Cover
Zacznij teraz za darmo CW - Hoorcollege IX - kopie.pptx
Summary
# Dramaturgische metafoor en sociale interacties
De dramaturgische metafoor, zoals ontwikkeld door Erving Goffman, biedt een raamwerk om sociale interacties te analyseren als een vorm van toneelstuk, waarbij individuen strategisch hun gedrag "managen" om specifieke indrukken bij anderen achter te laten.
### 1.1 De kern van de dramaturgische metafoor
Goffmans benadering stelt dat sociale interacties niet spontaan of natuurlijk verlopen, maar eerder strategisch gemanaged worden door de deelnemers. Hij gebruikte de metafoor van een theaterstuk om dit te illustreren:
* **Sociale interacties zijn een performance:** Net zoals acteurs op een podium, voeren individuen activiteiten uit met het doel een specifieke indruk te maken op medespelers en publiek.
* **Individuen zijn acteurs:** Mensen spelen verschillende rollen en passen hun gedrag aan de context en de verwachtingen van anderen aan.
* **Dualiteit van het 'ik':** Er is een onderscheid tussen het "zelf" dat op het podium verschijnt (de performance) en het "zelf" dat buiten de performance bestaat.
#### 1.1.1 De definitie van 'performance'
Een 'performance' kan gedefinieerd worden als alle activiteiten van een bepaalde deelnemer op een specifiek moment die ertoe dienen om andere deelnemers op enige wijze te beïnvloeden. Dit benadrukt de intentionele aard van sociaal gedrag.
#### 1.1.2 Het belang van het 'team'
Goffman introduceerde ook het concept van een 'team', gedefinieerd als elke groep individuen die samenwerken om één routine op te voeren. Deze wederzijdse inspanning is cruciaal voor het succes van de gezamenlijke performance.
### 1.2 Frontstage en backstage gedrag
Een centraal onderscheid binnen de dramaturgische metafoor is dat tussen 'frontstage' en 'backstage' gedrag:
* **Frontstage:** Dit is het gedrag dat vertoond wordt wanneer individuen zich bewust zijn van observatie en geconfronteerd worden met publiek. Het is gecontroleerd, gepland en aangepast aan de verwachtingen van de situatie en de aanwezige personen. Het doel is om de gewenste indruk te creëren of te handhaven.
* **Backstage:** Dit is de ruimte waar individuen zich ontspannen, zichzelf kunnen zijn en zich kunnen herstellen van of voorbereiden op frontstage-optredens. Hier kan gedrag als 'authentieker' worden beschouwd, en vindt plaats in de aanwezigheid van mensen die men vertrouwt.
* **Off stage:** Dit impliciete concept verwijst naar de momenten buiten de directe interactie, waar individuen niet direct participeren in de frontstage of backstage dynamiek.
### 1.3 Impression management
Impression management is het strategische proces waarbij individuen proberen de indruk die ze maken op anderen te controleren. Dit gebeurt op twee manieren:
* **'Expressions given' (bewust gegeven uitdrukkingen):** Dit zijn de bewuste pogingen om een bepaalde indruk te wekken, bijvoorbeeld door specifiek taalgebruik, gebaren of kledingkeuze. Dit weerspiegelt de mate waarin een individu actief bijdraagt aan de constructie van de sociale realiteit.
* **'Expressions given off' (onbewust gegeven uitdrukkingen):** Dit zijn de onbedoelde signalen die individuen uitzenden, zoals micro-expressies (een trilling in de stem), lichaamshouding (een nerveus bewegende knie) of tekenen van nervositeit. Deze onbewuste signalen kunnen de beoogde indruk verstoren of juist verrijken, wat de complexiteit van sociale interactie benadrukt.
> **Tip:** Begrijpen hoe zowel bewuste als onbewuste signalen een rol spelen in impression management is essentieel voor het analyseren van sociale interacties.
### 1.4 De gedeelde definitie van de situatie
Een belangrijk doel van sociale interacties is het creëren en handhaven van een gedeelde definitie van de situatie.
* **Morele eisen:** Wanneer een individu een bepaalde definitie van de situatie projecteert en claimt een persoon van een bepaald type te zijn, oefent hij een morele eis uit op anderen om hem op die manier te behandelen. Tegelijkertijd doet hij afstand van claims die niet overeenkomen met zijn gepresenteerde imago.
* **Interactionele 'modus vivendi':** Deelnemers dragen samen bij aan een overkoepelende definitie van de situatie. Dit is niet zozeer een overeenstemming over de objectieve waarheid, maar eerder een overeenkomst over wiens claims over welke kwesties tijdelijk worden gehonoreerd.
* **Sociale constructie:** De gedeelde definitie is een sociale constructie die afhankelijk is van de bereidheid van de deelnemers om deze te accepteren en te handhaven.
#### 1.4.1 Discrepante rollen en praktijken
Soms zijn er personen of praktijken die niet in lijn zijn met de gedeelde definitie van de situatie, wat de sociale harmonie kan beïnvloeden.
* **'Defensive practices' en 'protective practices':** Dit zijn acties die worden ondernomen om de eigen performance of de gedeelde definitie van de situatie te beschermen of te verdedigen.
* **'Discrepant roles':** Dit zijn rollen die de gedeelde definitie van de situatie ondermijnen, zoals een 'informer' (spion) of een 'shill' (iemand die zogenaamd een leek is, maar in feite onderdeel is van de performance). Kinderen kunnen soms ook als 'non-person' worden gezien in bepaalde sociale settings.
* **Voorbeelden van situaties die de gedeelde definitie kunnen verstoren:** 'Communication out of character', 'treatment of the absent', 'staging talk', 'team collusion', en 'realigning actions' zijn allemaal manieren waarop de integriteit van een sociale performance kan worden bedreigd of hersteld.
> **Example:** De "partygate"-schandalen in het Verenigd Koninkrijk, waarbij de overheid deelnam aan feesten tijdens lockdowns, konden worden gezien als een situatie waarin de publieke performance van het naleven van regels botste met de backstage-activiteiten, wat leidde tot een crisis in de gedeelde definitie van de situatie.
### 1.5 Toepassingen van de dramaturgische metafoor
De dramaturgische metafoor is breed toepasbaar en kan worden geobserveerd in diverse moderne contexten:
* **LinkedIn:** Professionele profielen en interacties op platforms zoals LinkedIn illustreren hoe individuen hun professionele identiteit strategisch presenteren om carrièrekansen te maximaliseren.
* **Apology videos:** Video's waarin excuses worden aangeboden, zijn vaak zorgvuldig georkestreerde performances bedoeld om publieke perceptie te beïnvloeden en schade aan reputatie te beperken.
Deze voorbeelden tonen aan hoe de principes van Goffmans dramaturgie nog steeds relevant zijn in onze hedendaagse communicatie.
* * *
# Pierre Bourdieus theorie over habitus, velden en kapitaal
De theorie van Pierre Bourdieu analyseert hoe sociale structuren en individuele praktijken met elkaar verweven zijn door middel van habitus, velden en kapitaal, wat leidt tot de perpetuatie van sociale ongelijkheid.
### 2.1 Habitus
De habitus kan worden gedefinieerd als een dynamisch systeem van geïnternaliseerde structuren die worden gevormd door ervaringen binnen de sociale wereld. Deze structuren beïnvloeden ons gedrag, denken en voorkeuren, en werken doorgaans onbewust. De habitus bepaalt mede iemands sociale mogelijkheden en het "gevoel van de eigen plaats" binnen de samenleving.
> **Tip:** De habitus is geen deterministisch systeem, maar biedt een kader waarbinnen individuen handelen, waarbij voorkeuren en smaken vaak onbewust worden gevormd.
De habitus reproduceert sociale klassen door de voorkeuren en smaak, evenals lichaamstaal en presentatie, te beïnvloeden.
### 2.2 Velden
Velden zijn specifieke sociale arena's die functioneren als microkosmossen met eigen regels, normen en waarden. Binnen deze velden strijden individuen en groepen om macht, erkenning en posities, wat leidt tot hiërarchische structuren met dominante en gedomineerde posities. Deze velden zijn relatief autonoom ten opzichte van elkaar, wat betekent dat succes per veld kan verschillen. Voorbeelden van velden zijn het onderwijsveld, het academische veld, het politieke veld en het mediaveld.
De relatie tussen habitus en veld is wederkerig: de habitus beïnvloedt hoe mensen zich binnen een veld gedragen, en het veld op zijn beurt beïnvloedt de habitus.
### 2.3 Kapitaal
Kapitaal speelt een sleutelrol in het bepalen van succes binnen een veld en omvat meer dan louter financiële middelen. Bourdieu onderscheidt verschillende vormen van kapitaal die de oorzaak zijn van sociale ongelijkheden:
* **Economisch kapitaal:** Dit omvat geld, bezittingen en financiële middelen.
* **Sociaal kapitaal:** Dit verwijst naar netwerken, relaties en sociale connecties die toegang bieden tot hulpbronnen en kansen.
* **Cultureel kapitaal:** Dit omvat kennis, vaardigheden, opvattingen en culturele consumptie (smaak). Cultureel kapitaal kan verschillende vormen aannemen:
* **Geïncorporeerd:** Dit zijn de vaardigheden en kennis die een individu zelf bezit, zoals het beheersen van talen of kennis over kunst.
* **Geobjectiveerd:** Dit omvat materiële bezittingen die culturele waarde vertegenwoordigen, zoals een boekenkast, schilderijen of muziekinstrumenten.
* **Geïnstitutionaliseerd:** Dit zijn formele erkenningen van cultureel kapitaal, zoals diploma's en titels.
Deze verschillende vormen van kapitaal kunnen worden omgezet in elkaar, en hun waarde is context- en veldafhankelijk.
### 2.4 Symbolisch kapitaal
Symbolisch kapitaal is een vorm van kapitaal die wordt erkend als legitiem binnen een bepaald veld en kan leiden tot status, respect en erkenning. Het is de bron van legitimiteit en speelt een cruciale rol in het handhaven van sociale hiërarchieën.
### 2.5 Doxa en symbolisch geweld
De **doxa** verwijst naar de brede, impliciete normen en waarden die binnen de samenleving als vanzelfsprekend en natuurlijk worden beschouwd. Deze normen zijn doorgaans onzichtbaar en worden geaccepteerd als de enige realiteit.
**Symbolisch geweld** is een subtiele, latente en onbewuste vorm van onderdrukking die verschilt van fysiek geweld. Dominante groepen legitimeren hun macht via culturele en symbolische middelen, zoals taal, kunst en onderwijs. Dit geweld is vaak zo ingebed in de sociale structuur dat het door de gedomineerden wordt geaccepteerd als natuurlijk of onvermijdelijk.
### 2.6 Smaak
Bourdieu stelt dat smaak geen neutrale of objectieve voorkeur is, maar een product van de sociale orde en een middel tot sociale differentiatie. De netwerken van opposities tussen 'hoog' en 'laag', 'fijn' en 'grof', 'uniek' en 'gewoon' zijn fundamenteel voor het begrijpen van smaak, en deze opposities vinden hun oorsprong in de sociale ordening tussen de dominante en de gedomineerde groepen. Smaak is dus een vorm van symbolisch geweld, waarmee sociale posities worden benadrukt en onderscheidingen worden gecreëerd. Mediaconsumptie en sociale hiërarchie zijn nauw verbonden via de concepten van smaak en habitus.
* * *
# Sociale ongelijkheid, doxa en symbolisch geweld
Deze sectie verklaart hoe impliciete normen (doxa) en subtiele machtsuitoefening (symbolisch geweld) bijdragen aan sociale ongelijkheid, met speciale aandacht voor smaak als middel voor sociale distinctie.
### 3.1 Doxa en het vanzelfsprekende
#### 3.1.1 Definitie van doxa
Doxa verwijst naar de brede, impliciete normen, waarden en overtuigingen die binnen een samenleving als vanzelfsprekend, normaal of natuurlijk worden beschouwd. Deze worden doorgaans niet actief bevraagd of gearticuleerd, maar vormen de onderliggende structuur van onze perceptie van de sociale wereld.
#### 3.1.2 De rol van doxa in sociale orde
Doxa creëert een gevoel van orde en acceptatie van de bestaande sociale structuren. Door deze structuren als inherent en onvermijdelijk te presenteren, draagt doxa bij aan het in stand houden van de status quo en de sociale hiërarchie. Het beïnvloedt hoe we de sociale wereld organiseren en hoe we denken over deze organisatie, en accepteert deze "orde van zaken" als vanzelfsprekend.
> **Tip:** Doxa werkt vaak onzichtbaar; het is de 'normaalste zaak van de wereld' die we niet bewust erkennen als een sociale constructie.
#### 3.1.3 Voorbeelden van doxa
* De aanname van een onderscheid tussen "hoge" en "lage" cultuur.
* Het idee dat standaardtaal superieur is aan dialecten.
* De impliciete voorkeur voor fulltime werken boven parttime werken als de norm voor loopbaanontwikkeling.
### 3.2 Symbolisch geweld
#### 3.2.1 Definitie en kenmerken van symbolisch geweld
Symbolisch geweld is een vorm van subtiele, latente en vaak onbewuste machtsuitoefening, die contrasteert met fysiek geweld. Het wordt gebruikt door dominante groepen om hun macht en positie te legitimeren door middel van culturele en symbolische middelen. Dit proces verloopt via aspecten zoals taal, kunst en onderwijs.
#### 3.2.2 De mechanismen van symbolisch geweld
Dit type geweld werkt door de dominante waarden en normen (doxa) zo te presenteren dat ze als universeel en natuurlijk worden geaccepteerd. Dit proces maskeert de sociale constructie van deze normen en de ongelijke machtsverhoudingen die eraan ten grondslag liggen.
#### 3.2.3 Relatie met sociale ongelijkheid
Symbolisch geweld draagt direct bij aan sociale ongelijkheid door de dominante sociale orde te bestendigen. Het zorgt ervoor dat de privileges en wereldbeelden van de dominante klassen worden geïnternaliseerd en als legitiem worden ervaren door alle sociale lagen.
### 3.3 Smaak als sociaal onderscheidingsmiddel
#### 3.3.1 Smaak als product van sociale orde
Smaak is niet neutraal of intrinsiek waardevol, maar is een direct product van de sociale orde en de heersende doxa. De voorkeuren die we ontwikkelen, met name op het gebied van cultuurconsumptie, zijn mede gevormd door onze sociale achtergrond en positie.
#### 3.3.2 Smaak als middel tot distinctie en symbolisch geweld
Smaak fungeert als een cruciaal middel om sociale distinctie te bewerkstelligen. Door bepaalde voorkeuren te uiten en andere af te wijzen, creëren individuen een sociale afstand tot anderen. Dit proces is een vorm van symbolisch geweld, waarbij bepaalde smaakvoorkeuren (vaak die van de dominante klasse) als superieur worden gepresenteerd, terwijl andere worden gedeprecieerd.
> **Voorbeeld:** Het onderscheid tussen "hoge" (bv. opera, klassieke literatuur) en "lage" (bv. reality-tv, popmuziek) cultuur is een klassiek voorbeeld van hoe smaak wordt ingezet voor sociale onderscheiding en het legitimeren van sociale hiërarchieën.
#### 3.3.3 De matrix van smaak en sociale opposities
De basis voor onze smaakvoorkeuren ligt in een netwerk van opposities, zoals hoog versus laag, spiritueel versus materieel, verfijnd versus grof. Deze sociale ordening, die voortkomt uit de dominante klasse, wordt vervolgens geïnternaliseerd en uitgedrukt via onze individuele smaak. De maatschappelijke acceptatie van deze tegenstellingen is diep geworteld in de sociale orde zelf.
#### 3.3.4 Smaak, media en sociale hiërarchie
Media spelen een significante rol in de constructie en verspreiding van deze smaaknormen. Door de manier waarop media culturele producten presenteren en consumeren, dragen ze bij aan de vorming van sociale hiërarchieën, gekoppeld aan specifieke smaakvoorkeuren.
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Symbolisch interactionisme | Een sociologische theorie die de nadruk legt op de betekenissen die individuen creëren door middel van interactie en taal. Het beschouwt de sociale wereld als een product van dagelijkse interacties. |
| Dramaturgische metafoor | Een theoretisch raamwerk ontwikkeld door Erving Goffman dat sociale interacties beschrijft aan de hand van de metafoor van theater. Het vergelijkt individuen met acteurs die optreden voor een publiek. |
| Impression management | Het proces waarbij individuen proberen controle uit te oefenen over de indruk die ze maken op anderen door hun gedrag, verschijning en taalgebruik strategisch te beheren. |
| Frontstage | Het deel van de sociale interactie waar individuen optreden voor een publiek en hun gedrag aanpassen aan de verwachtingen van de situatie, vergelijkbaar met een podium in een theater. |
| Backstage | Het deel van de sociale interactie waar individuen zich kunnen ontspannen, hun rol kunnen loslaten en zich kunnen voorbereiden op hun volgende "performance", vaak in de aanwezigheid van vertrouwde personen. |
| Gedeelde definitie van de situatie | Een wederzijds overeengekomen begrip van de context en de betekenis van een sociale interactie, die door de deelnemers wordt gecreëerd en gehandhaafd om sociale harmonie te bereiken. |
| Habitus | Een door Pierre Bourdieu geïntroduceerd concept dat verwijst naar een dynamisch systeem van geïnternaliseerde structuren en disposities, gevormd door sociale ervaringen, die iemands gedrag, denken en voorkeuren beïnvloeden. |
| Velden (sociologie) | Specifieke sociale arena's, zoals het onderwijs- of medialandschap, met hun eigen regels, normen, machtsverhoudingen en doelstellingen, waarin individuen strijden om posities en erkenning. |
| Kapitaal (Bourdieu) | Breder dan alleen economische middelen, omvat kapitaal verschillende vormen zoals economisch (geld), sociaal (netwerken) en cultureel (kennis, smaak) kapitaal, die de sociale positie en mogelijkheden van een individu bepalen. |
| Cultureel kapitaal | De kennis, vaardigheden, smaken en culturele voorkeuren die iemand bezit en die worden gewaardeerd binnen bepaalde sociale kringen of velden, en die kunnen variëren van geïncorporeerde kennis tot bezit van culturele goederen. |
| Doxa | Een reeks brede, impliciete en als vanzelfsprekend beschouwde normen, waarden en overtuigingen binnen een samenleving of sociale groep, die de sociale orde structureren en vaak onzichtbaar zijn. |
| Symbolisch geweld | Een vorm van subtiele, latente en vaak onbewuste dominantie die wordt uitgeoefend door dominante groepen om hun macht te legitimeren, meestal via culturele en symbolische middelen zoals taal, kunst en onderwijs. |
| Smaak (Bourdieu) | Niet als een neutrale voorkeur beschouwd, maar als een product van sociale orde en een middel voor sociale distinctie en onderscheid, sterk beïnvloed door de habitus en de sociale klasse van een individu. |