Cover
Zacznij teraz za darmo AR25_Les08.pptx
Summary
# Algemene bestanddelen van rechtsregels
De essentie van deze les is de ontleding van rechtsregels in hun fundamentele bestanddelen, met een focus op de identiteit van de normsteller en de normbestemmeling, en het voorgeschreven gedrag dat zij beogen te reguleren.
## 1. Algemene bestanddelen van rechtsregels
### 1.1 De normsteller
Bij de analyse van rechtsregels rijst de vraag naar het bestaan van een auteur of normsteller. Hoewel bij imperatieven, ofwel geboden en verboden, steeds een normsteller aanwezig is (de 'imperator'), is dit niet altijd ondubbelzinnig het geval bij rechtsregels.
* **Geschreven recht:** Bij geschreven rechtsregels is de auteur logischerwijs de instantie die de regel heeft opgesteld, bijvoorbeeld de wetgever.
* **Ongeschreven recht en gewoonterecht:** Bij ongeschreven recht en gewoonterecht is er geen aanwijsbare, individuele auteur. Desondanks wordt dit niet als een gebrek aan rechtsregel beschouwd, maar kan het juist bijdragen aan het evenwicht in het rechtssysteem.
De aanwezigheid van een normsteller kan worden gekoppeld aan de finaliteit van de rechtsregel:
* **Conservatieve finaliteit (C-finaliteit):** Deze beoogt het behoud van de bestaande maatschappelijke orde. Regels die voortkomen uit gevestigde maatschappelijke praktijken, ook wel 'organisch gegroeid' genoemd, hebben vaak geen specifieke, aanwijsbare normsteller.
* **Modificerende finaliteit (M-finaliteit):** Deze beoogt een doelbewuste verandering van de maatschappelijke orde. Dit type finaliteit gaat doorgaans gepaard met de aanwezigheid van een normsteller die de verandering initieert.
### 1.2 De normbestemmeling
Rechtsregels zijn gericht tot bepaalde personen of groepen. De normbestemmeling is de actor aan wie de gedragsregel is gericht.
* **Wie zijn de normbestemmelingen?** Rechtsregels zijn bestemd voor diverse actoren, zoals burgers, rechtspersonen, en bestuurlijke overheden. Vaak zijn ze gericht tot meerdere, onderscheiden groepen tegelijk.
* **Dubbele gerichtheid:** Rechtsregels richten zich vaak tegelijkertijd tot de rechter en tot het rechtssubject.
* **Gedragsnorm:** Gericht tot het rechtssubject, schrijft voor hoe deze zich dient te gedragen.
* **Beslissingsnorm:** Gericht tot de rechter, schrijft voor hoe deze moet beslissen in een bepaalde situatie.
* **Nemo censetur ignorare legem:** Dit beginsel, 'niemand wordt geacht de wet niet te kennen', impliceert dat gedragsnormen absoluut zijn. Rechtsdwaling is over het algemeen geen excuus. Beslissingsnormen kunnen in specifieke gevallen meer flexibiliteit bieden, waarbij rechtsdwaling soms wel kan worden ingeroepen.
* **Akoestische scheiding (Acoustic Separation):** Dit concept beschrijft de situatie waarin bepaalde normen niet voor alle normbestemmelingen hoorbaar zijn. Het uiteenlopen van gedrags- en beslissingsnormen is hiervan een voorbeeld, waarbij burgers de beslissingsnormen van rechters niet 'horen'.
### 1.3 Voorgeschreven gedrag
De kern van veel rechtsregels ligt in het voorschrijven van gedrag. Dit kan leiden tot de discussie of recht primair een geheel van gedragsregels is.
* **Imperatieventheorie:** Deze theorie stelt dat recht inderdaad een verzameling van gedragsregels is, gericht op het normeren van menselijk handelen. Een rechtsregel wordt hierbij gezien als een uiting van de wil van de soeverein omtrent het te observeren gedrag.
* **Andere soorten regels:** Naast gedragsregels omvat het recht ook regels die anders van aard zijn, zoals bepalingen die de structuur van de staat definiëren (bv. de federale aard van België) of de werking van instellingen beschrijven (bv. de oprichting van het Grondwettelijk Hof). Tegenstanders van de imperatieventheorie betogen dat deze regels de theorie ontkrachten. Voorstanders maken een onderscheid tussen volledige en onvolledige rechtsregels.
#### 1.3.1 Volledige en onvolledige rechtsregels
* **Volledige rechtsregel:** Een rechtsregel die op zichzelf alle bestanddelen bevat om iemands gedrag in een specifieke, geviseerde feitelijke situatie te normeren.
* **Onvolledige rechtsregel:** Een rechtsregel die nog niet alle benodigde bestanddelen bevat en moet worden gecombineerd met andere regels om een volledige norm te vormen.
* **Wetsartikel versus volledige rechtsregel:** Een geschreven wetsartikel is in feite zelden een 'volledige' rechtsregel. Het is eerder de formele uitdrukking van een deel van de uiteindelijke inhoudelijke rechtsregel.
#### 1.3.2 Soorten uitspraken binnen rechtsregels
Binnen de structuur van rechtsregels kunnen verschillende soorten uitspraken worden onderscheiden, die samen de volledige rechtsregel vormen:
##### 1.3.2.1 Regulatieve uitspraken
Deze uitspraken schrijven gedrag voor en omvatten:
* **Actie-uitspraken:** Deze schrijven rechtstreeks concrete gedragingen voor in een bepaalde geviseerde feitelijke situatie. Ze kunnen een verplichting, een verbod, een toelating om iets niet te doen, of een toelating om iets wel te doen uitdrukken.
* **Doeluitspraken:** Deze leggen een doel vast voor de normbestemmeling, die zelf de methode om dat doel te bereiken kan kiezen. Ze schrijven niet direct een concrete gedraging voor, maar verbieden gedrag dat het vooropgestelde doel onmogelijk maakt. Ze bieden flexibiliteit en maatwerk, maar kunnen leiden tot autonomieverlies van de normsteller en vereisen controle op de naleving.
##### 1.3.2.2 Verduidelijkende uitspraken (‘definities’)
Deze uitspraken leggen de betekenis van een woord of begrip vast om te zorgen dat de normbestemmeling begrijpt welk gedrag wordt verlangd.
* **Nominale versus reële definities:** In het recht worden doorgaans nominale definities gebruikt, die de betekenis van een begrip vastleggen. Deze definities zijn echter niet louter taalkundig, maar worden ingebed in de onderliggende waarden en doelen van de rechtsregel.
* **Contextafhankelijkheid:** De betekenis van een begrip kan verschillen per rechtstak, afhankelijk van de waarden die daarin centraal staan.
> **Tip:** Bij de interpretatie van definities in het recht is het cruciaal om steeds de onderliggende waarden en de context te analyseren, in plaats van enkel de letterlijke betekenis te hanteren.
##### 1.3.2.3 Veranderende en verwijzende uitspraken
* **Veranderende uitspraken:** Deze verduidelijken het toepassingsgebied van een rechtsregel. Ze kunnen het toepassingsgebied inperken (door uitzonderingen te specificeren) of juist verruimen (door de regel op vergelijkbare situaties van toepassing te verklaren).
* **Verwijzende uitspraken:** Deze verwijzen naar andere bepalingen om de leesbaarheid en precisie van de tekst te verbeteren, technische termen toe te lichten of om de onderlinge samenhang van regels te garanderen.
##### 1.3.2.4 Constitutieve uitspraken
Deze uitspraken creëren sociale feiten of concepten die de basis vormen voor andere rechtsregels.
* **Zuiver constitutieve uitspraken:** Creëren nieuwe sociale feiten, zoals de staat België of de juridische entiteit van een Grondwettelijk Hof. Deze uitspraken hebben een performatief karakter. Ze kunnen samenvallen met nominale definities, maar zijn niet altijd gelijk aan elkaar.
* **Bevoegdheidsverlenende uitspraken:** Deze reguleren niet direct gedrag, maar bepalen hoe gedragsvoorschriften kunnen worden uitgevaardigd. Dit omvat de regels die bepalen wie bevoegd is om regels te maken (rules of recognition), te wijzigen (rules of change), of overtredingen te beoordelen (rules of adjudication). Deze regels vormen de 'secundaire regels' in de theorie van H.L.A. Hart.
> **Voorbeeld:** De bepaling dat 'België een federale Staat is' is een constitutieve uitspraak, aangezien het de entiteit 'België' creëert als juridisch en politiek concept, waaraan vervolgens rechten en plichten kunnen worden gekoppeld.
> **Tip:** Het onderscheid tussen volledige en onvolledige rechtsregels, en de verschillende soorten uitspraken die een volledige rechtsregel kunnen vormen, is essentieel voor een grondig begrip van de structuur en werking van het recht.
---
# Soorten uitspraken in rechtsregels
Dit deel van de analyse focust op de verschillende typen uitspraken die in rechtsregels voorkomen en hun functies.
## 2. Soorten uitspraken in rechtsregels
De analyse van rechtsregels kan worden onderverdeeld in verschillende soorten uitspraken, elk met een eigen functie. Deze omvatten regulatieve, verduidelijkende, veranderende en verwijzende, en constitutieve uitspraken.
### 2.1 Regulatieve uitspraken
Regulatieve uitspraken schrijven gedrag voor. Ze kunnen worden onderverdeeld in actie-uitspraken en doeluitspraken.
#### 2.1.1 Actie-uitspraken
Actie-uitspraken schrijven direct concreet gedrag voor in een bepaalde gesitueerde feitelijke situatie. Dit kan een verplichting, een verbod, een toelating om niet te doen, of een toelating om wel te doen omvatten. De verplichting tot schadevergoeding in artikel 1382 Oud BW is een voorbeeld van een gedragsregel.
#### 2.1.2 Doeluitspraken
Doeluitspraken leggen een doel vast voor de normbestemmeling, die vervolgens zelf de methode mag kiezen om dit doel te bereiken. Een voorbeeld hiervan is artikel 7 bis Gw., dat de federale staat, gemeenschappen en gewesten verplicht om de doelstellingen van duurzame ontwikkeling na te streven.
* **Voordelen van doeluitspraken:**
* Vermijden onwerkbare regelingen.
* Bieden maatwerk en flexibiliteit.
* Vereenvoudigen de taak van de normsteller bij innovaties.
* **Nadelen van doeluitspraken:**
* Verminderde autonomie voor de normsteller ten gunste van de normbestemmeling.
* Verzwaring van de taak van de normsteller op het gebied van toezicht, controle en handhaving.
* Potentieel conflict met belangen van de normbestemmeling indien deze niet betrokken wordt bij de totstandkoming.
> **Voorbeeld:** Artikel 25, eerste lid van het Vergunningsbesluit kinderopvang stelt dat kinderen gezonde, gevarieerde en hygiënische voeding moeten krijgen, zonder specifiek voor te schrijven hoe dit bereid moet worden.
### 2.2 Verduidelijkende uitspraken ('definities')
Verduidelijkende uitspraken leggen de betekenis van een woord of begrip vast, met als doel duidelijkheid te verschaffen over welk gedrag wordt verlangd of welke beslissing genomen moet worden.
> **Voorbeeld:** Artikel 3.41 BW definieert "goederen" als "alle voorwerpen die vatbaar zijn voor toe-eigening, met inbegrip van de vermogensrechten."
* **Nominale versus reële definities:** In het recht worden voornamelijk nominale definities gebruikt, die de betekenis van een begrip vastleggen. Deze definities zijn niet noodzakelijk gelijk aan de "reële" betekenis in het dagelijks leven en worden gevormd tegen de achtergrond van de onderliggende waarden en doelen van de rechtsregel.
* **Contextafhankelijkheid van begrippen:** De betekenis van een begrip kan variëren afhankelijk van de rechtstak en de onderliggende waarden. Het begrip "werkdag" kent bijvoorbeeld verschillende definities in het burgerlijk recht en het sociaal recht.
> **Voorbeeld:** Artikel 1.7, §3, tweede lid BW definieert "werkdagen" als alle dagen behalve wettelijke feestdagen, zondagen en zaterdagen. Artikel 2, eerste lid van de Wet van 26 december 2022 stelt dit buiten toepassing voor bepalingen inzake arbeidsverhoudingen, sociale zekerheid en sociale bijstand, wat in het sociaal recht zaterdagen wel als werkdagen kan beschouwen.
* **De definitie van 'nacht':** De betekenis van "nacht" varieert per rechtsgebied en context, afhankelijk van de onderliggende waarden (bv. veiligheid bij diefstal, gezondheid bij nachtarbeid, rust bij geluidsoverlast).
* **Evolutie van definities:** Definities kunnen door de tijd heen veranderen om de evoluerende maatschappelijke waarden te weerspiegelen.
> **Voorbeeld:** De definitie van "verkrachting" is geëvolueerd van een definitie gericht op "normale, doch niet geoorloofde geslachtsgemeenschap met een vrouw die zich daartegen verzet" (waarbij traditionele waarden zoals huwelijk en onderscheid tussen geslachten centraal stonden) naar een bredere definitie gericht op seksuele penetratie zonder toestemming, ongeacht geslacht of middel, wat de nadruk legt op lichamelijke integriteit.
### 2.3 Veranderende en verwijzende uitspraken
Deze uitspraken verduidelijken het toepassingsgebied van rechtsregels of verwijzen naar andere bepalingen.
#### 2.3.1 Veranderende uitspraken
Veranderende uitspraken omschrijven nauwkeuriger het toepassingsgebied van een rechtsregel. Ze kunnen het toepassingsgebied inperken (door uit te zonderen) of verruimen (door de regel van overeenkomstige toepassing te verklaren op andere situaties).
> **Voorbeeld:** Artikel 11.2, 1°a) Wegcode beperkt de snelheid buiten de bebouwde kom tot 120 km/u op autosnelwegen, terwijl artikel 59.13 Wegcode hierop een uitzondering maakt voor prioritaire voertuigen in dringende gevallen.
#### 2.3.2 Verwijzende uitspraken
Verwijzende uitspraken verweisen naar andere bepalingen om de leesbaarheid en precisie van de tekst te verbeteren, bijvoorbeeld om technische termen toe te lichten. Ze worden vaak gebruikt in combinatie met verduidelijkende en veranderende uitspraken.
> **Voorbeeld:** Artikel 1475, §1 Oud BW definieert "wettelijke samenwoning" door te verwijzen naar artikel 1476 BW.
### 2.4 Constitutieve uitspraken
Constitutieve uitspraken creëren sociale feiten en vormen de basis voor gedragsvoorschriften.
#### 2.4.1 Zuiver constitutieve uitspraken
Deze uitspraken creëren sociale feiten zoals "België", "het Grondwettelijk Hof", "procedures" of "recht". Ze hebben een performatief karakter omdat de verklaring door een bevoegde instantie het sociale feit creëert.
> **Voorbeeld:** Artikel 1 Gw. stelt "België is een federale Staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten."
#### 2.4.2 Bevoegdheidsverlenende uitspraken
Bevoegdheidsverlenende uitspraken reguleren niet direct gedrag, maar hoe gedragsvoorschriften kunnen worden uitgevaardigd. Ze zijn nauw verbonden met Herbert Hart's concept van secundaire regels:
* **Rules of recognition (erkenningsregels):** Bepalen hoe regels moeten worden uitgevaardigd om als rechtsregels te gelden en verlenen bevoegdheid aan specifieke organen om dit te doen.
> **Voorbeeld:** Artikel 36 Gw. bepaalt dat de federale wetgevende macht wordt uitgeoefend door de Koning, de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat.
* **Rules of change (wijzigingsregels):** Bepalen hoe bestaande rechtsregels kunnen worden gewijzigd, en wie daarvoor bevoegd is.
> **Voorbeeld:** De wetgevingsprocedure voor federale wetgeving (artikelen 74-78 Gw.) bepaalt hoe nieuwe wetten geldig tot stand komen.
* **Rules of adjudication (berechtingsregels):** Bepalen hoe moet worden beslist of een primaire regel is overtreden, en wie daarvoor bevoegd is.
> **Voorbeeld:** Artikel 144, eerste lid Gw. bepaalt dat geschillen over burgerlijke rechten tot de bevoegdheid van de rechtbanken behoren.
---
# Definities en hun rol in het recht
Dit onderdeel onderzoekt de aard en functie van definities binnen het juridische systeem, met een specifieke focus op nominale definities en hun relatie tot onderliggende waarden.
### 3.1 Algemene bestanddelen van rechtsregels
Voordat de rol van definities wordt belicht, is het belangrijk om de algemene bestanddelen van rechtsregels te begrijpen. Deze omvatten de normsteller, de normbestemmeling en het voorgeschreven gedrag.
#### 3.1.1 Normsteller
Niet elke rechtsregel heeft een duidelijk aanwijsbare auteur. Gewoonterecht of sociale praktijken bijvoorbeeld, kennen geen individuele normsteller. Dit gebrek aan een expliciete auteur impliceert echter geen gebrek aan rechtsgeldigheid of een indicatie van een gebrekkig rechtsstelsel. Het kan juist nuttig zijn voor het bereiken van een evenwicht tussen het bewaren van de gevestigde orde (conservatieve finaliteit) en het bewust nastreven van verandering (modificerende finaliteit).
#### 3.1.2 Normbestemmeling
Rechtsregels zijn gericht tot bepaalde personen of categorieën van personen, zoals burgers, rechtspersonen of bestuursorganen. Vaak zijn ze gericht tot zowel de rechter (als beslissingsnorm) als tot de rechtssubjecten (als gedragsnorm). Het onderscheid tussen gedrags- en beslissingsnormen is cruciaal, met implicaties voor concepten als rechtsdwaling. In sommige gevallen is er sprake van 'akoestische scheiding', waarbij bepaalde normen niet voor alle normbestemmelingen hoorbaar zijn (bijvoorbeeld beslissingsnormen voor burgers).
#### 3.1.3 Voorgeschreven gedrag
Het voorgeschreven gedrag kan het onderwerp zijn van zowel volledige als onvolledige rechtsregels.
##### 3.1.3.1 Volledige en onvolledige rechtsregels
Volledige rechtsregels bevatten alle elementen om iemands gedrag in een specifieke situatie te normeren. Onvolledige rechtsregels bevatten slechts een deel van deze elementen en moeten worden gecombineerd met andere regels om een volledig voorschrift te vormen.
> **Tip:** Volgens voorstanders van de imperatieventheorie zijn enkel volledige rechtsregels te beschouwen als 'imperatieven' (gedragsregels). Tegenstanders menen dat het recht meer omvat dan enkel gedragsregels.
Het is belangrijk het onderscheid te maken tussen een geschreven wetsartikel en een volledige rechtsregel. Een wetsartikel is de formele uitdrukking van een (deel van een) rechtsregel, terwijl de volledige rechtsregel de inhoudelijke, normatieve regel omvat.
### 3.2 Soorten uitspraken in het recht
Het recht kent verschillende soorten uitspraken, elk met een eigen rol en functie:
#### 3.2.1 Regulatieve uitspraken
Deze uitspraken schrijven gedrag voor. Ze kunnen onderverdeeld worden in:
* **Actie-uitspraken:** Deze schrijven direct een concreet gedrag voor (verplichting, verbod, toelating).
* **Doeluitspraken:** Deze leggen een doel vast voor de normbestemmeling, die zelf de methode bepaalt om dit doel te bereiken. Deze regels zijn flexibel en laten maatwerk toe, maar vergen wel duidelijke controlemechanismen.
> **Voorbeeld:** Een regel die stelt dat kinderen gezonde en gevarieerde voeding moeten krijgen, is een doeluitspraak. De kinderopvang mag zelf beslissen hoe zij dit doel bereikt.
#### 3.2.2 Verduidelijkende uitspraken ('definities')
Deze uitspraken leggen de betekenis van een woord of begrip vast. Ze zijn essentieel om te zorgen dat de normbestemmeling begrijpt welk gedrag van hem wordt verlangd.
##### 3.2.2.1 Nominale versus reële definities
In het recht worden voornamelijk **nominale definities** gebruikt. Een nominale definitie legt de betekenis van een begrip vast binnen een specifieke context. Dit in tegenstelling tot reële definities die de ‘ware’ essentie van een begrip proberen te vatten.
> **Voorbeeld:** De definitie van 'nacht' in het strafwetboek, die een specifieke periode tussen zonsondergang en zonsopgang aanduidt, is een nominale definitie. Deze definitie kan variëren naargelang de rechtstak en de onderliggende waarden.
##### 3.2.2.2 Rol van waarden in definities
Nominale definities staan niet los van de onderliggende waarden die het recht tracht te realiseren. De betekenis van een begrip is afhankelijk van de waarden die in een bepaalde rechtstak centraal staan.
> **Voorbeeld:** De definitie van 'nacht' verschilt in het strafrecht (als verzwarende omstandigheid bij diefstal), de arbeidswet (met betrekking tot nachtarbeid) en een politiereglement (met betrekking tot geluidsoverlast). Deze verschillen weerspiegelen uiteenlopende waarden zoals veiligheid, gezondheid, en de bescherming van de nachtrust.
De evolutie van definities, zoals die van 'verkrachting', toont hoe veranderende maatschappelijke waarden leiden tot aanpassingen in juridische definities. Oude definities reflecteerden vaak een beperkte visie op slachtofferschap en seksueel geweld, gebaseerd op traditionele normen en waarden. Moderne definities leggen de nadruk op fysieke integriteit en zelfbeschikking.
#### 3.2.3 Veranderende en verwijzende uitspraken
* **Veranderende uitspraken:** Deze specificeren het toepassingsgebied van een rechtsregel, door expliciet situaties uit te sluiten (inperkend) of juist uit te breiden (verruimend).
* **Verwijzende uitspraken:** Deze verwijzen naar andere bepalingen om de leesbaarheid en precisie van de rechtsregel te verbeteren.
#### 3.2.4 Constitutieve uitspraken
Deze uitspraken creëren sociale feiten, zoals de oprichting van een staat of een rechtbank. Ze scheppen het kader waarbinnen andere gedragsvoorschriften zin krijgen.
* **Zuiver constitutieve uitspraken:** Creëren zelfstandig sociale feiten.
* **Bevoegdheidsverlenende uitspraken:** Regelen hoe gedragsvoorschriften kunnen worden uitgevaardigd (secundaire regels, zoals de regels van Hart: erkenningsregels, wijzigingsregels en berechtingsregels).
> **Tip:** Constitutieve uitspraken kunnen samenvallen met nominale definities, maar dit is niet altijd het geval. Elke nominale definitie creëert echter wel een sociaal feit binnen het recht.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Normsteller | De entiteit die een rechtsnorm creëert of uitvaardigt; dit kan een individu, een orgaan of een collectieve entiteit zijn, en is niet altijd expliciet aanwijsbaar. |
| Normbestemmeling | De persoon of groep personen tot wie een rechtsnorm gericht is en die geacht wordt de norm na te leven of de consequenties ervan te dragen. |
| Voorgeschreven gedrag | Het specifieke handelen of nalaten dat door een rechtsnorm wordt opgelegd, verboden of toegestaan, variërend van concrete acties tot algemene doelstellingen. |
| Volledige rechtsregel | Een rechtsregel die alle noodzakelijke bestanddelen bevat om een gedraging in een specifieke situatie te normeren, zonder externe aanvulling. |
| Onvolledige rechtsregel | Een rechtsregel die slechts een deel van de benodigde bestanddelen voor normering bevat en gecombineerd moet worden met andere regels om volledig te zijn. |
| Regulatieve uitspraak | Een uitspraak die een concrete gedraging rechtstreeks voorschrijft (actie-uitspraak) of een doel vastlegt waarvoor de bestemmeling zelf de methode mag kiezen (doeluitspraak). |
| Actie-uitspraak | Een type regulatieve uitspraak dat een specifieke gedraging in een bepaalde feitelijke situatie direct voorschrijft, zoals een verplichting, verbod, of toelating. |
| Doeluitspraak | Een type regulatieve uitspraak dat een doel voor de normbestemmeling vastlegt, waarbij deze zelf de methode mag bepalen om dat doel te bereiken, wat flexibiliteit biedt. |
| Verduidelijkende uitspraak | Een uitspraak die de betekenis van een woord of begrip vastlegt met als doel de normbestemmeling te helpen begrijpen welk gedrag verwacht wordt of welke beslissing genomen moet worden. |
| Nominale definitie | Een definitie die de betekenis van een woord of begrip vastlegt in een juridische context, waarbij deze betekenis de geldende interpretatie vormt binnen dat specifieke rechtsgebied of die regel. |
| Reële definitie | Een definitie die de werkelijke essentie of aard van een begrip probeert te beschrijven, in tegenstelling tot een nominale definitie die slechts de gebruikte benaming vastlegt. |
| Veranderende uitspraak | Een uitspraak die het toepassingsgebied van een rechtsregel nauwkeuriger omschrijft door specifieke situaties uit te sluiten (inperkende) of juist uit te breiden (verruimende). |
| Verwijzende uitspraak | Een uitspraak die verwijst naar andere wettelijke bepalingen of concepten om de leesbaarheid, precisie en technische correctheid van een rechtsregel te verbeteren. |
| Constitutieve uitspraak | Een uitspraak die een sociaal feit creëert of een bevoegdheid verleent, zoals de oprichting van een juridische entiteit of de instelling van een rechtsorgaan. |
| Zuiver constitutieve uitspraak | Een uitspraak die direct een nieuw sociaal feit creëert, zoals de vorming van de staat België, zonder noodzakelijk een directe gedragsnorm op te leggen. |
| Bevoegdheidsverlenende uitspraak | Een uitspraak die bepaalt wie, hoe en onder welke voorwaarden gedragsvoorschriften kunnen worden uitgevaardigd, gewijzigd of toegepast. |
| Rule of recognition (Erkenningsregel) | Een secundaire regel die aangeeft welke criteria gehanteerd moeten worden om te bepalen wat geldige rechtsregels zijn binnen een bepaald rechtssysteem. |
| Rule of change (Wijzigingsregel) | Een secundaire regel die bepaalt hoe rechtsregels geldig kunnen worden gewijzigd, en wie daarvoor de bevoegdheid heeft. |
| Rule of adjudication (Berechtigingsregel) | Een secundaire regel die bepaalt hoe geschillen over de naleving van rechtsregels worden beslecht, door wie en volgens welke procedures. |