Cover
Zacznij teraz za darmo 8. Socialeprobleemefiniering en lezing van sociale problemen.pptx
Summary
# Het sociaal werk en zijn spanningsvelden
Dit onderwerp verkent de inherente spanningsvelden binnen het sociaal werk, voortkomend uit conflicterende doelen, de noodzaak voor sociaal werkers om posities in te nemen, en de dubbele aard van sociale interventies.
## 1\. Introductie tot spanningsvelden in sociaal werk
Spanningsvelden in het sociaal werk ontstaan doordat het vakgebied meerdere, soms tegenstrijdige doelen nastreeft, zoals het bevorderen van welzijn, integratie en veiligheid. De sociaal werker wordt hierdoor gedwongen om in specifieke situaties een duidelijke positie in te nemen en keuzes te maken over welke doelen prioriteit krijgen en hoe deze bereikt moeten worden. Deze keuzes zijn onlosmakelijk verbonden met de manier waarop sociale problemen worden gedefinieerd en geanalyseerd.
### 1.1 Kernbegrippen van de spanningsvelden
* **Spanningsveld:** De inherente dynamiek binnen het sociaal werk die voortkomt uit het balanceren van verschillende en soms conflicterende doelen en belangen.
* **Spanningsveld tussen individu en samenleving:** De constante afweging tussen het ondersteunen van individuele autonomie en welzijn, en het rekening houden met maatschappelijke structuren en normen.
* **Spanningsveld tussen disciplinering en emancipatie:** De dualiteit tussen het sturen of reguleren van gedrag (disciplinering) en het versterken van de zelfbeschikking en empowerment van cliënten (emancipatie).
* **Dubbelkarakter van sociale interventie:** Sociale interventies hebben zowel een doelgerichte actie als een betekenisvolle impact op de manier waarop problemen worden gezien en begrepen.
* **Spanningsveld tussen privaat en publiek:** De spanning tussen het individuele, private domein van cliënten en de publieke verantwoordelijkheid en interventies van de samenleving.
* **Spanningsveld tussen technische en normatieve professionalisering:** De balans tussen het ontwikkelen van efficiënte en effectieve methoden ('de dingen goed doen') en het handelen vanuit ethische principes en waarden ('de goede dingen doen'). Dit omvat de uitdaging om 'de goede dingen goed te doen'.
### 1.2 Theorieën over de rol en definitie van sociaal werk
Verschillende theoretische benaderingen trachten sociaal werk te definiëren en te duiden:
* **Definiëring vanuit de globale definitie:** Gebaseerd op algemeen aanvaarde principes en doelen van sociaal werk.
* **Definiëring vanuit de geschiedenis:** Begrip van sociaal werk door de historische evolutie van de discipline, haar praktijken en haar maatschappelijke rol.
* **Definiëring vanuit een normatief kader:** Kijkt naar de ethische principes, waarden en idealen die sociaal werk sturen.
* **Definiëring vanuit actuele maatschappelijke ontwikkelingen:** Sociaal werk wordt gedefinieerd in relatie tot hedendaagse sociale problemen en maatschappelijke veranderingen.
Deze verschillende invalshoeken benadrukken dat spanningsvelden een integraal en onvermijdelijk onderdeel zijn van het sociaal werk.
## 2\. Sociale interventie en probleemdefiniëring
De kern van het sociaal werk wordt gevormd door **sociale interventie**, het actief engageren om welzijn te bevorderen. Cruciaal hierbij is dat sociale interventies nooit neutraal zijn; ze worden altijd gestuurd door een specifieke **socialeprobleemdefiniëring**. Dit proces omvat:
1. Het inschatten van de oorzaken van een probleem.
2. Het ontwikkelen van een visie op hoe het probleem aangepakt moet worden.
3. Het bepalen wie bij de aanpak betrokken wordt of de verantwoordelijkheid draagt.
### 2.1 Het proces van sociale-probleemdefiniëring
Elke sociale interventie gaat vooraf aan een proces van sociale-probleemdefiniëring. De manier waarop een probleem wordt gedefinieerd, bepaalt direct welke aanpak of interventie wordt gekozen. Er is geen objectieve, universele kijk op sociale problemen; elke definiëring is ingebed in een specifieke historische en maatschappelijke context, en wordt beïnvloed door verschillende referentiekaders.
#### 2.1.1 Van probleem naar sociaal probleem
Niet elk probleem is een sociaal probleem. Een probleem wordt een sociaal probleem wanneer het voldoet aan de volgende kenmerken:
* **Sociale oorsprong:** Het probleem moet een duidelijke sociale oorsprong hebben; een natuurramp is bijvoorbeeld geen sociaal probleem.
* **Bewustzijn en onwenselijkheid:** Voldoende mensen in de samenleving moeten zich bewust zijn van de probleemsituatie en deze als onwenselijk beschouwen.
* **Aanpakbaarheid:** Er moet in de samenleving de overtuiging bestaan dat het probleem kan worden aangepakt.
#### 2.1.2 Van sociaal probleem tot sociale interventie
Het proces om van een sociaal probleem tot een interventie te komen, kent doorgaans de volgende stappen:
1. Een probleem wordt zichtbaar.
2. Er ontstaat morele verontwaardiging.
3. Mobilisatie komt op gang.
4. Een concreet plan wordt uitgewerkt.
5. De interventie wordt uitgevoerd en geëvalueerd.
De interventies die worden uitgevoerd, beïnvloeden op hun beurt opnieuw de sociale-probleemdefiniëring. Dit proces is ook zichtbaar in de verschuiving van de taal waarmee sociale problemen worden benoemd, wat de veranderende opvattingen over problemen en reacties daarop weerspiegelt (bijvoorbeeld van 'landloper' naar 'thuisloze', of van 'gastarbeider' naar 'culturele minderheid').
### 2.2 Keuzes bij sociale interventies
Als sociaal werker worden er bij het uitvoeren van een sociale interventie voortdurend keuzes gemaakt. Deze keuzes worden ingegeven door diverse aspecten, waaronder:
* Dominante wetenschappelijke theorieën
* Persoonlijke waarden en ervaringen
* Professionele kennis
* Maatschappelijke normen en waarden
> **Tip:** Begrijp dat de 'lezing' of interpretatie van een sociaal probleem, die voortkomt uit deze verschillende invloeden, de basis vormt voor de gekozen interventie.
#### 2.2.1 Voorbeelden van interventies en probleemdefiniëringen
* **Interventie:** Hangjongeren verbieden om ergens te staan.
* **Impliciete probleemdefiniëring:** Het gedrag van de jongeren wordt gezien als hinderlijk en problematisch; de oplossing ligt in restrictie en controle.
* **Interventie:** Structureel voorzieningen uitbouwen voor jongeren in de wijk, zoals een jeugdhuis.
* **Impliciete probleemdefiniëring:** Het gebrek aan passende vrijetijdsbesteding en sociale structuren voor jongeren wordt gezien als de oorzaak; de oplossing ligt in het bieden van positieve alternatieven en ondersteuning.
## 3\. Het analyseschema van Vranken: de lezing van sociale problemen
Het analyseschema van Vranken biedt een kader om de oorzaken van sociale problemen op verschillende niveaus te analyseren en te duiden, met specifieke toepassingen voor bijvoorbeeld armoedebeleid. Het onderscheidt drie niveaus van oorzaak: microniveau, mesoniveau en macroniveau.
### 3.1 De niveaus van oorzaak
* **Microniveau:** Richt zich op het individu en het gezin als oorzaak van sociale problemen.
* **Interne oorzaak (Individueel schuldmodel):** Het probleem wordt toegeschreven aan het eigen, afwijkende gedrag of de gebreken van het individu. Bijvoorbeeld, werkloosheid wordt verklaard door te weinig zoeken naar werk of gebrek aan doorzettingsvermogen. De aanpak focust op gedragsverandering, heropvoeding, controle of sancties.
* **Externe oorzaak (Individueel ongevalmodel):** Het probleem wordt gezien als het gevolg van individuele tegenslagen of maatschappelijke onmacht, zoals onvoldoende geschoold zijn voor de arbeidsmarkt, echtscheiding, ziekte of beperkingen. De aanpak is gericht op bijzondere opvang en ondersteuning.
* **Mesoniveau:** Richt zich op groepen, organisaties, instituties en gemeenschappen (het maatschappelijk middenveld) als oorzaak.
* **Interne oorzaak (Institutioneel schuldmodel):** Problemen worden verklaard door de inrichting of het functioneren van instituties of gemeenschappen, zoals afwijkende waarden, ontoegankelijke organisaties of drempels voor deelname. De aanpak is gericht op het onderzoeken en wegnemen van deze drempels.
* **Externe oorzaak (Institutioneel ongevalmodel):** Problemen ontstaan door externe factoren zoals stereotypering, stigmatisering, of onvoldoende beleidsaandacht voor minderheden, wat leidt tot institutionele uitsluitingsprocessen. De aanpak omvat beleidshervorming, het doorbreken van stigma's en het bevorderen van inclusie.
* **Macroniveau:** Richt zich op de samenleving en het globale maatschappelijke systeem als oorzaak.
* **Interne oorzaak (Maatschappelijk schuldmodel):** Sociale problemen zijn een gevolg van de structurele organisatie van de samenleving en economie, zoals sociale ongelijkheid en marginalisering. De aanpak richt zich op hervorming van structuren, beleid, wetgeving en het bevorderen van sociale rechtvaardigheid en gelijke kansen.
* **Externe oorzaak (Maatschappelijk ongevalmodel):** Problemen ontstaan door tijdelijke of plotselinge maatschappelijke ontwikkelingen, zoals economische crises, demografische veranderingen of technologische verschuivingen. De aanpak is gericht op het corrigeren van achterstellingsfactoren via sociale zekerheid, onderwijs en voorzieningen, en kenmerkt zich door verdeelde verantwoordelijkheid tussen individu en overheid, een kernprincipe van de verzorgingsstaat.
### 3.2 Toepassing van het Vranken-schema
Het schema van Vranken helpt om te analyseren hoe sociale problemen worden begrepen en welke interventies daarbij passen. De keuze voor een bepaald niveau en type oorzaak (intern/extern) bepaalt de uiteindelijke aanpak van het probleem.
> **Voorbeeld:** Het spijbelen van jongeren en de bijbehorende boetes kunnen worden geanalyseerd binnen dit schema. Wordt het gezien als een individueel gedragsprobleem (microniveau, intern), als gevolg van een gebrek aan passende schoolomgevingen (mesoniveau, intern) of als een symptoom van bredere maatschappelijke ongelijkheid en kansenongelijkheid (macroniveau, intern)? De gekozen lezing bepaalt de voorgestelde oplossing.
#### 3.2.1 Oefening: Toepassing op stellingen
* **Stelling:** "Als gevolg van de vergrijzing is er een tekort aan opvangplaatsen voor bejaarden."
* **Analyse:** Dit wijst op een structurele oorzaak (vergrijzing) op macroniveau, mogelijk een 'maatschappelijk ongeval' of een gevolg van langetermijnbeleid.
* **Stelling:** "De gezinnen van de amokmakers moeten gezinsondersteuning krijgen."
* **Analyse:** Dit richt zich op het individuele gezin, dus microniveau. De focus op ondersteuning suggereert een 'individueel ongevalmodel' of een interventie die de oorzaak buiten het directe gedrag zoekt.
* **Stelling:** "Organisatie X is actief in een buurt met veel kansarmen maar bereikt deze doelgroep niet."
* **Analyse:** Dit probleem ligt bij de organisatie en haar relatie met de gemeenschap, dus mesoniveau. De focus op het niet bereiken van de doelgroep kan wijzen op het 'institutioneel schuldmodel' (drempels, ontoegankelijkheid) of het 'institutioneel ongevalmodel' (stigmatisering van de organisatie of buurt).
### Het analyseschema van Vranken
Het analyseschema van Vranken biedt een kader voor het lezen van de oorzaken van sociale problemen, oorspronkelijk uitgewerkt voor het armoedebeleid. Het onderscheidt oorzaken op verschillende niveaus en van verschillende aard:
#### 3.2.1 Niveaus van oorzaken
* **Microniveau:** Richt zich op het individu en het gezin.
* **Mesoniveau:** Betreft groepen, organisaties, etnische en lokale gemeenschappen, en het maatschappelijke middenveld (meer geïnstitutionaliseerde vormen van samenleven zoals bedrijven, scholen, vakbonden, etc.).
* **Macroniveau:** Omvat het globale maatschappelijke systeem, zoals de verzorgingsstaat.
#### 3.2.2 Aard van oorzaken
Binnen elk niveau wordt onderscheid gemaakt tussen:
* **Interne oorzaken:** Ligt de oorzaak bij het individu, de groep of de samenleving zelf (eigen schuld).
* **Externe oorzaken:** Ligt de oorzaak buiten de directe controle van het individu, de groep of de samenleving (geen eigen schuld, pech).
#### 3.2.3 Verklaringen op microniveau
* **Individueel schuldmodel (Interne oorzaak):** Sociale problemen worden verklaard door afwijkend of onaangepast gedrag van individuen of gezinnen ten opzichte van maatschappelijke verwachtingen of normen. Denk hierbij aan werkloosheid door te weinig zoeken, gebrek aan doorzettingsvermogen, of armoede door schulden of een 'verkeerd' opvoedingspatroon.
* **Aanpak:** Verandering van het individu via begeleiding, heropvoeding, controle, negatieve sanctionering, disciplinering of criminalisering.
* **Individueel ongevalmodel (Externe oorzaak):** Sociale problemen ontstaan door maatschappelijke tegenslagen of het onvermogen om zich aan te passen aan snelle maatschappelijke veranderingen. Dit omvat geringere flexibiliteit, onbekendheid met administratie of ICT, of individuele tegenslagen zoals echtscheiding, werkloosheid, ziekte of een beperking.
* **Aanpak:** Bijzondere opvang, zoals publieke bijstand, voedselpakketten of arbeidstrajectbegeleiding.
#### 3.2.4 Verklaringen op mesoniveau
* **Institutioneel schuldmodel (Interne oorzaak):** De oorzaak van sociale problemen wordt gezocht in de inrichting en het functioneren van instituties, organisaties en gemeenschappen. Dit kan voortkomen uit afwijkende waarden en normen van een gemeenschap ten opzichte van de samenleving (bv. een 'armoedecultuur') of uit de ontoegankelijkheid van organisaties en verenigingen (bv. te veel administratie).
* **Aanpak:** Onderzoeken en wegnemen van drempels die deelname aan diensten bemoeilijken.
* **Institutioneel ongevalmodel (Externe oorzaak):** Sociale problemen ontstaan door fenomenen als stereotypering, stigmatisering of onvoldoende beleidsaandacht voor minderheden, leidend tot institutionele uitsluitingsprocessen. Een negatief imago van een dienst kan bijvoorbeeld cliënten weerhouden om er gebruik van te maken.
* **Aanpak:** Beleidshervorming, het doorbreken van stigma's, en het bevorderen van inclusie en bewustwording.
#### 3.2.5 Verklaringen op macroniveau
* **Maatschappelijk schuldmodel (Interne oorzaak):** De oorzaken van sociale problemen liggen in de structurele organisatie van de samenleving en de economie, zoals de reproductie van sociale ongelijkheid door het kapitalistische model. Dit model benadrukt maatschappelijke marginalisering en 'differentiële participatie', waarbij niet elke vorm van participatie wordt gewaardeerd.
* **Aanpak:** Hervormen van structuren door beleid en wetgeving te herzien, ongelijkheid tegen te gaan, sociale rechtvaardigheid te bevorderen, te investeren in gelijke kansen en middelen, en bewustwording en betrokkenheid van de bredere samenleving te stimuleren. Dit is het meest verregaande model.
* **Maatschappelijk ongevalmodel (Externe oorzaak):** Sociale problemen worden veroorzaakt door tijdelijke of plotselinge maatschappelijke ontwikkelingen zoals economische of financiële crises, demografische veranderingen, oorlog, natuurrampen of snelle technologische verschuivingen.
* **Aanpak:** Ingrijpen op achterstellingsfactoren door een goed uitgebouwd systeem van sociale zekerheid, onderwijs en sociale voorzieningen. Een verdeelde verantwoordelijkheid tussen individu en overheid is hierbij kenmerkend, wat de correctie van marktafhankelijkheid beoogt.
> **Voorbeeld:** Het probleem van spijbelen met bijhorende boetes kan geanalyseerd worden aan de hand van Vrankens schema. Als de focus ligt op de motivatie van de leerling om niet naar school te gaan, dan kan dit binnen het individueel schuldmodel geplaatst worden. Als de boete als een te grote financiële last voor de ouders wordt gezien, kan dit een extern element zijn dat de problematiek complexer maakt. Een bredere analyse zou kunnen kijken naar de schoolomgeving (meso) of het onderwijsbeleid (macro).
#### 3.2.6 Oefeningen en toepassingen
Het schema van Vranken kan worden gebruikt om verschillende situaties te analyseren:
* **Probleem:** Spijbelen en de betaling van boetes.
* **Analyse:** De oorzaak van het spijbelen kan enerzijds liggen bij de individuele leerling (microniveau, individueel schuldmodel). Anderzijds kan de financiële impact van de boetes op het gezin (microniveau, extern) een rol spelen.
* **Stellingen binnen het kwadrantenschema:**
* "Als gevolg van de vergrijzing is er een tekort aan opvangplaatsen voor bejaarden." - Dit wijst op een macroniveau probleem (demografische verandering) dat leidt tot een tekort aan voorzieningen, waarschijnlijk te plaatsen onder het maatschappelijk ongevalmodel, met mogelijke gevolgen op meso- en microniveau.
* "De gezinnen van de amokmakers moeten gezinsondersteuning krijgen." - Dit is een interventie op microniveau, impliceert dat de oorzaak (deels) in het gezin ligt (individueel schuldmodel of een externe tegenslag in het gezin).
* "Organisatie X is actief in een buurt met veel kansarmen maar bereikt deze doelgroep niet." - Dit is een probleem op mesoniveau, waarbij de effectiviteit of toegankelijkheid van de organisatie wordt bevraagd, wat kan wijzen op het institutioneel schuldmodel (bv. ontoegankelijke drempels) of institutioneel ongevalmodel (bv. negatief imago van de organisatie).
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Spanningsveld | Een situatie waarin tegengestelde krachten, belangen of waarden tegelijkertijd aanwezig zijn, wat leidt tot conflicten of complexe dilemma's binnen een systeem of praktijk. |
| Sociale interventie | De actieve handeling of het proces waarbij een sociaal werker ingrijpt om een sociaal probleem aan te pakken, welzijn te bevorderen of maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, gebaseerd op een specifieke probleemdefiniëring. |
| Socialeprobleemdefiniëring | Het proces van het identificeren, analyseren en interpreteren van een situatie als een sociaal probleem, inclusief het inschatten van oorzaken, het ontwikkelen van een aanpak en het bepalen van betrokkenen en verantwoordelijkheden. |
| Kwadrantenschema van Vranken | Een analytisch raamwerk dat helpt bij het begrijpen van sociale problemen door de oorzaken ervan te categoriseren op basis van verschillende niveaus (micro, meso, macro) en aard (intern/schuld, extern/ongeval). |
| Microniveau | Het meest fundamentele niveau van analyse binnen sociologie en sociaal werk, gericht op individuen, gezinnen en directe persoonlijke interacties als oorzaken of manifestaties van sociale problemen. |
| Mesoniveau | Het tussenliggende organisatorische of gemeenschapsniveau van analyse, dat zich bezighoudt met instituties, organisaties, etnische gemeenschappen en het maatschappelijk middenveld als bronnen of oplossingen voor sociale problemen. |
| Macroniveau | Het breedste niveau van analyse, dat de gehele samenleving, maatschappelijke structuren, economische systemen en mondiale trends omvat als oorzaken of contexten voor sociale problemen. |
| Individueel schuldmodel | Een verklaring voor sociale problemen waarbij de oorzaak wordt gelegd bij het onaangepaste gedrag, de tekortkomingen of de gebreken van individuen of gezinnen, die verantwoordelijk worden gehouden voor hun situatie. |
| Individueel ongevalmodel | Een benadering die sociale problemen verklaart als gevolg van externe factoren of ongelukkige omstandigheden die individuen overkomen, zoals tegenslagen, ziekte of maatschappelijke achterstand, zonder directe schuld van het individu. |
| Institutioneel schuldmodel | Een perspectief dat sociale problemen toeschrijft aan de tekortkomingen, afwijkende normen of het disfunctioneren van specifieke instituties, organisaties of gemeenschappen binnen het maatschappelijk middenveld. |
| Institutioneel ongevalmodel | Een analyse waarbij sociale problemen worden gezien als een gevolg van institutionele processen zoals stereotypering, stigmatisering of beleidsmatige uitsluiting die bepaalde groepen benadelen, onafhankelijk van de intentie van de instelling. |
| Maatschappelijk schuldmodel | Een visie die sociale problemen verklaart door structurele tekortkomingen binnen de samenleving, zoals economische ongelijkheid, marginalisering of het kapitalistische model, die bepaalde groepen systematisch benadelen. |
| Maatschappelijk ongevalmodel | Een benadering die sociale problemen ziet als gevolg van tijdelijke, plotselinge of externe maatschappelijke ontwikkelingen zoals economische crises, demografische veranderingen of oorlog, die het maatschappelijk functioneren ontwrichten. |