Cover
Zacznij teraz za darmo Actuele zorgthema les 3 overdracht en tegenoverdracht .pptx
Summary
# Introductie tot overdracht en tegenoverdracht
## 1.1 Algemene principes
* Wordt beïnvloed door interne psychologische processen < hoe we elke ZV benaderen met dezelfde professionele zorg, betrokkenheid en motivatie.
* Het laten leiden door eigen gevoelens tov de ZV is een belangrijke overweging.
## 1.2 Freud en de psychoanalytische benadering
* Beschrijft de wisselwerking tss hulpvrager en hulpverlener > pte en vpk.
* \> onbewust overdragen van (oude) gevoelens (vaak uit kindertijd) naar verschillende relaties.
* Inzicht hiervan is cruciaal < begeleidingssituaties met afhankelijkheid.
### 1.2.1 De persoonlijkheid volgens Freud + DIA 11
**Het Es (Id):**
* Oermatige drift > persoonlijkheid = **instinct**.
* Es = 'kind' in de persoon > gedreven door 'driften' bv. verliefdheid, seksueel genot, agressie, woede,..
* Volledig onbewust > verlangt naar onmiddellijke verlangens.
**Het Ich (Ego):**
* Uitvoerende macht > bewust > kan driften controleren en kanaliseren = **controle**.
* Zorgt voor uitstel van bevrediging > kijkt naar realiteit.
* Bemiddeld tussen Es en Über-Ich.
**Het Über-Ich (Superego):**
* Handelt naar normen, waarden en geweten < gevormd door opvoeders, maatschappij... = **moreel**.
* Stelt eisen hoe je je moet gedragen tov anderen.
* Vormt geweten < gevoelens van schuld, schaamte.
> De interactie tussen deze drie structuren bepaalt de persoonlijkheid. Het Ich en het Über-Ich werken samen om het Es te controleren.
## 1.3 Overdracht
### 1.3.1 Definitie
* Overbrengen van gedachten, gevoelens, houdingen en fantasieën.
* Persoon bv. pte heeft > andere actuele persoon bv. vpk.
* Stroken niet met de realiteit van die actuele persoon < herhaling van reacties op figuren uit iemands verleden.
> **Tip:** Overdracht gebeurt vaak onbewust en kan een belangrijke rol spelen in de zorgrelatie.
>
> > Zie casus GERT
### 1.3.2 Positieve overdracht
* Misplaatste positieve gevoelens > tederheid, aantrekking, liefde, genegenheid > gericht op hulpverlener of vpk.
* De huidige persoon is een 'voorwerp' > niet persé op de persoon in kwestie bedoeld.
> **Voorbeeld:** Mark, na zijn dakloosheid, ontwikkelt intense positieve gevoelens voor een VPK op een kerstfeest. Hij begint ook actief koffie te brengen en klusjes te doen voor de VPK, wat verder gaat dan een normale patiënt-zorgverlener relatie.
>
> **Voorbeeld**: Gert is boos op zijn verantwoordelijke verpleegkundige omdat hij vindt dat ze geen duidelijke adviezen geeft ("Zeg gewoon wat ik moet doen!"). Deze boosheid komt voort uit zijn strenge ouders die hem dwongen tot braafheid en studie, maar hem emotioneel verwaarloosden. Hij voelt zich machteloos bij de verpleegkundige, een gevoel dat hij projecteert op haar, net zoals hij boos was op zijn ouders die hem emotioneel niet zagen staan. Deze overgedragen boosheid is het voorbeeld van overdracht.
### 1.3.3 Negatieve overdracht
* Misplaatste negatieve gevoelens > haat, kwaadheid, irritatie, agressie > gericht op hulpverlener of vpk.
* De huidige persoon is een 'voorwerp' > niet persé op de persoon in kwestie bedoeld.
> **Voorbeeld:** Een student die in het verleden gepest is en weinig vertrouwen heeft, reageert geïrriteerd op groepswerk en uitspraken als "Nog een taak", omdat dit herinnert aan eerdere negatieve ervaringen.
## 1.4 Tegenoverdracht
* Misplaatste relatie van vpk naar pte (tegenovergestelde van de overdracht met dezelfde principes).
* Emotionele reacties of situaties die een pte 'oproept' bij de zorgverlener of vpk < bewust/ onbewust.
> **Tip:** Tegenoverdracht is een reactie van de zorgverlener op de patiënt, vaak terug te voeren op eigen onverwerkte geschiedenissen.
### 1.4.1 Voorbeelden van tegenoverdracht
> **Voorbeeld**: Een zorgverlener met onopgeloste conflicten met broers of zussen kan dominante of concurrerende gevoelens ontwikkelen tegenover jongere zorgvragers.
>
> **Voorbeeld**: Het minimaliseren van de ervaringen van een patiënt, het vermijden van pijnlijke delen van hun verhaal, kan voortkomen uit eigen ongemak of onverwerkte trauma's.
>
> **Voorbeeld**: Een zorgverlener die zelf nooit emoties kon delen, kan onverschilligheid, gereserveerdheid of terugtrekking vertonen naar de cliënt.
>
> **Voorbeeld**: Een zorgverlener die in het verleden mishandeld is, kan sterk emotioneel reageren (verdrietig, boos) op korte feedback van een leidinggevende, wat mogelijk leidt tot overwegingen om van baan te veranderen.
### 1.4.2 Tegenoverdracht en de rol van de zorgverlener
De vraag waarom zorgverleners zorg willen dragen voor anderen kan ook aspecten van overdracht en tegenoverdracht blootleggen. Als zorgverlening voortkomt uit oude kindgevoelens, zoals parentificatie (waarbij een kind de zorg voor de ouders op zich neemt), kan dit leiden tot een grotere kwetsbaarheid en gevoeligheid voor overdracht en tegenoverdracht.
### 1.4.3 Bewustwording van tegenoverdracht
Bewustwording van tegenoverdracht is **cruciaal voor professioneel handelen.**
> **Voorbeeld:** Ronald volgt elk advies op en verontschuldigt zich uitgebreid bij de verpleegkundige wanneer hij dronken is geweest, terwijl hij haar de "beste" noemt. De verpleegkundige voelt zich hierdoor schuldig en vergeeft hem keer op keer, zonder grenzen te stellen. Dit is een voorbeeld van positieve tegenoverdracht, waarbij de verpleegkundige een overdreven reddersbehoefte heeft. De relatie is hierdoor niet werkbaar en gelijkwaardig. De verpleegkundige neemt een ouderlijke of dominante rol aan, wat haar een goed gevoel kan geven.
### 1.4.4 Gevolgen van onbewuste tegenoverdracht
* Zorgt voor een grotere kwetsbaarheid en gevoeligheid.
* Leidt tot snellere irritatie en minder professioneel gedrag < overmatig tegemoetkomen door geprojecteerde gevoelens.
* Relatie van pte en vpk is niet werkbaar en gelijkwaarig > je zit vast in je 'rollen'.
## 1.5 Overdracht en tegenoverdracht in diverse relaties
* Komt in elke andere relatie voor > affectie, hiërarchie, en vooral afhankelijkheid.
### 1.5.1 Overdracht en tegenoverdracht heeft ook een positieve functie
* Wanneer overdracht bewust gehanteerd wordt > positief bijdragen aan de effectiviteit van het leerproces.
* Door gelijkwaardigheid in te bouwen <> **hiërarchische rol en afhankelijkheid** \> ontstaan van bewustzijn van overdracht.
## 1.6 Wat te doen met (tegen)overdracht?
Het omgaan met overdracht en tegenoverdracht vereist een actieve benadering:
* **Bewustwording en zelfreflectie**: Inzicht krijgen in de eigen gevoelens en reacties.
* **Evaluatie van communicatie en handelingen**: Kritisch kijken naar de interacties.
* **Kritisch durven kijken naar jezelf**: Zelfonderzoek is essentieel.
* **Toetsen bij collega's**: Bespreken van situaties en gevoelens met collega's.
* **Ervaring opdoen**: Leren door te doen en te reflecteren.
### 1.6.1 Bewustzijn van de professionele rol als verpleegkundige
De basishouding en vaardigheden van de verpleegkundige zijn hierbij van belang:
* **Communicatie**: Open en effectieve communicatie.
* **Respect**: Wederzijds respect in de relatie.
* **Onvoorwaardelijke positieve aanvaarding (OPA)**: De zorgvrager accepteren zoals die is.
* **Empathie**: Zich kunnen inleven in de ander.
* **Feedback**: Constructieve feedback geven en ontvangen.
* **Durven confronteren**: Zowel met jezelf als met de ander.
## 1.7 Kenmerken van overdracht en tegenoverdracht
**Projecteren**
**Herkenbaarheid van situaties/ gelijkenis in persoon**
**Diversiteit van kinderacties**
**Afhankelijkheidsrelatie!!**
> Zie bijgevoegd blad met voorbeeldcasussen.
## 1.8 Conclusie
Overdracht en tegenoverdracht zijn onvermijdelijke aspecten van menselijke interacties, met name in zorgrelaties. Ze mogen er zijn, maar het is cruciaal om zich ervan bewust te zijn. **Bewust geworden overdracht kan leiden tot zinvolle veranderingsprocessen bij zowel zorgverleners als patiënten**. Bewust geworden tegenoverdracht vergroot de professionaliteit van de zorgverlener door inzicht in de eigen reacties en het vermogen om deze op een constructieve manier te hanteren.
* * *
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Overdracht | Het onbewust overbrengen van gedachten, gevoelens, houdingen of fantasieën die een persoon heeft tegenover een actuele persoon, maar die niet overeenstemmen met de realiteit van die persoon; het is een herhaling van reacties tegenover belangrijke figuren uit het verleden. |
| Tegenoverdracht | De misplaatste relationele reactie van de hulpverlener (verpleegkundige) ten opzichte van de patiënt, die grotendeels te maken heeft met de eigen onverwerkte vroegkinderlijke belevingen en niet aan de werkelijkheid van het moment beantwoordt. |
| Es | Het instinctieve, oergevoelens- en reflexmatige deel van de persoonlijkheid, volgens de psychoanalytische theorie; het is de bron van driften zoals levensdrift (genieten, seksualiteit) en doodsdrift (agressie, woede). |
| Ich | Het meest bewuste, rationele deel van de persoonlijkheid dat gevoelens kanaliseert, uitstel toelaat, het eigen handelen toetst aan de realiteit en bemiddelt tussen het Es en het Über-Ich. |
| Über-Ich | Het deel van de persoonlijkheid dat normen en waarden omvat, gevormd door opvoeding en omgeving; het vertegenwoordigt het geweten, maar kan ook leiden tot schuldgevoel en schaamte. |
| Onvoorwaardelijke positieve aanvaarding | Een therapeutische houding waarbij een zorgverlener een cliënt volledig accepteert zoals die is, zonder oordeel, wat essentieel is voor het respecteren van het tempo en de interne motivatie tot herstel van de zorgvrager. |
| Casus Gert | Een praktijkvoorbeeld waarin de boosheid van patiënt Gert op zijn verantwoordelijke verpleegkundige wordt verklaard door overdracht van gevoelens die voortkomen uit zijn strenge opvoeding, waarbij zijn ouders hem dwongen tot prestaties maar emotioneel tekortschoten. |
| Positieve overdracht | Een vorm van overdracht waarbij de huidige persoon het voorwerp wordt van misplaatste positieve gevoelens zoals tederheid, aantrekking of liefde, wat niet overeenkomt met de werkelijke relatie. |
| Negatieve overdracht | Een vorm van overdracht waarbij misplaatste negatieve gevoelens zoals haat, kwaadheid, irritatie of agressie naar boven komen tegenover een actuele persoon, vaak gerelateerd aan eerdere negatieve ervaringen zoals pesten. |
| Parentificatie | Een situatie waarin een kind de zorg voor zijn ouders op zich neemt, wat kan leiden tot verhoogde kwetsbaarheid en gevoeligheid voor overdracht en tegenoverdracht bij de persoon in kwestie. |