Cover
Zacznij teraz za darmo Basisbegrippen D2, hfdst-4,5,6,7.pdf
Summary
# Rechtsmisbruik en beperking van subjectieve rechten
Het onderwerp rechtsmisbruik behandelt de grenzen aan de uitoefening van subjectieve rechten en hoe deze rechten niet onbeperkt kunnen worden uitgeoefend [13](#page=13).
### 1.1 Algemene principes van schadeloosstelling
Voordat de leer van rechtsmisbruik wordt behandeld, is het relevant de doelstellingen van schadeloosstelling te benoemen. Schadeloosstelling voor patrimoniale schade beoogt de benadeelde in dezelfde situatie te plaatsen als waarin hij zich zou hebben bevonden indien het schadeveroorzakende feit zich niet had voorgedaan. Voor extrapatrimoniale schade heeft schadeloosstelling tot doel de benadeelde een billijke en passende vergoeding toe te kennen [13](#page=13).
### 1.2 Beperking van de uitoefening van subjectieve rechten
Subjectieve rechten mogen niet ongebreideld worden uitgeoefend. Beperkingen aan de uitoefening van deze rechten kunnen voortvloeien uit de wet, de algemene zorgvuldigheidsnorm, alsook uit rechtspraak en rechtsleer [13](#page=13).
### 1.3 Ontwikkeling van de leer van het rechtsmisbruik
#### 1.3.1 Traditionele criteria voor rechtsmisbruik
Volgens de traditionele criteria kon rechtsmisbruik worden vastgesteld in de volgende situaties:
* Het uitoefenen van een recht zonder enig nut voor zichzelf, doch enkel om schade toe te brengen aan een ander (bv. het bouwen van een schoorsteen zonder nut, puur om de zon van het terras van de buurman te ontnemen) [14](#page=14).
* Het doen van iets dat voor de uitoefenaar even nuttig is, maar aanzienlijk meer last bezorgt aan een ander (bv. een recht om een reclamepaneel op een dak te plaatsen zo plaatsen dat het de zichtbaarheid van een ander reclamepaneel belemmert) [14](#page=14).
* Een wanverhouding tussen het nut voor de uitoefenaar en de last voor een ander (bv. een buurman die eist dat een garage wordt afgebroken omdat deze slechts 3 centimeter te ver op iemands grond is geplaatst; dit is disproportioneel omdat de uitoefenaar slechts 3 centimeter wint, terwijl de buurman zijn volledige garage verliest) [14](#page=14).
#### 1.3.2 Mijlpaalarresten van het Hof van Cassatie
Het Hof van Cassatie heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de leer van rechtsmisbruik. Wanneer de titularis van een subjectief recht dit recht uitoefent op een wijze die kennelijk de grenzen ervan te buiten gaat, is er sprake van rechtsmisbruik. Het criterium "kennelijk" duidt op een marginale toetsingsbevoegdheid van de rechter; het moet gaan om een manifeste overschrijding, geen kleine afwijking [14](#page=14).
Een voorbeeld van misbruik van instelling kan zich voordoen wanneer iemand wisselt tussen feitelijke en wettelijke samenwoning om zo verplichtingen, zoals de terugbetaling van een hypothecaire lening, te ontlopen, met name wanneer een faillissement dreigt en de wet voorziet in bescherming van de wettelijke partner [14](#page=14).
#### 1.3.3 Wettelijke omschrijving van rechtsmisbruik
De Belgische wet omschrijft het verbod op rechtsmisbruik in artikel 1.10 van het Burgerlijk Wetboek (BW) [14](#page=14).
* **Artikel 1.10, eerste lid BW:** Niemand mag misbruik maken van zijn recht [14](#page=14).
* **Artikel 1.10, tweede lid BW:** Wie zijn recht uitoefent op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst, maakt misbruik van zijn recht. Dit komt overeen met een manifest afwijken van het gedrag van een goede huisvader [14](#page=14).
#### 1.3.4 Techniek van de marginale toetsing
De rechter toetst marginaal de zorgvuldigheid van het gedrag van de titularis van het subjectieve recht. Dit impliceert dat de rechter zich terughoudend moet opstellen en enkel excessen sanctioneert, dus situaties waarin iemand volledig of manifest afwijkt van het gedrag van een goede huisvader [15](#page=15).
### 1.4 Gevolgen van rechtsmisbruik
De sanctie voor rechtsmisbruik bestaat in de matiging van het recht tot de normale rechtsuitoefening, onverminderd het herstel van de schade die door het misbruik is berokkend [15](#page=15).
* In zoverre het recht werd misbruikt, heeft de uitoefening ervan geen rechtsgevolgen. De matiging kan zelfs zo ver gaan dat de rechter de houder van het recht de mogelijkheid ontzegt om zich erop te beroepen in de gegeven omstandigheden [15](#page=15).
* Degene die rechtsmisbruik heeft gepleegd, kan veroordeeld worden tot schadevergoeding [15](#page=15).
> **Voorbeeld:** In een arrest van 14 oktober 2010 bevestigde het Hof van Cassatie rechtsmisbruik in de context van een alimentatieovereenkomst tussen ex-echtgenoten. De vrouw bleef, na het bereiken van de pensioenleeftijd, een overeengekomen bedrag opeisen dat gebaseerd was op de helft van het pensioen van haar ex-man. De sanctie was dat de vrouw niets meer kon opeisen, wat de matiging van haar recht representeerde omdat ze het volledige bedrag bleef opeisen. De overeenkomst zelf werd niet nietig verklaard, enkel de afdwingbaarheid ervan werd beperkt door de vaststelling van rechtsmisbruik [15](#page=15).
### 1.5 Begrip en nut van subjectieve rechten
#### 1.5.1 Begrip van subjectieve rechten
Subjectieve rechten zijn juridisch bekrachtigde aanspraken en bevoegdheden die een rechtssubject kan uitoefenen op bepaalde zaken of jegens bepaalde personen om zijn doelstellingen te verwezenlijken. Ze staan tegenover objectief recht [16](#page=16).
#### 1.5.2 Nut van subjectieve rechten
Subjectieve rechten spelen een rol in de bevoegdheidsverdeling onder de rechtbanken. Voor geschillen betreffende subjectieve rechten zijn de gewone rechtbanken (Burgerlijke rechtbank, vredegerecht tot het Hof van Cassatie) bevoegd, en niet de administratieve rechtbanken (zoals de Raad van State). Een recent voorbeeld is het recht om van naam te veranderen, wat nu als een subjectief recht wordt beschouwd waarvoor de gewone rechtbanken bevoegd zijn. Het aanvechten van een examencijfer, na een interne beroepsprocedure, kan, indien dit als een overheidsbeslissing wordt beschouwd, leiden tot een geschil inzake subjectieve rechten voor de bevoegde rechtbanken [16](#page=16).
#### 1.5.3 Indeling van subjectieve rechten
Subjectieve rechten kunnen worden ingedeeld op basis van het rechtsobject:
* **Politieke en burgerlijke rechten:** Politieke rechten regelen de uitoefening van het staatsgezag, terwijl burgerlijke rechten andere rechten betreffen [16](#page=16).
* **Patrimoniale en extrapatrimoniale rechten:** Patrimoniale rechten zijn op geld waardeerbaar, terwijl extrapatrimoniale rechten dat niet zijn [16](#page=16).
---
# Definitie en vergoedbaarheid van schade
Dit onderdeel behandelt de definitie van schade en de verschillende soorten schade die voor vergoeding in aanmerking komen, evenals de principes die ten grondslag liggen aan de bepaling van de omvang van de schadevergoeding.
### 2.1 Definitie van schade
Schade wordt gedefinieerd als de economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. Het gaat dus om de aantasting van belangen die de wet erkent en beschermt. De nieuwe wetgeving spreekt van een "juridisch beschermd belang", wat een verfijning is ten opzichte van het oud BW, waar elk schenden van een feitelijk belang tot schadevergoeding kon leiden [9](#page=9).
**Voorwaarden voor een succesvolle vordering tot schadevergoeding:**
* Het geschonden belang moet rechtmatig zijn. Dit betekent dat de benadeelde geen schadevergoeding kan eisen voor bijvoorbeeld illegale activiteiten [9](#page=9).
* De schade moet vaststaan, hoewel deze ook toekomstig kan zijn mits het een normaal gevolg is van een actuele, zekere toestand. Dit omvat ook het verlies van een kans [10](#page=10) [9](#page=9).
* De schade moet persoonlijk zijn; een collectieve vordering is niet mogelijk [9](#page=9).
Schade die bestaat in het verlies van een voordeel dat rechtstreeks voortkomt uit een onrechtmatige gebeurtenis of activiteit die aan de benadeelde kan worden aangerekend, leidt niet tot schadeloosstelling [10](#page=10).
### 2.2 Vergoedbare schade
Niet elke schade die ontstaat, komt voor vergoeding in aanmerking. De volgende criteria zijn van belang:
* **Zekere schade:** Enkel zekere schade leidt tot schadeloosstelling. Hypothetische schade is niet vergoedbaar [10](#page=10).
* **Toekomstige schade:** Toekomstige schade leidt tot vergoeding indien deze het zekere gevolg is van de actuele aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. Dit betekent dat de schade nog niet volledig vaststaat, maar wel zeker zal voordoen, zoals toekomstige medische kosten na een ongeval [10](#page=10).
* **Patrimoniale schade:** Dit omvat alle economische gevolgen van de aantasting, zoals verliezen, kosten, winstderving en waardevermindering [10](#page=10).
* Voorbeelden hiervan zijn een zelfstandige die zijn beroep niet meer kan uitoefenen door letsel (winstderving), of een wedstrijdpaard dat minder waard wordt door een incident. De graad van onbeschikbaarheid kan hierbij een rol spelen [11](#page=11).
* **Extrapatrimoniale schade:** Dit omvat alle niet-economische gevolgen van de aantasting, zoals pijn, leed en psychische aandoeningen [11](#page=11).
* Deze schade is ook vergoedbaar voor rechtspersonen, voor zover dit verenigbaar is met de aard van de rechtspersoon [11](#page=11).
* Omdat deze schade moeilijk in geld te waarderen is, worden indicatieve tabellen gebruikt om de hoogte van de vergoeding in te schatten [11](#page=11).
* Voorbeelden zijn de morele schade van ouders na het overlijden van een kind of schadevergoeding na het verspreiden van naaktfoto's van een medestudent [11](#page=11).
* **Schade bij terugslag (bij weerkaatsing):** De aansprakelijke persoon kan aan de benadeelde bij terugslag de fout van de rechtstreekse benadeelde (bv. het slachtoffer zelf) en andere verweermiddelen die tegen die persoon konden worden ingeroepen, tegenwerpen [11](#page=11).
* **Voorbeeld:** Als een kind omkomt bij een aanrijding, kan de dader de fout van het kind (bv. onvoorzichtig oversteken) inroepen om de eigen schadevergoeding te verminderen of te ontwijken. Ook overmacht kan hier een rol spelen [11](#page=11).
### 2.3 Rechterlijk bevel of verbod ter voorkoming van schade
De rechter kan, op vordering van een partij die aantoont hierdoor schade te lijden, een bevel of verbod opleggen gericht op de naleving van een wettelijke gedragsregel bij vaststaande of ernstig dreigende schending ervan. Dit is niet mogelijk bij objectieve aansprakelijkheid [12](#page=12).
* **Voorbeelden:**
* Een bevel om onderhoudswerken uit te voeren of te stoppen met illegale lozing van afvalwater [12](#page=12).
* Een verbod om een niet-vergund bijgebouw te bouwen dat hinder veroorzaakt voor buren [12](#page=12).
### 2.4 Gevolgen van buitencontractuele aansprakelijkheid
De persoon die aansprakelijk is voor schade, is gehouden tot integrale schadeloosstelling, rekening houdend met de concrete toestand van de benadeelde. De schadeloosstelling moet compleet zijn [12](#page=12).
* **Wijzen van schadeloosstelling:**
* **Herstel in natura:** Het herstellen van de schade in de toestand zoals die vóór het schadeverwekkende incident was. Dit is echter niet altijd mogelijk om de oorspronkelijke toestand volledig te herstellen [12](#page=12).
* **Schadevergoeding in geld:** Dit kan gelijktijdig met herstel in natura worden toegepast indien nodig voor integrale schadeloosstelling [12](#page=12).
> **Tip:** De wet kan ook een afschrikwekkend effect beogen bij de schadeloosstelling. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij bewuste schendingen van persoonlijkheidsrechten, waarbij een deel van de netto winst van de dader kan worden meegenomen in de schadevergoeding [12](#page=12) [13](#page=13).
### 2.5 Bepaling van de omvang van de schade
De omvang van de schade wordt bepaald op de datum die het tijdstip van de effectieve schadeloosstelling zo dicht mogelijk benadert [13](#page=13).
### 2.6 Doelstellingen van schadeloosstelling
* **Patrimoniale schade:** De schadeloosstelling beoogt de benadeelde te plaatsen in de hypothetische toestand waarin hij zich bevonden zou hebben indien het aansprakelijkheid veroorzakende feit zich niet zou hebben voorgedaan [13](#page=13).
* **Extrapatrimoniale schade:** De schadeloosstelling heeft tot doel de benadeelde een billijke en passende vergoeding toe te kennen voor deze schade [13](#page=13).
### 2.7 Rechtsmisbruik
Hoewel dit geen directe definitie van schade betreft, is het relevant voor de beperking van rechten. Het onbeperkt uitoefenen van subjectieve rechten kan rechtsmisbruik uitmaken. Dit kan voortvloeien uit de wet, de algemene zorgvuldigheidsnorm, of rechtspraak en rechtsleer. Het gedrag van een "goede huisvader" vormt hierbij een criterium [13](#page=13).
---
# Duurzame ontwikkeling en het juridisch kader
Dit hoofdstuk behandelt het juridisch kader en de principes van duurzame ontwikkeling.
### 7.1 Begrip duurzame ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling wordt gedefinieerd als "De ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in het gedrang te brengen om ook in hun behoeften te voorzien". Dit concept werd wereldwijd bekend door het Brundtland-rapport, "Our Common Future". De kernconcepten hierin zijn "needs" (behoeften van de huidige en toekomstige generatie) en "limitations" (de grenzen aan de mogelijkheden om in die behoeften te voorzien) [27](#page=27) [28](#page=28).
### 7.2 Internationaal kader
Verschillende internationale conferenties hebben bijgedragen aan de vorming van het internationale kader voor duurzame ontwikkeling:
* **United Nations Conference on Environment and Development:** Resulteerde in 27 basisprincipes voor duurzame ontwikkeling en Agenda 21 [28](#page=28).
* **World Summit on Sustainable Development:** Legde meer nadruk op economische en sociale ontwikkeling [28](#page=28).
* **United Nations Conference on Sustainable Development:** Bevestigde Agenda 21 en kondigde de Sustainable Development Goals (SDG's) aan [28](#page=28).
* **Resolutie nr. 70/1 Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development:** Introduceerde de 17 SDG's, onderverdeeld in 5 pijlers (people, planet, prosperity, peace, partnership) en 169 subdoelstellingen. Deze doelstellingen zijn breed en omvatten meer dan alleen klimaat, gericht op mondiale vooruitgang [28](#page=28).
De overkoepelende doelstellingen van duurzame ontwikkeling omvatten de uitroeiing van armoede, het veranderen van niet-duurzame consumptie- en productiepatronen, en de bescherming van natuurlijke hulpbronnen die economische en sociale ontwikkeling ondersteunen [28](#page=28).
### 7.3 Federaal juridisch kader
**Artikel 7bis van de Grondwet** stelt dat de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten bij de uitoefening van hun bevoegdheden de doelstellingen van duurzame ontwikkeling nastreven, rekening houdend met solidariteit tussen generaties. Dit impliceert zowel negatieve verplichtingen (beleid mag niet in strijd zijn met duurzame ontwikkeling) als positieve verplichtingen (maatregelen om duurzame ontwikkeling te bevorderen) [29](#page=29).
**Federale Beleidsvisie op lange termijn:**
* De **Wet van 5 mei 1997** coördineert het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling [29](#page=29).
* De **Federale beleidsvisie op lange termijn** (KB 18 juli 2013) bevat 55 doelstellingen in vier domeinen, met indicatoren. Deze domeinen zijn: bevordering van sociale cohesie, aanpassing van de economie aan uitdagingen, bescherming van het leefmilieu, en een federale overheid die haar maatschappelijke verantwoordelijkheid opneemt [29](#page=29).
**Actoren op federaal niveau:**
Verschillende instanties zijn betrokken bij duurzame ontwikkeling op federaal niveau:
1. Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (centraal beleidsorgaan) [30](#page=30).
2. Interdepartementale Commissie voor Duurzame Ontwikkeling (beleidsvoorbereiding) [30](#page=30).
3. Federaal Planbureau en zijn Taskforce DO (federale rapporten) [30](#page=30).
4. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (adviesorgaan) [30](#page=30).
5. Cellen DO van elke FOD (verplicht in elke federale overheidsdienst) [30](#page=30).
**Federale plannen en rapporten:**
* **Federale plannen:** Worden opgesteld in cycli van vijf jaar. Een nieuw plan wordt binnen een jaar na aantreden van een nieuwe federale regering voorgelegd [30](#page=30).
* **Federale rapporten:** Bestaan uit een "stand van zaken en evaluatie" (bijvoorbeeld Nr. 10 in juni 2024) en een "toekomstverkenning". Er worden 51 indicatoren gevolgd [30](#page=30).
**Duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling (RIA):**
Regelgevingsimpactanalyses evalueren de potentiële gevolgen van wetsontwerpen en koninklijke/ministeriële besluiten op de economie, het leefmilieu, sociale aspecten en overheidsdiensten, met een standaardformulier dat wordt toegevoegd aan dossiers voor de Ministerraad [31](#page=31).
### 7.4 Vlaams juridisch kader
Het **Decreet van 18 juli 2008** ter bevordering van duurzame ontwikkeling geeft een definitie die de integratie en synergie tussen sociale, ecologische en economische dimensies benadrukt. Het Vlaamse beleid inzake duurzame ontwikkeling is inclusief, gecoördineerd en participatief. De Vlaamse Regering is verantwoordelijk voor de Vlaamse strategie DO, zoals de langetermijnstrategie "Visie 2050" met zeven transitieprioriteiten [31](#page=31).
### 7.5 Organisaties en burgers procederen voor het klimaat
Klimaatgerelateerde rechtszaken illustreren de rol van organisaties en burgers bij het afdwingen van klimaatbeleid.
**Nederlandse klimaatzaken:**
* **Urgenda vs. Staat der Nederlanden:** De rechtbank van Den Haag bepaalde dat de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 25% moest verminderen ten opzichte van 1990 [31](#page=31).
* **Gerechtshof Den Haag:** Bevestigde dat de Staat onrechtmatig handelde door verdere reductie na te laten en de Staat verplichtte tot minimaal 25% reductie per eind 2020 [31](#page=31).
* **Hoge Raad:** Bevestigde de eerdere uitspraken [31](#page=31).
**Belgische VZW Klimaatzaak:**
* **Ingebrekestelling:** De federale staat en de drie gewesten werden in gebreke gesteld om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 met 40% te verminderen [32](#page=32).
* **Dagvaarding:** De zaak kwam voor de Rechtbank van Brussel, met tienduizenden burgers als eisende partijen. Er werd gevraagd om verdere emissieverminderingen tot nuluitstoot in 2050 en een dwangsom bij vertraging [32](#page=32).
* **Argumenten:** Schending van EVRM-artikelen (2 en 8), grondwetsartikelen (7bis, 22, 23), het preventie- en voorzorgsbeginsel, en eerdere artikelen 1382-1383 oud BW. Rechtsherstel werd gevraagd in de vorm van een bevel voor de overschrijding van het gebruiksrecht op niet-toegeëigende milieubestanddelen [32](#page=32).
* **Uitspraak Rechtbank van Eerste Aanleg:** Vier overheden werden veroordeeld [32](#page=32).
* **Uitspraak na hoger beroep:** Drie overheden werden veroordeeld, zonder concrete doelstellingen, maar wel met de verplichting om gezamenlijk passende maatregelen te nemen om het doel van 55% reductie tegen 2030 te bereiken [32](#page=32).
* **Cassatie:** Het Vlaams Gewest heeft voorziening in cassatie ingesteld [32](#page=32).
### 7.6 Duurzaamheid aan de UGent en in de rechtenopleiding
De UGent hanteert een universitair duurzaamheidsbeleid en integreert duurzame ontwikkeling als een richtinggevend principe in alle opleidingen, benaderd vanuit een multiperspectivistische visie. In de rechtenopleiding wordt duurzame ontwikkeling behandeld via een basisleerlijn, een specialisatieleerlijn en eindwerken [32](#page=32).
### 7.7 Rol van het recht en toepassingen voor juristen
Het recht speelt een cruciale rol in duurzame ontwikkeling door middel van consolidatie, codificatie, clarificatie en implementatie [33](#page=33).
**Enkele toepassingen voor juristen, gekoppeld aan SDG's:**
* **SDG 1.3 (Nationale sociale beschermingssystemen):** Relevant voor Sociaal Zekerheidsrecht en Welzijnsrecht [33](#page=33).
* **SDG 3.7 (Universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg):** Relevant voor Medisch recht en Personen- en familierecht [33](#page=33).
* **SDG 5.1 (Einde aan discriminatie vrouwen/meisjes) & 5.3 (Einde aan schadelijke praktijken):** Relevant voor Staatsrecht, Recht en gender, en Personen- en familierecht [33](#page=33).
* **SDG 8.8 (Arbeidsrechten en veilige werkomgevingen):** Relevant voor Arbeidsrecht [33](#page=33).
* **SDG 10.7 (Ordelijke, veilige en verantwoordelijke migratie):** Relevant voor Migratierecht en Mensenrechten [33](#page=33).
* **SDG 15.2 (Duurzaam beheer bossen, ontbossing tegengaan):** Relevant voor Omgevingsrecht, Milieurecht en Biodiversiteitsrecht [33](#page=33).
* **SDG 16.3 (Rechtsregels bevorderen, gelijke toegang tot rechtssysteem):** Relevant voor Procesrecht en Internationaal publiekrecht [33](#page=33).
* **SDG 16.5 (Corruptie en omkoperij beëindigen):** Relevant voor Strafrecht [33](#page=33).
---
# Indeling en kenmerken van subjectieve rechten
Subjectieve rechten vertegenwoordigen juridisch afdwingbare aanspraken en bevoegdheden die rechtssubjecten kunnen uitoefenen op bepaalde zaken of jegens bepaalde personen om hun doelen te bereiken. Deze rechten staan tegenover het objectieve recht, dat de regels en normen omvat [16](#page=16).
### 4.1 Indeling van subjectieve rechten
Subjectieve rechten kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld, met name op basis van het rechtsobject. De belangrijkste indelingen zijn die in politieke en burgerlijke rechten, en in patrimoniale en extrapatrimoniale rechten [16](#page=16).
#### 4.1.1 Patrimoniale rechten
Patrimoniale rechten zijn rechten die op geld waardeerbaar zijn en deel uitmaken van iemands patrimonium. Het patrimonium omvat het geheel van bestaande en toekomstige goederen en verbintenissen van een rechtssubject. Elke persoon heeft in principe één vermogen, met uitzonderingen zoals kwaliteitsrekeningen die door specifieke beroepsgroepen worden beheerd [17](#page=17).
##### 4.1.1.1 Zakelijke rechten
Zakelijke rechten verlenen een onmiddellijke heerschappij over een bepaald goed of een geheel van goederen, zonder tussenkomst van een andere persoon. Er bestaat een *numerus clausus*-beginsel, wat betekent dat alleen de wetgever zakelijke rechten kan creëren en er niet meer zijn dan in de wet zijn opgesomd. De belangrijkste zakelijke rechten zijn [17](#page=17):
* **Eigendomsrecht**: Het meest ingrijpende zakelijke recht, dat de titularis het recht geeft op bewaring, gebruik, genot, beheer en beschikking, binnen de wettelijke beperkingen [18](#page=18).
* **Bezit**: De feitelijke toestand waarin een persoon een goed uitoefent alsof hij de titularis is. Het bezit heeft verschillende functies [18](#page=18):
* **Bewijsfunctie**: Kan dienen als bewijsmiddel, bijvoorbeeld bij bezit ter goeder trouw [19](#page=19).
* **Beschermende functie**: Biedt bescherming tegen geweld of feitelijke inbreuken [19](#page=19).
* **Verkrijgende functie**: Kan leiden tot eigendomsverkrijging na een bepaalde periode van bezit (10 jaar bij te goeder trouw, 30 jaar bij te kwader trouw) [19](#page=19).
* **Detentie**: Het louter feitelijk in macht houden van een goed, zonder de intentie om eigenaar te worden. Dit kan gebaseerd zijn op een rechtshandeling, een wettelijke titel of een rechterlijke titel [18](#page=18) [19](#page=19).
* **Mede-eigendom**: Wanneer meerdere personen gezamenlijk titularis zijn van het eigendomsrecht op hetzelfde goed, zonder dat elk een exclusief recht heeft op een bepaald deel [19](#page=19).
* **Vormen**: Kan toevallig (bij erfenis), vrijwillig (gezamenlijke aankoop) of gedwongen (gemeenschappelijke delen van appartementen) zijn [19](#page=19).
* Gedwongen mede-eigendom kent specifieke regels, zoals die voor appartementen [20](#page=20).
* **Zakelijke gebruiksrechten**: Verlenen het recht om een goed te gebruiken en/of ervan te genieten.
* **Vruchtgebruik**: Geeft het recht op gebruik en genot van vruchten van een goed, terwijl de “blote” eigenaar het eigendomsrecht behoudt. Het volle eigendomsrecht wordt opgesplitst in blote eigendom en vruchtgebruik. Toepassingen hiervan zijn onder meer in het erfrecht (LL/LLSWP), huwelijksvermogensrecht en familierecht (ouderlijk vruchtgenot) [20](#page=20).
* **Erfdienstbaarheid**: Een last op een onroerend goed (lijdend erf) tot gebruik en nut van een ander onroerend goed (heersend erf). Er zijn wettelijke erfdienstbaarheden (bijv. waterafvloeiing, afstanden) en erfdienstbaarheden door menselijk handelen (bijv. recht om water te putten) [21](#page=21).
* **Erfpachtrecht**: Verleent de erfpachter het vol gebruik en genot van een onroerend goed voor een bepaalde duur (minimaal 15, maximaal 99 jaar), zonder dat hij de waarde van het goed mag verminderen [21](#page=21).
* **Opstalrecht**: Geeft het eigendomsrecht op gebouwde volumes of beplantingen op, boven of onder andermans grond. De grondeigenaar draagt het voordeel van zijn recht van natrekking over aan de opstalnemer [22](#page=22).
* **Zakelijke zekerheden**: Verschillende mechanismen die een schuldeiser een waarborg bieden voor de terugbetaling van een schuld, waardoor hij bij voorrang op de opbrengst van een bepaald goed kan worden betaald. Dit doorbreekt de algemene regel van *paritas creditorum* (gelijkheid onder schuldeisers) en de pondspondsgewijze verdeling [23](#page=23).
* **Voorrechten**: Rechten die uit hoofde van de bijzondere aard van de schuldvordering aan een schuldeiser voorrang verlenen, altijd gebaseerd op de wet. Ze kunnen algemeen (op alle goederen) of bijzonder (op bepaalde goederen) zijn [23](#page=23) [24](#page=24).
* **Hypotheek**: Een recht op een onroerend goed dat dient tot zekerheid van een schuldvordering, zonder dat de schuldenaar het goed uit handen geeft. Kan wettelijk, conventioneel of testamentair gevestigd zijn [24](#page=24).
* **Pandrecht**: Verleent het recht om bij voorrang betaald te worden uit de bezwaarde goederen, meestal conventioneel gevestigd op roerende voorwerpen [24](#page=24).
* **Eigendomsvoorbehoud**: Bij de verkoop van roerende goederen, waarbij de eigendomsoverdracht wordt opgeschort tot volledige betaling. De verkoper kan het goed terugvorderen bij wanbetaling [24](#page=24).
* **Retentierecht**: Het recht van een schuldeiser om de teruggave van een goed dat hij van zijn schuldenaar heeft ontvangen, op te schorten totdat zijn schuldvordering die verband houdt met dat goed, is voldaan [25](#page=25).
##### 4.1.1.2 Vorderingsrechten
Vorderingsrechten geven recht op de prestatie van een andere persoon, zijnde een doen, laten of geven (overdracht van een zakelijk recht) [25](#page=25).
##### 4.1.1.3 Intellectuele rechten
Deze rechten verschaffen een tijdelijk en exclusief exploitatierecht op een creatie van de menselijke geest, zoals auteursrecht, octrooien, merken, tekeningen en modellen, kwekersrechten, topografieën van halfgeleideproducten, en computerprogramma's en databanken. Derden mogen deze creaties niet gebruiken of miskennen [25](#page=25).
> **Tip**: Het klassieke onderscheid tussen zakelijke rechten (*erga omnes* – geldend tegenover iedereen) en vorderingsrechten (*inter partes* – geldend tussen partijen) is in de moderne visie minder strikt. Hoewel het voorwerp van beide rechten verschillend is, zijn vorderingsrechten ook tegenwerpelijk aan derden die de uitoefening ervan niet mogen verhinderen (derde-medeplichtigheid aan contractbreuk) [26](#page=26).
#### 4.1.2 Extrapatrimoniale rechten
Extrapatrimoniale rechten hebben betrekking op niet-geldelijke belangen, behoren niet tot het vermogen van een persoon en zijn onvervreemdbaar. De belangrijkste categorieën zijn persoonlijkheidsrechten (bijv. recht om niet gedwongen te worden tot DNA-onderzoek) en familierechten [26](#page=26).
---
# De rol van recht in de implementatie van sociale, economische en milieu-doelstellingen
Het recht speelt een cruciale rol in het stellen en handhaven van maatschappelijke, economische en milieu-doelstellingen door een kader te bieden voor gedrag, het vaststellen van rechten en plichten, en het bieden van mechanismen voor geschillenbeslechting en handhaving.
### 5.1 Aansprakelijkheidsrecht als instrument voor doelstellingen
Het aansprakelijkheidsrecht, zoals gecodificeerd in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, vormt een fundamenteel instrument voor het bereiken van diverse doelstellingen. De hercodificatie in Boek 6 BW beoogt de voorspelbaarheid en rechtszekerheid te vergroten, leemtes op te vullen en een duidelijke structuur te bieden, gebaseerd op de essentiële bestanddelen van aansprakelijkheid: feiten die tot aansprakelijkheid leiden, oorzakelijk verband en schade [1](#page=1).
#### 5.1.1 Principes en definities van aansprakelijkheid
Het algemene principe in het aansprakelijkheidsrecht is dat wie schade lijdt, deze in beginsel zelf moet dragen. Dit principe kent echter uitzonderingen, waarbij de schadelast kan worden verplaatst wanneer schade is veroorzaakt door de foutieve gedraging van een ander, of zelfs zonder fout (objectieve aansprakelijkheid). Het aansprakelijkheidsrecht definieert de gevallen waarin schade vergoed moet worden, wie tot schadeloosstelling moet overgaan, en op welke wijze deze vergoeding dient te geschieden [1](#page=1).
#### 5.1.2 Onderscheid tussen soorten aansprakelijkheid
Er zijn verschillende onderscheidingen binnen het aansprakelijkheidsrecht:
* **Strafrechtelijke versus burgerrechtelijke aansprakelijkheid:** Strafrechtelijke aansprakelijkheid ontstaat bij de overtreding van een norm waarop een strafsanctie staat, ongeacht opzet of veroorzaakte schade. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid verwijst naar de plicht tot herstel van schade die aan een andere burger is berokkend [2](#page=2).
* **Contractuele versus buitencontractuele aansprakelijkheid:** Dit onderscheid is cruciaal. De wet van 7 februari 2024 betreffende buitencontractuele aansprakelijkheid is van toepassing op feiten die na 1 januari 2025 tot aansprakelijkheid kunnen leiden [2](#page=2).
* **Enkelvoudige versus samengestelde aansprakelijkheid:** Enkelvoudige aansprakelijkheid betreft de aansprakelijkheid voor eigen daden, terwijl samengestelde aansprakelijkheid ziet op de aansprakelijkheid voor andermans daden, zaken en dieren [3](#page=3).
* **Schuldaansprakelijkheid versus objectieve aansprakelijkheid:** Schuldaansprakelijkheid vereist een toerekenbare fout terwijl objectieve aansprakelijkheid foutloze aansprakelijkheid inhoudt, waarbij schade wordt vergoed ongeacht een fout [3](#page=3) [4](#page=4).
#### 5.1.3 Samenloop van aansprakelijkheid
De problematiek van samenloop doet zich voor wanneer een schadeverwekkende gedraging zowel een contractuele wanprestatie als een overtreding van een gedragsnorm uitmaakt. Traditioneel verbood het Hof van Cassatie de toepassing van buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht tussen contractspartijen, tenzij aan strikte voorwaarden werd voldaan, zoals het schenden van een algemeen opgelegde verplichting en het veroorzaken van schade die vreemd is aan de contractuele uitvoering. Het nieuwe Boek 6 BW schaft dit samenloopverbod af en biedt de benadeelde een keuzerecht tussen contractuele en buitencontractuele vorderingen [2](#page=2) [3](#page=3).
#### 5.1.4 Schuldaansprakelijkheid
De basis van schuldaansprakelijkheid is dat de benadeelde moet bewijzen dat hij schade heeft geleden, dat de tegenpartij een fout heeft begaan en toerekeningsvatbaar is, en dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen fout en schade [4](#page=4).
* **Objectieve component: de fout:** Dit wordt gedefinieerd als elke maatschappelijk onaanvaardbare gedraging, zijnde de overtreding van een wettelijke of reglementaire bepaling en/of de zorgvuldigheidsnorm. De zorgvuldigheidsnorm wordt afgemeten aan een normaal en omzichtig persoon (bonus pater familias). Voorzienbaarheid van schade is hierbij een cruciale factor [4](#page=4).
* **Subjectieve component: toereken(ingsvat)baarheid:** De fout moet aan de schadeverwekker verweten kunnen worden; hij moet bewust kunnen zijn van het schadeverwekkende karakter van zijn daden. Boek 6 BW handhaaft dit niet expliciet, maar compenseert dit door gronden voor uitsluiting van aansprakelijkheid [4](#page=4).
* **Vermoedens van aansprakelijkheid:** Dit betreft situaties waarin aansprakelijkheid wordt vermoed, zoals bij onoverwinnelijke dwaling, fysieke dwang, noodtoestand, wettig bevel, wettige verdediging, en toestemming tot aantasting van belangen [4](#page=4).
#### 5.1.5 Objectieve aansprakelijkheid
Objectieve aansprakelijkheid kan worden onderverdeeld in:
* **Schuldloze aansprakelijkheid voor eigen niet-toerekenbaar gedrag:** Dit regime, dat voorheen onder art. 1386bis oud BW viel, houdt rekening met de financiële toestand van de schadeverwekker en de schadeleider. De rechter kan oordelen dat geen of een beperkte schadeloosstelling verschuldigd is [5](#page=5).
* **Aansprakelijkheid voor eigen (on)rechtmatige daden:** Dit is volledig foutloos en kan betrekking hebben op toegelaten inbreuken op zakelijke rechten, rechtmatige overheidsdaden, en bepaalde gevaarlijke activiteiten. Gevallen hiervan zijn [5](#page=5):
* **Burenhinder:** Wanneer hinder de normale ongemakken overschrijdt, is een schadevergoeding verschuldigd zonder dat er een fout vereist is [5](#page=5).
* **Onteigening:** De staat neemt privaat eigendom over in het algemeen belang, waarvoor een schadevergoeding moet worden betaald [5](#page=5).
* **Onrechtmatige (en wettige) voorlopige hechtenis:** Zelfs indien de hechtenis wettig was, kan schadevergoeding worden toegekend indien de persoon later onschuldig blijkt [6](#page=6).
* **Schade door grote werken:** Werken die geen fout begaan, maar toch schade veroorzaken, kunnen leiden tot een schadevergoeding [6](#page=6).
* **Risico-aansprakelijkheid:** Dit is volledig foutloos en los van elke fout, toerekenbaarheid of handeling, en is gebaseerd op een band met een risicofactor of schadeverwekkend incident. Voorbeelden zijn [6](#page=6):
* **Aansprakelijkheid voor dieren (art. 6.17 BW):** De bewaarder is foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door het dier. Bevrijding is enkel mogelijk door te bewijzen dat men niet de bewaarder is [6](#page=6).
* **Aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken (art. 6.16 BW):** De bewaarder is foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een gebrek in de zaak dat niet de verwachte veiligheid biedt. Kennis van het gebrek is irrelevant [7](#page=7).
* **Aansprakelijkheid voor aangestelden (art. 6.14 BW):** De aansteller is foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door de aangestelde tijdens en naar aanleiding van de uitoefening van zijn functie. Rechtspersonen zijn foutloos aansprakelijk voor hun bestuursorganen of personeelsleden [7](#page=7).
#### 5.1.6 Oorzakelijk verband
Het vaststellen van causaal verband is essentieel. De **equivalentieleer** (conditio sine qua non-test) stelt dat een fout de oorzaak is indien de schade zonder de fout niet zou zijn ontstaan. Boek 6 BW voorziet echter in correcties [8](#page=8):
* **Reële feitelijke causaliteit (art. 6.18, §1, tweede lid BW):** Corrigeert de strikte CSQN-test bij cumulatieve feiten [8](#page=8).
* **Juridische causaliteit (art. 6.18, §2 BW):** Sluit aansprakelijkheid uit indien het verband dermate verwijderd of onvoorzienbaar is dat de toerekening aan de dader kennelijk onredelijk is [8](#page=8).
#### 5.1.7 Samenloop van oorzaken en pluraliteit van aansprakelijken
Bij een pluraliteit van daders, die voor onderscheiden of hetzelfde feit oorzaak zijn van eenzelfde schade, zijn zij **in solidum** aansprakelijk. Wie een ander aanzet of helpt bij een fout is mede in solidum aansprakelijk [8](#page=8).
De fout van het slachtoffer kan de recht op schadevergoeding verminderen. Bij slachtoffers jonger dan 12 jaar wordt het recht op schadeloosstelling niet verminderd. Opzet tot schade door het slachtoffer leidt tot geen recht op schadeloosstelling [8](#page=8).
Regresvorderingen onder medeaansprakelijken zijn geregeld, waarbij de betaler regres kan uitoefenen tegen medeaansprakelijken naar rato van hun bijdrage tot de schade [8](#page=8).
#### 5.1.8 Schade
Schade wordt gedefinieerd als de economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. Schade die voortvloeit uit een onrechtmatige gebeurtenis die aan de benadeelde kan worden aangerekend, leidt niet tot schadeloosstelling [10](#page=10) [9](#page=9).
Voorwaarden voor een succesvolle vordering zijn:
* **Geschonden belang moet rechtmatig zijn** [9](#page=9).
* **Schade moet vaststaan** (ook toekomstige schade als het gaat over de normale ontwikkeling van een actueel zekere toestand). Verlies van een kans komt ook in aanmerking [9](#page=9).
* **Schade moet persoonlijk zijn** [9](#page=9).
Er zijn verschillende soorten vergoedbare schade:
* **Zekere schade:** Enkel zekere schade leidt tot schadeloosstelling. Toekomstige schade wordt vergoed indien zij het zekere gevolg is van de actuele aantasting [10](#page=10).
* **Patrimoniale schade:** Omvat alle economische gevolgen, zoals verliezen, kosten, winstderving en waardevermindering [10](#page=10).
* **Extrapatrimoniale schade:** Omvat niet-economische gevolgen, zoals pijn, leed en psychische aandoeningen. Deze is ook verenigbaar met rechtspersonen [11](#page=11).
Schade bij terugslag (bij weerkaatsing) kan de aansprakelijke tegenwerpen zowel de fout van de rechtstreekse benadeelde als andere verweermiddelen die hij aan deze laatste had kunnen tegenwerpen [11](#page=11).
#### 5.1.9 Gevolgen van buitencontractuele aansprakelijkheid
De aansprakelijke is gehouden tot **integrale schadeloosstelling**. Dit kan via herstel in natura of schadevergoeding, of beide gelijktijdig indien nodig [12](#page=12).
* **Herstel in natura:** Slachtoffer/schade in de toestand brengen zoals voorheen [12](#page=12).
* **Schadevergoeding:** Dit kan ook een **afschrikwekkend effect** hebben, waarbij de benadeelde kan profiteren van een deel van de netto winst van de dader indien de daad doelbewust en bewust werd gepubliceerd [12](#page=12).
De omvang van de schade wordt bepaald op de datum die het tijdstip van de effectieve schadeloosstelling zo dicht mogelijk benadert [13](#page=13).
De doelstellingen van schadeloosstelling zijn:
* **Patrimoniale schade:** De benadeelde plaatsen in de toestand waarin hij zich zou hebben bevonden indien het feit zich niet had voorgedaan [13](#page=13).
* **Extrapatrimoniale schade:** Een billijke en passende vergoeding toekennen [13](#page=13).
#### 5.1.10 Rechterlijk bevel of verbod ter voorkoming van schade
De rechter kan een bevel of verbod opleggen ter voorkoming van schade bij vaststaande of ernstig dreigende schending van een wettelijke gedragsregel, op vordering van een partij die aantoont hierdoor schade te lijden. Dit is onmogelijk bij objectieve aansprakelijkheid [12](#page=12).
### 5.2 Rechtsmisbruik als beperking van subjectieve rechten
Rechtsmisbruik is de uitoefening van een subjectief recht op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening daarvan. Dit is een beperking van de uitoefening van subjectieve rechten, naast wettelijke beperkingen en de algemene zorgvuldigheidsnorm [13](#page=13) [14](#page=14).
#### 5.2.1 Ontwikkeling en criteria van rechtsmisbruik
Traditioneel werd rechtsmisbruik vastgesteld in gevallen waarin een recht werd gebruikt zonder nut voor zichzelf en enkel schade berokkende aan een ander, of wanneer een keuze werd gemaakt die weliswaar gelijk nut had, maar meer last bezorgde aan een ander, of een duidelijke wanverhouding bestond tussen nut en last [14](#page=14).
Een mijlpaalarrest van het Hof van Cassatie stelde dat sprake is van rechtsmisbruik wanneer de titularis van een recht dit kennelijk manifest buiten de grenzen uitoefent. Het nieuwe BW omschrijft rechtsmisbruik als het uitoefenen van een recht op een wijze die kennelijk de grenzen van normale uitoefening te buiten gaat [14](#page=14).
#### 5.2.2 Sancties bij rechtsmisbruik
De sanctie voor rechtsmisbruik bestaat in de matiging van het recht tot zijn normale rechtsuitoefening, onverminderd het herstel van de schade die het misbruik heeft berokkend. In zoverre het recht misbruikt werd, heeft de uitoefening ervan geen rechtsgevolgen. De dader kan ook tot schadevergoeding worden veroordeeld [15](#page=15).
### 5.3 Subjectieve rechten als fundament
Subjectieve rechten zijn juridisch bekrachtigde aanspraken en bevoegdheden die een rechtssubject kan uitoefenen om zijn doelstellingen te verwezenlijken. Ze staan tegenover objectief recht en regelen de bevoegdheidsverdeling onder de rechtbanken [16](#page=16).
#### 5.3.1 Indeling van subjectieve rechten
Subjectieve rechten kunnen worden ingedeeld in:
* **Politieke en burgerlijke rechten** [16](#page=16).
* **Patrimoniale en extrapatrimoniale rechten:**
* **Patrimoniale rechten:** Zijn op geld waardeerbaar en omvatten het vermogen, dat het geheel van bestaande en toekomstige goederen en verbintenissen omvat. Dit omvat onder meer [17](#page=17):
* **Zakelijke rechten:** Geven een onmiddellijke heerschappij over een goed zonder tussenkomst van een ander. Er is een **numerus clausus**-beginsel; enkel de wetgever kan zakelijke rechten creëren. Voorbeelden zijn eigendomsrecht, mede-eigendom, zakelijke gebruiksrechten en zakelijke zekerheden [17](#page=17).
* **Het eigendomsrecht:** Het belangrijkste zakelijke recht, met rechten van bewaring, gebruik, genot, beheer en beschikking [18](#page=18).
* **Bezit:** Feitelijke uitoefening van een recht alsof men de titularis is, met materiële en intentionele bestanddelen. Het heeft bewijs-, beschermende en verkrijgende functies [18](#page=18) [19](#page=19).
* **Detentie:** Het goed feitelijk in macht houden, op basis van een rechtshandeling, wettelijke titel of rechterlijke titel [19](#page=19).
* **Mede-eigendom:** Verschillende personen zijn mede-eigenaar van hetzelfde goed. Dit kan toevallig, vrijwillig of gedwongen zijn [19](#page=19) [20](#page=20).
* **Zakelijke gebruiksrechten:** Zoals **vruchtgebruik**, dat de gebruiker het recht geeft op gebruik en genot van vruchten, terwijl de blote eigenaar het goed onderhoudt [20](#page=20).
* **Extrapatrimoniale rechten:** Zijn niet op geld waardeerbaar [16](#page=16).
---
Het recht speelt een cruciale rol bij het consolideren, codificeren, verduidelijken en implementeren van sociale, economische en milieu-doelstellingen [33](#page=33).
### 5.1 Duurzame Ontwikkeling: Een Juridisch Kader
Duurzame ontwikkeling wordt gedefinieerd als een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden voor toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Dit concept omvat de integratie van sociale, ecologische en economische dimensies [27](#page=27) [31](#page=31).
#### 5.1.1 Internationaal Kader
Internationale conferenties, zoals de United Nations Conference on Environment and Development de World Summit on Sustainable Development en de United Nations Conference on Sustainable Development hebben geleid tot 27 basisprincipes en de ontwikkeling van de Sustainable Development Goals (SDG's). De 2030 Agenda for Sustainable Development omvat 17 SDG's met 169 subdoelstellingen, gericht op mensen, de planeet, welvaart en vrede. De overkoepelende doelstellingen van duurzame ontwikkeling zijn de uitroeiing van armoede, het bevorderen van duurzame consumptie- en productiepatronen, en de bescherming van natuurlijke hulpbronnen. Twee sleutelconcepten hierbij zijn 'needs' (behoeften) en 'limitations' (grenzen) [28](#page=28).
#### 5.1.2 Federaal Juridisch Kader
Artikel 7bis van de Grondwet stelt dat de federale staat, gemeenschappen en gewesten de doelstellingen van duurzame ontwikkeling nastreven in hun beleid, met aandacht voor solidariteit tussen generaties. Dit impliceert zowel negatieve verplichtingen (beleid mag niet in strijd zijn) als positieve verplichtingen (maatregelen ter bevordering) [29](#page=29).
De federale beleidsvisie op lange termijn, vastgelegd in een Koninklijk Besluit van 18 juli 2013, bevat 55 doelstellingen verdeeld over vier domeinen: sociale cohesie, aanpassing van de economie aan uitdagingen, bescherming van het leefmilieu, en een verantwoordelijke federale overheid. Voorbeelden van deze doelstellingen zijn het waarborgen van inkomen en toegang tot diensten van algemeen belang, het overheersen van koolstofarme energie, het reduceren van broeikasgasemissies, en het bieden van adequate dienstverlening door de overheid [29](#page=29).
Verschillende actoren zijn betrokken op federaal niveau, waaronder het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling, de Interdepartementale Commissie voor Duurzame Ontwikkeling, het Federaal Planbureau, de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, en cellen Duurzame Ontwikkeling binnen elke FOD. Federale plannen worden opgesteld in cycli van vijf jaar en beleidsnota's moeten een impacthoofdstuk bevatten. Federale rapporten evalueren de 'stand van zaken' en bieden 'toekomstverkenningen' [30](#page=30).
Een belangrijk instrument is de duurzaamheidseffectbeoordeling (RIA), die de potentiële gevolgen van regelgevingsvoorstellen op economie, leefmilieu, sociale aspecten en overheidsdiensten evalueert [31](#page=31).
#### 5.1.3 Vlaams Juridisch Kader
Het Vlaamse decreet van 18 juli 2008 bevordert duurzame ontwikkeling en legt de nadruk op integratie en synergie tussen sociale, ecologische en economische dimensies. Het Vlaamse beleid is inclusief, gecoördineerd en participatief, met de Vlaamse Regering verantwoordelijk voor de Vlaamse strategie DO, zoals "Visie 2050" [31](#page=31).
#### 5.1.4 Juridische Procedures en Duurzame Ontwikkeling
De zaak van de Nederlandse milieuorganisatie Urgenda, die succesvol een procedure aanspande tegen de Nederlandse staat om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, dient als voorbeeld van klimaatgerelateerde rechtszaken. In België heeft de VZW Klimaatzaak een procedure gestart tegen de federale staat en de gewesten, met als doel verdere emissieverminderingen en de implementatie van passende maatregelen om klimaatdoelstellingen te halen. Argumenten in deze zaken omvatten schendingen van mensenrechtenverdragen, de Grondwet, het preventie- en voorzorgsbeginsel, en algemene zorgplichten. Rechters hebben overheden veroordeeld tot het nemen van concrete maatregelen [31](#page=31) [32](#page=32).
#### 5.1.5 Duurzaamheid in het Rechtenonderwijs
Aan de Universiteit Gent (UGent) is duurzame ontwikkeling een leidend principe en wordt het geïntegreerd in alle opleidingen, met aandacht voor een multiperspectivistische benadering. In de rechtenopleiding is er een basisleerlijn, een specialisatieleerlijn en een mogelijkheid voor eindwerken over dit thema [32](#page=32).
### 5.2 Toepassingen van Recht voor Sociale, Economische en Milieu-Doelstellingen
Het recht voorziet in specifieke instrumenten voor de implementatie van diverse duurzaamheidsdoelstellingen:
* **Sociale Bescherming:** Implementatie van nationaal toepasbare sociale beschermingssystemen en -maatregelen, waaronder sociale beschermingsvloeren, om armoede te bestrijden en kwetsbaren te dekken tegen 2030 (bv. Socialezekerheidsrecht, Welzijnsrecht) [33](#page=33).
* **Gezondheid en Rechten:** Garanderen van universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg, en het beëindigen van discriminatie tegen vrouwen en meisjes (bv. Medisch recht, Personen- en familierecht, Staatsrecht, Recht en gender) [33](#page=33).
* **Arbeidsrechten en Migratie:** Beschermen van arbeidsrechten, bevorderen van veilige werkomgevingen, en mogelijk maken van ordelijke en beheerste migratie (bv. Arbeidsrecht, Migratierecht, Mensenrechten) [33](#page=33).
* **Milieubeheer:** Bevorderen van duurzaam bosbeheer, tegengaan van ontbossing en het herstellen van bossen (bv. Omgevingsrecht, Milieurecht, Biodiversiteitsrecht) [33](#page=33).
* **Rechtsstaat en Bestuur:** Bevorderen van rechtsregels en gelijke toegang tot het rechtssysteem, en het bestrijden van corruptie (bv. Procesrecht, Internationaal publiekrecht, Strafrecht) [33](#page=33).
### 5.3 Zakelijke Zekerheden en Vorderingsrechten als Instrumenten
Hoewel niet direct gekoppeld aan sociale, economische of milieu-doelstellingen in de context van dit hoofdstuk, vormen zakelijke zekerheden en vorderingsrechten fundamentele juridische instrumenten die indirect van belang kunnen zijn voor de financiering en uitvoering van initiatieven op deze gebieden [23](#page=23) [25](#page=25).
* **Zakelijke Zekerheden:** Creëren een recht op een specifiek goed tot zekerheid van de terugbetaling van een schuld, waardoor de schuldeiser voorrang krijgt. Voorbeelden zijn voorrechten, hypotheken, pandrechten, eigendomsvoorbehoud en retentierechten. Deze kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om investeringen in duurzame projecten te financieren [23](#page=23) [24](#page=24) [25](#page=25).
* **Vorderingsrechten:** Geven recht op de prestatie van een andere persoon (doen, laten, geven) [25](#page=25).
### 5.4 Intellectuele Rechten
Intellectuele rechten verlenen tijdelijke en exclusieve exploitatierechten op creaties van de menselijke geest, zoals auteursrecht, octrooien, merken, tekeningen en modellen, kwekersrechten, topografieën van halfgeleide producten en computerprogramma's. Deze kunnen stimulansen bieden voor innovatie op het gebied van bijvoorbeeld groene technologieën of duurzame oplossingen [25](#page=25).
### 5.5 Extrapatrimoniale Rechten
Extrapatrimoniale rechten hebben betrekking op niet in geld waardeerbare belangen, zoals persoonlijkheidsrechten (recht op integriteit, naam, afbeelding, privacy) en familierechten (recht op huwelijk, scheiding, samenwoning, afstamming). Hoewel ze niet direct economische of milieu-aspecten bestrijken, zijn ze fundamenteel voor de sociale dimensie van duurzame ontwikkeling, door het waarborgen van menselijke waardigheid en sociale structuren [26](#page=26) [27](#page=27).
> **Tip:** Begrijp de wisselwerking tussen de verschillende niveaus (internationaal, federaal, regionaal) en de specifieke juridische instrumenten die gebruikt worden om duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. De klimaatzaken zijn een actueel en belangrijk voorbeeld van hoe het recht ingezet kan worden om beleidsverantwoordelijken tot actie aan te zetten.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Rechtsmisbruik | Het uitoefenen van een subjectief recht op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht door een zorgvuldig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden. Dit houdt in dat men zijn recht niet mag gebruiken zonder enig nut voor zichzelf en enkel schade berokkent aan een ander, of wanneer de wanverhouding tussen het nut voor zichzelf en de last voor een ander kennelijk te groot is. |
| Subjectief recht | Een door het recht bekrachtigde aanspraak of bevoegdheid die een rechtssubject kan uitoefenen op bepaalde zaken of jegens bepaalde personen om zijn doelstellingen te verwezenlijken. Dit staat tegenover objectief recht en omvat bevoegdheden die tot uitoefening komen via de bevoegde rechtbanken. |
| Patrimoniale schade | Schade die op geld waardeerbaar is. Schadeloosstelling voor patrimoniale schade beoogt de benadeelde te plaatsen in de financiële toestand waarin hij zich zou hebben bevonden indien het aansprakelijkheidsveroorzakende feit zich niet had voorgedaan. |
| Extrapatrimoniale schade | Schade die niet op geld waardeerbaar is. Schadeloosstelling voor extrapatrimoniale schade heeft tot doel de benadeelde een billijke en passende vergoeding toe te kennen voor immateriële schade, zoals leed of aantasting van persoonlijkheid. |
| Zorgvuldigheidsnorm | Een algemene norm die vereist dat men zich gedraagt zoals een "goede huisvader" of een voorzichtig en redelijk persoon in vergelijkbare omstandigheden. Het schenden van deze norm kan leiden tot aansprakelijkheid en wordt ook toegepast bij de beoordeling van rechtsmisbruik. |
| Marginale toetsingsbevoegdheid | De beperkte bevoegdheid van een rechter om de zorgvuldigheid van het gedrag van de titularis van een subjectief recht te beoordelen. De rechter moet zich terughoudend opstellen en enkel excessen sanctioneren, waarbij de uitoefening van het recht kennelijk de grenzen te buiten gaat. |
| Matiging van het recht | De sanctie voor rechtsmisbruik, waarbij de uitoefening van het recht wordt beperkt tot de normale rechtsuitoefening. Dit kan ertoe leiden dat de rechter de houder van het recht de mogelijkheid ontzegt zich erop te beroepen in de gegeven omstandigheden, of dat de uitoefening van het recht geen rechtsgevolgen heeft voor zover het misbruikt werd. |
| Schade | De economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang, zoals vastgelegd in artikel 6.24, eerste lid BW. Dit omvat zowel de directe verliezen als de gederfde winsten en gemaakte kosten. |
| Juridisch beschermd belang | Een belang dat door het recht wordt erkend en beschermd, in tegenstelling tot elk feitelijk belang. Niet elk belang komt in aanmerking voor vergoeding; het moet rechtmatig zijn. |
| Zekere schade | Schade die met een hoge mate van waarschijnlijkheid zal optreden. Enkel zekere schade leidt tot schadeloosstelling, hoewel toekomstige schade wel vergoedbaar is indien deze het zekere gevolg is van een actuele aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. |
| Extrapetrimoniale schade | Omvat alle niet-economische gevolgen van een aantasting, waaronder pijn, leed en psychische aandoeningen. Deze schade is verenigbaar met de aard van de rechtspersoon en wordt vaak ingeschat aan de hand van indicatieve tabellen. |
| Schade bij terugslag | De situatie waarin de aansprakelijke partij aan de benadeelde de fout van de rechtstreekse benadeelde of andere verweermiddelen kan tegenwerpen die hij aan die laatste had kunnen tegenwerpen, zoals vastgelegd in artikel 6.27, tweede lid BW. |
| Integrale schadeloosstelling | De verplichting van degene die aansprakelijk is voor schade om deze volledig te vergoeden, rekening houdend met de concrete toestand van de benadeelde, zoals bepaald in artikel 6.30 BW. Dit kan zowel herstel in natura als schadevergoeding omvatten. |
| Herstel in natura | Het terugbrengen van de beschadigde zaak of toestand naar de staat waarin deze zich bevond vóór het schadeverwekkende incident. Dit kan soms niet volledig gerealiseerd worden. |
| Duurzame ontwikkeling | De ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in het gedrang te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Dit concept omvat de integratie van sociale, economische en ecologische dimensies. |
| Persoonlijkheidsrechten | Fundamentele rechten die de integriteit en identiteit van een individu beschermen, zoals het recht op fysieke, psychische en morele integriteit, het recht op een naam en het recht op afbeelding. |
| Familierechten | Juridische rechten die betrekking hebben op familierelaties, waaronder het recht op huwelijk, echtscheiding, wettelijke samenwoning en het instellen van afstammingsvorderingen. |
| Sustainable Development Goals (SDG’s) | Zeventien wereldwijde doelstellingen, aangekondigd in de VN-resolutie 70/1, die gericht zijn op het bereiken van duurzame ontwikkeling op mondiaal niveau, met vijf pijlers: mensen, planeet, welvaart, vrede en partnerschap. |
| Federaal juridisch kader | De wetgeving en beleidsinstrumenten op federaal niveau die gericht zijn op het nastreven van duurzame ontwikkeling, met inbegrip van de Grondwet (artikel 7bis) en specifieke wetten en beleidsvisies. |
| Negatieve verplichtingen (duurzame ontwikkeling) | Juridische verplichtingen die voorschrijven dat beleid niet in strijd mag zijn met de principes van duurzame ontwikkeling. |
| Positieve verplichtingen (duurzame ontwikkeling) | Juridische verplichtingen die vereisen dat er actieve maatregelen worden genomen om duurzame ontwikkeling te bevorderen. |
| Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling | Het centrale beleidsorgaan op federaal niveau dat verantwoordelijk is voor de coördinatie en implementatie van het beleid inzake duurzame ontwikkeling. |
| Duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling (RIA) | Een proces dat de potentiële gevolgen van voorontwerpen van wetten en ontwerpen van koninklijke en ministeriële besluiten evalueert op economische, sociale en milieugebonden aspecten, alvorens deze aan de Ministerraad worden voorgelegd. |
| Vlaams juridisch kader | De wetgeving en beleidsinstrumenten op Vlaams niveau die gericht zijn op het bevorderen van duurzame ontwikkeling, zoals het decreet van 18 juli 2008 en de langetermijnstrategie "Visie 2050". |
| Klimaatzaak | Een juridische procedure, zoals die van VZW Klimaatzaak, waarbij milieuorganisaties en burgers overheden aanklagen wegens het niet naleven van hun verplichtingen om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren, vaak gebaseerd op schending van mensenrechten en zorgplichten. |
| Preventiebeginsel | Een juridisch principe dat stelt dat maatregelen genomen moeten worden om potentiële schade aan het milieu of de menselijke gezondheid te voorkomen, zelfs bij onzekerheid over de precieze omvang van het risico. |
| Subjectieve rechten | Juridisch bekrachtigde aanspraken en bevoegdheden die een rechtssubject kan uitoefenen op bepaalde zaken of jegens bepaalde personen om zijn doelstellingen te verwezenlijken. |
| Patrimonium | De juridische algemeenheid die het geheel van bestaande en toekomstige goederen en verbintenissen omvat; elke persoon heeft in principe slechts één vermogen. |
| Zakelijke rechten | Rechten die een onmiddellijke heerschappij geven over een bepaald goed of geheel van goederen, zonder de tussenkomst van een andere persoon. |
| Numerus clausus-beginsel | Het beginsel dat stelt dat er niet meer zakelijke rechten bestaan dan door de wet expliciet worden opgesomd; enkel de wetgever kan zakelijke rechten creëren. |
| Lichamelijke voorwerpen | Voorwerpen die zintuiglijk waarneembaar en meetbaar zijn middels een momentopname, zoals een laptop of een fles water. |
| Onlichamelijke voorwerpen | Rechten die niet lichaamlijk waarneembaar zijn en geen stoffelijk bestaan hebben, maar wel op geld waardeerbaar zijn. |
| Eigendomsrecht | Het belangrijkste en meest ingrijpende zakelijke recht, waarbij de titularis daden van bewaring kan stellen en het recht heeft op gebruik, genot, beheer en beschikking, behoudens wettelijke beperkingen of rechten van derden. |
| Bezit | De feitelijke (schijn)toestand waaraan het recht rechtsgevolgen verbindt, waarbij de bezitter het materiële en intentionele bestanddeel heeft om eigenaar te worden van een goed, ook al is hij dat niet. |
| Detentie | Het louter feitelijk in zijn macht houden van een zaak, zonder de intentie om eigenaar te worden, vaak gebaseerd op een rechtshandeling, wettelijke titel of rechterlijke titel. |
| Mede-eigendom | Een situatie waarin verschillende personen mede-eigenaar zijn van hetzelfde goed of geheel van goederen, zonder dat elk van hen een exclusief recht op een bepaald gedeelte kan laten gelden. |
| Vruchtgebruik | Een zakelijk gebruiksrecht dat de titularis het recht geeft op het gebruik en genot van andermans goed, inclusief de vruchten ervan, met de plicht het goed te onderhouden en het eigendomsrecht van de eigenaar niet te schaden. |
| Erfdienstbaarheid | Een last op een onroerend goed (lijdend erf) ten gunste van een ander onroerend goed (heersend erf) voor gebruik en nut, die zichtbaar of onzichtbaar kan zijn en kan voortvloeien uit de wet of menselijk handelen. |
| Aansprakelijkheid | Het geheel van regels dat bepaalt in welke gevallen geleden schade moet worden vergoed, wie tot schadeloosstelling moet overgaan en op welke wijze de schade moet worden vergoed. |
| Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid | De plicht tot herstel van schade die aan een andere burger werd berokkend, in tegenstelling tot strafrechtelijke aansprakelijkheid. |
| Buitencontractuele Aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die voortvloeit uit feiten die tot aansprakelijkheid kunnen leiden en die zich hebben voorgedaan na de inwerkingtreding van de wet, zonder dat er een contractuele relatie tussen partijen bestaat. |
| Conditio Sine Qua Non-test | Een test om causaal verband vast te stellen, waarbij een fout als oorzaak van de schade wordt beschouwd indien de schade niet zou zijn ontstaan zonder die fout. |
| Daden van Beheer | Handelingen die gericht zijn op het verzekeren van de normale toekomstige vruchtdraging van een vermogen, zoals verhuringen tot negen jaar of belegging van gelden. |
| Daden van Beschikking | Handelingen die de samenstelling van vermogens wijzigen, waarbij een vermogensbestanddeel voor lange tijd of definitief een vermogen verlaat, zoals verhuringen langer dan negen jaar of het toestaan van een hypotheek. |
| Daden van Economisch Beheer | Daden van beschikking die gesteld worden om de normale vruchtdraging van een vermogensbestanddeel te bevorderen, zoals de verkoop van delen van de voorraad van een kleinhandelszaak. |
| Enkelvoudige Aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid voor eigen daden. |
| Erfpachtrecht | Een recht dat de erfpachter het vol gebruik en genot geeft van andermans goed dat onroerend is, voor een minimale termijn van vijftien jaar en maximaal negenennegentig jaar, met de mogelijkheid tot vernieuwing. |