Cover
Zacznij teraz za darmo Maeve.pdf
Summary
# Buitencontractuele aansprakelijkheid als bron van verbintenissen
Verbintenissen kunnen ontstaan uit een rechtshandeling, uit een oneigenlijk contract, uit buitencontractuele aansprakelijkheid of uit de wet. Buitencontractuele aansprakelijkheid resulteert in een verbintenis tot schadeloosstelling ten laste van de aansprakelijke persoon ten aanzien van een persoon die schade heeft geleden [1](#page=1).
### 1.1 Situering van buitencontractuele aansprakelijkheid
Buitencontractuele aansprakelijkheid vormt een specifieke bron van verbintenissen, naast rechtshandelingen, oneigenlijke contracten en de wet [1](#page=1).
### 1.2 Onderscheid met contractuele aansprakelijkheid
* **Contractuele aansprakelijkheid**: Ontstaat bij de niet-nakoming van een contract en leidt eveneens tot een verbintenis tot schadeloosstelling [1](#page=1).
* **Buitencontractuele aansprakelijkheid**: Ontstaat los van enige contractuele relatie.
Beide vormen van aansprakelijkheid vallen onder de noemer burgerrechtelijke aansprakelijkheid. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid moet op haar beurt onderscheiden worden van strafrechtelijke aansprakelijkheid [1](#page=1).
### 1.3 Soorten buitencontractuele aansprakelijkheid
Buitencontractuele aansprakelijkheid kan worden onderverdeeld in:
* **Aansprakelijkheid voor eigen daad**: Wanneer iemands eigen schadeverwekkend gedrag tot aansprakelijkheid leidt. Dit wordt ook wel foutaansprakelijkheid genoemd (art. 6.5 BW) [1](#page=1).
* **Aansprakelijkheid voor andermans daad**: Wanneer het schadeverwekkend gedrag van een ander persoon tot aansprakelijkheid leidt [1](#page=1).
### 1.4 Gerelateerde concepten
* **Ongerechtvaardigde verrijking**: Degene die ongerechtvaardigd verrijkt is, is aan de verarmde het laagste bedrag van de verrijking en de verarming verschuldigd, geraamd op het tijdstip van de vergoeding (art. 5.137 BW) [1](#page=1).
---
# Verschillende soorten buitencontractuele aansprakelijkheid
Dit document behandelt de verschillende vormen van buitencontractuele aansprakelijkheid, de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om aansprakelijk te zijn, en de toepassingsgebieden ervan.
## 2. Voorwaarden voor aansprakelijkheid
Om aansprakelijk te kunnen worden gesteld, moeten aan drie cumulatieve voorwaarden zijn voldaan [2](#page=2):
* Een tot aansprakelijkheid leidend feit [2](#page=2).
* Schade die in aanmerking komt voor schadeloosstelling [2](#page=2).
* Een causaal verband tussen het tot aansprakelijkheid leidend feit en de schade [2](#page=2).
Deze voorwaarden zijn, tenzij de wet anders bepaalt, op dezelfde wijze van toepassing op natuurlijke personen als op private en publieke rechtspersonen. Voor natuurlijke personen geldt dat zij minstens twaalf jaar oud moeten zijn om aansprakelijk te zijn voor hun eigen fouten of die van anderen. Minderjarigen ouder dan twaalf jaar, net als geestesgestoorden, zijn wel aansprakelijk [2](#page=2).
### 2.1 Het tot aansprakelijkheid leidende feit
Het tot aansprakelijkheid leidende feit kan bestaan uit een eigen fout of een gebeurtenis die gelinkt kan worden aan de aansprakelijke persoon. Dit kan zowel foutaansprakelijkheid (eigen daad) als risicoaansprakelijkheid (gebeurtenis gelinkt aan de aansprakelijke, zonder dat er een fout van de aansprakelijke hoeft te zijn) omvatten [3](#page=3).
#### 2.1.1 Foutaansprakelijkheid (aansprakelijkheid voor eigen daad)
Iedereen is aansprakelijk voor de schade die hij door zijn fout aan een ander veroorzaakt. Een fout wordt begrepen als [3](#page=3):
* De schending van een wettelijke regel die een bepaald gedrag oplegt of verbiedt [3](#page=3).
* De schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm die geldt in het maatschappelijk verkeer [3](#page=3).
##### 2.1.1.1 Schending van specifieke gedragsnorm
Dit betreft de schending van een rechtsnorm die een bepaald gedrag voorschrijft of verbiedt. Er moet worden nagegaan of de inhoud en strekking van de norm zijn nageleefd; een toetsing aan de voorzichtige en redelijke persoon is hier niet vereist [3](#page=3).
##### 2.1.1.2 Schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm
Dit betreft onzorgvuldigheid. Een persoon handelt zorgvuldig als hij handelt als een voorzichtig en redelijk persoon geplaatst in dezelfde omstandigheden. De omstandigheden waarover het gaat, zijn externe omstandigheden zoals tijd, plaats, weersomstandigheden, maar ook beroep, ervaring en opleiding. Interne omstandigheden (karakter, emotionaliteit, intelligentie) worden in principe niet in rekening genomen [4](#page=4) [5](#page=5).
De rechter kan bij de beoordeling van onzorgvuldigheid rekening houden met vijf criteria (niet exhaustief en niet cumulatief) [5](#page=5):
1. **De redelijkerwijze voorzienbare gevolgen van het gedrag:** Kon de persoon op het moment van het schadeverwekkend gedrag voorzien dat er schade zou kunnen optreden [5](#page=5)?
2. **De evenredigheid van het risico:** De aard en omvang van het risico staan in verhouding tot de inspanningen en maatregelen die nodig zijn om het te vermijden [5](#page=5).
3. **De stand van de techniek en wetenschappelijke kennis:** Rekening houden met de techniek en kennis die toegankelijk was op het moment van het schadeverwekkend feit [5](#page=5).
4. **De eisen van goed vakmanschap en goede beroepsactiviteiten:** Technische normen en gebruiken binnen de beroepssector [6](#page=6).
5. **De beginselen van goed bestuur en goede organisatie:** Vooral relevant voor rechtspersonen [6](#page=6).
##### 2.1.1.3 Uitzonderingen op foutaansprakelijkheid
Verschillende gronden kunnen uitsluiting van aansprakelijkheid voor een fout bewerkstelligen [6](#page=6):
* **Overmacht:** Het is onmogelijk de toepasselijke gedragsregel na te leven, hetzij door onvoorzienbare, hetzij door onvermijdbare omstandigheden [6](#page=6).
* **Andere gronden:** Dwaling, dwang, noodtoestand, bevel, wettige verdediging, toestemming van de benadeelde [7](#page=7).
##### 2.1.1.4 Wettelijke beperking van aansprakelijkheid voor fout
Sommige wetten beperken de persoonlijke aansprakelijkheid van bepaalde beroepscategorieën, zoals werknemers, politie, loodsen, militair personeel, statutair personeel in dienst van publieke rechtspersonen en vrijwilligers, voor fouten begaan tijdens hun functie [7](#page=7).
#### 2.1.2 Risicoaansprakelijkheid (foutloze aansprakelijkheid)
Dit betreft aansprakelijkheid voor andermans daad of voor een gebeurtenis gelinkt aan de aansprakelijke, zonder dat er een eigen fout van de aansprakelijke vereist is [3](#page=3).
##### 2.1.2.1 Aansprakelijkheid van personen belast met toezicht op anderen
Personen die belast zijn met globaal en duurzaam toezicht op anderen zijn aansprakelijk voor de schade die deze laatsten door hun fout of een ander tot aansprakelijkheid leidend feit veroorzaken. Globaal en duurzaam betekent dat het toezicht zich op meerdere aspecten van het dagelijks leven richt en van substantiële duur is [7](#page=7).
* **Onderwijsinstellingen:** Zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door leerlingen tijdens het onderwijs. Er geldt een weerlegbaar vermoeden van fout in het toezicht [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Minderjarigen jonger dan zestien jaar:** Ouders, adoptanten, voogden en pleegzorgers zijn foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door deze minderjarigen [9](#page=9).
* **Minderjarigen van zestien jaar of ouder:** Ouders, adoptanten, voogden en pleegzorgers zijn aansprakelijk, maar enkel indien de schade te wijten is aan een fout van hun kant (in de opvoeding of het toezicht). Dit is dus een vorm van foutaansprakelijkheid gebaseerd op een vermoeden van fout [10](#page=10).
##### 2.1.2.2 Aansprakelijkheid van de aansteller
Een aansteller is foutloos aansprakelijk voor de schade die zijn aangestelde aan derden veroorzaakt tijdens en naar aanleiding van de uitoefening van zijn functie, als gevolg van diens fout of een ander tot aansprakelijkheid leidend feit [11](#page=11).
* **Aansteller:** Degene die voor eigen rekening in feite gezag over en toezicht op het gedrag van een ander kan uitoefenen [11](#page=11).
* **Aangestelde:** Zij die in ondergeschikt verband werk uitvoeren voor een ander. Dit begrip is ruimer dan werknemer [11](#page=11).
* **Tijdens en naar aanleiding van de uitoefening van zijn functie:** Wordt breed geïnterpreteerd; de schade mag niet hebben plaatsgehad zonder de tewerkstelling [12](#page=12).
* **Beperking voor werknemers:** Werknemers zijn enkel aansprakelijk voor opzettelijke fouten, zware fouten en lichte fouten die regelmatig voorkomen. Derden kunnen zich richten tot de aansteller (die voor elke fout aansprakelijk is) of tot de aangestelde (die enkel aansprakelijk is bij zware of opzettelijke fout) [12](#page=12) [13](#page=13).
##### 2.1.2.3 Aansprakelijkheid van rechtspersonen
* **Publiekrechtelijke rechtspersonen:** Zijn foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun personeelsleden tijdens en naar aanleiding van de uitoefening van hun functie [13](#page=13).
* **Privaatrechtelijke rechtspersonen:** Zijn foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun bestuursorganen of leden ervan. Er is een uniforme behandeling van het personeel en bestuursleden [13](#page=13) [14](#page=14).
* **Publiekrechtelijke rechtspersonen voor organen die geen deel uitmaken van het personeel:** Zijn ook foutloos aansprakelijk, bijvoorbeeld ministers, burgemeesters [14](#page=14).
##### 2.1.2.4 Aansprakelijkheid voor zaken
De bewaarder van een zaak is foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een gebrek van die zaak [14](#page=14).
* **Bewaarder:** De persoon die op het moment van het schadeverwekkend feit de niet-ondergeschikte macht van leiding en controle heeft over de zaak. De eigenaar wordt vermoed bewaarder te zijn, tenzij hij bewijst dat de bewaring bij een ander berust [14](#page=14) [15](#page=15).
* **Zaak:** Betreft materiële zaken; alle lichamelijke voorwerpen [15](#page=15).
* **Gebrekkige zaak:** Een zaak is gebrekkig wanneer zij door een van haar kenmerken niet de veiligheid biedt die men gerechtigd is te verwachten. Het gebrek moet een kenmerk van de zaak zijn, onderscheiden van foutief gebruik. De oorsprong, aard en duur van het gebrek zijn irrelevant voor de aansprakelijkheid [15](#page=15) [16](#page=16).
##### 2.1.2.5 Aansprakelijkheid voor dieren
De bewaarder van een dier is foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door dit dier [16](#page=16).
* **Bewaarder:** De persoon die de niet-ondergeschikte macht van leiding en controle heeft over het dier. De eigenaar wordt vermoed bewaarder te zijn [16](#page=16).
* **Dier:** Viseert in principe alle dieren [16](#page=16).
* Het volstaat dat het dier schade heeft veroorzaakt; het gedrag van het dier (normaal of abnormaal) is irrelevant [17](#page=17).
##### 2.1.2.6 Aansprakelijkheid voor gebrekkige producten
De specifieke productaansprakelijkheid regelt de aansprakelijkheid van de producent voor schade veroorzaakt door een gebrekkig product [17](#page=17).
* **Toepassingsvoorwaarden:**
1. Het moet gaan om een product (lichamelijk roerend goed, met uitzondering van onroerend goed als geheel) [17](#page=17).
2. Het product moet gebrekkig zijn (niet de verwachte veiligheid bieden, rekening houdend met presentatie, gebruik en tijdstip van inverkeerstelling) [18](#page=18).
3. Er moet schade zijn die in aanmerking komt voor schadeloosstelling (schade aan personen en morele schade; schade aan goederen enkel indien bestemd voor privégebruik, met aftrekfranchise van 500 euro) [18](#page=18).
4. Bewijs van een causaal verband tussen het gebrek en de schade [18](#page=18).
5. De aangesprokene moet de producent zijn (fabrikant, schijnproducent, EU-invoerder, of subsidiair de leverancier) [18](#page=18).
* **Verweermiddelen producent:** Het product niet in verkeer gebracht, geen gebrek bij invoering, geen economisch doel, overeenstemming met overheidsvoorschriften, onmogelijkheid ontdekking gebrek (standaardkennis), of gebrek aan eindproduct te wijten aan ontwerp/instructies van ander [19](#page=19).
* **Termijnen:** Verjaringstermijn van drie jaar, vervaltermijn van tien jaar [20](#page=20).
## 3. Schade die in aanmerking komt voor schadeloosstelling
Schade is de economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. Voor schadeloosstelling moet de schade rechtmatig en zeker zijn [20](#page=20) [21](#page=21).
### 3.1 Soorten schade
* **Patrimoniale schade:** Alle economische gevolgen (verliezen, kosten, winstderving, waardevermindering) [21](#page=21).
* **Extrapatrimoniale schade:** Niet-economische gevolgen (pijn, leed, angst, reputatie) [21](#page=21).
* **Actuele en toekomstige schade:** Schade die reeds geleden is of die pas later ontstaat, mits zeker [21](#page=21).
* **Rechtstreekse, onrechtstreekse schade en schade bij terugslag:** Rechtstreekse schade is de schade die men zelf lijdt. Onrechtstreekse schade is schade die anderen lijden als gevolg van de aantasting van iemands belangen. Schade bij terugslag is een specifieke vorm van onrechtstreekse schade door een juridische of genegenheidsband [22](#page=22).
### 3.2 Voorbeschiktheid en reeds bestaande toestand
De aansprakelijke moet de benadeelde nemen zoals hij hem aantreft, met al zijn persoonlijke kenmerken (voorbeschiktheid). Bij een reeds bestaande toestand heeft men enkel recht op vergoeding voor de nieuwe schade of de verergering ervan. Verhaasting treedt op indien de schade hoe dan ook vroeger zou zijn opgetreden [22](#page=22) [23](#page=23).
### 3.3 Rechtmatige schade
Schade is onrechtmatig als de vordering tot schadeloosstelling een onwettige situatie erkent, behoudt of bestendigt [23](#page=23).
### 3.4 Zekere schade
Enkel zekere schade leidt tot schadeloosstelling; het bestaan ervan moet onbetwistbaar vaststaan. Toekomstige schade komt voor schadeloosstelling in aanmerking indien deze het zekere gevolg is van een actuele aantasting [24](#page=24).
## 4. Oorzakelijk verband
Een tot aansprakelijkheid leidend feit is oorzaak van de schade indien het een noodzakelijke voorwaarde is voor deze laatste (conditio sine qua non) [24](#page=24).
### 4.1 Equivalentieleer
Alle oorzaken zijn gelijkwaardig en brengen in gelijke mate aansprakelijkheid mee [26](#page=26).
### 4.2 Correcties op de equivalentieleer
* **Correctie op feitelijke causaliteit:** Indien een feit geen noodzakelijke voorwaarde is omdat een andere gebeurtenis reeds voldoende was om de schade te veroorzaken, is het feit toch een oorzaak (art. 6.18 §1 BW) [27](#page=27).
* **Correctie op juridische causaliteit:** Geen aansprakelijkheid indien het feitelijke causaal verband dermate verwijderd is dat het kennelijk onredelijk zou zijn de schade toe te rekenen aan de aangesprokene (art. 6.18 §2 BW) [27](#page=27).
### 4.3 Causale onzekerheid
* **Proportionele aansprakelijkheid:** Wanneer het onzeker is of de fout een noodzakelijke voorwaarde was, heeft de benadeelde recht op een gedeeltelijke schadeloosstelling in verhouding tot de waarschijnlijkheid van de oorzaak. Dit geldt in principe voor foutaansprakelijkheid [28](#page=28) [29](#page=29).
* **Alternatieve oorzaken:** Indien meerdere personen aansprakelijk zijn voor soortgelijke feiten die de benadeelde blootstelden aan het risico op schade, maar niet bewezen kon worden welk feit de schade veroorzaakte, is elk persoon aansprakelijk in verhouding tot de waarschijnlijkheid dat zijn feit de schade veroorzaakte (art. 6.23 BW) [29](#page=29).
## 5. Pluraliteit van aansprakelijkheden
### 5.1 Meerdere derden aansprakelijk
* **In solidum aansprakelijkheid:** Als meerdere personen aansprakelijk zijn voor onderscheiden tot aansprakelijkheid leidende feiten die oorzaak zijn van dezelfde schade, zijn zij in solidum aansprakelijk. De benadeelde kan van elk van hen de gehele schade vorderen. Hetzelfde geldt als meerdere personen aansprakelijk zijn voor eenzelfde feit [30](#page=30).
* **Aanzetten tot een fout:** Wie een ander aanzet tot een fout of hem daarbij helpt, is met deze persoon in solidum aansprakelijk [31](#page=31).
### 5.2 Regres onder medeaansprakelijken
De aangesproken partij die de schade integraal vergoedt, heeft in principe regresmogelijkheid tegenover de overige aansprakelijke partijen, in de mate waarin hun feit bijdroeg tot de schade [31](#page=31).
* **Regres bij foutloze aansprakelijkheid:** De foutloos aansprakelijke kan regres uitoefenen voor het geheel van de schade tegen de persoon door wiens fout de voorwaarden voor deze aansprakelijkheid vervuld zijn [31](#page=31).
* **Regres bij opzet:** Geen regres mogelijk indien de schadevergoedende partij aansprakelijk is op grond van een opzettelijke fout of indien de medeaansprakelijke aansprakelijk is op grond van een opzettelijke fout. Wel regres voor het geheel tegen een medeaansprakelijke met opzet [32](#page=32).
### 5.3 Medeaansprakelijkheid van de benadeelde
Het recht op schadeloosstelling van de benadeelde wordt verminderd in de mate waarin een feit waarvoor hij aansprakelijk is, een van de oorzaken van de schade is. Dit geldt niet voor minderjarigen jonger dan twaalf jaar [33](#page=33).
* **Bij opzet:** De benadeelde heeft geen recht op schadeloosstelling indien zijn eigen opzettelijke fout een van de oorzaken van de schade is [34](#page=34).
## 6. Samenloop
Het samenloopverbod tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid is verdwenen. De benadeelde heeft de keuze, tenzij contractueel uitgesloten [35](#page=35).
### 6.1 Quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent
De quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent is afgeschaft; benadeelden kunnen buitencontractuele vorderingen instellen tegen hulppersonen. Contractueel kan dit echter weer worden ingesteld [36](#page=36) [37](#page=37).
## 7. Gevolgen van aansprakelijkheid
* **Schadeloosstellingsplicht:** Strekt ertoe de benadeelde in de toestand te plaatsen waarin hij zich zou hebben bevonden zonder het schadeverwekkend feit (patrimoniale schade) of kent een billijke en passende vergoeding toe (extrapatrimoniale schade) [38](#page=38).
* **Wijze van schadeloosstelling:** Kan in natura of door schadevergoeding plaatsvinden. Schadevergoeding is vrij te gebruiken door de benadeelde [38](#page=38).
* **Integrale schadeloosstelling:** De omvang van de schade wordt bepaald op de datum die het tijdstip van de effectieve schadeloosstelling het dichtst benadert [39](#page=39).
* **Preventie van schade:** Schadebeperkingsplicht voor de benadeelde. De aansprakelijke moet de kosten dragen van dringende en redelijke maatregelen om dreigende schade te voorkomen. De rechter kan ook een bevel of verbod opleggen om schade te voorkomen [43](#page=43).
* **Vergoeding van nettowinst:** Indien de aansprakelijke opzettelijk met winstintentie inbreuk maakte op een persoonlijkheidsrecht, eer of reputatie, kan een bijkomende vergoeding gelijk aan de nettowinst worden toegekend [44](#page=44).
### 7.1 Minderjarigen en geestesgestoorden
* **Minderjarigen:** Vanaf 12 jaar aansprakelijk. De rechter kan oordelen dat de minderjarige geen schadeloosstelling verschuldigd is of deze beperken naar billijkheid. Indien gedekt door verzekering, kan de rechter niet oordelen dat er geen schadeloosstelling verschuldigd is of deze beperken beneden het verzekerde bedrag [41](#page=41).
* **Geestesgestoorden:** Aansprakelijk indien hun oordeelsvermogen of controle over daden ernstig is aangetast. De rechter kan de schadeloosstelling beperken naar billijkheid [41](#page=41) [42](#page=42).
### 7.2 Voordeelstoerekening
Uitkeringen en voordelen die de benadeelde niet zou hebben ontvangen zonder het schadeverwekkend feit en die strekken tot schadeloosstelling, worden in mindering gebracht op de schadevergoeding. Begiftigingen worden niet in mindering gebracht [42](#page=42).
### 7.3 Zaakschade
Vergoeding van de kosten van herstel of, indien hoger, de kosten van vervanging. Ook eventuele waardevermindering na herstel. Bij tenietgaan is de benadeelde recht op vergoeding voor vervanging [42](#page=42) [43](#page=43).
---
# Schade die in aanmerking komt voor schadeloosstelling
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de definitie en vereisten voor schade die recht geeft op schadeloosstelling, inclusief de verschillende soorten schade en specifieke situaties die de toewijzing van vergoedingen beïnvloeden.
### 3.1 Begrip van schade
Schade wordt gedefinieerd als de economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. Het is belangrijk te onderscheiden dat schade niet de aantasting zelf is, maar wel het gevolg daarvan. Een aangetast belang ligt steeds ten grondslag aan schade; zonder aangetast belang kan geen schade bestaan. Er kunnen wel aangetaste belangen bestaan zonder dat dit tot schade leidt [20](#page=20).
#### 3.1.1 Vereisten voor een aangetast belang
Om voor schadeloosstelling in aanmerking te komen, moet een belang aan twee cruciale vereisten voldoen:
* **Juridische bescherming:** Het belang moet door het recht erkend en beschermd worden. Dit betekent niet noodzakelijk dat het belang beschermd moet zijn door een subjectief recht. Een voorbeeld waarbij dit niet het geval is, is diefstal; het belang van de dief is niet beschermd, waardoor schade hieruit voortvloeiend niet voor schadeloosstelling in aanmerking komt [20](#page=20).
* **Persoonlijk karakter:** Alleen de titularis van het aangetaste belang kan vergoeding vorderen voor de schade die uit de aantasting voortvloeit [20](#page=20).
#### 3.1.2 Rechtmatigheid en zekerheid van schade
Schade komt slechts voor schadeloosstelling in aanmerking indien deze rechtmatig en zeker is. Feitenrechters oordelen over deze kwalificatie, onder toezicht van het Hof van Cassatie [21](#page=21).
### 3.2 Soorten schade
Schade kan worden onderverdeeld in verschillende categorieën op basis van hun aard en timing.
#### 3.2.1 Patrimoniale en extrapatrimoniale schade
* **Patrimoniale of materiële schade:** Omvat alle economische gevolgen van de aantasting van een belang. Dit kan zowel verliezen, kosten, winstderving als waardevermindering omvatten [21](#page=21).
* **Extrapatrimoniale of morele schade:** Omvat alle niet-economische gevolgen van de aantasting van de fysieke of psychische integriteit. Deze schade kan ook voor rechtspersonen in aanmerking komen, mits verenigbaar met hun aard. Het gaat hierbij om een weerslag op het welbevinden, de psychische gezondheid (pijn, leed, angst) of de reputatie, zonder dat het patrimonium van de benadeelde direct geraakt wordt [21](#page=21).
> **Tip:** De aard van het geschonden belang is niet bepalend voor dit onderscheid. Zo kan de aantasting van de psychische of fysische integriteit zowel patrimoniale als extrapatrimoniale schade tot gevolg hebben. Een voorbeeld is iemand die zijn been breekt; dit leidt tot pijn (extrapatrimoniale schade) en inkomensverlies doordat werken onmogelijk wordt (patrimoniale schade) [21](#page=21).
#### 3.2.2 Actuele en toekomstige schade
* **Actuele schade:** Schade die reeds geleden is op het moment dat de rechter zich uitspreekt over de aansprakelijkheidsvordering [21](#page=21).
* **Toekomstige schade:** Schade die pas later ontstaat. Dit moet onderscheiden worden van hypothetische schade. Ook toekomstige schade moet steeds voldoende zeker zijn [21](#page=21).
#### 3.2.3 Rechtstreekse, onrechtstreekse en schade bij terugslag
* **Rechtstreekse schade:** De schade die de persoon wiens belang werd aangetast, zelf lijdt door die aantasting [21](#page=21).
* **Onrechtstreekse schade:** Schade die andere personen lijden ten gevolge van dezelfde aantasting. Dit betreft persoonlijke schade die voortvloeit uit de aantasting van de belangen van een ander persoon. Een voorbeeld is iemand die getuige is van een ongeval met een zwaargewonde en daardoor in shock is; deze persoon lijdt morele schade ten gevolge van de aantasting van de fysieke integriteit van het slachtoffer. Onrechtstreekse schade kan patrimoniaal of extrapatrimoniaal zijn, en actueel of toekomstig [22](#page=22).
* **Schade bij terugslag:** Een specifieke vorm van onrechtstreekse schade. Het betreft persoonlijke schade die voortvloeit uit de aantasting van de belangen van een andere persoon met wie de benadeelde een juridische band (zoals arbeidsovereenkomst of afstamming) of een voldoende nauwe genegenheidsband heeft. Bij affectieve relaties die niet op afstamming berusten, moet de rechter de realiteit ervan beoordelen. Voorbeelden zijn schade bij naasten (kind) door het overlijden van de rechtstreeks benadeelde (vader), of schade die een werkgever lijdt door het doorbetalen van loon aan een arbeidsongeschikte werknemer zonder diens arbeidsprestaties te ontvangen. De aansprakelijke kan de benadeelde bij terugslag de fout van de rechtstreeks benadeelde en andere verweermiddelen tegenwerpen die hij aan deze laatste had kunnen tegenwerpen [22](#page=22).
### 3.3 Invloed van voorbeschiktheid en voorafgaande toestand
#### 3.3.1 Voorbeschiktheid
Voorbeschiktheid of predispositie is de toestand waarin de benadeelde zich bevindt, waardoor hij vatbaarder is voor schade. In principe wordt hiermee geen rekening gehouden. De aansprakelijke moet de benadeelde nemen zoals hij hem aantreft, met al zijn persoonlijke kenmerken. Dit betekent dat de voorbeschiktheid ten laste komt van de aansprakelijke [22](#page=22).
> **Example:** Iemand met een zeer gevoelige schedel die door een lichte tik een hersenbloeding oploopt en overlijdt, leidt tot schadeloosstelling door de veroorzaker van de tik voor de volledige schade, ondanks de voorbeschiktheid [22](#page=22).
#### 3.3.2 Voorafgaande toestand
Als uitzondering op het principe van voorbeschiktheid, heeft een benadeelde die zich reeds vóór het schadelijke feit in een bekende eerdere toestand bevond die al tot schadelijke gevolgen heeft geleid (bijvoorbeeld een reeds bestaande beperking), slechts recht op schadeloosstelling voor de nieuwe schade veroorzaakt door hetzelfde feit of voor de verergering van de bestaande schade [22](#page=22).
### 3.4 Verhaasting
Verhaasting treedt op wanneer de schade hoe dan ook tot stand zou zijn gekomen. Indien de aansprakelijke bewijst dat het schadelijke feit de schade slechts vervroegd heeft doen optreden, leidt enkel de schade die het gevolg is van dit vervroegd optreden tot schadeloosstelling [23](#page=23).
> **Example:** Een persoon met een oogkwaal die door een ongeval sneller blind wordt dan normaal het geval zou zijn [23](#page=23).
### 3.5 Rechtmatige schade
Schade is onrechtmatig indien de vordering tot schadeloosstelling ertoe strekt een onwettige situatie te erkennen, te behouden of te bestendigen. Het feit dat de eiser zich op het moment van het ontstaan van de schade in een onwettige situatie bevond, betekent niet noodzakelijk dat hij zich niet kan beroepen op de aantasting van een rechtmatig belang [23](#page=23).
> **Example:** Een bakkersleerling die arbeidsongeschikt is door een ongeval en een vergoeding vordert voor het verlies van inkomsten uit zwartwerk. Hoewel het belang (fysieke integriteit) juridisch beschermd is, is de schade (verloren inkomsten uit onwettige activiteit) onrechtmatig [23](#page=23).
> **Tip:** Om voor schadeloosstelling in aanmerking te komen, moet de schade dus het gevolg zijn van de aantasting van een juridisch beschermd belang én moet de schade zelf rechtmatig zijn [23](#page=23).
### 3.6 Zekerheid van schade
Enkel zekere schade leidt tot schadeloosstelling. Schade is zeker indien het bestaan ervan onbetwistbaar vaststaat en in zodanige mate waarschijnlijk is dat de rechter niet meer ernstig aan het tegendeel hoeft te denken. De rechter moet overtuigd zijn dat het slachtoffer zich in een betere situatie zou hebben bevonden indien de gebeurtenis niet had plaatsgevonden. De schade mag niet enkel hypothetisch zijn, gebaseerd op zuivere veronderstellingen of gissingen [24](#page=24).
#### 3.6.1 Toekomstige schade en zekerheid
Toekomstige schade leidt tot schadeloosstelling indien zij het zekere gevolg is van de actuele aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. De vereiste van zekerheid belet niet dat toekomstige schade vergoed kan worden, op voorwaarde dat vaststaat dat deze zich zal voordoen. De aantasting van het belang die aanleiding zal geven tot de toekomstige schade moet echter reeds vaststaan op het moment van de beoordeling. Het toekomstig karakter heeft betrekking op de gevolgen van de aantasting, niet op de aantasting zelf [24](#page=24).
> **Example:** Als vaststaat dat iemand zal overlijden door een ongeval, kwalificeert de schade van de naasten die daardoor verdriet zullen lijden niet als toekomstige schade, aangezien het overlijden zelf nog niet vaststaat [24](#page=24).
---
# Oorzakelijk verband
Het oorzakelijk verband vormt een essentiële voorwaarde voor aansprakelijkheid, waarbij de equivalentieleer centraal staat, aangevuld met correcties en specifieke regels voor causale onzekerheid en proportionele aansprakelijkheid.
### 4.1 De equivalentieleer: de conditio sine qua non-test
De kern van het oorzakelijk verband wordt gevormd door de equivalentieleer, die stelt dat een tot aansprakelijkheid leidend feit de oorzaak is van schade indien het een noodzakelijke voorwaarde (een *conditio sine qua non*) is voor die schade [25](#page=25).
#### 4.1.1 Toepassing van de conditio sine qua non-test
Om na te gaan of er sprake is van een noodzakelijke voorwaarde, dient de rechter de *conditio sine qua non*-test uit te voeren. Dit is een juridische versie van de tegenfeitelijke analyse, gericht op het opsporen van feitelijke causale verbanden tussen individuele gebeurtenissen [25](#page=25).
De kernanalyse houdt in dat men het tot aansprakelijkheid leidende feit wegdenkt.
* Bij risicoaansprakelijkheid wordt enkel het feit zelf weggedacht [25](#page=25).
* Bij foutaansprakelijkheid wordt zowel de fout weggedacht als een rechtmatig alternatief bijgedacht [25](#page=25).
Een feit is een noodzakelijke voorwaarde voor de schade indien de schade zich zonder dit feit, in de concrete omstandigheden die bestonden ten tijde van het schadegeval, niet zou hebben voorgedaan zoals deze zich heeft voorgedaan. Vaak ontbreken echter feitelijke en wetenschappelijke gegevens om met zekerheid te bepalen hoe de gebeurtenissen zich zonder het feit zouden hebben ontwikkeld. Rechters baseren hun beslissingen daarom vaak op de normale gang van zaken, of op veronderstellingen en beleidsmatige keuzes [25](#page=25).
#### 4.1.2 Verschillen tussen foutloze en foutaansprakelijkheid
* **Bij foutloze aansprakelijkheid** volstaat het meestal om de gebeurtenis die aansprakelijkheid meebrengt weg te denken om de *conditio sine qua non*-test te doen [25](#page=25).
* **Bij foutaansprakelijkheid** moet de rechter ook bepalen wat de verweerder had moeten doen om rechtmatig te handelen. Hij moet een rechtmatig alternatief vaststellen voor de fout van de verweerder. Indien de schade in die hypothese nog zou zijn opgetreden, is er geen sprake van een causaal verband [25](#page=25).
> **Voorbeeld (foutaansprakelijkheid):** Een autobestuurder rijdt zonder rijbewijs en veroorzaakt een ongeval. Als het ongeval zich ook had voorgedaan indien de bestuurder wel een rijbewijs had gehad, is er geen causaal verband tussen het foutief gedrag (rijden zonder rijbewijs) en het ongeval [25](#page=25).
> **Voorbeeld (foutaansprakelijkheid):** Door wegenwerken is een baan afgesloten behalve voor plaatselijk verkeer. Een autobestuurder negeert het verbodsbord en zijn wagen raakt beschadigd door de werken. Tussen zijn fout (het negeren van het bord) en de schade is er geen causaal verband, omdat de schade ook zou zijn ingetreden als hij op bezoek moest bij iemand die in de straat woont (een hypothese zonder fout) [26](#page=26).
> **Voorbeeld (foutaansprakelijkheid):** Een autobestuurder wordt vooraan aangereden door iemand die van links komt; het achterlicht van het slachtoffer brandde niet. Het ongeval zou ook gebeurd zijn indien het achterlicht wel had gebrand, dus er is geen causaal verband [26](#page=26).
#### 4.1.3 Gelijkwaardigheid van oorzaken
Eens vastgesteld dat het tot aansprakelijkheid leidende feit een noodzakelijke voorwaarde is voor de schade, is het onderzoek naar het oorzakelijk verband afgesloten. Alle oorzaken worden als gelijkwaardig beschouwd en brengen in gelijke mate aansprakelijkheid mee; dit staat bekend als de equivalentieleer [26](#page=26).
### 4.2 Alternatieve benaderingen van causaliteit
Naast de equivalentieleer bestaan er andere benaderingen die, naast de feitelijke oorzaken, ook een vorm van juridische causaliteit beoordelen [26](#page=26):
* **De leer van de adequate oorzaak:** Alleen als de schade het normale gevolg is van het tot aansprakelijkheid leidende feit, wordt dit feit als oorzakelijk beschouwd [26](#page=26).
* **De leer van de efficiënte oorzaak:** Alleen de meest doorslaggevende oorzaak wordt in aanmerking genomen [26](#page=26).
* **De leer van de toerekening naar redelijkheid:** Het is aan de rechter om te oordelen of het redelijk is om de schade aan iemand toe te rekenen [26](#page=26).
### 4.3 Correcties op de equivalentieleer en de conditio sine qua non-test
Er zijn twee belangrijke uitzonderingen op de bovengenoemde principes: correcties op de feitelijke causaliteit en correcties op de juridische equivalentieleer [26](#page=26).
#### 4.3.1 Correctie op de feitelijke causaliteit (samenloop van oorzaken)
**Probleem:** De *conditio sine qua non*-test leidt niet tot aansprakelijkheid wanneer een feit dat op zichzelf een noodzakelijke (of voldoende) voorwaarde is voor de schade, samenloopt met een gelijktijdige gebeurtenis die voldoende is om dezelfde schade te veroorzaken. In dat geval is het eerste feit immers geen noodzakelijke voorwaarde meer [27](#page=27).
> **Voorbeeld:** Iemand gooit een brandbom in een huis, en tegelijkertijd vindt er een kortsluiting plaats door werkzaamheden van een elektricien. Zowel de brandbom als de kortsluiting zouden op zichzelf voldoende zijn geweest om de brand te veroorzaken. Daardoor zijn noch de brandstichting, noch de kortsluiting een noodzakelijke voorwaarde voor de brand, wat tot geen aansprakelijkheid zou leiden [27](#page=27).
**Oplossing (artikel 6.18, §1 BW):** "Indien een tot aansprakelijkheid leidend feit geen noodzakelijke voorwaarde is voor de schade om de enkele reden dat een of meer andere gelijktijdige feiten, afzonderlijk of samen, een voldoende voorwaarde zijn voor de schade, is het niettemin ook een oorzaak." [27](#page=27).
Deze correctie geldt ook bij samenloop met natuurfenomenen of feiten die niet tot aansprakelijkheid leiden [27](#page=27).
> **Voorbeeld:** Een brandstichter ontkomt niet aan aansprakelijkheid, zelfs als er tegelijkertijd blikseminslag is die de brand ook had kunnen veroorzaken [27](#page=27).
#### 4.3.2 Correctie op de juridische causaliteit (kennelijk onredelijke toerekening)
**Probleem:** De juridische equivalentieleer kan leiden tot zeer verregaande en onbillijke gevolgen.
> **Voorbeeld (Courtellemont-zaak):** Een autobestuurder werd aangereden, gehospitaliseerd, en kreeg vervolgens hiv-besmet bloed toegediend. De oorspronkelijke vrachtwagenchauffeur werd aansprakelijk gesteld voor de hiv-besmetting, omdat zonder zijn fout (de aanrijding) de schade (hiv-besmetting) nooit zou hebben plaatsgevonden [27](#page=27).
**Oplossing (artikel 6.18, §2 BW):** "Er is geen aansprakelijkheid indien het feitelijke causaal verband tussen het tot aansprakelijkheid leidende feit en de schade dermate verwijderd is dat het kennelijk onredelijk zou zijn de schade toe te rekenen aan de persoon die wordt aangesproken." [27](#page=27) [28](#page=28).
Bij deze beoordeling wordt rekening gehouden met het onwaarschijnlijke karakter van de schade in het licht van de normale gevolgen van het feit, en met de omstandigheid dat dit feit niet op betekenisvolle wijze heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade [28](#page=28).
> **Voorbeeld (toepassing op Courtellemont-zaak):** De rechter zou kunnen beslissen dat er geen causaal verband bestaat tussen de aanrijding en de hiv-besmetting, omdat het kennelijk onredelijk zou zijn de schade toe te rekenen aan de vrachtwagenchauffeur [28](#page=28).
### 4.4 Causale onzekerheid en proportionele aansprakelijkheid
In situaties waar de causale verbanden niet met zekerheid kunnen worden vastgesteld, bieden specifieke regels uitkomst.
#### 4.4.1 Proportionele aansprakelijkheid voor onzekere oorzaken (artikel 6.22, §1 BW)
Dit artikel regelt de aansprakelijkheid wanneer onzeker is of de fout van de aangesprokene een noodzakelijke voorwaarde is voor de schade, omdat de schade zich ook had kunnen voordoen bij rechtmatig handelen [28](#page=28).
* De benadeelde heeft recht op een gedeeltelijke schadeloosstelling, in verhouding tot de waarschijnlijkheid waarmee de fout de schade heeft veroorzaakt [28](#page=28).
* Voor de toepassing van deze regel is geen specifieke minimumdrempel van zekerheid vereist, maar de onzekerheid mag niet gebaseerd zijn op hypothetische veronderstellingen [28](#page=28).
> **Voorbeeld:** Een patiënt vertoont symptomen van gangreen. Een arts behandelt hem niet tijdig, waarna amputatie van het been volgt. Het is niet zeker of de amputatie vermeden zou zijn bij tijdige zorg, maar statistische gegevens tonen aan dat dit in vergelijkbare gevallen meestal wel zo is. Het causale verband kan niet met zekerheid bewezen worden, maar de patiënt heeft een ernstige kans op genezing verloren. De patiënt kan een schadevergoeding ontvangen die in verhouding staat tot de waarschijnlijkheid waarmee de fout de schade heeft veroorzaakt [28](#page=28).
Deze bepaling is in principe van toepassing op foutaansprakelijkheid en vindt overeenkomstige toepassing bij aansprakelijkheid voor feiten begaan door personen waarvoor men foutloos aansprakelijk is [29](#page=29).
#### 4.4.2 Proportionele aansprakelijkheid bij alternatieve oorzaken (artikel 6.23 BW)
Dit artikel regelt situaties waarin meerdere soortgelijke feiten, waarvoor verschillende personen aansprakelijk zijn, de benadeelde hebben blootgesteld aan het risico op schade, maar niet kan worden aangetoond welk feit de schade daadwerkelijk heeft veroorzaakt [29](#page=29).
* Elke persoon is aansprakelijk in verhouding tot de waarschijnlijkheid waarmee het feit waarvoor hij instaat, de schade heeft veroorzaakt [29](#page=29).
* Wie bewijst dat het feit waarvoor hij instaat geen oorzaak is van de schade, is niet aansprakelijk [29](#page=29).
> **Voorbeeld:** Een consument lijdt schade door een generiek product dat door meerdere bedrijven is geproduceerd, en hij kan de specifieke producent niet identificeren [29](#page=29).
> **Voorbeeld:** Bij kettingbotsingen waarbij niet vaststaat welke bestuurder een fout heeft begaan [29](#page=29).
Voor de toepassing van dit artikel moet bij elk van de potentieel aansprakelijken afzonderlijk een fout of ander tot aansprakelijkheid leidend feit worden vastgesteld, dat de benadeelde aan het risico op de schade heeft blootgesteld [29](#page=29).
* Indien de potentiële impact van elk van de potentiële aansprakelijken gelijk is, kan de rechter de schade gelijk verdelen [29](#page=29).
* Indien dit niet het geval is, kan de rechter uitgaan van het respectieve belang van de activiteiten van elk van hen [29](#page=29).
---
# Gevolgen van aansprakelijkheid en compensatiesystemen
Dit hoofdstuk behandelt de verplichtingen die voortvloeien uit aansprakelijkheid, met specifieke aandacht voor schadeloosstelling, preventieve maatregelen, de vergoeding van nettowinst en diverse compensatiesystemen.
### 5.1 De schadeloosstellingsplicht
De kern van aansprakelijkheid is de plicht tot schadeloosstelling, die kan worden aangevuld met een plicht tot vergoeding van gerealiseerde nettowinst. Het doel van schadeloosstelling is tweeledig: het herstellen van zowel patrimoniale als extrapatrimoniale schade [37](#page=37) [38](#page=38).
#### 5.1.1 Schadeloosstelling van patrimoniale schade
Patrimoniale schade dient ertoe de benadeelde in de hypothetische toestand te plaatsen waarin hij zich zou hebben bevonden indien het schadeveroorzakende feit zich niet had voorgedaan. Dit vereist een vergelijking tussen de huidige toestand van de benadeelde en de toestand die hij zou hebben gehad zonder het schadegeval, waarbij ook rekening wordt gehouden met toekomstige evoluties. Hoewel de vergoeding dit doel nastreeft, zal deze niet altijd de schade exact weerspiegelen [38](#page=38).
#### 5.1.2 Schadeloosstelling van extrapatrimoniale schade
Extrapatrimoniale schade, vaak morele schade genoemd, wordt vergoed met een billijke en passende geldsom, aangezien een exacte tegenwaarde moeilijk te bepalen is [38](#page=38).
#### 5.1.3 Wijze van schadeloosstelling
Schadeloosstelling kan plaatsvinden in natura of door middel van schadevergoeding, en deze wijzen kunnen gelijktijdig worden toegepast. De schadevergoeding is vrij over te gebruiken door de benadeelde [38](#page=38).
* **Schadeloosstelling in natura:** Dit strekt ertoe de schadelijke gevolgen van het schadeveroorzakende feit daadwerkelijk ongedaan te maken. De rechter kan hiervoor de rechtstoestand wijzigen, maatregelen bevelen, of de benadeelde machtigen deze op kosten van de aansprakelijke uit te voeren. De benadeelde kan een aanbod tot herstel in natura weigeren indien gegronde redenen bestaan, zoals een verstoorde persoonlijke verhouding [39](#page=39).
* **Integrale schadeloosstelling:** De aansprakelijke is gehouden tot integrale schadeloosstelling, waarbij de benadeelde noch mag verarmen, noch verrijken. De omvang van de schade wordt bepaald op het moment dat het dichtst bij de effectieve schadeloosstelling ligt, meestal het moment van de rechterlijke uitspraak [39](#page=39).
#### 5.1.4 Afzonderlijke bepaling en raming van schade
De rechter bepaalt in principe elk schade-element afzonderlijk om transparantie te bevorderen en toekomstige regresvorderingen te vergemakkelijken [40](#page=40).
* **Indicatieve tabel:** Deze tabel geeft een overzicht van klassiek terugkerende schadeposten en heeft een normerend karakter, hoewel deze niet bindend is. Ze helpt bij het begroten van moeilijk te kwantificeren schade, zoals morele schade of gebruiksverlies [40](#page=40).
* **Raming bij benadering:** Wanneer exacte bepaling onmogelijk of buitensporig kostbaar is, kan de rechter de schade bij benadering ramen [40](#page=40).
* **Raming naar billijkheid:** Dit is een subsidiaire methode die wordt toegepast wanneer schade op geen enkele andere manier kan worden bepaald, en vereist een deugdelijke motivering [41](#page=41).
#### 5.1.5 Minderjarigen en geestesgestoorden
* **Minderjarigen:** Vanaf 12 jaar kunnen minderjarigen aansprakelijk worden gesteld, maar de rechter kan de schadeloosstelling beperken of vrijstellen, rekening houdend met de omstandigheden en de financiële toestand van partijen. Als de aansprakelijkheid gedekt is door een verzekering, kan de rechter niet oordelen dat er geen schadeloosstelling verschuldigd is, noch deze beperken onder het verzekerde bedrag [41](#page=41).
* **Geestesgestoorden:** Personen met een aanzienlijk aangetast oordeelsvermogen of controle over hun daden zijn aansprakelijk voor hun fouten of andere schadeveroorzakende feiten. Net als bij minderjarigen kan de rechter hier ook de schadeloosstelling beperken of vrijstellen [41](#page=41) [42](#page=42).
#### 5.1.6 Voordeelstoerekening
Uitkeringen en voordelen die de benadeelde niet zou hebben ontvangen zonder het schadeveroorzakende feit en die strekken tot schadeloosstelling, worden in mindering gebracht op de schadevergoeding. Voordelen die de benadeelde beogen te begiftigen, worden niet in mindering gebracht [42](#page=42).
#### 5.1.7 Zaakschade
Bij beschadiging van een zaak heeft de benadeelde recht op vergoeding van de herstelkosten of de vervangingskosten indien deze lager zijn dan de herstelkosten. Ook eventuele waardevermindering na herstel is verhaalbaar. Bij tenietgaan van een zaak of indien herstel niet mogelijk is, heeft de benadeelde recht op vergoeding van de vervangingskosten om een zaak met dezelfde kenmerken te verkrijgen [42](#page=42) [43](#page=43).
### 5.2 Preventie van schade
De benadeelde heeft een schadebeperkingsplicht om schade te voorkomen of te beperken voor zover redelijk en voorzichtig. De kosten van dringende en redelijke preventieve maatregelen kunnen ten laste van de aansprakelijke komen, zelfs indien de schade niet is gerealiseerd. De rechter kan ook een bevel of verbod opleggen om de verergering van schade te voorkomen of om de naleving van wettelijke regels af te dwingen. Dit laatste is gebonden aan strikte voorwaarden, zoals een vaststaande of ernstig dreigende schending [43](#page=43) [44](#page=44).
### 5.3 Vergoeding van nettowinst
Wanneer een aansprakelijke opzettelijk en met winstoogmerk een persoonlijkheidsrecht schendt of eer/reputatie aantast, kan de benadeelde een bijkomende vergoeding gelijk aan de nettowinst van de aansprakelijke eisen. Deze winst kan de reguliere schadevergoeding overstijgen. De kosten die de aansprakelijke specifiek voor het realiseren van deze winst heeft gemaakt, worden van de winst afgetrokken [44](#page=44).
### 5.4 Compensatiesystemen
Diverse systemen bestaan om schade te compenseren, met name aansprakelijkheidsverzekeringen, speciale regelingen voor zwakke weggebruikers en schadefondsen.
#### 5.4.1 Aansprakelijkheidsverzekeringen
Een aansprakelijkheidsverzekering is een schadeverzekering waarbij de verzekeraar, tegen betaling van een premie, de schadevergoeding aan het slachtoffer betaalt in plaats van de schadeverwekker [45](#page=45).
* **Verzekerd risico:** Dekt de aansprakelijkheid die men oploopt door schade toe te brengen aan derden (third party insurance) [45](#page=45).
* **Soorten:** Belangrijke soorten zijn de familiale verzekering, beroepsaansprakelijkheidsverzekering en de burgerrechtelijke aansprakelijkheid motorrijtuigen [45](#page=45).
* **Relatie verzekeraar en benadeelde:** De wet kent een **rechtstreekse vordering** toe aan het slachtoffer tegen de verzekeraar van de schadeverwekker, waardoor het slachtoffer niet afhankelijk is van de financiële toestand van de schadeverwekker [46](#page=46).
* Bij **verplichte aansprakelijkheidsverzekeringen** kan de verzekeraar geen wettelijke of contractuele verweermiddelen inroepen tegen de benadeelde [46](#page=46).
* Bij **niet-verplichte aansprakelijkheidsverzekeringen** kan de verzekeraar wel verweermiddelen inroepen, met uitzondering van die welke voortvloeien uit opzettelijk door minderjarigen veroorzaakte schade of grove schuld, die niet tegenwerpelijk zijn aan de benadeelde [46](#page=46).
* **Regresmogelijkheid verzekeraar:** Indien de verzekeraar gedekt heeft, kan hij onder bepaalde voorwaarden regres uitoefenen op de verzekeringnemer/verzekerde, mits dit contractueel is voorzien. De verzekeraar moet de verzekeringnemer informeren van zijn voornemen om verhaal uit te oefenen [46](#page=46) [47](#page=47).
#### 5.4.2 Regeling voor zwakke weggebruikers (art. 29bis WAM)
Deze regeling, ingevoerd vanuit de bezorgdheid voor snelle vergoeding van zwakke weggebruikers, voorziet in een afwijkend vergoedingsstelsel dat onafhankelijk is van de fout- of schuldvraag [47](#page=47).
* **Kern van de regeling:** De verzekeraar van het betrokken voertuig betaalt de schade aan de zwakke weggebruiker, inclusief schade aan kledij. De verzekeraar kan deze bedragen niet terugvorderen van het slachtoffer indien dit later verantwoordelijk blijkt te zijn, tenzij het slachtoffer de schade gewild heeft. Schade opgelopen door de gemotoriseerde bestuurder door de fout van de zwakke weggebruiker kan wel worden teruggevorderd [48](#page=48).
* **Toepassingsgebied:** Vereist een verkeersongeval met een motorvoertuig waarbij een zwakke en een niet-zwakke weggebruiker betrokken zijn [49](#page=49).
* **Verkeersongeval:** Elk ongeval op de openbare weg of terreinen toegankelijk voor het publiek, dat deelname aan het verkeer impliceert [49](#page=49).
* **Zwakke weggebruiker:** Voetganger, fietser, of elke niet-bestuurder van een motorrijtuig [49](#page=49).
* **Motorrijtuigen:** Voertuigen die op mechanische kracht kunnen worden gedreven en niet onder specifieke uitzonderingen vallen (bv. bepaalde elektrische steps) [50](#page=50).
* **Betrokkenheid:** Het motorrijtuig moet een rol hebben gespeeld bij het ongeval, enkel aanwezigheid is niet voldoende [50](#page=50).
#### 5.4.3 Diverse schadefondsen
Schadefondsen bieden vergoeding in gevallen waar aansprakelijkheid, verzekeringen of sociale zekerheid tekortschieten [50](#page=50).
* **Fonds tot hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden:** Biedt financiële hulp wanneer de dader onbekend is of het slachtoffer niet vergoed kan worden [50](#page=50).
* **Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds (GMWF):** Komt tussen wanneer de aansprakelijkheidsverzekering ontoereikend is, de aansprakelijke insolvabel is, of de bestuurder niet geïdentificeerd kan worden. Het fonds vergoedt ook wanneer de bestuurder vrijuit gaat door een toevallig feit (overmacht). Bij betrokkenheid van meerdere voertuigen en onduidelijkheid over wie de veroorzaker is, wordt de schade gelijk verdeeld over de verzekeraars [50](#page=50) [51](#page=51).
* **Fonds medische ongevallen:** Vergoedt ernstige schade veroorzaakt door medische ongevallen zonder aansprakelijkheid, of wanneer aansprakelijkheid niet (voldoende) gedekt is, of betwist wordt. Het fonds treedt op als back-up wanneer de verzekeraar niet dekt of een ontoereikende vergoeding aanbiedt [51](#page=51).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Buitencontractuele aansprakelijkheid | De verplichting om schade te vergoeden die is veroorzaakt door een onrechtmatige daad of een ander tot aansprakelijkheid leidend feit, zonder dat er een voorafgaand contract tussen de partijen bestaat. Dit staat tegenover contractuele aansprakelijkheid. |
| Bronnen van verbintenis | De juridische grondslagen waaruit verbintenissen voortvloeien. Dit omvat rechtshandelingen, oneigenlijke contracten, buitencontractuele aansprakelijkheid en de wet zelf. |
| Contractuele aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die voortvloeit uit de niet-nakoming van een contractuele verbintenis. De schadevergoeding is gericht op het herstellen van de benadeelde partij tot de situatie waarin deze zich zou hebben bevonden indien het contract correct was nagekomen. |
| Burgerrechtelijke aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die voortvloeit uit civielrechtelijke normen en die gericht is op het vergoeden van schade. Dit staat tegenover strafrechtelijke aansprakelijkheid, die gericht is op het bestraffen van strafbare feiten. |
| Aansprakelijkheid voor eigen daad | De aansprakelijkheid die rust op een persoon voor de schade die hij zelf heeft veroorzaakt door zijn eigen fout of onzorgvuldig gedrag. Dit is de basisvorm van foutaansprakelijkheid. |
| Aansprakelijkheid voor andermans daad | De aansprakelijkheid die rust op een persoon voor de schade veroorzaakt door het gedrag van een ander, met wie hij een bepaalde relatie heeft (bv. ouders voor hun kinderen, werkgevers voor hun werknemers). Vaak is dit een foutloze aansprakelijkheid. |
| Cumulatief (aansprakelijkheid) | De situatie waarin verschillende vormen van aansprakelijkheid naast elkaar kunnen bestaan en de ene vorm de andere niet vervangt, noch uitsluit. De benadeelde kan zich op meerdere grondslagen beroepen. |
| Tot aansprakelijkheid leidend feit | Elk feit, handeling of nalaten dat op grond van de wet leidt tot aansprakelijkheid. Dit kan een fout zijn, maar ook een risico-element bij risicoaansprakelijkheid. |
| Fout | Een schending van een wettelijke regel die bepaald gedrag oplegt of verbiedt, of een schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm die geldt in het maatschappelijk verkeer. |
| Risico-aansprakelijkheid (objectieve aansprakelijkheid) | Een vorm van aansprakelijkheid waarbij iemand aansprakelijk wordt gesteld voor schade, ongeacht of er sprake is van een persoonlijke fout. De aansprakelijkheid is gebaseerd op het risico dat aan een bepaalde activiteit of zaak verbonden is. |
| Algemene zorgvuldigheidsnorm | Een niet-specifieke gedragsnorm die vereist dat men handelt zoals een voorzichtig en redelijk persoon zou handelen in dezelfde omstandigheden, om schade aan anderen te voorkomen. |
| Subjectief recht | Een recht dat aan een individu wordt toegekend en dat hem bevoegdheden geeft ten aanzien van bepaalde zaken, personen of de eigen persoon, en dat door anderen gerespecteerd moet worden. |
| Onzorgvuldigheid | Het handelen in strijd met de algemene zorgvuldigheidsnorm, waarbij niet de nodige voorzichtigheid en redelijkheid in acht worden genomen. |
| Redelijke en voorzichtige persoon | Een fictief persoon die handelt volgens de normen van zorgvuldigheid en voorzichtigheid die in de maatschappij algemeen worden verwacht. Dit is het criterium om te beoordelen of er sprake is van een fout. |
| Voorzienbare gevolgen | De mogelijke gevolgen van een handeling die op het moment van het handelen redelijkerwijs konden worden voorzien, ook al is de precieze omvang of de getroffen persoon niet bekend. |
| Evenredigheid van risico | Een criterium om te beoordelen of er sprake is van onzorgvuldigheid, waarbij de omvang van het risico op schade wordt afgewogen tegen de inspanningen en maatregelen die nodig zijn om dit risico te vermijden. |
| Stand van de techniek en wetenschappelijke kennis | De actuele stand van de technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen die relevant zijn voor het beoordelen van zorgvuldigheid, op het moment van het schadeverwekkende feit. |
| Goed vakmanschap en goede beroepsactiviteiten | De technische normen, gebruiken en werkwijzen die gelden binnen een specifieke beroepssector en die door een zorgvuldige en redelijke professional moeten worden nageleefd. |
| Beginselen van goed bestuur en goede organisatie | Principes die van toepassing zijn op rechtspersonen en organisaties, met betrekking tot hun interne werking, besluitvorming en de uitoefening van hun taken, met name relevant voor de overheid. |
| Overmacht | Een situatie waarin het onmogelijk is om een gedragsregel na te leven, ongeacht de wil van de persoon, door een onvoorzienbaar of onvermijdelijk feit. Dit kan een grond zijn voor uitsluiting van aansprakelijkheid. |
| Dwaling | Een verkeerde voorstelling van zaken die van invloed kan zijn op de beoordeling van aansprakelijkheid, maar die in principe geen grond vormt voor uitsluiting van aansprakelijkheid tenzij expliciet voorzien. |
| Dwang | Een situatie waarin iemand door externe druk gedwongen wordt om een bepaalde handeling te verrichten, wat invloed kan hebben op de beoordeling van zijn aansprakelijkheid. |
| Noodtoestand | Een situatie van ernstig gevaar waarin iemand gedwongen wordt om een handeling te verrichten die normaal gesproken onrechtmatig zou zijn, om een groter kwaad te voorkomen. Kan een grond zijn voor uitsluiting van aansprakelijkheid. |
| Wettige verdediging | Het zich verdedigen tegen een onrechtmatige aanval, waarbij het toebrengen van schade aan de aanvaller gerechtvaardigd kan zijn. Kan een grond zijn voor uitsluiting van aansprakelijkheid. |
| Toestemming van de benadeelde | Wanneer de benadeelde partij voorafgaand aan het schadeverwekkende feit toestemming heeft gegeven voor de handeling, kan dit de aansprakelijkheid van de dader beperken of uitsluiten. |
| Wettelijke beperking van aansprakelijkheid | Situaties waarin de wet de aansprakelijkheid van bepaalde beroepscategorieën beperkt, bijvoorbeeld voor werknemers die enkel aansprakelijk zijn voor opzettelijke of zware fouten. |
| Globaal en duurzaam toezicht | Het organiseren en controleren van de levenswijze van personen op een brede en langdurige manier, wat leidt tot aansprakelijkheid voor de schade veroorzaakt door die personen. |
| Onderwijsinstelling | Een instelling die onderwijs of beroepsopleiding verstrekt, en die aansprakelijk kan zijn voor schade veroorzaakt door leerlingen onder hun toezicht. |
| Weerlegbaar vermoeden van fout | Een wettelijk vermoeden dat een persoon een fout heeft gemaakt in zijn toezicht, wat hij kan weerleggen door aan te tonen dat hij de schade redelijkerwijs niet kon voorkomen. |
| Risicoaansprakelijkheid van titularissen van het gezag over minderjarigen | Ouders, voogden of pleegzorgers zijn foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door minderjarigen onder hun gezag, met specifieke regels afhankelijk van de leeftijd van de minderjarige. |
| Aansteller | De persoon die feitelijk gezag en toezicht uitoefent over een ander (de aangestelde) en die aansprakelijk is voor de schade die de aangestelde veroorzaakt tijdens de uitoefening van zijn functie. |
| Aangestelde | Een persoon die ondergeschikt verband werk uitvoert voor een ander (de aansteller). Dit begrip is ruimer dan werknemer en omvat iedereen die instructies van de opdrachtgever volgt. |
| Rechtspersonen van publiek recht | Organisaties die publiekrechtelijk zijn opgericht (bv. overheden) en die aansprakelijk kunnen zijn voor de daden van hun personeel. |
| Rechtspersonen van privaat recht | Organisaties die privaatrechtelijk zijn opgericht (bv. vennootschappen) en die aansprakelijk kunnen zijn voor de daden van hun bestuursorganen en personeel. |
| Orgaantheorie | Een vroegere theorie die stelde dat rechtspersonen aansprakelijk waren voor fouten van hun bestuursorganen op basis van hun eigen foutaansprakelijkheid. |
| Bewaarder van een zaak | De persoon die op het moment van het schadeverwekkend feit de feitelijke macht van leiding en controle heeft over een zaak, en die foutloos aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door een gebrek van die zaak. |
| Zaak (in goederenrechtelijke zin) | Elk lichamelijk voorwerp, ongeacht of het natuurlijk of kunstmatig is. Dit omvat zowel enkelvoudige als samengestelde zaken. |
| Gebrekkige zaak | Een zaak die door een kenmerk niet de veiligheid biedt die men gerechtigd is te verwachten onder de gegeven omstandigheden. |
| Bewaarder van een dier | De persoon die de niet-ondergeschikte macht van leiding en controle heeft over een dier en die foutloos aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door dat dier. |
| Productaansprakelijkheid | Een specifieke vorm van aansprakelijkheid die rust op producenten voor schade veroorzaakt door gebrekkige producten die zij in het handelsverkeer hebben gebracht. |
| Producent | De fabrikant van een eindproduct, onderdelen of grondstoffen, de schijnproducent die zich als zodanig aandient, of de EU-invoerder van een product. |
| Verweermiddelen van de producent | Gronden waarop een producent zich kan beroepen om aansprakelijkheid voor een gebrekkig product te ontlopen, zoals het niet in het verkeer brengen van het product, of het ontbreken van een gebrek op het moment van inverkeerstelling. |
| Verjaringstermijn | Een wettelijke termijn waarbinnen een rechtsvordering moet worden ingesteld. Na het verstrijken van deze termijn kan de vordering niet meer succesvol worden ingesteld. |
| Vervaltermijn | Een termijn waarbinnen een recht moet worden uitgeoefend, waarna het recht van rechtswege vervalt. |
| Patrimoniale schade | Economische schade die bestaat uit verliezen, kosten, winstderving en waardevermindering. Dit omvat alle financiële gevolgen van een aantasting van een juridisch beschermd belang. |
| Extrapatrimoniale schade | Niet-economische schade die de fysieke of psychische integriteit, het welbevinden, de psychische gezondheid (pijn, leed, angst) of de reputatie aantast. |
| Actuele schade | Schade die reeds geleden is op het moment dat de rechter uitspraak doet over de aansprakelijkheidsvordering. |
| Toekomstige schade | Schade die pas later ontstaat, maar die een zeker gevolg is van de actuele aantasting van een juridisch beschermd belang. |
| Rechtstreekse schade | De schade die de persoon wiens belang werd aangetast, zelf lijdt als gevolg van die aantasting. |
| Onrechtstreekse schade | Schade die andere personen lijden ten gevolge van de aantasting van de belangen van een ander persoon, met wie zij een band hebben. |
| Schade bij terugslag | Een specifieke vorm van onrechtstreekse schade die voortvloeit uit de aantasting van de belangen van een ander persoon met wie de eerste een juridische of nauwe genegenheidsband heeft. |
| Voorbeschiktheid (predispositie) | Een toestand waarin de benadeelde zich bevindt die hem vatbaarder maakt voor het oplopen van schade. De aansprakelijke moet de benadeelde nemen zoals hij hem aantreft. |
| Vooraf bestaande toestand | Een reeds aanwezige gekende toestand bij de benadeelde die reeds tot schadelijke gevolgen heeft geleid. Enkel nieuwe schade of verergering van bestaande schade wordt vergoed. |
| Verhaasting | Wanneer het tot aansprakelijkheid leidende feit ervoor zorgt dat schade vroeger optreedt dan het anders zou zijn gebeurd. Enkel de schade door het vervroegd optreden wordt vergoed. |
| Onrechtmatige daad (in de context van schade) | Schade die voortvloeit uit een onwettige situatie of activiteit die aan de benadeelde kan worden aangerekend, en die daarom niet tot schadeloosstelling leidt. |
| Zekere schade | Schade waarvan het bestaan onbetwistbaar vaststaat en die in zo hoge mate waarschijnlijk is dat de rechter niet meer ernstig aan het tegendeel hoeft te denken. |
| Hypothetische schade | Schade die gebaseerd is op zuivere veronderstellingen of gissingen en die niet zeker is. |
| Equivalentieleer | Een leer die bepaalt dat een tot aansprakelijkheid leidend feit een oorzaak is van de schade indien het een noodzakelijke voorwaarde (conditio sine qua non) is voor het optreden van die schade. |
| Conditio sine qua non-test | Een methode om de feitelijke causaliteit te bepalen, waarbij men zich veronderstelt dat het schadelijke feit zich niet heeft voorgedaan en nagaat of de schade zich dan ook niet zou hebben voorgedaan. |
| Leer van de adequate oorzaak | Een benadering die stelt dat alleen de oorzaken die normaal gesproken tot schade leiden, juridisch relevant zijn voor aansprakelijkheid. |
| Leer van de efficiënte oorzaak | Een benadering die zich richt op de meest doorslaggevende oorzaak van de schade. |
| Leer van de toerekening naar redelijkheid | Een benadering waarbij de rechter beoordeelt of het redelijk is om de schade toe te rekenen aan een bepaalde persoon. |
| Correctie op de feitelijke causaliteit | Aanpassing van de conditio sine qua non-test, bijvoorbeeld wanneer meerdere feiten gezamenlijk voldoende zijn om schade te veroorzaken, maar elk afzonderlijk geen noodzakelijke voorwaarde is. |
| Correctie op de juridische causaliteit | Aanpassing van de equivalentieleer om onbillijke verregaande gevolgen te voorkomen, bijvoorbeeld door de schade niet toe te rekenen als deze kennelijk onredelijk is. |
| Causale onzekerheid | Onzekerheid over het bestaan van een causaal verband tussen het feit en de schade. |
| Proportionele aansprakelijkheid | Een regeling waarbij de schadeloosstelling wordt vastgesteld in verhouding tot de waarschijnlijkheid waarmee een fout de schade heeft veroorzaakt, wanneer het causaal verband onzeker is. |
| Alternatieve oorzaken | Gevallen waarin meerdere personen aansprakelijk zijn voor soortgelijke feiten die de benadeelde aan een risico hebben blootgesteld, maar niet vaststaat welk feit de schade daadwerkelijk heeft veroorzaakt. |
| Pluraliteit van aansprakelijkheden | Situaties waarin meerdere personen aansprakelijk zijn voor dezelfde schade. |
| In solidum aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid waarbij meerdere personen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de gehele schade, zodat de benadeelde zich tot elk van hen kan wenden voor de volledige vergoeding. |
| Regres | Het recht van een persoon die aansprakelijk is gesteld en de schade heeft vergoed, om een deel van die vergoeding te verhalen op andere aansprakelijke personen. |
| Medeaansprakelijkheid van de benadeelde | Situaties waarin het eigen gedrag van de benadeelde mede heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade, wat kan leiden tot een vermindering van de te ontvangen schadevergoeding. |
| Samenloop | De mogelijkheid voor een benadeelde om zich zowel op contractuele als buitencontractuele aansprakelijkheid te beroepen voor dezelfde schade. |
| Samenloopverbod | Het principe dat voorheen van toepassing was, waarbij de contractuele aansprakelijkheid exclusief was voor schade door contractbreuk, tenzij de niet-nakoming een misdrijf inhield. |
| Quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent | Het vroegere principe waarbij een hulppersoon van een contractpartij niet direct buitencontractueel kon worden aangesproken door de andere contractpartij voor schade geleden bij de uitvoering van de overeenkomst. |
| Schadeloosstellingsplicht | De verplichting van degene die aansprakelijk is om de benadeelde in de toestand te brengen waarin hij zich zou hebben bevonden indien het schadelijke feit zich niet had voorgedaan. |
| Vergoedingsplicht van nettowinst | Een aanvullende plicht die de aansprakelijke kan hebben om de door hem gerealiseerde nettowinst af te staan aan de benadeelde, indien deze winst is behaald door opzettelijke inbreuk op persoonlijkheidsrechten. |
| Schadeloosstelling in natura | Herstel van de schade in werkelijkheid, bijvoorbeeld door het ongedaan maken van de schadelijke gevolgen of het bevelen van bepaalde maatregelen. |
| Schadevergoeding | Een geldelijke compensatie voor geleden schade. |
| Integrale schadeloosstelling | Het beginsel dat de benadeelde volledig wordt vergoed voor alle geleden schade, zonder verrijking of verarming. |
| Ogenblik van bepaling van de omvang van de schade | Het moment waarop de omvang van de schade wordt vastgesteld, wat meestal het tijdstip van de rechterlijke uitspraak is. |
| Indicatieve tabel | Een tabel die overzichten biedt van klassiek terugkerende schadeposten en indicatieve bedragen voor de vergoeding, met als doel voorspelbaarheid te creëren. |
| Raming bij benadering | Wanneer de exacte bepaling van de schade onmogelijk of buitensporig kostbaar is, kan de rechter de omvang van de schade bij benadering ramen. |
| Raming naar billijkheid | Een subsidiaire methode waarbij de rechter de schadevergoeding vaststelt op basis van billijkheid, wanneer de omvang van de schade op geen enkele andere wijze bepaald kan worden. |
| Minderjarigen (aansprakelijkheid) | Kinderen onder een bepaalde leeftijd zijn niet of beperkt aansprakelijk voor hun daden, met leeftijdsgrenzen die de mate van aansprakelijkheid bepalen. |
| Geestesgestoorden (aansprakelijkheid) | Personen met een geestesstoornis die hun oordeelsvermogen of controle over hun daden aantast, zijn aansprakelijk, maar de rechter kan de vergoeding matigen. |
| Voordeelstoerekening | De situatie waarin voordelen die de benadeelde ontvangt als gevolg van het schadeverwekkende feit, in mindering worden gebracht op de schadevergoeding. |
| Zaakschade | Schade toegebracht aan goederen, die kan leiden tot vergoeding van herstelkosten of vervangingskosten. |
| Schadebeperkingsplicht | De plicht van de benadeelde om redelijke maatregelen te nemen om de schade te voorkomen of te beperken. |
| Preventieve maatregelen | Handelingen die worden ondernomen om schade te voorkomen of de verergering ervan te beperken. |
| Bevel of verbod (door rechter) | Een rechterlijke uitspraak die een partij verplicht iets te doen of na te laten om schade te voorkomen of te beperken. |
| Aansprakelijkheidsverzekering | Een verzekering die de financiële gevolgen van aansprakelijkheid dekt, door de schadevergoeding aan de benadeelde uit te betalen in plaats van de schadeverwekker. |
| Familiale verzekering | Een aansprakelijkheidsverzekering die schade dekt die door gezinsleden wordt veroorzaakt aan derden. |
| Beroepsaansprakelijkheidsverzekering | Een verzekering die de aansprakelijkheid dekt die voortvloeit uit beroepsfouten. |
| Burgerrechtelijke aansprakelijkheid motorrijtuig | Verplichte verzekering voor motorvoertuigen die de aansprakelijkheid dekt voor schade toegebracht aan derden. |
| Rechtstreekse vordering van het slachtoffer | Een wettelijke bevoegdheid die het slachtoffer toekent om de verzekeraar van de schadeverwekker rechtstreeks aan te spreken voor de schadevergoeding. |
| Verweermiddelen van de verzekeraar | Gronden waarop een verzekeraar zich kan beroepen om zijn verplichting tot dekking te beperken of uit te sluiten ten opzichte van de benadeelde of de verzekerde. |
| Regresmogelijkheid verzekeraar | Het recht van de verzekeraar om, onder bepaalde voorwaarden, betaalde schadevergoedingen te verhalen op de verzekeringnemer of de verzekerde. |
| Verkeersslachtoffer | Een persoon die schade lijdt als gevolg van een verkeersongeval. |
| Zwakke weggebruiker | Een weggebruiker die kwetsbaarder is in het verkeer, zoals een voetganger, fietser, of passagier van een niet-gemotoriseerd voertuig. |
| Schadefondsen | Organisaties die zijn opgericht om schade te vergoeden wanneer aansprakelijkheid, verzekeringen of sociale zekerheid geen soelaas bieden. |
| Fonds tot hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden | Een fonds dat financiële hulp verleent aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, wanneer de dader onbekend is of niet kan betalen. |
| Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds (GMWF) | Een fonds dat tussenkomt in gevallen waarin de aansprakelijkheidsverzekering van de dader niet volstaat, bijvoorbeeld bij insolvabiliteit van de dader of onbekende bestuurder. |
| Fonds medische ongevallen | Een fonds dat vergoeding biedt voor ernstige medische schade die is veroorzaakt door een medisch ongeval, zelfs zonder aantoonbare aansprakelijkheid. |
| Deelname aan het verkeer | Het gebruik van een weg met een voertuig met als doel personen of zaken te vervoeren. Dit is vereist om te spreken van een verkeersongeval in de context van artikel 29bis WAM. |