Basisbegrippen_Burgerlijk Procesrecht_Hoofdstuk_I-II - v. Ufora.pdf
Summary
# Inleiding tot het burgerlijk procesrecht
Dit onderwerp introduceert de basisbegrippen van het burgerlijk procesrecht, inclusief de rol van de rechterlijke macht en de verschillende methoden voor conflictbehandeling [5](#page=5).
### 1.1 Het concept van burgerlijk procesrecht
Het burgerlijk procesrecht kan worden omschreven als formeel recht, gericht op de handhaving, het afdwingen of bescherming van subjectieve rechten. Het vormt een essentieel onderdeel van het gerechtelijk recht. Het gerechtelijk recht zelf is onderverdeeld in burgerlijk procesrecht, strafprocesrecht en publiek procesrecht. Artikel 2 van het Gerechtelijk Wetboek (Ger.W.) definieert het procesrecht of gerechtelijk recht [25](#page=25).
### 1.2 De rol van de rechterlijke macht
De term "justitie" wordt vaak gehoord in de media, maar strafprocedures maken slechts een beperkt deel uit van de werkzaamheden in de Belgische hoven en rechtbanken, namelijk maximaal 15 à 20% [2](#page=2).
Het beginsel van het verbod op eigenrichting is een fundamenteel uitgangspunt. Dit betekent dat rechtsonderwerpen zich dienen te beroepen op de overheidsrechter voor de oplossing van hun geschillen. Rechtsonderwerpen worden hierbij aangeduid als procespartijen. De rechterlijke macht voert rechtsprekende handelingen uit en spreekt gerechtelijke uitspraken uit, wat men ook rechtspraak noemt [9](#page=9).
### 1.3 Burgerlijk procesrecht als onderdeel van het rechtssysteem
Het burgerlijk procesrecht is een cruciaal element binnen het bredere juridische landschap, dat zorgt voor de concrete toepassing en bescherming van burgerlijke rechten. Het onderscheidt zich van het straf- en publiek procesrecht door zijn focus op geschillen tussen private partijen [25](#page=25).
> **Tip:** Begrijpen dat het burgerlijk procesrecht niet de volledige activiteit van de rechtbanken beslaat, maar een specifiek domein daarvan is, helpt om de omvang en relevantie van dit rechtsgebied te plaatsen [25](#page=25) [2](#page=2).
---
# Alternatieve conflictbehandeling
Alternatieve conflictbehandeling omvat een reeks buitenwettelijke en gerechtelijke methoden die gericht zijn op het oplossen van conflicten, met een voorkeur voor het "oplossen" boven het "beslechten" door de rechter [16](#page=16).
### 2.1 Een breed spectrum
Conflicten kunnen worden aangepakt binnen de rechtbank of buitengerechtelijk [16](#page=16).
#### 2.1.1 Methoden binnen de rechtbank
* Poging tot verzoening door de rechter [16](#page=16).
* Kamers voor minnelijke schikking (KMS) [16](#page=16).
#### 2.1.2 Buitengerechtelijke methoden
* Bemiddeling [16](#page=16).
* Collaboratieve onderhandeling [16](#page=16).
* Arbitrage [16](#page=16).
* Overige methoden zoals kwijtschelding, dading, partijbeslissing, en bindende derdenbeslissing [16](#page=16) [22](#page=22).
### 2.2 Verzoening - KMS
De algemene verzoeningsopdracht van de rechter is geregeld in artikel 731 van het Gerechtelijk Wetboek (Ger.W.). Dit kan op verzoek van een of beide partijen plaatsvinden, waarbij de oproeping gebeurt via een gewone brief. Bij akkoord wordt een minnelijke schikking opgemaakt [17](#page=17).
Er bestaat ook een voorafgaande verzoeningspoging, voorzien in artikel 731/1 Ger.W.. Deze kan plaatsvinden voorafgaand aan of na doorverwijzing door een rechter en kent bijzondere werkingsregels, bijvoorbeeld in raadkamer [17](#page=17).
Kamers voor Minnelijke Schikking (KMS) vallen onder artikel 734/1 Ger.W. [17](#page=17).
### 2.3 Bemiddeling
Bemiddeling is een vertrouwelijk en gestructureerd proces van vrijwillig overleg tussen conflicterende partijen. Hierbij wordt de medewerking verleend door een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige derde die de communicatie vergemakkelijkt en partijen helpt zelf een oplossing uit te werken. Artikel 1723/1 Ger.W. definieert bemiddeling. Bemiddeling kan gerechtelijk of buitengerechtelijk zijn [18](#page=18).
### 2.4 Collaboratieve onderhandelingen
Collaboratieve onderhandelingen worden omschreven als een vrijwillige en vertrouwelijke procedure van geschillenoplossing door onderhandeling. Partijen en hun respectieve [collaboratieve advocaten zijn hierbij betrokken. De advocaten treden op in het kader van een exclusief en beperkt mandaat van bijstand en adviesverlening met het oog op het bewerkstelligen van een minnelijk akkoord. Dit is geregeld in artikel 1738 Ger.W. [19](#page=19).
### 2.5 Arbitrage
Arbitrage wordt beschouwd als "private rechtspraak" en is geregeld in artikel 1676 Ger.W.. Arbitrage is enkel mogelijk mits er een overeenkomst is, hetzij via een arbitragebeding, hetzij via een afzonderlijke arbitrageovereenkomst. Een belangrijke beperking is dat een arbitrale uitspraak niet automatisch uitvoerbaar is [20](#page=20).
Er wordt onderscheid gemaakt tussen ad hoc arbitrage en institutionele arbitrage, waarbij de laatste 99% van de gevallen vertegenwoordigt [21](#page=21).
### 2.6 Overige methoden
Naast de reeds besproken methoden, zijn er nog andere vormen van conflictbehandeling [22](#page=22):
* Kwijtschelding, geregeld in artikel 5.250, eerste lid BW [22](#page=22).
* Dading [22](#page=22).
* Partijbeslissing en bindende derdenbeslissing, geregeld in artikel 5.49, tweede lid BW. Een voorbeeld hiervan is MME [22](#page=22).
> **Tip:** Het citaat van Abraham Lincoln benadrukt het belang van het ontmoedigen van rechtszaken en het promoten van compromissen als een effectievere en minder kostbare manier om conflicten te hanteren. Een advocaat kan hierin een cruciale rol spelen als vredestichter [23](#page=23).
---
# Bronnen van het burgerlijk procesrecht
Het burgerlijk procesrecht wordt gevormd door een gelaagdheid aan rechtsbronnen, variërend van de Grondwet en het Gerechtelijk Wetboek tot bijzondere wetgeving, rechtspraak en rechtsleer [27](#page=27) [28](#page=28) [29](#page=29) [30](#page=30) [31](#page=31).
### 3.1 De Grondwet
Verschillende bepalingen in de Grondwet zijn van belang voor het burgerlijk procesrecht. Deze omvatten de erkenning van de rechterlijke macht als een aparte staatsmacht, de rechtsmacht van hoven en rechtbanken om te oordelen over burgerlijke en politieke rechten, en de rechterlijke organisatie. Verder garandeert de Grondwet de openbaarheid van terechtzittingen, de motiveringsplicht van rechterlijke uitspraken en de (functionele) onafhankelijkheid van de rechter bij de uitoefening van zijn taken. Ook de (functionele) onafhankelijkheid van leden van het openbaar ministerie bij opsporing en vervolging wordt benadrukt, hoewel de minister van Justitie het beleid kan bepalen en vervolging kan bevelen. De Grondwet voorziet in de benoeming van rechters voor het leven en regelt de vaststelling van hun wedde bij wet, alsook de oprichting van de Hoge Raad voor de Justitie [27](#page=27).
### 3.2 Het Gerechtelijk Wetboek
Het Gerechtelijk Wetboek (W. 10 oktober 1967), dat stapsgewijs in werking is getreden, werd opgesteld door Charles Van Reepinghen en Ernest Krings. Het objectief van dit wetboek was het realiseren van een minder omslachtige, snellere en goedkopere rechtspleging, met als doel de gerechtelijke achterstand te bestrijden [28](#page=28).
### 3.3 Bijzondere wetgeving
Naast het Gerechtelijk Wetboek bestaat er bijzondere wetgeving die procedureregels bevat [29](#page=29).
#### 3.3.1 Nationale bijzondere wetgeving
Op nationaal niveau zijn er afwijkende procedureregels te vinden in andere wetboeken of afzonderlijke wetten, zoals het Wetboek Economisch Recht (WER). De belangrijkste van deze is de Taalwet gerechtszaken [29](#page=29).
#### 3.3.2 Internationale en supranationale wetgeving
De meergelaagde rechtsorde, met inbegrip van Unierecht, verdragsrecht (zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Verdrag inzake de Rechten van het Kind), en een toegenomen internationaal rechtsverkeer, beïnvloedt het burgerlijk procesrecht aanzienlijk. Belgische rechters worden steeds vaker geconfronteerd met Europese en internationale rechtsinstrumenten, zoals de Brussel Ibis Vo, het EVRM, en de Europese aanhoudingsbevelen en Europese beschermingsbevelen (EOP, EAPO). Dit leidt tot een behoefte aan eenduidige interpretatie, vaak via internationale rechtscolleges [29](#page=29).
### 3.4 Rechtspraak
In België geldt in beginsel geen bindende precedentenwerking voor rechtspraak, conform artikel 6 van het Gerechtelijk Wetboek. Desondanks heeft de "vaste" rechtspraak wel een groot feitelijk gezag. Er bestaat echter een wettelijke verplichting om uitspraken van een hoog rechtscollege in dezelfde zaak te volgen, zoals bepaald in artikel 1110, vierde lid van het Gerechtelijk Wetboek. De toegankelijkheid van de rechtspraak wordt beschouwd als een pijnpunt [30](#page=30).
### 3.5 Rechtsleer en gebruiken
#### 3.5.1 Rechtsleer
De rechtsleer, ook wel doctrine genoemd, speelt een belangrijke rol door de geest te scherpen en bij te dragen aan rechtsvinding, de uitbouw en verfijning van wetgeving. Ze kan leiden tot ommezwaaien in de rechtspraak, waarbij een verschuiving plaatsvindt van de huidige stand van het recht (de lege lata) naar wat het recht zou moeten zijn (de lege ferenda). Rechtsvergelijking is eveneens een bijdrage van de rechtsleer [31](#page=31).
#### 3.5.2 Gebruiken
Gebruiken, hoewel vaak goedbedoeld en soms zinvol, kunnen ook leiden tot rechtsontwikkeling. Ze kunnen een rol spelen bij de interpretatie en toepassing van rechtsregels [31](#page=31).
---
# De rechterlijke macht
Dit onderwerp behandelt de structuur en functie van de rechterlijke macht, zowel binnen België als op internationaal niveau, en de druk waaronder overheidsrechtspraak opereert.
### 4.1 Organieke en functionele betekenis van de rechterlijke macht
De rechterlijke macht kan zowel in organieke als in functionele zin worden begrepen. Organiek verwijst het naar de derde staatsmacht, verantwoordelijk voor de rechtspraak. Functioneel betekent het "recht spreken", hoewel deze functie niet exclusief aan de rechterlijke macht is voorbehouden [11](#page=11).
#### 4.1.1 Inrichting en bevoegdheden in België
Rechtbanken worden ingericht bij wet, waarbij hun bevoegdheden worden toegewezen. Voorheen was er een Arbitragehof, dat nu een specifieke rol heeft binnen de rechterlijke macht. De bevoegdheden omvatten onder meer het vernietigingsrecht en de behandeling van prejudiciële vragen. Binnen de rechterlijke macht is er een afdeling bestuursrechtspraak met een algemene bevoegdheid tot nietigverklaring van bestuurshandelingen [11](#page=11).
### 4.2 De rechterlijke macht buiten België
Buiten de nationale grenzen functioneert de rechterlijke macht binnen een meergelaagde rechtsorde. De rechtspraak van supranationale rechtscolleges heeft een significante impact en doorwerking. Hieronder vallen onder andere [12](#page=12):
* Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens [12](#page=12).
* Het Hof van Justitie van de Europese Unie [12](#page=12).
* Het Benelux-gerechtshof [12](#page=12).
### 4.3 Overheidsrechtspraak staat onder druk
De overheidsrechtspraak wordt geconfronteerd met aanzienlijke uitdagingen en druk. De bron "Justitiebarometer 2024" geeft hier inzicht in [13](#page=13) [14](#page=14).
> **Tip:** Begrijpen hoe de verschillende rechtsprekende instanties op nationaal en supranationaal niveau samenwerken, is cruciaal voor het begrijpen van de rechtsorde. Bestudeer de specifieke bevoegdheden van elk hof en hoe deze de nationale rechtspraak beïnvloeden.
> **Tip:** Let bij de analyse van de druk op de overheidsrechtspraak op de mogelijke oorzaken en gevolgen hiervan, zoals geschetst in de "Justitiebarometer 2024".
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Burgerlijk procesrecht | Het formele recht dat gericht is op de handhaving, het afdwingen of de bescherming van subjectieve rechten binnen het civiele rechtsverkeer. Het regelt de procedure die gevolgd moet worden voor de burgerlijke rechtbanken. |
| Gerechtelijk Wetboek | Een wetboek dat de procedurele regels voor de Belgische rechtbanken vastlegt, met als doel een minder omslachtige, snellere en minder kostbare rechtspleging te realiseren en gerechtelijke achterstand te bestrijden. |
| Rechtspraak | De verzameling van rechterlijke uitspraken en beslissingen die door hoven en rechtbanken worden gewezen. Hoewel er in België geen bindende precedentenwerking is, heeft vaste rechtspraak wel aanzienlijk feitelijk gezag. |
| Bemiddeling | Een vertrouwelijk en gestructureerd proces van vrijwillig overleg tussen conflicterende partijen, gefaciliteerd door een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige derde partij die de communicatie bevordert en partijen helpt een eigen oplossing te vinden. |
| Arbitrage | Een vorm van private rechtspraak waarbij partijen overeenkomen hun geschil voor te leggen aan een of meerdere arbiters, wiens beslissing bindend is. Het is enkel mogelijk mits een arbitragebeding of -overeenkomst. |
| Collaboratieve onderhandeling | Een vrijwillige en vertrouwelijke procedure van geschillenoplossing waarbij partijen en hun advocaten samenwerken met als doel een minnelijk akkoord te bereiken, waarbij de advocaten optreden binnen een exclusief en beperkt mandaat. |
| Kamers voor Minnelijke Schikking (KMS) | Instellingen binnen de rechtbanken die zich richten op het bevorderen van minnelijke schikkingen tussen partijen, vaak na een oproeping bij gewone brief of op doorverwijzing door de rechter. |
| Rechtsleer (doctrine) | De geschreven commentaren en analyses van rechtsgeleerden over het recht. De rechtsleer draagt bij aan de rechtsvinding, de ontwikkeling en verfijning van de wetgeving en kan leiden tot ommezwaaien in de rechtspraak. |
| Verbod op eigenrichting | Een fundamenteel rechtsbeginsel dat stelt dat burgers hun geschillen niet zelf met geweld mogen oplossen, maar zich moeten wenden tot de overheidsrechter. |
| Overheidsrechter | Een rechter die deel uitmaakt van de rechterlijke macht en belast is met het beslechten van geschillen volgens de wet en de geldende rechtsregels. |