Cover
Zacznij teraz za darmo Cursus_versie_09_25.pdf
Summary
# Vrijheid van meningsuiting van rechters en de bescherming van de rechtsstaat
### Kernidee
* Deontologie omvat gedragsregels die de correcte uitoefening van juridische beroepen waarborgen en het vertrouwen van rechtzoekenden en de maatschappij beschermen [10](#page=10) [9](#page=9).
* Deze regels zijn essentieel vanwege de monopoliepositie van juridische dienstverleners en de maatschappelijke impact van hun werk [12](#page=12) [9](#page=9).
* Deontologie kent drie niveaus van bescherming: het eigenbelang van de dienstverlener, het belang van de rechtzoekende, en het maatschappelijk belang [11](#page=11).
### Kernfeiten
* Het begrip 'deontologie' werd geïntroduceerd door Jeremy Bentham en betreft de wetenschap van wat men behoort te doen [10](#page=10).
* Deontologische regels zijn juridisch geconcretiseerde gedragsregels, voortkomend uit morele hoedanigheden zoals loyaliteit en verantwoordelijkheidszin [10](#page=10).
* Essentiële hoedanigheden voor de correcte uitoefening van juridische beroepen zijn bekwaamheid, loyaliteit, objectiviteit en discretie [10](#page=10).
* Recente maatschappelijke veranderingen, zoals globalisering, specialisatie, mediatisering en commercialisering, beïnvloeden de deontologie [10](#page=10) [12](#page=12).
* Europese regelgeving, met name op het gebied van mededinging en grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting, beïnvloedt deontologische regels [12](#page=12).
### Kernconcepten
* **Deontologie:** Het geheel van fundamentele normen of waarden met daaruit afgeleide gedragsregels die gericht zijn op de gepastheid van gedragingen [10](#page=10).
* **Juridische beroepen:** Omvatten onder andere rechters, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, griffiers en bedrijfsjuristen [9](#page=9).
* **Monopoliepositie:** Wettelijk gereglementeerde positie van bepaalde juridische dienstverleners die hen exclusieve bevoegdheden verleent [12](#page=12) [9](#page=9).
* **Maatschappelijke verantwoordelijkheidszin:** Het besef van de rol en impact van een juridisch beroep op de samenleving [10](#page=10) [12](#page=12).
* **Vertrouwen:** Cruciaal element dat gevrijwaard moet worden door de naleving van deontologische regels door juridische professionals [12](#page=12) [9](#page=9).
### Implicaties
* Deontologie fungeert als 'vangrails' voor de aanzienlijke macht die juridische beroepen uitoefenen [9](#page=9).
* De naleving van deontologie zorgt ervoor dat rechtzoekenden erop mogen vertrouwen dat hun belangen correct behartigd worden [9](#page=9).
* Een grotere impact op het maatschappelijk leven leidt tot een grotere noodzaak voor strikte deontologische regels [12](#page=12).
* Er is een groeiende behoefte aan ethiek die juristen aanspreekt op menselijke kwaliteiten naast juridische kennis [10](#page=10).
---
* Deontologie omvat gedragsregels die maatschappelijk verantwoord handelen van juridische professionals waarborgen [13](#page=13).
* Tucht is het instrument om overtredingen van deontologische normen te sanctioneren [14](#page=14).
* Het strafrecht focust op wettelijk omschreven misdrijven en straffen, terwijl tucht ook ongeschreven regels en zelfopgelegde sancties kent [15](#page=15).
### Belangrijke feiten
* Deontologische regels gelden voor de verhouding tussen juridische professionals en rechtzoekenden, onderling, en ten opzichte van de maatschappij [14](#page=14).
* Tucht binnen beroepsgroepen is gericht op het handhaven van interne cohesie en extern aanzien [14](#page=14).
* Artikel 404 Ger.W. regelt de tucht van magistraten, met nadruk op het verzuim van ambtsplichten en aantasting van de waardigheid van het ambt [14](#page=14).
* Vertrouwenscrises, zoals die na de Dutroux-affaire, leidden tot meer aandacht voor externe controle op juridische beroepen [15](#page=15).
* Internationale normen zoals de Bangalore Principles of Judicial Conduct en Europese adviezen beïnvloeden deontologische kaders [17](#page=17).
* Nationale documenten zoals de Codex Deontologie voor Advocaten en de Deontologische Code voor notarissen structureren deze regels [17](#page=17).
* De digitale evolutie en mediatisering van het juridische gebeuren leiden tot actuele deontologische problematieken [17](#page=17) [19](#page=19).
* **Deontologie**: Verzameling gedragsregels voor de uitoefening van een beroep, zowel geschreven als ongeschreven [13](#page=13).
* **Tucht**: Het proces van sanctie en bestraffing van deontologische inbreuken, uitgevoerd door specifieke organen [14](#page=14).
* **Corporatisme**: Een vroegere tendens waarbij deontologische inbreuken enkel werden gesanctioneerd indien ze de interne cohesie of reputatie bedreigden [15](#page=15).
* **Nullum crimen, nulla poena sine lege**: Juridisch principe dat er geen misdrijf of straf is zonder uitdrukkelijke wet, dat niet geldt voor tuchtrecht [15](#page=15).
* **Rechterlijke onpartijdigheid**: Essentieel principe, dat ook door sociale media-activiteiten van rechters kan worden aangetast [19](#page=19) [20](#page=20).
* **Schijn van onpartijdigheid**: Zelfs de perceptie van partijdigheid kan het vertrouwen in de rechtspraak ondermijnen [20](#page=20).
* De noodzaak van een tuchtsysteem waarborgt de kwaliteit en ethische naleving van juridische dienstverlening [13](#page=13).
* Het onderscheid tussen tucht en strafrecht erkent dat gedragingen zowel deontologische als strafrechtelijke consequenties kunnen hebben [15](#page=15).
* De evolutie van de juridische beroepen vereist een continue aanpassing en interpretatie van deontologische regels [17](#page=17).
* Actuele media-aandacht voor juridische zaken benadrukt het belang van transparantie en ethisch gedrag van alle betrokkenen [19](#page=19).
* Kritiek op de rechter en wantrouwen jegens justitie vragen om een hernieuwd vertrouwen door zorgvuldig gedrag van magistraten [23](#page=23).
### Voorbeelden
* Een burgemeester bekritiseerde een vrijspraak gebaseerd op bewijs nietig verklaard door de wet, wat het vertrouwen in justitie ondermijnde [18](#page=18).
* Een parlementslid dat rechtstreeks contact zoekt met een jeugdrechter over een hangende zaak, wat tot een klacht leidde [19](#page=19).
- Een rechter in Texas die op Facebook details over een zaak deelde, ondanks een verbod aan juryleden, leidde tot een veroordeling voor het in diskrediet brengen van de rechterlijke macht
* Een rechter die bevriend was met de advocaat van de ex-echtgenote op Facebook, leidde tot een klacht wegens de schijn van onpartijdigheid [20](#page=20).
---
## Juridische plichten van de rechter
### Eerbied voor het beschikkingsbeginsel
* Het beschikkingsbeginsel (principe dispositif) bepaalt dat partijen zelf bepalen of, tegen wie en waarover een geding wordt gevoerd [25](#page=25).
* De eisende partij bepaalt de oorzaak en het voorwerp van de vordering; de verwerende partij de middelen van verweer of een tegenvordering [25](#page=25).
* De rechter mag het voorwerp van het geding niet wijzigen door uitspraak te doen over niet-gevraagde zaken of op basis van een andere rechtsgrond dan aangevoerd [25](#page=25).
* De rechter mag niet meer toekennen dan gevraagd werd (ultra petita), met een uitzondering voor dwangsommen [28](#page=28).
* Materiële verschrijvingen en omissies kunnen verbeterd worden door het gerecht, zonder rechten uit te breiden, te beperken of te wijzigen [25](#page=25) [26](#page=26).
* Een omissie kan hersteld worden binnen een jaar na in kracht van gewijsde treden, mits de beslissing niet bestreden is [26](#page=26).
* De rechter mag alleen oordelen op basis van feiten die partijen voorleggen in dagvaarding, conclusies en stukken [27](#page=27).
* De rechter mag niet oordelen op basis van persoonlijke kennis of feiten ingewonnen buiten het onderzoek, zonder tegenspraak [27](#page=27).
* Algemeen bekende feiten, ervaringsregels of processuele feiten mogen wel worden gebruikt [27](#page=27).
* Algemeen bekende feiten zijn wat iedere ontwikkelde mens kent of uit algemeen toegankelijke bronnen kan kennen [27](#page=27).
* Rechter mag een feit van persoonlijke kennis betrekken indien dit alsnog aan tegenspraak is voorgelegd, maar hierover bestaan verschillende meningen [28](#page=28).
* 'Iura novit curia': de rechter wordt geacht het recht te kennen en toe te passen, partijen hoeven de rechtsnorm niet te noemen [28](#page=28).
* De rechter mag ambtshalve rechtsgronden aanvullen indien dit geboden is door de feiten, zonder het voorwerp of de oorzaak van de vordering te wijzigen [28](#page=28) [29](#page=29).
### Eerbied voor het recht van verdediging
* Het recht van verdediging is een algemeen rechtsbeginsel dat respect voor tegensprekelijkheid en 'hoor en wederverhoor' inhoudt [29](#page=29).
* De rechter mag zijn oordeel pas vellen na de debatten en dient uitsluitend te gronden op elementen die aan tegenspraak zijn onderworpen [29](#page=29).
* Rechterlijke activiteit moet getoetst worden aan het recht op behandeling door een onpartijdige rechter (artikel 6 EVRM) [30](#page=30).
* Te veel rechterlijke activiteit kan leiden tot een (schijn van) partijdigheid [30](#page=30).
* Voorbeelden van risico's bij een actieve rechter: kennisname van feiten die niet ter discussie stonden, of het doorschemeren van een voorlopig oordeel [30](#page=30) [32](#page=32).
* De rechter dient misbruiken van het recht van verdediging tegen te gaan, bijvoorbeeld door niet te steunen op een niet-aangevoerd middel zonder kans tot verdediging [29](#page=29).
* Partijen moeten de gelegenheid krijgen om tegenspraak te voeren over alle relevante feitelijke en juridische elementen [30](#page=30).
### Uitspraak binnen een redelijke termijn
* Uitspraak dient te geschieden binnen één maand na het sluiten van de debatten, of na advies van het openbaar ministerie [31](#page=31).
* Niet-naleving van deze termijn is niet strafbaar met nietigheid [31](#page=31).
* Vertraging moet vermeld worden op het proces-verbaal en objectief verantwoord zijn [31](#page=31).
* Sancties bij vertraging: tuchtrechtelijke sancties na drie maanden aanhouding en een verplicht overleg, of onttrekking van de zaak aan de rechter na meer dan zes maanden verzuim [32](#page=32) [33](#page=33).
* Onttrekking aan de rechter is een procedure waarbij een zaak aan diens kennis wordt onttrokken en verwezen naar een andere rechter door het Hof van Cassatie [33](#page=33).
### Persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat
---
### Persoonlijke aansprakelijkheid van magistraten
* Rechterlijke beslissingen kunnen enkel via rechtsmiddelen worden aangevochten; een rechter kan niet persoonlijk worden aangesproken voor fouten in een beslissing [37](#page=37).
* Een fout in een vonnis leidt niet tot persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat, wat een uitvloeisel is van het beginsel van onafhankelijkheid [37](#page=37).
* Uitzonderlijk is persoonlijk verhaal mogelijk bij bedrog of list door de rechter tijdens onderzoek of vonnis [37](#page=37).
* De Staat kan aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door een ambtsfout van een rechter of OM, erkend sinds het ANCA-arrest [37](#page=37).
* Een vordering tot schadevergoeding tegen de staat is enkel ontvankelijk als de foutieve handeling bij in kracht van gewijsde gegane beslissing is ingetrokken, gewijzigd, vernietigd of herroepen [38](#page=38).
* De fout van een rechter die tot aansprakelijkheid kan leiden, is een handeling die een verkeerd gedrag is, beoordeeld volgens het criterium van een normaal zorgvuldig en voorzichtig magistraat [38](#page=38).
* Of een schending van een rechtsnorm die directe werking heeft, inclusief onoverwinnelijke dwaling of een andere rechtvaardigingsgrond [38](#page=38).
* Een vergissing bij interpretatie of toepassing van rechtsregels is enkel foutief als het een verkeerde handelwijze betreft volgens het criterium van de voorzichtige magistraat [38](#page=38).
* Niet-rechtsprekende handelingen van een rechter kunnen ook leiden tot aansprakelijkheid van de Staat (bv. huiszoeking) [38](#page=38).
* Deze handelingen worden concreet beoordeeld met toetsing aan het criterium van de voorzichtige magistraat [38](#page=38).
### Motiveringsplicht en openbaarheid van de uitspraak
* Elk vonnis moet met redenen omkleed zijn en in openbare zitting worden uitgesproken (art. 149 Gw.) [38](#page=38).
* De motiveringsplicht is een essentiële waarborg tegen willekeur en bewijs dat de rechter de middelen zorgvuldig heeft onderzocht [38](#page=38).
* De motiveringsplicht is een vormvereiste; een juridisch onjuist motief miskent deze plicht niet [38](#page=38).
* De motivering moet aantonen op welke feiten de rechter steunt en moet duidelijk en begrijpelijk zijn voor de rechtzoekende [39](#page=39).
* Afwezigheid van motieven, onvolledigheid of onduidelijkheid van redenen wordt gelijkgesteld met het niet-nakomen van de motiveringsplicht [39](#page=39).
- Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) oordeelt dat artikel 6 EVRM de rechter verplicht op duidelijke wijze aan te duiden op welke gronden de uitspraak steunt
### Deontologische plichten: bronnen
* **Internationale en supranationale verdragen:**
* Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens art. 10 benadrukt billijk en openbaar onderzoek door een onafhankelijke en onpartijdige rechtbank [40](#page=40).
* Verdrag tot bescherming van de rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), art. 6 §1 waarborgt een eerlijk, openbaar proces door een onafhankelijke en onpartijdige rechter [40](#page=40).
* Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR), met de Bangalore Principles of Judicial Conduct als basis voor deontologisch gedrag [41](#page=41).
* **Grondwet:**
* Art. 151 §1 Gw. waarborgt de onafhankelijkheid van rechters in hun rechtsprekende bevoegdheden [41](#page=41).
* Scheiding der machten: rechter is vrij in beoordeling en kan niet tuchtrechtelijk worden aangesproken omwille van de inhoud van vonnissen [41](#page=41).
* Art. 148 en 149 Gw. regelen openbaarheid van behandeling en motiveringsplicht [41](#page=41).
* Art. 155 Gw. regelt onverenigbaarheden [41](#page=41).
### Onafhankelijkheid van rechters
---
### Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht
- De onafhankelijkheid van rechters is een waarborg voor rechtszoekenden [49](#page=49).
- Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) benadrukt dat de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens (EVRM) rechters beschermt bij de uitoefening van hun ambt
- In België zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid algemene rechtsbeginselen [49](#page=49).
- Artikel 151 van de Grondwet legt de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht expliciet vast [49](#page=49).
- Onafhankelijkheid betekent dat de magistraat de wet toepast op basis van het dossier, zonder vrees voor enige macht [49](#page=49).
- De kern van onafhankelijkheid is dat de rechter zijn beslissing steunt op persoonlijk, vrij oordeel, zonder externe beïnvloeding [49](#page=49).
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen functionele onafhankelijkheid (beslechting geschillen) en organieke onafhankelijkheid (waarborgen tegen druk) [50](#page=50).
- Onafhankelijkheid geldt ten aanzien van de wetgevende en uitvoerende macht, collega-rechters en hiërarchische oversten [50](#page=50).
- De rechter moet onafhankelijk zijn van publieke opinie, pers, drukkingsgroepen en politieke partijen [50](#page=50).
- Het sub judice-beginsel stelt dat de pers zich dient te onthouden van commentaar op lopende zaken [51](#page=51).
- Het EHRM-arrest in de zaak Sunday Times stelt dat rechters niet in een ivoren toren werken; rechtszaken kunnen maatschappelijk debat uitlokken [51](#page=51).
- Rechters moeten hun beslissingen baseren op hun eigen oordeel, los van privé-overtuigingen [51](#page=51).
- Organieke onafhankelijkheid betreft de uitoefening van taken buiten concrete rechtsgeschillen [52](#page=52).
- De onafhankelijkheid van magistraten wordt gewaarborgd door scheiding der machten, wettelijke grondslag, benoeming, ontslagprocedures, overplaatsing en wedde [52](#page=52).
- Onafhankelijkheid werd pas in 1998 grondwettelijk verwoord (art. 151 Gw.), maar bestond voordien als algemeen rechtsbeginsel [53](#page=53).
- Objectieve onafhankelijkheid betekent niet noodzakelijk benoeming voor het leven of onafzetbaarheid [53](#page=53).
- De Hoge Raad voor de Justitie oefent extern toezicht uit op de werking van de rechterlijke macht [54](#page=54).
- De Hoge Raad heeft 44 leden, verdeeld over een Nederlandstalig en Franstalig college [54](#page=54).
- De Hoge Raad stelt jaarlijkse verslagen op over de algemene werking van de rechterlijke orde [54](#page=54).
- De advies- en onderzoekscommissie adviseert, houdt toezicht op interne controle en behandelt klachten (behalve over inhoud rechterlijke beslissing) [55](#page=55).
- ENCJ-rapporten tonen een algemeen goed gesteld met rechterlijke onafhankelijkheid in Europa, met terugval in Centraal-Europa [55](#page=55).
### Onpartijdigheid van de rechter
- Onpartijdigheid is een fundamentele deontologische plicht en essentieel voor een eerlijk proces [56](#page=56).
- Onpartijdigheid houdt in dat de magistraat onbevooroordeeld en onvooringenomen is bij het wijzen van een vonnis en in de procedures [56](#page=56).
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen objectieve (gerechtvaardigde twijfel bij partijen) en subjectieve (persoonlijke overtuiging) onpartijdigheid [56](#page=56).
- Het Gerechtelijk Wetboek bevat bepalingen inzake onverenigbaarheden en bloed- of aanverwantschap om onpartijdigheid te waarborgen [56](#page=56).
### Sanctie: Wraking van de rechter
---
### Kernideeën over wraking en onttrekking
* De keuze tussen wraking en onttrekking is cruciaal; een foutieve vordering is onontvankelijk [61](#page=61).
* Wraking is gericht tegen specifieke rechters, onttrekking tegen het rechtscollege als geheel [61](#page=61).
* Een vordering tot onttrekking of verwijzing behoort tot de exclusieve bevoegdheid van het Hof van Cassatie [62](#page=62).
* Wraking is een tussengeschil dat in beginsel door het onmiddellijk hogere gerecht wordt behandeld [62](#page=62).
### Aard en limitatief karakter van wrakingsgronden
* Er is geen eensgezindheid over de aard van de wettelijke regeling inzake wraking [62](#page=62).
* Rechtspraak van het Hof van Cassatie varieert: soms strikt standpunt over openbare orde, soms ook schending van art. 6 EVRM [62](#page=62).
* De opsomming van wrakingsgronden in art. 828 Ger.W. wordt als limitatief beschouwd [62](#page=62).
* Dit limitatieve karakter is vatbaar voor kritiek, met mogelijke conflicten met art. 6 EVRM en art. 14 IVBPR [63](#page=63).
### Wettige verdenking als wrakingsgrond
* "Wettige verdenking" (art. 828, 1° Ger.W.) werd geïntroduceerd in 2001 als reactie op de rechtspraak van het Hof van Cassatie [63](#page=63).
* Het begrip wettige verdenking omvat alle schendingen van het recht op een onafhankelijke en onpartijdige rechter [64](#page=64).
* Het beoogt zowel subjectieve als objectieve onpartijdigheid [64](#page=64).
* Er is sprake van wettige verdenking bij een band tussen rechter en belanghebbende, die vertrouwen in onpartijdigheid kan wekken [64](#page=64).
* Voorbeelden van wettige verdenking omvatten vriendschapsbanden, lidmaatschap van verenigingen, of banden wegens vroegere samenwerking [64](#page=64).
* Rechters moeten zich gedeisd houden en de indruk van partijdigheid vermijden [64](#page=64).
* Incidenten tijdens de zitting moeten worden geacteerd op het proces-verbaal voor bewijsvoering [65](#page=65).
* Specifieke toepassingen van wettige verdenking: voorzitter Assisenhof met ongepaste bewoordingen, weigering nieuwe stukken, levensbeschouwing, voetbalclub sympathie, onderbreken advocaat [65](#page=65).
### Overige wrakingsgronden (art. 828 Ger.W.)
* Persoonlijk belang bij het geschil [65](#page=65).
* Bloed- of aanverwantschap met partijen of hun echtgenoten [66](#page=66).
* Gelijksoortig geschil tussen rechter/echtgenoot en partijen [66](#page=66).
* Gedingen aanhangig bij de rechter als partij, of schuldeiser/ schuldenaar zijn van partijen [66](#page=66).
* Crimineel of burgerlijk geding gevoerd met partijen of hun naasten [66](#page=66).
* Rechter als voogd, beheerder, etc. van een partij [66](#page=66).
* Rechter heeft advies gegeven, gepleit of geschreven over het geschil [66](#page=66).
* Rechter heeft deelgenomen aan het vonnis in eerste aanleg en neemt kennis in hoger beroep [67](#page=67).
* Rechter als getuige, of ontvangen van geschenken/kosten door een partij [67](#page=67).
### Procedurele aspecten van wraking
### Slotbeschouwingen inzake wraking en onpartijdigheid
### Bekwaamheid en aanwerving van magistraten
---
* Rechters hebben recht op vrije meningsuiting, maar dit recht is aan grotere beperkingen onderworpen dan bij burgers, met name wanneer de rechtsstaat bedreigd wordt [77](#page=77).
* In situaties van bedreiging van de democratie, scheiding der machten of rechtsstaat, hebben rechters de plicht zich publiekelijk uit te spreken [77](#page=77).
* Een "positieve deontologie" benadrukt maatschappelijk verantwoorde functie-uitoefening, waarbij evaluatie belangrijker is dan louter tuchtrecht [84](#page=84).
* Het beroepsgeheim van magistraten is een fundamentele deontologische plicht, hoewel niet expliciet in het Gerechtelijk Wetboek vastgelegd [73](#page=73).
* Schending van het beroepsgeheim is strafbaar gesteld in artikel 458 Strafwetboek [74](#page=74).
* De Fortis-zaak leidde tot nuancering van overleg met collega-magistraten buiten collegiaal beraad, met veroordeling van schending beroepsgeheim [74](#page=74) [75](#page=75).
* Het Hof van Cassatie erkent het principe van gedeeld beroepsgeheim, mits de mededeling noodzakelijk en pertinent is voor de opdracht [76](#page=76).
* Opinie nr. 25 van de CCJE benadrukt de weerbaarheid van rechters ter bescherming van de rechtsstaat, mede door de problematiek in Polen en Hongarije [77](#page=77).
* Het EHRM bevestigt dat bij bedreiging van fundamentele waarden de vrije meningsuiting van rechters een plicht wordt tot verdediging van de rechtsstaat [77](#page=77).
* De invoering van tuchtrecht voor magistraten vond plaats via de wet van 7 juli 2002, met latere aanpassingen in 2013 [78](#page=78) [79](#page=79).
* Het basisbeginsel voor tucht is artikel 404 Ger.W., dat ambtsplichten verzuimen en gedrag dat de waardigheid aantast, bestraft [79](#page=79).
* De wet van 15 juli 2013 introduceerde tuchtrechtbanken in eerste aanleg en hoger beroep [81](#page=81).
* Tuchtstraffen worden onderverdeeld in lichte (terechtwijzing, blaam) en zware (inhouding wedde, schorsing, ontslag, etc.) [81](#page=81).
* **Discretieplicht magistraten:** Balans tussen burgerlijke rechten (vrijheid van meningsuiting) en ambtelijke verplichtingen, om de indruk van partijdige besluitvorming te vermijden [73](#page=73).
* **Gedeeld beroepsgeheim:** Vertrouwelijke informatie kan worden gedeeld met anderen die optreden met eenzelfde doelstelling en opdrachtgever, mits noodzakelijk en pertinent [76](#page=76).
* **Positieve deontologie:** Een benadering waarbij de nadruk ligt op maatschappelijk verantwoorde functie-uitoefening, gesteund door evaluatie [84](#page=84).
* **Tuchtrechtbanken:** Nieuw ingestelde rechtbanken voor het behandelen van tuchtzaken tegen magistraten en gerechtelijk personeel [81](#page=81).
* **Gewicht van tuchtrecht:** Residuaire rol, vooral van belang bij ernstige feiten die leiden tot strafrechtelijke veroordeling of hardnekkig miskennen van gedragsregels [84](#page=84).
* Rechters moeten terughoudend zijn om de schijn van partijdigheid en het gezag van de rechterlijke macht te bewaren [78](#page=78).
* De verdediging van de rechtsstaat door rechters kan het publieke vertrouwen versterken [77](#page=77).
* De recente hervormingen van het tuchtrecht beogen een snellere en efficiëntere aanpak van afwijkend gedrag [79](#page=79).
* De deontologische regels fungeren als "vangrails" om machtsmisbruik door magistraten te voorkomen [84](#page=84).
### Tips
- > **Tip:** Houd de balans in de gaten tussen de vrijheid van meningsuiting van een rechter als burger en de terughoudendheid die zijn ambt vereist, tenzij de rechtsstaat zelf in
- het gedrang is [73](#page=73) [77](#page=77) [78](#page=78)
- > **Tip:** Begrijp dat het beroepsgeheim, hoewel niet expliciet in de wet, een cruciaal deontologisch principe is dat strafrechtelijke gevolgen kan hebben bij schending [73](#page=73) [74](#page=74)
---
* De advocaat vervult een cruciale rol in een democratische rechtsstaat door de belangen van cliënten te verdedigen en tegelijkertijd de rechtsstaat te bewaken [85](#page=85).
* Diverse internationale, maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen hebben geleid tot aanpassingen en nieuwe regels in de deontologie van de advocaat [85](#page=85).
* De Gedragscode voor Europese Advocaten legt de advocaat plichten op ten aanzien van cliënt, rechterlijke instanties, beroepsgroep en publiek [85](#page=85).
* Internationale invloed, met name EU-regelgeving, heeft geleid tot discussies over samenwerkingsverbanden met niet-advocaten (Multi Disciplinary Practices) [85](#page=85) [86](#page=86).
* Het arrest Wouters/Savelbergh van het Hof van Justitie heeft de definitie van advocaten als ondernemingen en de toepasselijkheid van mededingingsrecht op hun verordeningen beïnvloed [87](#page=87).
* De Orde van Vlaamse Balies heeft na de uitspraak Wouters een reglement uitgevaardigd inzake beroepsmatige samenwerking met niet-advocaten, dat later deels nietig werd verklaard door het Hof van Cassatie [88](#page=88).
* Voor de uitoefening van het beroep van advocaat gelden specifieke voorwaarden: nationaliteit (Belg of EU-burger), diploma, eedaflegging en inschrijving op het tableau of de lijst van stagiairs [89](#page=89).
* Europese advocaten mogen in België onder hun beroepstitel diensten verlenen of zich vestigen, mits naleving van Belgische en herkomstregels [89](#page=89) [91](#page=91).
* De advocaat dient het beroep als zelfstandige uit te oefenen, zonder banden van ondergeschiktheid, ter waarborging van onafhankelijkheid en vertrouwen [90](#page=90) [91](#page=91).
- De advocateneed bevat de eed van getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en wetten, eerbied aan het gerecht, en de plicht geen zaak te verdedigen die men niet
* Een advocaat mag geen feiten voorhouden waarvan hij weet dat ze onwaar zijn, en mag de rechtbank niet wetens en willens voorliegen [93](#page=93).
* Advocaten hebben een monopolie op vertegenwoordiging in rechte, met uitzonderingen voor bepaalde gerechten en personen [96](#page=96).
### Belangrijke concepten
* **Multidisciplinaire associaties:** Samenwerkingsverbanden tussen advocaten en niet-advocaten, onderworpen aan deontologische en mededingingsrechtelijke regels [85](#page=85) [86](#page=86).
* **Onderneming in de zin van het Verdrag:** Het Hof van Justitie oordeelde dat advocaten economische activiteiten ontplooien en dus ondernemingen zijn in de zin van de EU-verdragen [87](#page=87).
* **Onafhankelijkheid van de advocaat:** Cruciaal voor een goede rechtsbedeling, beïnvloedt de mogelijkheid tot samenwerking en het statuut van de advocaat [87](#page=87) [91](#page=91).
* **Beroepsgeheim:** Een fundamentele deontologische verplichting die de onafhankelijkheid en partijdigheid van de advocaat waarborgt [87](#page=87) [88](#page=88).
* **Onwaardigheid/Onbevoegdheid:** Redenen voor weigering van inschrijving op het tableau, die specifiek en concreet moeten worden gemotiveerd [94](#page=94) [95](#page=95).
* **Pleitmonopolie:** Het exclusieve recht van advocaten om voor gerechten te pleiten, met wettelijke uitzonderingen [96](#page=96).
* De deontologische verplichtingen van de advocaat creëren een spanning tussen de belangen van de cliënt en de belangen van de rechtsstaat en de beroepsgroep [85](#page=85).
* EU-recht heeft een significante impact gehad op de deontologie en de regulering van het advocatenberoep, met name op het gebied van samenwerking en mededinging [85](#page=85) [87](#page=87).
* De interpretatie van de advocateneed kan leiden tot discussies over de grenzen van de onafhankelijkheid en de plicht tot rechtvaardigheid in de uitoefening van het beroep [92](#page=92) [93](#page=93).
* Het statuut van de advocaat (zelfstandige versus bediende) blijft een discussiepunt, waarbij de deontologie streeft naar het waarborgen van de onafhankelijkheid [91](#page=91).
---
## Vrijheid van meningsuiting van advocaten en de bescherming van de rechtsstaat
* Advocaten genieten een ruime vrijheid van meningsuiting ter verdediging van hun cliënt en de waarheid, binnen de grenzen van de wet en deontologie [98](#page=98).
* Deze vrijheid is essentieel voor een effectieve rechtsbedeling en het maatschappelijk debat, maar mag niet leiden tot persoonlijke beledigingen of ongefundeerde aanvallen [100](#page=100) [98](#page=98).
* Advocaten moeten de rechtszoekende informeren over minnelijke oplossingen [97](#page=97).
* Ernstige feiten tegen eer en faam van personen mogen enkel aangevoerd worden indien strikt noodzakelijk voor de zaak [97](#page=97).
* kwaadwillige aanvallen op de monarchie, grondwet, wetten of gevestigd gezag kunnen leiden tot proces-verbaal en doorverwijzing naar de orde van advocaten [97](#page=97).
* Advocaten zijn de "dominus litis" en hoeven zich niet te schikken naar instructies van de cliënt met betrekking tot de procesvoering [98](#page=98).
* Het EHRM oordeelde in Nikula/Finland dat een strafrechtadvocaat een grote vrijheid heeft in kritiek op het openbaar ministerie [98](#page=98).
* Kritiek op de rechterlijke macht dient gefundeerd te zijn; algemene kritiek buiten de rechtszaal wordt vaak afgekeurd [100](#page=100) [99](#page=99).
* Het EHRM erkent in de zaak Morice/Frankrijk dat advocaten het recht hebben om openlijk kritiek te uiten op justitie als onderdeel van het maatschappelijk debat .
* De Belgische rechtspraak aanvaardt dat advocaten duiding geven bij rechterlijke uitspraken, ook al is die subjectief, mede door de rol van de media .
* Advocaten zijn onderworpen aan wettelijke en deontologische plichten, waaronder onafhankelijkheid, partijdigheid en het vermijden van belangenconflicten .
* Het beroepsgeheim is een fundamentele deontologische plicht die zich uitstrekt tot alle vertrouwelijke informatie .
* Vrijheid van ambtsuitoefening voor advocaten [97](#page=97).
* "Dominus litis" - de advocaat bepaalt de procesvoering, niet de cliënt [98](#page=98).
* Recht op vrije meningsuiting van advocaten, gewaarborgd door het EVRM [98](#page=98).
* Onderscheid tussen kritiek op het Openbaar Ministerie (verhoogde bescherming) en de rechterlijke macht [98](#page=98).
* "Sub-judice" principe - verbod op publicaties over lopende zaken .
* Relatieve strafrechterlijke immuniteit van de advocaat voor uitspraken in de rechtszaal .
* Beroepsgeheim als essentieel en fundamenteel recht en plicht van de advocaat .
* Het beroepsgeheim is verankerd in de Codex Deontologie en Europees recht .
* Schending van het beroepsgeheim kan leiden tot een oneerlijk proces .
* De reikwijdte van het beroepsgeheim omvat correspondentie, telefoongesprekken en e-mails tussen advocaat en cliënt .
* Het beroepsgeheim beschermt het fundamentele recht op eerbiediging van het privéleven van de cliënt .
* Het beroepsgeheim vindt grondslag in de rechten van verdediging en het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM) en privacy (artikel 8 EVRM) .
* Conflicten tussen beroepsgeheim en recente wettelijke verplichtingen (bv. meldingsplicht minderjarigen, anti-witwaswetgeving) bestaan .
### Uitzonderingen en beperkingen
---
### Vertrouwelijkheid van correspondentie met advocaten
* De bescherming van de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaat en cliënt geldt indien deze plaatsvond ten behoeve van de verdediging en afkomstig is van een onafhankelijke advocaat .
* Onafhankelijkheid van de advocaat impliceert geen dienstverband met de cliënt .
* Correspondentie met in-house advocaten valt niet onder deze bescherming .
* Een onderneming die vertrouwelijkheid inroept, moet bewijzen dat documenten uitsluitend voor juridisch advies zijn opgesteld .
* Het beroepsgeheim is van algemeen belang en kan door de advocaat, cliënt of erfgenamen niet worden opgeheven .
* De cliënt is niet gebonden door de deontologische plicht tot geheimhouding van de advocaat .
### Grenzen van het beroepsgeheim
* Het beroepsgeheim is niet absoluut .
* Artikel 458 van het Strafwetboek bepaalt straffen voor het schenden van geheimen .
* Uitzonderingen op het beroepsgeheim omvatten getuigenis in rechte en wettelijke verplichtingen tot bekendmaking .
* Een wet kan een advocaat niet *verplichten* te spreken, maar wel straffeloosheid bieden indien hij spreekt .
* Enkel de cliënt kan de advocaat ontslaan van zijn geheimhoudingsplicht, of hogere waarden zoals noodtoestand .
* **Noodtoestand**: Een toestand waarbij iemand, gezien de waarde van tegenstrijdige plichten en dreigend gevaar, geen andere uitweg ziet dan een feit te plegen ter bescherming van een hoger belang .
* Vereisten: lagere waarde van het opgegeven goed, dadelijk gevaar, kwaad enkel door misdrijf te voorkomen, noodtoestand niet zelf veroorzaakt .
* **Getuigen in rechte**: Advocaten mogen zwijgen bij getuigenis, maar kunnen niet gedwongen worden .
* Indien getuige, zijn ze niet strafrechtelijk, maar wel tuchtrechtelijk vervolgbaar .
* Een advocaat mag zich niet beroepen op het beroepsgeheim tegenover tuchtoverheden .
- **Artikel 458bis Sw. (gewijzigd)**: Maakt het mogelijk geheimen te onthullen bij ernstig en dreigend gevaar voor de integriteit van een minderjarige of kwetsbare persoon, of bij reëel gevaar voor andere
* Geldt ook wanneer geheimen worden onthuld door dader of derde, niet enkel door slachtoffer .
* Grondwettelijk Hof vernietigde de bepaling voor advocaten indien de informatie incriminerend is voor de cliënt .
* Het beroepsgeheim is fundamenteel voor de rechten van verdediging .
* **Artikel 458ter Sw.**: Maakt informatie-uitwisseling mogelijk bij georganiseerd casusoverleg tussen hulpverleners, politie en parket .
* **Artikel 1675/8 Ger.W.**: Betreft schuldbemiddelaars en het verzoek om informatie over vermogen .
* Het Arbitragehof vernietigde initiële bepalingen die het beroepsgeheim onoverkomelijk maakten voor advocaten .
* Latere wijzigingen werden ook getoetst en de transparantie van de schuldenaar kan niet als hogere waarde gelden die het beroepsgeheim opheft .
### De anti-witwasreglementering
* De anti-witwaswetgeving legt advocaten meldingsplichten op buiten hun kernactiviteiten, met name bij financiële en onroerend goed transacties .
---
### Witwaspreventie en de rol van advocaten
* Advocaten die cliënten bijstaan bij specifieke verrichtingen (onroerend goed, vermogensbeheer, oprichting vennootschappen) vallen onder de witwaspreventiewetgeving .
* Verplichte identificatie van cliënten en uiteindelijke begunstigden bij zakelijke relaties of transacties van 10.000 euro of meer .
* Idem bij vermoeden van witwassen/terrorismefinanciering, of twijfel over eerder verkregen gegevens .
* Continue waakzaamheid ten aanzien van zakelijke relaties, inclusief onderzoek naar de oorsprong van fondsen .
* Bijzondere aandacht voor atypische, ongewone gedragingen, vragen of transacties .
* Verscherpte waakzaamheid bij cliënten die niet fysiek aanwezig zijn of politiek prominente personen zijn .
* Interne methoden en procedures, inclusief acceptatieprocedures voor cliënten, zijn vereist .
* Gebruik van nationale en internationale informatiebronnen over cliënten en hun activiteiten wordt aangemoedigd .
* Fondsen uit onverwachte bronnen, wijzigingen in cliëntactiviteit, of transacties zonder redelijke zakelijke verantwoording vereisen extra onderzoek .
* Operaties in baar geld, of verrichtingen via rekeningen van onbekende personen/ondernemingen zijn verdacht .
* Als cliënt weigert informatie te verstrekken, mag de advocaat geen zakelijke relatie aangaan of de tussenkomst beëindigen .
* Uitzondering op meldingsplicht geldt bij bepaling rechtspositie, verdediging of vertegenwoordiging in rechte, inclusief advies daarover .
* Bij vaststelling feiten van witwassen/terrorismefinanciering, meldt de advocaat dit aan de stafhouder .
* Bij melding aan CFI door stafhouder, staakt de advocaat onmiddellijk zijn tussenkomst .
* In groeperingen van meer dan 10 advocaten is een verantwoordelijke voor de toepassing van de wet aan te stellen .
### Wetgeving en rechtspraak inzake beroepsgeheim
* De wet van 18 september 2017, ter omzetting van de vierde AML-richtlijn, introduceerde strengere regels en administratieve boetes .
* Strafrechtelijke sancties zijn voorzien voor hinderen van inspecties of weigeren van gegevensverstrekking .
* Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat informatie over verdachte verrichtingen die de cliënt op advies van de advocaat weigert uit te voeren, beschermd is door het beroepsgeheim .
* De meldingsplicht is niet redelijk verantwoord voor advocaten betreffende gegevens verkregen binnen de wezenlijke uitoefening van hun beroep .
* Het EHRM oordeelde in Versini-Campinchi en Crasnianski v. Frankrijk dat transcriptie van telefoongesprekken tussen advocaat en cliënt geldig kan zijn, indien dit nationale belangen dient .
* Het Hof van Cassatie oordeelde in een arrest van 2022 dat schending van beroepsgeheim een gevolgmisdrijf is en enkel strafbaar bij daadwerkelijke kennisname door een derde .
* De vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten is een deontologische plicht, gewaarborgd door de Codex Deontologie .
* Schending van vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten is enkel toelaatbaar indien stafhouder hiertoe toelating geeft, tenzij de cliënt zelf de briefwisseling overlegt .
* Principes van vertrouwelijkheid gelden enkel voor contacten tussen Belgische advocaten, tenzij expliciet als vertrouwelijk bestempeld bij communicatie met buitenlandse confraters .
* Briefwisseling met gerechtelijke mandatarissen-advocaten (bv. curatoren) is officieel, tenzij expliciet als vertrouwelijk bestempeld .
---
### Juridische toetsing van stafhoudersbeslissingen inzake briefwisseling
* Rechtbanken zijn verdeeld over de reikwijdte van rechterlijk toezicht op briefwisseling tussen advocaten .
* Sommige rechters weigeren briefwisseling indien deze zonder toestemming van de stafhouder werd voorgelegd .
* Andere rechters toetsen zelf of de briefwisseling aan de uitzonderingsgronden voor overlegging voldoet, zelfs tegen het advies van de stafhouder in .
* Kritiek bestaat op rechtbanken die beslissingen van de stafhouder terzijde schuiven en zelf over de vertrouwelijkheid oordelen .
### Huiszoeking bij een advocaat
* Huiszoeking bij een advocaat balanceert tussen medewerkingsplicht en beroepsgeheim .
* Er is geen specifieke geschreven regeling voor huiszoekingen bij advocaten .
* Een huiszoeking vereist maatregelen om het beroepsgeheim te waarborgen, zoals de aanwezigheid van een onafhankelijke waarnemer .
* In België wordt de huiszoeking uitgevoerd door de onderzoeksrechter, in aanwezigheid van de stafhouder .
* De stafhouder controleert of stukken onder het beroepsgeheim vallen; de onderzoeksrechter is echter niet gebonden door dit advies .
* Beslag kan enkel gelegd worden op de "corpus delicti", niet op vertrouwelijke brieven .
* Het huiszoekingsbevel moet specifiek zijn om een gerichte controle mogelijk te maken .
* Inbeslagname van stukken die verdachte activiteiten van een advocaat betreffen, is toegestaan .
* Het gebruik van informatie ingezien tijdens een huiszoeking tegen de cliënt kan een schending zijn van artikel 8 EVRM, tenzij een onafhankelijke rechter de controle uitvoert .
### Beslag onder derden in handen van een advocaat
* Reglementen (thans artikelen 23-24 Codex Deontologie) regelen hoe een advocaat omgaat met derdenbeslag op gelden van een cliënt .
* Derden hebben drie wettelijke plichten: afgifteverbod aan schuldenaar, verklaring van derde-beslagene, en afgifteplicht aan schuldeiser .
* De plicht tot verklaring van derde-beslagene kan conflicteren met het beroepsgeheim van de advocaat .
* Een advocaat wint advies in bij de stafhouder bij derdenbeslag en kan geen afstand doen van beslagen goederen zonder handlichting .
### Plicht tot afscheiding van financiële rekeningen
* Advocaten moeten gelden voor cliënten of derden storten op een specifieke, gescheiden "derdenrekening" .
* Deze plicht is vastgelegd in de Codex Deontologie (artt. 128-140) en Europese gedragscodes .
* De stafhouder oefent toezicht uit op de derdenrekeningen .
* Geld dat langere tijd geïmmobiliseerd blijft, moet op een "rubriekrekening" gestort worden, specifiek voor een cliënt/zaak .
* Een arrest van Cassatie oordeelde dat gelden op een derdenrekening deel uitmaken van het vermogen van de advocaat, wat kritiek opriep .
* Wetgeving (art. 446quater Ger.W.) wijzigde dit en erkent de "kwaliteitsrekening" als afgescheiden van het vermogen van de rekeninghouder .
* De wet van 4 februari 2020 erkent de kwaliteitsrekening expliciet in het Burgerlijk Wetboek .
### Plicht tot confraterniteit
* Advocaten hebben een deontologische plicht van loyaliteit en confraterniteit ten aanzien van collega's .
### Plicht tot waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid
### Begroting van het ereloon
---
### Kernideeën
* De vrijheid van meningsuiting van advocaten, gewaarborgd door artikel 10 EVRM, geldt ook voor commerciële informatie en media-optredens .
* Rechtspraak en regelgeving hebben de strikte reclameverboden voor advocaten geleidelijk versoepeld, mede onder invloed van Europese regelgeving .
* De Codex Deontologie stelt duidelijke regels voor publiciteit en omgang met media, met behoud van deontologische principes .
* Het EHRM oordeelde in Casado Coca/Spanje dat artikel 10 EVRM ook commerciële informatie en reclame van advocaten omvat .
* De Europese Commissie maakt onderscheid tussen strikt deontologische en concurrentiebeperkende reclameregels .
* Het Gerecht van Eerste Aanleg van de EG achtte een absoluut verbod op vergelijkende reclame niet objectief noodzakelijk .
* Het Hof van Cassatie aanvaardde dat concurrentiebeperkende maatregelen die nodig zijn voor beroepsregels, aan mededingingsrecht kunnen ontsnappen .
* De wet van 14 mei 2014 (boek XIV WER) stelde dat reclame door vrije beroepers in beginsel is toegestaan, met uitzonderingen .
* Reglementen van de Orde van Vlaamse Balies en de Codex Deontologie (vanaf 2015) regelen publiciteit en media-optredens .
* **Informatieplicht:** Advocaten hebben een precontractuele plicht om cliënten duidelijk te informeren over ereloon en kosten .
* **Pactum de quota litis / No cure, no pay:** Verbod op overeenkomsten waarbij het ereloon afhankelijk is van het resultaat of een deel van de opbrengst .
* **Taxatieprocedure:** Procedure voor de Raad van de Orde om erelonen te betwisten, waarbij de cliënt geen partij is .
* **Mededingingsrecht:** Deel van het recht dat concurrentiebeperkingen reguleert; relevant voor reclameregels .
* **Sub judice beginsel:** Het principe dat mediaberichtgeving over lopende zaken beperkt moet worden .
* De commercialisering van juridische dienstverlening en nieuwe markten hebben de rol van de advocaat en zijn cliëntrelatie beïnvloed .
* De Codex Deontologie biedt houvast voor de omgang met media, ter voorkoming van ongepaste uitlatingen .
* Advocaten moeten bij media-optredens het belang van de cliënt centraal stellen en mogen niet pleiten voor de camera .
* In media-optredens genieten advocaten niet de immuniteit van het pleidooi .
* Bij het verstrekken van informatie aan de pers moet de advocaat rekening houden met het vermoeden van onschuld en de rechten van verdediging .
---
## Structuur en tuchtrecht van de balie
- De wet van 4 juli 2001 reorganiseerde de Belgische balie, waarbij de Nationale Orde van Advocaten verdween en plaatsmaakte voor twee autonome ordes: de Orde van Vlaamse Balies (OVB) en
- Het tuchtrecht voor advocaten is hervormd bij wet van 21 juni 2006, met als doel vereenvoudiging, specialisatie en schaalvergroting, en de nadruk op het waarborgen van een behoorlijke beroepsuitoefening ten
- Het notariaat kent een eigen deontologie en tuchtrecht, met een Nationale Kamer van Notarissen, genootschappen en kamers, en een recente hervorming van het tuchtrecht per 1 januari 2024 met een
### Organisatie van de balie
* De OVB omvat 14 Vlaamse balies; de OBFG omvat 13 Franstalige en 1 Duitstalige balie .
* Beide ordes zijn publiekrechtelijke instellingen met rechtspersoonlijkheid en eigen organen (raad van bestuur, algemene vergadering) .
* Hun bevoegdheden omvatten waakzaamheid over eer, rechten, belangen van leden, juridische bijstand, stage, beroepsopleiding en de vaststelling van bindende reglementen .
* De Federale Raad van de Balies dient als overlegorgaan en geeft advies, bestaande uit tien leden (vijf per orde) .
* Reglementen kunnen worden vernietigd door de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie of door een arbitraal college na verplicht overleg .
* Gronden voor nietigverklaring zijn o.a. overschrijding van bevoegdheid, strijdigheid met wetten of aantasting van de eer en beginselen van het beroep .
### Tuchtrecht voor advocaten
* Tuchtrecht is beperkter dan deontologie en sanctioneert beroepsplichten; het beginsel 'nullum crimen sine lege' geldt niet, ongeschreven regels kunnen ook gesanctioneerd worden .
* De hervorming van 21 juni 2006 beoogde professionalisering via schaalvergroting, met Tuchtraden binnen elk hof van beroep en twee Tuchtraden van Beroep .
* Tuchtonderzoek kan starten via klacht, ambtshalve door de stafhouder, of via de procureur-generaal .
* De stafhouder leidt het onderzoek en oefent "tuchtpolitie" uit .
* Tuchtstraffen zijn limitatief: waarschuwing, berisping, schorsing (max. 1 jaar) en schrapping .
* Het College van Toezicht (OVB) zorgt voor extern toezicht op de deontologie, met deelname van niet-advocaten .
### Deontologie van de notaris
* De notaris treedt op als openbaar ambtenaar en juridisch raadsman, met verplichtingen die afhangen van zijn hoedanigheid .
* De Wet van 4 mei 1999 creëerde een Nationale Kamer van Notarissen, die algemene deontologische regels vaststelt en een reglementair kader biedt .
* De Deontologische Code voor het notariaat werd goedgekeurd in 2004 en bevat de belangrijkste regels, bindend geworden bij KB van 21 september 2005 .
* Artikel 95 van de Ventôsewet definieerde voor het eerst een fout die tot tuchtstraffen kon leiden (gedrag dat afbreuk doet aan waardigheid of beroepsplichten verzuimt) .
* Sinds 1 januari 2024 is het tuchtrecht voor notarissen hervormd en vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek, met een autonome tuchtraad .
* Beroepsplichten omvatten wettelijk voorgeschreven taken en ongeschreven morele plichten zoals oprechtheid, discretie en vakbekwaamheid .
* De Nationale Kamer van Notarissen houdt toezicht op de kamers van notarissen en stelt algemene regels inzake deontologie vast .
* Kamers van notarissen handhaven de tucht, maar verloren de bevoegdheid om zelf tuchtstraffen uit te spreken; zij kunnen wel beroepsgeschillen regelen en klachten van derden behandelen .
* Notarissen moeten zich onthouden van gedrag dat de waardigheid van het ambt aantast of het vertrouwen ondermijnt .
* Notarissen zijn in principe verplicht hun diensten te verlenen, tenzij er sprake is van een terechte weigering .
---
## Plichten en weigeringsgronden van de notaris
- De notaris heeft een reeks deontologische plichten tegenover cliënten, confraters en de rechtsstaat, waaronder weigeringsgronden en de plicht tot uitstel van ambtsverlening om de integriteit van de rechtspraak te waarborgen
* Deze plichten zijn gericht op het waarborgen van eerlijkheid, onpartijdigheid, het verlenen van correct advies en het naleven van wettelijke voorschriften .
### Verplichte ambtsweigering
* De notaris moet zijn ambt weigeren indien de gevraagde akte strijdig is met de openbare orde of derden kan misleiden .
* Voorbeelden: overtreding van de Ventôsewet, verboden verkopen tussen echtgenoten, schending van voorkeurrechten, of het creëren van een schijn van regelmatigheid die derden schaadt .
* De notaris moet weigeren als partijen handelen met miskenning van rechten van derden of van de overheid .
* Voorbeelden: het noteren van onjuiste verklaringen over hypotheken, bouwovertredingen of bodemgesteldheid, prijsbewimpeling, veinzing of fiscale fraude .
* De notaris moet weigeren indien hij onbevoegd is (ratione loci of ratione materiae) .
* Uitzondering: ambtsverlening buiten arrondissement indien partijen fysiek niet kunnen reizen en dit verklaren .
* De notaris moet weigeren indien hij zijn wettelijke of deontologische verplichtingen niet kan nakomen .
* Dit geldt ook indien de materie buiten de normale juridische bekwaamheid van de notaris valt, of wanneer authentiek verklaringen worden gevraagd die geen rechtsgevolg hebben .
### Uitstel van ambtsverlening
* De notaris mag de ambtsverlening uitstellen tot bepaalde formaliteiten zijn vervuld, zoals fiscale, stedenbouwkundige of hypothecaire opzoekingen .
### Authenticiteit en waarheidsgetrouwheid
* De notaris moet voldoen aan de eisen van authenticiteit door feiten en verklaringen trouw te beschrijven .
* Valsheid in openbare geschriften, zoals verdraaiing van de waarheid in een akte, is een ernstige fout .
* Voorbeelden: toevoegingen na verlijden, valse vermeldingen over volstorting van aandelen of leningen, wijzigen van data voor fiscale vrijstellingen .
* De bewijskracht van authenticiteit dekt wat de notaris zelf vaststelt, tenzij de onjuistheid via een valsheidprocedure wordt aangetoond .
* De authenticiteit van partijverklaringen strekt zich uit tot de juistheid van hun relaas (dat zij het verklaard hebben), niet tot de inhoud ervan .
* De notaris moet de juistheid van verklaringen verifiëren indien deze vals zijn, derden nadeel berokkenen of een juridische verklaring betreffen. Hij hoeft louter feitelijke situaties niet altijd te controleren .
### Diligentie en organisatie
* De notaris moet beschikbaar zijn voor zijn ambt en zijn kantoor zodanig organiseren dat hij over voldoende middelen beschikt .
* De verplichting tot afhandeling binnen een redelijke termijn geldt ook voor gerechterlijk aangestelde boedelnotarissen .
### Plichten tegenover cliënten
* De notaris dient volkomen eerlijkheid te betrachten en mag zijn advies niet laten ingeven door eigenbelang .
* De notaris heeft een verzoeningsopdracht en dient zich te onthouden van handelingen die zijn bemiddelende positie in gevaar brengen .
* De notaris moet elke partij volledig informeren over rechten, verplichtingen en lasten, en onpartijdig advies geven .
* Dit omvat een wettelijk voorgeschreven opzoekingsplicht (bv. fiscale, stedenbouwkundige staat) .
* Ook een plicht tot het vervullen van formaliteiten na het verlijden van de akte (bv. overschrijving, inschrijving) .
* En een algemene voorlichtingsplicht over juridische, fiscale en economische risico's .
### Plichten tegenover confraters
---
## Deontologische regels voor notarissen: specifieke regels en tuchtrecht
* Deontologische regels omvatten gedragsregels, publiciteit, vastgoedbemiddeling, bemiddeling in het algemeen en gerechtelijke opdrachten voor notarissen .
* Een hervormd tuchtrechtelijk kader regelt de procedure en de organen bevoegd voor tuchtzaken bij notarissen en gerechtsdeurwaarders .
### Plichten van de notaris tegenover zijn instellingen en medewerkers
* Notarissen moeten deelnemen aan algemene vergaderingen en bijdragen betalen aan het genootschap .
* Zij dienen zich gematigd uit te laten in het openbaar en in de media over het notariaat .
* Notarissen zijn verplicht professioneel wangedrag van confraters met discretie te melden aan de provinciale kamer .
* Een weigering om een huwelijkscontract te verlijden op ethische gronden werd als niet-professioneel gedrag veroordeeld .
* Notarissen leggen hun medewerkers de verplichting op de Deontologische Code na te leven .
* Bij herhaaldelijke inbreuken door medewerkers moet de notaris de dienstbetrekking beëindigen .
* Notarissen moeten hun medewerkers voortdurend opleiden .
* Bijkomende beroepsactiviteiten voor medewerkers zijn toegestaan, met uitzondering van specifieke vastgoed- of kredietberoepen .
### Informatie en publiciteit
* Notarissen mogen commerciële publiciteit vermijden bij het werven van cliënteel, maar moeten wel voorzien in de informatiebehoefte van het publiek .
* Individuele en gepersonaliseerde commerciële publiciteit is uitgesloten .
* Notarissen mogen enkel hun titel en eventueel erkend bemiddelaar melden, geen bijkomende diploma's .
* Publieke toelichting over de rol van notarissen in juridische materies is toegestaan zonder zichzelf aan te prijzen .
* Overleg met notariële instanties is vereist bij mediaverzoeken over concrete aansprakelijkheden van notarissen .
* Notarissen mogen bijdragen aan collectieve publiciteit, maar eigen communicatie moet beperkt blijven tot dienstverlening .
### Specifieke regels inzake vastgoedbemiddeling
* Notarissen die aan vastgoedbemiddeling doen, moeten strikt de notariële en deontologische regels respecteren .
* Bemiddeling is geoorloofd indien de opdracht samengaat met een ambtsverrichting en de activiteit een bijkomstig karakter heeft .
* Het is notarissen verboden positieve demarches te ondernemen om een vastgoedcliënteel op te bouwen .
* Een schriftelijke opdracht met specifieke vermeldingen is vereist voor bemiddeling, inclusief loonvoorwaarden .
* Het bemiddelingsloon mag maximaal twee procent van de verkoopprijs bedragen .
### Specifieke regels bij bemiddeling
* Notariële bemiddeling is een methode voor conflictoplossing waarbij de notaris partijen bijstaat tot een gezamenlijk akkoord te komen .
* De notaris-bemiddelaar moet onafhankelijkheid en onpartijdigheid waarborgen en mag tijdens bemiddeling geen andere opdrachten aanvaarden zonder akkoord .
* De notaris-bemiddelaar blijft gebonden door het beroepsgeheim en waakt over de vertrouwelijkheid .
* De notaris-bemiddelaar heeft een normerende adviesplicht om de overeenkomst billijk en evenwichtig te maken .
### Specifieke regels bij gerechtelijke opdrachten
### Tuchtrecht
---
### De bedrijfsjurist: statuut en taken
* **Oprichting Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ):** Wettelijke erkenning verkregen bij wet van 1 maart 2000, gemoderniseerd bij wet van 9 maart 2023 .
* **Taken van het IBJ:** Opstellen ledenlijst, vaststellen en toezien op deontologische regels, promotie van het beroep, organisatie en toezicht op opleiding, bewaken fundamentele waarden, behartigen beroepsbelangen .
- **Definitie bedrijfsjurist (art. 4):** Vereist een masterdiploma in rechten, verbondenheid aan een Belgische onderneming, het verstrekken van studies en adviezen ten behoeve van deze onderneming, hoofdzakelijk juridische verantwoordelijkheid, en uitoefening
* **Afwijking verbondenheidseis:** Leden kunnen ook personen zijn die lid zijn van een bestuursorgaan indien de wet dit verbiedt via een arbeidsovereenkomst .
* **Niet-bedrijfsjuristen:** Juristen in marketing/verkoop, externe juristen van dienstverleners, en schadebeheerders van verzekeringsmaatschappijen zijn geen bedrijfsjuristen .
### Beroepsgeheim en confidentialiteit van de bedrijfsjurist
* **Noodzaak van confidentialiteit:** Essentieel voor de doeltreffende uitoefening van de bevoegdheden van de bedrijfsjurist, zowel in relatie tot de werkgever als tussen bedrijfsjuristen onderling .
* **Artikel 5 (gewijzigd 2023):** De door de bedrijfsjurist verstrekte adviezen, interne correspondentie over adviesverzoeken, ontwerpadviezen en voorbereidende documenten zijn vertrouwelijk .
* **Historische discussie beroepsgeheim:** Aanvankelijk discussie over toepassing artikel 458 Sw. en invloed arresten EGJ (AM&S, Akzo Nobel) .
* **Gevolg arresten EGJ:** Op Europees niveau (mededingingsrecht) is er strikte houding t.a.v. confidentialiteit van in-house-lawyers, die niet gelijkgesteld worden met externe advocaten .
* **Nationale interpretatie:** Ondanks Europese houding, wordt op intern Belgisch recht een ruimere invulling gegeven aan het LPP voor bedrijfsjuristen, vooral na de wetswijziging van 2023 .
* **Uitsluiting LPP:** Enkel indien ambtenaren van de Europese Commissie een bedrijfsinspectie verrichten, kan een Belgisch bedrijfsjurist geen LPP inroepen .
* **Wat valt onder advies:** Bevat juridische beoordeling van de rechtsgeldigheid van overeenkomsten, maar geen ontwerp-overeenkomsten, notulen, of informatie zonder juridisch advies .
* **Garantie confidentialiteit:** Vereist duidelijke verlening onder verantwoordelijkheid van een bedrijfsjurist; bij medewerkers moet het advies medeondertekend zijn .
### Implicaties van de confidentialiteit
* **Recht van verdediging:** De wet bevestigt dat bedrijfsjuristen adviezen verstrekken over de "bepaling van de rechtspositie", wat bijdraagt aan preventie van juridische conflicten en uitoefening van rechten van verdediging .
* **Intellectuele onafhankelijkheid:** Expliciet voorgeschreven dat bedrijfsjuristen intellectueel onafhankelijk werken .
* **Risico voor compliancy:** Het arrest Akzo Nobel bemoeilijkt de rol van de bedrijfsjurist als "compliance officer" op Europees niveau .
* **Rol als geweten:** De bedrijfsjurist wordt gezien als het "geweten" binnen het bedrijf, vervullend een taak van algemeen belang .
### Beroepstucht
* **Organen:** Tuchtcommissie (eerste aanleg) en beroepscommissie (hoger beroep) .
* **Voorzitterschap:** Gevoerd door rechters .
* **Tuchtstraffen:** Waarschuwing, berisping, schorsing (max. 1 jaar), schrapping .
* **Procedure:** Oproeping, mogelijkheid tot verweer, bijstand van advocaat of IBJ-lid .
* **Cassatieberoep:** Mogelijk tegen beslissingen van de beroepscommissie .
---
## Gerechtsdeurwaarders: hun taken, benoeming en deontologie
* Gerechtsdeurwaarders zijn zowel openbare ambtenaren als ministeriële officieren, belast met taken die door de wet zijn opgedragen of voorbehouden .
* Zij oefenen hun functie uit onder het statuut van een vrij beroep en krijgen een deel van de openbare macht overgedragen .
* Gerechtsdeurwaarders verlenen authenticiteit aan akten die zij in het kader van hun wettelijke activiteiten opstellen .
### Benoeming en eed
* Kandidaat-gerechtsdeurwaarders moeten houder zijn van een masterdiploma rechten, een stagecertificaat hebben gevolgd en voldoen aan gedrags- en nationaliteitseisen .
* Voor benoeming tot gerechtsdeurwaarder moet men minstens drie jaar kandidaat zijn, een officiële procedure volgen en advies inwinnen bij de procureur des Konings en de arrondissementskamer .
* Benoeming gebeurt door de Koning per gerechtelijk arrondissement, waarbij de deurwaarder slechts één kantoor mag hebben binnen dat gebied .
* De gerechtsdeurwaarder legt een eed af van trouw aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en wetten, en belooft zijn functies nauwgezet uit te oefenen .
### Wettelijke taken
* Gerechtsdeurwaarders hebben exclusieve bevoegdheden (monopolietaken) waarvoor zij ministerieplicht hebben .
* Tot de monopolietaken behoren: opstellen en betekenen van exploten, tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen, invorderen van onbetwiste geldschulden en fungeren als aangewezen autoriteiten voor adresonderzoeken (#page=210, 211) .
* Ze verrichten ook wettelijk voorziene vaststellingen van materiële feiten met authentieke bewijswaarde .
* Andere monopolietaken omvatten het opmaken van protesten, gerechtelijke openbare verkopen, en kennisnemen van diverse berichten zoals verzet, beslag, en faillissement .
* Voor taken zonder monopolie of ministerieplicht hebben gerechtsdeurwaarders residuaire bevoegdheden, zoals het lichten van uitgiften, optreden als sekwester, pandverzilveraar, of bemiddelaar .
### Gerechtelijke tussenkomsten
* Gerechtsdeurwaarders zijn verplicht in te gaan op verzoeken voor het opstellen en betekenen van exploten en de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen .
* Weigeringsgronden voor tussenkomst omvatten wettelijke beletsels, persoonlijke omstandigheden, weigering van de verzoeker tot provisie, of opdrachten die ingaan tegen de openbare orde .
* Gerechtsdeurwaarders mogen niet optreden voor of tegen zichzelf, hun partner, bloed- of aanverwanten, of rechtspersonen waarin deze personen een meerderheidspositie bekleden .
* De fout van een gerechtsdeurwaarder bij monopolietaken kan voor een procespartij overmacht opleveren, waardoor rechtsmiddelen alsnog tijdig kunnen worden ingesteld (#page=214, 215) .
- Dit standpunt inzake overmacht is bevestigd door het Hof van Cassatie in voltallige zitting en is essentieel voor de waarborging van het recht op toegang tot de rechter (art. 6.1
* Voor niet-monopolietaken blijven de gemeenrechtelijke lastgevingsprincipes van toepassing .
* Gerechtelijke tussenkomsten omvatten betekening (dagvaarding, betekening vonnis/arrest) en vaststellingen, zoals overspel, waarvoor de deurwaarder geen advies mag geven over oorzaken of gevolgen .
---
### Rol van de gerechtsdeurwaarder bij beslag
* Gerechtsdeurwaarder mag geen akte van vaststelling opmaken die buiten wettelijke bevoegdheid valt .
* Medewerking aan uitlokking van feiten leidt tot verlies van bewijswaarde van vaststellingen .
* Verklaringen uitlokken is toegestaan als aanvulling op vaststellingen en om onderzoek te beperken .
* Volmacht voor tenuitvoerleggingen volgt uit overhandiging van uitgifte vonnis of akte .
* Wettelijke beperkingen op beslag omvatten onbeslagbare goederen en inkomsten .
* Collectief karakter van beslag vereist voorafgaande consultatie van beslagberichten .
* Indien reeds beslag is gelegd, dient de gerechtsdeurwaarder de vorige beslaglegger te contacteren .
* Misbruik van beslagrecht, zoals beslag op niet-beslagbare goederen, is niet toegestaan .
* Bij twijfel over de dekkingsgraad van de kosten van beslag dient de opdrachtgever geconsulteerd te worden .
* Bij beslag op roerende goederen dient de opdrachtgever geraadpleegd te worden als een derde eigendomsrechten kan staven .
* Gerechtsdeurwaarder mag ingaan op aanvaardbaar afbetalingsvoorstel .
* Zorgvuldigheidsnormen moeten nageleefd worden, zelfs met een uitvoerbare titel .
### Buitengerechtelijke tussenkomsten en informatieplicht
* Buitengerechtelijke tussenkomsten vereisen geen ministerieplicht; de gerechtsdeurwaarder kan verzoeken weigeren .
* Gerechtsdeurwaarder kan optreden voor invordering, schuldbemiddeling en als bemiddelaar in geschillen .
* Algemene informatieplicht jegens opdrachtgever en schuldenaar is vastgelegd .
* Bij dreigende insolvabiliteit van de debiteur moet de schuldeiser geïnformeerd worden .
* Schuldenaar wordt geïnformeerd over mogelijkheden van collectieve schuldenregeling .
* Voorafgaande raadpleging van het bestand van berichten is verplicht voor elke invorderingsprocedure .
* Bericht van controle van dreigende insolventie kan worden neergelegd bij kennis van bedreigde continuïteit .
* Bemiddelende rol van de gerechtsdeurwaarder wordt benadrukt; streven naar minnelijke oplossing .
* Informatieblad over beschikbare oplossingen voor schuldenaars moet worden toegevoegd aan dagvaarding of vonnis .
### Deontologie van de gerechtsdeurwaarder
* Deontologische code waarborgt eenvormigheid van tucht en regels, bewaakt door de Nationale Kamer .
* Onpartijdigheid en onafhankelijkheid zijn kernprincipes; evenwichtige portefeuille verzoekers nastreven .
* Belangenconflicten dienen vermeden en gemeld te worden .
* Vakkennis en permanente vorming zijn verplicht, inclusief sociale en communicatieve vaardigheden .
### Tuchtregeling
---
# Historische veranderlijkheid en evolutie van juridische beroepen
### Kernidee
* Deontologische regels zijn historisch veranderlijk en passen zich aan maatschappelijke en technische ontwikkelingen aan [12](#page=12).
* De noodzaak voor deontologie groeit met de impact van een beroep op het maatschappelijk leven [12](#page=12).
* Deontologie waarborgt het vertrouwen van de rechtzoekende in de rechtsbedeling [12](#page=12).
### Kernfeiten
* Recente fenomenen zoals mondialisering, specialisering, mediatisering en commercialisering beïnvloeden juridische beroepen en hun deontologie [12](#page=12).
* Europese regelgeving, zoals vrijheid van mededinging en vestiging, beïnvloedt deontologische regels [12](#page=12).
* Juridische beroepen met een monopoliepositie (bv. notaris, advocaat) vereisen strenge gedragsregels als waarborg voor burgers [13](#page=13).
* Deontologie omvat gedragsregels voor de concrete uitoefening van het beroep, zowel geschreven als ongeschreven [13](#page=13).
* De strafrechtelijke beginselen 'geen misdrijf zonder wet' gelden niet voor deontologische overtredingen [13](#page=13).
* Tucht is het instrument om deontologische normen te sanctioneren en afdwingbaar te maken [13](#page=13).
* Tuchtrecht wordt doorgaans uitgeoefend door de beroepsgroep zelf [14](#page=14).
* De affaire Dutroux leidde tot meer externe controle op juridische beroepen en de roep om het onttrekken van tuchtrecht aan beroepsgroepen [15](#page=15).
* Strafrecht vereist een expliciete wet voor misdrijven en straffen, uitgevaardigd door een rechtscollege [15](#page=15).
### Kernconcepten
* **Deontologie:** Het geheel van gedragsregels dat de concrete uitoefening van een beroep beheerst, gericht op maatschappelijk verantwoorde taakuitvoering [13](#page=13).
* **Tucht:** Het instrumentarium voor het sanctioneren van deontologische overtredingen, gericht op interne cohesie en het aanzien van de beroepsgroep [13](#page=13).
* **Corporatisme:** Een historisch gevolg van verengde deontologie tot enkel tucht, enkel gericht op interne belangen [15](#page=15).
* **Monopoliepositie:** Juridische beroepen met wettelijk beschermde titels en exclusieve bevoegdheden vereisen extra waarborgen [13](#page=13).
* **Ongeschreven regels:** Deontologische normen die niet expliciet in wetten zijn vastgelegd, maar wel bindend zijn [13](#page=13).
### Implicaties
* Veranderende maatschappelijke normen en technologische evolutie leiden tot aanpassing van deontologische regels [12](#page=12).
* Europese invloeden (vrijheid van dienstverlening, grondrechten) dwingen tot herziening van nationale deontologie [12](#page=12).
* De waarborg van deugdelijke juridische dienstverlening is essentieel voor het vertrouwen van burgers [13](#page=13).
* Sanctionering van deontologische inbreuken is noodzakelijk voor de geloofwaardigheid van juridische beroepen [13](#page=13).
* De tendens is om deontologische normen breder te definiëren dan enkel interne beroepsbelangen [15](#page=15).
### Bronnen van deontologie
* Internationale/supranationale verdragen (bv. EVRM) [16](#page=16).
* Grondwet [16](#page=16).
* Wetten (bv. Gerechtelijk Wetboek, Wet inzake Deontologie voor Advocaten) [16](#page=16).
### Evolutie van juridische beroepen
---
# Deontologie van de magistraat
### Kernidee
* De deontologie van de magistraat heeft tot doel het herstellen en waarborgen van het vertrouwen in de rechterlijke macht [15](#page=15) [23](#page=23).
* Inbreuken op deontologische normen kunnen leiden tot tuchtrechtelijke vervolging en bestraffing [15](#page=15).
* Juridische plichten van de magistraat omvatten onder andere eerbiediging van het beschikkingsbeginsel [25](#page=25).
### Belangrijke feiten
* De affaire Dutroux leidde tot een vertrouwenscrisis in de rechterlijke instellingen en een roep om externe controle [15](#page=15) [23](#page=23).
* Artikel 404 Ger.W. stelt verzuim van ambtsplichten sanctioneerbaar bij afbreuk aan de goede werking van justitie of vertrouwen [15](#page=15).
* Strafrecht vereist een uitdrukkelijke wettelijke bepaling voor misdrijf en straf (nullum crimen sine poena en nulla poena sine lege) [15](#page=15).
* Deontologische regels zijn vaak ongeschreven en kunnen desondanks tuchtrechtelijk bestraft worden [16](#page=16).
* Bronnen van deontologische regels zijn divers: internationale verdragen, grondwet, wetten, reglementen en zelfregulering van beroepsorganisaties [16](#page=16) [17](#page=17).
* Internationale initiatieven zoals de Bangalore Principles en Europese adviezen streven naar algemeen geldende deontologische normen [17](#page=17).
* Op nationaal vlak zijn er gidsen en codes voor magistraten (Gids voor de Magistraten) en advocaten (Codex Deontologie) [17](#page=17).
* Wijzigingen in de juridische beroepen, zoals mediatisering en specialisatie, beïnvloeden de invulling van deontologische regels [17](#page=17) [18](#page=18).
* De Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) ziet toe op de goede werking van de rechterlijke macht en objectivering van benoemingen/bevorderingen [23](#page=23).
### Belangrijke concepten
* **Tuchtrecht vs. Strafrecht:** Strafrecht geldt strikt de wettelijke omschrijving van misdrijven en straffen; tuchtrecht sanctioneert ook ongeschreven normen en gedragingen die het vertrouwen schaden [15](#page=15) [16](#page=16).
* **Beschikkingsbeginsel:** Partijen bepalen de omvang en inhoud van een geding; de rechter mag niet meer toekennen dan gevraagd (ultra petita) of oordelen op basis van feiten buiten de rechtszaal [25](#page=25).
* **Mediatisering:** De toenemende media-aandacht voor juridische zaken creëert uitdagingen voor de deontologie, met name rond uitspraken van rechters en advocaten in de media [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Schijn van onpartijdigheid:** Contacten van magistraten met procespartijen of hun advocaten op sociale media kunnen twijfel zaaien over onpartijdigheid [19](#page=19) [20](#page=20).
* **Rechterlijke achterstand:** Structurele gerechtelijke achterstand wordt gezien als een probleem dat grenst aan rechtsweigering [23](#page=23).
### Gevolgen
* Inbreuken op deontologie kunnen leiden tot tuchtsancties [15](#page=15).
* Publieke kritiek en wantrouwen jegens justitie als gevolg van vermeende deontologische schendingen [18](#page=18).
* Noodzaak van transparantie en onpartijdigheid wordt benadrukt in de omgang met sociale media en de pers [19](#page=19) [20](#page=20) [21](#page=21).
- > **Tip:** Het onderscheid tussen strafrecht en tuchtrecht is cruciaal
- Tuchtrecht is breder en kan ook ongeschreven regels sanctioneren die het vertrouwen in justitie raken
- > **Voorbeeld:** Een magistraat die bevriend is met de advocaat van een ex-echtgenoot op Facebook, kan de schijn van onpartijdigheid wekken, zelfs als er geen feitelijke vooringenomenheid is [20](#page=20)
---
## Deontologie van de magistraat (deel 2)
### Algemene beginselen en rechterlijke vrijheid
* Rechters mogen persoonlijke kennis die niet algemeen bekend is niet gebruiken bij hun oordeel [27](#page=27).
* Uitzondering: "algemeen bekende feiten" (notoire feiten) mogen gebruikt worden zonder bewijs of debat [27](#page=27).
* Deze feiten zijn gekend door elke ontwikkelde mens of makkelijk te kennen via algemeen toegankelijke bronnen (bv. kalender, woordenboek) [27](#page=27).
* Internetbronnen zoals Google en Wikipedia vereisen voorzichtigheid; ze zijn niet automatisch algemeen bekend [27](#page=27).
* Rechters mogen ervaringsregels, die tot het algemene weten behoren, meenemen in hun oordeel [27](#page=27).
* Processuele feiten uit andere rechtsgedingen mogen niet zomaar gebruikt worden, zelfs niet met partijkenbaarheid [27](#page=27).
* Het gebruik van persoonlijke kennis na voorlegging aan de tegenspraak van partijen blijft een punt van discussie [28](#page=28).
### Eerbied voor het recht van verdediging
* De rechter moet het recht van verdediging van partijen respecteren, wat een algemeen rechtsbeginsel is [28](#page=28).
* Dit omvat het respecteren van tegensprekelijkheid en het principe van "hoor en wederverhoor" [28](#page=28).
* De rechter mag pas oordelen na het horen van de verdediging en mag enkel steunen op elementen die aan tegenspraak werden onderworpen [29](#page=29).
* Rechtsmisbruik van het recht van verdediging door de rechter wordt tegengegaan [29](#page=29).
### Rechterlijke activiteit en onpartijdigheid
* Toenemende rechterlijke activiteit in civiele procedures kan spanningen opleveren met partijautonomie en het recht op een onpartijdige rechter [30](#page=30).
* Een te actieve opstelling van de rechter kan een (schijn van) partijdigheid veroorzaken [30](#page=30).
* Risico's van rechterlijk activisme:
* Feiten kennen die buiten de discussie vallen, wat nadelig kan zijn voor een partij [30](#page=30).
* Voorlopige oordelen laten doorschemeren of suggestieve vragen stellen in een vroeg stadium [30](#page=30).
* De meningen zijn verdeeld over in hoeverre de rechter ambtshalve onderwerpen kan aansnijden [31](#page=31).
* Rechters mogen het debat heropenen en vragen stellen, mits de informatie noodzakelijk is en partijen hun kijk kunnen geven [31](#page=31).
* Suggestieve opmerkingen/vragen die een definitief oordeel suggereren, moeten vermeden worden [31](#page=31).
### Uitspraak binnen een redelijke termijn
* **Principe:** Vonnis binnen één maand na het sluiten van de debatten [31](#page=31).
* **Nietigheid:** Deze termijn is niet voorgeschreven op straffe van nietigheid [32](#page=32).
* **Vertraging:** Oorzaken van vertraging moeten vermeld worden op het proces-verbaal en objectief verantwoord [32](#page=32).
* **Sancties:**
* Tuchtrechtelijke sancties bij het langdurig aanhouden van het beraad [32](#page=32).
* Onttrekking van de zaak aan de rechter indien deze meer dan zes maanden verzuimt te berechten [33](#page=33).
### Rechtsweigering en verhaal op de magistraat
### Controle door het Openbaar Ministerie
### Persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat
---
# Deontologie van juridische beroepen en actuele problematiek
### Core idea
* Deontologische regels zijn essentieel om het vertrouwen van burgers in juridische actoren te waarborgen [22](#page=22).
* Wijzigingen in juridische beroepen beïnvloeden de invulling van deontologische regels [18](#page=18).
* Groeiende mediatisering zorgt voor zichtbaarheid van deontologische perikelen [19](#page=19).
### Key facts
* Internationale deontologische principes voor magistraten zijn vastgelegd in "The Bangalore Principles of Judicial Conduct 2002" [17](#page=17).
* Op Europees niveau zijn er adviezen van de CCJE (Conseil Consultatif des Juges Européens) [17](#page=17).
* De Hoge Raad voor de Justitie heeft een Gids voor de Magistraten opgesteld [17](#page=17).
* Voor advocaten geldt de Codex Deontologie voor Advocaten (sinds 2015) [17](#page=17).
* Notarissen hebben een Deontologische Code, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit in 2015 [17](#page=17).
### Key concepts
* **Evolutie juridische beroepen:** Veranderingen zoals toenemende concurrentie, specialisatie, internationalisering, mediatisering en Europese regelgeving beïnvloeden de deontologie [18](#page=18).
* **Wijzigingen magistratuur:** Afschaffing partijpolitieke benoemingen, toenemend beleid bij open normen, mediatisering en digitalisering beïnvloeden deontologie [18](#page=18).
* **Mediatisering:** De publieke aandacht voor juridische zaken vergroot de impact van deontologische kwesties [19](#page=19).
* **Vertrouwen in justitie:** Kritiek en wantrouwen t.o.v. justitie kunnen worden versterkt door uitspraken en media-optredens [18](#page=18).
* **Schijn van onpartijdigheid:** Sociale media gebruik door rechters kan leiden tot twijfel aan onpartijdigheid [19](#page=19) [20](#page=20).
* **Communicatie buiten rechtszaal:** De rol van persrechters en de communicatie van advocaten met de media zijn gevoelige deontologische aspecten [20](#page=20) [21](#page=21).
### Implications
* Rechterlijke uitspraken, zoals vrijspraken gebaseerd op formele wetgeving, kunnen leiden tot publieke kritiek en wantrouwen, ook al handelt de rechter correct volgens de wet [18](#page=18).
* De tussenkomst van parlementsleden in hangende zaken is deontologisch problematisch en ondermijnt het principe van een eerlijk proces [18](#page=18) [19](#page=19).
* Rechters moeten uiterst voorzichtig zijn met het gebruik van sociale media om de schijn van onpartijdigheid te vermijden [20](#page=20).
* "Media-advocaten" die theorieën eerder in de media brengen dan voor de rechtbank, kunnen de grenzen van hun deontologie overschrijden [21](#page=21).
* De acties van individuele juridische professionals kunnen het werk van de gehele beroepsgroep overschaduwen [21](#page=21).
---
# Onttrekking van de zaak aan de rechter en overschrijding van de redelijke termijn
### Kernidee
* De rechter heeft juridische plichten waaronder het respecteren van het beschikkingsbeginsel en het recht van verdediging.
* Vertraging bij de uitspraak door de rechter kan leiden tot sancties of onttrekking van de zaak.
* Overschrijding van de redelijke termijn, zoals gewaarborgd door artikel 6 EVRM, kan leiden tot staatsaansprakelijkheid.
### Belangrijke feiten
* Het beschikkingsbeginsel houdt in dat partijen bepalen of, tegen wie en waarover een geding wordt gevoerd [25](#page=25).
* De rechter mag niet meer toekennen dan gevraagd is (ultra petita), met een uitzondering voor dwangsommen [28](#page=28).
* De rechter mag enkel oordelen op basis van feiten die partijen aanvoeren, niet op basis van persoonlijke kennis of informatie buiten de procedure [29](#page=29).
* Algemeen bekende feiten of feiten die men uit algemeen toegankelijke bronnen kent, mogen wel door de rechter worden gebruikt [27](#page=27).
* Er is een verbod op het gebruik van persoonlijke kennis, tenzij deze aan de tegenspraak van partijen wordt voorgelegd [28](#page=28).
* De rechtsregel "iura novit curia" betekent dat de rechter het recht zelf mag vinden en toepassen [30](#page=30).
* De rechter mag ambtshalve rechtsgronden opwerpen die uit de aangevoerde feiten blijken, zonder het voorwerp of de oorzaak van de vordering te wijzigen [30](#page=30).
* Het recht van verdediging (hoor en wederverhoor) is een algemeen rechtsbeginsel dat door de rechter gerespecteerd moet worden [31](#page=31).
* De uitspraak dient te geschieden binnen één maand na het sluiten van de debatten, tenzij anders bepaald [33](#page=33).
* Een vertraging bij de uitspraak langer dan drie maanden vereist verwittiging van de korpschef en de eerste voorzitter [33](#page=33).
* Een vordering tot onttrekking van de zaak aan de rechter kan worden ingesteld indien de rechter meer dan zes maanden verzuimt de zaak te berechten [33](#page=33).
* De onttrekking van de zaak geschiedt door verwijzing naar een andere rechter door het Hof van Cassatie [33](#page=33).
* De Belgische staat kan aansprakelijk zijn wegens overschrijding van de redelijke termijn (artikel 6 EVRM) [34](#page=34).
* De beoordeling van de redelijke termijn gebeurt concreet, rekening houdend met complexiteit, houding partijen en rechter [34](#page=34).
* Rechtsweigering is het weigeren van recht te spreken onder welk voorwendsel dan ook [35](#page=35).
### Belangrijke concepten
* **Beschikkingsbeginsel:** Partijen bepalen de grenzen van het geding.
* **Ultra petita:** Oordelen over meer dan gevraagd.
* **Persoonlijke kennis:** Kennis van de rechter die buiten de procedure is verkregen.
* **Algemeen bekende feiten:** Kennis die elke ontwikkelde persoon geacht wordt te hebben.
* **Iura novit curia:** De rechter kent het recht.
* **Recht van verdediging:** Het principe van hoor en wederverhoor.
* **Redelijke termijn:** Een door artikel 6 EVRM gewaarborgd recht op een snelle behandeling van de zaak.
### Implicaties
### Veelvoorkomende valkuilen
---
## Persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat wegens fouten in zijn ambtsuitoefening
### Core idea
* Magistraten oordelen in alle vrijheid en zijn niet gebonden door richtlijnen of rechtspraak van hogere instanties, aangezien België geen precedentenrecht kent [36](#page=36).
* Wettelijk voorzienbare rechtsmiddelen zijn het enige middel om rechterlijke beslissingen aan te vechten; een rechter kan niet direct persoonlijk worden aangesproken voor een fout in zijn beslissing [37](#page=37).
* De Belgische Staat kan aansprakelijk worden gesteld voor schade berokkend door een ambtsfout van een rechter of openbaar ministerie, erkend sinds de ANCA-rechtspraak [37](#page=37).
### Key facts
* Rechtsweigering is niet aan de orde bij het terzijde laten van een middel, het weigeren van getuigen of het verwerpen van deskundigenonderzoek [36](#page=36).
* Foutief rechtspreken, zelfs met een politiek statement, is geen rechtsweigering; hiertegen staan rechtsmiddelen open [36](#page=36).
* Indien er sprake is van rechtsweigering, bestaat verhaal op de rechter (art. 1140, 4° Ger.W.) en is dit strafbaar (art. 258 Sw.) [36](#page=36).
* Het Openbaar Ministerie waakt over de regelmatigheid van de dienst van de rechtbanken en kan verzuimen doen herstellen of melden [36](#page=36).
* Een cassatie-arrest is bindend na eerste cassatie sinds de wet van 6 juli 2017 (Potpourri V) [36](#page=36).
* Een fout in een vonnis leidt in principe niet tot de persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat vanwege het beginsel van onafhankelijkheid [37](#page=37).
* Zeer uitzonderlijk is verhaal op de rechter persoonlijk mogelijk bij bedrog of list tijdens het onderzoek of vonnis (art. 1140-1147 Ger.W.) [37](#page=37).
* De fout van een rechter die aansprakelijkheid kan brengen, bestaat in een verkeerd gedrag (criterium van normaal zorgvuldige magistraat) of schending van een direct werkende rechtsnorm [38](#page=38).
* Een vergissing bij interpretatie of toepassing van een rechtsregel is enkel foutief als het neerkomt op een verkeerde handelwijze volgens het criterium van de voorzichtige magistraat [38](#page=38).
* Niet-rechtsprekende handelingen van een rechter kunnen ook leiden tot aansprakelijkheid van de Staat, beoordeeld naar het criterium van de voorzichtige magistraat [38](#page=38).
* Elk vonnis moet gemotiveerd zijn en in openbare zitting worden uitgesproken (art. 149 Gw.) [38](#page=38).
### Key concepts
* **Rechtsweigering:** Gebrek aan rechtspraak; er is geen sprake van rechtsweigering bij het terzijde laten van middelen of verwerpen van bewijs [36](#page=36).
* **Persoonlijke aansprakelijkheid magistraat:** In beginsel niet aan de orde voor fouten in beslissingen, tenzij bij bedrog of list [37](#page=37).
* **Aansprakelijkheid van de Staat:** De Staat is aansprakelijk voor ambtsfouten van magistraten, conform art. 1382-1383 (oud) B.W., gebaseerd op de ANCA-rechtspraak [37](#page=37).
* **Criterium van de zorgvuldige magistraat:** De maatstaf voor beoordeling van foutief gedrag of handelen van een magistraat [38](#page=38).
* **Motiveringsplicht:** Essentiële waarborg tegen willekeur, verplicht de rechter zijn beslissing te onderbouwen [38](#page=38).
* **Openbaarheid van de uitspraak:** Vonnissen worden in openbare zitting uitgesproken [38](#page=38).
### Implications
* De onafhankelijkheid van magistraten beschermt hen tegen directe persoonlijke aansprakelijkheid voor rechterlijke dwalingen [37](#page=37).
* Schade door ambtsfouten van magistraten kan verhaald worden op de Staat, wat rechtszekerheid vergroot [37](#page=37).
* De motiveringsplicht en openbaarheid van uitspraken bieden burgers controle en waarborgen tegen willekeur [38](#page=38).
* Verandering in art. 1110 Ger.W. (Potpourri V) maakt cassatie-arresten bindend na de eerste vernietiging, wat invloed heeft op de autonomie van lagere rechters [36](#page=36).
### Common pitfalls
* Verwarring tussen rechtsweigering en een feitelijk of juridisch foutieve beslissing [36](#page=36).
---
# Motiveringsplicht en openbaarheid van de uitspraak
### Kernidee
* Elk vonnis moet met redenen omkleed zijn en in openbare zitting worden uitgesproken, een waarborg tegen willekeur [38](#page=38).
* De motiveringsplicht garandeert dat de rechter de voorgelegde middelen zorgvuldig heeft onderzocht en zijn uitspraak heeft beredeneerd [38](#page=38).
* Dit geldt als een vormvereiste en wordt niet miskend door een juridisch onjuist motief [38](#page=38).
### Essentiële feiten
* De motivering moet aantonen op welke feiten de rechter steunt, zodat partijen rechtsmiddelen kunnen aanwenden en hogere rechtbanken de correcte toepassing van de wet kunnen nagaan [39](#page=39).
* De beslissing en de motivering moeten duidelijk en begrijpelijk zijn voor de rechtzoekende [39](#page=39).
* Onvolledigheid of onduidelijkheid van de redenen, of het aannemen van een vordering zonder te antwoorden op verweer, wordt gelijkgesteld aan afwezigheid van motivering [39](#page=39).
- Artikel 6 EVRM waarborgt de motivering niet expliciet, maar het EHRM oordeelt dat het de rechter verplicht op duidelijke gronden te steunen, zonder gedetailleerd op elk argument in te gaan
* De motiveringsplicht is essentieel voor de deontologie van de magistraat [39](#page=39).
### Kernbegrippen en bronnen
* **Internationale en supranationale verdragen:**
* Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (art. 10) benadrukt billijk, openbaar onderzoek door een onafhankelijke en onpartijdige rechtbank [40](#page=40).
* Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (art. 6 §1) waarborgt een eerlijke en openbare behandeling, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie [40](#page=40).
* **Grondwet:**
* Artikel 149 Gw. legt de motiveringsplicht en de openbaarheid van uitspraak vast [38](#page=38) [41](#page=41).
* Artikel 148 Gw. (openbaarheid) is ook relevant [41](#page=41).
* **Gerechtelijk Wetboek:**
* Algemene beginselen: zaken moeten berecht worden in de volgorde van vordering (art. 4 Ger.W.) en weigeren recht te spreken is verboden (art. 5 Ger.W.) [42](#page=42).
* Hoofdstuk III (Deontologische regels), artikel 305 Ger.W. (opgeheven) legde vast dat de Hoge Raad voor de Justitie de algemene beginselen van deontologie vaststelt [42](#page=42).
* Artikel 404 e.v. Ger.W. interpreteert ambtsplichten in het licht van deontologische beginselen [42](#page=42).
* **Gids voor de Magistraten:**
* Raadgevende richtlijnen die de grote deontologische principes toelichten, geen bindende code [43](#page=43).
* Ondersteunt magistraten, biedt een kader voor de gerechtelijke instelling en informeert over de functie van magistraat [44](#page=44).
* Steunt op kernwaarden en principes, geldt ook voor openbaar ministerie met aanpassingen [44](#page=44).
* **Algemene principes inzake deontologie van magistraten:**
* Vastgesteld door de Hoge Raad voor de Justitie, ter inspiratie van de Gids, om professioneel gedrag te bevorderen en burgervertrouwen te ondersteunen [44](#page=44).
### Implicaties
* De motiveringsplicht is een essentiële waarborg tegen willekeur en een bewijs van zorgvuldigheid van de rechter [38](#page=38).
---
### Onafhankelijkheid van de rechter
* De onafhankelijkheid van de rechter is essentieel voor de rechtsstaat [50](#page=50).
* Er is een nuance te maken over de absolute onafhankelijkheid; rechters worden beïnvloed door externe factoren [50](#page=50).
* De onafhankelijkheid sensu stricto betreft geschillenbeslechting (functionele onafhankelijkheid) [50](#page=50).
* De onafhankelijkheid sensu lato omvat waarborgen tegen druk (organieke onafhankelijkheid) [50](#page=50).
* Functionele onafhankelijkheid geldt ten opzichte van de wetgevende en uitvoerende macht [50](#page=50).
* Rechters zijn ondergebracht in een aparte staatsmacht om beïnvloeding tegen te gaan [50](#page=50).
* Onafhankelijkheid geldt ook ten aanzien van collega-rechters en hiërarchische oversten [50](#page=50).
* Hoewel hiërarchie en onafhankelijkheid moeilijk verenigbaar zijn, tempert de mogelijkheid tot beroep rechters [50](#page=50).
* Hervormingen in beroep kunnen leiden tot een tempering van rechters in eerste aanleg [50](#page=50).
* Dit is belangrijk voor de eenheid in de rechtspraak [50](#page=50).
* De rechter moet onafhankelijk zijn van publieke opinie, pers, drukkingsgroepen en politieke partijen [50](#page=50).
* Rechters mogen zich niet laten beïnvloeden door media-commentaar op hangende zaken [50](#page=50).
* Volledige onafhankelijkheid betekent dat de rechter van de regering niets te vrezen of te verwachten heeft [50](#page=50).
### Diverse vormen van rechterlijke onafhankelijkheid
* Individuele onafhankelijkheid van de rechter [50](#page=50).
* Interne onafhankelijkheid: mate van beïnvloeding tussen rechters onderling [50](#page=50).
* Externe onafhankelijkheid: mate van beïnvloeding van buitenaf, bijvoorbeeld door de media [50](#page=50).
* Institutionele onafhankelijkheid: de onafhankelijkheid van de rechterlijke instelling als geheel [50](#page=50).
---
# De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht
### Core idea
* Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is een fundamenteel rechtsbeginsel en waarborg voor rechtszoekenden [49](#page=49) [53](#page=53).
* Het waarborgt dat rechters beslissingen nemen op basis van hun persoonlijk, vrij oordeel, vrij van externe beïnvloeding [49](#page=49).
* Dit principe is verankerd in de Belgische Grondwet en Europese verdragen [49](#page=49) [53](#page=53).
### Key facts
* De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is expliciet neergelegd in artikel 151 van de Grondwet [49](#page=49).
* Het wordt ook impliciet afgeleid uit artikelen 148 en 149 G.GW. en het statuut van magistraten [49](#page=49).
* Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) legt steeds meer nadruk op de onafhankelijkheid als waarborg voor rechtszoekenden [49](#page=49).
* De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is een algemeen rechtsbeginsel in het Belgisch recht [49](#page=49).
* Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) waarborgen dit principe [53](#page=53).
### Key concepts
* **Functionele onafhankelijkheid:** Onafhankelijkheid bij de beslechting van concrete geschillen, met name ten aanzien van wetgevende en uitvoerende machten [50](#page=50).
* **Organieke onafhankelijkheid:** Waarborgen tegen uitwendige druk en beïnvloeding buiten de concrete rechtsgeschillen [50](#page=50).
* **Scheiding der machten:** Het principe dat de rechterlijke macht een aparte staatsmacht is, gescheiden van de wetgevende en uitvoerende macht [53](#page=53).
* **Onzetbaarheid van rechters:** Rechters kunnen enkel uit hun ambt worden gezet door een vonnis, niet door de uitvoerende of wetgevende macht [52](#page=52) [53](#page=53).
* **Benoeming voor het leven:** Een garantie voor onafhankelijkheid, hoewel niet absoluut vereist door het EHRM [53](#page=53).
* **Sub judice-beginsel:** De suggestie dat de pers zich onthoudt van commentaar op zaken die nog bij de rechter aanhangig zijn [51](#page=51).
### Implications
* Onafhankelijkheid beschermt rechters tegen beïnvloeding door politieke druk, hiërarchische oversten, economische belangen, media of publieke opinie [49](#page=49).
* Rechters moeten onafhankelijk blijven van collega's en drukkingsgroepen [49](#page=49).
* De mogelijkheid van hervorming in beroep kan rechters in eerste aanleg 'temperen' om voortdurende overruled te voorkomen [50](#page=50).
* Media-commentaar op hangende zaken kan een grote invloed hebben, wat een uitdaging vormt voor de rechterlijke onafhankelijkheid [51](#page=51).
* Rechters moeten zich bewust zijn van hun eigen levensbeschouwelijke overtuigingen en vooroordelen [51](#page=51).
### Guarantees for independence
* Principe van de scheiding der machten [52](#page=52).
* Wettelijke en constitutionele grondslag van rechtbanken en hoven [52](#page=52).
* Benoemingsprocedure, duur van aanstelling en onzetbaarheid van rechters [52](#page=52).
* Vaststelling van wedde bij wet [52](#page=52).
* Civielrechtelijke immuniteit van rechters [52](#page=52).
* De Hoge Raad voor de Justitie oefent extern toezicht uit op de werking van de rechterlijke macht [54](#page=54).
### The High Council of Justice
---
# Deontologische plichten en het beroepsgeheim van magistraten
### Kernidee
* Het beroepsgeheim is een fundamentele deontologische plicht voor magistraten, voortvloeiend uit de aard van hun ambt, ter waarborging van het vertrouwen van rechtzoekenden [73](#page=73).
### Wrakingsgronden van gewettigde verdenking
* Gewettigde verdenking ontstaat indien de voorzitter van het hof van Assisen bewoordingen gebruikt die twijfel wekken aan de onpartijdigheid van de magistraat [65](#page=65).
* De levensbeschouwing of sympathie voor een voetbalclub van een magistraat creëert op zichzelf geen schijn van partijdigheid [65](#page=65).
* Het onderbreken van pleidooien of het wijzen op de tijdsduur ervan door een rechter is geen indicatie van partijdigheid [65](#page=65).
* Een hoge graad van vijandschap met een partij of diens advocaat kan een grond voor wraking zijn, indien dit de sereniteit van de behandeling in gevaar brengt [67](#page=67).
### Procedure van wraking
* Een rechter die weet van een wrakingsgrond tegen hemzelf, moet zich van de zaak onthouden [67](#page=67).
* Een wrakingsverzoek moet onverwijld worden ingediend zodra de grond bekend is, en in ieder geval vóór de sluiting van de debatten [67](#page=67).
* Wraking kan niet meer worden voorgedragen nadat de rechterlijke rechtsmacht volledig is uitgeput door een gewezen beslissing [68](#page=68).
* De vordering tot wraking moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend door een advocaat met meer dan 10 jaar ervaring [68](#page=68).
* De gewraakte rechter moet binnen twee dagen een verklaring stellen met zijn antwoord op de middelen van wraking [69](#page=69).
* Over de wraking wordt binnen acht dagen uitspraak gedaan door de bevoegde hogere rechtbank [69](#page=69).
### Bekwaamheid en aanstelling van magistraten
* De wet van 18 juli 1991 introduceerde twee toegangswegen tot de magistratuur: een vergelijkend toelatingsexamen met gerechtelijke stage, of een examen inzake beroepsbekwaamheid [71](#page=71).
* Sinds 2005 is er een derde weg: vrijstelling van het examen bij minstens 20 jaar beroepservaring [71](#page=71).
* De gerechtelijke stage duurt twee jaar en omvat theoretische cursussen en praktische opleidingen [72](#page=72).
* De benoemingsprocedure is sinds 1998 gewijzigd; kandidaten worden voorgedragen door de Benoemings- en Aanwijzingscommissie (BAC) van de Hoge Raad voor de Justitie [72](#page=72).
* Korpsoversten worden aangewezen voor een periode van 5 jaar, met standaardprofielen voor hun functie [73](#page=73).
* Magistraten worden driejaarlijks geëvalueerd [73](#page=73).
### Beroepsgeheim en discretie
* Het beroepsgeheim van magistraten is niet expliciet in het Gerechtelijk Wetboek vastgelegd, maar is een fundamentele deontologische plicht [73](#page=73).
* Schendingen van het beroepsgeheim zijn strafbaar onder artikel 458 Strafwetboek [74](#page=74).
* Het beroepsgeheim sluit overleg met collega-magistraten niet uit, maar dit werd genuanceerd door het arrest van het Hof van Cassatie in de Fortis-zaak [74](#page=74).
- In de Fortis-zaak werd geoordeeld dat het overdragen van een ontwerp-arrest aan een gewezen collega voor taalkundige controle, die geen magistraat meer in functie was, een schending van het beroepsgeheim
* De overdracht van vertrouwelijke informatie moet noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de vertrouwensopdracht [75](#page=75).
- De bewering van objectieve schijn van vooringenomenheid ten aanzien van het Hof van Cassatie, gebaseerd op publieke uitspraken van de eerste voorzitter, werd meegenomen in de beoordeling van de onpartijdigheid
---
* Rechters bewaren een geheim over het beraad waaraan zij hebben deelgenomen, inclusief ontwerpen en ingenomen standpunten [76](#page=76).
* Dit beroepsgeheim omvat ook het overmaken van ontwerpen voor nalezing aan ere-magistraten [76](#page=76).
### Gedeeld beroepsgeheim
* Het Hof van Cassatie erkent een gedeeld beroepsgeheim binnen strikte grenzen [76](#page=76).
* Informatie mag worden gedeeld met anderen die met hetzelfde doel en voor dezelfde opdrachtgever optreden [76](#page=76).
* De mededeling moet noodzakelijk en pertinent zijn voor de opdracht van de geheimhouder [76](#page=76).
* De feitenrechter beoordeelt onaantastbaar of de mededeling pertinent en noodzakelijk is [76](#page=76).
* De overdracht van gegevens in de Fortis-zaak werd als niet noodzakelijk voor de vertrouwensopdracht geoordeeld [76](#page=76).
### Vrije meningsuiting van rechters
* Rechters zijn in principe verplicht zich terughoudend op te stellen [76](#page=76).
* Zij hebben echter, zoals alle burgers, recht op vrije meningsuiting conform artikel 10 EVRM [76](#page=76).
* Deze vrijheid kan aan grotere beperkingen worden onderworpen [76](#page=76).
* Rechters hebben de plicht zich publiekelijk uit te spreken als democratie, scheiding der machten of rechtsstaat bedreigd worden [77](#page=77).
* Dit geldt ook als uitspraken politiek gevoelig liggen [77](#page=77).
* De CCJE adviseert rechters weerbaarder te zijn ter bescherming van de rechtsstaat [77](#page=77).
* Het EHRM stelt dat het recht op vrije meningsuiting verandert in een plicht om de rechtsstaat te verdedigen wanneer fundamentele waarden worden aangevallen [77](#page=77).
* Magistraten hebben de morele en deontologische plicht zich luid en duidelijk uit te drukken indien de rechtsstaat, belangen van rechtszoekenden en goede rechtsbedeling in het gedrang zijn [77](#page=77).
* Zij hebben het recht en de plicht zich uit te spreken in het belang van democratie en rechtsstaat [77](#page=77).
* Het recht op vrije meningsuiting omvat het uiten van persoonlijke meningen en deelname aan openbare debatten [77](#page=77).
### Implicaties en belang
* Weerbaar opstellen en publiekelijk spreken toont onafhankelijkheid en kan publiek vertrouwen winnen [77](#page=77).
* Dit is essentieel voor het goed functioneren van de rechterlijke macht in een rechtsstaat [77](#page=77).
* Bescherming van fundamentele waarden is een gezamenlijke opdracht van rechters in Europa [77](#page=77).
* Europese samenwerking van rechters is een zichtbare manifestatie hiervan [77](#page=77).
* De Mars van Duizend Toga's was een demonstratie tegen beleid dat de rechterlijke onafhankelijkheid bedreigt [77](#page=77).
---
# Tuchtrechtelijke procedures en tuchtrechtbanken voor magistraten
### Kernconcepten
* Het tuchtrecht voor magistraten onderging ingrijpende wijzigingen, met als doel een snellere en efficiëntere aanpak van afwijkend gedrag [78](#page=78) [79](#page=79).
* Het basisbeginsel is het niet verzuimen van ambtsplichten of afbreuk doen aan de waardigheid van het ambt en de goede werking van justitie [79](#page=79) [80](#page=80).
* De hervorming werd versneld door de Dutroux-zaak, wat leidde tot een roep om een efficiënter tuchtrecht [79](#page=79).
* De deontologie van magistraten omvat gedragsregels voor professioneel en privéleven, gericht op maatschappelijk verantwoorde functie-uitoefening [83](#page=83).
### Belangrijke feiten
* De wet van 7 juli 2002 introduceerde tuchtrecht voor magistraten, die op 14 februari 2005 in werking trad [78](#page=78).
* De wet van 15 juli 2013 beoogt een snellere en efficiëntere aanpak van tuchtzaken, in werking getreden op 1 september 2014 [79](#page=79).
* Artikel 404 van het Gerechtelijk Wetboek definieert de grondslag van tucht voor magistraten [79](#page=79).
* Artikel 405 Ger.W. onderscheidt lichte tuchstraffen (terechtwijzing, blaam) en zware tuchstraffen (inhouding wedde, schorsing, etc.) [81](#page=81).
* De wet van 15 juli 2013 creëerde niet-permanente tuchtrechtbanken in eerste aanleg en in hoger beroep voor heel België [81](#page=81) [82](#page=82).
* De Nederlandstalige tuchtrechtbank zetelt in Gent, de Franstalige in Namen (eerste aanleg) [82](#page=82).
* Tuchtrechtbanken in hoger beroep zetelen te Brussel [82](#page=82).
* De overheden bevoegd om een tuchtprocedure in te stellen worden opgesomd in artikel 412, §1 Ger.W. [82](#page=82).
* Een zaak moet binnen zes maanden na kennisname van de feiten bij de tuchtrechtbank aanhangig worden gemaakt [83](#page=83).
* Tuchtzaken worden behandeld in openbare terechtzitting [83](#page=83).
* De tuchtrechtbank spreekt zich uit over ontvankelijkheid en de noodzaak van een onderzoeksmagistraat binnen een maand [83](#page=83).
### Sleutelbegrippen
* **Tuchtrecht:** Regels en procedures voor het sanctioneren van plichtsverzuim of wangedrag door magistraten [78](#page=78).
* **Ambtsplichten:** De taken en verantwoordelijkheden die een magistraat dient na te komen [79](#page=79).
* **Waardigheid van het ambt:** Het gedrag dat verwacht wordt van een magistraat om het gezag en respect voor de rechterlijke macht te behouden [79](#page=79).
* **Lichte tuchstraffen:** Sancties zonder financiële gevolgen, zoals terechtwijzing en blaam [81](#page=81).
* **Zware tuchstraffen:** Sancties met financiële consequenties, zoals weddeinhouding, schorsing, ontslag [81](#page=81).
* **Tuchtrechtbanken:** Gerechtelijke instanties belast met het behandelen van tuchtzaken tegen magistraten [79](#page=79) [81](#page=81).
* **Deontologie:** Een geheel van normen en waarden dat het gedrag van de magistraat regelt [83](#page=83).
* **Positieve deontologie:** Een visie waarbij deontologie gericht is op maatschappelijk verantwoorde functie-uitoefening en evaluatie [84](#page=84).
### Implicaties
* De tuchtrechtsystematiek garandeert dat tuchtafhandeling voldoet aan artikel 6 EVRM voor zware tuchstraffen, met waarborging van een onafhankelijke en onpartijdige rechter [81](#page=81).
* De toevoeging van artikel 404, tweede lid, Ger.W. benadrukt dat tucht het algemeen belang dient en rekening houdt met de gevolgen voor justitie en het publieke vertrouwen [80](#page=80).
---
# De deontologie van de advocaat en Europese invloed
### Core idea
* De deontologie van de advocaat regelt plichten ten opzichte van cliënt, rechter, beroepsgroep en publiek [85](#page=85).
* Internationale en Europese ontwikkelingen hebben de deontologische regels voor advocaten sterk beïnvloed [85](#page=85).
* Europese invloed is zichtbaar in discussies over samenwerkingsverbanden met niet-advocaten [85](#page=85).
### Key facts
* De Gedragscode voor Europese Advocaten (CCBE) is geïntegreerd in de Codex Deontologie [85](#page=85).
* Internationale ontwikkelingen, Europese regelgeving en specialisering vereisen aanpassing van deontologische regels [85](#page=85).
* Het arrest van het Hof van Justitie in de zaak Wouters/Savelbergh (19 februari 2002) had directe invloed op de Vlaamse deontologie [86](#page=86).
* Nederlandse Samenwerkingsverordening 1993 verbood samenwerking met niet-erkende beroepsgroepen [86](#page=86).
* Het Hof van Justitie oordeelde dat advocaten ondernemingen zijn in de zin van het Verdrag [87](#page=87).
* De Orde van Vlaamse Balies vaardigde op 22 januari 2003 een reglement uit inzake beroepsmatige samenwerking met niet-advocaten [88](#page=88).
* Het Hof van Cassatie verklaarde op 25 september 2003 artikelen 2 en 3 van dit reglement nietig [88](#page=88).
* Voorwaarden voor de titel advocaat omvatten nationaliteit (EU-burger), diploma rechten, eedaflegging en inschrijving [89](#page=89).
* Vrijheid van dienstverlening en vestiging voor EU-advocaten is geregeld in het Ger.W. [89](#page=89).
* Dienstverlening betreft occasioneel uitoefenen van werkzaamheden met naleving van Belgische regels (exclusief verblijf/inschrijving) [89](#page=89).
* Uitoefening van het beroep is onverenigbaar met magistraat, griffier, staatsambtenaar, notaris, gerechtsdeurwaarder, handel en nijverheid, tenzij onafhankelijkheid gewaarborgd [90](#page=90).
* Advocaten moeten hun beroep uitoefenen als zelfstandige, zonder band van ondergeschiktheid [90](#page=90).
### Key concepts
* De advocaat verdedigt cliëntbelangen en waakt over de rechtsstaat [85](#page=85).
* Internationale invloeden leidden tot nieuwe regels en aanpassingen in deontologie [85](#page=85).
* Multidisciplinaire associaties (MDP's) vormden de kern van de discussie in de zaak Wouters [86](#page=86).
* Mededingingsrecht, vrijheid van vestiging en dienstverlening zijn Europeesrechtelijke principes die de deontologie beïnvloeden [86](#page=86).
* Onafhankelijkheid, partijdigheid en beroepsgeheim zijn fundamentele deontologische verplichtingen van de advocaat [88](#page=88).
* Het Hof van Justitie erkende dat deontologische verplichtingen gevolgen hebben voor samenwerking met andere beroepen [87](#page=87).
* De Belgische Orde der Balies definieert het beroep als zelfstandig na een geschil over de arbeidsrelatie van een advocaat [90](#page=90).
### Implications
* De deontologie balanceert tegenstrijdige plichten (cliënt vs. rechtsstaat) [85](#page=85).
* Europese jurisprudentie en regelgeving dwingen tot heroverweging van nationale deontologische regels [86](#page=86).
* Verbod op samenwerkingsverbanden met niet-advocaten is aan banden gelegd door Europees recht, maar vereist nog steeds voorzichtigheid [88](#page=88).
### Common pitfalls
---
# Toelating tot het beroep van advocaat
### Kernidee
* Toelating tot het beroep van advocaat vereist het voldoen aan specifieke voorwaarden waaronder nationaliteit, diploma, eedaflegging en inschrijving op het tableau of de lijst van stagiairs [89](#page=89).
### Belangrijke feiten
* Belg of onderdaan van een EU-lidstaat met een diploma in rechten is vereist [89](#page=89).
* De eed afleggen zoals bepaald in artikel 429 van het Gerechtelijk Wetboek is noodzakelijk [89](#page=89).
* Inschrijving op het tableau van de Orde of de lijst van stagiairs is een voorwaarde [89](#page=89).
* EU-onderdanen mogen het beroep uitoefenen onder de voorwaarden van artikel 428bis Ger.W. [89](#page=89).
* Dienstverlening door buitenlandse advocaten is toegestaan, met naleving van Belgische regels (behalve verblijfs- of inschrijvingsvoorwaarden) [89](#page=89).
* Vrijheid van vestiging voor EU-advocaten is ook mogelijk onder hun beroepstitel [91](#page=91).
* Het beroep is onverenigbaar met magistraat, griffier, staatsambtenaar, notaris, gerechtsdeurwaarder, en handel/nijverheid [89](#page=89).
* Onverenigbaarheden kunnen aanvaard worden indien ze de onafhankelijkheid en waardigheid van de balie niet schaden [90](#page=90).
* Advocaten moeten hun beroep uitoefenen als zelfstandige, zonder band van ondergeschiktheid [90](#page=90).
### Belangrijke concepten
* **Nationaliteit:** Belg of onderdaan van een EU-lidstaat [89](#page=89).
* **Diploma:** Doctor of licentiaat in de rechten [89](#page=89).
* **Eed:** Getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan Grondwet en wetten, eerbied voor gerecht en overheid, geen zaak aanraden/verdedigen die niet gerechtvaardigd wordt geacht [92](#page=92).
* **Inschrijving:** Op het tableau van de Orde of de lijst van stagiairs [89](#page=89).
* **Dienstverlening:** Occasioneel werk uitvoeren in België door buitenlandse advocaten [89](#page=89).
* **Vestiging:** Permanente uitoefening van het beroep in België door buitenlandse advocaten [91](#page=91).
* **Onverenigbaarheden:** Activiteiten die niet samengaan met het ambt van advocaat [89](#page=89).
* **Zelfstandig statuut:** Verplichting om het beroep onafhankelijk uit te oefenen, zonder ondergeschiktheid [90](#page=90).
* **Waardigheid van de balie:** Handhaven van de reputatie en integriteit van het beroep [90](#page=90).
* **Strafrechtelijke verdediging:** Ook in strafzaken mag een advocaat weigeren een zaak te aanvaarden die hij niet gerechtvaardigd acht [93](#page=93).
### Implicaties
* Advocaten mogen geen feiten voorhouden waarvan ze weten dat ze onwaar zijn, en mogen de rechtbank niet voorliegen [93](#page=93).
* Het is toegestaan om proceduremiddelen aan te wenden, zelfs als deze inhoudelijk haaks lijken te staan op de eed [93](#page=93).
* Een advocaat mag rechtspraak/rechtsleer die nadelig zijn voor de zaak van zijn cliënt niet verzwijgen [94](#page=94).
* De eed impliceert dat de advocaat zelf geen inbreuk mag plegen op de wet [94](#page=94).
* Weigering van inschrijving op het tableau/lijst moet gemotiveerd zijn [94](#page=94).
### Tips
---
# De vrijheid van meningsuiting van de advocaat en de grenzen daarvan
### Kernidee
* De advocaat geniet een ruime vrijheid van meningsuiting, essentieel voor de verdediging van cliënten en het publieke debat [98](#page=98).
* Deze vrijheid is niet absoluut en kent grenzen, afhankelijk van de context waarin de uiting plaatsvindt (binnen of buiten rechte) [99](#page=99).
### Belangrijke feiten
* Advocaten hebben het recht om vrij hun ambt uit te oefenen ter verdediging van recht en waarheid [97](#page=97).
* Advocaten mogen zich niet onthouden van het informeren over minnelijke oplossingen van geschillen [97](#page=97).
* Een advocaat bepaalt zelf de wijze van verdediging, zonder zich te moeten schikken naar cliëntinstructies [98](#page=98).
* De vrije meningsuiting van de advocaat wordt gewaarborgd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) [98](#page=98).
* Een advocaat moet zich onthouden van ernstige feiten tegen de eer en faam van personen, tenzij strikt noodzakelijk [97](#page=97).
* Belediging van de rechterlijke macht of gezag kan leiden tot proces-verbaal en tuchtrechtelijke vervolging [97](#page=97).
* Kritiek op het openbaar ministerie geniet een verhoogde bescherming ten opzichte van kritiek op de rechter [98](#page=98).
* Kritiek op de tegenpartij binnen de rechtszaal is toegelaten, mits niet onnodig grievend of persoonlijk beledigend [100](#page=100).
### Belangrijke concepten
* **Pleitmonopolie:** Alleen advocaten mogen pleiten voor de meeste gerechten [97](#page=97).
* **Vrijheid van ambtsuitoefening:** Advocaten oefenen hun ambt vrij uit [97](#page=97).
* **Dominus litis:** De advocaat is de 'heer van het proces' en bepaalt de procesvoering [98](#page=98).
* **EVRM artikel 10:** Garandeert het recht op vrije meningsuiting [98](#page=98).
* **Nikula/Finland arrest:** Benadrukt de grote vrijheid van een strafpleiter om zich te uiten ter verdediging van cliëntbelangen [98](#page=98).
* **Stuer/Nederland arrest:** Zelfs een vaststelling van overtreding van gedragsregels, zonder tuchtsanctie, kan een schending van de vrije meningsuiting zijn [98](#page=98).
* **Schöpfer arrest:** Veroordeelt algemene publieke kritiek van advocaten op rechters, gebaseerd op ongefundeerde generalisaties [99](#page=99).
* **Alfantakis/Griekenland arrest:** Toelaatbare kritiek buiten rechte in een gemediatiseerd dossier, zelfs met sterke uitspraken [100](#page=100).
* **Morice/Frankrijk arrest (Grote Kamer):** Verhoogt de expressievrijheid van advocaten, inclusief kritiek op justitie via media, als onderdeel van publiek debat .
### Implicaties
* Advocaten mogen zich in principe niet laten instrueren door hun cliënt over de procesvoering [98](#page=98).
* Persoonlijke beledigingen vormen de grens van geoorloofde kritiek [98](#page=98).
* De context (binnen of buiten rechte) is cruciaal voor de beoordeling van de uitingsvrijheid [99](#page=99).
* Kritiek mag gefundeerd zijn; ongefundeerde kritiek, zeker buiten rechte, wordt minder beschermd [100](#page=100).
* Het EHRM erkent de rol van advocaten in het publieke debat, zelfs indien dit leidt tot kritiek op individuele rechters .
- > **Tip:** Houd steeds het onderscheid in gedachten tussen kritiek binnen de rechtszaal (confraternele omgang) en publieke uitingen buiten de rechtszaal
---
# Deontologische plichten van de advocaat
### Kernidee
* De toetreding tot het beroep legt de advocaat zowel wettelijke als deontologische plichten op .
* Naleving van deze plichten is essentieel voor correcte uitoefening en vertrouwen van cliënt en maatschappij .
* Nalatigheid kan leiden tot tuchtrechtelijke vervolgingen .
### Kernfeiten
* De Codex Deontologie voor Advocaten (sinds 2015, laatst bijgewerkt maart 2024) beheerst de deontologische plichten .
* Essentiële plichten omvatten deskundigheid, beroepsgeheim, onafhankelijkheid, partijdigheid en vermijding van belangenconflicten .
* Er is een Gedragscode voor Europese Advocaten (CCBE), toepasselijk verklaard voor Vlaamse Balies sinds 2007 .
* De plichten zijn ook terug te vinden in het Gerechtelijk Wetboek en reglementen van de Orde van Vlaamse Balies .
### Plicht tot bijstand
* Een advocaat mag enkel optreden na opdracht van de cliënt, een andere advocaat of een bevoegde instantie .
* De advocaat behandelt de zaak met spoed en gewetensvol, adviseert en verdedigt de cliënt .
* De advocaat blijft de cliënt op de hoogte houden van de voortgang .
* Een advocaat mag een zaak in principe niet weigeren, met uitzonderingen zoals oneerlijke zaken of gebrek aan bekwaamheid .
* Het recht om zich van een zaak te onttrekken mag niet leiden tot schade voor de cliënt .
* Een advocaat mag niet meerdere cliënten met tegenstrijdige belangen vertegenwoordigen .
### Plicht tot beroepsgeheim
* Het beroepsgeheim is een fundamentele deontologische plicht, erkend in Europese en Vlaamse codes .
* Het strekt zich uit tot alle vertrouwelijke informatie die de advocaat verneemt, onbeperkt in tijd .
* Vrijgave van vertrouwelijke informatie is enkel toegestaan mits relevant, in belang van cliënt, met diens akkoord en niet wettelijk verboden .
* Cliënten moeten vrijuit kunnen spreken voor een goede verdediging .
* Schending kan leiden tot een oneerlijk proces .
* Personeel en samenwerkende personen moeten eveneens het beroepsgeheim eerbiedigen .
* Het beroepsgeheim is strafbaar gesteld door artikel 458 Strafwetboek .
### Grondslag en draagwijdte beroepsgeheim
* De grondslag ligt in de rechten van verdediging en het recht op een eerlijk proces en privéleven (EVRM art. 6 en 8) .
* Het beschermt de vertrouwensrelatie tussen advocaat en cliënt .
* Het toepassingsgebied is ruim, inclusief briefwisseling, telefoongesprekken en e-mails .
* Zaken die vreemd zijn aan het beroep of waar de advocaat niet in beroepsmatige hoedanigheid optreedt, vallen er niet onder .
* Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen erkende het beroepsgeheim als algemeen rechtsbeginsel in het AM&S-arrest .
### Grenzen beroepsgeheim
---
### Casusoverleg artikel 458ter Strafwetboek
* Artikel 458ter Sw. laat informatie-uitwisseling toe tussen personen die samen overleggen over een casus zonder schending van beroepsgeheim .
* Dit geldt bijvoorbeeld bij overleg tussen hulpverleners, politie en parket bij intrafamiliaal geweld .
* Het faciliteert informatie-uitwisseling binnen Lokale Integrale Veiligheidscellen (LIVC) bij de aanpak van radicalisering .
* Voorwaarden zijn van toepassing op dit casusoverleg .
* Het overleg moet gericht zijn op de bescherming van fysieke en psychische integriteit of ter voorkoming van specifieke misdrijven .
### Informatieverplichting schuldbemiddelaar artikel 1675/8 Ger.W.
* Artikel 1675/8 Ger.W. machtigt de schuldbemiddelaar om inlichtingen te vragen over de vermogenstoestand van de schuldenaar .
* Dit kan aan de schuldenaar of aan derden, inclusief de persoonlijke raadsman van de schuldenaar .
* De schuldenaar moet transparantie bieden over zijn vermogen om te kunnen genieten van de collectieve schuldenregeling .
* Een vroegere versie van artikel 1675/8 Ger.W. liet de schuldbemiddelaar toe informatie te vragen zonder beroep op het beroepsgeheim door de advocaat .
* Het Arbitragehof vernietigde deze bepaling specifiek voor advocaten, omdat het geen rekening hield met hun specifieke positie .
---
# het beroepsgeheim van advocaten en de uitzonderingen daarop
### Kernidee
* Het beroepsgeheim van advocaten is een fundamenteel element van de rechten van verdediging en de rechtsbedeling .
* Het waarborgt de vertrouwensrelatie tussen cliënt en advocaat, essentieel voor de verdediging .
* Afbreuk aan het beroepsgeheim is enkel gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang en moet strikt evenredig zijn .
### Uitzonderingen en specifieke regelingen
#### Casusoverleg (Artikel 458ter Sw.)
* Maakt informatie-uitwisseling mogelijk tussen hulpverleners, politie en parket bij geweld, radicalisering, etc. .
* Vereist een daadwerkelijk en ernstig gevaar dat anders niet vermeden kan worden .
#### Schuldbemiddeling (Artikel 1675/8 Ger.W.)
* Initiële bepaling stond schuldbemiddelaar toe beroepsgeheim te negeren, vernietigd door Arbitragehof .
* Gewijzigde bepaling liet rechter toe beroepsgeheim op te heffen, eveneens vernietigd wegens te absolute aard .
* Huidige regeling vereist transparantie van schuldenaar/derden, met mogelijkheid tot verzet tegen verzoeken .
#### Anti-witwasreglementering
* Uitzondering op beroepsgeheim voor specifieke financiële en onroerendgoedtransacties, buiten de kernactiviteit .
* Vloeit voort uit Europese richtlijnen ter bestrijding van georganiseerde misdaad en terrorisme .
* Advocaten hebben identificatie- en meldingsplicht aan stafhouder bij verdachte transacties .
* Meldingsplicht geldt niet voor advies of vertegenwoordiging in rechte (litigation privilege) .
* Grondwettelijk Hof vernietigde deel van wetgeving dat directe melding door werknemers toeliet .
* Interpretatie is dat meldingsplicht enkel geldt voor transacties buiten kernactiviteit van verdediging/advies .
* Melding aan Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) verloopt via de stafhouder .
* Reglementering wordt verder uitgewerkt in Advocatencodex .
### Kernactiviteiten vs. Overige Transacties
* Activiteiten die onder het beroepsgeheim blijven: juridisch advies en vertegenwoordiging in rechte .
* Activiteiten waarvoor meldingsplicht kan gelden: aan-/verkoop onroerend goed/bedrijven, beheer activa, bankrekeningen, oprichting vennootschappen/trusts .
### Verplichtingen binnen Anti-witwaswetgeving
* Voortdurende waakzaamheid ten aanzien van cliënten en hun transacties .
* Identificatie van cliënt, diens lasthebbers en uiteindelijk begunstigde(n) .
* Identificatie van cliënt vereist bij zakelijke relatie, transacties van 10 000 euro's of meer, of bij vermoeden van witwassen .
* Onderzoek naar het doel en de verwachte aard van de zakelijke relatie .
* Aandacht voor atypische of ongewone gedragingen, vragen of transacties .
* Verscherpte maatregelen bij politiek prominente personen of bij cliënten die niet fysiek aanwezig zijn .
---
# Preventie van witwassen van geld en financiering van terrorisme door advocaten
### Kernidee
* Advocaten moeten preventieve maatregelen nemen tegen witwassen en terrorismefinanciering binnen hun beroepsactiviteiten .
* Dit omvat specifieke situaties zoals het bijstaan bij vastgoedtransacties, vermogensbeheer, en het oprichten/beheren van vennootschappen .
### Kernfeiten
* Het toepassingsgebied omvat bijstand bij aan- of verkoop van onroerend goed/bedrijven, vermogensbeheer, bank/spaarbeginsel, oprichting/beheer van vennootschappen, en financiële/vastgoedverrichtingen .
* Identificatieplicht geldt bij zakelijke relaties, transacties van 10.000 euro of meer, vermoedens van witwassen/terrorismefinanciering, en twijfel over eerdere gegevens .
* Verplichting tot identificatie van lasthebbers en uiteindelijke begunstigden .
* Inwinning van informatie over doel en aard van de zakelijke relatie .
* Bestendige waakzaamheid ten opzichte van de zakelijke relatie en onderzoek van verrichtingen/oorsprong van fondsen .
* Verkregen informatie moet doorlopend geactualiseerd worden .
* Herhaalde identificatieprocedures zijn nodig voor cliënten die na enige jaren opnieuw komen .
* Advocaten moeten bijzondere aandacht besteden aan atypische of ongewone gedragingen/vragen/transacties .
* Verscherpte waakzaamheidsmaatregelen zijn vereist bij cliënten die niet fysiek aanwezig zijn of politiek prominente personen zijn .
* Er dient een acceptatieprocedure voor cliënten te zijn, aangepast aan de kantooromvang .
* Mogelijk beroep op nationale en internationale informatiebronnen over cliënten .
* Aandacht voor fondsen uit onverwachte bronnen, wijzigingen in cliëntactiviteit, gebrek aan zakelijke verantwoording, en operaties in baar geld of via onduidelijke rekeningen .
* Indien de cliënt weigert informatie te verstrekken, mag de advocaat geen zakelijke relatie aangaan of de tussenkomst beëindigen .
* Uitzondering op meldingsplicht geldt bij bepaling rechtspositie, verdediging in rechtsgeding, en juridisch advies .
* Bij het aanvatten van samenwerking moet de advocaat de cliënt informeren over het wettelijke kader en interne procedures .
* Melding van vermoedens aan de stafhouder van de balie bij feiten die verband houden met witwassen/terrorismefinanciering .
* In associaties van meer dan 10 advocaten wordt een verantwoordelijke advocaat aangesteld .
* De wet van 18 september 2017 implementeert de vierde anti-witwasrichtlijn en introduceert administratieve en strafrechtelijke sancties .
* Het Grondwettelijk Hof heeft bepaald dat informatie over verdachte verrichtingen die de cliënt op advies van de advocaat weigert uit te voeren, onder het beroepsgeheim valt .
* De vijfde anti-witwasrichtlijn verlaagt de vrijstellingsdrempels voor identificatie naar 150 euro .
### Kernconcepten
* **Cliëntidentificatie:** Verificatie van identiteit aan de hand van bewijsstukken .
* **Uiteindelijke begunstigde:** De natuurlijke persoon die het eindresultaat van de cliëntgenot geniet .
* **Bestendige waakzaamheid:** Voortdurend onderzoek van de zakelijke relatie en verrichtingen .
### Implicaties
### Tip
### Voorbeeld
---
# beslag onder derden in handen van een advocaat en derdenrekening
### Kernidee
* Derdenbeslag bij advocaten vereist specifieke regels vanwege het beroepsgeheim en de aard van de derdenrekening.
* De derdenrekening is een speciaal instrument om gelden van cliënten en derden gescheiden te houden van het vermogen van de advocaat.
### Kernfeiten
* Advocaten die derdengelden ontvangen, moeten deze op een aparte "derdenrekening" bij een bank deponeren .
* Deze derdenrekening is onderworpen aan toezicht door de Orde van Advocaten .
* De derdenrekening moet gescheiden blijven van alle andere rekeningen van de advocaat .
* Gelden die langere tijd geïmmobiliseerd blijven, moeten op een specifieke rubriekrekening worden gestort .
* Een rubriekrekening is specifiek verbonden aan een bepaalde cliënt of zaak .
### Kernconcepten
* **Derdenbeslag:** Beslag op gelden of zaken die een derde (de advocaat) verschuldigd is aan de debiteur van de beslagleggende schuldeiser .
* **Afgifteverbod:** De derde-beslagene mag de beslagen goederen niet meer uit handen geven aan de schuldenaar .
* **Verklaring van derde-beslagene:** De derde-beslagene moet tijdig een verklaring afleggen over de verschuldigde som .
* **Afgifteplicht:** De derde-beslagene is gehouden het beslagen bedrag af te geven aan de beslagleggende schuldeiser .
* **Beroepsgeheim:** De advocaat kan het beroepsgeheim inroepen bij de verklaring van derde-beslagene .
* **Derdenrekening:** Een bankrekening geopend op naam van de advocaat of zijn vennootschap voor het beheren van gelden bestemd voor cliënten of derden .
* **Rubriekrekening:** Een geïndividualiseerde rekening voor een specifiek dossier of cliënt .
### Implicaties
* Gelden op een derdenrekening maken juridisch deel uit van het vermogen van de advocaat, tenzij wettelijk anders bepaald .
* Persoonlijke schuldeisers van een advocaat kunnen onder bepaalde omstandigheden beslag leggen op het creditsaldo van de derdenrekening .
* Wetgeving is aangepast (art. 446quater Ger.W.) om derdengelden op derdenrekeningen beter te beschermen tegen samenloop .
* De wet van 4 februari 2020 heeft de kwaliteitsrekening (waaronder derdenrekeningen) expliciet erkend als afgescheiden van het vermogen van de rekeninghouder .
- > **Tip:** De bescherming van gelden op derdenrekeningen is versterkt door wetswijzigingen om de specifieke aard van deze kwaliteitsrekeningen te waarborgen
---
# Informatieplicht en ereloonberekening van de advocaat
### Kernidee
* De advocaat heeft een precontractuele informatieplicht over de berekening van ereloon en kosten .
* De invloed van de Wet Marktpraktijken en consumentenbescherming (WER) op vrije beroepers is aanzienlijk .
* Het verbod op 'pactum de quota litis' en 'no cure, no pay' regelt de afhankelijkheid van ereloon van resultaat .
### Belangrijke feiten
* Vroeger was de bepaling van het ereloon een 'partijbeslissing' van de advocaat .
* De Wet van 2 augustus 2002, later vervangen door Boek XIV WER (nu Boek VI WER), legde regels op voor honoraria .
* Boek VI WER bevat strikte regels voor consumenteninformatie, met name over prijzen .
* De informatieplicht geldt voor zowel schriftelijke als mondelinge bedingen .
* Het WER voorziet niet expliciet in een voorlichtingsplicht over het honorarium en de kosten .
* Niet informeren over reeds gekende of kenbare kosten (bv. deurwaarderskosten) is een schending .
* Het verbod 'pactum de quota litis' verbiedt een deel van de opbrengst als ereloon overeen te komen .
* Het verbod 'no cure, no pay' stelt het honorarium niet rechtstreeks afhankelijk van het behaalde resultaat .
* In principe wordt de verliezende partij verwezen in de kosten, maar niet in het advocatenereloon .
* De advocaat heeft toelating van de stafhouder nodig voor invordering van ereloon .
* Een advocaat die gemachtigd is om te dagvaarden, moet zich laten vertegenwoordigen door een confrater .
* Betwisting van ereloon kan via taxatie bij de Raad van Orde, gerechtelijke weg of arbitrage .
* De Raad van Orde heeft een eenzijdige controle-opdracht en kan niet oordelen over fouten .
* Reclame voor advocaten was lange tijd verboden, maar is thans toegelaten met deontologische regels .
* De Codex Deontologie (art. 82-88) regelt publiciteitsregels .
* Publiciteit mag niet misleidend zijn en moet transparant zijn over tarieven .
* Er is een verbod op afwerving van cliënten in lopende zaken .
* Succescijfers en concrete gegevens over behandelde zaken zijn niet toegelaten in reclame .
### Kernconcepten
* **Informatieplicht:** Verplichting van de advocaat om cliënten duidelijk te informeren over ereloonberekening en kosten .
* **Pactum de quota litis:** Overeenkomst waarbij het ereloon een deel van de opbrengst van de zaak is .
* **No cure, no pay:** Beding waarbij het honorarium afhankelijk is van het behaalde resultaat .
* **Rechtsplegingsvergoeding:** Forfaitaire vergoeding van advocatenereloon ten laste van de verliezende partij .
### Implicaties
---
# Regulering van reclame en publiciteit door advocaten
### Kernidee
* Reclame en publiciteit door advocaten is evolueerde van een totaalverbod naar een gereguleerde vorm, beïnvloed door Europese regelgeving en economische realiteit .
* De regels zijn vastgelegd in de Codex Deontologie voor Advocaten .
### Belangrijke feiten
* Oorspronkelijk gold in België een algeheel reclameverbod voor advocaten .
* Europese rechtspraak (EHRM in Casado Coca/Spanje) introduceerde het recht op vrije meningsuiting, ook voor commerciële informatie .
* Mededingingsregels werden een argument tegen het reclameverbod, met een rol voor de Europese Commissie en het Gerecht van Eerste Aanleg .
* De wet van 14 mei 2014 regelt reclame door vrije beroepers, met verbod op misleidende reclame en voorwaarden voor vergelijkende reclame .
* Het Reglement van 4 juni 2003 van de Orde van Vlaamse Balies introduceerde het principe van vrije publiciteit .
* Deze regels zijn overgenomen in de Codex Deontologie (artt. 82-88) .
* De omgang met media door advocaten is ook gereguleerd, met specifieke regels voor optreden als commentator of raadsman .
### Belangrijke concepten
* **Vrijheid van meningsuiting**: Artikel 10 EVRM waarborgt het recht op vrije meningsuiting, ook commercieel, en is van toepassing op advocaten .
* **Vrijheid van mededinging**: Het reclameverbod werd getoetst aan mededingingsregels als concurrentiebeperkende maatregel .
* **Deontologische voorschriften**: Strikte regels die de waardigheid en eer van het beroep waarborgen .
* **Misleidende reclame**: Altijd verboden, ongeacht het beroep .
* **Vergelijkende reclame**: In beginsel geoorloofd onder strikte voorwaarden, maar vaak feitelijk verboden .
* **Sub judice principe**: Betreft het publiceren over lopende gerechtelijke zaken, wat gereguleerd is .
### Implicaties
* Advocaten kunnen publieke optredens doen en hun titel gebruiken, mits respect voor waardigheid en deontologie .
* Uitingen in de media vallen niet onder de immuniteit van het pleidooi .
* Bij uitlatingen aan de media moet men waakzaam zijn voor het vermoeden van onschuld en rechten van betrokkenen .
* Toestemming van de cliënt is vereist voor publieke mededelingen in lopende zaken .
- > **Tip:** De Codex Deontologie bevat de actuele regels inzake publiciteit en media
- Controleer deze altijd voor de meest accurate informatie
- > **Voorbeeld:** Advocaten mogen in hun publiciteit geen succescijfers vermelden, maar wel tarieven mits transparant en volledig
---
# Deontologie en tuchtrecht van notarissen
### Core idea
* Tuchtrecht handhaaft beroepsplichten en kan ook ongeschreven regels sanctioneren .
* Deontologie voor notarissen omvat specifieke regels voor hun rol als ambtenaar en dienstverlener .
* De wet van 2022 heeft het tuchtrecht voor notarissen hervormd en verplaatst naar het Gerechtelijk Wetboek .
### Key facts
* Het tuchtrecht voor notarissen is sinds 1 januari 2024 geregeld in het Gerechtelijk Wetboek .
* De Nationale Kamer van Notarissen stelt algemene deontologische regels vast en deelt deze met de Koning .
* Genootschappen van notarissen stellen regels op voor de notariële praktijk, met goedkeuring van de Koning .
* Kamers van notarissen hadden vroeger tuchtrechterlijke bevoegdheden, maar nu niet meer .
* De notaris moet gedrag vermijden dat het vertrouwen schaadt of de waardigheid van het ambt aantast .
* De notaris is in principe verplicht diensten te verlenen wanneer hij daartoe verzocht wordt .
### Key concepts
* Deontologie voor advocaten omvat geschreven en ongeschreven regels die de eer en waardigheid van het beroep waarborgen .
* Nieuw tuchtrecht voor advocaten vereenvoudigt en professionaliseert procedures via schaalvergroting .
* De deontologische code voor het notariaat, goedgekeurd in 2004, bevat belangrijke regels, maar geen uitputtende opsomming .
* Ongeschreven morele plichten, zoals oprechtheid en discretie, zijn erkend als beroepsplichten .
* Verplichte ambtsweigering voor notarissen omvat vier specifieke gevallen .
* Het College van Toezicht biedt externe controle op de toepassing van de deontologie door advocaten .
### Implications
* Tuchtrechters kunnen ook gedrag sanctioneren dat niet expliciet in een formele tekst is omschreven .
* De hervorming van 2006 legde de focus op het waarborgen van een behoorlijke beroepsuitoefening in het algemeen belang .
* De deontologische code is bindend en toepasselijk op notarissen, kandidaat-notarissen en ere-notarissen .
* Klachten van derden tegen notarissen worden behandeld door de kamers van notarissen .
* De notaris moet weigeren akten te verlijden die strijdig zijn met openbare orde of derden misleiden .
### Common pitfalls
* Het beginsel ‘nullum crimen sine lege’ kan niet worden ingeroepen in tuchtzaken van advocaten .
* Notarissen mogen hun ambt niet uitoefenen buiten hun gerechtelijk arrondissement, behalve in specifieke gevallen .
---
# De plichten en weigeringsgronden van de notaris
### Verplichte ambtsweigering (artikel 3 Deontologische Code)
* De notaris moet ambt weigeren als de akte strijdig is met openbare orde of derden misleidt .
* Voorbeelden: overtreden Ventôsewet, verkoop tussen echtgenoten, schenden voorkeurrecht, valse verklaringen over hypothecaire toestand .
* Weigering indien partijen handelen met miskenning van rechten van derden of overheid .
* Prioriteit aan voorkomen van onwettigheid of bedrog jegens particulieren of de staat .
* Prijsbewimpeling en fiscale fraude zijn voorbeelden van miskenning rechten staat .
* De notaris moet weigeren indien hij ratione loci of ratione materiae onbevoegd is .
* Uitzondering: ambt verlenen buiten arrondissement indien partijen fysiek niet kunnen verplaatsen .
* Weigering indien de akte niet kan verleden worden zonder schending wettelijke verplichtingen of Deontologische Code .
* Dit geldt tevens voor authentificatie van overeenkomsten buiten de normale juridische bekwaamheid .
* Ook voor het authentiek verklaren van vaststellingen die geen rechtsgevolg hebben .
### Andere weigeringsgevallen en uitstel van ambtsverlening
* Notaris moet weigeren indien hij niet geprovisioneerd is .
* Principieel kan de notaris weigeren bij akten strijdig met billijkheid of met risico op schade, tegen zijn advies in .
* Uitstel van ambtsverlening is mogelijk tot vervulling formaliteiten zoals fiscale of hypothecaire opzoekingen .
### Authenticiteit en bewijskracht
* De notaris moet voldoen aan de eisen van authenticiteit door feiten en verklaringen trouw te beschrijven .
* Valsheid in openbare geschriften is een ernstige fout; verdraaiing waarheid is onaanvaardbaar .
* Voorbeelden van valsheid: toevoegingen na verlijden, valse volstorting aandelen, valse vermeldingen in akten .
* Bewijs van valsheid via strafrechter of burgerlijke rechter .
* Wat notaris zelf vaststelt, wordt gedekt door authenticiteit tenzij bewezen valsheid .
* Bewijskracht van verklaringen van partijen strekt tot juistheid van hun relaas, niet tot inhoud .
* Notaris moet weigeren als verklaring vals is, nadeel berokkent, of juistheid geverifieerd moet worden .
* Niet mogelijk voor notaris om juistheid van louter feitelijke situaties te controleren .
### Diligentie en organisatie
* Notaris moet beschikbaar zijn, diligent handelen en kantoor organiseren met voldoende middelen .
* Verplichting tot afhandeling binnen redelijke termijn geldt ook voor gerechtelijk aangestelde boedelnotaris .
---
## De plichten en weigeringsgronden van de notaris (deel 2)
### Specifieke regels inzake vastgoedbemiddeling
* Notaris die vastgoedbemiddeling doet, moet notariële praktijkregels respecteren .
* Reglement van 20 juni 2006 regelt bemiddeling bij verkoop van onroerende goederen .
* Toegelaten om onroerende goederen te koop te stellen indien opdracht samenhangt met ambtsverrichting .
* Vastgoedbemiddeling mag geen hoofdactiviteit zijn, enkel bijkomstig aan aktenverlijden .
* Handelen dient gematigd, onpartijdig, objectief, correct en transparant te gebeuren .
* Prospectie voor verkoopsopdrachten is verboden .
* Opdracht niet aanvaarden indien erkend makelaar reeds belast is .
* Rechtbank oordeelde dat vastgoedbemiddeling legitiem is als bijkomstig karakter .
* Positieve demarches om cliënteel op te bouwen zijn niet toegelaten .
### Vereisten voor de verkoopsopdracht bij vastgoedbemiddeling
* Schriftelijke mandatering door eigenaar of vertegenwoordiger is vereist .
* Opdracht moet bevatten: modaliteiten verkoop, publiciteit (incl. kosten), bemiddelingsloon en voorwaarden, verklaring over gelijkaardige opdrachten .
* Bij gebrek aan schriftelijke opdracht mag geen loon aangerekend worden .
* Opdracht maximaal zes maanden geldig, zonder stilzwijgende verlenging .
* Bemiddelingsloon is vrij overeen te komen, maximaal twee percent van verkoopprijs .
### Specifieke regels bij algemene bemiddeling
* Notaris die bemiddelt, volgt deontologische regels van Nationale Kamer .
* Reglement inzake bemiddeling van 7 oktober 2003 is van toepassing .
* Bemiddeling is een conflict oplossingsmethode waarbij notaris partijen bijstaat tot gezamenlijk akkoord .
* Notaris-bemiddelaar moet erkend zijn door bevoegde instantie .
* De notaris mag geen bepaalde oplossing opdringen; oplossing blijft in handen van partijen .
* Bemiddeling kan vrijwillig of proceduregebonden zijn .
* Notaris-bemiddelaar waarborgt onafhankelijkheid en onpartijdigheid .
* Tijdens bemiddeling mag notaris geen andere opdrachten van partijen aanvaarden zonder hun akkoord .
* Beroepsgeheim en vertrouwelijkheid van dossier blijven gelden, enkel ophefbaar met instemming .
---
# De deontologische plichten van de notaris tegenover zijn cliënten
### Kernidee
* De notaris heeft deontologische plichten tegenover zijn cliënten, vastgelegd in de Code (art. 9-16) en andere wetsbepalingen .
* Deze plichten omvatten eerlijkheid, verzoening, informatie en raadgeving, onpartijdigheid, en beroepsgeheim/discretie .
### Kernfeiten
* Volkomen eerlijkheid is vereist; raad mag nooit ingegeven zijn door eigenbelang .
* De notaris poogt steeds de partijen te verzoenen, zelfs bij gerechtelijke opdrachten, zonder zijn bemiddelende positie in gevaar te brengen .
* De notaris licht partijen volledig in over hun rechten, plichten en lasten bij rechtshandelingen .
* Hij geeft onpartijdig raad, zelfs aan partijen die een andere notaris hebben gekozen .
* Het beroepsgeheim beschermt ‘geheime informatie’ die bij uitoefening van het ambt werd toevertrouwd .
* Voor andere informatie geldt een discretieplicht, waarbij nutteloze mededeling van vertrouwelijke, niet-geheime informatie wordt vermeden .
* De notaris mag zich niet verzetten tegen toezicht door tuchtoverheden .
### Kernconcepten
* **Verbod van eigenbelang:** Voorbeelden zijn verboden bij wet (bv. art. 1596-1597 BW) en regels rond consignatie van gelden .
* **Verzoeningsopdracht:** Dit is een essentiële taak om partijen te helpen bij zelfoplossing en communicatie .
* **Informatie- en raadgevingsplicht:** Bestaat uit onderzoeksplicht, formaliteiten na akte, en een algemene voorlichtingsplicht .
* **Onderzoeksplicht:** Omvat onderzoek naar fiscale, stedenbouwkundige en zekerheidstoestand van onroerend goed, en controle van partijverklaringen .
* **Onpartijdigheid:** Vereist een volkomen onpartijdige houding bij dossiers en akten, zelfs bij tegenstrijdige belangen .
* **Beroepsgeheim:** Beschermt geheime informatie toevertrouwd tijdens de ambtuitoefening; wettelijke uitzonderingen bestaan (bv. art. 458 Sw.) .
* **Discretieplicht:** Voorkomt onnodige bekendmaking van niet-geheime, vertrouwelijke informatie die uit openbare akten blijkt .
### Implicaties
* Tegenstrijdige belangen of onevenwichtige bedingen moeten gemeld worden, met behoud van vrije keuze voor partijen .
* De notaris moet de juridische, fiscale en economische risico's van transacties benoemen .
* De notaris is verplicht zijn juridische kennis actueel te houden en bij te scholen .
* Zelfs bij wisseling van notaris blijft de plicht tot informatieverlening bestaan bij dreiging van benadeling .
* Witwaswetgeving legt een aangifteplicht op bij vermoeden van witwasoperaties .
* De notaris mag bij wijziging huwelijksvermogensstelsel geen boedelbeschrijving overmaken aan schuldeisers .
- > **Tip:** De draagwijdte van de raadgevingsplicht kan verschillen afhankelijk van de mate waarin de notaris de persoonlijke situatie van de cliënt kent
- > **Tip:** De notaris wordt niet geacht spontaan te informeren naar alle mogelijke feitelijke gegevens, maar mag niet blindelings vertrouwen op verstrekte informatie
---
# Het Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) en de deontologie van bedrijfsjuristen
### Kernidee
* Het IBJ is een wettelijk erkende beroepsorde die tot doel heeft rechtsconform gedrag binnen ondernemingen te bevorderen .
* Het IBJ stelt deontologische regels vast voor bedrijfsjuristen en ziet toe op de naleving ervan .
### Belangrijke feiten
* Bedrijfsjuristen bestaan in België sinds de jaren '50, met de oprichting van het IBJ in 2000 .
* De wet van 1 maart 2000, gewijzigd op 9 maart 2023, verankert de positie en moderniseert het statuut van de bedrijfsjurist .
* Het IBJ stelt een ledenlijst op, organiseert opleidingen en behartigt de belangen van het beroep .
* Juridische adviezen van bedrijfsjuristen zijn vertrouwelijk en beschermd tegen beslag of inzage .
* De titel van bedrijfsjurist is beschermd .
* Het IBJ heeft organen voor tuchtrecht in eerste aanleg en beroep, voorgezeten door magistraten .
* Tuchtzaken worden behandeld door het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen en de kamer van notarissen .
* De tuchtraad, met een Nederlandstalige en Franstalige kamer, is bevoegd voor tuchtzaken tegen notarissen en gerechtsdeurwaarders .
* Tuchtsancties variëren van terechtwijzing tot afzetting .
* De preventieve schorsing van een notaris is mogelijk bij ernstige vermoedens en kennelijk gevaar .
### Kernconcepten
* **Bedrijfsjurist:** Een jurist in dienstverband bij een onderneming, die juridische studies en adviezen verstrekt, akten opstelt en bijstand verleent .
* **Beroepsgeheim/Confidentialiteit:** De door de bedrijfsjurist verstrekte adviezen, de correspondentie daaromtrent en voorbereidende documenten zijn vertrouwelijk .
* **Intellectuele onafhankelijkheid:** Essentieel voor de bedrijfsjurist bij het verlenen van juridisch advies aan zijn werkgever .
* **Tuchtrecht:** Het systeem van regels en sancties voor de naleving van de deontologie van notarissen en gerechtsdeurwaarders .
### Implicaties
* De erkenning van de vertrouwelijkheid van bedrijfsjuristenadviezen moedigt interne consultatie aan en bevordert naleving van wetgeving .
* De wet verduidelijkt de missie van het IBJ en ondersteunt de leden in hun beroepsuitoefening .
* Juristen werkzaam in marketing of verkoop, of extern georiënteerde juristen, kunnen niet de titel van bedrijfsjurist voeren .
* Het bezwaar dat bedrijfsjuristen geen onafhankelijk oordeel kunnen hebben wegens juridische ondergeschiktheid wordt weerlegd door het concept van functionele onafhankelijkheid .
* De bedrijfsjurist heeft het recht de uitvoering van een onwettige opdracht te weigeren .
- > **Tip:** De invoering van het IBJ en de wetgeving rond bedrijfsjuristen markeren een belangrijke stap in de erkenning en professionalisering van dit juridische beroep in België
- > **Tip:** Hoewel bedrijfsjuristenadviezen vertrouwelijk zijn, kunnen zij zich niet verschuilen achter deze plicht om onwettige praktijken toe te dekken
---
# Beroepsgeheim en de confidentialiteit van bedrijfsjuristen
### Kernidee
* Bedrijfsjuristen moeten informatie die ze verkrijgen beschermd zien door beroepsgeheim voor effectieve uitoefening van hun functie .
* Zonder deze waarborg van confidentialiteit kunnen bedrijfsjuristen hun opdrachten niet volledig uitvoeren .
* Dit geldt zowel in de relatie met de werkgever als tussen bedrijfsjuristen onderling .
### Belangrijkste feiten
* Artikel 5 van de wet van 9 maart 2023 bepaalt dat door de bedrijfsjurist verstrekte adviezen vertrouwelijk zijn .
* Deze vertrouwelijkheid strekt zich uit tot interne correspondentie over adviesverzoeken, ontwerpadviezen en voorbereidende documenten .
* Oorspronkelijk was er discussie over de directe toepasbaarheid van artikel 458 Sw. op bedrijfsjuristen .
* De wet van 1 maart 2000 verwees niet langer naar artikel 458 Sw. maar stelde dat bedrijfsjuristen bij juridisch advies onderworpen zijn aan een beroepsgeheim .
* Overtreding van artikel 5 van de wet is niet strafrechtelijk gesanctioneerd volgens de Minister van Justitie .
* De confidentialiteit blijft beperkt tot juridische adviezen verstrekt aan de werkgever in het kader van de functie van juridisch raadsman .
### Belangrijkste concepten
* **Legal Professional Privilege (LPP):** Het vertrouwelijkheidsbeginsel dat van toepassing is op juridische communicatie .
* **Functie van juridisch raadsman:** Essentieel voor de toepassing van de confidentialiteit van adviezen .
* **Onafhankelijkheid van de advocaat:** Een cruciaal criterium voor het bestaan van LPP, met name het ontbreken van een dienstverband .
* **Interne correspondentie:** Specifiek gedefinieerd in artikel 5 en beschermd onder voorwaarden .
### Implicaties
* Bedrijfsjuristen kunnen zich niet achter hun geheimhoudingsplicht verschuilen om onwettige praktijken te bedekken .
* Het arrest Akzo Nobel van 14 september 2010 oordeelde dat bedrijfsjuristen zich op Europees niveau niet kunnen beroepen op confidentialiteit van hun adviezen aan de werkgever bij kartelcontroles .
* Deze uitspraak belemmert de rol van bedrijfsjurist als "compliance officer" .
* Op nationaal Belgisch niveau, na het arrest van het Hof van Beroep te Brussel (6 april 2011), wordt het LPP voor Belgische bedrijfsjuristen ruimer geïnterpreteerd .
* Enkel bij inspecties door ambtenaren van de Europese Commissie kan een bedrijfsjurist geen LPP inroepen voor zijn geschriften .
### Veelvoorkomende valkuilen
* Juridische adviezen omvatten niet ontwerp-overeenkomsten of notulen van vergaderingen, tenzij deze ter voorbereiding van een advies zijn opgesteld .
* Briefwisseling die enkel informatie bevat en geen juridisch advies, is niet beschermd .
* Indien advies niet onder de verantwoordelijkheid van een bedrijfsjurist is verleend, dient het mede ondertekend te worden om confidentialiteit te garanderen .
---
# Het statuut, de benoeming en de wettelijke taken van de gerechtsdeurwaarder
### Kernidee
* De gerechtsdeurwaarder is een openbaar ambtenaar en ministerieel officier, belast met specifieke gerechtelijke en ministeriële taken, en functioneert onder het statuut van een vrij beroep.
* De overheid heeft een deel van haar openbare macht overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder voor betekeningen en gedwongen tenuitvoerleggingen.
* Hij staat persoonlijk ten dienste van het publiek, is gebonden door beroepsgeheim en onderworpen aan een tuchtsysteem.
### Benoeming en eed
* Kandidaat-gerechtsdeurwaarders worden jaarlijks door de Koning benoemd op basis van een diploma rechten, gedrag, Belgische nationaliteit, en een stagecertificaat na twee jaar stage.
* Om tot gerechtsdeurwaarder benoemd te worden, moet men minstens drie jaar kandidaat-gerechtsdeurwaarder zijn en een aanvraag indienen bij de Minister van Justitie.
* De Minister van Justitie vraagt advies aan de procureur des Konings en de arrondissementskamer, waarna de benoemingscommissie een rangschikking opstelt.
* De benoeming door de Koning bepaalt het gerechtelijk arrondissement waar de gerechtsdeurwaarder zijn ambt uitoefent en één kantoor moet houden.
* Binnen een maand na benoeming legt de gerechtsdeurwaarder de eed af van trouw aan de Koning en gehoorzaamheid aan de Grondwet en wetten.
### Wettelijke taken
* Gerechtsdeurwaarders hebben exclusieve bevoegdheden en een ministerieplicht voor bepaalde taken, die zij in principe niet mogen weigeren.
* Kernmonopolietaken omvatten:
* Het opstellen en betekenen van exploten en de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen of uitvoerbare titels.
* Het invorderen van onbetwiste geldschulden.
* Fungeren als aangewezen autoriteit voor adresonderzoek conform de Betekeningsverordening 2020/1784.
* Het verrichten van vaststellingen van materiële feiten, die authentiek zijn wat de zintuiglijk waarneembare gegevens betreft.
* Het opmaken van protesten tegen wisselbrieven, orderbrieven en bankcheques.
* Gerechtelijke openbare verkopen van roerende goederen en schepen bij gedwongen tenuitvoerlegging.
* De vrijwillige openbare verkopingen van roerende zaken (gedeeld monopolie met notarissen).
* Het kennis nemen en registreren van berichten betreffende verzet, beslag, etc. (gedeeld monopolie).
* Naast monopolietaken hebben gerechtsdeurwaarders residuaire bevoegdheden, zoals het lichten van uitgiften, optreden als sekwester, of het verlenen van rechtskundige adviezen.
* Tussenkomsten kunnen onderverdeeld worden in buitengerechtelijke en gerechtelijke interventies.
### Gerechtelijke tussenkomsten
* Enkel gerechtsdeurwaarders mogen exploten opstellen, betekenen en gerechtelijke beslissingen ten uitvoer leggen.
* Zij zijn in principe verplicht in te gaan op verzoeken voor deze monopolietaken, tenzij wettelijke weigeringsgronden van toepassing zijn.
- Weigeringsgronden zijn onder meer wettelijke beletsels (plaats, tijd, bestemmeling), persoonlijke onmogelijkheid, onwil tot betaling van provisie, strijdigheid met openbare orde of goede zeden, of een verbod door de syndicus mits
- Gerechtsdeurwaarders mogen niet optreden voor of tegen zichzelf, echtgenoot, samenwonende partner, of bloed- en aanverwanten tot in de vierde graad, noch voor rechtspersonen waarin deze personen een meerderheid van de
### Bewijswaarde van vaststellingen
* Vaststellingen door gerechtsdeurwaarders in het kader van hun openbaar ambt hebben een authentieke waarde die alleen door valsheidsvordering kan worden betwist.
### Fouten van de gerechtsdeurwaarder en overmacht
### Betekening en vaststelling
---
### Kernideeën
* De gerechtsdeurwaarder is gebonden aan de wettelijke taken en mag niet buiten zijn bevoegdheid treden of feiten uitlokken .
* Bij de tenuitvoerlegging van vonnissen of akten geldt een zorgvuldigheidsplicht, ook al is de gerechtsdeurwaarder gemachtigd .
* Buitengerechtelijke tussenkomsten kennen geen ministerieplicht; de gerechtsdeurwaarder gaat niet automatisch in op elk verzoek .
### Kernfeiten
* Een akte van vaststelling die feiten uitlokt, verliest haar bijzondere bewijswaarde .
* De gerechtsdeurwaarder mag verklaringen uitlokken indien dit een noodzakelijke aanvulling is op zijn vaststelling .
* De overhandiging van een uitgifte van een vonnis of akte is een volmacht voor alle tenuitvoerleggingen .
* Wettelijke beperkingen op beslag omvatten onbeslagbare roerende goederen en inkomsten .
* Het collectief karakter van beslag vereist voorafgaande consultatie van beslagberichten .
* Indien de waarde van beslagbare goederen nauwelijks de kosten dekt, moet de opdrachtgever geraadpleegd worden .
* Bij beslag op roerende goederen moet de opdrachtgever geconsulteerd worden als een samenwonende derde eigendomsbewijzen voorlegt .
* De gerechtsdeurwaarder mag ingaan op een aanvaardbaar voorstel tot afbetaling .
* Raadpleging van het bestand van berichten is verplicht indien een uitvoerend roerend beslag werd gelegd .
* De gerechtsdeurwaarder bevraagt de beslaglegger van een eerdere inbeslagname voor een uittreksel van het beslag .
* Een gemeengemaakt beslag wordt betekend op basis van een beslag dat niet ouder is dan drie jaar .
### Kernconcepten
* **Bevoegdheidsoverschrijding:** Handelen buiten de wettelijke grenzen, wat de bewijswaarde van akten aantast .
* **Voorzichtigheidsplicht/Zorgvuldigheidsplicht:** De verplichting om niet blindelings instructies uit te voeren en rekening te houden met omstandigheden en mogelijke fouten .
* **Misbruik van beslagrecht:** Onjuiste of buitensporige toepassing van beslagmaatregelen .
* **Collectief karakter van beslag:** Het principe dat bij meerdere schuldeisers rekening gehouden wordt met eerdere beslagen .
* **Ministerieplicht:** De wettelijke verplichting om ambtshalve bepaalde handelingen te verrichten .
* **Buitengerechtelijke tussenkomsten:** Opdrachten die de gerechtsdeurwaarder buiten een gerechtelijke procedure kan uitvoeren .
### Implicaties
* Een gerechtsdeurwaarder die zich te veel identificeert met de belangen van de opdrachtgever, verliest zijn onafhankelijke positie .
* Naleving van de zorgvuldigheidsnormen is essentieel om fouten te vermijden die tot schadeherstel kunnen leiden jegens derden .
* De procedure van gemeengemaakt beslag zorgt voor een gecoördineerde aanpak bij meerdere beslagen .
* Bij buitengerechtelijke taken heeft de gerechtsdeurwaarder meer discretionaire bevoegdheid .
---
# De rol en plichten van de gerechtsdeurwaarder bij tenuitvoerlegging en buitengerechtelijke interventies
### Kernidee
* De gerechtsdeurwaarder combineert de rol van uitvoerend ambtenaar met een informatie- en bemiddelingsplicht .
* Hij handelt buiten wettelijke bevoegdheid als hij feiten uitlokt en deze vaststelt .
* Bij buitengerechtelijke interventies is er geen ministerieplicht; de deurwaarder hoeft niet altijd op verzoeken in te gaan .
### Kernfeiten
* De overhandiging van de uitgifte van een vonnis of akte geldt als volmacht voor tenuitvoerleggingen .
* Wettelijke beperkingen op beslag omvatten onbeslagbare roerende goederen en inkomsten .
* Het collectief karakter van beslag vereist voorafgaande consultatie van beslagberichten .
* De gerechtsdeurwaarder is geen blinde uitvoeringsagent en moet voorzichtigheid betrachten .
* Bij roerend beslag en onvoldoende waarde voor kosten, dient de deurwaarder de opdrachtgever te informeren .
* Deurwaarders kunnen buitengerechtelijk optreden bij geldschulden, als minnelijke schuldbemiddelaar en in familiezaken .
* Een informatieblad over beschikbare oplossingen voor schuldenaars moet bij dagvaardingen en vonnissen worden gevoegd .
* Deurwaarders moeten onpartijdigheid en onafhankelijkheid waarborgen, ook bij het informeren van beide partijen .
* Diensten worden verleend volgens een wettelijk tarief; resultaatvergoedingen zijn in de gerechtelijke fase niet toegestaan .
* Deurwaarders zijn gebonden aan beroepsgeheim en discretieplicht .
### Kernconcepten
* **Zorgvuldigheidsplicht:** Deurwaarders moeten handelen zoals een normaal zorgvuldige collega in dezelfde omstandigheden .
* **Misbruik van beslagrecht:** Kan voorkomen bij beslagbare goederen, aantal en omvang van beslagen .
* **Collectief beslag:** Vereist raadpleging van het bestand van berichten (art. 1391, §2 Ger.W.) .
* **Informatieplicht:** Jegens opdrachtgever en schuldenaar over dreigende insolvabiliteit, kosten en mogelijkheden .
* **Bemiddelende rol:** Deurwaarders streven naar minnelijke oplossingen en wijzen op bemiddelingsmogelijkheden .
* **Deontologische code:** Een normerend kader dat onafhankelijkheid, onpartijdigheid en dienstverlening aan het algemeen belang benadrukt .
* **Preventieve schorsing:** Kan worden opgelegd bij ernstige vermoedens en gevaar voor derden of de beroepsreputatie .
### Implicaties
* Een deurwaarder die feiten uitlokt, kan geen bijzondere bewijswaarde ontlenen aan zijn akte .
* Naleving van de zorgvuldigheidsnormen kan leiden tot aansprakelijkheid voor schade aan derden bij tekortkoming .
* Deurwaarders moeten een evenwicht zoeken tussen de belangen van schuldeiser en schuldenaar .
* Het niet naleven van de plicht tot raadpleging van beslagberichten kan leiden tot de inroeping van artikel 866 Ger.W. .
* Buitensporige bedingen in algemene voorwaarden van opdrachtgevers moeten worden geweigerd of herleid .
### Tips
---
# De hervorming van de tuchtprocedure voor gerechtsdeurwaarders
### Core idea
* De tuchtprocedure voor gerechtsdeurwaarders is hervormd met de wet van 22 november 2022, ingaande 1 januari 2024 .
* Onderzoek en vervolging worden toevertrouwd aan een auditoraat, beslissingen over straffen aan een tuchtraad .
* Een nieuw boek IVbis in het Gerechtelijk Wetboek regelt de tucht voor notarissen en gerechtsdeurwaarders .
### Key facts
* Tuchtstraffen kunnen worden opgelegd bij gedrag dat afbreuk doet aan de waardigheid of bij plichtsverzuim .
* Tuchtstraffen omvatten terechtwijzing, blaam, geldboete, uitsluiting, schorsing en afzetting .
* De tuchtrechtelijke geldboete varieert van 125 euro tot 25.000 euro .
* Uitsluiting uit beroepsorganen kan maximaal vijf jaar duren, bij herhaling tien jaar .
* Afzetting leidt van rechtswege tot verlies van de titel van (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder .
* De tuchtraad kan de uitspraak van een veroordeling opschorten of de uitvoering van een sanctie uitstellen .
* Preventieve schorsing kan worden opgelegd bij ernstige vermoedens en kennelijk gevaar voor derden of de beroepswaardigheid .
* Preventieve schorsing duurt maximaal de duur van de procedure, of maximaal één maand, eenmaal verlengbaar, nog vóór procedure .
### Key concepts
* De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders focust niet langer op tuchtvormigheid, maar op deontologie en wetuitvoering .
* De Nationale Kamer organiseert het auditoraat van de tuchtraad .
* Een auditoraat is opgericht binnen de Nationale Kamer, belast met onderzoek en vervolging .
* Het auditoraat heeft een nationale bevoegdheid met Nederlandstalige en Franstalige afdelingen .
* De bevoegdheid van de afdelingen hangt af van de taalrol van de gerechtsdeurwaarder of kandidaat .
* Een auditeur mag niet standplaats houden in het arrondissement waar de beschuldigde actief is .
* Het auditoraat onderzoekt klachten van derden of leden, en aangiften van procureur des Konings, arrondissementskamer of nationaal verslaggever .
* Het auditoraat kan klachten seponeren of een minnelijke schikking voorstellen .
### Implications
* Klachten worden nu gericht aan het auditoraat van de tuchtraad .
* De nationale tuchtraad met Nederlandstalige en Franstalige kamers is bevoegd voor notarissen en gerechtsdeurwaarders .
* De Nationale Kamer informeert de betrokken partijen binnen een maand na ontvangst klacht/aangifte .
* Het onderzoek door de auditeur moet binnen drie maanden worden afgerond met een verslag .
* Minnelijke schikkingen kunnen een einde maken aan de onderzoeksprocedure, met beperkingen .
* Een minnelijke schikking is niet mogelijk bij aangifte van de procureur des Konings .
### Common pitfalls
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Tuchtrecht | Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met de disciplinaire maatregelen die kunnen worden opgelegd aan personen die hun ambtsplichten verzuimen of door hun gedrag afbreuk doen aan de waardigheid van hun ambt, met als doel de goede werking van de justitie en het vertrouwen in de instelling te waarborgen. |
| Tuchtrechtbank | Een rechtbank die bevoegd is om tuchtzaken betreffende magistraten te behandelen en tuchtsancties op te leggen, bestaande uit tuchtrechtbanken in eerste aanleg en tuchtrechtbanken in hoger beroep. |
| Lichte tuchtstraffen | Disciplinaire sancties die geen financiële gevolgen hebben voor de gesanctioneerde magistraat, zoals de terechtwijzing en de blaam. |
| Zware tuchtstraffen | Disciplinaire sancties die financiële implicaties hebben voor de gesanctioneerde magistraat, waaronder inhouding van wedde, tuchtschorsing, lagere inschaling, terugzetting, ontslag van ambtswege, ontzetting uit het ambt of afzetting. |
| Ambtsplichten | De taken en verantwoordelijkheden die inherent zijn aan de functie van een magistraat, inclusief de plicht om zich integer, onpartijdig en bekwaam te gedragen in zowel professionele als privéaangelegenheden. |
| Deontologie | Een geheel van fundamentele normen en waarden, met daaruit afgeleide gedragsregels, waaraan een magistraat zich dient te houden in de uitoefening van zijn functie en in zijn privéleven, met als doel een maatschappelijk verantwoorde ambtsuitoefening te verzekeren. |
| Positieve deontologie | Een benadering van deontologie die zich richt op het bevorderen van een maatschappelijk verantwoorde ambtsuitoefening door middel van evaluatie en kwaliteitsverbetering, in plaats van enkel te focussen op sancties bij overtredingen. |
| Ordemaatregel | Een tijdelijke maatregel die door een bevoegde overheid kan worden opgelegd, zoals schorsing in het belang van de dienst, met mogelijke inhouding van wedde, om de goede werking van de dienst te waarborgen tijdens een lopend onderzoek. |
| Openbaar ministerie | Een gerechtelijke instantie die belast is met het vervolgen van strafbare feiten en het handhaven van de rechtsorde, en die in tuchtzaken de rol kan spelen van het aanhangig maken van zaken bij de tuchtrechtbank of het geven van advies. |
| Hoge Raad voor de Justitie | Een onafhankelijk orgaan dat toezicht houdt op de werking van de rechterlijke orde en dat onder andere klachten over magistraten kan ontvangen en doorsturen naar de bevoegde overheden. |
| Beslag onder derden | Een juridische procedure waarbij een schuldeiser beslag legt op een vordering die een derde heeft op zijn schuldenaar. De derde wordt dan verplicht om hetgeen hij aan de schuldenaar verschuldigd is, rechtstreeks aan de schuldeiser te betalen. |
| Derdenrekening | Een specifieke bankrekening die advocaten verplicht zijn aan te houden voor het deponeren van gelden die zij ontvangen voor rekening van hun cliënten of derden. Deze rekening moet gescheiden zijn van hun eigen vermogen en staat onder toezicht van de Orde van Advocaten. |
| Afgifteverbod | De verplichting voor een derde op wiens handen beslag is gelegd, om de bedragen of zaken die hij aan de beslagen debiteur verschuldigd is, niet meer uit handen te geven vanaf de betekening van het derdenbeslag. Schending hiervan kan leiden tot de verklaring dat de derde zelf schuldenaar is voor de oorzaken van het beslag. |
| Verklaring van derde-beslagene | De wettelijke plicht van de derde op wiens handen beslag is gelegd, om binnen een bepaalde termijn (meestal vijftien dagen na betekening) een volledige en nauwkeurige verklaring af te leggen aan de beslagleggende schuldeiser. Hierin moet worden aangegeven of hij de beslagen debiteur schuldig is en zo ja, welk bedrag. |
| Afgifteplicht | De verplichting van de derde-beslagene om, na het verstrijken van de termijn voor de verklaring, het beslagen bedrag af te geven aan de beslagleggende schuldeiser. |
| Beroepsgeheim van de advocaat | Het recht en de plicht van een advocaat om vertrouwelijke informatie die hij van zijn cliënt verkrijgt, niet openbaar te maken. Dit kan van invloed zijn op de verklaring die een advocaat moet afleggen bij derdenbeslag. |
| Rubriekrekening | Een specifieke bankrekening die geopend wordt voor een bepaald dossier of een bepaalde cliënt, met name wanneer gelden langere tijd geïmmobiliseerd zullen blijven. De rente die deze rekening opbrengt, komt toe aan de bestemmeling. |
| Kwaliteitsrekening | Een algemene term die verwijst naar rekeningen die door verschillende beroepsbeoefenaars worden gebruikt om gelden van derden afgescheiden te houden van hun eigen vermogen, zoals de derdenrekening en de rubriekrekening. |
| Pactum de quota litis | Een overeenkomst tussen een advocaat en zijn cliënt waarbij het ereloon uitsluitend afhankelijk is van de uitkomst van de zaak (ook wel "no cure, no pay" genoemd). Dit is in België verboden. |
| Partijbeslissing | Een beslissing van een partij aan wie de bevoegdheid is verleend om de inhoud van de rechten en plichten van de andere partij te bepalen of te wijzigen. Vroeger kon het ereloon van een advocaat op deze manier worden bepaald. |
| Arbitrage | Een methode om geschillen, zoals ereloongeschillen tussen advocaten en cliënten, buiten de rechtbank om te beslechten, mits dit vrijwillig door beide partijen is overeengekomen. |
| Codex Deontologie voor Advocaten | Een verzameling regels die de ethische gedragsnormen voor advocaten vastleggen, inclusief bepalingen inzake publiciteit en omgang met de media. |
| Deontologische regels | Ethische voorschriften die de beroepsuitoefening van advocaten regelen, gericht op het handhaven van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid binnen het beroep. |
| Europese Commissie | Een instelling van de Europese Unie die toezicht houdt op de naleving van mededingingsregels en richtlijnen opstelt voor beroepsbeoefenaars, inclusief de regels rondom reclame. |
| Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) | Een internationaal gerechtshof dat waakt over de naleving van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, inclusief het recht op vrije meningsuiting, ook in commerciële contexten. |
| Federale Raad van de Balies | Een overlegorgaan dat advies verleent en overleg organiseert over aangelegenheden die de balie in het algemeen en de goede rechtsbedeling betreffen, bestaande uit vertegenwoordigers van de Vlaamse en Franstalige balies. |
| Gerecht van Eerste Aanleg van de EG | Een rechtsprekend orgaan binnen de Europese Gemeenschappen dat zich uitspreekt over geschillen met betrekking tot het Europees recht, waaronder de verenigbaarheid van beroepsregels met mededingingsrecht. |
| Misleidende reclame | Reclame die onjuiste of onvolledige informatie bevat, waardoor de consument of cliënt op het verkeerde been wordt gezet, en die te allen tijde verboden is. |
| Orde van Vlaamse Balies (OVB) | Een autonome beroepsorganisatie die de 14 Vlaamse balies omvat en belast is met het bewaken van de eer, rechten en gemeenschappelijke beroepsbelangen van haar leden, inclusief het vaststellen van reglementen. |
| Publiciteit | Elke vorm van communicatie die gericht is op het promoten van de diensten van een advocaat, inclusief reclame, met als doel het aantrekken van cliënten. |
| Reclameverbod | Een historisch principe dat advocaten in België verbood om persoonlijke publiciteit te voeren, dat geleidelijk aan is versoepeld onder invloed van Europese regelgeving en rechtspraak. |
| Reglement van 4 juni 2003 inzake publiciteit | Een reglement van de Orde van Vlaamse Balies dat het principe van vrije publiciteit voor advocaten invoerde, met specifieke beperkingen en voorwaarden om de deontologie te waarborgen. |
| Tuchtraad | Een orgaan dat bevoegd is om tuchtstraffen op te leggen aan notarissen en gerechtsdeurwaarders, ingesteld bij wet van 22 november 2022 en in werking getreden op 1 januari 2024. |
| Auditoraat | Een orgaan dat belast is met het onderzoeken van klachten en aangiften tegen notarissen en gerechtsdeurwaarders, en met de vervolging in tuchtzaken, ingesteld binnen de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. |
| Tuchtsancties | Strafmaatregelen die kunnen worden opgelegd aan gerechtsdeurwaarders of kandidaat-gerechtsdeurwaarders die hun plichten verzuimen of afbreuk doen aan de waardigheid van het korps. |
| Preventieve schorsing | Een tijdelijke schorsing van de beroepsactiviteit van een gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder, opgelegd door de voorzitter van de bevoegde tuchtkamer indien er ernstige vermoedens bestaan en er kennelijk gevaar is voor nadeel aan derden of het beroep. |
| Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders | Een beroepsorganisatie die niet langer de eenvormigheid van de tucht bewaakt, maar zich richt op deontologie en de uitvoering van wetten en verordeningen, en die tevens bevoegd is voor het organiseren van het auditoraat van de tuchtraad. |
| Minnelijke schikking | Een overeenkomst die de onderzoeksprocedure beëindigt, voorgesteld door het auditoraat en aanvaard door de betrokkene, die na betaling de procedure stopzet. |
| Standplaats | De locatie waar een gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder zijn kantoor heeft gevestigd en waar zijn beroepsactiviteit primair wordt uitgeoefend. |
| Taalrol | De indeling van notarissen en gerechtsdeurwaarders op basis van de taal van hun diploma of getuigschrift, die hun bevoegdheid bepaalt binnen de Nederlandstalige of Franstalige tuchtkamer. |
| Afzetting | Een tuchtsanctie die inhoudt dat een gerechtsdeurwaarder permanent uit zijn ambt wordt ontzet, wat tevens leidt tot het verlies van de titel van (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder. |
| Tucht | Het instrument dat wordt gebruikt om overtredingen van deontologische normen te sanctioneren. Het omvat de regels betreffende de bestraffing van inbreuken, de bevoegde organen, de procedures en de mogelijke straffen. |
| Juridische dienstenverlener | Een professional die juridische diensten verleent, zoals een magistraat, advocaat, gerechtsdeurwaarder of notaris, en die gebonden is aan specifieke gedragsregels. |
| Rechtzoekende | Een persoon die zich wendt tot juridische professionals voor advies, bijstand of vertegenwoordiging in juridische aangelegenheden. |
| Monopoliepositie | De exclusieve bevoegdheid die bepaalde juridische beroepsgroepen hebben om specifieke juridische handelingen uit te voeren, zoals het spreken van recht of het verdedigen voor de rechtbank. |
| Titelbescherming | Een wettelijk systeem waarbij de benaming van een beroep (zoals rechter, advocaat, gerechtsdeurwaarder, notaris) beschermd is, wat impliceert dat enkel gekwalificeerde personen deze titel mogen voeren. |
| Collegialiteit | Het principe van onderlinge respect en samenwerking tussen leden van dezelfde beroepsgroep, wat een belangrijk aspect is binnen de deontologie van juridische beroepen. |
| Strafrecht | Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met de omschrijving van misdrijven, hun bestanddelen en de bijbehorende straffen, waarbij het principe van "geen misdrijf zonder wet" geldt. |
| Corporatisme | Een situatie waarin de deontologie te veel gericht is op de interne belangen en de reputatie van de beroepsgroep zelf, ten koste van externe controle en maatschappelijke verantwoordelijkheid. |
| Mediatisering | De toenemende aandacht en berichtgeving in de media over juridische zaken en de betrokken professionals, wat invloed kan hebben op de perceptie en de uitoefening van juridische beroepen. |
| Europese regelgeving | Wetgeving en richtlijnen afkomstig van Europese instellingen (zoals de Europese Unie) die invloed hebben op de deontologische regels en de beroepsuitoefening binnen lidstaten. |
| Zelfreglementering | Het proces waarbij een beroepsorganisatie eigen regels en normen opstelt voor de uitoefening van het beroep, zoals de reglementen van de Orde van Advocaten. |
| Bangalore Principles of Judicial Conduct | Een reeks fundamentele deontologische beginselen voor magistraten, opgesteld door het Comité van de Rechten van de Mens van de VN, bedoeld als internationale inspiratiebron voor landen bij het vastleggen van gedragsregels voor rechters. |
| Conseil Consultatif des Juges Européens (CCJE) | Een adviserend orgaan binnen de Raad van Europa dat zich bezighoudt met de gedragsregels voor rechters, waarbij vertrouwen als primair uitgangspunt wordt gehanteerd bij het bepalen van deze regels. |
| Deontologische Code (Notarissen) | Een specifieke gedragscode voor notarissen, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit, die de ethische richtlijnen en professionele standaarden voor dit juridische beroep vastlegt. |
| Mediatisering van het gerecht | De toenemende aandacht en berichtgeving in de media over gerechtelijke procedures, uitspraken en de betrokkenen, wat invloed kan hebben op het publieke imago en het vertrouwen in de rechtspraak. |
| Vormvoorwaarden op straffe van nietigheid | Procedurele eisen die bij wet expliciet zijn voorgeschreven en waarvan de niet-naleving leidt tot de ongeldigheid van het bewijs of de procedure, zoals bepaald in de wet van 24 oktober 2013 met betrekking tot telefoontaps. |
| Proces-verbaal | Een officieel verslag of document opgemaakt door een bevoegde ambtenaar, waarin feiten of verklaringen worden vastgelegd, zoals een proces-verbaal van een telefoongesprek tussen een parlementslid en een jeugdrechter. |
| Deontologische Commissie van het Parlement | Een commissie binnen het parlement die toeziet op de naleving van de deontologische regels door parlementsleden en klachten hierover onderzoekt. |
| Schijn van onpartijdigheid | De perceptie bij het publiek of betrokkenen dat een rechter of andere juridische professional mogelijk niet volledig onpartijdig is, zelfs als er geen feitelijke vooringenomenheid is, wat het vertrouwen in de rechtspraak kan schaden. |
| Wrakingsprocedure | Een juridische procedure waarbij een partij kan verzoeken om een rechter te laten vervangen omdat er redenen zijn om aan diens onpartijdigheid te twijfelen. |
| Persrechter | Een rechter die is aangewezen om namens een rechtbank of gerecht te communiceren met de media over lopende zaken, waarbij de uitspraken van de persrechter niet per definitie de onpartijdigheid van alle andere rechters beïnvloeden. |
| Beschikkingsbeginsel | Het principe dat de partijen bepalen of, tegen wie en waarover een geding wordt gevoerd, waarbij de eisende partij de oorzaak en het voorwerp van de vordering bepaalt en de verwerende partij de verweermiddelen en eventuele tegenvorderingen. |
| Ultra petita | Een rechterlijke uitspraak waarbij meer wordt toegekend dan door de eisende partij is gevorderd, wat in strijd is met het beschikkingsbeginsel. |
| Materiële verschrijvingen en omissies | Fouten in de tekst van een rechterlijke beslissing, zoals rekenkundige misrekeningen of weggelaten bepalingen, die verbeterd kunnen worden zonder de rechten die in de beslissing zijn bevestigd, uit te breiden, te beperken of te wijzigen. |
| Omissie van een punt van de vordering | Het verzuim van een gerecht om zich uit te spreken over een bepaald onderdeel van de vordering, wat achteraf hersteld kan worden onder bepaalde voorwaarden. |
| Persoonlijke kennis van de rechter | Informatie die de rechter uit eigen ervaring of buiten het formele onderzoek en de debatten verkrijgt, en die niet aan de tegenspraak van partijen is onderworpen. Het gebruik hiervan is in principe verboden om willekeur te voorkomen. |
| Algemeen bekende feiten (notoire feiten) | Feiten die ieder ontwikkeld mens kent of uit algemeen toegankelijke bronnen kan kennen, en die de rechter mag betrekken in zijn oordeel zonder bewijs of heropening van debatten. |
| Ervaringsregels | Algemeen bekende principes gebaseerd op levenservaring, die de rechter mag gebruiken bij zijn oordeelsvorming, zoals het feit dat per post verzonden stukken soms te laat aankomen. |
| Processuele feiten | Feiten die een rechter kent uit een ander rechtsgeding waarin een van de partijen betrokken was, en die niet zomaar in een nieuw geding mogen worden gebruikt zonder dat ze aan tegenspraak zijn onderworpen. |
| Iura novit curia | Het principe dat de rechter het recht kent en toepast op de feiten die partijen aanreiken, zonder dat partijen verplicht zijn de juridische norm te noemen waarop zij hun vordering baseren. |
| Recht van verdediging | Een algemeen rechtsbeginsel dat inhoudt dat partijen het recht hebben om gehoord te worden en zich te verdedigen tegen feitelijke en juridische elementen die relevant zijn voor het rechterlijke oordeel. |
| Tegensprekelijkheid van de debatten | Het principe dat alle partijen de gelegenheid moeten krijgen om hun standpunten naar voren te brengen en te reageren op de argumenten van de tegenpartij, wat essentieel is voor de neutraliteit van de rechter. |
| Verstek | De situatie waarin een verwerende partij niet verschijnt voor de rechter, waarbij de rechter ambtshalve bepaalde bevoegdheden en de regelmatigheid van de dagvaarding moet onderzoeken. |
| Deontologie van de advocaat | De deontologie van de advocaat omvat de ethische en professionele plichten die een advocaat moet naleven in de uitoefening van zijn beroep, gericht op het behartigen van cliëntbelangen, het waarborgen van de rechtsstaat en het handhaven van de integriteit van het beroep. |
| Rechtsstaat | Een staatsvorm waarin de macht van de overheid is beperkt door de wet en waarin burgers beschermd worden tegen willekeurige overheidsbeslissingen, mede door de rol van onafhankelijke advocaten. |
| Gedragscode voor Europese Advocaten (CCBE) | Een document dat de gedragsregels voor advocaten binnen Europa vastlegt, aangenomen door de Raad van de Ordes van Advocaten van Europa (CCBE), en dat als leidraad dient voor de deontologie van het beroep. |
| Codex Deontologie | Een verzameling van regels en normen die de ethische gedragscode van advocaten vastleggen, waarin ook de Europese Gedragscode is geïntegreerd. |
| Internationalisering en globalisering | De toenemende onderlinge verbondenheid van landen en economieën op wereldwijde schaal, die invloed heeft op de juridische praktijk en de deontologische regels voor advocaten. |
| Multidisciplinaire associaties (Multi Disciplinary Practices - MDP) | Samenwerkingsverbanden tussen advocaten en beoefenaars van andere beroepen, zoals accountants, die discussie oproepen over de deontologische grenzen van dergelijke samenwerkingen. |
| Hof van Justitie | Het hoogste gerechtshof van de Europese Unie, dat uitspraken doet over de interpretatie en toepassing van het EU-recht, inclusief zaken die betrekking hebben op de mededinging en de vrijheid van dienstverlening binnen de juridische sector. |
| Samenwerkingsverordening | Een reglement dat de voorwaarden en beperkingen vastlegt voor het aangaan van samenwerkingsverbanden door advocaten met andere advocaten of leden van andere beroepsgroepen. |
| Vrijheid van dienstverlening | Het recht voor advocaten uit EU-lidstaten om occasioneel juridische diensten te verlenen in een andere lidstaat, zonder daar een vaste vestiging te hebben. |
| Vrijheid van vestiging | Het recht voor advocaten uit EU-lidstaten om zich permanent te vestigen en het beroep uit te oefenen in een andere lidstaat. |
| Beroepsgeheim | De plicht van een advocaat om vertrouwelijk om te gaan met alle informatie die hij in het kader van zijn beroepsuitoefening van zijn cliënt verkrijgt, wat essentieel is voor het vertrouwen in de advocatuur. |
| Monopolie van vertegenwoordiging in rechte | Het exclusieve recht van advocaten om hun cliënten bij te staan of te vertegenwoordigen voor de rechtbanken, met bepaalde wettelijke uitzonderingen. |
| Pleitmonopolie | Het exclusieve recht van advocaten om vóór alle gerechten te pleiten, tenzij de wet anders bepaalt, waarbij zij optreden als gevolmachtigde van de partij. |
| Vrijheid van ambtsuitoefening | Het recht van advocaten om vrij hun ambt uit te oefenen ter verdediging van het recht en de waarheid, inclusief het informeren over minnelijke oplossingen en het bevorderen daarvan. |
| Dominus litis | De advocaat die de leiding heeft over het proces en zelfstandig de processtrategie bepaalt, zonder zich te hoeven schikken naar de instructies van de cliënt. |
| Vrijheid van meningsuiting (EVRM) | Het recht dat gewaarborgd wordt door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (artikel 10 EVRM), dat advocaten een zekere mate van vrijheid geeft om zich te uiten ter verdediging van hun cliënten. |
| Sub-judice principe | Het beginsel dat publicaties over lopende zaken verbiedt zolang de zaak nog aanhangig is, om de onpartijdigheid van het gerecht te waarborgen. |
| Confraternele omgang | De gedragsregels en respectvolle omgang die advocaten onderling dienen te betrachten, wat invloed kan hebben op de grenzen van hun uitingen. |
| Laster | Het opzettelijk verspreiden van valse beschuldigingen die iemands eer of goede naam aantasten, wat juridische consequenties kan hebben. |
| Bemiddeling | Een vorm van minnelijke geschillenoplossing waarbij een neutrale derde partij partijen helpt om tot een oplossing te komen, zonder een bindende beslissing op te leggen. |
| Verzoening | Een proces waarbij partijen die een conflict hebben, worden geholpen om hun geschil bij te leggen en tot een overeenkomst te komen. |
| Witwassen van geld | Het proces waarbij de illegale oorsprong van geld wordt verborgen door het te laten lijken alsof het afkomstig is van legale bronnen. Dit omvat het in het financiële systeem brengen van geld verkregen uit criminele activiteiten. |
| Financiering van terrorisme | Het verschaffen of verzamelen van fondsen, met de bedoeling deze te gebruiken of met de wetenschap dat ze geheel of gedeeltelijk zullen worden gebruikt om terroristische daden te plegen, terroristische organisaties te ondersteunen of terroristen te ondersteunen. |
| Cliëntidentificatie | De verplichting voor advocaten om de identiteit van hun cliënten te verifiëren aan de hand van een bewijsstuk, met name bij het aangaan van een zakelijke relatie of bij transacties boven een bepaald bedrag, om witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen. |
| Uiteindelijke begunstigde | De natuurlijke persoon of personen die uiteindelijk eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over een cliënt, of die de uiteindelijke begunstigde zijn van een verrichting of transactie. |
| Bestendige waakzaamheid | De voortdurende inspanning van een advocaat om de zakelijke relatie met een cliënt te monitoren, de uitgevoerde verrichtingen te onderzoeken en ervoor te zorgen dat deze stroken met de kennis van de cliënt en zijn risicoprofiel. |
| Atypische gedragingen | Ongewone of ongebruikelijke handelingen, vragen of transacties van een cliënt die kunnen wijzen op mogelijke betrokkenheid bij witwassen van geld of terrorismefinanciering. |
| Verscherpte maatregelen van waakzaamheid | Extra voorzorgsmaatregelen die advocaten moeten nemen bij cliënten die een hoger risico op witwassen of terrorismefinanciering met zich meebrengen, zoals cliënten die niet fysiek aanwezig zijn of politiek prominente personen. |
| Advocatencodex | Een verzameling regels en verplichtingen die van toepassing zijn op advocaten, waaronder specifieke bepalingen met betrekking tot de preventie van witwassen van geld en financiering van terrorisme. |
| Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) | Een overheidsinstantie die belast is met het ontvangen, analyseren en doorgeven van financiële inlichtingen met betrekking tot witwassen van geld en terrorismefinanciering. |
| Anti-witwasrichtlijn | Europese regelgeving die tot doel heeft het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen van geld en terrorismefinanciering te voorkomen, en die door lidstaten in nationale wetgeving moet worden omgezet. |
| Financiële Actiegroep (FAG) | Een internationale organisatie die normen en aanbevelingen opstelt ter bestrijding van witwassen van geld en terrorismefinanciering. |
| Confidentieel | Verwijst naar informatie die vertrouwelijk is en niet mag worden gedeeld met onbevoegde personen. In de context van briefwisseling tussen advocaten, garandeert dit dat de inhoud van de correspondentie privé blijft. |
| Deontologische plicht | Een ethische verplichting die voortvloeit uit de beroepsregels van een bepaald vakgebied, in dit geval de advocatuur. Het respecteren van de vertrouwelijkheid van briefwisseling is een dergelijke plicht. |
| EHRM (Europees Hof voor de Rechten van de Mens) | Een internationaal rechtscollege dat toeziet op de naleving van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het Hof heeft uitspraken gedaan over de bescherming van briefwisseling tussen advocaten en cliënten onder artikel 8 EVRM. |
| Officiële briefwisseling | Briefwisseling tussen advocaten die, onder specifieke omstandigheden zoals gedefinieerd in de Codex Deontologie, haar vertrouwelijk karakter verliest en zonder toestemming van de stafhouder in rechte kan worden overgelegd. |
| Orde van Advocaten (OVB / Ordre des Barreaux Francophones et Néerlandophones) | De instellingen die de belangen van advocaten behartigen en toezien op de naleving van de deontologische regels. Zij stellen reglementen op die de vertrouwelijkheid van briefwisseling regelen. |
| Salduz-verhoor | Een verhoor van een persoon die van zijn vrijheid is beroofd, waarbij de betrokkene recht heeft op bijstand van een advocaat, zoals bepaald in de Salduz-jurisprudentie. |
| Stafhouder | Het hoofd van de balie, die een rol speelt bij het bemiddelen in geschillen tussen advocaten over de vertrouwelijkheid van briefwisseling en die toestemming kan verlenen voor het overleggen van vertrouwelijke correspondentie. |
| Vertrouwelijkheid van briefwisseling | Het principe dat de correspondentie tussen advocaten, en tussen advocaat en cliënt, beschermd is en niet zonder toestemming mag worden ingezien of gebruikt door derden. Dit principe is cruciaal voor een effectieve rechtsbedeling. |
| "Without prejudice" | Een aanduiding die aangeeft dat een mededeling wordt gedaan met het oog op een minnelijke schikking en dat de inhoud ervan niet mag worden gebruikt als bewijs in een gerechtelijke procedure als de onderhandelingen mislukken. |
| Volkomen eerlijkheid | De plicht van de notaris om altijd volledig eerlijk te zijn in zijn adviezen en handelingen, zonder dat eigenbelang een rol speelt bij de gegeven raad. |
| Verzoeningsopdracht | De taak van de notaris om partijen in een geschil te helpen bij het zelf oplossen ervan en de communicatie te vergemakkelijken, zelfs wanneer hij een gerechtelijke opdracht heeft. |
| Informatieplicht en raadgeving | De verplichting van de notaris om elke partij volledig te informeren over hun rechten, plichten en lasten die voortvloeien uit rechtshandelingen, en om op onpartijdige wijze advies te geven. |
| Wettelijk voorgeschreven opzoekingsplicht | De verplichting van de notaris om onderzoek te doen naar de fiscale, stedenbouwkundige, bodemgesteldheids- en zekerheidstoestand van onroerende goederen, en de juistheid van verklaringen te controleren. |
| Formaliteiten na akte | De plicht van de notaris om na het verlijden van een akte de nodige formaliteiten te vervullen, zoals overschrijving, hypothecaire inschrijving en doorhaling of zuivering. |
| Voorlichtingsplicht | De verplichting van de notaris om partijen te wijzen op alle juridische, fiscale en economische risico's van een transactie, evenals op mogelijke controverses of ongunstige wetsinterpretaties. |
| Onpartijdigheid | De plicht van de notaris om bij de behandeling van dossiers en de opstelling van akten volkomen onpartijdig te zijn, en om op onpartijdige wijze raad te geven, zelfs wanneer partijen verschillende notarissen kiezen. |
| Discretieplicht | De plicht van de notaris om geen onnodige informatie bekend te maken die niet onder het beroepsgeheim valt, maar die wel voortkomt uit officiële documenten of akten die aan publiciteit onderworpen zijn. |
| Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) | Een wettelijk opgerichte beroepsorde die tot taak heeft de deontologische regels van het beroep van bedrijfsjurist vast te stellen en toe te zien op de naleving ervan, evenals de ledenlijst op te stellen en de opleiding te organiseren. |
| Deontologie van bedrijfsjuristen | De verzameling ethische principes en gedragsregels die van toepassing zijn op bedrijfsjuristen bij de uitoefening van hun beroep, met nadruk op intellectuele onafhankelijkheid, loyaliteit, bekwaamheid en vertrouwelijkheid. |
| Intellectuele onafhankelijkheid | Het principe dat een bedrijfsjurist zijn of haar werkgever objectief en onafhankelijk juridisch advies moet verlenen, zonder beïnvloeding door externe factoren of druk van de werkgever. |
| Vertrouwelijkheid (van adviezen) | De wettelijke bescherming die ervoor zorgt dat adviezen verstrekt door een bedrijfsjurist aan zijn werkgever, inclusief correspondentie en voorbereidende documenten, niet openbaar gemaakt of ingezien kunnen worden door derden, zoals gerechtelijke of administratieve overheden. |
| Juridisch raadsman | Een professional die juridisch advies verstrekt en bijstand verleent aan een werkgever of opdrachtgever in het kader van hun juridische aangelegenheden. |
| Ventôsewet | Een historische Franse wet (Wet van 25 ventôse jaar XI) die betrekking heeft op het notarisambt en die in de tekst wordt aangehaald in verband met de tuchtrechtelijke bepalingen en de organisatie van het notariaat. |
| Gerechtelijk Wetboek | Het wetboek dat de procedurele regels van het Belgische recht bevat, inclusief bepalingen met betrekking tot tuchtzaken voor notarissen en gerechtsdeurwaarders. |
| Auditeur | Een lid van het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen, bevoegd voor het onderzoek van tuchtzaken en het samenstellen en inleiden van vervolgingsdossiers bij de tuchtraad. |
| Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht | Het beginsel dat de rechterlijke macht vrij en onbelemmerd haar taken kan uitoefenen, zonder ongepaste invloed van andere staatsmachten, politieke partijen, economische belangen, media of publieke opinie. Dit is een fundamentele waarborg voor rechtszoekenden in een democratische samenleving. |
| Functionele onafhankelijkheid | De onafhankelijkheid die specifiek geldt bij de beslechting van concrete geschillen. Dit houdt in dat de rechter zijn beslissingen baseert op de feiten en de wet, zonder beïnvloeding van externe partijen of hiërarchische oversten tijdens het proces van geschilbeslechting. |
| Organieke onafhankelijkheid | De onafhankelijkheid die betrekking heeft op de algemene structuur en de waarborgen die de rechterlijke macht beschermen tegen uitwendige druk. Dit omvat zaken als de benoeming, ontslag en het statuut van rechters, en de scheiding der machten. |
| Algemene rechtsbeginselen | Fundamentele principes die de basis vormen van een rechtssysteem en die vaak niet expliciet in de wet zijn vastgelegd, maar wel door rechtbanken worden erkend en toegepast. De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter vallen hieronder in het Belgische recht. |
| Scheiding der machten | Het staatsrechtelijke principe dat de staatsmacht is verdeeld over drie onafhankelijke organen: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht. Dit principe is bedoeld om machtsmisbruik te voorkomen en de vrijheden van burgers te waarborgen. |
| Sub judice-beginsel | Een principe dat inhoudt dat de pers zich, zolang een zaak nog onder de rechter is, zou moeten onthouden van commentaar. Dit om te voorkomen dat de publieke opinie de rechterlijke besluitvorming beïnvloedt. |
| IVBPR (Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten) | Een internationaal verdrag dat burgerlijke en politieke rechten waarborgt. Artikel 14.1 van dit verdrag garandeert het recht op een eerlijk proces, wat mede de onafhankelijkheid van de rechter impliceert. |
| Openbaar Ministerie (O.M.) | Een onderdeel van de rechterlijke macht dat belast is met de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Hoewel het O.M. onafhankelijk is, is de interne onafhankelijkheid van individuele parketmagistraten beperkter door de hiërarchische structuur en het injunctierecht van de Minister van Justitie. |
| Wraking | Het recht dat de wet aan een partij toekent om te weigeren gevonnist te worden door één of meerdere leden van het bevoegd gerecht, wanneer er gegronde redenen zijn om de onpartijdigheid van de rechter(s) in twijfel te trekken. |
| Objectieve onpartijdigheid | De gerechtvaardigde twijfel bij de procespartijen aan de onpartijdigheid van de rechter, gebaseerd op externe omstandigheden die de schijn van partijdigheid kunnen wekken, ongeacht de persoonlijke instelling van de rechter. |
| Subjectieve onpartijdigheid | De persoonlijke, daadwerkelijke instelling en overtuiging van een individuele rechter in een specifieke zaak, die betrekking heeft op zijn persoonlijke gemoedstoestand en overtuigingen. |
| Onverenigbaarheden | Wettelijke bepalingen die cumulatie van rechterlijke ambten verbieden, met uitzondering van specifieke gevallen, om de onpartijdigheid te waarborgen en situaties te voorkomen waarin een rechter reeds kennis heeft genomen van een zaak in een andere hoedanigheid. |
| Verschoning | De deontologisch verplichte handeling van een rechter die uit eigen beweging verklaart zich van een zaak te onthouden, omdat hij vaststelt dat er een grond tot wraking tegen hem aanwezig is, om zo een wrakingsprocedure door partijen te voorkomen. |
| Onttrekking van de zaak aan de rechter | Een rechtsfiguur die, in tegenstelling tot wraking, betrekking heeft op een rechtbank of hof in zijn geheel, en beoogt de (territoriaal bevoegde) rechtbank als instelling te veranderen, bijvoorbeeld in burgerlijke zaken. |
| Verwijzing van de zaak | De tegenhanger van de onttrekking in strafzaken, waarbij de zaak van de ene rechtbank naar de andere wordt verwezen, en die, net als onttrekking, betrekking heeft op de rechtbank als instelling en niet op individuele rechters. |
| Wettige verdenking | Een wrakingsgrond die ingevoerd is om situaties te dekken waarin er gewettigde twijfel bestaat over de geschiktheid van een rechter om zijn taak objectief en onpartijdig te vervullen, bijvoorbeeld door een band met een partij of een indruk van partijdigheid. |
| Rechtsmiddel | Een juridisch middel dat een partij kan aanwenden om een beslissing van een rechtbank aan te vechten of te laten herzien, zoals hoger beroep of cassatie. |
| Openbare orde | Fundamentele beginselen en regels die essentieel zijn voor de maatschappelijke ordening en de goede werking van de rechtsstaat, en waarvan de schending een ernstige aantasting van het rechtssysteem inhoudt. |
| Wrakingsgrond | Een reden of omstandigheid die kan leiden tot het verzoek om een magistraat te vervangen in een specifieke zaak, omdat er twijfel kan ontstaan over zijn of haar onpartijdigheid of geschiktheid om onpartijdig te oordelen. |
| Gewettigde verdenking | Een situatie waarin er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan de onpartijdigheid of geschiktheid van een magistraat om een zaak te behandelen, gebaseerd op specifieke uitlatingen of omstandigheden. |
| Gedeeld beroepsgeheim | Een principe waarbij informatie die onder het beroepsgeheim valt, kan worden gedeeld met anderen die optreden met eenzelfde doelstelling en waarbij de mededeling noodzakelijk en pertinent is voor de opdracht van de geheimhouder. |
| Verhoor | Het proces waarbij een magistraat vragen stelt aan betrokkenen in een zaak, met als doel informatie te verzamelen en de feiten te verduidelijken. |
| Zetelmagistraat | Een magistraat die deel uitmaakt van de rechterlijke macht en belast is met het beslechten van geschillen, in tegenstelling tot magistraten van het openbaar ministerie. |
| Benoemingsprocedure | Het formele proces waarbij magistraten worden aangewezen en benoemd in hun functie, vaak gebaseerd op objectieve criteria en examens. |
| Tableau van de Orde | Een officiële lijst waarop advocaten zijn ingeschreven die gemachtigd zijn om het beroep uit te oefenen. Deze inschrijving is een voorwaarde voor de uitoefening van het beroep van advocaat. |
| Lijst van de stagiairs | Een register waarin beginnende advocaten, die nog in opleiding zijn, worden opgenomen. Inschrijving op deze lijst is eveneens een vereiste om het beroep van advocaat te mogen uitoefenen, zij het in een stageperiode. |
| Advocateneed | Een plechtige verklaring die een advocaat aflegt bij de aanvang van zijn beroepsuitoefening. Deze eed bevat normen omtrent getrouwheid, gehoorzaamheid aan de wet, eerbied voor het gerecht en de plicht om geen zaken aan te raden of te verdedigen die men niet als gerechtvaardigd beschouwt. |
| Onverenigbaarheid | Bepaalde beroepen of functies die niet tegelijkertijd met het beroep van advocaat mogen worden uitgeoefend. Dit om de onafhankelijkheid en waardigheid van de advocatuur te waarborgen. |
| Zelfstandig statuut | De verplichting voor advocaten om hun beroep uit te oefenen als zelfstandige, zonder enige band van ondergeschiktheid. Dit principe is vastgelegd in de deontologische regels om de onafhankelijkheid van de advocaat te beschermen. |
| Stage | Een verplichte periode van beroepsopleiding en praktijkervaring die een kandidaat-advocaat moet doorlopen na inschrijving op de lijst van stagiairs en voor definitieve inschrijving op het tableau van de Orde. |
| Bedrijfsjurist | Een jurist die in dienstverband werkzaam is binnen een onderneming en in hoofdzaak juridische adviezen verstrekt ten behoeve van die onderneming, waarbij hij of zij intellectuele onafhankelijkheid dient te bewaren en verantwoordelijkheid draagt op juridisch vlak. |
| Confidentialiteit | Het principe dat bepaalde informatie vertrouwelijk behandeld dient te worden en niet openbaar mag worden gemaakt, wat essentieel is voor de effectieve uitoefening van de functie van bedrijfsjurist en de bescherming van adviezen. |
| Legal professional privilege (LPP) | Een juridisch beginsel dat de vertrouwelijkheid van communicatie tussen advocaten en hun cliënten beschermt, vergelijkbaar met het beroepsgeheim, maar met specifieke toepassingsgrenzen, met name voor in-house juristen in bepaalde contexten. |
| Onafhankelijkheid van de bedrijfsjurist | Het vereiste dat een bedrijfsjurist objectief en zonder ongepaste beïnvloeding door de werkgever juridisch advies verstrekt, zelfs indien er een juridische ondergeschiktheid bestaat. |
| Artikel 458 Sw. | Een wetsartikel dat het algemene beroepsgeheim en de strafrechtelijke sancties bij schending daarvan regelt, maar waarvan de directe toepasbaarheid op bedrijfsjuristen onderwerp van discussie is geweest. |
| Interne correspondentie | Schriftelijke communicatie die plaatsvindt binnen een onderneming, die in het kader van juridisch advies aan de bedrijfsjurist ook onder de vertrouwelijkheidsplicht kan vallen. |
| Cohen-advocaat | Een specifieke juridische status in Nederland voor een advocaat die in dienstverband werkzaam is bij een bedrijf, met als doel de onafhankelijkheid van deze advocaat te waarborgen, hoewel dit statuut niet altijd leidt tot dezelfde bescherming als bij externe advocaten. |
| Tuchtrechtspraak | Het proces waarbij tuchtorgaan oordelen over vermeende schendingen van beroepsplichten en eventuele sancties opleggen. Dit proces is gericht op het handhaven van de professionele standaarden en de integriteit van het beroep. |
| Tuchtorgaan | Een instantie die belast is met het beoordelen van tuchtzaken en het opleggen van tuchtsancties aan beroepsbeoefenaars. In het geval van notarissen kan dit een specifieke tuchtraad zijn. |
| Tuchtsanctie | Een straf die wordt opgelegd door een tuchtorgaan aan een beroepsbeoefenaar die zijn plichten heeft geschonden. Voorbeelden zijn waarschuwing, berisping, schorsing of schrapping uit het register. |
| Waardigheid van het beroep | De eer, het aanzien en de respectabiliteit die inherent zijn aan een bepaald beroep. Gedragingen die deze waardigheid aantasten, kunnen leiden tot tuchtrechtelijke maatregelen. |
| Rechtschapenheid | Eerlijkheid, integriteit en morele correctheid in het handelen. Dit is een fundamenteel principe dat van beroepsbeoefenaars, waaronder notarissen, wordt verwacht. |
| Kiesheid | Voorzichtigheid, tact en gepastheid in het gedrag en de communicatie van een beroepsbeoefenaar. Het impliceert het vermijden van ongepaste of schadelijke uitlatingen of handelingen. |
| Authentieke akte | Een officieel document dat door een bevoegde ambtenaar, zoals een notaris, is opgesteld en bekrachtigd. Deze akten hebben een bijzondere bewijskracht en uitvoerbaarheid. |
| Openbaar ambtenaar | Een persoon die in dienst staat van de overheid en bepaalde publieke taken uitvoert. Notarissen worden beschouwd als openbare ambtenaren met specifieke bevoegdheden. |
| Ministerieplicht | De plicht van een notaris om zijn diensten te verlenen wanneer hij daartoe wettelijk verplicht is en wordt verzocht, tenzij er geldige redenen zijn voor ambtsweigering. |
| Ambtsweigering | De weigering van een notaris om zijn ambt uit te oefenen, wat slechts in specifieke, wettelijk bepaalde gevallen is toegestaan. |
| Gerechtsdeurwaarder | Een openbaar ambtenaar en ministerieel officier die ambtelijke taken uitoefent die door de wet zijn opgedragen of voorbehouden, waarbij een deel van de openbare macht is overgedragen. Hij oefent zijn functie uit onder het statuut van een vrij beroep en staat persoonlijk ten dienste van het publiek. |
| Ministerieel officier | Een ambtenaar die door de Koning wordt benoemd en aan wie een deel van de uitvoerende macht is overgedragen, met specifieke bevoegdheden voor betekening van akten en gedwongen tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen. |
| Benoeming | Het proces waarbij de Koning een gerechtsdeurwaarder aanstelt in een specifiek gerechtelijk arrondissement, na advies van de procureur des Konings en de arrondissementskamer, en na rangschikking door een benoemingscommissie. |
| Kandidaat-gerechtsdeurwaarder | Een persoon die aan bepaalde vereisten voldoet, zoals een masterdiploma in de rechten, een stagecertificaat en een geschikte gedrag, en die door de Koning wordt benoemd om de weg naar het ambt van gerechtsdeurwaarder te effenen. |
| Stagecertificaat | Een bewijs dat de betrokkene een effectieve stage van twee volle jaren zonder onderbreking heeft volbracht in een kantoor van een gerechtsdeurwaarder/stagemeester, wat een vereiste is voor de benoeming tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder. |
| Wettelijke taken | De specifieke opdrachten waarvoor gerechtsdeurwaarders exclusief bevoegd zijn en waarvoor zij een ministerieplicht hebben, zoals het opstellen en betekenen van exploten, de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen en het invorderen van onbetwiste geldschulden. |
| Monopolietaken | De specifieke taken die uitsluitend door gerechtsdeurwaarders mogen worden uitgevoerd, zoals het opstellen en betekenen van alle exploten en de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen. |
| Residuaire bevoegdheden | Taken waarvoor gerechtsdeurwaarders geen monopolie en geen ministerieplicht hebben, maar die zij wel kunnen uitoefenen, zoals het lichten van uitgiften, afschriften en uittreksels ter griffie, en het optreden als sekwester. |
| Betekening | Het officiële proces waarbij een gerechtelijk document, zoals een dagvaarding of een vonnis, aan een partij wordt overhandigd door een gerechtsdeurwaarder, wat juridische gevolgen heeft. |
| Vaststelling | Het proces waarbij een gerechtsdeurwaarder, op verzoek van magistraten of particulieren, zuiver materiële feiten vastlegt. Deze vaststellingen zijn authentiek wat betreft de zintuiglijk waarneembare feiten en gegevens. |
| Motiveringsplicht | De wettelijke verplichting voor een rechter om zijn beslissing te onderbouwen met redenen, wat een essentiële waarborg is tegen willekeur en aantoont dat de rechter de voorgelegde argumenten zorgvuldig heeft onderzocht en beredeneerd. |
| Openbaarheid van de uitspraak | Het principe dat rechterlijke uitspraken in het openbaar moeten worden uitgesproken, wat bijdraagt aan transparantie en het vertrouwen in de rechtspraak versterkt. |
| Rechtsnorm | Een regel of principe binnen het recht dat bepaalt hoe men zich moet gedragen of hoe bepaalde situaties beoordeeld moeten worden. |
| Gezag van gewijsde | De onherroepelijkheid van een rechterlijke beslissing, wat betekent dat deze definitief is en niet meer kan worden aangevochten. |
| Fout van een rechter | Een handeling van een rechter die kan leiden tot aansprakelijkheid, zoals een verkeerd gedrag beoordeeld naar de norm van een zorgvuldige magistraat, of de schending van een rechtstreeks werkende rechtsnorm. |
| Middelenverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar zich ertoe verbindt om alle redelijke middelen aan te wenden om een bepaald resultaat te bereiken, zonder garantie op het succesvolle behalen van dat resultaat. |
| Resultaatsverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar zich ertoe verbindt om een specifiek resultaat te bereiken, ongeacht de middelen die daarvoor worden aangewend. |
| Vonnis | Een officiële beslissing van een rechter of rechtbank in een juridische zaak. |
| Appèl (beroep) | Een rechtsmiddel waarbij een zaak opnieuw wordt voorgelegd aan een hogere rechter om de oorspronkelijke beslissing te laten beoordelen. |
| Hof van Cassatie | Het hoogste rechtscollege in België dat de correcte toepassing van het recht door lagere rechtbanken controleert, zonder de feiten opnieuw te beoordelen. |
| Deontologische plichten | Fundamentele verplichtingen die voortvloeien uit de uitoefening van het beroep van advocaat, waarvan de naleving essentieel is voor een correcte beroepsuitoefening en het behoud van het vertrouwen van rechtzoekenden en de maatschappij. |
| Relatieve strafrechterlijke immuniteit | Een bescherming die advocaten garandeert tegen strafrechtelijke vervolging voor uitspraken of geschriften die in het kader van een gerechtelijke procedure worden gedaan of ingediend, mits deze betrekking hebben op de zaak of de partijen. |
| Plicht tot bijstand | De verplichting van een advocaat om een cliënt te vertegenwoordigen en te adviseren, mits er een opdracht is ontvangen. Deze plicht kent uitzonderingen, zoals wanneer de zaak niet als rechtvaardig wordt beschouwd of wanneer er een belangenconflict bestaat. |
| Noodtoestand | Een juridische grondslag die onder bepaalde voorwaarden toelaat om een plicht, zoals het beroepsgeheim, te doorbreken indien dit noodzakelijk is ter vrijwaring van een hoger belang en er geen andere weg openstaat om ernstig en dreigend gevaar af te wenden. |
| Getuigen in rechte | De situatie waarin een advocaat wordt opgeroepen om als getuige op te treden. Hoewel hij kan weigeren te spreken, kan hij niet gedwongen worden te getuigen tegen zijn beroepsgeheim, tenzij de tuchtoverheid anders oordeelt. |
| Artikel 458bis Strafwetboek | Een wetsartikel dat onder specifieke omstandigheden, zoals een ernstig en dreigend gevaar voor de fysieke of psychische integriteit van minderjarigen of kwetsbare personen, de houder van een beroepsgeheim toestaat dit geheim te doorbreken en melding te maken bij de procureur des Konings. |
| Artikel 458ter Strafwetboek | Een wetsartikel dat de uitwisseling van informatie tussen personen die samen overleggen over een casus toestaat, zonder dat dit een schending van hun beroepsgeheim oplevert, met als doel de informatie-uitwisseling in specifieke contexten, zoals bij intrafamiliaal geweld of radicalisering, te faciliteren. |
| Artikel 1675/8 Gerechtelijk Wetboek | Een bepaling die de schuldbemiddelaar in het kader van een collectieve schuldenregeling toestaat inlichtingen te vragen over de financiële toestand van de schuldenaar, zelfs aan diens advocaat, waarbij het beroepsgeheim in bepaalde gevallen kan wijken. |
| Uitzonderingen op het beroepsgeheim | Situaties waarin de regel van het beroepsgeheim mag wijken, mits gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang en strikt evenredig aan het nagestreefde doel. |
| Dwingende reden van algemeen belang | Een zwaarwegend maatschappelijk belang, zoals de bescherming van de fysieke of psychische integriteit van kwetsbare personen, dat in uitzonderlijke gevallen kan leiden tot een beperking van het beroepsgeheim. |
| Schuldbemiddelaar | Een persoon die wordt aangesteld in het kader van een collectieve schuldenregeling en die informatie mag vragen aan de schuldenaar of derden, inclusief de advocaat van de schuldenaar, over diens vermogenstoestand. |
| Anti-witwasreglementering | Wetgeving die tot doel heeft de bestrijding van witwaspraktijken en de financiering van terrorisme, en die in specifieke omstandigheden uitzonderingen op het beroepsgeheim van advocaten inhoudt. |
| Meldingsplicht | De verplichting voor advocaten om, onder bepaalde voorwaarden en in specifieke situaties die buiten hun kernactiviteiten vallen, feiten die verband houden met witwassen of terrorismefinanciering te melden aan de stafhouder. |
| Kernactiviteit van de advocaat | De essentiële taken van een advocaat, zoals het bijstaan, verdedigen of vertegenwoordigen van een cliënt in rechte, en het verlenen van juridisch advies, die doorgaans volledig onder het beroepsgeheim vallen. |
| Litigiation privilege | Het recht op vertrouwelijkheid van informatie die een advocaat verkrijgt in het kader van juridisch advies dat verband houdt met een gerechtelijke procedure, of het analyseren van de rechtspositie van de cliënt. |
| Informatieplicht | De ongeschreven deontologische en precontractuele plicht van een advocaat om zijn cliënt vooraf zo duidelijk mogelijk te informeren over de wijze waarop het ereloon en de kosten zullen worden berekend. |
| Wetboek Economisch Recht (WER) | Een wetboek dat marktpraktijken en consumentenbescherming regelt, met specifieke bepalingen voor beoefenaars van een vrij beroep, inclusief regels voor informatievoorziening aan consumenten over prijzen en diensten. |
| Oneerlijk beding | Elk beding of elke voorwaarde waarover niet afzonderlijk is onderhandeld en dat het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en plichten ten nadele van de cliënt aanzienlijk verstoort. |
| No cure, no pay | Een afspraak waarbij het verschuldigde honorarium rechtstreeks afhankelijk wordt gesteld van het behaalde resultaat; dit is verboden. |
| Rechtsplegingsvergoeding | Een forfaitaire vergoeding die de in het ongelijk gestelde partij in de kosten kan worden verwezen, die echter het ereloon van de advocaat niet omvat. |
| Taxatieprocedure | Een procedure voor de Raad van de Orde waarbij het ereloon van een advocaat kan worden betwist, ingezet op verzoek van de advocaat, de cliënt of ambtshalve, met als doel de billijkheid van het ereloon te beoordelen. |
| Vergelijkende reclame | Reclame waarin producten of diensten van een concurrent worden vergeleken; dit is in beginsel geoorloofd onder strikte voorwaarden. |
| Akte van vaststelling | Een document opgesteld door een gerechtsdeurwaarder waarin feiten worden vastgelegd. Aan een akte van vaststelling kan geen bijzondere bewijswaarde worden verleend als de gerechtsdeurwaarder de feiten heeft uitgelokt of zich te veel heeft geïdentificeerd met de belangen van zijn opdrachtgever. |
| Buitengerechtelijke tussenkomsten | Opdrachten die een gerechtsdeurwaarder kan afhandelen buiten een gerechtelijke procedure om, zoals de invordering van geldschulden of optreden als minnelijke schuldbemiddelaar. Hierbij is er geen ministerieplicht. |
| Collectief karakter van het beslag | Het principe dat bij beslaglegging rekening gehouden moet worden met reeds bestaande beslagen op de goederen van de schuldenaar. Dit vereist voorafgaande consultatie van beslagberichten om dubbele beslagen te vermijden en bestaande schuldeisers te laten deelnemen. |
| Deontologische code | Een reeks regels en normen die het gedrag van gerechtsdeurwaarders sturen, gericht op onpartijdigheid, onafhankelijkheid, vakkennis, en het dienen van het algemeen belang. Deze code waarborgt de professionele integriteit en onafhankelijkheid van het ambt. |
| Diligentie | De plicht van de gerechtsdeurwaarder om zijn opdrachten correct, grondig en zorgvuldig uit te voeren, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het dossier en het beginsel van proceseconomie. |
| Gemeengemaakt beslag | Een vorm van beslag waarbij een gerechtsdeurwaarder, op basis van een uittreksel van een eerder beslag, een nieuwe verkoopdag vaststelt en dit exploot betekent. Dit gebeurt om de vordering van zijn opdrachtgever te laten meedelen in een reeds lopende procedure. |
| Onbeslagbare goederen/inkomsten | Goederen of inkomsten die wettelijk beschermd zijn tegen beslaglegging, zoals bepaald in artikelen 1408 en 1409 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek. Deze bescherming is bedoeld om een minimaal levenspeil te garanderen. |
| Permanenente vorming | De verplichting voor gerechtsdeurwaarders om zich continu bij te scholen en een adequaat niveau van kennis en vaardigheden te behouden, in lijn met maatschappelijke en professionele ontwikkelingen. |
| Proceseconomie | Het beginsel dat erop gericht is om gerechtelijke procedures zo efficiënt en kosteneffectief mogelijk te laten verlopen, met oog voor het belang van alle partijen. De gerechtsdeurwaarder dient hier rekening mee te houden in zijn handelen. |
| Tenuitvoerlegging | Het proces waarbij een gerechtelijke beslissing, zoals een vonnis of een akte, daadwerkelijk wordt uitgevoerd om een schuld te innen of een verplichting na te komen. De gerechtsdeurwaarder speelt hierbij een centrale rol. |
| Verplichte ambtsweigering | De notaris is wettelijk verplicht zijn ambt te weigeren in vier specifieke gevallen, waaronder wanneer een akte strijdig is met de openbare orde, de rechten van derden miskent, de notaris onbevoegd is, of wanneer het verlijden van de akte zou leiden tot overtreding van wettelijke verplichtingen of de deontologische code. |
| Dwingende wettelijke voorschriften | Wettelijke bepalingen die niet terzijde kunnen worden geschoven door de wil van de partijen en waaraan notarissen zich strikt moeten houden bij het verlijden van akten. |
| Voorkeurrecht | Een recht dat aan een persoon wordt toegekend om als eerste in aanmerking te komen voor de aankoop van een goed, alvorens het aan anderen wordt aangeboden. |
| Prijsbewimpeling | Het bewust verzwijgen van een deel van de werkelijke verkoopprijs van een goed om de verschuldigde registratierechten te verminderen, wat een miskenning is van de rechten van de staat. |
| Veinzing | Het opzettelijk creëren van een schijn van een rechtshandeling die niet overeenkomt met de werkelijke wil van de partijen, vaak met een frauduleus oogmerk. |
| Onbevoegdheid ratione loci | De onbevoegdheid van een notaris om een akte te verlijden buiten het gerechtelijk arrondissement waarin zijn standplaats is gevestigd, tenzij er specifieke wettelijke uitzonderingen gelden. |
| Onbevoegdheid ratione materiae | De onbevoegdheid van een notaris om een akte te verlijden in een materie die buiten zijn juridische bekwaamheid valt of die niet onder de notariële ambtsplichten valt. |
| Raadgevingsplicht | De plicht van de notaris om partijen te adviseren over de juridische, fiscale en economische gevolgen van een voorgenomen transactie, zelfs buiten de strikte wettelijke verplichtingen om. |
| Authentificatie | Het proces waarbij een notaris een akte de officiële status van een openbaar geschrift verleent, wat leidt tot een verhoogde bewijskracht en rechtszekerheid. |
| Valsheid in openbare geschriften | Het opzettelijk vervalsen of verdraaien van de waarheid in een door een notaris opgesteld openbaar document, wat een zeer ernstige fout is met strafrechtelijke gevolgen. |
| Bewijskracht van de notariële akte | De wettelijke kracht die aan een notariële akte wordt toegekend, waardoor de inhoud ervan als waar wordt beschouwd, tenzij het tegendeel wordt bewezen via een procedure van valsheid in geschrifte. |
| Beschikkingsbeginsel (Principe dispositif) | Het beginsel dat stelt dat de partijen zelf bepalen of, tegen wie en waarover een geding wordt gevoerd, wat de rechter beperkt in zijn oordeel tot de door partijen aangevoerde feiten en vorderingen. |
| Rechtsweigering | Een situatie waarin een rechter weigert recht te spreken, wat kan voortvloeien uit structurele problemen zoals gerechtelijke achterstand of het niet behandelen van zaken binnen een redelijke termijn. |
| Vertrouwenscrisis | Een periode waarin het publieke vertrouwen in de instellingen van de rechtspraak ernstig is aangetast, vaak aangewakkerd door specifieke zaken of media-aandacht. |
| Externe controle | Toezicht op de juridische beroepen door instanties die buiten de beroepsgroep zelf staan, als reactie op een vertrouwenscrisis en de behoefte aan meer transparantie. |
| Onafhankelijkheid van de rechter | Het beginsel dat de rechter vrij moet zijn van externe druk en invloeden bij het nemen van beslissingen, zodat hij objectief en onpartijdig kan oordelen. |
| Onpartijdigheid van de rechter | Het vereiste dat de rechter neutraal is ten opzichte van het onderwerp van het geding en de betrokken partijen, zonder persoonlijke belangen of vooringenomenheid. |
| Belangenconflict | Een situatie waarin de belangen van een advocaat, zijn cliënt, of andere partijen met elkaar in strijd zijn, wat de onafhankelijke en partijdige behartiging van de cliëntbelangen in gevaar kan brengen. |
| Multidisciplinaire associaties (Multi Disciplinary Practices) | Samenwerkingsverbanden tussen advocaten en beoefenaars van andere beroepen, zoals belastingadviseurs of accountants, wat discussies oproept over de deontologische grenzen van dergelijke samenwerkingen. |
| Vrijheid van meningsuiting | Het grondrecht om gedachten, meningen en informatie te uiten zonder censuur of angst voor represailles. Dit recht is cruciaal voor een democratische samenleving en geldt ook voor rechters, zij het met mogelijke beperkingen om de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de rechtspraak te waarborgen. |
| Onafhankelijkheid (van rechters) | Het principe dat rechters vrij moeten zijn van externe invloeden, druk of inmenging bij het nemen van hun beslissingen. Dit omvat zowel institutionele onafhankelijkheid als persoonlijke onafhankelijkheid, zodat zij recht kunnen spreken zonder angst voor repercussies. |
| Onpartijdigheid (van rechters) | Het vereiste dat rechters geen vooringenomenheid mogen tonen ten opzichte van de partijen in een zaak of de feiten. Een onpartijdige rechter behandelt alle zaken objectief en zonder persoonlijke belangen of vooroordelen. |
| Eigenrichting | Het zelfstandig nemen van het recht in eigen handen, zonder tussenkomst van de bevoegde autoriteiten. Eigenrichting is in een democratische rechtsstaat niet geoorloofd en wordt beschouwd als een inbreuk op de rechtsorde. |
| Wettelijke monopoliepositie | Een exclusief recht dat door de wet aan een bepaalde beroepsgroep wordt toegekend om specifieke juridische diensten te verlenen. Dit beperkt de keuze van de burger, maar vereist tevens hoge kwaliteits- en gedragsstandaarden van de begunstigden. |