opdracht module 2 - balaguer coll
Summary
# Doelstelling en onderzoeksvraag
Dit onderzoek richt zich op het in kaart brengen van de determinanten van de efficiëntie van lokale besturen in de regio Valencia en onderzoekt specifiek de aanwezigheid van spatiale interdependentie.
### 1.1 Probleemstelling
De centrale vraag die dit onderzoek beoogt te beantwoorden is of de efficiëntie van een gemeente wordt beïnvloed door die van naburige gemeenten. M.a.w. wordt de efficiëntie van een gemeente beïnvloed door deze van de buren? Dit impliceert de analyse van spatiale interdependentie binnen lokale besturen.
### 1.2 Dataset
De analyses zijn uitgevoerd voor een steekproef van 542 gemeenten in de regio Valencia. Er wordt tevens gekeken naar de evidentie dat gemeenten bij de buren te rade gaan rond de fiscaliteit.
### 1.3 Academische context en hypotheses
Academici hebben reeds evidentie aangereikt dat gemeenten elkaar imiteren wat betreft uitgavenpatronen en belastingen. Bovendien wijzen diverse studies uit dat er sprake is van 'mimicking' gedrag specifiek voor efficiëntie. De hypothese die hieruit voortvloeit, is dat de efficiëntie van naburige gemeenten de efficiëntie van een gemeente beïnvloedt.
### 1.4 Afhankelijke variabele: Lokale efficiëntie
De afhankelijke variabele in dit model is een indicator van lokale efficiëntie. Hierbij wordt gefocust op de output en de maximale kostprijs daarvan. In totaal worden efficiëntiescores berekend voor 9 outputs voor alle gemeenten. Daarnaast worden nog extra outputs geanalyseerd voor specifieke subsamples (kleinere versus grotere gemeenten die soms afwijkende taken hebben).
### 1.5 Covariaten
#### 1.5.1 Dotaties (grants)
De dotaties worden opgenomen als covariaat. De verwachting is dat gemeenten met een hoge betoelaging vanuit een hogere overheid minder hun best zullen doen inzake efficiënt bestuur.
* **Verwachting teken coëfficiënt:** Negatief, aangezien een hogere dotatie geassocieerd zou moeten worden met lagere efficiëntie.
* **Resultaten:** De resultaten bevestigen deze verwachting. Hoe hoger de dotaties, hoe hoger de efficiëntiescore (waarbij een hogere score in deze studie een lagere efficiëntie indiceert).
> **Tip:** Let op de interpretatie van de efficiëntiescore in deze studie. Een hogere score duidt hier op lagere efficiëntie.
### 1.6 Bevestiging of verwerping van hypothesen
De hypothesen worden in dit onderzoek bevestigd. De efficiëntie van naburige gemeenten beïnvloedt de efficiëntie van een gemeente in positieve zin.
> **Voorbeeld:** Dit betekent dat als een gemeente met een hoge efficiëntie zich in de buurt bevindt, dit een positieve invloed kan hebben op de efficiëntie van de onderzochte gemeente, mogelijk door het overnemen van best practices of het onder druk zetten om beter te presteren.
---
# Dataset en imitatiegedrag
Dit onderzoek analyseert of gemeenten in de regio Valencia elkaars uitgavenpatronen, belastingen en efficiëntie imiteren, met gebruikmaking van een dataset van 542 gemeenten.
### 2.1 De dataset
De analyse is gebaseerd op een steekproef van 542 gemeenten in de regio Valencia. Het onderzoek gaat na of gemeenten elkaars uitgavenpatronen, belastingen en efficiëntie imiteren. Er wordt onderzocht of er evidentie is dat gemeenten bij hun buren te rade gaan met betrekking tot fiscaliteit. Academici hebben eerder al aangetoond dat gemeenten elkaar imiteren inzake uitgavenpatronen en belastingen, en diverse studies wijzen erop dat mimicking gedrag ook voorkomt met betrekking tot efficiëntie.
### 2.2 Afhankelijke variabele: efficiëntie
De afhankelijke variabele in dit model is een indicator van de lokale efficiëntie, die zich richt op de output en de maximale kostprijs daarvan. In totaal worden efficiëntiescores berekend voor negen outputs voor alle gemeenten. Aanvullend worden er nog enkele extra outputs berekend voor specifieke subgroepen, zoals kleinere en grotere gemeenten die soms afwijkende takenpakketten hebben.
### 2.3 Covariaten
Een belangrijke covariaat in het model zijn de dotaties (grants). Deze worden opgenomen omdat verwacht wordt dat gemeenten die een hoge toelage ontvangen van een hogere overheid, minder inspanning zullen leveren voor een efficiënt bestuur. De onderzoeksresultaten bevestigen deze verwachting: hoe hoger de dotaties, hoe hoger de efficiëntiescore. Hierbij is het belangrijk op te merken dat een hogere efficiëntiescore in deze studie een lagere efficiëntie indiceert.
### 2.4 Hypotheses en resultaten
De hypothesen van het onderzoek worden bevestigd. Uit de resultaten blijkt dat de efficiëntie van naburige gemeenten de efficiëntie van een specifieke gemeente in positieve zin beïnvloedt. Dit suggereert dat er inderdaad sprake is van ruimtelijke interdependentie in de efficiëntie van lokale besturen.
> **Tip:** Begrijp de relatie tussen de covariaat "dotaties" en de efficiëntiescore in deze studie. Een hogere dotatie leidt tot een hogere score, wat echter een lagere efficiëntie betekent. Dit is cruciaal voor de interpretatie van de resultaten.
---
# Afhankelijke variabele en efficiëntiescores
Dit gedeelte behandelt de afhankelijke variabele, die dient als indicator voor lokale efficiëntie, met een focus op output en maximale kostprijs, en beschrijft hoe efficiëntiescores worden berekend voor negen specifieke outputs.
### 3.1 Definitie van de afhankelijke variabele
De afhankelijke variabele in dit onderzoek is een directe indicator van de lokale efficiëntie. Deze meting richt zich specifiek op de output die door lokale besturen wordt geleverd, in relatie tot de maximale kostprijs die daarmee gemoeid is.
### 3.2 Berekening van efficiëntiescores
Efficiëntiescores worden berekend voor een reeks outputs om de prestaties van lokale besturen te kwantificeren.
#### 3.2.1 Aantal outputs
In totaal worden efficiëntiescores berekend voor negen verschillende outputs voor alle geanalyseerde gemeenten.
#### 3.2.2 Extra outputs voor subsamples
Voor specifieke subsamples van gemeenten, zoals kleinere en grotere gemeenten die mogelijk afwijkende takenpakketten hebben, worden aanvullende outputs geanalyseerd om een gedetailleerdere efficiëntieanalyse mogelijk te maken.
### 3.3 Context en interpretatie van efficiëntiescores
Het is cruciaal om te begrijpen hoe efficiëntiescores geïnterpreteerd moeten worden binnen de context van dit onderzoek.
> **Tip:** Hoewel "efficiëntiescore" intuïtief positief klinkt, is het in dit specifieke model zo dat een hogere score juist duidt op een lagere efficiëntie. Dit komt voort uit de focus op de maximale kostprijs in relatie tot de output.
### 3.4 Relatie met covariaten
De efficiëntiescores worden vervolgens geanalyseerd in relatie tot verschillende covariaten om de determinanten van efficiëntie te ontrafelen. Eén van deze covariaten is "grants" (dotaties).
#### 3.4.1 De variabele "grants"
De dotaties, oftewel subsidies van hogere overheden, worden als covariaat opgenomen. De verwachting is dat gemeenten die aanzienlijke dotaties ontvangen, mogelijk minder gedreven zullen zijn om hun bestuur efficiënt in te richten, aangezien de financiële druk mogelijk lager is.
#### 3.4.2 Resultaten met betrekking tot "grants"
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat deze verwachting wordt bevestigd. Hoe hoger de ontvangen dotaties, hoe hoger de efficiëntiescore. Zoals eerder vermeld, indiceert een hogere efficiëntiescore in deze studie echter een lagere efficiëntie. Dit suggereert een negatieve correlatie tussen de omvang van ontvangen dotaties en de daadwerkelijke efficiëntie van het gemeentebestuur.
---
# Covariaten en dotaties
Dit onderzoek analyseert de rol van dotaties als covariaat in relatie tot de efficiëntie van lokale besturen, waarbij de verwachting is dat hogere dotaties leiden tot minder inspanning voor efficiënt bestuur, wat door de resultaten wordt bevestigd.
### 4.1 De rol van dotaties als covariaat
Dotaties, ook wel subsidies of betoelagingen genoemd, worden opgenomen als een covariaat in het model om de efficiëntie van lokale besturen te bestuderen.
#### 4.1.1 Verwachtingen rond dotaties
De theoretische verwachting is dat gemeenten die een hoge betoelaging ontvangen van een hogere overheid, minder gemotiveerd zullen zijn om zich in te spannen voor efficiënt bestuur. Dit komt doordat de financiële druk om optimaal om te gaan met middelen vermindert wanneer er externe middelen beschikbaar zijn.
#### 4.1.2 Resultaten betreffende dotaties
De resultaten van de analyse bevestigen deze verwachting. Er is een significante relatie waargenomen waarbij een hoger niveau van dotaties leidt tot een hogere efficiëntiescore.
> **Tip:** In deze context indiceert een hogere efficiëntiescore een *lagere* efficiëntie van het bestuur. Dit betekent dat wanneer gemeenten meer dotaties ontvangen, hun bestuurlijke efficiëntie afneemt.
#### 4.1.3 Formule-weergave (conceptueel)
Hoewel er geen specifieke formules worden gepresenteerd in de verstrekte tekst, kan de relatie conceptueel worden weergegeven. Stel dat $E$ staat voor de efficiëntiescore (waarbij een hogere $E$ duidt op lagere efficiëntie) en $D$ voor de hoogte van de dotaties, dan zou de verwachte relatie, gebaseerd op de resultaten, een positieve correlatie impliceren:
$$ E \propto D $$
Dit duidt erop dat als de dotaties $D$ toenemen, de efficiëntiescore $E$ eveneens toeneemt, wat dus een afname in bestuurlijke efficiëntie betekent.
#### 4.1.4 Implicaties
De bevindingen suggereren dat het beleid met betrekking tot dotaties mogelijk heroverwogen moet worden om onbedoelde negatieve effecten op de bestuurlijke efficiëntie te voorkomen. Gemeenten die afhankelijk zijn van externe financiering, zouden minder prikkels kunnen hebben om hun interne operaties te optimaliseren.
### 4.2 Overige concepten gerelateerd aan covariaten
Hoewel de focus ligt op dotaties, worden andere covariaten ook genoemd in de context van de analyse van lokale efficiëntie.
#### 4.2.1 Bevolkingsomvang als outputindicator
De omvang van de bevolking wordt gebruikt als outputindicator voor specifieke diensten van de lokale besturen. Dit kan impliceren dat de schaal van dienstverlening gerelateerd is aan de bevolkingsgrootte, wat op zijn beurt invloed kan hebben op de efficiëntiemeting.
#### 4.2.2 Seksuele interdependentie en imitatiegedrag
Naast dotaties, wordt ook de invloed van de efficiëntie van naburige gemeenten onderzocht. Er is evidentie dat gemeenten elkaar imiteren, zowel wat betreft uitgavenpatronen en belastingen als wat betreft efficiëntie. De resultaten bevestigen de hypothese dat de efficiëntie van naburige gemeenten de efficiëntie van een gemeente positief beïnvloedt. Dit suggereert een vorm van ruimtelijke afhankelijkheid in bestuurlijke prestaties.
---
# Bevestiging van hypothesen
Dit onderdeel bespreekt de bevestiging van de onderzochte hypothesen, met name de positieve invloed van de efficiëntie van naburige gemeenten op de efficiëntie van een individuele gemeente.
### 5.1 Onderzoeksvraag en hypothesen
Het onderzoek heeft als primair doel de determinanten van de efficiëntie van lokale besturen in de regio Valencia in kaart te brengen. Een specifieke focus ligt op het nagaan van spatiale interdependentie, oftewel of de efficiëntie van een gemeente wordt beïnvloed door die van haar buren.
### 5.2 Dataset
De analyses zijn uitgevoerd op een steekproef van 542 gemeenten in de regio Valencia.
### 5.3 Evidentie van naburige beïnvloeding
Er is evidentie dat gemeenten elkaar imiteren, zowel wat betreft uitgavenpatronen en belastingen, als specifiek met betrekking tot efficiëntie. Diverse studies wijzen uit dat dit "mimicking" gedrag voorkomt.
### 5.4 Afhankelijke variabele: lokale efficiëntie
De afhankelijke variabele in dit model is een indicator van lokale efficiëntie. Deze indicator focust op de output in relatie tot de maximale kostprijs. Er worden efficiëntiescores berekend voor 9 outputs voor alle gemeenten. Voor specifieke subgroepen, zoals kleinere en grotere gemeenten met potentieel afwijkende taken, worden additionele outputs meegenomen.
### 5.5 Covariaten en specifieke variabele: "grants"
De "grants" (dotaties) zijn opgenomen als een covariaat. De verwachting is dat gemeenten die een hogere betoelaging ontvangen van een hogere overheid, minder gestimuleerd zullen worden om efficiënt te besturen.
#### 5.5.1 Resultaten met betrekking tot "grants"
De resultaten bevestigen deze verwachting. Hoe hoger de dotaties, hoe hoger de efficiëntiescore wordt gemeten. Het is hierbij belangrijk op te merken dat in deze studie een hogere efficiëntiescore juist een *lagere* efficiëntie indiceert. Dit impliceert dat hogere ontvangen dotaties correleren met een minder efficiënt bestuur.
### 5.6 Bevestiging van hypothesen
De onderzochte hypothesen worden bevestigd. Specifiek is de hypothese dat de efficiëntie van naburige gemeenten de efficiëntie van een gemeente positief beïnvloedt, ondersteund door de resultaten. Dit betekent dat gemeenten meer efficiënt lijken te zijn wanneer hun buren dat ook zijn, wat wijst op een positief spatiaal effect.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Determinatnten | Factoren of oorzaken die een bepaalde uitkomst bepalen of veroorzaken; in deze context de elementen die de efficiëntie van lokale besturen beïnvloeden. |
| Efficiëntie | De mate waarin een organisatie of entiteit haar middelen optimaal benut om gewenste resultaten te bereiken, vaak gemeten in termen van output ten opzichte van input of kosten. |
| Lokale besturen | Administratieve en politieke entiteiten op gemeentelijk niveau die verantwoordelijk zijn voor het besturen en de dienstverlening binnen een specifiek geografisch gebied. |
| Spatiale interdependentie | Het fenomeen waarbij de omstandigheden, beslissingen of uitkomsten in een bepaalde geografische locatie afhankelijk zijn van of beïnvloed worden door die in nabijgelegen locaties. |
| Dataset | Een gestructureerde verzameling van gegevens, in dit geval bestaande uit informatie over 542 gemeenten in de regio Valencia, gebruikt voor analyse en onderzoek. |
| Gemeenten | De basiseenheden van lokaal bestuur in Spanje, vergelijkbaar met gemeentes in Nederland, elk met eigen bestuursstructuren en verantwoordelijkheden. |
| Imitatiegedrag (mimicking gedrag) | Het verschijnsel waarbij actoren (zoals gemeenten) beslissingen of gedragspatronen van andere, vergelijkbare actoren overnemen, vaak als reactie op waargenomen successen of normen. |
| Uitgavenpatronen | De manier waarop overheidsinstanties of gemeenten hun financiële middelen alloceren en besteden aan verschillende diensten en projecten. |
| Belastingen | Verplichte financiële bijdragen die worden geheven door overheden van burgers en bedrijven om overheidsuitgaven te financieren. |
| Afhankelijke variabele | De variabele in een statistisch model waarvan de waarde wordt verklaard of voorspeld door andere variabelen; hier de indicator van lokale efficiëntie. |
| Output | De goederen of diensten die door een organisatie of proces worden geproduceerd; in dit onderzoek de resultaten van lokale besturen. |
| Kostprijs | Het totale bedrag aan kosten dat is gemaakt om een product te produceren of een dienst te leveren. |
| Efficiëntiescores | Numerieke waarden die de relatieve efficiëntie van een eenheid (bv. een gemeente) kwantificeren, vaak berekend met behulp van methoden zoals Data Envelopment Analysis (DEA). |
| Subsamples | Deeldelingen van een grotere dataset die worden gecreëerd op basis van specifieke criteria, om de analyse te verfijnen of specifieke groepen te bestuderen. |
| Covariaat | Een onafhankelijke variabele in een statistisch model die de afhankelijke variabele kan beïnvloeden, maar niet het primaire focuspunt van het onderzoek is. |
| Dotaties | Financiële subsidies of toelagen die vanuit een hogere overheid worden verstrekt aan lagere overheden of instellingen. |
| Hypothese | Een toetsbare aanname of voorstel dat een mogelijke verklaring biedt voor een fenomeen, en dat vervolgens empirisch wordt onderzocht. |