Cover
Zacznij teraz za darmo jeugdrecht en jeugdbescherming.docx
Summary
## Inleiding rond het ontstaan van de jeugdbescherming
De ontwikkeling van jeugdbescherming in België weerspiegelt een historische evolutie in het kindbeeld, sociale controle en de visie op opvoeding en bestraffing. Wat ooit begon als een categorieel beleid, is uitgegroeid tot een complex systeem dat zowel bescherming als begeleiding beoogt.
### Evolutie van de socialisatie: het kindbeeld
Het huidige kindbeeld, waarin kinderen worden gezien als unieke wezens met specifieke behoeften en rechten, is een relatief recente sociale constructie. Door de geschiedenis heen is de manier waarop men naar kinderen kijkt, sterk geëvolueerd.
* **Vroeger (geen kindbeeld):** Kinderen werden vanaf ongeveer 7 jaar beschouwd als kleine volwassenen. Ze gingen niet naar school, maar werkten mee op het land of in het huishouden. De opvoeding was vaak hard, afstandelijk en soms gewelddadig of bijgelovig. Kinderen hadden weinig rechten en waarde, zeker meisjes niet. Het achterlaten van pasgeborenen, ook met beperkingen, of rituele wassingen om hen sterker te maken, illustreert de harde realiteit.
* **Aanzet tot een kindbeeld (vanaf 16e eeuw):** In welgestelde milieus kregen jongens onderwijs. Er ontstonden twee stromingen: de moralisten (kind is van nature slecht, opvoeding moet corrigeren) en de romantici (kind is goed, samenleving maakt het slecht). Beide visies droegen bij aan de erkenning van kinderen als aparte wezens met eigen noden.
* **Verlichting (18e eeuw):** Opvoeding werd gezien als voorbereiding op volwassenheid, waarvoor een beschermde omgeving noodzakelijk was. De samenleving veranderde: kinderarbeid werd verboden, de leerplicht ingevoerd en speciale instellingen voor kinderen (school, opvang, zorg) opgericht. De 'wachttijd' tussen kind-zijn en volwassenheid werd erkend, met als doel kinderen te beschermen tegen de harde realiteit en hen de kans te geven op hun tempo te groeien.
* **Huidige kindbeeld (vandaag):** Kinderen worden gezien als nieuwsgierig, creatief en leergierig. Ze hebben recht op een ondersteunende ontwikkelingsomgeving. Opvoeding en onderwijs zijn leeftijdsgericht en afgestemd op hun noden. Een aparte behandeling in zorg, onderwijs en opvoeding is de norm. Pas bij volwassenheid worden kinderen als volledig verantwoordelijk, zelfstandig en volwaardig beschouwd.
### Evolutie van de sociale controle: bestraffing
Net als bij socialisatie, werd er vroeger weinig onderscheid gemaakt tussen de bestraffing van kinderen en volwassenen, tenzij de 'pater familias' ingreep. Pas na de Verlichting kwam er een verandering in de bewuste bestraffing van kinderen.
* **Vroege tijden tot Verlichting:**
* **Eerste sporen van onderscheid:** In het Oude Rome kregen 'onmondige' kinderen (te jong om te trouwen) soms een andere straf. Rechters beoordeelden of een kind de "oordeel des onderscheids" had, waarbij leeftijd en intentie een rol speelden. De gedachte ontstond dat kinderen bescherming verdienden en niet op dezelfde manier gestraft konden worden als volwassenen.
* **Na de val van het Romeinse Rijk:** De macht verschoof naar het gezin; de vader bepaalde zelf de straf. Strafrecht verschilden per stam, streek en familie.
* **Terugkeer van regels en staatsmacht (vanaf 11e eeuw):** De herontdekking van het Romeinse recht en de opkomst van staten leidden tot hernieuwde staatsmacht en rechtspraakorganisatie, ook voor kinderen.
* **Eerste wetgeving met verzachtende straf:** De \_Constitutio Criminalis Carolina bepaalde dat straffen verzacht konden worden als het kind nog geen "gebruik van rede" (gezond verstand) had en dus onvoldoende inzicht had in zijn daad. Dit was de eerste wettelijke erkenning dat kinderen anders gestraft konden worden [1532](#page=1532).
* **De Verlichting (18e eeuw):**
* **Evolutie richting moderne visie:** De Verlichting benadrukte het verstand en keuzes. Kinderen werden steeds meer gezien als niet volledig verantwoordelijke wezens, wat de basis legde voor latere jeugdbescherming en aangepaste straffen.
* **Wat is de Verlichting?:** Een periode van verstand, wetenschap en vooruitgang (18e eeuw). Geloof in de maakbaarheid van de samenleving door kennis, positivisme, en de start van de industriële revolutie.
* **Donkere keerzijde:** Lange uren, lage lonen en gevaarlijke omstandigheden in fabrieksarbeid leidden tot kinderarbeid, die ondanks weerstand werd verboden [1889](#page=1889).
* **Verlichte ideeën over kinderen:** Kinderen werden gezien als de toekomst; kennis en bescherming waren cruciaal. Verwaarlozing werd een bedreiging voor de toekomst.
* **Sociale spanningen:** De opkomst van het socialisme leidde tot strijd voor betere leefomstandigheden, terwijl rijke klassen reageerden met liefdadigheid. Dit zorgde voor spanningen tussen structurele verandering en morele plicht.
* **Nieuwe kijk op straffen:** Verlichte denkers stelden kritische vragen over de eerlijkheid van het strafsysteem en de rekening houding met leeftijd of situatie. Sociale wetenschappen ontstonden, wat leidde tot nieuwe benaderingen van straffen.
### Tendensen vanaf de Verlichting
Vanaf de Verlichting ontstonden er verschillende scholen en benaderingen die de basis vormden voor het moderne jeugdrecht en de jeugdbescherming.
#### De klassieke criminologische school (18e eeuw)
Deze school verzette zich tegen wrede straffen en pleitte voor een eerlijk, logisch en wettelijk bepaald strafsysteem dat voor iedereen gelijk gold.
* **5 Basisprincipes:**
* **Vrije wil/wilsautonomie:** Men kiest bewust voor goed of kwaad.
* **Verantwoordelijkheid/morele aansprakelijkheid:** Men is verantwoordelijk voor bewuste keuzes.
* **Legaliteit:** Straf en misdrijf moeten wettelijk bepaald zijn.
* **Proportionaliteit:** Straf moet passen bij de ernst van het feit.
* **Gelijkheid:** De wet is voor iedereen gelijk.
* **3 Doelen van straf:**
* Boeten/vergelding: Genoegdoening, lasten zwaarder dan lusten.
* Afschrikken: Voorkomen van andere misdrijven.
* Bijleren/morele verbetering: Inzicht en gedragsverandering bij de dader.
* **Kritiek:** Te weinig aandacht voor de dader zelf (leeftijd, achtergrond).
* **Belang voor jongeren:** In 1791 kregen jongeren tot 16 jaar andere straffen, wat de erkenning van strafrechtelijke minderjarigheid inluidde.
#### Het positivisme (19e eeuw)
Deze stroming geloofde sterk in wetenschap en vooruitgang, en stelde de vraag waarom iemand een misdrijf pleegt. De focus verschoof van het misdrijf naar de dader, met aandacht voor factoren als armoede, opvoeding, omgeving en biologie. Dit leidde tot de nadruk op opvoeding, preventie en hulpverlening.
* **Crimineel-antropologische school (Cesare Lombroso):** Legde de nadruk op biologische kenmerken van de dader, met het idee dat sommigen als crimineel geboren worden (deterministische visie). Kritiek: te biologisch en deterministisch.
* **Crimineel-sociologische school (Alexandre Lacassagne):** Benadrukte de invloed van de omgeving. De samenleving maakt mensen crimineel. Armoede en uitsluiting zijn risicofactoren. Preventie en contextbegrip werden belangrijk.
* **School van het sociaal verweer (eind 19e - begin 20e eeuw):** Vroeg zich af hoe gevaarlijk iemand is voor de samenleving. Maatregelen kwamen in de plaats van straffen, met als doel de maatschappij te beschermen. Dit leidde tot nieuwe concepten zoals 'statusdelict' (zorgwekkend gedrag dat bij volwassenen niet strafbaar is, maar bij jongeren kan leiden tot criminaliteit) en 'predelinquentie' (toestanden die tot criminaliteit kunnen leiden).
### Historisch overzicht van de jeugdbescherming in het Belgisch recht
De evolutie van de jeugdbescherming in België is gemarkeerd door belangrijke wetgevende mijlpalen die de visie op kinderen en hun rechten weerspiegelen.
#### Eerste kinderbeschermingswet van 15 mei 1912
Deze wet, voorbereid door Jules Lejeune en goedgekeurd onder minister Carton de Wiart, maakte voor het eerst een duidelijk onderscheid tussen kinderen en volwassenen in de justitie.
* **Doel van de wet:**
* **Ouders die hun kinderen ernstig verwaarlozen:** De rechtbank kon hen uit de ouderlijke macht zetten (beschermend, niet strafrechtelijk).
* **Minderjarigen die strafbare feiten pleegden of risicogedrag stelden:** Oprichting van een kinderrechtbank met eigen kinderrechter die maatregelen kon nemen.
* **Volwassenen die kinderen kwaad deden:** Zwaardere straffen via de gewone rechtbank.
* **Bevoegdheid kinderrechtbank:** Voor jongeren onder 16 jaar (in bepaalde gevallen tot 18 jaar). Kon tussenkomen bij strafbare feiten of predelinquent gedrag. Ouderlijke klacht was mogelijk en werd vaak gebruikt voor jongeren van 16-18 jaar. Dit leidde in 1965 tot een opschorting van de leeftijdsgrens naar 18 jaar.
* **Maatregelen van de kinderrechtbank:**
* Berisping (ernstige waarschuwing).
* Toevertrouwen aan een persoon, vereniging of instelling (uithuisplaatsing, internaat).
* Terbeschikkingstelling van de regering (toezicht door overheid).
* **Kritische noot bij de wet van 15 mei 1912:**
* Hulpverlening liep via justitie, geen sociaal of preventief luik ("premie voor het delict").
* Kinderen hadden weinig rechten (geen tegenspraak of recht op advocaat).
* Begrip 'predelinquentie' was niet gedefinieerd.
* Gelijkheidsbeginsel werd geschonden.
* **Herziening van de wet van 1912:** Erkenning van psychologie en pedagogiek, opname ouderlijke klacht, en de toename van plaatsingen leidde tot overvolle instellingen. De wet legde de basis voor verdere hervormingen.
#### Wet op de jeugdbescherming [1965](#page=1965).
Deze wet, goedgekeurd op 8 april 1965, bood jongeren meer bescherming en erkende hen als individuen met eigen rechten.
* **Basisprincipes:**
* **Tweedeling:** Gerechtelijke bescherming (jeugdrechtbank) en sociale bescherming (buitengerechtelijke hulpverlening).
* **Notie 'kind in gevaar':** Vervangt 'predelinquentie' en omvat situaties waarin de gezondheid, veiligheid of zedelijkheid van een jongere bedreigd wordt.
* **Drie toepassingen:** Vrijwillige hulp (sociaal spoor), maatregelen voor ouders (gerechtelijk), en maatregelen voor jongeren (gerechtelijk).
* **Nieuwe bevoegdheden jeugdrechtbank:** Burgerlijke bevoegdheden (adoptie, huwelijk) en nieuwe maatregelen voor ouders en jongeren. Uithandengeving aan strafrechter mogelijk vanaf 16 jaar.
* **Belangrijkste vernieuwingen:**
* Introductie sociaal en preventief luik.
* Rechten van jongeren kregen meer aandacht (advocaat "aangewezen").
* Gevaarsnotie verving predelinquentie.
* Nieuwe, lichte maatregelen als tussenstappen.
* **Kritische noot bij de wet van 1965:** Vaagheid van 'kind in gevaar', onderbenutting sociaal luik, dominantie gerechtelijk luik, en het 'paspartout' karakter van artikel 36 §2.
#### Gecoördineerde decreten van 4 april 1990 inzake bijzondere jeugdhulp en de wet van 2 februari 1994
Deze hervormingen markeerden een grote verandering van bescherming naar hulpverlening, met een verschuiving van justitie naar welzijn.
* **Nieuwe aanpak:** Gecoördineerde decreten en de wet van 1994.
* **Wijziging in terminologie:** Hulpverlening i.p.v. bescherming, jeugdbescherming i.p.v. jeugdbijstand, "kind in gevaar" i.p.v. "problematische opvoedingssituatie" (POS).
* **Filosofie van de decreten/wet:**
* Vrijwillige hulp gaat voor op gedwongen hulp.
* Jongeren vanaf 12 jaar moeten akkoord gaan.
* Recht op advocaat en inspraak.
* Maatregelen zijn tijdelijk en doelgericht.
* Zorg op maat, cliëntgerichte hulp.
* Ambulante hulp wint terrein, met minder residentiële opvang.
* **Verdeling van de bevoegdheden:** Justitie (federaal) voor strafrecht, Welzijn (gemeenschap) voor vrijwillige hulp en uitvoering van maatregelen.
#### De jeugdwet van 13 juni 2006
Deze wet beoogde een duidelijke en moderne aanpak van jongeren die strafbare feiten plegen, met focus op herstel en verantwoordelijkheid.
* **Doel:** Jongeren beschermen én leren verantwoordelijkheid nemen. Fouten maken mag, maar gedrag moet gevolgen hebben.
* **Herstelgerichte aanpak:** Jongere moet zelf schade herstellen (excuses, gemeenschapsdienst, herstelgericht groepsoverleg).
* **Rol van parket en jeugdrechter:** Parket kiest bij lichtere feiten vaak voor alternatieven. Jeugdrechter treedt op bij ernstigere feiten of herhaling.
* **Wat bij jongeren jonger dan 12 jaar?:** Geen strafrechtelijk traject, maar opvoedkundige maatregelen binnen een problematische opvoedingssituatie (POS).
## Wetgevend kader
Het wettelijk kader voor jeugdbescherming en jeugddelinquentierecht is complex en in volle evolutie, met een verschuiving van federale naar gemeenschapsbevoegdheden.
### Algemeen
* **Waarom een wetgevend kader?:** Vroeger regelde justitie de omgang met jongeren. Sinds 1965 groeit er in Vlaanderen een eigen systeem. Er is een belangrijk onderscheid tussen jongeren die bescherming nodig hebben en jongeren die strafbare feiten plegen.
* **Van federale naar Vlaamse bevoegdheden:** Na de 6e staatshervorming (Vlinderakkoord) kreeg Vlaanderen de volledige bevoegdheid over jeugdrecht, waardoor eigen regels op maat van jongeren konden worden opgesteld.
* **Internationale regels:** Europese richtlijnen en verdragen, zoals de Europese Kinderrichtlijn en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK, 1989), bieden extra bescherming en zorgen voor een gelijkaardige behandeling van kinderen wereldwijd met respect voor hun rechten [2016](#page=2016).
### Het Jeugddelinquentiedecreet (15 februari 2019)
Dit decreet legt de nadruk op de gevolgen van gedrag, herstel van contact tussen slachtoffer en maatschappij, en een opvoedende reactie in plaats van louter bestraffing.
* **Belangrijke principes in Vlaanderen:**
* Snelle en zinvolle reactie.
* Jongeren verantwoordelijk maken voor hun daden.
* Hulpverlening op maat, afgestemd op leefwereld en toekomst.
* Samenwerking tussen verschillende diensten in één traject.
### Bijzondere wetgeving
* **Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK, 1989):** Garandeert rechten op bescherming, inspraak, ontwikkeling en respect, waaronder het recht op vrije meningsuiting, leven, ontwikkeling en vrijheid van gedachte.
* **Decreet Rechtspositie Minderjarigen:** Stelt dat jongeren, ook op jonge leeftijd, zelf hun rechten mogen uitoefenen, met recht op duidelijke uitleg, inspraak en evaluatie van hulp. Dit geldt ook in jeugddelinquentiezaken, waar de jongere een stem heeft. Hulp moet bereikbaar, begrijpelijk, beschikbaar, betaalbaar en bruikbaar zijn [2004](#page=2004).
### De familierechtbank
De familierechtbank, onderdeel van de rechtbank van eerste aanleg, behandelt conflicten binnen gezinnen, zoals echtscheidingen, adoptie, en verblijfsregelingen. De jeugdkamer binnen de familierechtbank behandelt specifieke zaken rond minderjarigen.
* **Materiële en territoriale bevoegdheid:** Bepaald door de inhoud van de vordering en de woonplaats van het kind of gezin. Het principe van onveranderlijkheid van bevoegde rechtbank geldt, tenzij anders beslist in het belang van het kind.
* **Openbaar ministerie binnen de familierechtbank:** De tussenkomst is facultatief, maar het OM kan advies geven, vooral in gevoelige dossiers of bij risico voor het kind, met als doel het belang van het kind te bewaken.
### De jeugdrechtbank
De jeugdrechtbank, eveneens onderdeel van de rechtbank van eerste aanleg, behandelt dossiers van minderjarigen in twee situaties: jongeren die hulp nodig hebben (bv. onveilige thuissituatie) en jongeren die strafbare feiten plegen.
* **Wie werkt er rond de jeugdrechtbank?:**
* **Sociale dienst:** Volgt jongeren op, maakt verslagen, adviseert, maar beslist niet zelf. De consulent is toegewezen aan de jongere om hem/haar te volgen en in te grijpen indien nodig.
* **Openbaar ministerie (parket):** Vertegenwoordigt de samenleving en is verplicht betrokken bij jeugdhulp en jeugddelinquentie.
* **De jeugdrechter en de jeugdrechtbank:** Nemen beslissingen over verontrustende of problematische opvoedingssituaties en jeugddelicten. De jeugdrechter neemt beschikkingen in zijn kabinet, de jeugdrechtbank neemt vonnissen op openbare zitting. Beroep is mogelijk bij het Hof van Beroep. Beslissingen zijn altijd opvoedkundig gericht, met focus op begeleiding en bescherming.
### Jeugdhulpverlening in Vlaanderen
Jeugdhulpverlening omvat alle hulp die aan kinderen, jongeren en hun gezinnen kan worden geboden, met een focus op samenwerking en een geïntegreerde aanpak.
* **Inleidende begrippen:** Diverse afkortingen zoals OCJ, VK, SDJ, MDT, CAP, die verschillende diensten en aanmeldpunten aanduiden.
* **Cliënten:** Minderjarigen, ouders, wettelijke vertegenwoordigers, opvoedingsverantwoordelijken en personen uit de leefomgeving (leerkracht, coach). Hulpverlening richt zich op een brede kring rond het kind, niet enkel op het gezin.
* **Wat na 18 jaar?:** Juridische volwassenheid betekent standaard geen jeugdhulp meer. Wel is verlenging tot 25 jaar mogelijk voor niet-rechtstreeks toegankelijke hulp, of tot 25 jaar voor rechtstreeks toegankelijke hulp afhankelijk van de dienst.
* **Kwetsbaarheid van de overgang:** Er is een focus op het reguliere aanbod voor volwassenen, met jeugdhulp als tijdelijke oplossing indien er geen passend aanbod is in de volwassenenzorg.
* **Bijzondere doelgroepen:** Jongeren in armoede, met een handicap of zonder kennis van het Nederlands. Hulpverlening moet sensitief en aangepast zijn, met inzet van ondersteuningsteams en interculturele bemiddelaars.
* **Sectoren en voorzieningen:** Samenwerking tussen Bijzondere jeugdzorg, Gezinszorg & Kind en Gezin, Geestelijke gezondheidszorg, Zorg voor personen met een handicap, CLB's en Pleegzorgdiensten. Huisartsen, kinderpsychiaters, ziekenhuizen vallen buiten integrale jeugdhulp.
* **Interventiegronden (Verontrustende Opvoedingssituatie - VOS):** Verplicht ingrijpen door de overheid wanneer de veiligheid of ontwikkeling van het kind bedreigd wordt, ook zonder toestemming.
* **Andere vormen van bescherming:** Naast jeugdhulp bieden strafrecht (zwaardere straffen voor misdrijven tegen kinderen), tijdelijk huisverbod, rookverboden en familierecht bescherming.
* **Recht op jeugdhulp:** Een officieel recht voor kinderen, jongeren en hun ouders, met toegang tot diverse diensten en een ondersteuningsplan. Jongeren en ouders hebben recht op inzage in hun dossier en inspraak.
* **Basisprincipes van jeugdhulp:** Cliënt- en contextgerichtheid, eigen kracht en participatie, subsidiariteit, continuïteit, vertrouwelijkheid en respect voor kinderrechten.
* **Vrijwillige jeugdhulpverlening:** Hulp die in principe op vrijwillige basis gebeurt, met instemming van de jongere (vanaf 12 jaar) en ouders met ouderlijk gezag.
* **Brede instap:** Een laagdrempelige eerste toegang tot jeugdhulp voor vragen, twijfels of zorgen die nog geen crisis zijn, aangeboden door diensten zoals CLB, JAC en inloopteams.
* **Modulering:** Opdeling van jeugdhulp in kleine, afgebakende modules om het aanbod transparant en begrijpelijk te maken, en gerichte doorverwijzing te bevorderen.
* **Rechtstreeks vs niet-rechtstreeks toegankelijke hulp:** Rechtstreeks toegankelijke hulp is direct beschikbaar, terwijl niet-rechtstreeks toegankelijke hulp via de intersectorale toegangspoort verloopt en vaak intensiever is. De FID-weging (Frequentie, Intensiteit, Duur) bepaalt de zwaarte van de hulp.
* **De toegangspoort:** Regelt de toegang tot zwaardere of langdurige jeugdhulp, is onafhankelijk en analyseert de hulpvraag. Werkt met teams voor indicatiestelling en jeugdhulpregie.
* **Crisisjeugdhulpverlening:** Spoedeisende, tijdelijke hulp bij acute noodsituaties, georganiseerd via regionale protocollen en meldpunten.
* **Bemiddeling en cliëntoverleg:** Gratis en toegankelijke procedures gericht op het garanderen van continuïteit, het voorkomen van conflicten en het zoeken naar oplossingen, met behulp van neutrale bemiddelaars of voorzitters.
* **Vertrouwenspersoon minderjarige/ouders:** Een door de jongere of ouder gekozen persoon die ondersteuning biedt, vragen stelt en belangen verdedigt.
* **Gemandateerde jeugdhulpverlening in verontrustende situaties:** Interventie bij ernstige verontrusting wanneer vrijwillige hulp faalt, uitgevoerd door OCJ en VK, die de maatschappelijke noodzaak onderzoeken en eventueel doorverwijzen naar de jeugdrechtbank.
### Gerechtelijke jeugdhulpverlening
Gerechtelijke jeugdhulp is de meest ingrijpende vorm van jeugdhulp, waarbij de rechter beslist over bindende maatregelen voor kind en ouders, ingezet wanneer vrijwillige hulp tekortschiet.
* **Definiëring:** Ingrijpendste vorm van jeugdhulp, rechter beslist, maatregelen zijn bindend. Gericht op het belang van het kind, met respect voor privacy, gezinsleven en inspraak.
* **Interventie na doorverwijzing:** Jeugdrechter komt tussen na falen van vrijwillige hulp, na inschakeling van een gemandateerde voorziening (OCJ/VK) en indien het parket het dossier doorverwijst.
* **Hoogdringende interventie:** Onmiddellijk ingrijpen door de jeugdrechter bij acuut gevaar voor het kind, zonder voorafgaand overleg.
* **Interventie nav jeugddelictprocedure:** Reactie op strafbare feiten gepleegd door jongeren, met aandacht voor het delict en de onderliggende problemen (VOS).
* **Sociale dienst jeugdrechtbank:** Ondersteunt jeugdrechter en parket bij dossiers, onderzoekt de situatie, stelt adviezen op en volgt maatregelen op.
* **Feitenvinding en gegevensoverdracht:** Strikte regels rond het delen van informatie tussen hulpverlening en gerechtelijke jeugdhulp, met uitzonderingen voor wettelijke plichten of schriftelijke toestemming.
* **Gerechtelijke jeugdhulpmaatregelen:** Diverse maatregelen van licht tot zwaar, altijd met respect voor het subsidiariteitsbeginsel en de context van de jongere, met als doel ondersteuning en herintegratie.
## Jeugddelinquentierecht
Het jeugddelinquentierecht hanteert een speciale procedure voor strafbaar gedrag van jongeren, gericht op begeleiding, herstel en verantwoordelijkheid in plaats van harde straffen.
### Inleiding
* **Wat is het jeugddelinquentierecht?:** Benadering van strafbaar gedrag van jongeren (12-18 jaar) met focus op begeleiding, herstel en preventie, in plaats van louter bestraffing.
* **Procedure:** Vaststelling jeugddelict, opsporings- of gerechtelijk onderzoek, beslissing parket (seponeren, maatregel, doorverwijzing naar jeugdrechtbank), voorbereidende rechtspleging, berechting door jeugdrechtbank en uitvoering/opvolging van maatregel of sanctie.
* **Basisprincipes:** Snelle reactie, begrijpelijke communicatie, herstel staat centraal, bescherming van de maatschappij, humane, zinvolle en proportionele aanpak op maat, en rekening houden met wetenschappelijk onderzoek.
### Toepassingsbeleid
* **Jeugddelict:** Elk feit dat als misdrijf in het strafwetboek staat en gepleegd wordt door een minderjarige (12-18 jaar). De jeugdrechtbank reageert met aangepaste sancties die gericht zijn op nadenken over gedrag, herhaling voorkomen en schade herstellen. Gevangenis is een uiterste oplossing.
* **Jeugdrecht: schuldonbekwaam?** Jongeren worden niet op dezelfde manier verantwoordelijk gehouden als volwassenen. De focus ligt op gedrag en omstandigheden, niet enkel op juridisch schuldinzicht.
* **Leeftijdsgrenzen:** De leeftijd op het moment van de feiten is bepalend. Het jeugddelinquentiedecreet geldt voor jongeren van 12 tot 17 jaar. Voor feiten onder 12 jaar is er geen strafrechtelijk traject. Vanaf 18 jaar valt men onder het volwassen strafrecht.
* **Uitzonderingen op de leeftijdsgrens:** Gesloten oriëntatie/begeleiding vanaf 14 jaar, uithandengeving voor 16- en 17-jarigen bij ernstige feiten, en verkeersfeiten die door de politierechtbank worden behandeld, tenzij ze samenvallen met andere misdrijven.
* **Specifieke situaties:** Dossiers van minderjarigen en meerderjarigen die samen een misdrijf plegen, worden gescheiden behandeld. Feiten voor en na de 18e verjaardag worden verschillend behandeld. Jeugdmaatregelen kunnen wel lopen tot 23 of 25 jaar.
### Actoren in het jeugddelinquentierecht
Verschillende actoren spelen een rol in de jeugddelinquentierechtprocedure.
* **De politie:** Rol bij vaststelling van feiten, opstellen van proces-verbalen, en soms zelfstandige tussenkomsten zoals waarschuwingsgesprekken.
* **Het openbaar ministerie (parket):** Beslist over de reactie op een jeugddelict (seponeren, maatregel, doorverwijzing). Heeft een gespecialiseerd jeugdparket en parketcriminologen die adviseren en beleid ontwikkelen.
* **De onderzoeksrechter:** Treedt op bij ernstige feiten en leidt het onderzoek, met een beschermende functie.
* **De jeugdrechtbank:** Behandelt jeugddelicten en gerechtelijke jeugdhulp. Bestaat uit een jeugdrechter die zaken alleen behandelt.
* **De sociale dienst jeugdrechtbank:** Ondersteunt jeugdrechter en parket, onderzoekt de situatie, stelt adviezen en plannen op, en volgt maatregelen op.
* **De advocatuur:** Elke minderjarige heeft automatisch recht op een gratis advocaat, ambtshalve aangewezen.
### Het verloop van de procedure
De procedure kent verschillende fasen, van onderzoek tot afhandeling.
* **De onderzoeksfase: onderzoek naar de feiten:** Politie en parket verzamelen bewijzen. Bij zware feiten kan een onderzoeksrechter worden ingeschakeld. Bepaalde onderzoekshandelingen vereisen toestemming van de betrokkene of ouders.
* **De onderzoeksfase: onderzoek naar de persoon en leefomgeving (voorbereidende rechtspleging):** Doel is de jongere en zijn omgeving leren kennen om passende hulp of sancties te bepalen. Onderzoek door de sociale dienst en eventueel medisch-psychologisch onderzoek.
* **Vrijheidsberoving en procedure:** Bij arrestatie moet de jongere binnen 48 uur voor de jeugdrechter verschijnen voor een jeugdbeschermingsmaatregel.
* **De afhandeling op het niveau van het openbaar ministerie:** Het parket kan het dossier seponeren (zonder gevolg, met waarschuwing, met voorwaarden, bemiddeling, positief project) of doorverwijzen naar de jeugdrechter.
* **Seponering:** Het parket beslist geen vervolging op te starten. Dit kan technisch of beleidsmatig gemotiveerd zijn.
* **Herstelrechtelijk aanbod (bemiddeling, positief project):** Vrijwillige gesprekken met slachtoffer of een project om verantwoordelijkheid op te nemen en schade te herstellen.
* **De afhandeling op het niveau van de jeugdrechter – de rechtspleging ten gronde:** Beoordeling van het dossier, bepaling van schuld en oplegging van maatregelen of sancties.
* **Antwoorden van de jeugdrechter:** Herstelrechtelijk aanbod, uithandengeving, jeugdpsychiatrische plaatsing of strafvervangende sancties (berisping, positief project, ambulante sanctie, voorwaarden, plaatsing in For-K, gemeenschapsinstelling).
### Beslissingscriteria
Bij het bepalen van de reactie op een jeugddelict moet de rechter rekening houden met de ernst van de feiten, de persoonlijkheid van de jongere, het risico op herhaling, de veiligheid van de maatschappij en de jongere zelf, en de thuissituatie.
* **Subsidiariteitsbeginsel:** De minst ingrijpende reactie krijgt voorrang.
* **Herziening van maatregelen:** Maatregelen kunnen worden herzien (versoepeld) op initiatief van de rechter, het parket, of op vraag van de jongere of ouders.
* **Betrokkenheid van de ouders:** Ouders spelen een actieve rol in het traject van hun kind, met verantwoordelijkheid en ondersteuning.
### Uitzonderingen op de bevoegdheid van de jeugdrechtbank
* **Uithandengeving:** Voor 16- en 17-jarigen bij ernstige feiten, waarbij het dossier wordt doorgegeven aan het parket voor vervolging volgens het volwassen strafrecht.
* **Verkeersmisdrijven:** Voor 16- en 17-jarigen behandelt de politierechtbank deze feiten, tenzij ze samenvallen met andere misdrijven.
* **Administratieve sancties (GAS-boetes, stadionverboden):** Ook mogelijk voor jongeren vanaf 14 jaar, met verplichte bemiddeling of gemeenschapsdienst als alternatief voor de boete.
### Kenmerken van de reacties
* **Ernst van de feiten:** Hoe zwaarder het feit, hoe zwaarder de mogelijke reactie.
* **Maatregel vs. Sanctie:** Maatregelen zijn gericht op bescherming en begeleiding, sancties op reactie op het delict.
* **Herstelrechtelijk aanbod:** Benadrukt het herstellen van schade en relaties.
* **Berisping:** Lichtste sanctie, een officiële waarschuwing.
* **Volstaan met de genomen maatregel:** Erkenning van reeds geleverde inspanningen.
* **Positief project:** Jongere neemt actief verantwoordelijkheid op via taken, cursussen of vrijwilligerswerk.
* **Ambulante sanctie:** Intensieve hulpverlening aan huis of op school.
* **Voorwaarden:** Concrete gedragsregels of opdrachten.
* **Elektronische monitoring:** Technologie om op afstand controle uit te oefenen.
* **Plaatsing in For-K afdeling:** Bij ernstige psychische problemen en jeugddelict.
* **Plaatsing in gemeenschapsinstelling:** Gesloten oriëntatie of begeleiding bij ernstige feiten en risico op herhaling.
* **Langdurige gesloten begeleiding:** Zware sanctie voor ernstige feiten, gericht op re-integratie.
* **Terbeschikkingstelling (TBS):** Langdurige opvolging na plaatsing bij zeer ernstige feiten.
* **Plaatsing in jeugdpsychiatrie:** Bij psychische problemen, zowel verantwoordelijke als onverantwoordelijke jongeren.
De studiehandleiding beoogt een grondige kennis van de materie te verschaffen ter voorbereiding op examens.
Glossary
## Woordenlijst
| Term | Definitie |
|---|---|
| Jeugddelict | Een feit dat omschreven is als een misdrijf in het strafwetboek en dat gepleegd wordt door een minderjarige tussen 12 en 18 jaar oud. Het is de opvolger van de term 'MOF' (Misdrijf Omschreven Feit). |
| Minderjarige | In de context van het jeugddelinquentierecht wordt hiermee een persoon bedoeld tussen de 12 en 18 jaar oud die een strafbaar feit heeft gepleegd. Jonger dan 12 jaar wordt men als niet verantwoordelijk beschouwd, ouder dan 18 valt men onder het volwassenenstrafrecht. |
| Voorbereidende rechtspleging | Een fase in de gerechtelijke procedure die volgt op de vaststelling van een jeugddelict en voorafgaat aan de eigenlijke berechting. Het doel is het verzamelen van informatie over de jongere, zijn leefomgeving en de feiten om een passende reactie te kunnen bepalen. |
| Gecoördineerde decreten van 4 april 1990 | Een reeks wetgevende teksten die een hervorming van de jeugdbijstand inhielden, waarbij de focus verschoof van bescherming naar hulpverlening en de bevoegdheden werden overgedragen aan de gemeenschappen. |
| Rechtstreeks toegankelijke hulp | Jeugdhulp waarbij cliënten zonder formele aanvraag of tussenkomst van een commissie rechtstreeks terechtkunnen bij diensten zoals CLB, CGG, CAW of JAC. |
| Niet-rechtstreeks toegankelijke hulp | Jeugdhulpvormen die intensiever of gespecialiseerder zijn en waarvoor een aanvraag via de intersectorale toegangspoort vereist is. |
| Intersectorale toegangspoort | Een centraal orgaan dat de toegang regelt tot langdurige, intensieve en gespecialiseerde jeugdhulpverlening, en dat de aanvragen analyseert en de gepaste hulp toewijst. |
| Gemandateerde voorziening | Een organisatie die bevoegd is om in te grijpen bij ernstige verontrustende situaties wanneer vrijwillige hulp faalt. In Vlaanderen zijn dit het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) en het Vertrouwencentrum Kindermishandeling (VK). |
| Verontrustende Opvoedingssituatie (VOS) | Een situatie waarin de ontwikkeling, veiligheid of gezondheid van een kind of jongere bedreigd wordt, wat kan leiden tot verplichte tussenkomst van jeugdhulp. Dit is de huidige term in Vlaanderen, voorheen bekend als Problematische Opvoedingssituatie (POS). |
| Uithandengeving | Een uitzonderlijke procedure waarbij een minderjarige van 16 of 17 jaar, na ernstige feiten en bij gebrek aan passende jeugdrechterlijke maatregelen, wordt overgedragen aan het volwassen strafrecht. |
| Subsidiariteitsbeginsel | Een fundamenteel principe in het jeugdrecht dat stelt dat de minst ingrijpende reactie of maatregel de voorkeur geniet, en dat zwaardere maatregelen enkel worden toegepast als lichtere alternatieven ontoereikend blijken. |