Cover
Zacznij teraz za darmo Inleiding tot het recht (deel V - Burgerlijk recht - tweede examen - Erven).pptx
Summary
# Doel en systeem van het erfrecht
Het erfrecht regelt de overgang van vermogen van een overledene naar zijn erfgenamen, waarbij familialen solidariteit en bescherming van nabestaanden centraal staan, aangevuld met moderne testamentaire vrijheid.
## 1. Doel en systeem van het erfrecht
Het erfrecht heeft als primair doel de overgang van goederen en schulden van een overledene naar diens erfgenamen te regelen. Dit systeem is gebaseerd op twee fundamentele beginselen:
* **Familiale solidariteit**: Dit principe stelt dat de nalatenschap in de eerste plaats bestemd is voor de familieleden van de overledene. De wet creëert hiërarchieën binnen de familie om te bepalen wie erft.
* **Bescherming van de nabestaanden**: Een belangrijk aspect van het erfrecht is de bescherming van degenen die de overledene achterlaat, in het bijzonder de langstlevende echtgenoot.
Naast deze traditionele beginselen, evolueert het erfrecht naar een grotere mate van testamentaire vrijheid, waardoor individuen meer controle krijgen over de verdeling van hun nalatenschap.
### 1.1 Erfopvolgingssystemen
Het Belgische erfrecht is geen monolithisch systeem, maar combineert verschillende benaderingen om de erfopvolging te regelen. Deze combinatie streeft ernaar een evenwicht te vinden tussen de wensen van de overledene en de bescherming van diens naasten.
### 1.2 Wettelijke erfopvolging
Wettelijke erfopvolging treedt in werking wanneer de overledene geen testament heeft opgesteld of wanneer het testament de volledige nalatenschap niet regelt. De wet bepaalt dan wie de erfgenamen zijn en welk deel van de nalatenschap zij ontvangen.
#### 1.2.1 Algemene begrippen in de wettelijke erfopvolging
* **Erfrecht**: Het geheel van regels dat de overgang van het vermogen van een overledene regelt.
* **Devolutie (of erfovergang)**: Het proces waarbij het vermogen van de overledene overgaat naar de erfgenamen. Dit kan **wettelijk** (door de wet bepaald) of **conventioneel** (door een testament of schenking bepaald) gebeuren.
* **Erfgerechtigden (of erfopvolgers of rechtsopvolgers)**: Personen die een recht hebben op de nalatenschap.
* **Erfgenamen**: Erfgerechtigden die de nalatenschap daadwerkelijk verkrijgen.
* **Erfdeel**: Het gedeelte van de nalatenschap dat een erfgerechtigde toekomt. Dit kan **wettelijk erfdeel**, **conventioneel erfdeel** (indien bepaald bij testament of schenking) of **reservatair erfdeel** zijn.
#### 1.2.2 Algemene regels van wettelijke erfopvolging
* **Openvallen van de erfenis**: De erfenis valt open op het moment van het overlijden van de erflater. Het **tijdstip** en de **woonplaats** van de erflater op dat moment zijn cruciaal voor de bepaling van de toepasselijke wetgeving.
* **Hoedanigheid van erfgenamen**: Om als erfgenaam te kunnen optreden, moet een persoon aan twee voorwaarden voldoen:
* **Bestaan**: De erfgenaam moet op het moment van het openvallen van de erfenis reeds bestaan en nog in leven zijn. Dit betekent dat een kind dat na het overlijden van de erflater wordt geboren, wel nog kan erven indien het reeds verwekt was.
* **Niet onwaardig zijn**: Een erfgenaam mag niet onwaardig zijn om te erven. Onwaardigheid kan voortvloeien uit ernstige misdrijven tegen de overledene of diens familie, of uit het verduisteren van goederen van de nalatenschap.
* **Aanvaarding en verwerping**: Een erfgerechtigde heeft drie opties met betrekking tot de nalatenschap:
* **Zuivere aanvaarding**: De erfgenaam aanvaardt zowel de goederen als de schulden van de nalatenschap, zelfs indien de schulden de waarde van de goederen overschrijden.
* **Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving**: De erfgenaam aanvaardt de nalatenschap, maar is slechts gehouden tot de schulden tot beloop van de waarde van de goederen die hij uit de nalatenschap verkrijgt. Dit beschermt het eigen vermogen van de erfgenaam.
* **Verwerping**: De erfgenaam wijst de nalatenschap volledig af. Hij wordt geacht nooit erfgenaam te zijn geweest en verkrijgt niets uit de nalatenschap, maar draagt ook niet bij in de schulden.
* **Verdeling van de erfenis**: Na aanvaarding moet de nalatenschap verdeeld worden onder de erfgenamen.
* **Inbreng**: Bepaalde schenkingen die de erflater aan een erfgenaam heeft gedaan, moeten ingebracht worden in de nalatenschap bij de verdeling. Dit dient om de gelijkheid tussen de erfgenamen te bewaren.
* **Erfovereenkomst**: Dit is een overeenkomst tussen de deelgenoten van een nalatenschap betreffende de verdeling van die nalatenschap.
#### 1.2.3 Basisbegrippen in de wettelijke erfopvolging
* **Bloedverwantschap**: De juridische band tussen personen die van elkaar afstammen.
* **Principe**: Juridisch vastgestelde afstamming is de sleutel tot erfgerechtigheid. Enkel de juridische bloedverwantschap telt, ongeacht de biologische realiteit.
* **Moederlijke afstamming**: Meestal eenduidig vastgesteld via de geboorteakte, die de biologische afstamming juridisch bevestigt.
* **Vaderlijke afstamming**: Kan aanleiding geven tot betwisting, vooral wanneer de ouders niet gehuwd zijn. In dat geval wordt de vaderlijke afstamming vastgesteld door erkenning.
* **De orde**: De familieleden worden ingedeeld in groepen, de zogenaamde ordes. De hogere ordes sluiten de lagere ordes uit.
* **Eerste orde**: Descendenten (afstammelingen): kinderen, kleinkinderen, etc.
* **Tweede orde**: Ouders, broers en zussen (inclusief halbroers en -zussen), alsook hun afstammelingen.
* **Derde orde**: Ascendenten (voorouders): ouders, grootouders, etc.
* **Vierde orde**: Verdere familie: ooms, tantes (en hun afstammelingen: neven en nichten), grootooms en groottantes.
* **De lijn**: Verwijst naar de relatie tussen familieleden.
* **Rechte lijn**: Afstamming van persoon op persoon (bv. ouder-kind, kind-kleinkind).
* **Zijlijn**: Afstamming van een gemeenschappelijke voorouder (bv. broers en zussen, neven en nichten).
* **Vaderlijke lijn / Moederlijke lijn**: Geeft de lijn van afstamming via respectievelijk de vader of de moeder aan, wat vooral relevant is vanaf de derde orde.
* **De graad van verwantschap**: Deze bepaalt de afstand tussen twee familieleden. Hoe dichter de graad, hoe dichter de verwantschap. Dit is bepalend binnen eenzelfde orde.
#### 1.2.4 Verkrijging van erfenissen
De verkrijging van erfenissen wordt bepaald door twee hoofdregels, met twee belangrijke uitzonderingen:
* **Regel 1 (Prioriteit van ordes)**: Vertegenwoordigers van de dichtste erforde sluiten de vertegenwoordigers van alle verdere ordes uit. Dit betekent dat, indien er nog kinderen (eerste orde) in leven zijn, de ouders (tweede orde) of grootouders (derde orde) niet erven.
* **Regel 2 (Prioriteit van graden)**: Binnen dezelfde orde sluiten de vertegenwoordigers in de dichtste graad de vertegenwoordigers van de verdere graden uit. Bijvoorbeeld, binnen de eerste orde erven kinderen (dichtere graad) vóór kleinkinderen (verdere graad).
* **Uitzondering 1 (Kloving)**: De techniek van kloving doorbreekt de prioriteit van de ordes en de graden. Dit houdt in dat wanneer er geen erfgenamen zijn in een bepaalde lijn (bv. geen afstammelingen via de vaderlijke lijn), de nalatenschap toekomt aan de erfgenamen in de andere lijn (bv. de erfgenamen via de moederlijke lijn).
* **Uitzondering 2 (Plaatsvervulling)**: De techniek van plaatsvervulling doorbreekt de prioriteit van de graden. Wanneer een erfgerechtigde die wel erfgenamen zou hebben voortgebracht (bv. een kind) is overleden, kunnen diens afstammelingen (bv. kleinkinderen) in diens plaats treden en het deel erven dat hun voorouder zou hebben gekregen. Dit geldt voor de eerste, tweede en vierde orde.
### 1.3 Testamenten en reservataire erfgenamen
#### 1.3.1 Testamenten
Een testament is een eenzijdige rechtshandeling waarbij een persoon zijn wil met betrekking tot de verdeling van zijn nalatenschap na zijn overlijden vastlegt. De belangrijkste vormen van testamenten zijn:
* **Eigenhandig testament**: Volledig geschreven en ondertekend door de erflater.
* **Notarieel testament**: Opgesteld door een notaris, in aanwezigheid van de erflater en eventueel getuigen.
* **Internationaal testament**: Een vorm die internationaal erkend wordt en specifieke procedurele vereisten kent.
Een testament kan legaten bevatten, zijnde bepalingen waarbij de erflater een bepaald goed of een bepaald deel van zijn nalatenschap toekent aan een persoon of instelling. Dit kunnen algemene legaten (bv. de gehele nalatenschap) of bijzondere legaten (bv. een specifiek schilderij) zijn.
#### 1.3.2 Reservataire erfgenamen
Niet alle goederen van de nalatenschap kunnen vrij bij testament worden vermaakt. Er bestaat een **voorbehouden gedeelte** dat wettelijk is gereserveerd voor bepaalde erfgenamen, de **reservataire erfgenamen**. Het resterende deel is het **beschikbaar gedeelte**, waarover de erflater vrij kan beschikken.
* **Reservataire erfgenamen**: In het Belgische recht zijn dit in de eerste plaats de **descendenten** (kinderen, kleinkinderen, etc.) en de **langstlevende echtgenoot**.
* **Reservatair deel**: Dit is het minimum waarop de reservataire erfgenamen wettelijk recht hebben. De omvang van dit voorbehouden deel hangt af van het aantal reservataire erfgenamen.
### 1.4 Schenkingen
#### 1.4.1 Begrip – Verschil met testamenten
Een **schenking** is een overeenkomst waarbij iemand (de schenker) onmiddellijk en onherroepelijk een goed uit zijn vermogen afstaat aan een ander (de begiftigde), die het aanneemt. Het belangrijkste verschil met een testament is dat een schenking een **onmiddellijk effect** heeft, terwijl een testament pas **werking heeft na overlijden**.
#### 1.4.2 Vormvereisten
Schenkingen moeten aan specifieke vormvereisten voldoen om geldig te zijn. De aard van deze vereisten hangt af van het type goed dat geschonken wordt.
#### 1.4.3 Schenkingen en huwelijk
Schenkingen kunnen een rol spelen in het huwelijksvermogensrecht en de planning van het huwelijksvermogen.
#### 1.4.4 Schenkingen en erfrecht
Schenkingen die de erflater tijdens zijn leven heeft gedaan, kunnen een impact hebben op de nalatenschap na overlijden. Ze kunnen deel uitmaken van de **inbreng** of de **herroepingsberekening** om de reserve van de reservataire erfgenamen te bepalen.
#### 1.4.5 Uitzonderingen op de onherroepelijkheid
Hoewel schenkingen in principe onherroepelijk zijn, voorziet de wet in specifieke uitzonderingen, zoals bij ernstige persoonlijke ingebruikingen of ondankbaarheid.
---
# Wettelijke erfopvolging
Dit onderwerp behandelt de algemene begrippen en regels van wettelijke erfopvolging, inclusief bloedverwantschap, ordes, lijnen, graden, en de mechanismen van vertegenwoordiging, kloving en plaatsvervulling.
### 6.2.1 Algemene begrippen
Het erfrecht regelt de overgang van goederen en schulden van een overledene naar zijn erfgenamen. Het principe is familiale solidariteit, waarbij de nalatenschap in eerste instantie naar de familie gaat, en de bescherming van nabestaanden, zoals de langstlevende echtgenoot. Moderne ontwikkelingen bevorderen testamentaire vrijheid.
De belangrijkste begrippen zijn:
* **Erfrecht:** Het geheel van rechtsregels die de overgang van het vermogen van een overledene regelen.
* **Devolutie (of erfovergang):** De manier waarop de nalatenschap overgaat. Dit kan wettelijk (wettelijke devolutie) of via testament (conventionele devolutie) gebeuren.
* **Erfgerechtigden (of erfopvolgers of rechtsopvolgers):** Personen die recht hebben op (een deel van) de nalatenschap.
* **Erfgenamen:** Erfgerechtigden die de nalatenschap aanvaard hebben.
* **Erfdeel:** Het deel van de nalatenschap dat een erfgenaam toekomt.
* **Wettelijk erfdeel:** Het deel bepaald door de wet bij gebreke van een testament.
* **Conventioneel erfdeel:** Het deel bepaald door de erflater in een testament.
* **Reservatair erfdeel:** Het minimumdeel waarop bepaalde erfgenamen (reservataire erfgenamen) wettelijk recht hebben.
### 6.2.2 Algemene regels
#### A. Openvallen van de erfenis
De erfenis valt open op het ogenblik van het overlijden, en de bepaling van het bevoegde recht gebeurt op basis van de laatste woonplaats van de overledene.
#### B. Hoedanigheid van erfgenamen
Om erfgenaam te kunnen zijn, moet een persoon aan twee voorwaarden voldoen:
1. **Bestaan:** De erfgenaam moet al leven op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap. Dit geldt ook voor nog te verwekken kinderen, mits zij binnen de 300 dagen na het overlijden worden geboren.
2. **Niet onwaardig zijn:** Een erfgenaam mag niet juridisch onwaardig zijn om te erven. Onwaardigheid kan het gevolg zijn van bepaalde strafbare feiten gepleegd ten aanzien van de erflater of zijn familie.
#### C. Aanvaarding en verwerping
Erfgerechtigden hebben drie mogelijkheden bij het openvallen van de nalatenschap:
1. **Zuivere aanvaarding:** De erfgenaam aanvaardt de nalatenschap integraal, met zowel de lusten als de lasten. Dit kan uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren.
2. **Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving:** De erfgenaam aanvaardt de nalatenschap, maar is slechts gehouden tot betaling van de schulden tot beloop van de waarde van de goederen die hij uit de nalatenschap verkrijgt. Een boedelbeschrijving is verplicht.
3. **Verwerping:** De erfgenaam verwerpt de nalatenschap. Hij wordt geacht nooit erfgenaam te zijn geweest. Dit moet uitdrukkelijk gebeuren door een verklaring op de griffie van de rechtbank van de laatst bekende woonplaats van de erflater.
#### D. Verdeling van de erfenis
De verdeling van de nalatenschap onder de erfgenamen wordt geregeld door de wet of door de wil van de erflater (in een testament of via een erfovereenkomst).
#### E. Inbreng
Inbreng is de verplichting voor een erfgenaam om schenkingen of legaten die hij van de erflater heeft ontvangen, mee te brengen in de verdeling van de nalatenschap. Dit dient om de gelijkheid tussen erfgenamen te waarborgen.
#### F. Erfovereenkomst
Een erfovereenkomst is een overeenkomst tussen erfgenamen (of potentiële erfgenamen) betreffende de verdeling of de rechten op een nalatenschap.
### 6.2.3 Basisbegrippen van de wettelijke erfopvolging
#### Bloedverwantschap
Bloedverwantschap is de juridisch vastgestelde afstamming tussen personen. Enkel de juridische bloedverwantschap, ongeacht de biologische realiteit, is relevant voor de erfopvolging.
* **Moederlijke afstamming:** De afstamming van de moeder is meestal onbetwist, aangezien deze wordt vastgesteld in de geboorteakte.
* **Vaderlijke afstamming:** De afstamming van de vader kan aanleiding geven tot betwisting, vooral wanneer de ouders niet gehuwd zijn. De vaderlijke afstamming wordt dan vastgesteld door erkenning.
#### De orde
De ordes delen de familieleden in groepen in op basis van de nabijheid tot de overledene:
* **Eerste orde:** Descendenten (kinderen, kleinkinderen, etc.).
* **Tweede orde:** Ouders, broers en zussen (inclusief halbroers en -zussen), alsook hun afstammelingen.
* **Derde orde:** Ascendenten (ouders, grootouders, etc.).
* **Vierde orde:** Verdere familie (ooms, tantes, neven, nichten, grootooms, groottantes).
#### De lijn
De lijn beschrijft de manier waarop bloedverwanten aan elkaar gerelateerd zijn:
* **Rechte lijn:** Afstamming van ouder op kind (bv. grootouder-ouder-kind).
* **Zijlijn:** Verwanten die van een gemeenschappelijke voorouder afstammen, maar niet rechtstreeks van elkaar (bv. broer-zus-neef).
* **Vaderlijke lijn en moederlijke lijn:** Geeft de afstamming langs vaderskant of moederskant aan. Dit is vooral relevant vanaf de derde orde.
#### De graad van verwantschap
De graad van verwantschap bepaalt de afstand tussen familieleden en wordt berekend per geboorte die de verbinding tussen hen vormt. In de rechte lijn is het aantal graden gelijk aan het aantal geboorten. In de zijlijn telt men de geboorten tot aan de gemeenschappelijke voorouder en dan terug naar de betroffene.
* **Voorbeeld:** Een broer en zus zijn verwant in de tweede graad (kind A -> ouder -> kind B). Een neef en tante zijn verwant in de derde graad (neef -> ouder -> grootouder -> tante).
### 6.2.4 Verkrijging van erfenissen
Bij wettelijke erfopvolging gelden twee hoofdregels en twee belangrijke uitzonderingen voor de verkrijging van de nalatenschap:
**Regel 1: De vertegenwoordigers van de dichtste erforde sluiten de vertegenwoordigers van alle verdere ordes uit.**
Dit betekent dat als er erfgenamen in een hogere orde zijn, de erfgenamen uit lagere ordes geen recht hebben op de nalatenschap. De eerste orde (kinderen) heeft voorrang op de tweede orde (ouders, broers/zussen), enzovoort.
**Regel 2: Binnen dezelfde erforde sluiten de vertegenwoordigers in de dichtste graad de vertegenwoordigers van de verdere graden uit.**
Als er binnen een bepaalde orde erfgenamen zijn, bepalen de dichtste graden wie erft. Bijvoorbeeld, in de eerste orde erven de kinderen rechtstreeks, en kleinkinderen erven alleen als hun ouder (het kind van de erflater) vooroverleden is.
**Uitzondering 1: De kloving**
De kloving doorbreekt de prioriteit van de ordes en de graden. Dit mechanisme past wanneer een erflater langs de ene ouder (bv. vader) roerende goederen en langs de andere ouder (bv. moeder) onroerende goederen heeft geërfd. De nalatenschap wordt dan in twee helften verdeeld: de ene helft gaat naar de familie langs vaderskant, de andere helft naar de familie langs moederskant. Binnen die helften geldt dan weer de normale volgorde van ordes en graden.
**Uitzondering 2: De plaatsvervulling**
Plaatsvervulling doorbreekt de prioriteit van de graden. Dit mechanisme zorgt ervoor dat, wanneer een erfgenaam in een lagere graad is vooroverleden, hij wordt vervangen door zijn afstammelingen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een kind van de erflater (eerste graad in de eerste orde) vooroverleden is; dan treden diens kinderen (kleinkinderen van de erflater) in de plaats van hun ouder en erven diens deel. Plaatsvervulling kan plaatsvinden in de rechte lijn en in de zijlijn tot en met de vierde graad.
> **Tip:** Begrijp de hiërarchie van ordes en graden goed, want dit is de basis van de wettelijke erfopvolging. De uitzonderingen (kloving en plaatsvervulling) zijn cruciaal voor specifieke situaties.
> **Voorbeeld:** Een erflater laat twee kinderen na, A en B. Kind A is reeds overleden en laat twee kinderen na (kleinkinderen van de erflater). Volgens Regel 1 en 2, zou kind B de ganse nalatenschap erven, en de kinderen van A niets. Dankzij plaatsvervulling (Uitzondering 2) erven de kinderen van A het deel dat hun vader A zou hebben geërfd. De nalatenschap wordt dus verdeeld in twee helften: één voor kind B en één voor de twee kinderen van A samen.
---
# Testamenten en reservataire erfgenamen
Dit gedeelte behandelt de verschillende vormen van testamenten, de bijbehorende vormvereisten, en het concept van reservataire erfgenamen, waarbij het voorbehouden en beschikbare gedeelte van de nalatenschap wordt toegelicht.
### 3.1 Testamenten
Een testament is een eenzijdige handeling waarmee een persoon zijn nalatenschap regelt voor na zijn overlijden. In een testament kunnen legaten (zowel algemene als bijzondere) worden opgenomen. Er bestaan verschillende vormen van testamenten:
#### 3.1.1 Eigenhandig testament
Dit type testament wordt volledig door de erflater zelf geschreven, gedateerd en ondertekend. Er zijn geen getuigen vereist.
#### 3.1.2 Notarieel testament
Dit testament wordt opgemaakt door een notaris, in aanwezigheid van de erflater. De notaris zorgt ervoor dat aan alle wettelijke vormvereisten is voldaan.
#### 3.1.3 Internationaal testament
Dit is een testament dat in een internationale context wordt opgemaakt en voldoet aan specifieke internationale regels.
### 3.2 Reservataire erfgenamen
De testamentaire vrijheid van de erflater is niet absoluut. De wet beschermt bepaalde naaste familieleden door hen recht te geven op een minimumdeel van de nalatenschap, het zogenaamde reservataire deel.
#### 3.2.1 Wie zijn reservataire erfgenamen?
De belangrijkste reservataire erfgenamen zijn:
* **Descendenten:** Dit zijn de kinderen, kleinkinderen en verdere afstammelingen van de erflater.
* **Langstlevende echtgenoot:** De echtgenoot die overblijft na het overlijden van de andere echtgenoot.
#### 3.2.2 Het voorbehouden en beschikbare gedeelte
De nalatenschap wordt opgesplitst in twee delen:
* **Het voorbehouden gedeelte (reserve):** Dit is het deel van de nalatenschap waarover de erflater niet vrij kan beschikken, omdat het wettelijk is voorbehouden voor de reservataire erfgenamen. De omvang van dit gedeelte hangt af van het aantal reservataire erfgenamen.
* **Het beschikbare gedeelte:** Dit is het deel van de nalatenschap waarover de erflater vrij kan beschikken, bijvoorbeeld door het toe te kennen aan legatarissen via een testament.
#### 3.2.3 Omvang van het voorbehouden gedeelte
De exacte omvang van het voorbehouden gedeelte wordt bepaald aan de hand van het aantal reservataire erfgenamen. Hierbij wordt rekening gehouden met de wettelijke bepalingen die het aandeel van de descendenten en de langstlevende echtgenoot vastleggen.
> **Tip:** Het is cruciaal om de specifieke berekeningsregels voor de omvang van het voorbehouden gedeelte te kennen, aangezien deze kunnen variëren afhankelijk van de gezinssituatie van de erflater.
### 3.3 Schenkingen en testamenten
Hoewel zowel schenkingen als testamenten manieren zijn om vermogen over te dragen, verschillen ze fundamenteel:
* **Schenking:** Dit is een overeenkomst die onmiddellijk effect sorteert. De overdracht van het vermogen gebeurt tijdens het leven van de schenker.
* **Testament:** Dit is een eenzijdige handeling die pas na het overlijden van de erflater uitwerking heeft.
Het verschil in uitwerkingstijdstip heeft belangrijke consequenties voor de juridische aard en de vormvereisten van beide handelingen. Schenkingen kennen specifieke vormvereisten en kunnen onderhevig zijn aan regels met betrekking tot het erfrecht, zoals inbreng en inkorting, om de reserve van de reservataire erfgenamen te vrijwaren.
---
# Schenkingen
Dit deel behandelt het concept schenkingen, hun onderscheid met testamenten, de bijbehorende vormvereisten, en de relatie ervan met het huwelijk en het erfrecht, inclusief uitzonderingen op de onherroepelijkheid van schenkingen.
### 4.1 Begrip schenking en onderscheid met testamenten
Een schenking is een overeenkomst die een onmiddellijk effect heeft, waarbij een partij (de schenker) een goed om niet overdraagt aan een andere partij (de begiftigde), die het aanvaardt.
In tegenstelling hiermee is een testament een eenzijdige rechtshandeling die pas na het overlijden van de opsteller (de erflater) uitwerking heeft.
> **Tip:** Het cruciale verschil ligt in het moment van ingang: schenkingen zijn onmiddellijk, terwijl testamenten de nalatenschap regelen voor na het overlijden.
### 4.2 Vormvereisten voor schenkingen
Hoewel de meeste schenkingen vormvrij zijn, vereist de wet voor bepaalde specifieke schenkingen wel een vormvereiste. Deze vereiste is er om de schenker te beschermen tegen impulsieve beslissingen en om de begiftigde duidelijkheid te verschaffen over de aard van de rechtshandeling.
### 4.3 Schenkingen en het huwelijk
Schenkingen kunnen een rol spelen binnen het huwelijksvermogensrecht. Er zijn specifieke regels en regimes van toepassing op schenkingen die gedaan worden door echtgenoten of aan echtgenoten, die verband houden met hun huwelijksvermogensstelsel.
### 4.4 Schenkingen en het erfrecht
Schenkingen staan in nauwe relatie tot het erfrecht. Schenkingen die tijdens het leven van de erflater zijn gedaan, kunnen onder bepaalde omstandigheden worden ingebracht in de nalatenschap. Dit gebeurt om de gelijke behandeling van erfgenamen te waarborgen en om de zogenaamde 'reservataire erfgenamen' te beschermen tegen een te grote inkrimping van hun voorbehouden deel door schenkingen die de erflater aan derden heeft gedaan.
### 4.5 Uitzonderingen op de onherroepelijkheid van schenkingen
Een fundamenteel principe van schenkingen is hun onherroepelijkheid. Eens een schenking geldig is voltrokken, kan de schenker deze in principe niet meer terugvorderen. De wet voorziet echter in een beperkt aantal wettelijk bepaalde uitzonderingen op dit principe. Deze uitzonderingen zijn strikt gedefinieerd en bieden de mogelijkheid tot herroeping onder specifieke, wettelijk omschreven omstandigheden. Enkele voorbeelden van dergelijke uitzonderingen kunnen zijn:
* **Onhandigheid of ondankbaarheid:** Indien de begiftigde zich op een ernstige manier ondankbaar gedraagt tegenover de schenker, of indien de begiftigde de schenker mishandelt of beledigt.
* **Zware tekortkoming in de onderhoudsplicht:** Indien de begiftigde nalaat de schenker te onderhouden, waar daartoe een wettelijke verplichting bestaat.
> **Tip:** Hoewel schenkingen in principe onherroepelijk zijn, is het cruciaal om de uitzonderingen goed te kennen, aangezien deze de mogelijkheid bieden om een schenking terug te draaien onder specifieke, ernstige omstandigheden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Erfrecht | Het recht dat regelt wie de goederen en schulden van een overledene verkrijgt en hoe deze overgang plaatsvindt. |
| Devolutie (of erfovergang) | Het proces waarbij de nalatenschap van een overledene overgaat op de erfgenamen, ofwel krachtens de wet (wettelijke devolutie) ofwel krachtens een testament (conventionele devolutie). |
| Wettelijke devolutie | De overgang van de nalatenschap volgens de regels van de wet, in afwezigheid van een testament of wanneer een testament niet alle goederen regelt. |
| Conventionele devolutie | De overgang van de nalatenschap zoals bepaald in een testament door de erflater. |
| Erfgerechtigden (of erfopvolgers of rechtsopvolgers) | Personen die in aanmerking komen om een deel van de nalatenschap te verkrijgen, zowel volgens de wet als volgens een testament. |
| Erfgenaam | Een persoon die een deel van de nalatenschap verkrijgt; kan zowel een wettelijke erfgenaam als een erfgenaam krachtens testament zijn. |
| Erfdeel | Het gedeelte van de nalatenschap dat een erfgenaam toekomt. |
| Wettelijk erfdeel | Het deel van de nalatenschap dat een erfgenaam toekomt op basis van de wettelijke bepalingen, ongeacht een testament. |
| Conventioneel erfdeel | Het deel van de nalatenschap dat een erfgenaam toekomt zoals bepaald in een testament. |
| Reservataire erfdeel | Een minimumgedeelte van de nalatenschap dat wettelijk voorbehouden is voor bepaalde erfgenamen, zoals kinderen en de langstlevende echtgenoot, dat niet kan worden ontnomen door een testament. |
| Openvallen van de erfenis | Het moment waarop een nalatenschap ontstaat, namelijk bij het overlijden van de erflater. |
| Bloedverwantschap | Een juridisch vastgestelde afstamming tussen personen, die de basis vormt voor erfgerechtigheid in de wettelijke erfopvolging. |
| Orde van erfopvolging | Een hiërarchische indeling van familieleden die bepalen wie erft in het geval van wettelijke erfopvolging. |
| Rechte lijn | De lijn die de directe afstamming aangeeft, van voorouder op nakomeling (bv. ouder-kind, kind-kleinkind). |
| Zijlijn | De lijn die afstammingsrelaties buiten de directe lijn aangeeft, zoals broers, zussen en hun afstammelingen (bv. oom-neef). |
| Graad van verwantschap | De afstand tussen twee familieleden, bepaald door het aantal geboorten tussen hen te tellen. |
| Kloving | Een techniek in het erfrecht waarbij de nalatenschap wordt verdeeld tussen de lijn van de vader en de lijn van de moeder, wat de normale prioriteit van ordes en graden kan doorbreken. |
| Plaatsvervulling | Een techniek waarbij een afwezige of verworpen erfgenaam wordt vervangen door zijn eigen afstammelingen in het verkrijgen van diens erfdeel. |
| Eigenhandig testament | Een testament dat volledig met de hand door de erflater is geschreven, gedateerd en ondertekend. |
| Notarieel testament | Een testament dat wordt opgemaakt door een notaris in de aanwezigheid van de erflater en eventueel getuigen. |
| Internationaal testament | Een testament dat voldoet aan de vormvereisten van het Verdrag van Washington, bedoeld voor situaties met een internationale component. |
| Legaten | Bepalingen in een testament waarbij de erflater specifieke goederen of een deel van zijn nalatenschap toewijst aan bepaalde personen of instellingen. |
| Schenking | Een overeenkomst waarbij een persoon (de schenker) een goed onmiddellijk en onherroepelijk overdraagt aan een ander persoon (de begiftigde), zonder tegenprestatie. |