Cover
Zacznij teraz za darmo FysiologieII_Les12_hartenvaatziekten_KP_student.pdf
Summary
# Het cardiovasculaire stelsel en risicofactoren
Dit deel behandelt de fysiologie van het hart en het cardiovasculaire stelsel, met een focus op de belangrijkste risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals hyperlipidemie en hypertensie, inclusief de rol van cholesterol en bloeddruk [4](#page=4) [7](#page=7).
### 1.1 Fysiologie van het hart en het cardiovasculaire stelsel
Het cardiovasculaire stelsel is een complex systeem dat verantwoordelijk is voor het transport van bloed door het lichaam, met het hart als centrale pomp [5](#page=5) [6](#page=6).
### 1.2 Risicofactoren voor hart- en vaatziekten
Er zijn diverse factoren die het risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten verhogen. De belangrijkste besproken risicofactoren zijn hyperlipidemie en hypertensie [7](#page=7).
#### 1.2.1 Hyperlipidemie
Hyperlipidemie wordt gedefinieerd als een verhoogd lipidegehalte in het bloed en is een significante risicofactor voor hart- en vaatziekten [8](#page=8).
##### 1.2.1.1 Belangrijke lipiden
De lipiden die in het bloed kunnen voorkomen en relevant zijn voor hyperlipidemie omvatten:
* Cholesterol [8](#page=8) [9](#page=9).
* Cholesterolesters [8](#page=8).
* Vetzuren [8](#page=8).
* Fosfolipiden [10](#page=10) [8](#page=8).
* Triglyceriden [10](#page=10) [8](#page=8).
##### 1.2.1.2 Cholesterol
Cholesterol is een belangrijke biomarker voor hart- en vaatziekten. Het heeft cruciale functies in het lichaam [9](#page=9):
* Het is een celcomponent en dient als precursor voor steroïdale hormonen, galzuren en vitamine D [9](#page=9).
* Cholesterol wordt zowel in de levercellen aangemaakt (endogeen) als opgenomen via de voeding (exogeen) [9](#page=9).
* Omdat cholesterol onoplosbaar is in water, wordt het in het plasma getransporteerd via lipoproteïnen [9](#page=9).
##### 1.2.1.3 Lipoproteïnen
Lipoproteïnen zijn complexen die lipiden transporteren in het bloed. Ze hebben een specifieke structuur [10](#page=10) [9](#page=9):
* Een hydrofobe binnenkant die triglyceriden en cholesterolesters bevat [10](#page=10).
* Een hydrofiele buitenkant die fosfolipiden en apoproteïnen (zoals ApoAI en ApoB) bevat [10](#page=10).
Er zijn vier hoofdtypen lipoproteïnen in het bloed:
* **Chylomicronen:** Deze transporteren exogeen cholesterol [10](#page=10).
* **VLDL (very low density lipoproteins):** Deze transporteren hoofdzakelijk triglyceriden [10](#page=10).
* **LDL (low density lipoproteins):** Vaak aangeduid als "slechte" cholesterol [11](#page=11).
* **HDL (high density lipoproteins):** Vaak aangeduid als "goede" cholesterol [11](#page=11).
##### 1.2.1.4 LDL en HDL cholesterol
* **LDL of "slechte" cholesterol:** Een te hoge concentratie LDL in het bloed kan leiden tot plaquevorming in de aderen, wat resulteert in aderverkalking en vernauwing van de aderen. Een verhoogd LDL-cholesterolgehalte is een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten [11](#page=11).
* **HDL of "goede" cholesterol:** HDL-cholesterol transporteert overtollig cholesterol terug naar de lever, waar het kan worden verwerkt. Dit proces helpt atherosclerose (aderverkalking) tegen te gaan [11](#page=11).
##### 1.2.1.5 Oorzaken van hypercholesterolemie
Hypercholesterolemie kan primair of secundair van aard zijn:
* **Primair:** Dit type is genetisch bepaald, zoals bij familiale hypercholesterolemie [12](#page=12).
* **Secundair:** Dit is het gevolg van andere onderliggende aandoeningen of leefstijlfactoren, waaronder:
* Diabetes [12](#page=12).
* Leverfunctiestoornissen [12](#page=12).
* Hypothyreoïdie (te traag werkende schildklier) [12](#page=12).
* Obesitas en een ongezonde levensstijl [12](#page=12).
#### 1.2.2 Hypertensie
Hypertensie, ook wel hoge bloeddruk genoemd, is een langdurig abnormaal verhoogde bloeddruk. Het is een belangrijke risicofactor voor hartaandoeningen en beroertes [13](#page=13).
##### 1.2.2.1 Impact van hypertensie
Hoge bloeddruk heeft verschillende schadelijke effecten op het cardiovasculaire systeem:
* **Mechanische stress op bloedvatwanden:** Chronische verhoogde druk veroorzaakt "shear stress" op de endotheelcellen van de bloedvatwanden, wat atherosclerose in de hand werkt [13](#page=13).
* **Schade aan kransslagaders:** Hypertensie kan leiden tot schade aan de kransslagaders [13](#page=13).
* **Overbelasting van het hart:** De hartspier, met name het linkerventrikel, wordt overbelast door de hogere druk. Dit verhoogt het risico op hartfalen, aritmieën (hartritmestoornissen) en ischemie (zuurstoftekort), doordat het zuurstofverbruik van het hart stijgt [13](#page=13).
##### 1.2.2.2 Gezonde bloeddrukwaarden
Een gezonde bloeddruk wordt over het algemeen beschouwd als lager dan 120 mmHg voor de bovendruk (systolische druk) en lager dan 80 mmHg voor de onderdruk (diastolische druk) [13](#page=13).
> **Tip:** Begrijp de functies van LDL en HDL. Onthoud dat LDL plaquevorming bevordert en HDL dit tegengaat. Ken de verschillende oorzaken van hypercholesterolemie.
> **Tip:** Visualiseer hoe verhoogde druk in het cardiovasculaire stelsel leidt tot schade. De termen "shear stress" en "overbelasting van de hartspier" zijn hierbij cruciaal.
---
# Vaatziekten
Dit gedeelte behandelt diverse vaatziekten, met focus op atherosclerose, aneurysma en trombose, hun oorzaken, mechanismen, symptomen en potentieel levensbedreigende aard [14](#page=14).
### 2.1 Atherosclerose
Atherosclerose kenmerkt zich door de verdikking, vernauwing en verharding van de arteriën. Het ontstaat door schade aan het endotheel, wat leidt tot de ophoping van vetten, met name LDL-cholesterol. Deze ophoping trekt immuuncellen aan, wat uiteindelijk resulteert in de vorming van plaques [15](#page=15).
Vernauwing van de arteriën door atherosclerose kan leiden tot ischemie, oftewel een verminderde weefseldoorbloeding. Ischemie uit zich in pijn, functieverlies en, in ernstige gevallen, weefselnecrose. Dit wordt ook wel perifeer arterieel vaatlijden (PAV) genoemd [16](#page=16).
**Symptomen van PAV kunnen zijn:**
* Dünne, bleke huid [16](#page=16).
* Slecht genezende wonden in de extremiteiten [16](#page=16).
* Spierzwakte [16](#page=16).
* Pijn bij het stappen (claudicatio intermittens of "etalagebenen") [16](#page=16).
* In een later stadium kan pijn ook in rust optreden [16](#page=16).
De behandeling van atherosclerose omvat doorgaans het voorschrijven van antihypertensiva, cholesterolverlagende medicijnen en aanpassingen in dieet en levensstijl [16](#page=16).
> **Tip:** Let op het verband tussen atherosclerose en andere risicofactoren zoals roken, hoge bloeddruk en hypercholesterolemie, die ook bijdragen aan de vorming van aneurysmata [18](#page=18).
### 2.2 Aneurysma
Een aneurysma is een zwakke plek in de vaatwand die leidt tot een verwijding of uitstulping van het bloedvat. Hoewel een aneurysma vaak weinig klachten geeft, kan scheuring ervan resulteren in een hevige, levensbedreigende bloeding [18](#page=18).
**Oorzaken van een aneurysma omvatten:**
* Atherosclerose [18](#page=18).
* Roken [18](#page=18).
* Hoge bloeddruk [18](#page=18).
* Hypercholesterolemie [18](#page=18).
* Lokale ontsteking van de vaatwand [18](#page=18).
* Erfelijke factoren [18](#page=18).
### 2.3 Trombose
Trombose is de verstopping van een bloedvat, specifiek venen, door een trombus (bloedstolsel). De meest voorkomende vorm is diep veneuze trombose (DVT) [19](#page=19).
**Symptomen van DVT zijn onder andere:**
* Pijn in de benen [19](#page=19).
* Zwelling [19](#page=19).
* Een warme, rood-paarse huid [19](#page=19).
**Oorzaken van trombose zijn:**
* Vertraagde bloedstroom [19](#page=19).
* Stollingsstoornissen [19](#page=19).
* Beschadiging van de vaatwand [19](#page=19).
Een ernstige complicatie van trombose is een longembolie [19](#page=19).
---
# Hartziekten
Dit deel behandelt een reeks hartziekten, waaronder hartritmestoornissen, hartfalen, hartklepaandoeningen, cardiomyopathie en ischemisch hartlijden, met focus op de oorzaken, symptomen en behandelingsmogelijkheden [20](#page=20).
### 3.1 Hartritmestoornissen
Hartritmestoornissen zijn afwijkingen in de prikkelvorming of geleiding van het hart. Het normale hartritme start in de sino-atriale (SA) knoop, gaat via de atrioventriculaire (AV) knoop, de bundel van His en eindigt bij de vezels van Purkinje [21](#page=21).
#### 3.1.1 Classificatie van hartritmestoornissen
Hartritmestoornissen worden ingedeeld op basis van hun oorsprong:
* **Supraventriculaire hartritmestoornissen**: Deze hebben hun oorsprong in de atria, zoals de SA-knoop, AV-knoop of de atriumwand [22](#page=22).
* **Atriumfibrilleren**: De meest voorkomende ritmestoornis, waarbij snelle en ongecontroleerde prikkels leiden tot een gestoorde contractie van de voorkamers. Hoewel niet acuut levensbedreigend, verhoogt het het risico op hartfalen en beroerte [22](#page=22).
* **Ventriculaire hartritmestoornissen**: Deze ontstaan in het ventriculaire prikkelgeleidingssysteem of in de ventrikelwand [23](#page=23).
* **Ventrikelfibrilleren**: Snelle en ongecontroleerde prikkels in de ventrikels die de bloedcirculatie kunnen doen stoppen en levensbedreigend zijn, leidend tot bewustzijnsverlies en hersenschade. Behandeling vindt plaats via elektrische shock (defibrillatie) [23](#page=23).
* **Geleidingsstoornissen**: Deze betreffen de blokkade of vertraging van de geleiding tussen de atria en ventrikels [23](#page=23).
* **Atrioventriculaire blok**: Kan variëren van vertraagde geleiding (1e graad), overslaan van prikkels (2e graad) tot volledige blokkade (3e graad) [23](#page=23).
#### 3.1.2 Symptomen en oorzaken van hartritmestoornissen
Algemene symptomen van hartritmestoornissen zijn:
* Bradycardie: te langzame hartslag (< 50 slagen/min in rust) [24](#page=24).
* Tachycardie: te snelle hartslag (> 100 slagen/min in rust) [24](#page=24).
* Hartkloppingen [25](#page=25).
* Kortademigheid, als gevolg van stoornissen in de pompwerking die leiden tot pulmonale hypertensie [25](#page=25).
* Vermoeidheid, door een verminderde cardiac output waardoor er minder zuurstofrijk bloed naar longen en spieren gaat [25](#page=25).
* Lichtheid in het hoofd, duizeligheid en flauwvallen [25](#page=25).
Oorzaken van hartritmestoornissen omvatten bestaande hartziekten, hartfalen, cardiomyopathie, aangeboren hartafwijkingen, stofwisselingsziekten (zoals hyperthyreoïdie), roken, alcohol en drugsgebruik [24](#page=24).
#### 3.1.3 Behandeling van hartritmestoornissen
De behandeling is gericht op het corrigeren van het ritme en het voorkomen van complicaties:
* **Elektrische cardioversie**: Gecontroleerde elektrische schokken om het hartritme te normaliseren [25](#page=25).
* **Anti-aritmica**: Medicijnen die ionenkanalen blokkeren om de polarisatie te beïnvloeden [25](#page=25).
* **Pacemaker**: Geïmplanteerd toestel dat de hartslag reguleert bij bradycardie [25](#page=25).
* **Katheterablatie**: Verwijdering van weefsel op de plaats van de ritmestoornis via een katheter [25](#page=25).
* **Interne defibrillator**: Een ingeplant apparaat dat het hartritme meet en ingrijpt indien nodig [25](#page=25).
### 3.2 Hartfalen
Hartfalen is een chronische, progressieve aandoening waarbij de pompfunctie van het hart verminderd is, waardoor het onvoldoende bloed kan rondpompen. Het is geen specifieke ziekte, maar een klinisch syndroom met diverse mogelijke onderliggende oorzaken [26](#page=26).
#### 3.2.1 Oorzaken en risicofactoren van hartfalen
Oorzaken van hartfalen zijn onder meer hartinfarcten, hartritmestoornissen, cardiomyopathie, hartklepaandoeningen, aangeboren hartaandoeningen, en alcohol- of drugsverslaving. Risicofactoren omvatten hoge bloeddruk, atherosclerose, diabetes en overgewicht [27](#page=27).
#### 3.2.2 Symptomen van hartfalen
De symptomen van hartfalen zijn divers en kunnen omvatten:
* Vermoeidheid [28](#page=28).
* Kortademigheid en prikkelhoest, vaak door longoedeem [28](#page=28).
* Verminderde inspanningscapaciteit [28](#page=28).
* Perifeer oedeem (vochtophoping in enkels en voeten), vooral bij rechterhartfalen of gecombineerd falen [28](#page=28).
* Gewichtstoename, voornamelijk door vochtophoping [28](#page=28).
Longoedeem is typisch voor linkerhartfalen of gecombineerd falen, terwijl perifeer oedeem geassocieerd is met rechterhartfalen of gecombineerd falen [28](#page=28).
#### 3.2.3 Behandeling van hartfalen
Preventie van hartfalen kan worden bereikt door het aanpakken van risicofactoren zoals hoge bloeddruk, atherosclerose en diabetes. De behandeling richt zich op het verlichten van symptomen en het verminderen van de belasting van het hart [29](#page=29):
* **Dieet**: Beperking van vocht en zout [29](#page=29).
* **Medicatie**: Diuretica, antihypertensiva, en anti-aritmica [29](#page=29).
* **Harttransplantatie**: Een optie bij ernstig hartfalen [29](#page=29).
### 3.3 Hartklepaandoeningen
Het hart heeft vier kleppen (mitralisklep, tricuspidalisklep, aortaklep en pulmonalisklep) die zorgen voor een unidirectionele bloedstroom. Twee soorten klepaandoeningen komen voor [30](#page=30):
* **Klepstenose**: Een vernauwing van de klep, wat de doorgang belemmert [30](#page=30).
* **Klepinsufficiëntie**: Een lekkende klep, waardoor bloed terugstroomt [30](#page=30).
Beide aandoeningen kunnen leiden tot hartfalen. De meest voorkomende oorzaken zijn slijtage door ouderdom, aangeboren afwijkingen en endocarditis. Behandeling bestaat uit chirurgisch herstel of vervanging van de klep [30](#page=30).
#### 3.3.1 Ontstekingen van het hart
Diverse ontstekingen kunnen het hart aantasten:
* **Endocarditis**: Een ontsteking van het endocard en de hartkleppen, meestal bacterieel. Het kan leiden tot klepstenose of insufficiëntie en daarmee hartfalen. Loskomende vegetaties (ophoping van bacteriën, celresten en immuuncellen) kunnen embolieën veroorzaken of nieuwe infecties starten [32](#page=32).
* **Myocarditis**: Ontsteking van de hartspier, veroorzaakt door virussen, bacteriën of auto-immuniteit, en kan leiden tot hartfalen [32](#page=32).
* **Pericarditis**: Ontsteking van het hartzakje, eveneens mogelijk door virale, bacteriële of auto-immune oorzaken. Een complicatie is pericardeffusie, waarbij te veel vocht in het hartzakje drukt op het hart (tamponade) [32](#page=32).
### 3.4 Cardiomyopathie
Cardiomyopathie is een algemene term voor hartspierziekten. De twee belangrijkste vormen zijn [33](#page=33):
* **Dilaterende cardiomyopathie**: Het linkerventrikel is verwijd, wat resulteert in een verminderde pompfunctie [33](#page=33).
* **Hypertrofische cardiomyopathie**: De hartspier verdikt, wat eveneens de pompfunctie vermindert [33](#page=33).
Door de verminderde pompfunctie lijken de symptomen en de behandeling sterk op die van hartfalen. Oorzaken zijn divers en overlappen met die van hartfalen, maar erfelijke afwijkingen spelen ook een rol (bijvoorbeeld mutaties in 40% van de gevallen van dilaterende cardiomyopathie) [33](#page=33).
### 3.5 Ischemisch hartlijden
Ischemisch hartlijden, ook wel coronaire hartziekte genoemd, treedt op wanneer de bloedtoevoer door de kransslagaders vermindert, wat leidt tot ischemie (zuurstoftekort) van de hartspier [34](#page=34).
#### 3.5.1 Oorzaken en oorzaken van atherosclerose
De voornaamste oorzaak is atherosclerose van de kransslagaders, waarbij meer dan 90% van de patiënten met coronaire hartziekte dit heeft [34](#page=34).
#### 3.5.2 Behandeling van coronaire hartziekte
De behandeling richt zich op het aanpakken van atherosclerose en chirurgische ingrepen:
* **Chirurgische oplossingen**:
* **Ballondilatatie**: Een katheter met een ballon wordt ingebracht om vernauwde bloedvaten te verwijden [35](#page=35).
* **Stentplaatsing**: Na ballondilatatie wordt een metalen netje (stent) geplaatst om het bloedvat open te houden [35](#page=35).
* **Bypass-operatie**: Een omleiding wordt gecreëerd rond de vernauwing met behulp van een gezond bloedvat uit een ander deel van het lichaam [35](#page=35).
#### 3.5.3 Myocardinfarct (hartaanval)
Een myocardinfarct is een acute vorm van coronaire hartziekte, gekenmerkt door een plotselinge, volledige verstopping van een kransslagader. Dit leidt tot onvoldoende bloed- en zuurstoftoevoer naar de hartspier, met beschadiging tot gevolg [36](#page=36).
##### 3.5.3.1 Symptomen van een myocardinfarct
Mogelijke symptomen zijn:
* Drukkende pijn op de borst (angina pectoris) [36](#page=36).
* Uitstralende pijn naar de linkerschouder of linkerarm [36](#page=36).
* Zweten, misselijkheid, braken [36](#page=36).
* Bleek of grauw zien [36](#page=36).
* Kortademigheid [36](#page=36).
##### 3.5.3.2 Prognose van een myocardinfarct
De overleving na een myocardinfarct is significant. Ongeveer 20% overlijdt op de eerste dag, en 40% binnen het eerste jaar aan vroege complicaties. Latere complicaties dragen bij aan sterfgevallen in de jaren daarna. De tienjaarsoverleving is ongeveer 25% [37](#page=37).
---
# Diagnose van hart- en vaatziekten
Dit gedeelte verkent de diagnostische methoden die worden gebruikt om hart- en vaatziekten vast te stellen, waaronder lipidenbepaling, auscultatie, elektrocardiogrammen (ECG), hartkatheterisatie, angiocardiografie, echocardiografie, duplexonderzoek en de analyse van bloedwaarden zoals troponine en CK-MB [38](#page=38).
### 4.1 Lipidenbepaling
Cholesterolbepaling dient als een indirecte methode om het risico op hart- en vaatziekten te meten. De relatie tussen totaal cholesterol (Tchol), laag-dichtheid lipoproteïne (LDL) en hoog-dichtheid lipoproteïne (HDL) is essentieel. Een hoge ratio Tchol/HDL en een lage ratio Tchol/LDL duiden op een verhoogd risico op atherosclerose, wat kan leiden tot hart- en vaatziekten. Triglyceriden worden ook gemeten [39](#page=39).
Referentiewaarden voor cholesterol bij volwassenen zijn als volgt [39](#page=39):
* Geen risico: $<200$ mg/dL ($<5.2$ mmol/L)
* Gematigd risico: $200–239$ mg/dL ($5.2 –6.2$ mmol/L)
* Hoog risico: $\geq 240$ mg/dL ($\geq 6.2$ mmol/L)
### 4.2 Auscultatie
Auscultatie omvat het luisteren met een stethoscoop naar afwijkende geluiden in het lichaam. Abnormale bloedstroming kan leiden tot geruis, wat kan wijzen op een aandoening, vaak gerelateerd aan hartkleppen. Crepitaties, omschreven als knisperende geluiden, kunnen worden gehoord bij longontsteking of longoedeem (hartfalen) ] [40](#page=40).
### 4.3 Elektrocardiogram (ECG)
Een elektrocardiogram (ECG) registreert de elektrische veranderingen die optreden gedurende de hartcyclus [41](#page=41).
* De P-top vertegenwoordigt de contractie van de atria [41](#page=41).
* Het QRS-complex duidt op de contractie van de ventrikels [41](#page=41).
* De T-top symboliseert de ontspanning van de hartspier [41](#page=41).
Een arts kan aan de hand van het ECG beoordelen of het hart goed functioneert [41](#page=41).
Een ECG kan ook tijdens inspanning worden uitgevoerd (inspannings-ECG) . Hierbij moet het hart harder werken en meer energie/zuurstof verbruiken, waardoor sommige afwijkingen beter zichtbaar kunnen worden. Het "Holteronderzoek" is een methode om het hartritme gedurende één of meerdere dagen te registreren [42](#page=42).
### 4.4 Hartkatheterisatie
Bij hartkatheterisatie wordt een katheter ingebracht via de lies of pols om metingen te verrichten in de vaten en kamers van het hart. Deze methode maakt het mogelijk om onder andere het zuurstofgehalte en de druk te meten, een biopsie uit te voeren en een coronaire angiografie te doen [43](#page=43).
### 4.5 Angiocardiografie
Angiocardiografie is een techniek om het hart en de grote vaten in beeld te brengen door het injecteren van contraststof, gevolgd door röntgenbeeldvorming, wat ook met een CT-scan kan gebeuren. Dit helpt bij het detecteren van afwijkingen. Vaak wordt contraststof geïnjecteerd in de kransslagader om de coronaire circulatie te beoordelen en mogelijke vernauwingen op te sporen; dit staat bekend als coronair-angiografie of coronarografie [44](#page=44).
### 4.6 Echocardiografie
Echocardiografie is een echografisch onderzoek van het hart. Het wordt gebruikt om diverse aspecten te beoordelen, waaronder [45](#page=45):
* De functie, vorm en grootte van de hartkamers.
* De dikte, het uiterlijk en de werking van de hartspier.
* De vorm en werking van de hartkleppen.
* De opsporing van eventueel vocht in het hartzakje en op de longen.
### 4.7 Duplexonderzoek (echocardiografie + Doppler)
Het duplexonderzoek combineert echografie met Doppler-technologie. Doppler-techniek meet de verschuiving in frequentie van teruggekaatste geluidsgolven door bewegende bloedcellen, waardoor de snelheid en richting van de bloedstroom gemeten kunnen worden. Deze methode is vaak gecombineerd met echo en is efficiënt in het opsporen van klepproblemen [46](#page=46).
### 4.8 Bloedwaarden/biomarkers voor hartspierschade
Deze bloedwaarden zijn vooral nuttig voor het opsporen van coronaire aandoeningen en myocardinfarcten, door de detectie van enzymen die vrijkomen uit beschadigde hartspiercellen [47](#page=47).
* **Troponine:** Dit is een eiwit dat zich in hartspiercellen bevindt. Een normale waarde is $<0,10$ µg/L [47](#page=47).
* **Creatine-kinase (CK):** In het hart bevindt zich een mengvorm van het "muscle" (M) isoform en het "brain" (B) isoform, wat resulteert in CK-MB. Normaalwaarden zijn $<5 – 6\%$ van de totale CK [47](#page=47).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Cardiovasculair stelsel | Het cardiovasculaire stelsel, ook wel het bloedsomloopsysteem genoemd, is verantwoordelijk voor het transport van zuurstof, voedingsstoffen, hormonen en andere essentiële stoffen door het lichaam, en het afvoeren van afvalstoffen. Het bestaat uit het hart, bloedvaten (slagaders, aders, haarvaten) en bloed. |
| Risicofactor | Een risicofactor is een element, toestand of gedrag dat de kans op het ontwikkelen van een ziekte of aandoening vergroot. Voor hart- en vaatziekten kunnen dit factoren zijn zoals roken, hoge bloeddruk, hoog cholesterolgehalte, diabetes en overgewicht. |
| Hyperlipidemie | Hyperlipidemie verwijst naar een abnormaal verhoogd gehalte aan lipiden (vetten) in het bloed. Dit omvat vaak verhoogde niveaus van cholesterol, cholesterol esters, triglyceriden, vetzuren en fosfolipiden, wat een belangrijke risicofactor is voor hart- en vaatziekten. |
| Cholesterol | Cholesterol is een vetachtige stof die essentieel is voor de vorming van celmembranen, steroïdale hormonen, galzuren en vitamine D. Het kan endogeen worden aangemaakt in de lever of exogeen worden opgenomen via de voeding. Vanwege de onoplosbaarheid in water wordt het in het plasma getransporteerd via lipoproteïnen. |
| Lipoproteïnen | Lipoproteïnen zijn complexen van lipiden en eiwitten (apoproteïnen) die verantwoordelijk zijn voor het transport van hydrofobe lipiden, zoals cholesterol en triglyceriden, in het bloedplasma. Ze hebben een hydrofobe binnenkant voor de lipiden en een hydrofiele buitenkant voor interactie met het waterige plasma. |
| VLDL (Very Low Density Lipoprotein) | VLDL is een type lipoproteïne dat voornamelijk triglyceriden transporteert vanuit de lever naar de weefsels in het lichaam. Een verhoogd gehalte aan VLDL kan bijdragen aan de ontwikkeling van atherosclerose. |
| LDL (Low Density Lipoprotein) | LDL, vaak aangeduid als 'slecht' cholesterol, is een lipoproteïne dat cholesterol van de lever naar de weefsels transporteert. Een overmaat aan LDL kan leiden tot afzetting van cholesterol in de bloedvatwanden, wat aderverkalking (atherosclerose) veroorzaakt. |
| HDL (High Density Lipoprotein) | HDL, vaak aangeduid als 'goed' cholesterol, is een lipoproteïne dat overtollig cholesterol van de weefsels terug transporteert naar de lever voor verwerking. Een hoger HDL-gehalte wordt geassocieerd met een verlaagd risico op hart- en vaatziekten. |
| Atherosclerose | Atherosclerose is een chronische ziekte van de arteriën die wordt gekenmerkt door de verdikking, vernauwing en verharding van de vaatwanden. Dit proces wordt vaak geïnitieerd door schade aan het endotheel, gevolgd door de ophoping van lipiden, ontstekingsreacties en de vorming van plaques. |
| Hypertensie | Hypertensie, of hoge bloeddruk, is een chronische aandoening waarbij de bloeddruk in de slagaders langdurig verhoogd is. Dit is een significante risicofactor voor hart- en vaatziekten, beroertes en nierschade, omdat het leidt tot mechanische stress op de bloedvatwanden en het hart. |
| Ischemie | Ischemie is een toestand waarbij een weefsel of orgaan onvoldoende bloedtoevoer en dus onvoldoende zuurstof ontvangt. Dit kan leiden tot pijn, functieverlies en, bij langdurige of ernstige tekorten, tot weefselnecrose (afsterven). |
| Aneurysma | Een aneurysma is een abnormale verwijding of uitstulping van de vaatwand, meestal een slagader. Dit kan ontstaan door zwakte in de vaatwand, vaak als gevolg van atherosclerose, hoge bloeddruk of ontstekingen. Scheuren van een aneurysma kan leiden tot levensbedreigende bloedingen. |
| Trombose | Trombose is de vorming van een bloedstolsel (trombus) binnenin een bloedvat, wat leidt tot een blokkade van de bloedstroom. Diep veneuze trombose (DVT) in de benen is een veelvoorkomende vorm, en kan leiden tot een longembolie als het stolsel losraakt en naar de longen reist. |
| Hartritmestoornissen | Hartritmestoornissen, of aritmieën, zijn afwijkingen in het elektrische systeem van het hart die leiden tot een onregelmatige, te snelle of te langzame hartslag. Ze kunnen voortkomen uit problemen met de prikkelvorming of de geleiding van elektrische impulsen door het hart. |
| Atriumfibrilleren | Atriumfibrilleren is een veelvoorkomende hartritmestoornis waarbij de boezems (atria) van het hart snel en ongecontroleerd samentrekken. Dit resulteert in een onregelmatige en vaak snelle hartslag, en verhoogt het risico op beroertes en hartfalen. |
| Ventrikelfibrilleren | Ventrikelfibrilleren is een levensbedreigende hartritmestoornis waarbij de kamers (ventrikels) van het hart snel en ongecontroleerd trillen in plaats van effectief samen te trekken. Dit leidt tot een stopzetting van de bloedcirculatie en vereist onmiddellijke medische interventie, zoals defibrillatie. |
| Hartfalen | Hartfalen is een chronische en progressieve aandoening waarbij het hart niet meer in staat is om bloed adequaat door het lichaam te pompen. Het is een klinisch syndroom met vele mogelijke onderliggende oorzaken en wordt gekenmerkt door symptomen zoals vermoeidheid, kortademigheid en oedeem. |
| Cardiomyopathie | Cardiomyopathie is een ziekte van de hartspier zelf. Er zijn verschillende vormen, waaronder dilaterende cardiomyopathie (uitzetting van het linkerventrikel) en hypertrofische cardiomyopathie (verdikking van de hartspier), die beide de pompfunctie van het hart verminderen en symptomen van hartfalen kunnen veroorzaken. |
| Ischemisch hartlijden | Ischemisch hartlijden, ook wel coronaire hartziekte genoemd, ontstaat door een verminderde bloedtoevoer naar de hartspier, meestal als gevolg van atherosclerose in de kransslagaders. Dit kan leiden tot pijn op de borst (angina pectoris) en, bij plotselinge volledige blokkade, tot een myocardinfarct. |
| Myocardinfarct | Een myocardinfarct, of hartaanval, is een acute episode waarbij de bloedtoevoer naar een deel van de hartspier plotseling volledig wordt geblokkeerd, wat leidt tot schade of afsterven van hartspierweefsel door zuurstoftekort. |
| Elektrocardiogram (ECG) | Een elektrocardiogram (ECG) is een niet-invasieve diagnostische techniek die de elektrische activiteit van het hart registreert gedurende de hartcyclus. Het toont de P-top (samentrekking atria), het QRS-complex (samentrekking ventrikels) en de T-top (ontspanning hartspier) en kan helpen bij het diagnosticeren van diverse hartafwijkingen. |
| Hartkatheterisatie | Hartkatheterisatie is een invasieve diagnostische procedure waarbij een dunne, flexibele buis (katheter) via een bloedvat in de lies of pols naar het hart wordt geleid. Dit maakt het mogelijk om metingen te verrichten in de hartkamers en bloedvaten, zoals zuurstofgehalte en druk, en kan ook gebruikt worden voor het nemen van biopten en coronaire angiografie. |
| Angiocardiografie | Angiocardiografie is een beeldvormende techniek die het hart en de grote bloedvaten in beeld brengt door de injectie van een contraststof, gevolgd door röntgenopnames of CT-scans. Het wordt gebruikt om afwijkingen, zoals vernauwingen of lekkages, te detecteren, met name in de kransslagaders (coronair-angiografie). |
| Echocardiografie | Echocardiografie is een echografisch onderzoek van het hart. Het maakt gebruik van geluidsgolven om beelden te genereren van de structuur, grootte, vorm, dikte en werking van de hartkamers, hartspier en hartkleppen. Het kan ook helpen bij het opsporen van vochtophoping in het hartzakje of de longen. |
| Doppler (onderzoek) | Doppleronderzoek, vaak gecombineerd met echografie (duplexonderzoek), meet de snelheid en richting van bloedstroming door de verschuiving in frequentie van teruggekaatste geluidsgolven door bewegende bloedcellen. Dit is effectief voor het beoordelen van klepproblemen en de doorbloeding van bloedvaten. |
| Troponine | Troponine is een eiwit dat specifiek voorkomt in de hartspiercellen. Bij schade aan de hartspiercellen, zoals bij een myocardinfarct, komt troponine vrij in het bloed. Het meten van troponinewaarden is een gevoelige methode voor het diagnosticeren van hartspierschade. |
| Creatine-kinase MB (CK-MB) | Creatine-kinase (CK) is een enzym dat in verschillende weefsels voorkomt, waaronder de hartspier. CK-MB is een specifieke isovorm (mengvorm van 'muscle' en 'brain' componenten) die voornamelijk in het hart wordt aangetroffen. Bij hartspierschade kan de concentratie van CK-MB in het bloed verhoogd zijn, wat wijst op een myocardinfarct. |