bijzondere bescherming voor behoeftige ascendenten
Hoewel ascendenten geen reserve genieten, hebben zij wel recht op een bijzondere beschermingsmaatregel in de vorm van een onderhoudsvordering ten laste van de nalatenschap, indien zij financieel zwak staan.
Voorwaarden voor deze onderhoudsvordering zijn:
* De erflater laat geen afstammelingen na.
* De ascendent is op het moment van overlijden behoeftig.
* De aanwezigheid van een LLE of LLP is irrelevant.
* Het levensonderhoud kan toegekend worden in de vorm van een kapitaal of een lijfrente.
* De vordering is gemaximeerd tot een kwart van de fictieve nalatenschap (rekenboedel), en dit per ascendent.
* De ascendent hoeft niet noodzakelijk als wettelijke erfgenaam te zijn geroepen.
### 1.6 Voorwaarden voor reservebescherming
Om aanspraak te kunnen maken op de reservebescherming, moet een erfgenaam aan de volgende voorwaarden voldoen:
* **Wettelijk erfgenaam zijn:** De persoon moet tot de erfenis geroepen zijn.
* **De erfenis aanvaarden:** Indien een afstammeling de erfenis verwerpt, geldt plaatsvervulling.
* **Zich beroepen op de reservebescherming:** Dit recht kan niet door de erflater ontnomen worden.
### 1.7 Tijdstip van uitoefening van het recht op de reservebescherming
Het recht op de reserve kan pas worden uitgeoefend na het openvallen van de nalatenschap. Afstammelingen en de LLE kunnen geen actie ondernemen tegen schenkingen die de erflater bij leven doet, tenzij er sprake is van verontrustend schenkingsgedrag, wat kan leiden tot vorderingen tot nietigheid van de schenking of andere beschermingsmaatregelen via de rechter.
### 1.8 Wat de reservebescherming dekt
De reservebescherming is een bescherming tegen schenkingen die om niet-ten kosteloze titel (om niet) worden gedaan. Handelingen onder bezwarende titel, waarbij iets anders in de plaats komt (geld of een ander goed), vallen hierbuiten.
De reservebescherming biedt ook geen bescherming tegen wettelijke lasten die op het erfdeel drukken. De reserve wordt immers berekend op de netto-boedel, na aftrek van de schulden.
### 1.9 De kwantitatieve aard van de reservebescherming
De reservebescherming is louter kwantitatief. Lasten die op een erfdeel wegen (zoals een beding van uitsluiting uit het gemeenschappelijk vermogen, een bewindsclausule, of een gift met doorgeefplicht 'de residuo'), mogen op het erfdeel drukken zolang de netto-waarde van het erfdeel niet onder de minimum-reserve zakt.
Wettelijke lasten op de reserve zijn onder meer het vruchtgebruik (VG) van de LLE op de volledige nalatenschap en het VG van de LLE op de gezinswoning en huisraad.
### 1.10 Omvang van de reserve
* **Reserve van de afstammelingen:** De reserve van de afstammelingen is globaal voor de helft van de rekenboedel. Het aantal kinderen speelt hierbij geen rol.
* **Reserve van de LLE:** De LLE heeft recht op vruchtgebruik.
* **Concrete reserve:** Dit betreft het VG op de gezinswoning en de huisraad. De LLE heeft minstens recht op dit VG, zelfs indien dit meer is dan de helft van de nalatenschap. Indien dit VG kleiner is dan de helft, wordt er bijgepast tot de helft van de nalatenschap is bereikt.
* **Abstracte reserve:** Dit omvat het VG op de helft van de rekenboedel.
### 1.11 De berekening van de rekenboedel
De berekening van de reserve en het beschikbaar deel gebeurt op basis van de "rekenboedel". Dit volgt een stappenplan:
1. **Vastleggen van de waarde van de aanwezige goederen** op de overlijdensdatum.
2. **In mindering brengen van de schulden** van de nalatenschap.
3. **Fictief toevoegen van de waarde van gedane schenkingen.**
4. **Berekenen van de totale netto-waarde van de rekenboedel**, waarna de reserve en het beschikbaar deel berekend kunnen worden.
5. **Aanrekenen van de gedane schenkingen** om te bepalen of de reservataire erfgenaam nog iets moet ontvangen of of er nog iets 'beschikbaar' is.
### 1.12 Aanrekening van schenkingen en legaten
* **Schenkingen:** Gedane schenkingen worden aangerekend op de reserve en/of het beschikbaar deel.
* **Legaten:** Legaten kunnen worden uitgekeerd uit de aanwezige goederen, maar de reserve van de reservataire erfgenamen mag hierdoor niet aangetast worden. Legaten kunnen, net als schenkingen, onderwerp zijn van inkorting.
* Indien een testament een bijzonder legaat voorziet ten gunste van een afstammeling die ook wettelijke erfgenaam is, wordt dit legaat aangerekend op diens kavel, tenzij de legataris vrijgesteld is van inbreng.
* Bij een algemeen legaat of een legaat ten algemene titel ten gunste van een afstammeling die ook wettelijke erfgenaam is, geldt er een vermoeden van vrijstelling van inbreng, waardoor het legaat op het beschikbaar erfdeel wordt aangerekend. Dit is anders indien uitdrukkelijke inbreng is voorzien.
* Legaten die geen voorschot op erfdeel zijn, kunnen slechts uitgekeerd worden voor zover er voldoende beschikbaar deel overblijft. Indien het beschikbaar deel onvoldoende is, worden deze legaten ingekort.
### 1.13 Inkorting als ultieme stap van de reservebescherming
Inkorting is de laatste stap om de reserve te beschermen. Er zijn twee vormen:
1. **Inkorting in waarde:** De begiftigde van een schenking of legaat wordt verplicht om de waarde van de schenking of het legaat (of een deel ervan) uit te betalen aan de reservataire erfgenaam.
2. **Inkorting in natura:** De begiftigde van een legaat moet afzien van het legaat of een gedeelte ervan, waarna het goed of de goederen toekomen aan de reservataire erfgenaam.
Kenmerken van inkorting:
* Vindt plaats na het openvallen van de nalatenschap.
* Is een onderdeel van de vereffening-verdeling.
* Kan in onderling overleg of via een gerechtelijke procedure.
* Moet gevraagd worden door de reservataire erfgenaam.
* Elke reservataire erfgenaam kan individueel beslissen welk standpunt hij inneemt.
#### 1.13.1 Inkorting van legaten
* **Legaten als voorschot op erfdeel:** Aangerekend op de kavel van de legataris, tenzij vrijgesteld van inbreng.
* **Legaten die geen voorschot zijn:** Kunnen slechts uitgekeerd worden voor zover er voldoende beschikbaar deel is; anders inkorting.
* **Wijze van inkorting:** In natura is de algemene regel. Inkorting in waarde is de uitzondering, onder voorwaarden.
#### 1.13.2 Inkorting van schenkingen
* Indien inkorting op legaten onvoldoende is, volgt inkorting op schenkingen.
* Dit gebeurt niet op evenredige wijze, maar start met de meest recente schenking.
* **Wijze van inkorting:** In waarde is de algemene regel. Inkorting in natura is de uitzondering.
### 1.14 Verjaring van de vordering tot inkorting
* **Algemeen:** 30-jarige verjaring.
* Als de inkortingsplichtige zélf erfgenaam is: uiterlijk op de dag van de vereffening-verdeling.
* Als de inkortingsplichtige geen erfgenaam is: 2 jaar na de sluiting van de vereffening-verdeling.
* De begiftigde derde kan standpunt vragen, waarna de reservataire erfgenamen binnen het jaar een standpunt moeten innemen en nog 2 jaar de tijd hebben om de vordering in te stellen.
### 1.15 Verzaking aan de reservebescherming
* **Principe:** Men kan geen afstand doen van een nog niet verkregen recht.
* **Uitzonderingen:**
1. Verzakken aan het recht om inkorting te vragen ná openvallen nalatenschap.
2. Punctueel beding in notariële schenkingsakte (eenzijdige verklaring).
3. Globale erfovereenkomst: tussen ouders en kinderen (en eventuele K.K. en stiefkinderen) die evenwicht creëert en verzaking aan inbreng en inkorting met zich meebrengt. Vereist notariële tussenkomst.
### 1.16 De reserve van de langstlevende echtgenoot (LLE)
De reserve van de LLE kent specifieke regels voor de concrete en abstracte reserve.
#### 1.16.1 Concrete reserve (VG gezinswoning en huisraad)
* **Reservebescherming geldt NIET indien:**
* Gezinswoning toebehoort aan een derde (bv. vennootschap).
* Gezinswoning in VG bij de erflater en dit VG is uitdovend (met uitzondering van de WTOV).
* Schenking van gezinswoning aan een derde voor het huwelijk met LLE, met voorbehoud van VG of woonrecht ten behoeve van de erflater.
* **Reservebescherming geldt WEL indien:**
* Gezinswoning gehuurd werd door de erflater.
* Gezinswoning in onverdeeldheid met LLE of deel van het GV.
* Gezinswoning in onverdeeldheid met derden, en nog steeds als gezinswoning dient.
* Indien de concrete reserve van de LLE wordt aangetast, volgt steeds inkorting in natura.
#### 1.16.2 Abstracte reserve (VG op de helft van de rekenboedel)
* Schenkingen en legaten die de abstracte reserve van de LLE aantasten, worden ingekort voor het VG. Dit resulteert in een inkortingsschuld in geldelijke waarde.
#### 1.16.3 Andere afwijkende regels voor de reserve van de LLE
* **Schenkingen gedaan vóór het huwelijk met de LLE:** De LLE kan geen inkorting vragen voor deze schenkingen, wat de rechten van begiftigden (meestal kinderen uit een eerder huwelijk) beschermt.
* **VG bij wettelijke terugkeer:** Het VG dat de LLE erft bij wettelijke terugkeer, wordt aangerekend op haar reservataire VG.
* **WTOV:** De waarde van het VG bij WTOV wordt niet opgenomen in de rekenboedel, maar de LLE erft dit VG wel en het wordt aangerekend op haar reserve.
* **Schenkingen aan de LLE:** Deze worden aangerekend op het reservataire erfdeel van de LLE.
#### 1.16.4 Ontneming en afstand van de reserve van de LLE
* **Ontneming door onterving bij feitelijke scheiding of echtscheidingseis:**
* Meer dan 6 maanden scheiding op moment van overlijden.
* Verstoorde verhouding (aangetoond via gerechtelijke akte verzoek afzonderlijk verblijf of ingediende echtscheidingsvordering).
* Ontervend testament (tijdstip van opmaak is irrelevant).
* **Erfrechtelijk beding bij EOT:** Echtgenoten kunnen in de regelingse acter overeenkomen over het behoud of de ontneming van het wettelijk erfrecht tot de echtscheiding.
* **Erfrechtelijk beding bij samenloop met stiefkinderen:** Toegelaten indien minstens één partner kinderen heeft uit een vorige relatie. Kan wederkerig zijn. Het recht op bewoning van minstens 6 maanden kan niet ontnomen worden. Deze regeling moet kenbaar gemaakt worden, bv. in huwelijksovereenkomst, en is vatbaar voor herziening.
* **Onderhoudsvordering voor de onterfde echtgenote:**
* Voorwaarde: LLE is behoeftig.
* Vordering in te stellen binnen 1 jaar na overlijden.
* Geldt voor LLE die onterfd is, of die te weinig erft om in levensonderhoud te voorzien.
---
# Wie geniet de reservebescherming en onder welke voorwaarden
De reservebescherming geldt voor specifieke erfgenamen, de reservataire erfgenamen, die beschermd worden tegen de discretionaire bevoegdheid van de erflater om zijn vermogen weg te schenken of te legateren.
### 2.1 Wie geniet de reservebescherming?
De reservataire erfgenamen zijn:
* **Afstammelingen:** Dit omvat kinderen (inclusief geadopteerde kinderen) waarvan de afstamming vaststaat. Plaatsvervulling is mogelijk.
* **Langstlevende echtgenoot (LLE):** Dit is de echtgenoot die op de dag van het overlijden gehuwd was met de erflater.
#### 2.1.1 Uitsluiting van de reservebescherming
Niet alle familieleden genieten reservebescherming. De volgende personen zijn **niet-reservataire erfgenamen** en kunnen door de erflater volledig worden onterfd of hun erfdeel kan worden beperkt:
* Ascendenten (ouders, grootouders, etc.)
* Bevoorrechte zijverwanten (bv. broers en zussen)
* Niet-bevoorrechte zijverwanten (bv. ooms en tantes)
* Langstlevende partner (niet-gehuwd)
#### 2.1.2 Bijzondere bescherming voor behoeftige ascendenten
Hoewel ascendenten geen reservataire erfgenamen zijn, genieten zij een bijzondere beschermingsmaatregel in de vorm van een **onderhoudsvordering ten laste van de nalatenschap**.
**Voorwaarden voor de onderhoudsvordering:**
* De erflater laat geen afstammelingen na.
* De ascendent is op het moment van overlijden behoeftig.
* De aanwezigheid van een LLE of langstlevende partner is irrelevant voor deze vordering.
**Toekening van de onderhoudsvordering:**
* Kan gebeuren via een kapitaal of een lijfrente.
* Het maximumbedrag is een kwart van de netto rekenboedel, per ascendent.
* De ascendent hoeft niet noodzakelijk wettelijk erfgenaam te zijn; de erflater kan testamentair bepalen dat de LLE of langstlevende partner alles erft.
### 2.2 Onder welke voorwaarden geniet een erfgenaam de reservebescherming?
De reservebescherming is een **eigen recht** dat de reservataire erfgenaam ontleent aan de wet.
* **Tijdstip van uitoefening:** Het recht op de reserve kan pas worden uitgeoefend **na het openvallen van de nalatenschap**.
* **Bescherming tegen schenkingen:** Afstammelingen en de LLE kunnen niets ondernemen tegen schenkingen die de erflater bij leven doet, tenzij het schenkingsgedrag als "verontrustend" wordt beschouwd. In dergelijke gevallen kunnen zij beschermingsmaatregelen aanvragen bij de rechter of de nietigheid van de schenking vorderen.
* **Bescherming tegen handelingen ten kosteloze titel:** De reservebescherming is gericht tegen schenkingen en andere handelingen om niet. Handelingen onder bezwarende titel, waarbij iets anders in de plaats komt (geld of een ander goed), worden niet beschouwd als aantasting van de reserve.
* **Niet tegen lasten van de nalatenschap:** De reservebescherming kan niet worden ingeroepen om bij te dragen in de lasten van de nalatenschap, aangezien de reserve wordt berekend op de nettoboedel na aftrek van schulden.
#### 2.2.1 Het eigen recht op de reserve
Het eigen recht op de reservebescherming wordt door de wet aan de reservataire erfgenaam toegekend. Dit recht kan door de erflater niet worden ontnomen. De reserve moet "berekend" worden. Indien de reserve niet uit de aanwezige goederen van de nalatenschap kan worden toegekend, kan de reservataire erfgenaam "inkorting" vragen.
#### 2.2.2 De reserve is een bescherming tegen weggeven ten kosteloze titel
De reserve is een bescherming die er enkel op gericht is de reservataire erfgenaam te beschermen tegen beschikkingen om niet (schenkingen). Handelingen onder bezwarende titel, waarbij de erflater iets van waarde ontvangt in ruil voor zijn goed, vallen hier buiten. Er komt immers iets anders in de plaats van het overgedragen goed.
#### 2.2.3 De reserve is geen bescherming tegen handelingen onder bezwarende titel
Er komt immers iets anders in de plaats, t.w. geld of een ander goed. Bijvoorbeeld, de verkoop van een appartement aan de kust met de opbrengst waarvan kunstwerken worden aangekocht, valt buiten de reservebescherming.
#### 2.2.4 De reservebescherming kan niet worden ingeroepen om niet te moeten bijdragen in de lasten van de nalatenschap
De reserve wordt immers berekend op de nettoboedel, na aftrek van de schulden. Dit betekent dat de reservataire erfgenaam eerst moet meewerken aan de voldoening van de schulden van de nalatenschap voordat zijn reserve in natura of in waarde kan worden bepaald.
#### 2.2.5 Wettelijke lasten op de reserve
Bepaalde wettelijke lasten kunnen op de reserve wegen, zolang de netto-waarde van het erfdeel niet onder de minimumreserve zakt. Voorbeelden hiervan zijn:
* Het vruchtgebruik (VG) van de LLE op de gehele nalatenschap.
* Het vruchtgebruik (VG) van de LLE op de gezinswoning en huisraad.
Deze lasten worden gekwantificeerd om te bepalen of de netto-waarde van het erfdeel van de reservataire erfgenaam de reserve overschrijdt.
### 2.3 De omvang van de reserve
De omvang van de reserve is afhankelijk van de samenstelling van de nalatenschap en de aanwezigheid van andere erfgenamen.
#### 2.3.1 Reserve van de afstammelingen
De reserve van de afstammelingen is een **globale reserve van de helft van de rekenboedel**. Het aantal kinderen speelt hierbij geen rol.
* In geval van samenloop met de LLE is de reserve in de nalatenschap geen absolute regel.
* Een kind dat een schenking verkrijgt als voorschot op erfdeel, behoudt dit voorschot.
#### 2.3.2 Reserve van de langstlevende echtgenoot (LLE)
De reserve van de LLE bestaat uit twee delen:
* **Vruchtgebruik (VG) op de gezinswoning en huisraad:** Dit is de concrete reserve. De LLE heeft hierop minstens recht, zelfs als dit groter is dan de helft van de nalatenschap. Indien dit VG kleiner is dan de helft, wordt het aangevuld tot de helft van de nalatenschap.
* **Abstracte reserve:** Dit betreft het vruchtgebruik op de helft van de rekenboedel.
Deze concrete en abstracte reserve gelden ongeacht het huwelijksstelsel.
#### 2.3.3 De rekenboedel
De reserve en het beschikbaar deel worden berekend op basis van de "rekenboedel". Dit proces omvat de volgende stappen:
1. **Vastleggen van de waarde van de aanwezige goederen** op de overlijdensdatum.
2. **In mindering brengen van de schulden** van de nalatenschap.
3. **Fictief toevoegen van de waarde van gedane schenkingen** (deze worden meegeteld voor de berekening van de omvang van de reserve en het beschikbaar deel).
4. Berekenen van de **totale netto-waarde van de rekenboedel**.
5. **Aanrekenen van de gedane schenkingen** op de reserve en het beschikbaar deel om te bepalen wat de reservataire erfgenaam nog dient te ontvangen of wat er nog beschikbaar is.
#### 2.3.4 Aanrekening van de schenkingen en legaten
* **Schenkingen:** Gedane schenkingen worden aangerekend op de reserve van de reservataire erfgenaam en op het beschikbaar deel van de niet-reservataire erfgenamen.
* **Legaten:** Legaten kunnen worden uitgekeerd uit de aanwezige goederen, maar de reserve van de reservataire erfgenamen mag hierdoor niet worden aangetast. Legaten kunnen, net als schenkingen, voorwerp zijn van inkorting indien ze de reserve aantasten.
* Indien een testamentair bepaald legaat aan een afstammeling wordt toegekend, wordt dit legaat aangerekend op diens kavel (erfdeel), tenzij de legataris vrijgesteld is van inbreng.
* Een algemeen legaat of een legaat ten algemene titel aan een afstammeling wordt vermoed vrijgesteld te zijn van inbreng, en wordt dus op het beschikbaar deel aangerekend. Indien uitdrukkelijke inbreng is voorzien, wordt het wel op de kavel aangerekend.
* Legaten die geen voorschot op het erfdeel zijn, kunnen slechts worden uitgekeerd voor zover er nog voldoende beschikbaar deel overblijft. Indien het beschikbaar deel onvoldoende is, worden deze legaten ingekort.
### 2.4 Hoe wordt de reservataire erfgenaam beschermd?
De bescherming van de reservataire erfgenaam gebeurt hoofdzakelijk via **inkorting**.
#### 2.4.1 Inkorting als ultieme stap van de reservebescherming
Inkorting is de manier waarop de reservataire erfgenaam zijn wettelijk voorbehouden deel (de reserve) kan verkrijgen wanneer dit door schenkingen of legaten is aangetast. Er zijn twee vormen van inkorting:
1. **Inkorting in waarde:** De begiftigde van een schenking of legaat is verplicht de waarde van de schenking of het legaat, of een deel ervan, uit te betalen aan de reservataire erfgenaam.
2. **Inkorting in natura:** De begiftigde van een legaat wordt verplicht af te zien van het legaat, of een gedeelte ervan. De goederen komen dan toe aan de reservataire erfgenaam.
**Kenmerken van inkorting:**
* Vindt plaats na het openvallen van de nalatenschap.
* Is onderdeel van de vereffening-verdeling.
* Kan in onderling overleg gebeuren.
* Kan een gerechtelijke procedure uitmaken bij onenigheid.
* Moet gevraagd worden door de reservataire erfgenaam.
* Elke reservataire erfgenaam kan individueel beslissen of hij inkorting vraagt.
#### 2.4.2 Inkorting van legaten
* **Legaten als voorschot op erfdeel:** Indien de testator een legaat voorziet ten gunste van een afstammeling, wordt dit legaat aangerekend op diens kavel, tenzij vrijgesteld van inbreng.
* **Legaten die geen voorschot zijn:** Deze worden ingekort indien het beschikbaar deel onvoldoende is om ze volledig uit te keren.
* **Wijze van inkorting:** In principe gebeurt inkorting van legaten in natura, tenzij de erflater uitdrukkelijk anders bepaalt of de legataris wettelijk erfgenaam is. De legataris kan een gedeeltelijke inkorting in natura aanbieden.
#### 2.4.3 Inkorting van schenkingen
Indien de inkorting van legaten niet volstaat, volgt inkorting van schenkingen. Dit gebeurt niet op evenredige wijze, maar **beginnend met de meest recente schenking**.
* **Wijze van inkorting:** In principe gebeurt inkorting van schenkingen in waarde. Een aanbod tot inkorting in natura is mogelijk, wat de reservataire erfgenaam niet kan weigeren.
#### 2.4.4 Verjaring van de vordering tot inkorting
* Algemeen geldt de **30-jarige verjaring**.
* Indien de inkortingsplichtige zelf erfgenaam is, moeten de reservataire erfgenamen de inkorting vorderen ten laatste op de dag van de vereffening-verdeling.
* Indien de inkortingsplichtige geen erfgenaam is, verjaart de vordering tot inkorting **2 jaar na de sluiting van de vereffening-verdeling**.
* De begiftigde derde kan echter een standpunt vragen aan de reservataire erfgenamen, die binnen het jaar na ingebrekestelling moeten reageren, waarna nog 2 jaar de tijd is om de vordering in te stellen.
### 2.5 Verzaking aan de reservebescherming
In principe kan men geen afstand doen van een nog niet verkregen recht. Echter, er zijn uitzonderingen:
* **Verklaring na openvallen erfenis:** Een reservataire erfgenaam kan afstand doen van zijn recht om inkorting te vragen na het openvallen van de nalatenschap.
* **Punctueel beding in schenkingsakte:** Een eenzijdige verklaring van de reservataire erfgenamen in een notariële schenkingsakte.
* **Globale erfovereenkomst:** Een overeenkomst tussen ouders en kinderen (en eventueel andere betrokkenen) met betrekking tot schenkingen, waarbij er een verklaring van "evenwicht" wordt vastgelegd en er afstand wordt gedaan van inbreng en inkorting. Vereist notariële tussenkomst.
### 2.6 De reserve van de langstlevende echtgenoot (LLE)
De reserve van de LLE kan zowel in vruchtgebruik als in volle eigendom worden toegekend, afhankelijk van de omstandigheden.
#### 2.6.1 De concrete reserve
Dit betreft het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad. Deze reserve geniet bescherming, tenzij:
* De gezinswoning toebehoort aan een derde (bv. een vennootschap).
* De gezinswoning in vruchtgebruik is bij de erflater en dit vruchtgebruik uitdooft bij overlijden (uitzondering: Wet Toepassing Huwelijksstelsel en Wettelijke Erfrecht).
* De gezinswoning werd geschonken aan een derde vóór het huwelijk met de LLE, met voorbehoud van vruchtgebruik of woonrecht voor de erflater.
Er is wel reservebescherming indien:
* De gezinswoning werd gehuurd door de erflater.
* De gezinswoning in onverdeeldheid is met de LLE, of deel uitmaakt van het gemeenschappelijk vermogen.
* De gezinswoning in onverdeeldheid is met derden en nog steeds als gezinswoning dient.
Indien de concrete reserve van de LLE wordt aangetast, volgt steeds inkorting in natura.
#### 2.6.2 De abstracte reserve
Dit omvat het vruchtgebruik op de helft van de rekenboedel. Schenkingen en legaten die de abstracte reserve van de LLE aantasten, worden ingekort voor het vruchtgebruik. Dit gaat om een inkortingsschuld in geldelijke waarde.
#### 2.6.3 Afwijkende regels voor de reserve van de LLE
* **Schenkingen gedaan vóór het huwelijk:** De LLE kan geen inkorting vragen voor schenkingen die de erflater vóór het huwelijk met haar deed. De rechten van de begiftigden (meestal kinderen uit een eerder relatie) worden beschermd.
* **Vruchtgebruik bij wettelijke terugkeer:** Het VG dat de LLE erft in het kader van wettelijke terugkeer, wordt aangerekend op haar reservataire VG.
* **Wet Toepassing Huwelijksstelsel en Wettelijke Erfrecht (WTOV):** De waarde van het VG onder de WTOV wordt niet opgenomen in de rekenboedel, maar de LLE erft dit VG wel. Het wordt dus aangerekend op haar reserve.
* **Schenkingen aan de LLE:** Deze moeten worden aangerekend op het reservataire erfdeel van de LLE.
#### 2.6.4 Ontneming en afstand van de reserve van de LLE
De reserve van de LLE kan onder bepaalde omstandigheden worden ontnomen:
* **Ontneming door onterving bij feitelijke scheiding of echtscheidingsprocedure:**
* Echtgenoten woonden op het moment van overlijden meer dan 6 maanden gescheiden.
* De verstandhouding was verstoord, aangetoond door een gerechtelijke akte tot afzonderlijk verblijf of een ingediende echtscheidingsvordering.
* Er is een ontervend testament (het tijdstip van opmaak is irrelevant).
* **Erfrechtelijk beding bij EOT (Echtscheiding door onderlinge toestemming):** Echtgenoten kunnen in de regelingse maken afspraken over het behoud of de ontneming van het wettelijk erfrecht, deels of volledig, voor de concrete of abstracte reserve, tot aan de uitspraak van het vonnis of arrest.
* **Erfrechtelijk beding bij samenloop met stiefkinderen:** Dit is toegelaten indien minstens één partner kinderen heeft uit een vorig huwelijk. Het kan de erfrechten van voorkinderen of van de echtgenoot met voorkinderen beschermen. Het recht op bewoning van minstens 6 maanden kan niet worden ontnomen. Deze regeling moet kenbaar gemaakt worden in de huwelijksovereenkomst of een notariële akte en is vatbaar voor herziening.
* **Onderhoudsvordering voor de onterfde echtgenote:** Indien de LLE behoeftig is en onterfd is, of te weinig erft voor levensonderhoud, kan zij binnen 1 jaar na overlijden een onderhoudsvordering instellen.
---
# Hoe wordt de reservebescherming uitgeoefend en de berekening van de reserve
Dit onderdeel beschrijft de methoden waarmee de reservataire erfgenaam zijn of haar recht kan uitoefenen, inclusief de berekening van de rekenboedel en de aanrekening van schenkingen.
### 3.1 Algemene principes van de reservebescherming
De reserve is een wettelijk bepaald deel van het vermogen dat vererfd wordt ten gunste van specifieke personen, de reservataire erfgenamen (afstammelingen en de langstlevende echtgenoot). De wetgever bepaalt deze minimale erfrechtelijke aanspraken op dwingende wijze, waardoor de erfrechtelijke aanspraken van bepaalde familieleden niet volledig uitgeschakeld kunnen worden. Het resterende deel van het vermogen is het 'beschikbaar deel', waarover de erflater vrij kan beschikken.
#### 3.1.1 Wie geniet de reservebescherming?
De bescherming van de reserve geldt voor:
* **Afstammelingen**: Dit omvat kinderen, inclusief geadopteerde kinderen, en personen die optreden via plaatsvervulling.
* **Langstlevende echtgenoot (LLE)**: De echtgenoot die op de dag van het overlijden gehuwd was met de overledene.
Niet-reservataire erfgenamen, zoals ascendenten, bevoorrechte en niet-bevoorrechte zijverwanten, en de langstlevende partner (LLP), kunnen door de erflater onterfd worden en hun erfdeel kan beperkt worden.
#### 3.1.2 Uitzonderingen en bijzondere regelingen
* **Onderhoudsvordering voor ascendenten**: Indien de overledene geen erfgenamen van de eerste orde achterlaat, kunnen behoeftige ascendenten een onderhoudsvordering instellen ten laste van de nalatenschap. Deze vordering is beperkt tot een maximum van een kwart van de fictieve nalatenschap ($ \frac{1}{4} $ van de FM, rekenboedel) per ascendent en kan toegekend worden in de vorm van een kapitaal of een lijfrente.
* **Wettelijke erfgenaam en aanvaarding**: Om van de reservebescherming te kunnen genieten, moet men wettelijk erfgenaam zijn, tot de nalatenschap geroepen zijn en deze aanvaarden. Indien een afstammeling de erfenis verwerpt, kan plaatsvervulling optreden.
* **Niet-absoluut karakter**: De reservebescherming is niet absoluut. Onder bepaalde omstandigheden kan deze gedeeltelijk of zelfs volledig worden weggenomen.
#### 3.1.3 Tegen wat is de reservataire erfgenaam beschermd?
De reservebescherming is in de eerste plaats **kwantitatief**. Dit betekent dat zij beschermt tegen beschikkingen die de waarde van het erfdeel van de reservataire erfgenaam verminderen. Lasten op het erfdeel, zoals een beding van uitsluiting uit het gemeenschappelijk vermogen, een bewindsclausule, een gift met doorgeefplicht 'de residuo', of wettelijke lasten zoals het vruchtgebruik van de LLE op de hele nalatenschap of het vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad door de langstlevende partner (LLP), mogen het netto-erfdeel niet onder de minimumreserve laten zakken.
De reservebescherming is **geen bescherming tegen handelingen onder bezwarende titel**, aangezien er bij dergelijke handelingen iets anders in de plaats komt (geld of een ander goed). Ze kan ook niet worden ingeroepen om niet te moeten bijdragen in de lasten van de nalatenschap, aangezien de reserve berekend wordt op de nettoboedel, na aftrek van de schulden.
#### 3.1.4 Uitoefening van het recht op de reservebescherming
Het recht op de reservebescherming wordt uitgeoefend **na het openvallen van de nalatenschap**. De reservataire erfgenaam haalt zijn recht rechtstreeks uit de wet. Indien zijn reserve niet volledig kan worden toegekend uit de aanwezige goederen, kan hij 'inkorting' vragen.
Indien het schenkingsgedrag van de erflater verontrustend is, kunnen beschermingsmaatregelen aan de rechter gevraagd worden of kan de nietigheid van de schenking gevorderd worden.
### 3.2 Berekening van de rekenboedel
De reserve en het beschikbaar deel worden berekend als een breukdeel van de zogenaamde 'rekenboedel'. Dit proces verloopt in verschillende stappen:
1. **Vastleggen van de waarde van de aanwezige goederen**: De waarde van de goederen die zich op het moment van overlijden in de nalatenschap bevinden, wordt bepaald.
2. **Aftrek van de schulden**: De schulden van de nalatenschap worden van de waarde van de aanwezige goederen afgetrokken.
3. **Fictieve toevoeging van schenkingen**: De waarde van schenkingen die de erflater tijdens zijn leven heeft gedaan, wordt fictief bij de nalatenschap opgeteld.
4. **Berekening van de rekenboedel**: De netto-waarde verkregen na stap 2, vermeerderd met de waarde van de schenkingen (stap 3), vormt de totale netto-waarde van de rekenboedel.
5. **Berekening van de reserve en het beschikbaar deel**: Op basis van de rekenboedel worden de fracties voor de reserve en het beschikbaar deel bepaald.
6. **Aanrekening van de gedane schenkingen**: De gedane schenkingen worden aangerekend op het erfdeel van de reservataire erfgenaam om te bepalen of deze nog iets moet ontvangen of of er nog iets 'beschikbaar' is.
#### 3.2.1 Omvang van de reserve
* **Reserve van afstammelingen**: De totale reserve van de afstammelingen bedraagt de helft ($ \frac{1}{2} $) van de rekenboedel. Het aantal kinderen speelt hierbij geen rol. Wanneer er sprake is van samenloop met de langstlevende echtgenoot, is de reserve in volle eigendom geen absolute regel. Een kind dat reeds een schenking in volle eigendom heeft ontvangen als voorschot op zijn erfdeel, behoudt deze volle eigendom.
* **Reserve van de langstlevende echtgenoot (LLE)**:
* **Concrete reserve**: Dit betreft het vruchtgebruik (VG) op de gezinswoning en de huisraad. De LLE heeft minstens recht op dit VG, zelfs indien de waarde ervan groter is dan de helft van de nalatenschap. Indien de waarde kleiner is dan de helft van de nalatenschap, wordt er bijgepast tot de helft van het VG bereikt wordt.
* **Abstracte reserve**: Dit omvat het vruchtgebruik op de helft ($ \frac{1}{2} $) van de rekenboedel.
### 3.3 Aanrekening van schenkingen en legaten
#### 3.3.1 Aanrekening van schenkingen
Schenkingen die de LLE aantasten, moeten aangerekend worden op haar reservataire erfdeel. Schenkingen die door de erflater gedaan werden vóór het huwelijk met de LLE, kunnen door de LLE geen inkorting voor vragen. Hierdoor worden de rechten van begiftigden, meestal kinderen uit een eerder relatie, beschermd.
#### 3.3.2 Aanrekening van legaten
Legaten (bepalingen in een testament die een specifiek goed toekennen) kunnen, indien nog niet uitgekeerd op de overlijdensdatum, worden uitgekeerd uit de aanwezige goederen. Echter, de reserve van de reservataire erfgenamen mag hierdoor niet worden aangetast. Legaten kunnen daarom ook voorwerp uitmaken van inkorting.
* **Legaten als voorschot op erfdeel**: Indien een testament een bijzonder legaat toekent aan een afstammeling die ook wettelijk erfgenaam is, wordt dit legaat aangerekend op diens kavel. De legataris wordt vrijgesteld van inbreng indien de erflater dit uitdrukkelijk voorziet, waardoor hij iets extra erft.
* **Algemeen legaat of legaat ten algemene titel**: Indien een afstammeling die wettelijk erfgenaam is, een algemeen legaat of een legaat ten algemene titel ontvangt, bestaat er een vermoeden van vrijstelling van inbreng. Dit betekent dat het niet op de kavel wordt aangerekend, maar wel op het beschikbaar erfdeel. Indien er uitdrukkelijk inbreng is voorzien, wordt het wel op de kavel aangerekend.
* **Legaten die geen voorschot zijn**: Deze legaten kunnen enkel worden uitgekeerd voor zover er nog voldoende beschikbaar deel overblijft. Indien het beschikbaar deel onvoldoende is, worden deze legaten ingekort. Dit geldt voor alle drie de soorten legaten.
### 3.4 Inkorting als ultieme stap van de reservebescherming
Inkorting is de ultieme maatregel om de reservebescherming te waarborgen wanneer de aanwezige goederen van de nalatenschap onvoldoende zijn om de reserve te voldoen na aftrek van legaten. Inkorting moet worden gevraagd en kan enkel door de reservataire erfgenaam zelf worden ingesteld. Elke reservataire erfgenaam kan individueel beslissen welk standpunt hij inneemt, zonder dat dit een gezamenlijk standpunt vereist.
#### 3.4.1 Vormen van inkorting
* **Inkorting in waarde**: De begiftigde van een schenking of legaat wordt verplicht om de (gedeeltelijke) waarde van de schenking of het legaat uit te betalen aan de reservataire erfgenaam. Dit is de algemene regel voor schenkingen en de uitzondering voor legaten (tenzij de erflater uitdrukkelijk een inkorting in natura toekent).
* **Inkorting in natura**: De begiftigde van een legaat wordt verplicht om af te zien van het legaat of een gedeelte ervan, waarna het goed of de goederen toekomen aan de reservataire erfgenaam. Dit is de algemene regel voor legaten, tenzij de erflater uitdrukkelijk inkorting in waarde toekent. Een aanbod in natura is mogelijk, waaraan de reservataire erfgenamen zich niet kunnen onttrekken.
#### 3.4.2 Inkorting van legaten
* **Algemene regel**: Inkorting van legaten gebeurt in principe in natura.
* **Uitzondering**: Inkorting in waarde is mogelijk indien de erflater het legaat uitdrukkelijk in natura toekent aan een legataris die ook wettelijk erfgenaam is. De legataris mag echter een gedeeltelijke inkorting in natura aanbieden, wat de reservataire erfgenamen niet kunnen weigeren.
#### 3.4.3 Inkorting van schenkingen
* **Algemene regel**: Inkorting van schenkingen gebeurt in principe in waarde.
* **Volgorde**: Indien de evenredige inkorting op legaten niet volstaat, volgt de inkorting op schenkingen. Dit gebeurt **niet op evenredige wijze**, maar start met de meest recente schenking en werkt zo terug naar de oudste schenking indien nodig. Dit is dwingend en kan door de erflater niet worden afgeweken.
* **Aanbod in natura**: Een aanbod tot inkorting in natura is mogelijk, waarbij het aanbod aan de reservataire erfgenaam kan worden gedaan. De reservataire erfgenaam kan dit aanbod niet weigeren.
#### 3.4.4 Verjaring van de vordering tot inkorting
De verjaringstermijn bedraagt algemeen 30 jaar.
* Indien de inkortingsplichtige zelf erfgenaam is, moeten de reservataire erfgenamen de inkorting uiterlijk op de dag van de vereffening-verdeling vorderen.
* Indien de inkortingsplichtige geen erfgenaam is, verjaart de inkortingsvordering twee jaar na de sluiting van de vereffening-verdeling. De begiftigde derde kan echter een standpunt vragen aan de reservataire erfgenamen, die binnen één jaar na ingebrekestelling standpunt moeten innemen en daarna nog twee jaar de tijd hebben om de vordering in te stellen.
### 3.5 Verzaking aan de reservebescherming
Hoofdregel is dat men geen afstand kan doen van een nog niet verkregen recht en geen overeenkomst kan sluiten met betrekking tot een niet opengevallen erfenis. Er zijn echter uitzonderingen:
1. **Verzakingsbeding na openvallen nalatenschap**: Men kan afstand doen van het recht om inkorting te vragen nadat de nalatenschap is opengevallen.
2. **Punctueel beding**: Een eenzijdige verklaring van de reservataire erfgenaam die wordt opgenomen in de notariële schenkingsakte, waarbij afstand wordt gedaan van bepaalde rechten.
3. **Globale erfovereenkomst**: Een overeenkomst tussen ouders en kinderen (en eventueel klein- en stiefkinderen) betreffende schenkingen. Deze overeenkomst bevestigt dat er 'evenwicht' is, wat impliceert dat er afstand wordt gedaan van inbreng en inkorting. Deze overeenkomst vereist een notariële tussenkomst.
### 3.6 De reserve van de langstlevende echtgenoot (LLE)
De reserve van de LLE kent specifieke regels, zowel voor de concrete als de abstracte reserve.
#### 3.6.1 De concrete reserve (vruchtgebruik op gezinswoning en huisraad)
De LLE geniet reservebescherming voor het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad. Er is **geen** reservebescherming voor dit VG indien:
* De gezinswoning van een derde is (bv. een vennootschap).
* De gezinswoning in VG is bij de erflater en dit betreft een uitdovend VG (uitzondering: Wettelijke Toebedeling Onverdeeld Vermogen - WTOV).
* De gezinswoning werd geschonken aan een derde met voorbehoud van VG of woonrecht voor de erflater, en dit gebeurde vóór het huwelijk met de LLE.
Er is **wel** reservebescherming indien:
* De gezinswoning door de erflater werd gehuurd.
* De gezinswoning de erflater in onverdeeldheid had met de LLE of deel uitmaakt van het gemeenschappelijk vermogen.
* De gezinswoning in onverdeeldheid met derden werd gehouden en nog steeds als gezinswoning diende.
Indien de concrete reserve van de LLE wordt aangetast, vindt er steeds een inkorting in natura plaats.
#### 3.6.2 De abstracte reserve (vruchtgebruik op de helft van de rekenboedel)
De abstracte reserve omvat het vruchtgebruik op de helft van de rekenboedel. Schenkingen die de abstracte reserve van de LLE aantasten, worden ingekort voor het VG. Dit geldt eveneens voor legaten die de abstracte reserve aantasten. In beide gevallen gaat het om een inkortingsschuld in een geldelijke waarde.
#### 3.6.3 Andere afwijkende regels voor de reserve van de LLE
* **Schenkingen gedaan vóór het huwelijk**: De LLE kan geen inkorting vragen voor schenkingen gedaan vóór haar huwelijk met de erflater.
* **Vruchtgebruik bij wettelijke terugkeer**: Het VG dat de LLE erft bij wettelijke terugkeer, moet aangerekend worden op haar reservataire VG.
* **WTOV**: De waarde van het VG in het kader van WTOV wordt niet opgenomen in de rekenboedel, maar de LLE erft dit VG wel. Het wordt dus aangerekend op de reserve.
* **Schenkingen aan de LLE**: Schenkingen aan de LLE moeten aangerekend worden op haar reservataire erfdeel.
#### 3.6.4 Ontneming en afstand van de reserve van de LLE
De reserve van de LLE kan onder bepaalde omstandigheden worden ontnomen of kan men afstand doen van de reserve.
* **Onterving bij feitelijke scheiding of echtscheidingseis**: De erflater kan zijn echtgenote onterven indien:
* De echtgenoten op het moment van overlijden al meer dan zes maanden gescheiden woonden.
* De verstandhouding verstoord was, aangetoond door een gerechtelijke akte met verzoek tot afzonderlijk verblijf of een ingediende eis tot echtscheiding.
* Er een ontervend testament bestaat, ongeacht het tijdstip van opmaak.
* **Erfrechtelijk beding bij EOT (Echtscheidingsovereenkomst)**: In de regelingseis bij een echtscheiding kunnen echtgenoten overeenkomen over het wettelijk erfrecht, onder andere om het volledig te ontnemen.
* **Erfrechtelijk beding bij samenloop met stiefkinderen**: Toegestaan indien minstens één partner kinderen heeft uit een vorig huwelijk. Deze regeling kan in beide richtingen gelden en beschermt de erfrechten van voorkinderen en/of de echtgenoot met voorkinderen. Een recht op bewoning van minstens zes maanden kan niet aan de LLE worden ontnomen. Deze regeling is vatbaar voor herziening.
* **Onderhoudsvordering voor de onterfde echtgenote**: Een behoeftige LLE die onterfd is, of niet onterfd is maar te weinig erft voor levensonderhoud, kan een onderhoudsvordering instellen binnen één jaar na het overlijden.
---
# De reserve van de langstlevende echtgenoot
Dit hoofdstuk behandelt de specifieke reserverechten van de langstlevende echtgenoot (LLE) en de omstandigheden waaronder deze rechten kunnen worden aangetast of ontnomen.
### 7.1 De reserve in vruchtgebruik
De reserve van de LLE wordt principieel in vruchtgebruik toegekend. Dit houdt in dat de LLE het recht heeft op het vruchtgebruik van bepaalde goederen uit de nalatenschap. De omvang en de aard van dit vruchtgebruik hangen af van de specifieke situatie en de samenloop met andere erfgenamen.
### 7.2 De concrete reserve
De concrete reserve van de LLE omvat het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad. Deze concrete reserve geniet een specifieke bescherming.
#### 7.2.1 Situaties waarin de concrete reserve niet geniet van bescherming
De concrete reserve van de LLE geniet geen bescherming in de volgende gevallen:
* De gezinswoning behoort toe aan een derde, bijvoorbeeld een vennootschap.
* De gezinswoning is in vruchtgebruik bij de erflater (de overleden echtgenoot) en dit vruchtgebruik is een uitdovend vruchtgebruik (uitzondering hierop is het vruchtgebruik onder een overeenkomst tot regeling van het huwelijksvermogen, WTOV).
* De gezinswoning werd geschonken aan een derde vóór het huwelijk met de LLE, met voorbehoud van vruchtgebruik of een woonrecht ten behoeve van de erflater.
#### 7.2.2 Situaties waarin de concrete reserve wel geniet van bescherming
Er is wel sprake van reservebescherming voor de concrete reserve in de volgende gevallen:
* De gezinswoning werd gehuurd door de erflater.
* De gezinswoning is onverdeeld tussen de erflater en de LLE, of maakt deel uit van het gemeenschappelijk vermogen.
* De gezinswoning is onverdeeld tussen de erflater en derden, en strekt nog steeds tot gezinswoning.
#### 7.2.3 Gevolgen bij aantasting van de concrete reserve
Indien de LLE wordt aangetast in haar concrete reserve, leidt dit steeds tot een inkorting in natura. Dit betekent dat de begunstigde van de aantasting verplicht wordt om het goed (of een deel ervan) in natura af te staan aan de LLE.
### 7.3 De abstracte reserve
De abstracte reserve van de LLE omvat het vruchtgebruik op de helft van de netto-rekenboedel. Dit houdt in dat de LLE recht heeft op het vruchtgebruik van een waarde die overeenkomt met de helft van wat overblijft na aftrek van de schulden en toevoeging van de fictieve giften.
#### 7.3.1 Inkorting van schenkingen en legaten ter invulling van de abstracte reserve
Schenkingen die de abstracte reserve van de LLE aantasten, worden ingekort voor het vruchtgebruik. Evenzo worden legaten die de abstracte reserve aantasten, ingekort voor het vruchtgebruik. In beide gevallen betreft het een inkortingsschuld in een geldelijke waarde die de LLE toekomt in vruchtgebruik.
### 7.4 Andere afwijkende regels voor de reserve van de langstlevende echtgenoot
Er zijn specifieke regels die afwijken van de algemene principes betreffende de reserve van de LLE.
#### 7.4.1 Goederen geschonken vóór het huwelijk
De LLE kan geen inkorting vragen voor schenkingen die door de erflater vóór het huwelijk met haar werden gedaan. De rechten van de begiftigden (meestal kinderen uit een eerdere relatie) worden in deze gevallen beschermd.
#### 7.4.2 Vruchtgebruik bij wettelijke terugkeer
Het vruchtgebruik dat de LLE erft in het geval van een wettelijke terugkeer (een clausule waarbij goederen bij overlijden van een begunstigde terugkeren naar de oorspronkelijke schenker of diens erfgenamen) moet worden aangerekend op haar reservataire vruchtgebruik.
#### 7.4.3 Vruchtgebruik onder een WTOV
De waarde van het vruchtgebruik dat de LLE verkrijgt onder een overeenkomst tot regeling van het huwelijksvermogen (WTOV) wordt niet opgenomen in de rekenboedel en bepaalt dus niet de omvang van de reserve. Echter, de LLE erft dit vruchtgebruik wel degelijk en het wordt daarom aangerekend op haar reserve.
#### 7.4.4 Schenkingen aan de langstlevende echtgenoot
Schenkingen die de erflater aan de LLE heeft gedaan, moeten worden aangerekend op haar reservataire erfdeel.
### 7.5 Ontneming en afstand van de reserve van de langstlevende echtgenoot
De reserve van de LLE kan onder bepaalde omstandigheden worden ontnomen of kan afstand worden gedaan van de reserve.
#### 7.5.1 Ontneming van de reserve door onterving bij feitelijke scheiding of echtscheidingsvordering
De erflater kan zijn echtgenote onterven, en daarmee haar reserve ontnemen, in de volgende drie objectief vaststelbare omstandigheden:
* De echtgenoten wonen op het moment van overlijden al meer dan zes maanden feitelijk gescheiden.
* Er is sprake van een verstoring van de verstandhouding, aangetoond door een gerechtelijke akte met een verzoek tot afzonderlijk verblijf of een ingediende eis tot echtscheiding.
* Er is een testament waarin de LLE wordt onterfd (het tijdstip van opmaak van dit testament speelt geen rol).
#### 7.5.2 Erfrechtelijk beding bij echtscheidingsovereenkomst (EOT)
Echtgenoten kunnen in de regelingakte bij een echtscheiding het volgende overeenkomen:
* Het wettelijk erfrecht blijft behouden tot de uitspraak van de echtscheidingsvonnis of arrest.
* Het wettelijk erfrecht blijft gedeeltelijk behouden tot de uitspraak van de echtscheidingsvonnis of arrest.
* Het wettelijk erfrecht blijft voor de ene echtgenoot wel en voor de andere niet behouden.
* Het wettelijk erfrecht blijft behouden voor de abstracte reserve of voor de concrete reserve van de LLE.
* Het wettelijk erfrecht wordt volledig ontnomen, al dan niet wederkerig.
#### 7.5.3 Erfrechtelijk beding in geval van samenloop met stiefkinderen
Erfrechtelijke bedingen in geval van samenloop met stiefkinderen zijn toegelaten indien minstens één van de partners kinderen heeft uit een voorgaande relatie. Deze regelingen kunnen gericht zijn op de bescherming van de erfrechten van de kinderen uit een vorig huwelijk, maar ook op de bescherming van de erfrechten van de echtgenoot die voorkinderen heeft.
* **Recht op bewoning:** Het recht op bewoning voor minimaal zes maanden kan aan de LLE niet worden ontnomen.
* **Kenbaar maken van de regeling:** Deze regeling wordt kenbaar gemaakt door ze op te nemen in de huwelijksovereenkomst, voor of tijdens het huwelijk. Wederkerigheid is niet vereist, en onterving is evenmin een vereiste. De regeling hoeft niet globaal te zijn en kan beperkt worden tot een deel van de nalatenschap. Deze regeling is vatbaar voor herziening.
#### 7.5.4 Onderhoudsvordering voor de onterfde echtgenote
Een LLE die onterfd is, of een LLE die niet onterfd is maar te weinig erft om in haar levensonderhoud te voorzien, kan een onderhoudsvordering instellen mits zij behoeftig is. Deze vordering moet worden ingesteld binnen één jaar na het overlijden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Reserve | Het wettelijk voorbehouden deel van het vermogen dat vererfd moet worden aan bepaalde personen, de zogenaamde reservataire erfgenamen. Dit deel garandeert minimale erfrechtelijke aanspraken en kan niet door de erflater worden ontnomen. |
| Beschikbaar deel | Het gedeelte van de nalatenschap waarover de erflater vrij kan beschikken in zijn testament, bijvoorbeeld door legaten toe te kennen aan niet-reservataire erfgenamen of derden. De omvang hiervan hangt af van de reserve. |
| Reservataire erfgenaam | Een erfgenaam die wettelijk recht heeft op een deel van de nalatenschap, de reserve genaamd. Dit zijn primair de afstammelingen en de langstlevende echtgenoot. Hun erfrechtelijke aanspraken kunnen niet volledig worden uitgesloten. |
| Afstammelingen | Kinderen en hun afstammelingen in rechte lijn (kinderen, kleinkinderen, etc.) waarvan de afstamming juridisch vaststaat. Ook adoptieve kinderen worden hieronder begrepen. Zij zijn, samen met de langstlevende echtgenoot, de voornaamste reservataire erfgenamen. |
| Langstlevende echtgenoot (LLE) | De echtgenoot die nog in leven is op het moment van overlijden van de erflater, mits zij op dat moment nog gehuwd waren. De LLE geniet bijzondere bescherming en heeft recht op een reserve, die zowel in vruchtgebruik als in volle eigendom kan zijn. |
| Onderhoudsvordering | Een specifieke beschermingsmaatregel voor behoeftige ascendenten (ouders, grootouders) die geen recht hebben op de reserve, maar wel financieel zwak staan. Zij kunnen een vordering instellen ten laste van de nalatenschap voor levensonderhoud, onder bepaalde voorwaarden en beperkt tot een deel van de rekenboedel. |
| Rekenboedel | De fictieve massa van goederen die wordt gebruikt om de omvang van de reserve en het beschikbaar deel te berekenen. Deze bestaat uit de netto-waarde van de nalatenschap op het moment van overlijden, aangevuld met de waarde van alle schenkingen die de erflater bij leven heeft gedaan. |
| Inkorting | De juridische procedure waarmee een reservataire erfgenaam zijn of haar reserve kan opeisen wanneer deze door schenkingen of legaten is aangetast. Inkorting kan plaatsvinden in waarde (betaling van geld) of in natura (overdracht van goederen). |
| Vruchtgebruik (VG) | Een zakelijk recht om goederen die aan iemand anders toebehoren te gebruiken en de vruchten daarvan te genieten. In het erfrecht is het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot op de gezinswoning en huisraad een belangrijk onderdeel van haar concrete reserve. |
| Legaat | Een testamentaire beschikking waarbij de erflater een bepaald goed of een bepaald deel van de nalatenschap toewijst aan een begunstigde (de legataris). Legaten kunnen worden ingekort indien ze de reserve van de reservataire erfgenamen aantasten. |
| Schenking | Een akte waarbij iemand, bij leven, een bepaald goed om niet (gratis) overdraagt aan een ander. Schenkingen die gedaan zijn tijdens het leven van de erflater, worden meegerekend in de rekenboedel voor de berekening van de reserve en kunnen onderworpen zijn aan inkorting. |
| Onverdeeldheid | Een situatie waarin een goed toebehoort aan meerdere personen gezamenlijk, zonder dat hun aandelen fysiek zijn gesplitst. Dit kan voorkomen bij de gezinswoning als deze gezamenlijk eigendom is van de erflater en een derde. |
| EOT (Echtscheiding op Onderlinge Toestemming) | Een vorm van echtscheiding waarbij beide echtgenoten akkoord gaan met de ontbinding van het huwelijk en de bijbehorende regelingen. In een EOT-akte kunnen echtgenoten ook afspraken maken over hun onderlinge erfrechtelijke posities. |