Cover
Zacznij teraz za darmo Studentenversie _GezondheidenPreventie_2025_HC_les 1 (1).pdf
Summary
# Introductie tot het ICF
Hieronder volgt een gedetailleerde studiehandleiding over de Introductie tot het ICF.
## 1. Introductie tot het ICF
Het ICF is een raamwerk dat een gestandaardiseerd begrippenkader biedt voor het beschrijven van menselijk functioneren, evenals de problemen die zich daarin voordoen, en de bijbehorende krachten en mogelijkheden [7](#page=7).
### 1.1 Wat is het ICF?
De ICF staat voor de International Classification of Functioning, Disability and Health. In het Nederlands wordt dit de Internationale Classificatie van het menselijk Functioneren genoemd. Het is een raamwerk van classificaties die gezamenlijk een gestandaardiseerd begrippenkader vormen voor het beschrijven van het menselijk functioneren en de problemen die daarin optreden, maar ook de krachten en mogelijkheden die in kaart gebracht kunnen worden [7](#page=7).
### 1.2 Doelstellingen van het ICF
Het ICF heeft vier centrale doelstellingen [8](#page=8):
#### 1.2.1 Werkveld
Een belangrijke doelstelling is het bevorderen van discipline- en sector-overschrijdend samenwerken binnen de hulpverlening. Dit wordt bereikt door te streven naar één manier van denken, één manier van spreken en één manier van handelen op basis van het ICF-kader [9](#page=9).
Specifiek voor kinesitherapeuten houdt dit in dat het ICF een basis vormt voor het opstellen van een kinesitherapeutische analyse en diagnose. Het ICF helpt bij het structureren van het diagnostisch proces, van anamnese en onderzoek tot evaluatie, en het therapeutisch proces, van behandelplan en behandeling tot evaluatie en afsluiting [10](#page=10) [11](#page=11).
#### 1.2.2 Interdisciplinair
Het ICF faciliteert discipline- en sector-overschrijdend samenwerken door het creëren van een gedeeld interprofessioneel zorg- en/of behandelingsplan [12](#page=12).
#### 1.2.3 Internationaal en Wetenschappelijk Werk
Het ICF dient als een internationaal en wetenschappelijk kader. Het wordt gebruikt in wetenschappelijke publicaties om het menselijk functioneren te beschrijven en te onderzoeken. Voorbeelden van instrumenten die gebaseerd zijn op het ICF en in wetenschappelijke publicaties voorkomen zijn de EQ-5D, SF-36 en BSHS-B [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
### 1.3 Situering binnen de WHO-FIC
Het ICF is onderdeel van de WHO-FIC (World Health Organization – Family of International Classifications). Het ICF werd op 22 mei 2001 gepubliceerd en wordt erkend door 191 WHO-ledenlanden [18](#page=18) [19](#page=19).
De WHO-FIC omvat verschillende classificatiesystemen:
* ICF (International Classification of Functioning, Disabilities and Health) [20](#page=20).
* ICD-11 (classification of diseases and health related problems) [20](#page=20).
* ICD-10 (classification of mental and behavioural disorders) [20](#page=20).
* ICHI (international classification of health Interventions) [20](#page=20).
[ ] toont een schematische weergave van de WHO-FIC [19](#page=19) [20](#page=20).
De International Classification of Diseases (ICD) is een ander belangrijk onderdeel van de WHO-FIC, dat zich richt op ziekten en gezondheidsproblemen. De International Classification of Impairments Disabilities and Handicaps (ICIDH) is een eerdere classificatie die relevant is in de context van het ICF [21](#page=21) [22](#page=22) [24](#page=24).
### 1.4 Het ICF als Biopsychosociaal Model
Het ICF is een biopsychosociaal (BPS) model. Het streeft ernaar het menselijk functioneren in zijn totaliteit in kaart te brengen [5](#page=5).
> **Tip:** Het ICF biedt een gestandaardiseerde manier om zowel de positieve aspecten (krachten, mogelijkheden) als de negatieve aspecten (problemen, beperkingen) van menselijk functioneren te beschrijven, en erkent de interactie tussen gezondheidstoestanden, omgevingsfactoren en persoonlijke factoren.
### 1.5 Gebruik van het ICF in de Kinesitherapie
Het ICF biedt een gemeenschappelijke taal voor de werk- en zorgsectoren. Voor kinesitherapeuten is het ICF essentieel voor het leren classificeren en coderen van informatie. Het dient als basis voor het opstellen van een kinesitherapeutische diagnose. Het raamwerk helpt bij het analyseren en integreren van informatie tijdens het diagnostisch proces [10](#page=10) [11](#page=11) [5](#page=5).
### 1.6 BelRAI en het ICF
BelRAI is een operationalisering van het ICF voor volwassen revalidanten die behandeld worden in revalidatieziekenhuizen en centra voor ambulante revalidatie in Vlaanderen. BelRAI is de verzamelnaam voor de Belgische vertaling en informatisering van de interRAI instrumenten, zoals interRAI AC (acute care), HC (home care) en LTCF (long term care facilities) [27](#page=27).
### 1.7 Publicaties en Bronnen
De ICF wordt gedocumenteerd op diverse plaatsen, waaronder RIVM-publicaties. Het ICF beschrijft een functioneringsprobleem [36](#page=36) [45](#page=45) [74](#page=74).
> **Voorbeeld:** Wanneer een persoon moeite heeft met lopen, kan het ICF gebruikt worden om niet alleen de fysieke beperking (bijvoorbeeld verminderde spierkracht) te beschrijven, maar ook de omgevingsfactoren (bijvoorbeeld een huis zonder lift) en persoonlijke factoren (bijvoorbeeld motivatie om te bewegen) die invloed hebben op het functioneren en de participatie van die persoon.
---
# Het biopsychosociaal model en gezondheid
Dit thema verkent de evolutie van modellen van gezondheid en de bredere definitie van gezondheid volgens de WHO, met een focus op welzijn en participatie.
### 2.1 Evolutie van gezondheidsmodellen
Door de tijd heen zijn er verschillende modellen geweest die gezondheid proberen te definiëren en te verklaren. Deze evolutie kan worden gezien als een verschuiving van een puur medisch perspectief naar een meer omvattende benadering [28](#page=28) [29](#page=29) [30](#page=30) [31](#page=31).
#### 2.1.1 Het biomedische model
Het biomedische model, dat lange tijd dominant was, ziet ziekte en gezondheid primair als biologische processen. Problemen worden gereduceerd tot lichamelijke afwijkingen of disfuncties, en de focus ligt op het behandelen van deze symptomen en ziekten. Psychosociale factoren en de omgeving worden hierbij vaak buiten beschouwing gelaten [28](#page=28) [30](#page=30) [31](#page=31).
#### 2.1.2 Het sociale model
Als reactie op de beperkingen van het biomedische model, ontstond het sociale model. Dit model benadrukt de invloed van sociale, economische en omgevingsfactoren op gezondheid en ziekte. Het kijkt naar maatschappelijke structuren en ongelijkheden die de gezondheid van individuen en groepen kunnen beïnvloeden [28](#page=28) [30](#page=30) [31](#page=31).
#### 2.1.3 Het biopsychosociaal model
Het biopsychosociaal model integreert de inzichten uit zowel het biomedische als het sociale model en voegt daar de psychologische component aan toe. Dit model stelt dat gezondheid en ziekte het resultaat zijn van een complexe interactie tussen biologische factoren (zoals genetica en fysiologie), psychologische factoren (zoals gedachten, emoties en gedrag) en sociale factoren (zoals relaties, cultuur en sociaaleconomische status). Dit is een holistische benadering die het individu in zijn geheel beschouwt [28](#page=28) [30](#page=30) [31](#page=31) [44](#page=44).
### 2.2 De definitie van gezondheid volgens de WHO
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een invloedrijke definitie van gezondheid gegeven die verder gaat dan alleen de afwezigheid van ziekte [32](#page=32).
#### 2.2.1 WHO-definitie van gezondheid
Volgens de WHO is gezondheid: "een toestand van volledig fysiek, sociaal en mentaal welbevinden en niet slechts de afwezigheid van een medische of psychische aandoening". Deze definitie, opgesteld in 1947, benadrukt drie belangrijke dimensies van gezondheid [32](#page=32):
* **Fysiek welbevinden:** Dit betreft de lichamelijke gezondheid, de werking van organen en systemen, en de afwezigheid van fysieke aandoeningen [32](#page=32).
* **Mentaal welbevinden:** Dit slaat op de psychische gesteldheid, emotioneel evenwicht, cognitieve functies en het vermogen om met stress om te gaan [32](#page=32).
* **Sociaal welbevinden:** Dit verwijst naar de kwaliteit van sociale relaties, het gevoel deel uit te maken van een gemeenschap, en de mogelijkheid tot participatie in de maatschappij [32](#page=32).
#### 2.2.2 Nadruk op welzijn en participatie
Hedendaagse visies op gezondheid, voortbouwend op de WHO-definitie, leggen een sterkere nadruk op het welzijn van het individu en diens vermogen tot participatie [33](#page=33) [34](#page=34).
* **Centrale positie van de persoon:** De stem, ervaringen en behoeften van de persoon (cliënt, patiënt) staan centraal in de hulpverlening en de benadering van gezondheid [33](#page=33).
* **Aandacht voor sterktes:** Naast het signaleren van tekorten en kwetsbaarheden, wordt er ook expliciet aandacht besteed aan de sterktes, talenten en veerkracht van een persoon [33](#page=33).
* **Persoon als evenwaardige burger:** De persoon wordt gezien als een volwaardig en gelijkwaardig lid van de maatschappij, met rechten en de mogelijkheid tot eigen regie [33](#page=33).
* **Participatie:** Het actief deelnemen aan de samenleving, aan sociale activiteiten en aan beslissingen die het eigen leven betreffen, wordt als een essentieel onderdeel van gezondheid beschouwd [34](#page=34).
> **Tip:** De overgang van het biomedische naar het biopsychosociale model markeert een belangrijke paradigmaverschuiving in de gezondheidszorg en de wetenschappelijke benadering van gezondheid en ziekte. Begrijp de kernverschillen tussen deze modellen om de hedendaagse zorg beter te plaatsen.
> **Voorbeeld:** Een patiënt met chronische pijn wordt niet alleen behandeld voor de fysieke oorzaak van de pijn (biologisch), maar krijgt ook psychologische ondersteuning om met de impact van de pijn op zijn leven om te gaan (psychologisch), en er wordt gekeken hoe hij sociaal actief kan blijven ondanks zijn beperkingen (sociaal). Dit is een biopsychosociale benadering.
---
# Componenten en domeinen van het ICF
Het ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health) is een classificatiesysteem dat functioneren, handicaps en gezondheid vanuit een biopsychosociaal model beschrijft. Het model is opgebouwd uit twee hoofdcomponenten: functioneren en beïnvloedende factoren. Deze componenten worden verder onderverdeeld in specifieke domeinen die de verschillende aspecten van menselijk functioneren en gezondheid omvatten. Het ICF onderscheidt zowel positieve als negatieve aspecten van gezondheid en functioneren [37](#page=37) [38](#page=38) [41](#page=41) [42](#page=42) [46](#page=46) [47](#page=47) [48](#page=48).
## 3.1 De twee hoofdcomponenten van het ICF
Het ICF is opgebouwd uit twee centrale componenten [37](#page=37) [38](#page=38):
1. **Component 1: Functioneren**
Dit component beschrijft de gezondheidstoestand van een persoon en omvat de lichaamsproducten, activiteiten en participatie. Het positieve aspect hiervan is wat een persoon kan in termen van functionele en structurele integriteit en behouden activiteiten en participatie. Negatieve aspecten worden aangeduid als stoornissen, beperkingen in activiteiten en participatieproblemen [38](#page=38) [41](#page=41) [42](#page=42).
2. **Component 2: Beïnvloedende Factoren**
Dit component omvat de factoren die het functioneren van een persoon kunnen beïnvloeden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen externe factoren en persoonlijke factoren. Positieve invloeden zijn ondersteunende externe en interne factoren, terwijl negatieve invloeden belemmerende externe en interne factoren zijn [38](#page=38) [40](#page=40) [41](#page=41) [42](#page=42) [79](#page=79).
## 3.2 Domeinen binnen de component Functioneren
De component "Functioneren" is verder onderverdeeld in twee hoofdgroepen: lichaamsproducten (functies en anatomische eigenschappen) en menselijk handelen (activiteiten en participatie) [38](#page=38) [47](#page=47) [48](#page=48) [49](#page=49) [50](#page=50).
### 3.2.1 Lichaamsproducten: Functies en Anatomische Eigenschappen
* **Functies:** Dit zijn de fysiologische en mentale eigenschappen van het menselijk organisme [77](#page=77).
* Voorbeelden van functies zijn: mentale functies, sensorische functies en pijn, stem en spraak, functies van het circulatie-, immuun- en ademhalingsstelsel, spijsverterings-, metabole en endocriene functies, urogenitale en reproductieve functies, functies van het bewegingsapparaat en functies van huid en verwante structuren [90](#page=90).
* Een stoornis in een functie is een afwijking van of verlies van die functie, zoals pijn, spiersterkteverlies of een geheugenstoornis [77](#page=77).
* **Anatomische Eigenschappen (AE):** Dit verwijst naar de positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit van onderdelen van het menselijk lichaam [77](#page=77).
* Voorbeelden van anatomische eigenschappen zijn: het zenuwstelsel, oog, oor en verwante structuren, structuren betrokken bij stem en spraak, structuren van hart en bloedvatenstelsel, immuun- en ademhalingsstelsel, spijsverteringsstelsel, metabole en endocriene systemen, urogenitaal stelsel, structuren gerelateerd aan beweging, en huid en verwante structuren [91](#page=91).
* Een stoornis in anatomische eigenschappen is een afwijking van of verlies van die structuren, zoals scoliose, amputatie van een onderarm of een fractuur [77](#page=77).
### 3.2.2 Menselijk Handelen: Activiteiten en Participatie
* **Activiteiten:** Dit zijn onderdelen van iemands handelen [78](#page=78) [93](#page=93).
* Voorbeelden van activiteiten zijn: zitten, schoonmaken, leren en toepassen van kennis, algemene taken en eisen, communicatie, mobiliteit, zelfzorg, huishouden, tussenmenselijke interacties en relaties [92](#page=92).
* Problemen met het uitvoeren van een activiteit worden een activiteitsbeperking genoemd, zoals niet kunnen schrijven of fietsen [78](#page=78).
* **Participatie:** Dit betreft iemands deelname aan het maatschappelijk leven [78](#page=78) [93](#page=93).
* Voorbeelden van participatie zijn: deelnemen aan het verkeer, een eigen huishouden hebben, in het openbaar spreken, een betaalde baan hebben en houden, en deelname aan belangrijke levensgebieden zoals opleidingen en beroep, en aan het maatschappelijk, sociale en burgerlijke leven [92](#page=92).
* Participatieproblemen zijn moeilijkheden die iemand ervaart bij het deelnemen aan het maatschappelijk leven [78](#page=78).
## 3.3 Domeinen binnen de component Beïnvloedende Factoren
De component "Beïnvloedende Factoren" is onderverdeeld in externe factoren en persoonlijke factoren, die samen de contextuele factoren vormen [38](#page=38) [50](#page=50) [79](#page=79).
### 3.3.1 Externe Factoren
Externe factoren zijn de fysieke en sociale omgeving van een persoon. Deze factoren kunnen het functioneren positief of negatief beïnvloeden [79](#page=79).
* Domeinen van externe factoren omvatten:
* Producten en technologie (bv. hulpmiddelen) [94](#page=94).
* De natuurlijke omgeving en door de mens aangebrachte veranderingen daarin [94](#page=94).
* Ondersteuning en relaties (bv. familie) [79](#page=79) [94](#page=94).
* Attitudes (houdingen van anderen) [94](#page=94).
* Diensten, systemen en beleid (bv. werkomgeving) [79](#page=79) [94](#page=94).
### 3.3.2 Persoonlijke Factoren
Persoonlijke factoren zijn kenmerken van het individu die geen deel uitmaken van de functionele gezondheidstoestand. Er bestaat nog geen internationale lijst voor persoonlijke factoren; daarom volstaat het noemen van een aantal voorbeelden om inzicht te krijgen in de hulpvrager [79](#page=79) [95](#page=95).
* Voorbeelden van persoonlijke factoren zijn:
* Leeftijd [79](#page=79) [95](#page=95).
* Geslacht [79](#page=79) [95](#page=95).
* Opleiding [79](#page=79) [95](#page=95).
* Levensstijl [79](#page=79).
* Beroep [79](#page=79).
* Persoonlijke motivatie [95](#page=95).
* Deze factoren helpen inzicht te krijgen in iemands leefstijl, sociaal-culturele en religieuze opvattingen over ziekte, gezondheid en welzijn, en de eigen rol daarin [95](#page=95).
## 3.4 Het ICF Model in Relatie tot Functioneringsproblemen
Het ICF model visualiseert de interactie tussen deze componenten en domeinen. Een functioneringsprobleem wordt gezien als een combinatie van stoornissen in anatomische eigenschappen en/of functies, gecombineerd met activiteitsbeperkingen en/of participatieproblemen, beïnvloed door externe en persoonlijke factoren. Deze factoren kunnen het functioneren zowel positief als negatief beïnvloeden [49](#page=49) [50](#page=50) [75](#page=75) [79](#page=79) [89](#page=89).
> **Tip:** Het ICF model benadrukt dat gezondheid en handicap complex zijn en afhangen van de interactie tussen de persoon en zijn omgeving, niet enkel van de medische diagnose [46](#page=46) [47](#page=47) [48](#page=48).
> **Voorbeeld:** Een persoon met een amputatie (stoornis in anatomische eigenschap) kan moeite hebben met lopen (activiteitsbeperking) en daardoor niet meer kunnen deelnemen aan sportactiviteiten (participatieprobleem). De aanwezigheid van een prothese (positieve externe factor) kan de participatie verbeteren, terwijl een gebrek aan toegankelijkheid in openbare ruimtes (negatieve externe factor) de participatie kan belemmeren. Persoonlijke factoren zoals motivatie en de steun van familie spelen hierbij ook een rol [89](#page=89).
---
# Toepassing van het ICF in de praktijk
Deze sectie toont hoe het International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) kan worden toegepast in de praktijk door middel van casussen en voorbeelden, met een focus op classificatie, codering en het opstellen van een kinesitherapeutische diagnose .
### 4.1 Het ICF als model voor menselijk functioneren
Het ICF dient als een raamwerk om menselijk functioneren in zijn totaliteit in kaart te brengen vanuit een biopsychosociaal model. Het biedt een gemeenschappelijke taal voor zowel de werk- als zorgsectoren .
### 4.2 Toepassing aan de hand van casussen
De cursus illustreert de toepassing van het ICF met diverse casussen. Enkele voorbeelden zijn:
* **Oma Ana met Reumatoïde Artritis (RA)**: Hoewel een ICD-code (Internationale Classificatie van Ziekten) kan worden toegekend, zegt dit weinig over de specifieke problemen, zorgbehoeften en de impact van de diagnose op haar leven. RA wordt gedefinieerd als een langdurige auto-immuunziekte die voornamelijk gewrichten aantast, leidend tot warme, gezwollen en pijnlijke gewrichten, vaak verergerd na rust, met betrokkenheid van zowel handen als polsen, en bilateraal symmetrisch [53](#page=53) [54](#page=54).
* **Michael met traumatische paraplegie**: Dit is een voorbeeld van een casus waarbij het ICF van toepassing is [55](#page=55) [56](#page=56) [57](#page=57).
* **Massimo met cerebrale parese**: De focus kan hier liggen op activiteiten zoals spelen met vrienden [64](#page=64) [65](#page=65).
* **William met gehoorverlies**: Een andere casus die de toepassing van het ICF illustreert [68](#page=68) [69](#page=69) [70](#page=70).
#### 4.2.1 Casus: Havenarbeider
Deze casus, een havenarbeider, biedt een gedetailleerd beeld voor ICF-classificatie .
**Stoornissen in Anatomische eigenschappen en Stoornissen in Functie**:
* Amputatie linker onderbeen .
* Litteken mediale strook bovenbeen .
* Extensiebeperking linker knie .
* Krachtsverlies linkerbeen .
* Evenwichts- en stabiliteitstekort .
* Fantoompijnen linkervoet .
* Hypoësthesie .
* Ochtendstijfheid .
* Afwezige/afgenomen smaak- en geurzin .
**Activiteitsbeperkingen**:
* Stappen .
* Transfers uitvoeren .
* Trappen doen .
* Autorijden .
* Huishoudelijke taken .
**Participatieproblemen**:
* Job uitvoeren .
* Autorijden .
* Deelnemen aan maatschappelijk gebeuren .
* Uitstapjes met gezin .
* Kinderen naar school doen/oppikken .
* Zwemmen, vissen .
* Cafébezoekjes met vrienden .
**Externe factoren (+/-)**:
* Getrouwd met zeer behulpzame vrouw .
* 3 kinderen .
* Woning nog niet volledig aangepast aan zijn situatie .
* Medicatie: Neurotin, Dafalgan .
* Garantie van werkgever om terug aan de slag te mogen gaan met nodige aanpassingen .
* Krukken (om te stappen) .
* Onderbeenprothese .
**Persoonlijke factoren (+/-)**:
* Gemotiveerd .
* Realistische verwachtingen .
* Leeftijd 39 jaar .
* Man, getrouwd .
### 4.3 Het opstellen van een ICF-schema
Een gestructureerde aanpak is essentieel voor het opstellen van een ICF-schema :
1. Formuleer de hulpvraag duidelijk .
2. Vul de persoonlijke factoren in .
3. Vul de externe factoren in .
4. Vul het participatieniveau in .
5. Vul de activiteiten in .
6. Vul de functies en anatomische eigenschappen in .
> **Tip:** Het doorlopen van deze stappen helpt om een compleet beeld te krijgen van de impact van een diagnose op iemands functioneren en participatie.
### 4.4 Classificatie en codering met het ICF
Het ICF faciliteert classificatie en codering van functioneren, beperkingen en gezondheidsproblemen. Dit proces vormt de basis voor het opstellen van een kinesitherapeutische diagnose. Oefeningen en casusbesprekingen zijn cruciaal om deze vaardigheden te ontwikkelen .
> **Tip:** Het belang van het ICF ligt in het bieden van een gestructureerd systeem om de complexiteit van menselijk functioneren te beschrijven, wat leidt tot meer gepersonaliseerde en effectieve zorgplannen .
### 4.5 Doelstellingen van de cursus met betrekking tot het ICF
De cursus beoogt de volgende doelstellingen te bereiken met betrekking tot het ICF :
* Kennis maken met de componenten en domeinen van het ICF als biopsychosociaal model om het menselijk functioneren in zijn totaliteit in kaart te brengen .
* Kennis maken met het biopsychosociaal (BPS) redeneerproces op basis van het ICF-kader .
* Kennis maken met het ICF als gemeenschappelijke taal voor de werk- en zorgsectoren .
* Leren classificeren en coderen met het ICF .
* Kennis maken met het ICF als basis voor het opstellen van een kinesitherapeutische diagnose .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| ICF | De International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) is een raamwerk van classificaties dat een gestandaardiseerd begrippenkader biedt voor het beschrijven van menselijk functioneren, de problemen daarin, en ook de krachten en mogelijkheden van een persoon. |
| Biopsychosociaal model | Een model dat gezondheid en ziekte ziet als een complex samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren, in plaats van enkel een biologische oorzaak. |
| Stoornis | Een afwijking of verlies van een functie of een anatomische eigenschap van het menselijk lichaam, zoals gedefinieerd binnen het ICF-kader. |
| Activiteitsbeperking | Een probleem dat een persoon ondervindt bij het uitvoeren van een activiteit, zoals beschreven in de ICF-classificaties. |
| Participatieprobleem | Een probleem dat een persoon ondervindt bij het deelnemen aan het maatschappelijk leven, zoals gedefinieerd binnen de ICF-context. |
| Externe factoren | Omgevingsfactoren, waaronder producten en technologie, de natuurlijke en door mensen gemaakte omgeving, ondersteuning en relaties, attitudes, en diensten, systemen en beleid, die het functioneren van een persoon kunnen beïnvloeden. |
| Persoonlijke factoren | Kenmerken van een individu die geen deel uitmaken van de functionele gezondheidstoestand, zoals leeftijd, geslacht, opleiding, levensstijl en motivatie. |
| Anatomische eigenschappen | De positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit van onderdelen van het menselijk lichaam, zoals gedefinieerd in de ICF. |
| Functies | De fysiologische en mentale eigenschappen van het menselijk organisme, zoals beschreven binnen het ICF-kader. |
| Kinesitherapeutische diagnose | Een diagnose die specifiek is voor de kinesitherapie en die gebaseerd is op de analyse van het functioneren, de beperkingen en de behoeften van de patiënt. |