Cover
Zacznij teraz za darmo Lessen Journalistieke storytelling.docx
Summary
# Storytelling en de journalistieke praktijk
Hier is een gedetailleerde en uitgebreide samenvatting van het onderwerp "Storytelling en de journalistieke praktijk", opgesteld als een examenklare studiegids.
## 1. Storytelling en de journalistieke praktijk
Storytelling is een fundamenteel aspect van menselijke communicatie en perceptie, waarbij narratieven worden gebruikt om betekenis te creëren en informatie over te brengen, wat ook een cruciale rol speelt binnen de hedendaagse journalistiek.
### 1.1 De essentie van storytelling
* **Narratief als bouwsteen:** Een narratief wordt gekenmerkt door de sequentie van gebeurtenissen; er is iets gebeurd en iemand vertelt erover. Het is het geraamte van een verhaal.
* **Storytelling in actie:** Storytelling is de concrete vormgeving van narratieven, verrijkt met emotie en diverse stijlen, gericht op effecten zoals informeren en overtuigen.
### 1.2 Historische wortels en de narratieve wending
* **Diepere structuren:** Verhalen volgen universele, terugkerende structuren, ook in nieuwsverslaggeving.
* **De narrativistische wending (sinds de jaren '80):** Nieuws wordt niet langer gezien als een neutrale spiegel van de werkelijkheid, maar als een verhaal dat volgens specifieke constructies wordt verteld. Dit paradigma verschuift de focus van louter feiten naar de betekenis en impact van het verhaal op het publiek.
* **Homo narrans:** De mens wordt beschouwd als een 'vertellend wezen'.
* **Burke:** Mensen leven in een wereld van symbolen en gebruiken deze om de werkelijkheid te begrijpen.
* **MacIntyre:** Onze levens en identiteiten worden gevormd door verhalen.
* **Fisher:** Mensen worden meer overtuigd door coherente en herkenbare verhalen dan door louter rationele argumenten. Dit vormt een reactie op het dominante rationele paradigma.
### 1.3 Storytelling binnen de journalistiek
* **Nieuwsstructuren en formats:** Journalisten gebruiken vaste vertelstructuren (formats, containers) om informatie begrijpelijk te maken. Deze structuren beïnvloeden hoe het publiek naar een bepaald issue kijkt.
* **Niet-neutrale containers:** Deze formats zijn niet neutraal en worden beïnvloed door:
* De persoonlijkheid van de journalist.
* Universele nieuwswaarden.
* Redactionele structuren (deadlines, hiërarchie).
* Medium, genre, format, merk.
* Doelpubliek.
* **Constructie van de werkelijkheid:** Storytelling is altijd ingebed in deze factoren, wat betekent dat journalisten altijd een bepaalde constructie van de werkelijkheid presenteren. Nieuws is een verhaalvorm, niet slechts een raam op de werkelijkheid.
* **Ethische grenzen:** Er is een grens aan het gebruik van storytelling, vooral wanneer dit ten koste gaat van accuraatheid en waarheidsvinding. Voorbeelden hiervan zijn het monteren van beelden die niet overeenkomen met de werkelijkheid of het verzinnen van bronnen en scènes om een narratief te bevestigen.
### 1.4 Soorten verhalen in de journalistiek (Schmidt & Wahl-Jorgensen)
Er worden drie soorten narratieven onderscheiden (specifieke details hierover worden in latere hoofdstukken uitgewerkt).
### 1.5 Kenmerken van nieuws en de evolutie van nieuwsstructuren
* **Nieuwheid en onverwachtheid:** Kenmerkend voor nieuws, hoewel ritualiteit (bv. verjaardagsjournalistiek) ook voorkomt.
* **Temporaliteit:** De spanning tussen snelle nieuwsupdates en de noodzaak tot reflectieve analyse.
* **Kenmerken van nieuws:** Nieuws wordt altijd gebracht in relatie tot het medium, de historische context, het genre, de commercialiseringsdruk, de journalistieke cultuur, beschikbare bronnen, het merk en de verwachtingen van het publiek.
* **Omgekeerde piramidestructuur:** Ontstaan door technologische ontwikkelingen (telegraaf, linotype) en economische factoren (betaling per woord). De belangrijkste informatie wordt eerst gepresenteerd, wat het bericht coherent en bruikbaar maakte ondanks technologische problemen.
* **Maatschappelijke context:** Afschaffing van zegelbelasting, gestegen alfabetiseringsgraad en reclame leidden tot een evolutie van elitepers naar massapers.
* **Professionalisering:** Ontwikkeling van een objectiviteitsideaal en fact-centered journalism.
* **Structurele definitie van nieuws:**
* **Lead:** De openingsparagraaf die de belangrijkste informatie bevat (wie, wat, waar, waarom, wanneer, hoe). Dit is het meest gelezen deel.
* **Body:** Volgt na de lead en bevat minder belangrijke details.
* **Structural-affect theory:** Onderscheidt *event structure* (wat verteld wordt) en *discourse structure* (hoe het verteld wordt). Verschillende discourse structuren (lineair, reversal, inverted) beïnvloeden de affectieve reactie van het publiek (spanning, nieuwsgierigheid, plezier).
### 1.6 Discourse structures en hun effecten
* **Lineair:** Chronologische opbouw (1-2-3-4-5). Creëert spanning en meeslependheid.
* **Reversal:** Begint met de uitkomst, gevolgd door de uitleg (5-2-3-4-1). Roept nieuwsgierigheid op.
* **Inverted:** De omgekeerde piramide (1-5-2-3-4). Presenteert eerst de belangrijkste informatie.
* **Onderzoek (Knobloch et al.):** Experimenten toonden aan dat lineaire en reversal structuren meer leesplezier en nieuwsgierigheid opwekken dan de omgekeerde piramide, ongeacht de feitelijkheid van het stuk.
### 1.7 Journalistieke genres en storytelling
* **Journalistiek als performatieve discourse:** Journalistiek beschrijft niet alleen de werkelijkheid, maar vormt deze ook. Vorm en stijl zijn cruciaal voor de kracht van een nieuwsverhaal.
* **Genre:** Een herkenbare combinatie van vorm (structuur, presentatie) en stijl (taal, toon, routine) die betekenis draagt binnen een context. Genres scheppen orde en bieden een contract van verwachtingen voor zowel lezer als journalist.
* **Onderscheid:** Genre ≠ medium, ≠ news beat, ≠ journalistieke modus of aanpak.
#### 1.7.1 Belangrijke Journalistieke Genres
* **Nieuwsbericht:** Actueel, feitelijke informatie, omgekeerde piramide structuur (beantwoordt de 5 W's en 1 H).
* **Interview:**
* **Structuur:** Vraag-antwoord, dialoog.
* **Strategie:** De journalist wordt een 'regisseur van betekenis' door de vragen en presentatie van antwoorden.
* **Subversieve strategie:** Doorbraak van bestaande orde door publieke figuren ook op persoonlijk niveau te bevragen.
* **Subgenres van het nieuwsinterview:**
* **Interviewfragment:** Klassieke vraag-antwoord wordt vervangen door ingebedde citaten en voxpops.
* **Ingebedde citaten:** Korte, directe quotes uit interviews met politici, experts of burgers.
* **Voxpops:** Korte reacties van burgers, straatinterviews.
* **Conversationalisering:** Nieuws wordt persoonlijker en minder afstandelijk.
* **Feature journalism (genrefamilie):**
* **Kenmerken:** Intimiteit (emoties, beleving), literair (narratieve structuren, beeldrijke taal, 'show, don't tell'), avontuur (actie, tempo, ooggetuigenperspectief).
* **Featurisation:** Toenemende toepassing van feature-elementen in nieuws door commerciële druk en digitale mogelijkheden.
* **"Snowfallification":** Long-form journalism met multimedia-elementen (tekst, video, foto's, animaties) om meeslepende verhalen te vertellen. Dit is echter tijdrovend en kostbaar.
* **Opiniebijdragen:**
* **Hoofdredactioneel commentaar:** Anoniem, vertegenwoordigt het standpunt van de redactie, geeft gezag, richt zich op het publieke debat, vaak retorisch en normatief. Historisch gezien kon dit zelfs stemadvies bevatten.
* **Column:** Persoonlijke mening van een specifieke auteur, vaak een herkenbaar gezicht, meer vrijheid dan hoofdredactioneel commentaar, kan maatschappelijk debat prikkelen.
* **Opiniebijdrage (Op-Ed):** Vertegenwoordigt een externe stem uit het publieke debat (academicus, burger, politicus). De auteur onderbouwt zijn mening met kennis, ervaring of feitenmateriaal.
* **Fact-check:** Een genre in wording, nog zonder duidelijke routines, vorm of stijl. Gericht op het ontkrachten van feitelijke onwaarheden, verschuift naar online media.
* **Explainers/uitgelegd (Explanatory journalism):** Focus op de 'waarom' en 'hoe' in plaats van de klassieke nieuwswaarden (wie, wat, waar, wanneer). Duidt en verklaart. Vaak met een narratieve 3-act structuur.
* **Liveblog:** Doorlopend nieuwsbericht dat real-time wordt geüpdatet. Kenmerken zijn fragmentarische en open narratieven, een gevoel van 'liveness', en een spanning tussen onmiddellijkheid en geloofwaardigheid. Het is een sociale actie die structuur biedt en verwachtingen schept.
* **Andere genres:** Recensie/review, analyse, achtergrondverhaal, uitgetest, tutorial.
### 1.8 Mythes, personages en storytelling in het nieuws
* **Constructivisme:** Realiteit wordt gecreëerd door sociale processen en interpretaties, niet zomaar ontdekt. Nieuws is altijd een vorm van storytelling, een ordening van gebeurtenissen, vaak met mythische patronen.
* **Mythe:** Schept een verhalend kader dat orde en betekenis geeft aan de wereld, verklaart onbegrijpelijke gebeurtenissen, en bevestigt morele en culturele waarden.
* **Functies:** Verklaren, morele orde bevestigen, continuïteit en orde scheppen.
* **Moderne mythologie:** Nieuws functioneert als moderne mythologie door gebeurtenissen te ordenen en betekenis te geven, en schept voorspelbare structuren.
* **Archetypes:** Herkenbare figuren, situaties en symbolen die universeel voorkomen (oerbeelden). Ze zijn de bouwstenen van mythes en overstijgen tijd en cultuur. Voorbeelden zijn de held, de zondebok, de schenker, de helper.
* **Vladimir Propp:** Analyseerde 31 vaste structuren in sprookjes, toegepast op de functies van dramatische personae.
* **Jack Lule:** Stelt dat journalistieke storytelling gebruikmaakt van symbolische rollen om morele en culturele waarden te bevestigen.
* **Mythische frames in nieuws:** Journalisten gebruiken archetypische mastermythes zoals held, bedrieger, goede moeder, zondebok, schurk. Verhalende patronen zoals 'overcoming evil', 'transformation', 'tragedy', 'romance', 'from rags to riches' komen terug.
* **Case study: Helden-narratief:** De gewone burger die persoonlijke crises overwint en de gemeenschap herstelt, dient als spiegel en hoop in tijden van chaos. Dit is prominent in sportjournalistiek.
* **Mythes, macht en ideologie:** Nieuws als mythe verenigt mensen aan waarden en kan de status quo bevestigen. Journalisten riskeren 'moderne barden' te worden die machtsstructuren bevestigen.
* **Comfort narratives:** Overheden gebruiken verhalen om publieke opinie te sturen en macht te legitimeren (bv. rechtvaardiging van de oorlog in Irak). Mythische frames worden vaak kritiekloos overgenomen.
* **Non-closure:** Een storytellingtechniek waarbij verhalen bewust open worden gehouden om de nieuwswaardigheid te behouden en de betrokkenheid te vergroten. Dit helpt mythes in stand te houden binnen het nieuwsformat (bv. de Bende van Nijvel, verdwijning van Maddie McCann).
### 1.9 Effecten van storytelling: emotie, tabloidisering, objectiviteit en waarheidsvinding
#### 1.9.1 Storytelling en objectiviteit: een ongemakkelijk huwelijk
* **Objectiviteit als strategie (Tuchman):** Gerealiseerd door conventies zoals hoor en wederhoor, scheiding van feit en mening, en een neutrale toon.
* **Spanning:** Storytelling vraagt om gevoel en emotie, terwijl objectiviteit afstand en neutraliteit vereist. Dit leidt tot een spagaat: de neutrale vertelstem roept niet altijd meer vertrouwen op, en het gebruik van storytelling kan leiden tot sentimentaliteit.
* **Waarachtigheid (Kuitenbrouwer):** Een pleidooi om te tonen wat de journalist wel en niet weet, om betekenis te blijven geven zonder geloofwaardigheid te verliezen.
* **Risico van 'false balancing':** Het geven van een gelijkwaardig gewicht aan ongelijke standpunten, wat de waarheid kan verdraaien (bv. klimaatontkenners tegenover wetenschappers).
#### 1.9.2 De rol van emotie in journalistieke verhalen
* **Affective turn:** Emotie wordt erkend als een cruciaal onderdeel van hoe mensen meningen vormen, en niet langer als een storend bijproduct.
* **Strategische inzet van emotie:** Journalisten bouwen emoties bewust in om aandacht te trekken, betrokkenheid te creëren, en om mensen te verbinden rond gedeelde betekenissen en waarden.
* **Functies van emotie:** Inleven, collectieve samenhang creëren, beleidsverandering stimuleren, publiek bereiken in een aandachtseconomie.
* **Strategic ritual of emotionality:** De praktijk van het strategisch inzetten van emoties, vaak door anderen de emoties te laten dragen (gewone mensen, slachtoffers). Dit maakt het verhaal menselijk zonder dat de journalist sentimenteel wordt.
* **Local narrative vs. extended narrative:**
* **Local:** Een kort menselijk moment binnen een feitelijk nieuwsitem dat de abstracte problematiek tastbaar maakt.
* **Extended:** Het hele item is een verhaal, met emotie als rode draad.
#### 1.9.3 Tabloidisering en sensatiezucht
* **Pessimistische visie:** Emotie en sensatie leiden tot de verwaarlozing van belangrijke onderwerpen, een oppervlakkige aanpak, en een verschuiving van informeren naar amuseren ('verkleutering' van het nieuws).
* **Historische ontwikkeling:**
* **VS:** 'Yellow press' in de 19e eeuw, gericht op een breed publiek met toegankelijke verhalen (misdaad, sport, menselijke drama's).
* **VK:** Vorming van de tabloidpers met foto's en sensationele stijl.
* **Duitsland:** Bild Zeitung als voorbeeld van een sensationele stijl.
* **Kenmerken van tabloidjournalistiek:**
* **Inhoud:** Voorkeur voor 'zachte' nieuwsaspecten (BV's, misdaad, human interest) ten koste van 'hard news'.
* **Vorm:** Meer kleur, foto's, visueel aantrekkelijke vormgeving, aanpassing van formaten (bv. kleinere tabloidformaat, aanpassing op tv).
* **Hard vs. zacht nieuws:**
* **Normatieve indeling:** Hard nieuws (politiek, economie) wordt als belangrijker beschouwd dan zacht nieuws (lifestyle, cultuur). Deze dichotomie is echter te simplistisch.
* **Multidimensionaal concept (Reinemann et al.):** Nieuws is hard of zacht op verschillende dimensies: onderwerp (politiek/maatschappelijk relevant vs. lifestyle/cultuur), focus (publiek/thematisch vs. persoonlijk/episodisch), en stijl (neutraal/formeel vs. emotioneel/persoonlijk). Veel nieuwsstukken zijn mengvormen.
* **Sensatiezucht in nieuwskoppen (Molek-Kozakowska):** Een discursieve strategie om nieuws spannender te maken.
* **Inhoud:** Keuze voor prikkelende thema's.
* **Vorm:** Gebruik van taal, beeld of structuur om gewone info spannender te maken.
* **Clickbait:** Een vorm van misleiding waarbij titels nieuwsgierigheid opwekken door informatie achter te houden (information bait) of boosheid te stimuleren (rage bait). Rage bait leidt tot meer engagement op sociale media, maar kan de informatieve kwaliteit van de omgeving schaden.
#### 1.9.4 Uitdagingen voor journalisten
* Hoe verhalen menselijk en meeslepend houden zonder ze te reduceren tot spektakel?
* Hoe vertellen met emotie zonder in te boeten op waarachtigheid?
* Met welke emoties wil je je publiek achterlaten?
### 1.10 Journalistieke webteksten schrijven
* **Online lezen:** Mensen scannen online teksten, vaak in een F-vorm, en lezen kortere paragrafen.
* **Structuur:**
* **Scanbaarheid:** Gebruik van foto's, titels, leads, korte alinea's, witregels, tussentitels.
* **Lead:** Starten met een binnenkomer (cijfer, feit, uitspraak, vraag).
* **Tussentitels:** Inhoudelijk sterk en duidelijk.
* **Alinea's:** 3-4 regels, één idee per alinea.
* **Links:** Gebruik spaarzaam, altijd met 'carewords' gelinkt, openen in nieuw tabblad voor externe links.
* **Taalgebruik:** Inclusief schrijven, vermijden van te veel spreekwoorden en jargon.
* **Visuele elementen:** Sprekende foto's, video's (met auteursrecht/licenties in acht genomen), interactieve formats (embedden, Knight Lab tools).
* **SEO (Search Engine Optimization):** Verbeteren van de zichtbaarheid in zoekmachines.
* **Titels:** Korte, pakkende titels met een 'belofte' of FOMO (Fear Of Missing Out). AB-testen van titels is gangbaar.
### 1.11 Storytelling via sociale media
* **Verschil met traditionele journalistiek:** Vereist andere inhoudelijke ideeën, aansluitend bij de demografie van het platform. Focus op het bereiken van nieuwe doelgroepen (bv. jongeren) en merkverjonging.
* **Platformen:** TikTok, Instagram, X (voorheen Twitter). Elk platform heeft zijn eigen dynamiek en doelgroep.
* **Unieke content:** Een uitdaging gezien de neiging van platformen om elkaars functies te kopiëren. Uniekheid kan via snelheid, invalshoek, persoonlijkheid of productiekwaliteit.
* **Productiestrategieën:** Vertrekken vanuit bestaande artikelen, aangeleverde video, meegaan op pad, of volledig zelf creëren.
* **Scripts & storytelling:** Cruciale 'hook' aan het begin, consistentie in belofte en inhoud, gebruik van eigen woorden, en inspelen op pieken in aandacht.
* **Publicatiestrategie:** Timing is belangrijk (wanneer gebruikers online zijn), gebruik van platform-tools, geven van veel informatie mee. Deelname aan de community (liken, commenten) is essentieel.
### 1.12 Storytelling in tv-journalistiek
* **Essentie:** Combinatie van ratio (feiten) en emotie. Verpakking van feiten om ze bij het publiek te laten beklijven.
* **Storytelling als glijmiddel:** De juiste vorm kiezen om informatie effectief over te brengen.
* **Focus op de kijker:** Meeslepen door spanning, humor en andere elementen. Keuzes maken om het verhaal interessant te maken.
* **Van ratio naar emotie:** De journalist moet de juiste keuzes maken om het publiek mee te nemen in het verhaal, zonder de feitelijke kern te verliezen. De rol van de journalist is om het verhaal te vertellen, niet om zelf centraal te staan.
* **Immersieve journalistiek:** Creëren van een first-person ervaring van gebeurtenissen.
* **Technologieën:** Video (meest laagdrempelig), Virtual Reality (VR - volledige onderdompeling, keuzes maken), Augmented Reality (AR - digitale elementen in de fysieke wereld).
* **Bouwstenen:** Technologie, interactiemogelijkheden (agency), en het narratief (3rd person vs. 1st person).
* **Toepassing:** Creëren van empathie, verdiepen van begrip, toegankelijk maken van complexe informatie.
* **Ethische risico's:** Aantasting van geloofwaardigheid, verschuiving naar entertainment, vertekende representatie, voyeurisme, privacy.
* **Toekomstperspectief:** Duurzaamheid boven experiment, focus op toegankelijke technologieën, en de verhalende meerwaarde centraal stellen ('meaning-first').
### 1.13 Vergelijking van paradigma's en structuren
| Aristoteles | Propp |
| :------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ |
| Goed verhaal heeft 3 fasen: expositie, conflict, resolutie/oplossing. | Analyse van sprookjes met 31 vaste structuren, herkenbare archetypes en functies. Universele onderliggende structuren. |
| **Rationeel paradigma** | **Narratief paradigma (Fisher)** |
| Beslissingen op basis van logica en argumenten. Kennis lost de puzzel van de wereld op. | Verhalen zijn cruciaal voor begrip. Vereist narratieve waarschijnlijkheid (intern coherent) en narratieve trouw (aansluiting bij eigen ervaring). |
| **Narratief als public discourse** | **Narratief als general form of news** |
| Journalisten gebruiken bekende verhaallijnen en mythes om nieuws begrijpelijk te maken. | Verhalende elementen zijn inherent aan nieuws, zelfs zonder expliciete storytelling. |
| **Narratief als specific form of news** | |
| Nieuws expliciet als verhaal opgebouwd (long-form, human interest). | |
| **Mediamodellen en Storytelling** | |
| **Mediterranean/Polarized Pluralist Model:** Sterke politieke invloed, opiniërend, gebruik van storytelling om partijdigheid te onderstrepen. | **North/Central European/Democratic Corporatist Model:** Geprofessionaliseerd, neutraal, balans tussen publieke waarden en commerciële belangen. |
| **Atlantic Model/Liberal Model:** Marktgestuurd, autonomie voor journalisten, storytelling voor commerciële doeleinden (sensatie). | |
| **Omgekeerde Piramide (OP)** | **Nadelen OP:** Mist narratief, context, betekenis, en creëert afstand. |
| **Voordelen OP:** Efficiëntie voor ontvanger en producent, associatie met objectiviteit. | |
| **Discourse Structures:** | |
| **Lineair/Chronologisch:** Meeste spanning, meeslepend. | **Reversal:** Begint met uitkomst, roept nieuwsgierigheid op. |
| **Inverted:** Omgekeerde piramide, efficiënt voor informatieoverdracht. | **Experimentele manipulaties:** Lineaire en reversal structuren wekken meer interesse en leesplezier op. |
| **Prototypes van nieuws:** | |
| **Plain text snapshot:** Feitelijke reconstructie, 3-ledige structuur. | **Informal video snapshot:** Persoonlijke aanspreking, meer engaging. |
| **Snapshot of “Narrative Accordion”:** Omgekeerde piramide met uitklapbaar element voor meer agency. | **Snapshot of “Contextual Timeline”:** Lineaire structuur, minder toegevoegde waarde. |
| **Journalistieke formats:** | |
| **Feiten/verhaalreconstructie:** Focus op feiten, reconstruction, vaak reversal structuur. | **Verhalende reportage:** 'Fly on the wall', empathie, sfeerbeschrijvingen, narratieve opbouw. |
| **Hybride vorm:** Combinatie van feiten en verhalende elementen, inclusief historisch materiaal. | |
| **Soorten interviews:** | |
| **Accountability interview:** Publieke figuren ter verantwoording roepen, formeel, gespannen. | **Experiential interview:** Menselijke beleving tonen, zachte toon, empathisch. |
| **Expert interview:** Nieuws verduidelijken met achtergrondinfo, context bieden. | **Affiliated interview:** Interne verslaggeving, correspondent + anker, collegiaal. |
| **Feature genres:** | |
| **Human interest verhaal:** Gewone mensen centraal, gelinkt aan maatschappelijke relevantie, ontroeren/vermaken. | **(Feature) reportage:** Ter plaatse, ervaring van de journalist centraal, narratieve opbouw, tijdlozer dan nieuws. |
| **Het portret/profiel:** Mens achter de publieke figuur tonen, levensloop, karakter. | |
| **Archetypische personages (Propp):** | |
| **De schurk:** Verstoort de orde, vertegenwoordigt het kwaad (bv. stiefmoeder, draak). | **De schenker:** Levert object aan de held, vaak via een test (bv. goede fee). |
| **De helper:** Stelt zich ten dienste van de held, met uitzonderlijke krachten (bv. muizen, vogels). | **De gezochte:** Object van de queeste (bv. prinses). |
| **De zender/dispatcher:** Motiveert de held (bv. koning). | **De held:** Moet een missie volbrengen. |
| **De valse held:** Probeert de missie te dwarsbomen, wordt ontmaskerd (bv. stiefzusters). | |
| **Heroïsche archetypes in nieuws:** | |
| **Held:** Gewone mensen in uitzonderlijke situaties (bv. zorgverleners, vrijwilligers, sporters). | **Zondebok/bedrieger:** Publiekelijk ter verantwoording geroepen, valt uit de samenleving (bv. Sihame El Kaoakibi). |
| **Slachtoffer:** Iets verschrikkelijks overkomen, vertegenwoordigt grotere maatschappelijke problemen (bv. Julie Van Espen). | **Schurk:** Vertegenwoordigt het kwaad, morele grenzen overschrijdend (bv. Marc Dutroux). |
| **Goede moeder:** Zorg, geduld, empathie, bescherming (bv. Moeder Teresa). | **Zondvloed/ramp:** Natuur/noodlot slaat toe, confronteert met kwetsbaarheid, symbool voor reiniging/hernieuwing (bv. pandemie, overstromingen). |
| **Analyse van helden-narratieven (bv. Tom Boonen):** Opkomst, val, 2e adem/herrijzenis. Media spelen een dubbele rol. | |
| **Non-closure strategieën:** | |
| **Spanning erin houden:** Mysterie creëren, toekomstverwachtingen scheppen. | **Plot aandikken:** Verhaal uitbreiden, her-contextualiseren zonder nieuwe feiten. |
| **Almost-stories:** Nieuwe ontwikkelingen, geruchten die doorbraak suggereren maar niet komen. | **Rituele gebeurtenissen:** Verhaal blijft in het nieuws door herhaling op vaste momenten. |
| **Hoofdpersoon in leven houden:** Personage of waarden blijven levend in de verbeelding. | |
| **Objectiviteit vs. Narratieve journalistiek:** | |
| **Objectiviteit:** Feiten spreken, neutrale toon, omgekeerde piramide. | **Narratieve journalistiek:** Emotie, betrokkenheid, plotstructuur, menselijke verhalen. |
| **Anecdotal leads:** Gebruik van herkenbare mensen om maatschappelijke fenomenen tastbaar te maken. | **Personalisering/Human Interest:** Grote thema's via individuele verhalen. |
| **'Intimization' & self-disclosures:** Subtiele toelating van eigen emoties van de journalist. | **Beeldtaal en visuele framing:** Foto's en video's die emotie uitstralen. |
| **Strategische rituelen:** | |
| **Objectiviteit (Tuchman):** Beschermen tegen bias, feiten spreken, neutraliteit, afstand. | **Emotionality (Wahl-Jorgensen):** Beschermen tegen kilte, emoties spreken via anderen, authenticiteit, empathie. |
| **Tabloidisering:** | |
| **Inhoud:** Voorkeur voor 'zachte' thema's. | **Vorm:** Visualisering, aangepaste formats. |
| **Hard/Zacht Nieuws (Multidimensionaal):** Onderwerp, Focus, Stijl. | |
| **Sensatiezucht:** Illocutions (bedoelde handeling van de kop), macrostructures (thema's), narrative formulas, interpersonal & textual devices (taalgebruik, deixis), evaluation parameters (waardeoordelen). | |
| **Clickbait:** Information bait (informatie achterhouden), Rage bait (boosheid opwekken). | |
---
# De rol van mythes, archetypes en narratieve structuren in nieuws
Hier is een gedetailleerde studiehandleiding over de rol van mythes, archetypes en narratieve structuren in nieuws, gebaseerd op de verstrekte documentatie (pagina's 17-37).
## 2. De rol van mythes, archetypes en narratieve structuren in nieuws
Dit onderwerp onderzoekt hoe mythische patronen, archetypes en specifieke narratieve structuren worden gebruikt in nieuwsverhalen om betekenis te geven aan gebeurtenissen en culturele waarden te bevestigen.
### 2.1 De narratieve wending in het nieuws
De "narratieve wending" in de journalistiek, die sinds de jaren tachtig opkomt, stelt dat nieuws niet slechts een neutrale spiegel van de werkelijkheid is, maar een constructie die volgens bepaalde patronen wordt verteld. Dit paradigmaverschuiving kijkt naar nieuws niet alleen via feiten, maar ook via de lens van verhalen, inclusief elementen zoals plot, emoties en personages. Deze benadering, die voortbouwt op concepten als 'homo narrans' (de mens als vertellend wezen), erkent dat mensen betekenis geven aan de wereld door middel van symbolen en verhalen, en dat we niet alleen rationeel, maar ook narratief worden overtuigd.
* **Homo narrans:** Dit concept, onder meer verkondigd door Kenneth Burke en Walter Fisher, benadrukt dat mensen hun identiteit en wereldbeeld vormen op basis van verhalen. We worden niet alleen overtuigd door logica, maar vooral door coherente en herkenbare verhalen.
* **Storytelling in de journalistiek:** Journalisten gebruiken vaak vaste verhaalstructuren en "containers" om informatie begrijpelijk te maken. Deze formats zijn echter niet neutraal en worden beïnvloed door factoren zoals de persoonlijkheid van de journalist, universele nieuwswaarden, redactiestructuren, het medium, het genre, het merk en het doelpubliek. Nieuws is dus eerder een verhaalvorm dan een direct raam op de werkelijkheid.
### 2.2 Narratieve structuren en nieuwsconstructie
Nieuws wordt opgebouwd met specifieke structuren die de betekenisgeving beïnvloeden. De "omgekeerde piramidestructuur", ontstaan uit technologische ontwikkelingen zoals de telegraaf, plaatst de belangrijkste informatie (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe) vooraan. Echter, naast deze feitelijke, afstandelijke benadering, evolueert de journalistiek ook naar meer betrokken, narratieve vertelwijzen.
* **Discourse structuren:** Er wordt onderscheid gemaakt tussen de 'event structure' (wat er verteld wordt) en de 'discourse structure' (hoe het verteld wordt). Verschillende discursieve structuren, zoals lineair, 'reversal' (omkering) en 'inverted' (omgekeerde piramide), kunnen de affectieve reactie van het publiek beïnvloeden (spanning, nieuwsgierigheid, plezier).
* **Lineair:** Chronologische volgorde, vaak gebruikt in reportages en live blogs, wat spanning kan opwekken.
* **Reversal:** Begint met de uitkomst, gevolgd door de uitleg hoe die tot stand kwam. Dit kan nieuwsgierigheid opwekken, vooral in true crime of justitie-journalistiek.
* **Inverted:** De omgekeerde piramide, waarbij de belangrijkste informatie eerst komt. Dit is efficiënt voor snelle informatieoverdracht.
### 2.3 Mythes als betekeniskaders
Mythes spelen een cruciale rol in het nieuws door een verhalend kader te scheppen waarmee de maatschappij orde en betekenis geeft aan de wereld. Ze beantwoorden vragen over waarom dingen gebeuren, wat goed en fout is, en wie we zijn als gemeenschap.
* **Functies van mythes:**
* **Verklaring:** Bieden een kader om onbegrijpelijke of bedreigende zaken te verklaren.
* **Waardenbevestiging:** Bevestigen wat binnen een samenleving als goed, slecht of belangrijk wordt beschouwd.
* **Continuïteit en orde:** Zorgen voor stabiliteit en begrip in een chaotische wereld.
* **Nieuws als moderne mythologie:** Nieuwsverhalen, vooral die over rampen, politieke schandalen of de strijd van sporthhelden, vervullen vaak dezelfde functies als klassieke mythes. Ze geven betekenis, bevestigen morele ordes en scheppen herkenbare structuren.
### 2.4 Archetypes als bouwstenen van verhalen
Archetypes zijn universele, herkenbare figuren, situaties en symbolen die steeds terugkomen in verhalen over verschillende culturen en tijden heen. Ze vormen de 'oerbeelden' in ons collectieve onderbewustzijn en maken verhalen instinctief herkenbaar.
* **Soorten archetypes:** Archetypes kunnen zich manifesteren als figuren (held, schurk), narratieven (queeste, val), conflicten (goed vs. kwaad), plaatsen en middelen.
* **Journalistieke toepassingen:**
* **Held:** Vaak een gewone burger die persoonlijke crisissen overwint en de gemeenschap herstelt. Dit narratief biedt hoop en dient als moreel baken. Voorbeelden zijn zorgverleners tijdens de pandemie, vrijwilligers bij rampen, en sporthhelden.
* **Zondebok/Bedrieger:** Figuren die publiekelijk ter verantwoording worden geroepen, wat leidt tot rechtvaardiging voor de samenleving.
* **Slachtoffer:** Personen aan wie iets verschrikkelijks is overkomen, wat kan leiden tot maatschappelijke discussies over falen van systemen of bescherming.
* **Schurk:** Verpersoonlijking van het kwaad, die morele grenzen overschrijdt en de samenleving helpt haar eigen grenzen af te bakenen.
* **Goede moeder:** Verpersoonlijking van zorg, geduld en empathie, die bescherming biedt en het goede in de maatschappij vertegenwoordigt.
* **Zondvloed/Ramp:** Verhalen over het noodlot dat toeslaat, wat confronteert met menselijke kwetsbaarheid en ruimte biedt voor hoop en vernieuwing, mits er actie wordt ondernomen.
* **Vladimir Propp's functies:** Propp identificeerde in sprookjes 31 vaste structuren, waaronder de vertrek van de held, de ontmoeting met de vijand en de uiteindelijke overwinning. Deze structuren zijn ook terug te vinden in moderne verhalen.
* **Jack Lule's archetypische oermythes:** Lule identificeert oermythes in journalistieke storytelling, zoals de held, bedrieger, goede moeder, zondebok, schurk, en narratieven als 'overcoming evil' en 'rags to riches'.
### 2.5 Mythes, macht en ideologie
Nieuwsverhalen, door het gebruik van mythische patronen en archetypes, kunnen de waarden van dominante machtsstructuren bevestigen en de status quo in stand houden. Journalisten kunnen, bewust of onbewust, fungeren als "barden" die deze structuren reproduceren.
* **Comfort narratives:** Overheden maken gebruik van verhalen die publiek meekrijgen en hun macht bevestigen, zoals tijdens de aanloop naar de oorlog in Irak met frames als "weapons of mass destruction" en "shock and awe". Deze mythische frames, die passen bij heersende waarden zoals vrijheid en democratie, worden vaak kritiekloos overgenomen.
* **Media als 'barden':** Media kunnen de boodschappen van de overheid overnemen, wat kan leiden tot een rol als "lapdogs" in plaats van "watchdogs".
### 2.6 Non-closure: het openhouden van verhalen
Non-closure is een storytellingtechniek waarbij verhalen bewust open worden gehouden, zonder een definitief einde. Dit zorgt ervoor dat nieuwsverhalen nieuwswaardig blijven, de spanning behouden, en de betrokkenheid van het publiek vergroten.
* **Functies van non-closure:**
* **Mythes in stand houden:** Binnen het nieuwsformaat blijven mythes leven doordat verhalen niet worden afgesloten.
* **Spanning en betrokkenheid:** Houdt de lezer geboeid omdat er nog iets kan gebeuren.
* **Rituele functie:** Verbindt mensen rond gedeelde betekenissen en waarden.
* **Voorbeelden:** De Bende van Nijvel en de verdwijning van Madeline McCann zijn klassieke voorbeelden van non-closure, waarbij de onopgeloste aard van de zaak de verhalen relevant houdt en raakt aan diepere maatschappelijke thema's zoals wantrouwen in instituties of de bescherming van kinderen.
### 2.7 De impact van storytelling op objectiviteit en waarheidsvinding
De opkomst van storytelling in de journalistiek creëert een spanning met het traditionele ideaal van objectiviteit.
* **Objectiviteit als strategie:** Gaye Tuchman beschrijft objectiviteit als een strategie die journalisten hanteren via conventies zoals hoor en wederhoor, scheiding van feit en mening, en neutrale toon, om geloofwaardigheid uit te stralen.
* **De 'affective turn':** De laatste decennia is er een verschuiving naar het erkennen van de cruciale rol van emotie in hoe mensen meningen vormen. Emoties worden niet langer gezien als storend, maar als een middel om aandacht te trekken, betrokkenheid te creëren en collectieve samenhang te bevorderen.
* **Risico op 'false balancing':** Het streven naar balans kan leiden tot 'false balancing', waarbij ongelijke standpunten een gelijkwaardig gewicht krijgen (bv. klimaatontkenners tegenover wetenschappers), wat de waarheid kan vertekenen.
* **Spanning tussen objectiviteit en storytelling:** Storytelling vraagt om gevoel en emotie, terwijl objectiviteit afstandelijkheid en neutraliteit nastreeft. Dit vereist een delicaat evenwicht. Journalisten proberen dit vaak op te lossen door anderen (gewone mensen, slachtoffers) de emoties te laten dragen, waardoor de journalist professioneel neutraal kan blijven.
* **Tabloidisering en sensatie:** Een pessimistische visie op storytelling is de neiging tot tabloidisering, waarbij de focus verschuift van hard nieuws naar entertainment, wat kan leiden tot oppervlakkigheid en verwaarlozing van belangrijke onderwerpen. Dit wordt mede gedreven door commerciële druk en de behoefte om aandacht te trekken in een competitief medialandschap.
* **Kenmerken van tabloidjournalistiek:** Kenmerken bevinden zich zowel in de inhoud (focus op 'zachte' thema's) als de vorm (visualisering, spanningsopbouw).
* **Hard vs. Zacht nieuws:** De dichotomie tussen hard en zacht nieuws is problematisch. Nieuws is vaak een mengvorm, en 'zacht' nieuws kan dienen als een 'inroad' naar belangrijkere onderwerpen. Een multidimensionaal concept, dat rekening houdt met onderwerp, focus en stijl, is nuttiger.
### 2.8 De rol van emotie in nieuws
Emotie speelt een steeds belangrijkere rol in journalistieke verhalen, deels gedreven door de "affective turn" en de aandachtseconomie.
* **Strategic ritual of emotionality:** Dit concept, complementair aan Tuchman's 'strategic ritual of objectivity', erkent dat emoties cruciaal zijn om mensen te raken en te verbinden. Journalisten regisseren emoties strategisch, vaak door de ervaringen van anderen te belichten, om geloofwaardigheid door authenticiteit te bereiken.
* **Lokale vs. uitgebreide narratieven:** Emotie kan worden ingebed in korte "lokale narratieven" (menselijke momenten binnen een feitelijk item) of fungeren als rode draad in "uitgebreide narratieven" (het hele item is een verhaal).
* **Genres en emotie:** Genres zoals reportages en columns lenen zich meer voor emotie dan het nieuwsbericht met de omgekeerde piramide.
### 2.9 De uitdagingen van digitale journalistiek en AI
Digitale technologieën en AI introduceren nieuwe mogelijkheden en uitdagingen voor storytelling in nieuws.
* **Nieuwe vertelvormen:** Online platforms maken updates, deling en interactieve formats mogelijk. Mensen lezen online anders (scannen, F-vorm, mobiel gebruik), wat de structuur en opmaak van teksten beïnvloedt (scanbaarheid, tussentitels, korte alinea's).
* **SEO en algoritmes:** Zoekmachineoptimalisatie (SEO) en algoritmes bepalen de vindbaarheid en verspreiding van nieuws. De relatie tussen clicks en impressies verandert, wat invloed heeft op advertentie-inkomsten.
* **AI-gegenereerde beelden:** De opkomst van AI roept ethische vragen op over het verplicht bijzetten van AI-gegenereerde beelden en de impact op de waarheidsgetrouwheid.
* **Sociale media:** Nieuwsmerken gebruiken sociale media om nieuwe doelgroepen te bereiken en merkbekendheid op te bouwen. Dit vereist unieke content die aansluit bij de platforms (TikTok, Instagram), vaak met een focus op snelle, visuele en soms speelse vertellingen. De kernuitdaging ligt in het creëren van authentieke en boeiende content die de aandacht trekt zonder de geloofwaardigheid te verliezen.
* **Scripts en storytelling op sociale media:** Een sterke hook, de belofte van de titel, en een passende toon zijn cruciaal. Videoscripts moeten de aandacht vasthouden en gebruik maken van bewegend beeld. Een duidelijke publicatiestrategie, inspelen op platformtrends en interactie met de community zijn essentieel.
### 2.10 Immersieve journalistiek
Immersieve journalistiek biedt de mogelijkheid voor het publiek om 'eerste-persoonservaringen' van gebeurtenissen te krijgen, wat de afstand tussen publiek en nieuws verkleint en begrip verdiept.
* **Technologieën:** VR (Virtual Reality), AR (Augmented Reality) en 360° video worden ingezet om ervaringen te creëren.
* **VR:** Biedt de meest diepgaande immersie, waarbij de gebruiker zich volledig in een computergegenereerde of hybride omgeving bevindt en keuzes kan maken die het verloop van het verhaal beïnvloeden.
* **AR:** Verrijkt de fysieke wereld met digitale elementen, waardoor de gebruiker de werkelijkheid ervaart met toegevoegde informatie.
* **360° video:** Biedt een beperkte vorm van interactiviteit waarbij de gebruiker kan rondkijken, maar geen handelingsvermogen heeft in het verhaal.
* **Narratieve perspectieven:** Verhalen kunnen worden verteld vanuit een derde persoon (onzichtbare observator) of eerste persoon (als personage in het verhaal).
* **Voordelen:** Het bevorderen van emotionele betrokkenheid en empathie, het verdiepen van begrip van complexe informatie, en het aantrekken van nieuwe doelgroepen, met name jongeren.
* **Ethische risico's:** Aantasting van geloofwaardigheid, verschuiving naar entertainment, vertekende representatie van de werkelijkheid, onbedoeld voyeurisme, en inbreuken op privacy.
* **Toekomst:** Immersieve journalistiek staat nog voor uitdagingen zoals monetisatie, hoge productiekosten, beperkt publieksbereik en technologische afhankelijkheid. De focus verschuift echter van 'tech-first' naar 'meaning-first', met toegankelijkere technologieën en een grotere nadruk op de verhalende meerwaarde.
---
**Tip:** Vergelijk de 'strategic ritual of objectivity' met de 'strategic ritual of emotionality'. Begrijp hoe beide strategieën de geloofwaardigheid van journalistiek proberen te waarborgen, maar via verschillende middelen (afstand versus authenticiteit via anderen). Dit is een belangrijk concept om de complexiteit van nieuwsverhalen te analyseren.
**Tip:** Denk na over de toepassing van mythische patronen en archetypes in je eigen nieuwsconsumptie. Welke verhalen resoneren met je, en waarom? Herken je de held, de schurk, of de zondebok in de huidige berichtgeving?
**Tip:** Analyseer de structuur van nieuwsartikelen die je leest. Is het een omgekeerde piramide, een lineair verhaal, of een reversal? Hoe beïnvloedt de structuur jouw leeservaring en begrip?
**Tip:** Wees kritisch op 'non-closure' verhalen. Hoewel ze de betrokkenheid vergroten, kunnen ze ook leiden tot eindeloze speculatie en het in stand houden van onopgeloste maatschappelijke vraagstukken zonder concrete oplossingen.
---
# Effecten van storytelling: emotie, tabloidisering en waarheidsvinding
Dit onderwerp analyseert de impact van storytelling op de lezer, met specifieke aandacht voor de rol van emotie, de tendens tot tabloidisering, en de uitdagingen met betrekking tot objectiviteit en waarheidsvinding in journalistieke verhalen.
## 3. Storytelling en objectiviteit: een ongemakkelijk huwelijk
### 3.1 De strategie van objectiviteit
Gaye Tuchman definieerde objectiviteit in de journalistiek niet zozeer als een kenmerk van de werkelijkheid, maar als een **strategie**. Journalisten hanteren specifieke conventies en gewoontes om geloofwaardigheid en professionaliteit uit te stralen. Deze conventies omvatten onder andere:
* Hoor en wederhoor toepassen.
* Feiten scheiden van meningen.
* Bronnen citeren in plaats van de eigen mening te presenteren.
* Een neutrale, afstandelijke toon hanteren.
Deze conventies structureren het journalistieke werk, maar kunnen ook leiden tot spanningen, met name wanneer storytelling, dat juist gevoel en emotie vraagt, botst met de vereiste afstandelijkheid en neutraliteit.
### 3.2 De spagaat van de journalistiek
De opkomst van narratieve journalistiek leidt ertoe dat journalistiek **narratiever** wordt, met minder focus op louter waarneming en meer op vertellen. Journalisten hechten meer belang aan hun vertelstijl en mening, wat leidt tot een grotere persoonlijkheid in de berichtgeving. Dit plaatst journalisten in een spagaat: enerzijds is er de objectiviteit, anderzijds roept een neutrale vertelstem niet altijd meer vertrouwen op. Om het publiek te betrekken wordt storytelling ingezet, maar dit kan leiden tot sentimentaliteit, wat botst met het ideaal van objectiviteit.
Kuitenbrouwer pleit voor **waarachtigheid**, waarbij journalisten tonen wat ze wel en niet weten. Dit kan helpen om betekenis te blijven geven aan journalistiek zonder geloofwaardigheid te verliezen.
### 3.3 Risico's: False balancing en sentimentalisering
Een risico van de strategische omgang met objectiviteit is **"false balancing"**. Dit treedt op wanneer tegengestelde standpunten, zelfs als ze wetenschappelijk niet even zwaar wegen, een gelijkaardig gewicht krijgen in de berichtgeving. Dit kan de waarheid vertekenen, alsof elk standpunt even geloofwaardig is.
Narratieve journalistiek wordt soms gezien als een aanslag op de objectiviteit, omdat het de nadruk legt op gevoel en emotie. De journalist toont betrouwbaarheid via wederhoor en afstandelijkheid, wat kan clashen met de narratieve aanpak.
## 4. De rol van emotie in journalistieke verhalen
### 4.1 De "affective turn"
De afgelopen twintig jaar is er sprake van een **"affective turn"** in de journalistiek. Emotie wordt niet langer gezien als iets storends, maar als een cruciaal onderdeel van hoe men een opinie vormt. Journalisten bouwen bewust en strategisch emoties in hun verhalen in om aandacht te trekken, betrokkenheid te creëren en mensen te verbinden.
### 4.2 Emotie als instrument
Emoties stellen ons in staat ons in te leven, collectieve samenhang te creëren en beleidsverandering te bewerkstelligen. In een aandachtseconomie zijn emoties ook een manier om het publiek te bereiken. Er is een optimistische visie dat emotie kan dienen als een "inroad" naar belangrijker nieuws.
### 4.3 Strategic ritual of emotionality
De **"strategic ritual of emotionality"** is deels complementair aan Tuchman's "strategic ritual of objectivity". Het is essentieel om mensen te raken en te laten zien wat belangrijk is, zonder te veel emotioneel te lijken, wat de objectiviteit zou kunnen schaden. Dit evenwicht wordt vaak bereikt door andere personen de emoties te laten dragen. Gewone mensen belichamen het verhaal, waardoor de journalist professioneel kan blijven terwijl het publiek de emotionele impact ervaart. Dit wordt beloond bij journalistieke prijzen.
Emoties zijn dus niet zomaar bijkomstig, maar een **professioneel instrument** waarop journalisten bewust inzetten zonder hun geloofwaardigheid te verliezen. Ze werken complementair aan objectiviteit.
### 4.4 Lokale en uitgebreide narratieven
* **Local narrative:** Een kort menselijk moment binnen een verder feitelijk nieuwsitem. Dit geeft cijfers en feiten een menselijk gezicht en zorgt voor emotionele diepgang.
* **Extended narrative:** Het hele item is een verhaal, waarin emotie de rode draad vormt. Dit nodigt uit tot identificatie met personages.
Genres zoals reportages, recensies en columns lenen zich meer voor emotie dan nieuwsberichten in de omgekeerde piramide-structuur.
## 5. Tabloidisering en sensatiezucht
### 5.1 Risico's en kenmerken
Een pessimistische visie op storytelling in de journalistiek wijst op de **verwaarlozing van belangrijke onderwerpen** ten gunste van oppervlakkige, emotionele en sensationele aanpakken. Dit wordt tabloidisering genoemd, waarbij journalistiek van informeren naar amuseren verschuift, wat leidt tot een "verkleutering" van het nieuws en een voorkeur voor sensationele verhalen zonder diepgang.
Kenmerken van tabloidjournalistiek omvatten:
* **Inhoud:** Voorkeur voor "zachte" thema's zoals BN'ers, relaties, sport, misdaad en human interest, ten koste van "hard news".
* **Vorm:** Visueel aantrekkelijke vormgeving met veel kleur en beeldmateriaal, kleinere koppen en compactere artikelen. Televisie heeft ook aanpassingen gezien in presentatietechnieken en verhaaltechnieken om kijkers te betrekken.
### 5.2 Hard versus zacht nieuws
De traditionele dichotomie tussen hard en zacht nieuws is te simplistisch. Nieuws is niet strikt hard of zacht, maar kan op verschillende dimensies harder of zachter zijn. Reinemann et al. stellen een **multi-dimensionaal concept** voor, waarbij de **onderwerpdimensie** (politiek/maatschappelijk versus lifestyle/celebrity), de **focusdimensie** (publiek/thematisch versus persoonlijk/episodisch) en de **stijldimensie** (neutraal/formeel versus emotioneel/persoonlijk) bepalen hoe "hard" of "zacht" een nieuwsbericht is.
### 5.3 Sensatiezucht en clickbait
Sensatiezucht is een **discursieve strategie** om nieuws interessanter, uitzonderlijker of relevanter te maken. Dit kan zowel in de **inhoud** (keuze voor prikkelende thema's) als in de **vorm** (gebruik van taal, beeld, structuur om gewone info spannender te maken).
**Clickbait** kan op verschillende manieren worden ingedeeld:
* **Information bait:** Headlines die nieuwsgierigheid opwekken door informatie achter te houden.
* **Rage bait:** Headlines die bewust boosheid en morele verontwaardiging uitlokken om interactie te stimuleren.
Hoewel rage bait effectiever is om aandacht te trekken, kan het negatieve gevolgen hebben voor de kwaliteit van de informatieomgeving, zoals polarisatie.
## 6. Waarheidsvinding en de uitdagingen van storytelling
### 6.1 Het conflict met objectiviteit en waarheidsvinding
Storytelling, met zijn nadruk op emotie en narratief, kan botsen met de journalistieke principes van objectiviteit en waarheidsvinding. Terwijl objectiviteit streeft naar een neutrale weergave van feiten, kan storytelling de werkelijkheid kleuren en interpreteren. De vraag is hoe verhalen menselijk en meeslepend kunnen zijn zonder te vervallen in spektakel, en hoe emotie gebruikt kan worden zonder in te boeten op waarachtigheid.
### 6.2 Archetypes, mythes en betekenisgeving
Journalistieke verhalen grijpen vaak terug naar **bekende verhaallijnen, mythes en metaforen**. Dit helpt om nieuws begrijpelijk te maken en biedt een **herkenbaar narratief kader** voor de wereld. Mythes, met hun archetypische personages (held, schurk, zondebok), situaties en symbolen, geven betekenis aan gebeurtenissen en bevestigen vaak morele en culturele waarden. Nieuws functioneert zo als een moderne mythologie.
### 6.3 Non-closure als strategie
**Non-closure** is een storytellingtechniek waarbij verhalen bewust open worden gehouden. Dit kan door de nadruk te leggen op mysterie, toekomstverwachtingen te creëren, sub-characters te introduceren, of door rituele hervertellingen op vaste momenten. Dit houdt de spanning erin, vergroot de betrokkenheid en zorgt ervoor dat verhalen nieuwswaardig blijven, zelfs na lange tijd, door aan te haken bij diepere maatschappelijke thema's (bv. Bende van Nijvel, Madeline McCann).
### 6.4 De journalist als bard
Journalisten lopen het risico moderne **barden** te worden die de waarden van dominante machtsstructuren vertegenwoordigen. Door bekende narratieve patronen te gebruiken, kunnen ze onbedoeld machtsdiscoursen reproduceren. **"Comfort narratives"** kunnen worden ingezet door overheden om publieke steun te verkrijgen en hun macht te bevestigen. De strijd tussen de War of the Worlds-uitzending en krantenmedia illustreert de dynamiek tussen nieuwe media en gevestigde structuren.
### 6.5 Immersieve journalistiek en ethische risico's
Immersieve journalistiek, die technologieën als VR, AR en 360°-video gebruikt, creëert een **eerstepersoonservaring** van nieuwsgebeurtenissen. Hoewel dit de empathie kan vergroten en complexe informatie begrijpelijk kan maken, brengt het ook ethische risico's met zich mee:
* **Verschuiving van informatie naar entertainment:** Dramatisering en sensatie kunnen de waarheidsgetrouwheid aantasten.
* **Vertekende representatie:** Overmatige emotionele betrokkenheid of onbedoeld voyeurisme.
* **Privacy en waardigheid:** Aantasting van de privacy van betrokkenen.
* **Objectiviteit versus subjectiviteit:** Journalistiek activisme kan de neutraliteit ondermijnen.
De effectiviteit van immersieve journalistiek hangt af van de journalistieke doelstellingen en de gebruikte technologie. De huidige trend is een verschuiving van "wat" naar "waarom" en van "tech-first" naar "meaning-first", met meer nadruk op duurzaamheid en toegankelijke technologieën.
## 7. De toekomst van storytelling in journalistiek
De digitale journalistiek en de opkomst van AI stellen journalisten voor nieuwe uitdagingen en kansen. Het schrijven voor online platforms vereist een andere aanpak dan traditionele media, met aandacht voor scanbaarheid, hyperlinks, en interactieve formats. Sociale media vereisen unieke content die is afgestemd op de specifieke platforms en doelgroepen. De toekomst van storytelling in de journalistiek ligt in het vinden van een balans tussen het vertellen van menselijke, meeslepende verhalen en het waarborgen van waarachtigheid en ethische principes.
---
# Immersieve journalistiek en nieuwe vertelvormen
Immersieve journalistiek en nieuwe vertelvormen verkennen de toepassing van technologieën zoals VR, AR en 360° video om het publiek een meeslepende, eerstelijns ervaring van nieuwsverhalen te bieden, waarbij de toeschouwer niet langer een passieve kijker is, maar een participant in het verhaal.
### 4.1 De evolutie van journalistieke vertelvormen
De manier waarop nieuws wordt verteld, heeft een aanzienlijke evolutie doorgemaakt, beïnvloed door technologische veranderingen, maatschappelijke contexten en verschuivende journalistieke idealen.
#### 4.1.1 De narratieve wending in de journalistiek
* **Homo narrans:** De mens wordt gezien als een wezen dat leeft en denkt in verhalen. Verhalen structureren onze identiteit en ons begrip van de wereld. Dit in tegenstelling tot het dominante rationele paradigma dat de mens primair als een rationeel wezen beschouwde.
* **Nieuws als verhaal:** Nieuws wordt niet langer beschouwd als een neutrale spiegel van de werkelijkheid, maar als een constructie die, net als andere verhalen, bepaalde structuren, plotlijnen en zelfs emoties bevat.
* **Invloed van factoren:** De storytelling in journalistiek wordt beïnvloed door de persoonlijkheid van de journalist, universele nieuwswaarden, redactiestructuren, het medium, het genre, het merk en het doelpubliek.
#### 4.1.2 Structurele veranderingen in nieuwsberichten
* **Omgekeerde piramidestructuur:** Ontstaan door technologische ontwikkelingen zoals de telegraaf, die de noodzaak van beknopte en efficiënte berichtgeving stimuleerde. De belangrijkste informatie wordt vooraan geplaatst, gevolgd door minder belangrijke details.
* **Voordelen:** Efficiëntie voor ontvanger en producent, associatie met objectiviteit.
* **Nadelen:** Mist narratief en context, creëert afstand in plaats van verbinding.
* **Verschillende discoursstructuren:**
* **Lineair/chronologisch:** Creëert spanning en meesleping, maar kan saai zijn bij droge feiten.
* **Reversal:** Begint met de uitkomst, gevolgd door de uitleg. Roep nieuwsgierigheid op.
* **Inverted (omgekeerde piramide):** Eerst de belangrijkste informatie (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe), daarna minder belangrijke details. Efficiënt voor informatieoverdracht.
* **Experimenten met structuur:** Onderzoek heeft aangetoond dat lineaire en reversal structuren meer spanning, nieuwsgierigheid en leesplezier kunnen oproepen, ongeacht de feitelijkheid van het verhaal.
#### 4.1.3 Opkomst van narratieve journalistiek
* **Literair-artistieke technieken:** Narratieve journalistiek past literaire technieken toe op werkelijk gebeurde verhalen, met elementen als personages, scènes, spanningsbogen, een verteller en gelaagdheid (synoptisch detail).
* **Vorm en stijl:** De kracht van een nieuwsverhaal ligt in de vorm (structuur en opbouw) en stijl (toon, taal). Genres ontstaan uit herkenbare combinaties van vorm en stijl.
* **Journalistieke genres:** Verschillende genres, zoals nieuwsberichten, interviews, feature journalism, opinieartikelen, columns, recensies en factchecks, hanteren diverse vertelvormen en stijlen.
* **Nieuwsbericht:** Actueel, feitelijk, omgekeerde piramide.
* **Interview:** Vraag-antwoord structuur, kan als discursieve of subversieve strategie dienen. Subgenres omvatten fragmenten, ingebedde citaten en voxpops.
* **Feature journalism:** Een genrefamilie die intimiteit, literariteit en avontuur combineert.
* **Opinie, hoofdredactioneel commentaar, column, recensie:** Uiten meningen en bieden duiding.
* **Fact-check:** Genre in wording, gericht op het ontkrachten van onwaarheden.
* **Explainers/uitgelegd:** Gericht op het duiden en verklaren van complexe thema's.
* **Liveblog:** Doorlopend nieuwsbericht in real-time, creëert een gevoel van 'liveness'.
### 4.2 Mythes, personages en storytelling in het nieuws
Nieuws is inherent verweven met storytelling en maakt vaak gebruik van mythische patronen en archetypes om gebeurtenissen te duiden en betekenis te geven.
#### 4.2.1 Nieuws als moderne mythologie
* **Mythes:** Verhalende kaders die orde en betekenis geven aan de wereld. Ze verklaren waarom dingen gebeuren, wat goed en fout is, en wie wij als gemeenschap zijn.
* **Archetypes:** Herkenbare figuren, situaties en symbolen die terugkeren in alle tijden en culturen (oerbeelden). Ze vormen de bouwstenen van mythes en maken verhalen direct herkenbaar.
* **Voorbeelden:** Held, zondebok, schenker, helper, gezochte, zender, valse held, schurk, goede moeder, ramp.
* **Nieuws als symbolische rolvervulling:** Journalisten gebruiken archetypische rollen om morele en culturele waarden te bevestigen. Het nieuws fungeert als moderne mythologie door betekenis te geven aan gebeurtenissen.
* **Macht en ideologie:** Nieuwsverhalen kunnen de waarden van dominante machtsstructuren weerspiegelen en de status quo bevestigen. Journalisten lopen het risico moderne barden te worden die machtsstructuren kritiekloos overnemen.
#### 4.2.2 Archetypische verhaalpatronen in het nieuws
* **De Held:** Vaak een gewone burger die uitzonderlijke prestaties levert, vooral in tijden van crisis. Belichaamt waarden als moed en zelfopoffering.
* **Voorbeeld:** Zorgverleners tijdens de coronapandemie, vrijwilligers bij rampen, sporthelden.
* **De Val:** Een held die niet perfect is en ten onder gaat aan zijn eigen falen of externe omstandigheden.
* **Voorbeeld:** Een sporter die doping gebruikt, een politica die belastingen verkeerd besteedt.
* **De Tweede Adem / Herrijzenis:** De held krijgt een kans op rehabilitatie en wordt opnieuw tot heldenstatus verheven.
* **Voorbeeld:** Een sporter die na een val terugkeert en succesvol is.
* **De Schurk:** Vertegenwoordigt het kwaad of wat moreel fout loopt in de samenleving. Helpt de grenzen van wat acceptabel is af te bakenen.
* **Voorbeeld:** Misdadigers zoals Marc Dutroux, of structurele kwaad zoals misbruik binnen instituties.
* **De Zondebok / Bedrieger:** Wordt publiekelijk ter verantwoording geroepen en fungeert als symbool van morele mislukking.
* **Voorbeeld:** Publieke figuren die falen of zich schuldig maken aan wangedrag.
* **Het Slachtoffer:** Iemand aan wie iets verschrikkelijks is overkomen, vaak symbool staand voor grotere maatschappelijke problemen.
* **Voorbeeld:** Slachtoffers van geweld, terreur of natuurrampen.
* **De Goede Moeder:** Belichaamt zorg, geduld, warmte en empathie. Beschermt en verzorgt.
* **Voorbeeld:** Zorgfiguren, zowel professioneel als vrijwillig.
* **De Vloed / Ramp:** Verhalen waarin de natuur of het noodlot toeslaat, confronterend met menselijke kwetsbaarheid. Symbool voor reiniging en hernieuwing.
* **Voorbeeld:** Pandemieën, overstromingen, klimaatverandering.
#### 4.2.3 Non-closure in nieuwsverhalen
* **Bewust openhouden van verhalen:** Een storytellingtechniek waarbij verhalen een open einde behouden, waardoor ze nieuwswaardig blijven en de betrokkenheid van het publiek wordt vergroot.
* **Functies:** Houdt spanning erin, creëert toekomstverwachtingen, bouwt het plot verder uit met nieuwe spelers en contexten, en kan verhalen levend houden ondanks het ontbreken van nieuwe feiten.
* **Rituele gebeurtenissen:** Verhalen blijven in het nieuws door herhaling op vaste momenten (bijv. verjaardagen, jubilea), wat de collectieve herinnering levend houdt.
* **Voorbeelden:** De Bende van Nijvel, de verdwijning van Madeline McCann.
### 4.3 Effecten van storytelling: emotie, objectiviteit en waarheidsvinding
De integratie van storytelling in journalistiek brengt uitdagingen met zich mee, met name de balans tussen emotie en objectiviteit, en het risico op tabloidisering.
#### 4.3.1 De spanning tussen objectiviteit en storytelling
* **Objectiviteit als strategie:** Traditioneel gezien als een middel om geloofwaardigheid te waarborgen door middel van hoor en wederhoor, scheiding van feit en mening, en neutrale toon.
* **Narratieve journalistiek en emotie:** Storytelling vraagt om gevoel en emotie, wat kan botsen met de afstandelijkheid die objectiviteit vereist.
* **De 'affective turn':** Erkenning dat emoties een cruciaal onderdeel zijn van hoe mensen informatie vormen en zich verbinden. Journalisten gebruiken emoties strategisch om aandacht te trekken en betrokkenheid te creëren.
* **Risico's:**
* **'False balancing':** Ongelijke weging geven aan standpunten die wetenschappelijk niet gelijkwaardig zijn.
* **Tabloidisering en sensatie:** Verwaarlozing van belangrijke onderwerpen ten gunste van oppervlakkige, emotionele en sensationele berichtgeving die amuseren in plaats van informeren.
* **Nieuwe rituelen:** Strategische rituelen van objectiviteit en emotionaliteit bestaan naast elkaar. Geloofwaardigheid kan worden verkregen door afstandelijkheid (objectiviteit) of door authenticiteit en het laten spreken van emoties via anderen (emotionaliteit).
#### 4.3.2 De rol van emotie in journalistieke verhalen
* **Emotie als instrument:** Emoties zijn niet slechts bijproducten, maar worden ingezet als professioneel instrument om mensen te raken, te verbinden en de aandacht vast te houden.
* **'Emotie-outsourcing':** Emoties worden vaak overgelaten aan de bronnen (gewone mensen, slachtoffers) om de journalist professioneel te houden, terwijl de kijker zich toch kan inleven.
* **Lokale versus uitgebreide narratieven:**
* **Lokaal narratief:** Een kort menselijk moment binnen een feitelijk nieuwsitem, dat het abstracte herkenbaar maakt.
* **Uitgebreid narratief:** Het hele item is een verhaal, waarin emotie de rode draad vormt.
* **Invloed op genres:** Genres zoals reportages en columns lenen zich meer voor emotionele storytelling dan nieuwsberichten met een omgekeerde piramidestructuur.
#### 4.3.3 Tabloidisering en sensatiezucht
* **Kenmerken:** Verkiezing van 'zachte' thema's, grote koppen, veel beeldmateriaal, en een veranderde presentatietechniek die kijkers warm maakt voor items.
* **Hard versus zacht nieuws:** Een traditionele, maar problematische, dichotomie. Nieuws is vaak een mengvorm van beide.
* **Multidimensionaal concept:** Nieuws kan op verschillende dimensies (onderwerp, focus, stijl) harder of zachter zijn.
* **Sensatiezucht:** Een discursieve strategie om nieuws interessanter te maken door taal, beeld en structuur te gebruiken, zelfs als het onderwerp zelf niet bijzonder prikkelend is.
* **Clickbait:** Headlines die nieuwsgierigheid opwekken door informatie achter te houden (information bait) of boosheid en verontwaardiging uitlokken (rage bait).
### 4.4 Immersieve journalistiek en nieuwe vertelvormen
Immersieve journalistiek maakt gebruik van geavanceerde technologieën om het publiek een ervaring te bieden die verder gaat dan traditionele mediaconsumptie.
#### 4.4.1 Concept en technologie
* **Definitie:** Journalistiek in een vorm waarbij mensen een eerstelijns ervaring kunnen opdoen van de gebeurtenissen of situaties die worden beschreven.
* **Doel:** Niet alleen informatie overbrengen, maar ook een bepaalde ervaring creëren en het gevoel van aanwezigheid bevorderen.
* **Technologieën:**
* **360° video:** Meest laagdrempelige vorm, biedt de mogelijkheid om rond te kijken met beperkte handelingsvermogen.
* **Virtual Reality (VR):** Volledig computergegenereerde of hybride ervaringen, waarbij gebruikers kunnen interageren, keuzes maken en zelfs personages kunnen waarnemen.
* **Augmented Reality (AR):** Verrijking van de fysieke wereld met digitale elementen, via smartphones of brillen.
#### 4.4.2 Interactie en narratief
* **Handelingsvermogen (agency):** Bepaalt hoe de gebruiker kan interageren met de immersieve ervaring. Meer agency leidt tot een diepere onderdompeling.
* **Narratieve perspectieven:**
* **Derde persoon:** De gebruiker is een onzichtbare observator (bv. *The Displaced*).
* **Eerste persoon:** De gebruiker is een personage in het verhaal (bv. *6x9*).
#### 4.4.3 Toepassing en ethische overwegingen
* **Redenen voor immersieve journalistiek:** Strategische en commerciële doeleinden (aanspreken van nieuwe doelgroepen, genereren van inkomsten), bevorderen van emotionele betrokkenheid en empathie, verdiepen van begrip, en toegankelijk maken van complexe informatie.
* **Ethische risico's:** Aantasting van geloofwaardigheid en waarheidsgetrouwheid, verschuiving van informatie naar entertainment, vertekende representatie, voyeurisme, en privacy- en waardigheidskwesties.
#### 4.4.4 Effectiviteit en toekomstperspectieven
* **Effectiviteit:** Hangt af van de journalistieke doelstellingen. 360° video is geschikt voor het creëren van ervaringen en aanwezigheid, terwijl AR krachtig is voor het uitleggen van complexe informatie.
* **Uitdagingen:** Moeilijk te monetiseren, kostintensief, beperkt publieksbereik, technologische afhankelijkheid en genre-specifieke toepassingen.
* **Toekomst:** Een verschuiving van 'tech-first' naar 'meaning-first', met een focus op duurzaamheid en toegankelijke technologieën.
> **Tip:** Bij het bestuderen van immersieve journalistiek, focus op hoe de gekozen technologie de narratieve effecten versterkt en welke ethische dilemma's dit met zich meebrengt. Houd de voorbeelden van *Snowfall*, *Project Syria*, en *6x9* in gedachten als illustraties van de verschillende toepassingen en impact.
> **Tip:** Vergelijk de 'strategic ritual of objectivity' met de 'strategic ritual of emotionality' om de evolutie in journalistieke verteltechnieken te begrijpen. Let op hoe journalisten balans vinden tussen het informeren met feiten en het raken van het publiek met emotie.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Narratief | Een reeks gebeurtenissen die plaatsvinden en worden verteld, waarbij er een logische volgorde en samenhang is tussen de gebeurtenissen, vaak met een begin, midden en einde. |
| Storytelling | Het proces van het vertellen van een verhaal, waarbij een narratief concreet vormgegeven wordt met de toevoeging van emotie en andere elementen om het publiek te boeien en te informeren. |
| Narrativist turn | Een paradigmawissel in de academische wereld en daarbuiten, waarbij de nadruk verschuift van louter feiten naar de interpretatie en constructie van de werkelijkheid door middel van verhalen. |
| Homo narrans | Een mens die wordt gekarakteriseerd als een wezen dat primair de wereld begrijpt en betekenis geeft door middel van verhalen, wat verder gaat dan enkel rationele overtuiging. |
| Omgekeerde piramidestructuur | Een opbouw van een nieuwsbericht waarbij de belangrijkste informatie, de zogenaamde 'lead' (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe), vooraan wordt geplaatst, gevolgd door steeds minder belangrijke details. |
| Structural-affect theory | Een theorie die het onderscheid maakt tussen de structuur van de gebeurtenissen ('wat er verteld wordt') en de structuur van de vertelling ('hoe het verteld wordt'), en hoe deze laatste de emotionele reactie van het publiek beïnvloedt. |
| Narratieve journalistiek | Een vorm van journalistiek die literaire technieken en fictietechnieken toepast op werkelijk gebeurde verhalen om deze levendiger en meeslepender te maken voor het publiek. |
| Journalistieke genres | Herkenbare combinaties van vorm (structuur, presentatie) en stijl (taal, toon, routine) die binnen een bepaalde context betekenis dragen en de manier waarop een tekst wordt gelezen en begrepen bepalen. |
| Feature journalism | Een genrefamilie binnen de journalistiek die zich kenmerkt door intimiteit (emoties en beleving), literaire elementen (narratieve structuren, beeldrijke taal) en avontuur (actie, tempo, ooggetuigenperspectief). |
| Tabloidisering | Een tendens in de journalistiek waarbij de nadruk komt te liggen op oppervlakkige, emotionele en sensationele berichtgeving, vaak ten koste van belangrijke onderwerpen zoals politiek en buitenlands nieuws. |
| Sensatiezucht | Een discursieve strategie die wordt gebruikt om nieuws te verpakken, zodat het interessanter, uitzonderlijker of relevanter lijkt dan het in werkelijkheid is, door middel van taal, beeld of structuur. |
| Clickbait | Een vorm van misleidende onlinekoppen die nieuwsgierigheid opwekken door informatie achter te houden (information bait) of boosheid en verontwaardiging uitlokken (rage bait) om zo meer klikken te genereren. |
| Immersieve journalistiek | Een vorm van journalistiek waarbij het publiek niet alleen toeschouwer is, maar ook een ervaring kan opdoen die vergelijkbaar is met de gebeurtenissen of situaties die worden beschreven, vaak gebruikmakend van technologieën als VR en AR. |
| VR (Virtual Reality) | Een technologie die een volledig computergegenereerde of hybride virtuele omgeving creëert waarin gebruikers zich kunnen onderdompelen, rondlopen, interageren en keuzes maken die het verloop van het verhaal beïnvloeden. |
| AR (Augmented Reality) | Een technologie die digitale elementen toevoegt aan de echte wereld, waardoor de werkelijkheid wordt verrijkt met digitale informatie, vaak bekeken via een smartphone of AR-bril. |
| Archetypes | Herkenbare figuren, situaties en symbolen die steeds terugkomen in alle tijden en culturen, en die functioneren als bouwstenen voor mythes en verhalen. |
| Mythe | Een verhalend kader dat betekenis en orde geeft aan de bestaande wereld, vaak met behulp van morele lessen, verklaringen voor onbegrijpelijke gebeurtenissen en bevestiging van culturele waarden. |
| Non-closure | Een storytellingtechniek waarbij verhalen bewust open worden gehouden, zonder een afgesloten einde, om de betrokkenheid van het publiek te vergroten en het verhaal relevant te houden binnen de nieuwscyclus. |
| Strategic ritual of objectivity | Een reeks conventies en gewoontes in de journalistiek, zoals hoor en wederhoor, scheiding van feit en mening, en het citeren van bronnen, die worden gehanteerd om geloofwaardigheid en professionaliteit uit te stralen. |
| Strategic ritual of emotionality | Een reeks routines en technieken die journalisten toepassen om emoties op te wekken bij het publiek, zoals het gebruik van anekdotes, personalisering en 'emotie-outsourcing', om zo betrokkenheid en empathie te bevorderen. |
| Omgekeerde piramide (OP) | Een nieuwsstructuur die de belangrijkste informatie vooraan plaatst, gevolgd door minder belangrijke details, bedoeld voor efficiënte informatieoverdracht, maar met potentieel gebrek aan narratief en context. |
| Conflict | Een verstoring van de bestaande orde die een verhaal in gang zet en de motor vormt voor de plotontwikkeling, waarbij het de protagonist uitdaagt om actie te ondernemen. |
| Resolutie | Het stadium in een narratief waarin het conflict wordt opgelost, de status quo wordt hersteld of getransformeerd, en het verhaal tot een einde komt. |
| Journalistieke genres | Verschillende categorieën van journalistieke teksten, gedefinieerd door hun specifieke vorm (structuur, presentatie) en stijl (taal, toon, routine), zoals nieuwsbericht, interview, reportage en column. |
| Long-form journalism | Een vorm van diepgaande journalistiek die uitgebreide verhalen brengt, vaak multimediaal verpakt, waarbij traditionele tekst wordt aangevuld met video, foto's, animaties en interactieve elementen. |
| Op-ed (Opiniebijdrage) | Een tekst waarin een externe stem, zoals een academicus of burger, zijn of haar mening geeft en onderbouwt in een krant, om bij te dragen aan het publieke debat. |
| Column | Een regelmatig verschijnende, persoonlijke en subjectieve tekst van een specifieke auteur in een publicatie, die een mening of reflectie biedt over actuele onderwerpen. |
| Fact-check | Een genre in wording dat zich richt op het ontkrachten van feitelijke onwaarheden in berichtgeving, met name in politieke debatten en online verspreide informatie. |
| Explanatory journalism | Journalistiek die zich richt op het duiden en verklaren van gebeurtenissen, waarbij de nadruk ligt op het 'waarom' en 'hoe' in plaats van enkel op de feitelijke mededeling van het 'wat'. |
| Liveblog | Een doorlopend nieuwsbericht dat in real-time wordt geüpdatet, waarbij de meest recente feiten bovenaan staan in omgekeerde chronologische volgorde, wat een gevoel van 'liveness' creëert. |
| Hyperlinks | Verwijzingen binnen een digitale tekst die de lezer naar andere pagina's of bronnen leiden, waardoor de leeservaring wordt uitgebreid en verdiept. |
| Scanbaarheid (online teksten) | Het proces van het ontwerpen van online teksten zodat lezers deze snel kunnen scannen door middel van titels, korte alinea's, witregels en duidelijke tussentitels. |
| SEO (Search Engine Optimization) | Technieken die worden gebruikt om de zichtbaarheid van een website te verbeteren in zoekmachines, met als doel meer organisch verkeer te genereren. |
| Content Management System (CMS) | Software waarmee gebruikers digitale content kunnen creëren, beheren en publiceren, vaak gebruikt voor websites en blogs. |
| Embedding (media) | Het proces waarbij mediabestanden (zoals video's of afbeeldingen) van andere websites worden opgenomen in een eigen webpagina, zonder dat de mediabestanden zelf worden gekopieerd, wat auteursrechtkwesties kan vermijden. |
| Related content | Links naar andere artikelen of pagina's op dezelfde website die relevant zijn voor het huidige onderwerp, met als doel de lezer langer op de site te houden. |
| FOMO (Fear Of Missing Out) | De angst om iets belangrijks te missen, wat wordt gebruikt in titels en koppen om nieuwsgierigheid op te wekken en lezers te motiveren om op een link te klikken. |
| Auteursrecht / Portretrecht | Wettelijke regels die de bescherming van originele werken en de afbeelding van personen regelen, met betrekking tot het gebruik van foto's en andere media. |
| Creative Commons (CC) | Een licentiesysteem dat makers toestaat hun werken te delen onder bepaalde voorwaarden, zoals niet-commercieel gebruik of verplichting tot naamsvermelding. |
| AI-gegenereerde foto's | Afbeeldingen die zijn gemaakt met behulp van kunstmatige intelligentie, wat wettelijke verplichtingen kan met zich meebrengen om de herkomst te vermelden. |
| Sociale media (nieuwsmerken) | Platforms zoals TikTok, Instagram en X (voorheen Twitter) die nieuwsmerken gebruiken om content te verspreiden, een jonger publiek te bereiken en interactie aan te gaan. |
| Unieke content (sociale media) | Content die specifiek is gemaakt voor een bepaald platform en niet zomaar elders wordt hergebruikt, wat belangrijk is om zich te onderscheiden en de algoritmes van de platforms te beïnvloeden. |
| Hook (video) | Een sterke openingszin, stelling, feit of vraag in een video die de aandacht van de kijker onmiddellijk trekt en hen motiveert om verder te kijken. |
| Video script | Een geschreven plan voor een video, inclusief visuele elementen, gesproken tekst en structuur, om de boodschap effectief over te brengen. |
| Publicatiestrategie (sociale media) | Het plan voor wanneer en hoe content wordt geplaatst op sociale mediaplatforms om maximale zichtbaarheid en betrokkenheid te bereiken, rekening houdend met platformspecifieke algoritmes en gebruikersgedrag. |
| Hashtag | Een woord of zin, voorafgegaan door een #, die wordt gebruikt op sociale media om berichten te categoriseren, te bundelen en vindbaar te maken. |
| Community (sociale media) | De groep gebruikers die actief interageren met content op sociale media, door te liken, reageren, delen of deel te nemen aan discussies. |
| Storytelling (TV-journalistiek) | Het proces van het creëren van verhalen in televisiejournaals en reportages door gebruik te maken van elementen zoals spanning, humor en emotie om de kijker te betrekken en de informatie te laten beklijven. |
| Ratio + Emotie (storytelling) | De combinatie van rationele informatie en emotionele betrokkenheid die essentieel is voor effectieve storytelling, waarbij hard nieuws feitelijk wordt gebracht en zachter nieuws creatiever wordt verpakt. |
| Glijmiddel (journalistiek) | Metafoor voor storytelling als een middel dat ervoor zorgt dat feiten en informatie effectief en met impact bij het publiek terechtkomen. |
| War of the Worlds | Een beroemde radioshow uit 1938 die als fictie was bedoeld, maar bij sommige luisteraars paniek veroorzaakte door de realistische presentatie, wat de kracht van mediaberichtgeving illustreert. |
| Kwaliteitskrant | Een krant die zich richt op diepgaande berichtgeving, analyse en achtergrondinformatie, met een focus op hard nieuws en een formele stijl. |
| Trivialisering | Het reduceren van complexe maatschappelijke problemen tot persoonlijke verhalen of sensationele elementen, waardoor de diepere oorzaken en structuren onderbelicht blijven. |
| Human interest verhaal | Een journalistiek genre dat zich richt op de menselijke aspecten van gebeurtenissen, waarbij individuele levens en ervaringen centraal staan om een breder maatschappelijk thema invoelbaar te maken. |
| Reportage | Een journalistiek genre dat ter plaatse verslag doet van een gebeurtenis, met nadruk op zintuiglijke waarnemingen, sfeerbeschrijvingen en de ervaring van de journalist als gids. |
| Portret/profiel | Een journalistiek genre dat de persoon achter een publiek figuur belicht, met aandacht voor hun levensloop, karakter, gedrag en motivaties, vaak aangevuld met interviews en observaties. |
| De schurk (archetype) | Het archetype van de slechterik in een verhaal die de held dwarsboomt, schade aanricht of kwaad veroorzaakt, en zo de morele orde van het verhaal definieert. |
| De held (archetype) | Het archetype van de protagonist die een missie moet volbrengen, obstakels moet overwinnen en vaak symbolische waarden voor de gemeenschap vertegenwoordigt. |
| De zondebok/bedrieger (archetype) | Een archetype dat symbool staat voor publieke verantwoording, morele mislukking of het vertegenwoordigen van het kwade, vaak na een val uit een heldenstatus. |
| De helper (archetype) | Een personage dat de held bijstaat en vaak beschikt over uitzonderlijke krachten of magische kwaliteiten om de held te helpen zijn missie te volbrengen. |
| De schenker (archetype) | Een personage dat de held een object of magisch hulpmiddel aanreikt, vaak na het testen van de held, om hem te helpen bij zijn queeste. |
| De gezochte (archetype) | Het object of de persoon waar de held naar op zoek is, vaak ver weg of in een ander koninkrijk, dat dient als motivatie voor de queeste. |
| De zender/dispatcher (archetype) | Het personage dat de held motiveert, toestemming geeft of het bevel uitvaardigt om de queeste te beginnen. |
| De val (archetype) | Een narratieve structuur waarin een held faalt, vaak door eigen zwakheden, externe omstandigheden of een morele test, wat kan leiden tot een periode van straf of herstel. |
| 2e adem/herrijzenis (archetype) | Een narratieve structuur waarin een held, na een val, de kans krijgt om zijn heldenstatus te herwinnen door berouw te tonen, excuses aan te bieden en opnieuw waarden te bevestigen. |
| Verhalende meerwaarde | De toegevoegde waarde die een verhaal biedt door middel van specifieke verteltechnieken, emotionele betrokkenheid of diepere betekenisgeving, in plaats van enkel feitelijke informatie. |
| Mythmaking | Het proces van het creëren of verspreiden van mythes, vaak door middel van verhalen, die betekenis en orde geven aan de wereld en culturele waarden ondersteunen. |
| Non-closure | Een storytellingtechniek waarbij verhalen bewust open worden gehouden, zonder een afgesloten einde, om de betrokkenheid van het publiek te vergroten en het verhaal relevant te houden binnen de nieuwscyclus. |
| Rituele gebeurtenissen | Gebeurtenissen of herdenkingen die op vaste momenten terugkeren in de nieuwscyclus, om een collectieve herinnering levend te houden en verhalen actueel te houden, zelfs zonder nieuwe informatie. |
| Conflict (narratief) | De strijd tussen verschillende partijen of krachten binnen een verhaal, die de plot voortstuwt en spanning creëert. |
| Internationale dynamieken | De interactie tussen verschillende actoren, landen en politieke contexten die de complexiteit van een verhaal vergroten en het nieuwswaardig houden. |
| Geloofwaardigheid | Het vertrouwen dat het publiek heeft in de journalist of de nieuwsbron, gebaseerd op feitelijke nauwkeurigheid, transparantie en ethisch handelen. |
| Authenticiteit | De mate waarin een verhaal of een persoon als echt, oprecht en niet-geënsceneerd wordt ervaren. |
| Emotie-outsourcing | Het proces waarbij journalisten de emotionele expressie overlaten aan de bronnen in hun verhaal (bijvoorbeeld slachtoffers of ooggetuigen), om zo menselijkheid en betrokkenheid te creëren zonder zelf sentimenteel te worden. |
| Anecdotal leads | Een introductie van een nieuwsartikel die begint met een herkenbaar menselijk verhaal of tafereel om een breder maatschappelijk fenomeen invoelbaar te maken. |
| Personalisering | Het centraal stellen van individuele verhalen om abstracte thema's of gebeurtenissen concreter en herkenbaarder te maken voor het publiek. |
| Beeldtaal en visuele framing | Het gebruik van foto's, video's en andere visuele elementen om een verhaal te vertellen, emoties op te roepen en een bepaalde interpretatie van de werkelijkheid te suggereren. |
| Hard news | Nieuws dat zich richt op politieke, economische of maatschappelijke gebeurtenissen met grote relevantie en een formele, feitelijke stijl. |
| Soft news | Nieuws dat zich richt op onderwerpen als lifestyle, cultuur, entertainment, misdaad en human interest, vaak met een emotionele en persoonlijke benadering. |
| Onderwerp dimensie | De mate waarin het nieuws gaat over politiek, maatschappij of juist meer persoonlijke, culturele of entertainmentgerelateerde thema's. |
| Focus/invalshoek dimensie | Het perspectief waarmee een onderwerp wordt benaderd, variërend van publieke en thematische tot persoonlijke en episodische invalshoeken. |
| Stijl dimensie | De toon en taal die wordt gebruikt in de berichtgeving, van neutraal en formeel tot persoonlijk en emotioneel. |
| Illocutions | De bedoelde handeling achter een uitspraak of kop; wat de schrijver of spreker wil bereiken met zijn communicatie. |
| Semantic macrostructures/Themes | De inhoudelijke thematische laag van een nieuwsbericht of kop, en de reden waarom bepaalde onderwerpen nieuwswaardig worden geacht, zelfs als ze niet direct relevant zijn. |
| Narrative formulas | Standaard verhaalstructuren (zoals oorzaak-gevolg, personages, chronologische volgorde) die lezers herkennen en die worden gebruikt om nieuws begrijpelijk te maken. |
| Interpersonal & textual devices | Taalgebruik, met name deixis (verwijzingen naar context), dat wordt gebruikt om betekenis en relevantie te creëren in een tekst. |
| Evaluation parameters | Subtiele manieren waarop in koppen of teksten waardeoordelen worden uitgedrukt of impliciet worden meegegeven. |
| Information bait | Headlines die nieuwsgierigheid opwekken door essentiële informatie achter te houden. |
| Rage bait | Headlines die opzettelijk boosheid of morele verontwaardiging uitlokken om interactie te stimuleren. |
| Technologie (immersieve journalistiek) | De apparaten (zoals VR-headsets) en modaliteiten (zoals 360° video) die worden gebruikt om immersieve effecten te creëren. |
| Interactiemogelijkheden (agency) | De mate waarin de gebruiker zelf kan handelen en het verloop van het verhaal kan beïnvloeden binnen een immersieve ervaring. |
| Verhaal/narratief (immersieve journalistiek) | De rol van de gebruiker in het verhaal, variërend van een onzichtbare observator tot een actieve deelnemer met een virtueel lichaam. |
| Laagdrempeligheid (immersieve journalistiek) | De mate waarin immersieve content toegankelijk is voor een breed publiek via diverse apparaten, zoals smartphones en simpele headsets. |
| First-person promise | De belofte van een immersieve ervaring waarbij de gebruiker zich als een personage in het verhaal voelt, wat niet altijd volledig wordt ingelost. |
| Interactiviteit (immersieve journalistiek) | De mate waarin gebruikers keuzes kunnen maken en het verhaal kunnen beïnvloeden binnen een immersieve ervaring. |
| Verhalende meerwaarde (immersieve journalistiek) | De toegevoegde waarde die immersieve technieken bieden aan een verhaal door middel van ervaring, emotie en diepere betrokkenheid. |
| Duurzaamheid (immersieve journalistiek) | De focus op het creëren van betekenisvolle en toegankelijke immersieve journalistieke projecten, in plaats van puur experimentele of technologie-gedreven benaderingen. |