Deel 5 - Verbintenissen.pptx
Summary
## Inleiding tot het verbintenissenrecht
### Situering en vindplaats van het verbintenissenrecht
Het verbintenissenrecht is een fundamenteel onderdeel van het privaatrecht. In de Belgische wetgeving wordt het verbintenissenrecht voornamelijk geregeld in het Burgerlijk Wetboek (BW).
**Oud Burgerlijk Wetboek (BW):** [1804](#page=1804).
* Boek III: Wijze van eigendomsverkrijging, Titel III (Contracten of verbintenissen uit overeenkomst in het algemeen, art. 1101 t.e.m. 1369) en Titel IV (Verbintenissen buiten overeenkomst, art. 1370 t.e.m. 1386bis).
* Overige titels behandelen specifieke contracten (bv. Koop, Ruil) of verbintenissen.
**Nieuw Burgerlijk Wetboek (BW) (vanaf 2019):**
Het nieuwe BW herstructureert en moderniseert het verbintenissenrecht. De relevante boeken voor dit vak zijn:
* Boek 1: Algemene bepalingen (incl. rechtshandeling, rechtsmisbruik).
* Boek 5: Verbintenissen (algemeen regime van de verbintenis).
* Boek 6: Buitencontractuele aansprakelijkheid.
* Boek 8: Bewijs.
**Belangrijk:** Voor deze cursus wordt het positief recht bestudeerd, met name Boek 1 en Boek 5 van het nieuwe BW. Vragen op testen en examens moeten beantwoord worden op basis van deze nieuwe wetgeving.
### Juridische begrippen (Boek 1 BW)
* **Rechtshandeling (art. 1.3 BW):** Een wilsuiting die beoogt rechtsgevolgen te creëren.
* **Rechtsbekwaamheid:** De algemene bekwaamheid om rechten en plichten te hebben.
* **Handelingsbekwaamheid:** De bekwaamheid om zelfstandig rechtshandelingen te stellen.
* **Openbare orde:** Regels die de essentiële belangen van de gemeenschap raken of de fundamentele juridische grondslagen bepalen. Afwijking is absoluut verboden.
* **Dwingend recht:** Regels ter bescherming van een zwakkere partij. Afwijking is verboden.
* **Aanvullend recht:** Regels die gelden als partijen niets anders overeenkomen.
**Rechtsmisbruik (art. 1.10 BW):** Niemand mag zijn recht uitoefenen op een wijze die kennelijk de grenzen van normale uitoefening overschrijdt. De sanctie is matiging van het recht of schadeherstel.
**Oogmerk om te schaden (art. 1.11 BW):** Een opzettelijke fout met het oogmerk te schaden, mag de dader geen voordeel opleveren.
## Hoofdstuk 3: Algemeen regime van de verbintenis (Boek 5 BW)
### Definitie – verbintenis – natuurlijke verbintenis
#### Begripsomschrijving en karakteristieke eigenschappen van de verbintenis
**Definitie verbintenis (art. 5.1 BW):**
Een verbintenis is een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een schuldenaar, indien nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen.
**Karakteristieke eigenschappen van een verbintenis:**
* **Rechtsband tussen personen:** Er is een juridische band tussen minstens één schuldeiser en één schuldenaar. De schuldenaar is gebonden jegens de schuldeiser, die een vorderingsrecht heeft.
* **Prestatie als voorwerp:** Elke verbintenis heeft een bepaald voorwerp, namelijk een prestatie die geleverd moet worden.
* **Afdwingbaarheid:** Een verbintenis is in principe in rechte afdwingbaar.
**Natuurlijke verbintenis (art. 5.2 BW):**
Een natuurlijke verbintenis is een verbintenis waarvan de uitvoering niet kan worden afgedwongen in rechte.
* **Niet afdwingbaar:** Geen rechtsmiddelen om de uitvoering te verkrijgen.
* **Vrijwillige uitvoering:** Indien een natuurlijke verbintenis zonder vergissing of dwang wordt nagekomen, kan geen teruggave worden gevorderd. Dit omzet de natuurlijke verbintenis in een juridische verbintenis.
* **Erkenning:** De erkenning van een natuurlijke verbintenis (zonder vergissing of dwang) doet een verbintenis ontstaan.
#### De bronnen van verbintenissen (art. 5.3 BW)
Verbintenissen ontstaan uit:
1. **Een rechtshandeling:** Dit kan een eenzijdige rechtshandeling (bv. aanbod) of een meerzijdige rechtshandeling (bv. contract) zijn.
2. **Een oneigenlijk contract:** Wettelijke regelingen die gebaseerd zijn op het principe van ongerechtvaardigde verrijking (zaakwaarneming, onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking).
3. **Buitencontractuele aansprakelijkheid:** De verplichting om schade te vergoeden die men een ander toebrengt buiten een contractuele relatie (geregeld in Boek 6 BW).
4. **De wet:** Verbintenissen die rechtstreeks door de wet worden opgelegd.
**Aanvullend recht:** De bepalingen van Boek 5 BW zijn in beginsel van aanvullend recht, tenzij de wet anders bepaalt.
### Indeling van verbintenissen
#### Verbintenissen en hun bron
* **Contractuele aansprakelijkheid:** Ontstaat uit een contract (meerzijdige rechtshandeling).
* **Buitencontractuele aansprakelijkheid:** Ontstaat uit een feitelijke handeling of nalaten die schade veroorzaakt, zonder dat er een contractuele band bestaat.
#### Verbintenissen en hun aard
* **Verbintenissen met een persoonsgebonden karakter (intuitu personae):** Deze verbintenissen kunnen slechts door een specifieke persoon worden uitgevoerd, omdat de persoon van de schuldenaar cruciaal is (bv. een kunstenaar die een schilderij moet maken). De meeste verbintenissen zijn *niet* persoonsgebonden en kunnen door eenieder worden uitgevoerd.
* **Relevantie:** Bij persoonsgebonden verbintenissen kan de verbintenis niet zomaar worden overgedragen of door een derde worden uitgevoerd.
#### Verbintenissen en hun voorwerp
**A. Verbintenissen om iets te doen, om iets niet te doen, om iets te geven of om iets te garanderen (art. 5.46 BW):**
* **Verbintenis om iets te doen:** Een positieve handeling verrichten (bv. een huis bouwen).
* **Verbintenis om iets niet te doen:** Een bepaalde handeling nalaten (bv. niet bouwen op een perceel).
* **Verbintenis om iets te geven:** De eigendom van een zaak overdragen of een zakelijk recht vestigen (bv. een auto verkopen).
* **Verbintenis om iets te garanderen:** Instaan voor een bepaald resultaat of voor het vrijwaren van de schuldeiser voor bepaalde gebeurtenissen (bv. garantie op een product).
**B. Resultaatsverbintenissen versus inspanningsverbintenissen (art. 5.72 BW):**
* **Resultaatsverbintenis:** De schuldenaar verbindt zich ertoe een bepaald resultaat te behalen. Bij het uitblijven van het resultaat wordt de fout vermoed, tenzij overmacht wordt aangetoond.
* **Inspanningsverbintenis:** De schuldenaar verbindt zich ertoe alle zorg te besteden die een voorzichtig en redelijk persoon zou aanwenden om een bepaald resultaat te bereiken. Het bewijs van de fout rust op de schuldeiser.
* **Criterium:** De wet, de gemeenschappelijke bedoeling van de partijen, het voorwerp van de verbintenis en het onzekere karakter van het resultaat bepalen het onderscheid.
#### Modaliteiten van de verbintenis
**1.1 Voorwaardelijke verbintenis (art. 5.139 tot 5.148 BW):**
* **Definitie:** Een verbintenis waarvan de opeisbaarheid of het tenietgaan afhangt van een toekomstige en onzekere gebeurtenis.
* **Soorten voorwaarden:**
* **Opschortende voorwaarde:** De vervulling maakt de verbintenis opeisbaar.
* **Ontbindende voorwaarde:** De vervulling doet de verbintenis tenietgaan.
* **Soorten naar oorzaak:**
* **Toevallige voorwaarde:** Afhankelijk van het toeval, onafhankelijk van de wil van de partijen.
* **Potestatieve voorwaarde:** Afhankelijk van de wil van één van de partijen.
* **Zuiver potestatieve voorwaarde:** Enkel afhankelijk van de wil van diegene die zich verbindt (ongeldig als opschortende voorwaarde).
* **Gemengde voorwaarde:** Deels afhankelijk van het toeval, deels van de wil van een partij.
* **Geldigheidsvereisten:** De voorwaarde moet extern, mogelijk en niet strijdig met de openbare orde of dwingend recht zijn. Een zuiver potestatieve opschortende voorwaarde aan de zijde van de zich verbindende partij is ongeldig.
* **Gevolgen:** Hangende de voorwaarde moeten partijen zich gedragen conform de goede trouw. Indien een voorwaarde foutief in vervulling gaat of niet in vervulling gaat, gelden specifieke regels (art. 5.144-5.148 BW).
**1.2 Verbintenis met tijdsbepaling (art. 5.149 tot 5.155 BW):**
* **Definitie:** Een verbintenis waarbij de opeisbaarheid of het tenietgaan wordt uitgesteld tot een toekomstige en *zekere* gebeurtenis (ook al is de datum onzeker).
* **Soorten tijdsbepaling:**
* **Opschortende tijdsbepaling:** Het verstrijken ervan maakt de verbintenis opeisbaar.
* **Uitdovende tijdsbepaling:** Het verstrijken ervan doet de verbintenis tenietgaan.
* **Verschil met voorwaarde:** Bij tijdsbepaling is de gebeurtenis zeker, bij een voorwaarde is deze onzeker.
#### Verbintenissen met pluraliteit van voorwerpen of subjecten
**2.1 Verbintenissen met pluraliteit van voorwerpen:**
* **Cumulatieve verbintenis:** De schuldenaar moet meerdere prestaties leveren. Alle prestaties moeten nagekomen worden.
**2.2 Verbintenissen met pluraliteit van subjecten:**
* **Principe van de deelbare verbintenissen (art. 5.159 BW):**
* **Algemene regel:** Een verbintenis met meerdere schuldeisers of schuldenaars wordt van rechtswege verdeeld in gelijke delen, tenzij anders bepaald.
* **Verticale verhouding (schuldeiser-schuldenaar):** Elk staat in voor zijn deel of heeft recht op zijn deel.
* **Horizontale verhouding (onderling):** Bijdrageverhouding, waarbij de schuldenaars onderling afrekenen.
* **Hoofdelijke verbintenissen (art. 5.160 e.v. BW):** Elke schuldenaar is tot het geheel gehouden (passieve hoofdelijkheid) of elke schuldeiser is tot het geheel gerechtigd (actieve hoofdelijkheid).
* **Ontstaan:** Uit de wet of uit een contract. Hoofdelijkheid wordt niet vermoed.
* **Gevolgen passieve hoofdelijkheid:**
* **Tussen SE en SA's:** Elke SA staat in voor het geheel; betaling door één SA bevrijdt de anderen. Ingebekestelling of stuiting van verjaring t.a.v. één SA werkt door naar de anderen.
* **Tussen SA's onderling:** Onderlinge afrekening (regres voor wie meer betaalde). Hoofdelijkheid doorbreekt bij overlijden t.a.v. erfgenamen.
* **Ondeelbare verbintenissen (art. 5.166 e.v. BW):** De prestatie is uit haar aard, de wet of het contract niet vatbaar voor verdeling.
* **Gevolgen passieve ondeelbaarheid:** Elke SA kan worden verplicht de hele prestatie te leveren; erfgenamen staan in voor het geheel.
* **Verbintenissen *in solidum* (art. 5.168 e.v. BW):** De schuldenaars zijn elk voor het geheel gehouden, zonder dat er sprake is van hoofdelijkheid of ondeelbaarheid. Dit geldt vaak bij samenlopende fouten die leiden tot dezelfde schade.
* **Gevolgen:** Gelijkenissen met passieve hoofdelijkheid (elke SA staat in voor het geheel), maar ingebrekestelling of stuiting van verjaring t.a.v. de ene SA werkt *niet* door naar de anderen.
### Nakoming van de verbintenis: betaling (art. 5.194 e.v. BW)
* **Definitie betaling (art. 5.194 BW):** De eenzijdige rechtshandeling waarbij de verschuldigde prestatie vrijwillig wordt uitgevoerd.
* **Gevolg:** Bevrijdt de schuldenaar en dooft de schuld uit, behoudens subrogatie.
### Niet-nakoming van de verbintenis (art. 5.224 e.v. BW)
**Niet-nakoming kan zijn:**
* **Toerekenbaar:** De schuldenaar heeft een fout begaan of moet instaan voor de niet-nakoming (bv. fout van hulppersonen, gebrekkig hulpgoed).
* **Ontoerekenbaar (overmacht):** De niet-nakoming is het gevolg van omstandigheden die de schuldenaar niet kan worden verweten (onvoorzienbaar en onvermijdbaar).
**Gevolgen van niet-nakoming:**
* **Toerekenbare niet-nakoming:**
* Sancties voor de schuldeiser:
1. Recht op **uitvoering in natura** van de verbintenis.
2. Recht op **herstel van de schade** veroorzaakt door de niet-nakoming.
3. Recht om de **uitvoering van zijn eigen verbintenis op te schorten** (niet-uitvoeringsexceptie).
4. Recht op **ontbinding van het contract** (bij wederkerige contracten).
5. Recht op **prijsvermindering** (bij wederkerige contracten).
* De meeste sancties vereisen een **ingebrekestelling** (art. 5.231 BW): een duidelijke en ondubbelzinnige kennisgeving van de schuldeiser aan de schuldenaar om nakoming te eisen.
* **Ontoerekenbare niet-nakoming (overmacht - art. 5.226 BW):**
* **Blijvend onmogelijk:** De schuldenaar is bevrijd.
* **Tijdelijk onmogelijk:** De nakoming van de verbintenis wordt opgeschort voor de duur van de onmogelijkheid.
* **Kennisgevingsplicht:** De schuldenaar moet de schuldeiser tijdig op de hoogte brengen van de overmacht.
#### Toerekenbaarheid van de niet-nakoming (art. 5.225 BW)
* De niet-nakoming is toerekenbaar indien de schuldenaar een fout kan worden verweten, of indien hij er krachtens de wet of een rechtshandeling voor moet instaan. De fout wordt beoordeeld volgens het criterium van een zorgvuldig en redelijk persoon.
* De schuldenaar staat ook in voor fouten van hulppersonen en gebrekkige hulpgoederen.
#### Overmacht (art. 5.226 BW)
* Ontoerekenbare onmogelijkheid voor de schuldenaar om na te komen, rekening houdend met het onvoorzienbaar en onvermijdbaar karakter van het beletsel.
* Gevolg: Bevrijding bij blijvende onmogelijkheid, opschorting bij tijdelijke onmogelijkheid.
* **Kennisgevingsplicht:** De schuldenaar moet de schuldeiser tijdig informeren.
#### Ingebrekestelling (art. 5.231 BW)
* Eenzijdige rechtshandeling waarbij de schuldeiser duidelijk en ondubbelzinnig te kennen geeft dat hij nakoming van de verbintenis eist.
* Vereist voor de meeste sancties bij toerekenbare niet-nakoming.
* Uitzonderingen: bv. bij opschortingsrechten, schending van een niet-doen verbintenis, onmogelijkheid tot uitvoering.
#### Opschortingsrechten (Niet-uitvoeringsexceptie - art. 5.239 BW)
* **In een wederkerige rechtsverhouding:** De schuldeiser kan de nakoming van zijn eigen opeisbare verbintenis opschorten totdat de schuldenaar de zijne uitvoert of aanbiedt uit te voeren.
* **Toepassingsvoorwaarden:** Wederkerig contract, opeisbare verbintenis van de schuldenaar, toerekenbare tekortkoming, goede trouw, voldoende ernstige tekortkoming.
* **Gevolg:** Tijdelijke opschorting van de eigen verbintenis.
#### Uitvoering in natura (art. 5.234 - 5.236 BW & art. 5.84 - 5.85 BW)
* De overeengekomen prestatie wordt daadwerkelijk geleverd.
* De schuldeiser kan de uitvoering in natura eisen, tenzij dit onmogelijk of abusief is.
* Kan door de schuldenaar zelf, door vervanging (op kosten van de schuldenaar), of door een rechterlijke beslissing die geldt als akte.
#### Herstel van de schade (art. 5.237 - 5.238 BW & art. 5.86 - 5.89 BW)
* **Integraal herstel:** De schuldeiser heeft recht op volledig herstel van de geleden schade.
* **Herstel in natura:** Een alternatieve, equivalente prestatie die de oorspronkelijke prestatie compenseert.
* **Herstel in geld:** Vervangende schadevergoeding.
* **Voorzienbare schade:** Schade waarvan het ontstaan redelijkerwijs voorzienbaar was.
* **Uitzonderingen:** Schadebeding (forfaitaire vergoeding), bevrijdingsbeding (contractuele uitsluiting/beperking van aansprakelijkheid).
#### Ontbinding van het contract (art. 5.90 BW)
* **Wanneer:** Bij een wederkerig contract, indien de niet-nakoming van de schuldenaar voldoende ernstig is of als het contract dit bepaalt.
* **Manieren:** Gerechtelijk, via een ontbindend beding, of door een kennisgeving van de schuldeiser.
* **Gevolg:** Retroactieve ontneming van alle gevolgen tot de contractsluiting, met restitutieplichten.
#### Prijsvermindering (art. 5.97 BW)
* Een tegenhanger van de ontbinding, wanneer de niet-nakoming niet ernstig genoeg is voor ontbinding.
* De prijs wordt proportioneel verminderd in verhouding tot het waardeverlies van de ontvangen prestatie.
### Maatregelen ter bescherming van de rechten van de schuldeiser (art. 5.242 - 5.243 BW)
* **Pauliaanse vordering (art. 5.243 BW):** De schuldeiser kan een rechtshandeling van zijn schuldenaar aanvechten die hij bedrieglijk stelt en die zijn rechten benadeelt. Gevolg: de rechtshandeling is niet tegenwerpelijk aan de schuldeiser.
* **Voorwaarden:** Anterioriteit van de schuld, benadeling, bedrieglijk handelen van de schuldenaar, medeplichtigheid van de derde (tenzij om niet).
### Gronden van tenietgaan van de verbintenis (art. 5.244 e.v. BW)
Verbintenissen kunnen op diverse manieren tenietgaan, o.a. door betaling, kwijtschelding, schuldvernieuwing, verjaring, enz. Het einde van de verbintenis leidt in principe tot het einde van het contract.
## Hoofdstuk 2: Bronnen van verbintenissen
### Rechtshandelingen
#### Contracten (art. 5.4 BW)
* **Definitie (art. 5.4 BW):** Een contract is een wilsovereenstemming tussen twee of meer personen met de bedoeling rechtsgevolgen te doen ontstaan.
* **Terminologie:** Contract = overeenkomst. Contract ≠ verbintenis (een contract *creëert* verbintenissen).
* **Soorten contracten:**
* **Consensueel, vormelijk, zakelijk (art. 5.5 BW):** Op basis van de wijze van totstandkoming. Consensueel komt tot stand door loutere wilsovereenstemming. Vormelijk vereist een vormvereiste. Zakelijk vereist de afgifte van een voorwerp.
* **Wederkerig en eenzijdig (art. 5.6 BW):** Op basis van wie er verbintenissen heeft. Wederkerig: partijen verbinden zich over en weer. Eenzijdig: slechts één partij verbindt zich.
* **Onder bezwarende titel en ten kosteloze titel (art. 5.7 BW):** Op basis van wie er voordeel uit haalt. Bezwarend: elke partij krijgt een voordeel. Ten kosteloze titel: slechts één partij krijgt een voordeel.
* **Benoemd, onbenoemd en gemengd:** Op basis van de regels die van toepassing zijn. Benoemd: specifiek in de wet geregeld. Onbenoemd: niet specifiek geregeld. Gemengd: combinatie van elementen van verschillende contracten.
#### Totstandkoming van het contract
**Dynamische totstandkoming (precontractuele fase):**
* **Basisprincipes:** Wilsautonomie, contractsvrijheid, beginsel van consensualisme.
* **Precontractuele aansprakelijkheid:** Ontstaat uit een fout (bv. foutief afbreken van vergevorderde onderhandelingen, tekortkoming aan informatieplicht) die leidt tot schade. Sancties: negatief contractsbelang (kosten) of positief contractsbelang (verlies van verwachte nettowinsten).
**Fase van daadwerkelijke totstandkoming:**
* **Aanbod en aanvaarding (art. 5.18 BW):** Het contract komt tot stand door de aanvaarding van een geldig aanbod.
* **Aanbod:** Voorstel dat alle essentiële en substantiële bestanddelen van het contract bevat en de wil uitdrukt om gebonden te zijn.
* **Aanvaarding:** Gedraging die instemming uitdrukt zonder wijzigingen. Aanvullingen, beperkingen of wijzigingen gelden als een nieuw aanbod. Stilzwijgen geldt in principe niet als aanvaarding.
* **Geldigheidsvereisten (art. 5.27 BW):**
1. **Vrije en bewuste toestemming:** Vrij van wilsgebreken (dwaling, bedrog, geweld, misbruik van omstandigheden).
2. **Bekwaamheid:** Partijen moeten rechts- en handelingsbekwaam zijn.
3. **Bepaalbaar en geoorloofd voorwerp:** Het object van de verbintenissen moet mogelijk, in de handel, bepaald of bepaalbaar, en geoorloofd zijn.
4. **Geoorloofde oorzaak:** De determinerende beweegredenen voor het sluiten van het contract moeten geoorloofd zijn.
#### Gevolgen van het contract tussen de partijen
* **Bindende kracht (Art. 5.69 BW - beginsel van de overeenkomst-wet):** Een geldig contract strekt de partijen tot wet. Partijen kunnen niet eenzijdig afwijken, tenzij contractueel of wettelijk toegestaan.
* **Duur van het contract (art. 5.75 tot 5.81 BW):** Contracten kunnen van bepaalde of onbepaalde duur zijn.
* **Eigendomsoverdragend gevolg (art. 5.79 BW):** Bepaalde contracten (bv. koop, ruil, schenking) hebben als gevolg dat de eigendom van een goed overgaat bij de wilsovereenstemming.
#### Niet-nakoming van contractuele verbintenissen en gevolgen
* **Toerekenbare niet-nakoming (art. 5.82 e.v. BW):** De schuldenaar is aansprakelijk indien hij een fout heeft begaan of ervoor moet instaan.
* **Sancties:** Ingebrekestelling, uitvoering in natura, herstel van de schade, opschortingsrecht, ontbinding, prijsvermindering.
* **Verband met algemeen regime:** De sancties van art. 5.224 BW (algemeen regime) gelden ook hier, met aanvullingen en afwijkingen in het contractenrecht (ontbinding, prijsvermindering).
* **Ontoerekenbare niet-nakoming (Overmacht - art. 5.99 e.v. BW):** De schuldenaar is niet aansprakelijk.
* **Gevolg:** Bevrijding bij blijvende onmogelijkheid, opschorting bij tijdelijke onmogelijkheid.
#### Gevolgen van het contract voor derden (art. 5.103 tot 5.111 BW)
* **Principe van relativiteit (art. 5.103, eerste lid BW):** Contracten binden enkel de partijen die het hebben gesloten. Derden halen er geen voordelen of nadelen uit.
* **Nuances en uitzonderingen:**
* **Derdenbeding:** Een contractueel beding waarbij een partij zich verbindt een prestatie te leveren aan een derde (bv. levensverzekering).
* **Rechtstreekse vordering (art. 5.110 BW):** De wet geeft een schuldeiser een eigen vorderingsrecht op de schuldenaar van zijn schuldenaar (bv. onderaannemer tegen bouwheer).
* **Sterkmaking (art. 5.106 BW):** Eén partij belooft dat een derde een prestatie zal leveren. Indien de derde weigert, is de sterkmaker aansprakelijk voor de schade.
* **Tegenwerpelijkheid aan derden (art. 5.103, tweede lid BW):** Het bestaan van een contract is tegenwerpelijk aan derden. Zij moeten het bestaan ervan ondergaan.
#### Tenietgaan van het contract (art. 5.112 tot 5.114 BW)
* Een contract gaat teniet wanneer alle verbintenissen die eruit voortvloeien tenietgaan (bv. door betaling).
* **Restitutie (art. 5.115 e.v. BW):** Bij nietigverklaring of ontbinding van een contract moeten reeds geleverde prestaties worden teruggegeven.
### Eenzijdige rechtshandelingen (art. 5.125 BW)
* Een wilsuiting van één persoon die rechtsgevolgen beoogt te creëren.
* Voorbeelden: aanbod, aanvaarding, betaling, ingebrekestelling, opzegging.
### Rechtsfeiten
#### Oneigenlijke contracten (art. 5.127 BW)
* Geoorloofde daden die, op basis van het algemeen rechtsbeginsel van ongerechtvaardigde verrijking, verbintenissen doen ontstaan.
* **Zaakwaarneming (art. 5.128 - 5.132 BW):** Het vrijwillig en nuttig waarnemen van andermans zaak zonder verplichting en zonder voorzienbaar verzet van de meester van de zaak.
* **Gevolgen:** Verplichtingen voor de zaakwaarnemer (voortzetten, informeren, rekening en verantwoording) en de meester van de zaak (vergoeding van kosten en verbintenissen aangegaan voor zijn rekening).
* **Onverschuldigde betaling (art. 5.133 – 5.134 BW):** Een betaling die zonder schuld is verricht, door de verkeerde persoon of aan de verkeerde schuldeiser.
* **Gevolg:** De ontvanger is verplicht de betaling terug te geven.
* **Ongerechtvaardigde verrijking (art. 5.135 – 5.137 BW):** Een verrijking van het ene vermogen ten koste van het andere, zonder geldige juridische oorzaak.
* **Gevolg:** De rechter kan een vergoedingsplicht opleggen, gelijk aan het laagste bedrag van de verrijking en de verarming.
#### Tot aansprakelijkheid leidende feiten – buitencontractuele aansprakelijkheid (zie Boek 6 BW)
* Dit deel van het recht regelt de schade die ontstaat buiten een contractuele relatie en de verplichting tot vergoeding van die schade.
### Algemene concepten
* **Betaling:** De vrijwillige uitvoering van een verschuldigde prestatie.
* **Toerekenbaarheid van de niet-nakoming:** De mate waarin de niet-nakoming aan de schuldenaar kan worden verweten.
* **Hulppersonen / Hulpgoederen:** Personen of zaken die door de schuldenaar worden ingeschakeld bij de uitvoering van de verbintenis.
* **Ontoerekenbaarheid van de niet-nakoming (Overmacht):** Niet-nakoming die niet aan de schuldenaar te wijten is.
* **Ingebrekestelling:** Formele kennisgeving aan de schuldenaar dat hij in gebreke is gebleven.
* **Uitvoering in natura:** De daadwerkelijke levering van de overeengekomen prestatie.
* **Herstel van de schade:** Compensatie voor geleden verliezen.
* **Pauliaanse vordering:** Een rechtsmiddel om benadelende rechtshandelingen van de schuldenaar aan te vechten.
## Veelvoorkomende fouten om te vermijden
* Het niet correct onderscheiden van een **verbintenis** en een **contract**.
* Het verwarren van **wettelijke bepalingen uit het oude en het nieuwe BW**.
* Het onvoldoende toepassen van de **juridische terminologie**.
* Het niet correct identificeren van de **bron van een verbintenis**.
* Het vergeten van de **geldigheidsvereisten** van een contract.
* Het onvoldoende motiveren van het onderscheid tussen **resultaats- en inspanningsverbintenissen**.
* Het **onjuist classificeren van voorwaarden en tijdsbepalingen**.
* Het niet correct toepassen van de regels inzake **pluraliteit van subjecten** (deelbaar, hoofdelijk, ondeelbaar, *in solidum*).
* Het vergeten van de vereiste van **ingebrekestelling** voor het inroepen van bepaalde sancties.
* Het niet herkennen van de **verschillen tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid**.
* Het verwaarlozen van de **relativiteit van contracten** ten opzichte van derden.
* Het onjuist toepassen van de **sancties bij niet-nakoming** (cumulatie, vereisten).
* Het onvoldoende rekening houden met de **goede trouw** als algemeen principe.
Glossary
## Woordenlijst
| Term | Definitie |
|---|---|
| **Rechtshandeling** | Een wilsuiting waarbij een of meerdere personen de bedoeling hebben om rechtsgevolgen te doen ontstaan. Dit kan een eenzijdige of meerzijdige handeling zijn. |
| **Rechtsbekwaamheid** | De juridische bekwaamheid om rechten en plichten te hebben. Dit is in beginsel iedereen gegeven, zowel natuurlijke als rechtspersonen. |
| **Handelingsbekwaamheid** | De juridische bekwaamheid om zelfstandig rechtshandelingen te stellen en verbintenissen aan te gaan. Er zijn wettelijke uitzonderingen voor personen die handelingsonbekwaam worden verklaard. |
| **Openbare orde** | Rechtsregels die de essentiële belangen van de staat of de gemeenschap raken, of die de juridische grondslagen van de maatschappij bepalen (zoals economische, morele, sociale of milieuhygiënische orde). |
| **Dwingend recht** | Rechtsregels die zijn opgesteld ter bescherming van een partij die door de wet als zwakker wordt beschouwd. Hiervan kan niet worden afgewezen, ook niet met wederzijdse toestemming. |
| **Aanvullend recht** | Rechtsregels die slechts gelden indien partijen geen eigen regeling hebben getroffen. Zij vullen de contractuele afspraken aan of regelen zaken waarover partijen niets hebben afgesproken. |
| **Rechtsmisbruik** | Het uitoefenen van een recht op een wijze die kennelijk de grenzen van de normale rechtsuitoefening overschrijdt, door een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden. |
| **Natuurlijke verbintenis** | Een verbintenis waarvan de uitvoering niet in rechte kan worden afgedwongen. Indien deze vrijwillig wordt nagekomen, kan geen teruggave worden gevorderd. |
| **Zaakwaarneming** | Het vrijwillig en nuttig waarnemen van andermans zaak, zonder daartoe wettelijk of contractueel verplicht te zijn, en zonder dat verzet van de eigenaar redelijkerwijs te voorzien is. |
| **Onverschuldigde betaling** | Het verrichten van een betaling zonder dat er een schuld bestaat, of het betalen aan de verkeerde persoon. De ontvanger is verplicht het onverschuldigd ontvangen te restitueren. |
| **Ongerechtvaardigde verrijking** | Een situatie waarin het ene vermogen ten koste van een ander vermogen is verrijkt zonder geldige juridische oorzaak. |