Cover
Zacznij teraz za darmo 19.pdf
Summary
# Schriftelijk en elektronisch bewijs bij rechtshandelingen
In het hedendaagse recht vormt schriftelijk bewijs, inclusief elektronische documenten, het primaire bewijsmiddel bij rechtshandelingen, waarbij de wetgeving steeds ruimer definieert wat onder een 'geschrift' wordt verstaan [1](#page=1).
### 1.1 De rol van schriftelijk en elektronisch bewijs
De technologische evolutie heeft geleid tot een verschuiving van handgeschreven documenten naar machinaal getypte teksten en vervolgens naar elektronisch geproduceerde en opgeslagen documenten. De wetgeving gebruikt het verzamelbegrip 'duurzame gegevensdrager' om deze verschillende vormen van schriftelijk bewijs te omvatten, wat ook elektronische informatie op diverse dragers zoals papier, e-mails en andere elektronische documenten insluit. Andere bewijsmiddelen spelen doorgaans een ondergeschikte rol, en rechtshandelingen vereisen in principe altijd een schriftelijk bewijs [1](#page=1).
#### 1.1.1 Situaties waarin schriftelijk bewijs niet vereist is
Er zijn diverse uitzonderingen waarbij schriftelijk bewijs niet strikt noodzakelijk is en andere bewijsmiddelen kunnen worden ingeroepen [1](#page=1):
* Minder belangrijke rechtshandelingen met een waarde onder de 3.500 euro, of wanneer de waarde niet bepaald of bepaalbaar is, tenzij er wettelijke uitzonderingen gelden zoals bij verzekeringscontracten [1](#page=1).
* Eenzijdige rechtshandelingen [1](#page=1).
* Betwistingen tussen ondernemingen of bewijs ingeroepen door een consument tegen een onderneming [1](#page=1).
* Materiële of morele onmogelijkheid om een akte op te maken, bijvoorbeeld bij contracten tussen familieleden waar gebruikelijk geen akte wordt opgesteld, of wanneer de akte door overmacht verloren is gegaan [1](#page=1).
Voor rechtshandelingen door en tegen derden geldt dat deze met alle bewijsmiddelen bewezen kunnen worden [1](#page=1).
#### 1.1.2 Soorten geschreven bewijs
Er worden drie hoofdsoorten van geschreven bewijs onderscheiden [1](#page=1):
1. **Niet-ondertekende documenten**: Deze kunnen onder bepaalde voorwaarden als schriftelijk bewijs dienen, zoals de boekhouding van handelaren, kasregisters, huiselijke papieren en notaboekjes [1](#page=1).
2. **Onderhandse akten**: Dit zijn geschriften die door één of meer personen eigenhandig, manueel of elektronisch zijn ondertekend en die het bestaan van feiten, toestanden of verbintenissen bevestigen. Een elektronisch ondertekend document kan onder bepaalde voorwaarden als een originele onderhandse akte worden beschouwd. Kennisgevingen per telegram, telex, telefax, elektronische post of andere telecommunicatiemiddelen die resulteren in een schriftelijk stuk bij de geadresseerde, worden eveneens als bewijs van schriftelijke kennisgeving aanvaard [1](#page=1).
3. **Authentieke akten**: Deze worden opgemaakt door daartoe bevoegde openbare ambtenaren, zoals notarissen of ambtenaren van de burgerlijke stand, in een specifieke, wettelijke vorm [2](#page=2).
### 1.2 Bewijswaarde van geschreven bewijs
Bij geschreven bewijsstukken moet onderscheid gemaakt worden tussen de bewijswaarde ten aanzien van de partijen die bij de rechtshandeling betrokken waren en de bewijswaarde ten aanzien van derden [2](#page=2).
#### 1.2.1 Bewijswaarde tussen de partijen
* **Authentieke akten**: Leveren voor de contracterende partijen en hun rechtsopvolgers een volledig bewijs op van de overeenkomst die erin vervat is [2](#page=2).
* **Authentieke vermeldingen**: De feiten en handelingen die de openbare ambtenaar zelf heeft verricht, vastgesteld of kon vaststellen (zoals de datum van de akte, de identiteit van de partijen, verklaringen afgelegd voor hem) gelden als absoluut bewijs. Deze vermeldingen kunnen enkel betwist worden via een strafrechtelijke procedure wegens valsheid in geschrifte [2](#page=2).
* **Niet-gecontroleerde vermeldingen**: Voor vermeldingen waarvan de ambtenaar de echtheid niet kon vaststellen, kan tegendeelbewijs geleverd worden met behulp van de gewone bewijsregels. Een onderhandse akte die door de partijen wordt opgesteld om de inhoud van een authentieke akte te wijzigen (een 'tegenbrief'), kan als tegenbewijs gelden [2](#page=2).
* **Onderhandse akten**: Hebben tussen de ondertekenaars dezelfde bewijskracht als een authentieke akte, mits de authenticiteit niet wordt betwist. Omdat er geen openbare ambtenaar bij het opstellen aanwezig is, bestaat er minder waarborg voor de juistheid van bijvoorbeeld de datum of handtekening [2](#page=2).
* **Legaliseren en registreren**: Om betwistingen te voorkomen, kunnen handtekeningen worden gelegaliseerd en de akte geregistreerd, waardoor deze een vaste datum krijgt. Registratie is voor sommige akten, zoals huurovereenkomsten, wettelijk verplicht [2](#page=2).
* **Vereisten voor wederkerige overeenkomsten**: Onderhandse akten die wederkerige overeenkomsten bevatten, moeten opgemaakt zijn in zoveel originelen als er partijen zijn met een verschillend belang. Elk origineel moet vermelden hoeveel originelen er zijn opgemaakt. De sanctie is de nietigheid van de akte, die echter wel kan dienen als 'begin van schriftelijk bewijs'. Deze vereisten gelden niet voor contracten gesloten via briefwisseling of elektronische contracten, mits alle partijen er toegang toe hebben [2](#page=2) [3](#page=3).
* **Eenzijdige onderhandse akten**: Akten waarbij slechts één partij zich verbindt tot betaling van een geldsom of waardeerbare zaak, moeten in principe volledig met de hand geschreven zijn door de ondertekenaar, of ten minste het bedrag of de hoeveelheid voluit in letters vermelden. Een nietige eenzijdige akte kan eveneens als 'begin van schriftelijk bewijs' gelden [3](#page=3).
* **Advocatenakte**: Een onderhandse akte die mede ondertekend wordt door de advocaten van de contractspartijen, kent een bijzondere bewijswaarde toe. Deze levert een volledig bewijs op van het geschrift en de handtekening van alle betrokken partijen, zowel onderling als tegenover hun erfgenamen en rechtsverkrijgenden, maar niet tegenover 'gewone' derden [2](#page=2).
#### 1.2.2 Bewijswaarde ten aanzien van derden
De bewijswaarde van een akte heeft ook belang voor derden, die overeenkomsten tussen partijen als een feit moeten erkennen (tegenwerpelijkheid aan derden) [3](#page=3).
* **Tegenwerpelijkheid aan derden**: Als de partijen de overeenkomst niet kunnen bewijzen, geldt de tegenwerpelijkheid niet [3](#page=3).
* De feiten en handelingen die de openbare ambtenaar bij het opmaken van authentieke akten zelf heeft verricht, vastgesteld of kon vaststellen, kunnen door derden slechts betwist worden via een valsheidsprocedure [3](#page=3).
* Andere elementen in authentieke akten, de gehele inhoud van onderhandse akten en andere geschreven documenten kunnen door derden altijd betwist worden met alle mogelijke bewijsmiddelen. Derden zijn niet verplicht om een geschreven bewijs met een geschreven tegenbewijs te weerleggen [4](#page=4).
* De inhoud van 'tegenbrieven' is nooit tegenwerpelijk aan derden, maar zij kunnen er zich wel op beroepen [4](#page=4).
#### 1.2.3 Het probleem van de datum en antidatering
Een belangrijk probleem is de bewijsbaarheid van de datum van een rechtshandeling. Partijen kunnen op hun onderhandse akte een oudere datum zetten dan de werkelijke datum (antidatering) om bedrog te plegen tegenover derden [4](#page=4).
* **Vaste datum**: Om antidatering te voorkomen, kunnen derden een onderhandse datum steeds betwisten. Zij moeten echter een vaste datum erkennen, een datum die via andere formaliteiten of gebeurtenissen een onbetwistbare bewijswaarde heeft. Een onderhandse akte krijgt een vaste datum door [4](#page=4):
* Registratie [4](#page=4).
* Het ogenblik waarop een van de ondertekenaars de akte niet meer kan wijzigen, bijvoorbeeld door overlijden [4](#page=4).
* De opname van de inhoud van de akte in een authentieke akte [4](#page=4).
* Publiciteit in de registers van de hypotheekbewaarder voor vervreemdingen van onroerende goederen en vestigingen van hypotheken [4](#page=4).
* De vaste datum is de datum van de formaliteit of gebeurtenis, en derden moeten erkennen dat de rechtshandeling zeker vanaf die datum bestond [4](#page=4).
#### 1.2.4 Begin van schriftelijk bewijs
Wanneer een document niet aan alle regels voldoet om als schriftelijk bewijs te worden aanvaard, kan het gelden als een 'begin van schriftelijk bewijs'. In dat geval moet het bewijs aangevuld worden met andere bewijsmiddelen, zoals vermoedens of getuigen [3](#page=3).
### 1.3 Bewijs van feiten
Feiten kunnen vaak niet door een geschrift worden bewezen, maar enkel door getuigen, vermoedens, enz. Voor het bewijs van feiten zijn in de regel alle bewijsmiddelen toegelaten [4](#page=4).
#### 1.3.1 Getuigenbewijs
Getuigenbewijs is enkel mogelijk voor burgerlijke verbintenissen met een waarde van minder dan 3.500 euro, en voor verbintenissen van of tussen ondernemingen, ongeacht de waarde van het geschil. Het heeft slechts relatieve waarde, aangezien de rechter de geloofwaardigheid van de getuigenverklaringen autonoom beoordeelt. Een getuigenverklaring kan ook de vorm aannemen van een schriftelijke verklaring, opgesteld en ondertekend door de getuige, met vermelding van relevante gegevens en de bewustwording van de mogelijke bestraffing bij een valse verklaring [4](#page=4).
---
# Bewijswaarde van akten tussen partijen en ten aanzien van derden
Dit deel behandelt de bewijskracht van juridische documenten, onderscheidend tussen de betrokken partijen en externe partijen, met aandacht voor de implicaties van de datum op een akte [2](#page=2) [3](#page=3) [4](#page=4).
### Bewijswaarde tussen partijen
Bij geschreven bewijsstukken die betrekking hebben op rechtshandelingen, is het cruciaal om onderscheid te maken tussen de bewijswaarde voor de partijen die bij de rechtshandeling betrokken waren en de bewijswaarde voor derden [2](#page=2).
#### Authentieke akten tussen partijen
Een authentieke akte, opgemaakt door een daartoe bevoegd openbaar ambtenaar zoals een notaris of ambtenaar van de burgerlijke stand, levert voor de contracterende partijen (en hun erfgenamen of rechtverkrijgenden) een volledig bewijs op van de daarin vervatte overeenkomst. De bewijswaarde hiervan geldt voor de feiten en handelingen die de ambtenaar zelf heeft verricht, vastgesteld of kon vaststellen, zoals de datum van de akte, de identiteit van de partijen, en de verklaringen die partijen voor hem hebben afgelegd. Deze vermeldingen gelden als absoluut bewijs en kunnen enkel betwist worden via een strafrechtelijke procedure wegens valsheid in geschrifte. Voor feiten en handelingen waarvan de ambtenaar de echtheid niet kon vaststellen, kan daarentegen tegenbewijs geleverd worden met behulp van de gewone bewijsregels [2](#page=2) [3](#page=3).
> **Tip:** Bij een authentieke akte is het onderscheid tussen wat de ambtenaar zelf heeft vastgesteld en wat hij heeft genoteerd op basis van verklaringen cruciaal voor de bewijswaarde [2](#page=2).
#### Onderhandse akten tussen partijen
Een onderhandse akte heeft tussen de ondertekenaars dezelfde bewijskracht als een authentieke akte, mits de authenticiteit ervan niet wordt betwist. Omdat er geen openbaar ambtenaar aanwezig is, is er echter geen garantie voor de juistheid van bijvoorbeeld de datum, de handtekening of de beweerde verklaringen van een partij. Om betwistingen te voorkomen, kunnen handtekeningen worden gelegaliseerd en de akte worden geregistreerd, waardoor deze een vaste datum krijgt. Registratie is voor sommige akten wettelijk verplicht, zoals geschreven huurovereenkomsten [2](#page=2).
Voor onderhandse akten met wederkerige overeenkomsten die geldig willen zijn, moeten er zoveel originelen opgemaakt worden als er partijen met een verschillend belang zijn, en elk origineel moet vermelden hoeveel originelen er zijn. De sanctie is de nietigheid van de akte, maar een nietige akte kan wel gelden als een 'begin van schriftelijk bewijs'. Deze vereisten gelden niet voor contracten gesloten via briefwisseling of elektronische contracten, mits alle partijen er toegang toe hebben [2](#page=2) [3](#page=3).
#### Eenzijdige onderhandse akten en niet-ondertekende stukken
Een eenzijdige onderhandse akte, waarbij één partij zich verbindt tot betaling van een geldsom of een waardeerbare zaak, moet in principe volledig met de hand geschreven zijn door de ondertekenaar, of minstens het bedrag of de hoeveelheid voluit in letters bevatten, voorafgegaan door "goed voor" of "goedgekeurd voor". Ook hier kan een nietige akte gelden als een 'begin van schriftelijk bewijs' [3](#page=3).
Sommige niet-ondertekende stukken, zoals de boekhouding van ondernemers, kunnen ook als schriftelijk bewijs gelden. Bij een geschil tussen ondernemers over hun professionele activiteiten kan de boekhouding belangrijke informatie leveren, maar heeft deze wettelijke bewijswaarde tegen een andere onderneming enkel indien de vermeldingen in de respectieve boekhoudingen overeenstemmen. De boekhouding heeft geen wettelijke bewijswaarde tegen niet-ondernemingen. Aanvaarde of niet-betwiste facturen gelden als bewijs tegen een onderneming. Bij niet-ondernemingen volstaat de afwezigheid van betwisting van de factuur niet om ze als aanvaard te beschouwen; zelfs uitdrukkelijke of stilzwijgende aanvaarding geldt slechts als een weerlegbaar vermoeden [3](#page=3).
> **Tip:** Documenten die niet aan alle regels voor schriftelijk bewijs voldoen, kunnen nog steeds als "begin van schriftelijk bewijs" dienen en aangevuld worden met andere bewijsmiddelen [3](#page=3).
#### Advocatenakten
Een onderhandse akte die mede ondertekend wordt door de advocaten van de contractspartijen, de zogenaamde 'advocatenakte', krijgt een bijzondere bewijswaarde. Deze akte levert een volledig bewijs op van het geschrift en de handtekening van alle betrokken partijen, en die bewijswaarde geldt zowel onderling als tegenover hun erfgenamen en rechtverkrijgenden. Tegenover "gewone" derden is deze bewijswaarde er echter niet [2](#page=2).
### Bewijswaarde ten aanzien van derden
De bewijswaarde van een akte kan ook van belang zijn voor derden, die overeenkomsten tussen partijen als een feit moeten erkennen. Dit wordt de tegenwerpelijkheid aan derden genoemd. Als partijen de overeenkomst niet kunnen bewijzen, geldt de tegenwerpelijkheid uiteraard niet [3](#page=3).
#### Tegenwerpelijkheid van authentieke akten aan derden
De feiten en handelingen die de openbare ambtenaar bij het opmaken van authentieke akten zelf heeft verricht, vastgesteld of kon vaststellen, kunnen derden enkel betwisten via een valsheidsprocedure. Andere elementen in authentieke akten kunnen derden echter steeds betwisten met alle mogelijke bewijsmiddelen [3](#page=3).
#### Tegenwerpelijkheid van onderhandse akten en andere geschreven documenten aan derden
De gehele inhoud van onderhandse akten en andere geschreven documenten kunnen derden steeds betwisten met alle mogelijke bewijsmiddelen. Derden zijn dus niet verplicht een geschreven bewijs met een geschreven tegenbewijs te weerleggen. De inhoud van 'tegenbrieven' die partijen onderling hebben opgemaakt, is nooit tegenwerpelijk aan derden, hoewel zij er zich wel op kunnen beroepen [3](#page=3) [4](#page=4).
### De bewijsbaarheid van de datum van een rechtshandeling
Een belangrijk probleem is de bewijsbaarheid van de datum van een rechtshandeling. Partijen kunnen op hun onderhandse akte altijd een oudere datum zetten dan de werkelijke datum van de rechtshandeling, wat "antidateren" wordt genoemd. Dit kan gebruikt worden om bedrog te plegen tegenover derden [4](#page=4).
> **Tip:** Antidatering is een praktijk waarbij een oudere datum op een onderhandse akte wordt gezet dan de werkelijke datum, vaak met bedrieglijke bedoelingen ten aanzien van derden [4](#page=4).
#### Vaste datum
Om antidatering onmogelijk te maken, geldt als regel dat derden een onderhandse datum steeds kunnen betwisten. Zij moeten slechts een vaste datum erkennen, dit is een datum die via andere formaliteiten of gebeurtenissen een onbetwistbare bewijswaarde heeft. Een onderhandse akte krijgt een vaste datum door [4](#page=4):
* Registratie [4](#page=4).
* Het ogenblik waarop een van de ondertekenaars de akte niet meer kan wijzigen, bijvoorbeeld door overlijden [4](#page=4).
* De opname van de inhoud van de akte in een authentieke akte [4](#page=4).
* Publiciteit in de registers van de hypotheekbewaarder, voor vervreemdingen van onroerende goederen en vestigingen van hypotheken [4](#page=4).
De vaste datum is dan de datum van de formaliteit of gebeurtenis. Derden moeten erkennen dat de rechtshandeling zeker vanaf die datum bestond [4](#page=4).
### Bewijs van feiten
Feiten kunnen vaak niet door een geschrift bewezen worden, maar slechts door getuigen, vermoedens, enz. Voor het bewijs van feiten zijn dus in de regel alle bewijsmiddelen toegelaten, met inbegrip van getuigenbewijs, vermoedens, enz [4](#page=4).
#### Getuigenbewijs
Het getuigenbewijs is enkel mogelijk voor burgerlijke verbintenissen met een waarde van minder dan 3 500 dollars en voor verbintenissen van of tussen ondernemingen (ongeacht de waarde van het geschil). Het heeft slechts relatieve waarde, aangezien de rechter autonoom de geloofwaardigheid van de getuigenverklaringen zal beoordelen. Getuigenbewijs kan ook de vorm aannemen van een schriftelijke verklaring [4](#page=4).
---
# Andere bewijsmiddelen: getuigenis, vermoedens en bekentenis
Dit onderdeel van het studiemateriaal behandelt alternatieve bewijsmethoden die worden ingezet wanneer geschreven bewijs ontoereikend of niet van toepassing is, waaronder getuigenissen, wettelijke en feitelijke vermoedens, en buitengerechtelijke bekentenissen [4](#page=4) [5](#page=5).
### 3.1 Bewijs van feiten
In tegenstelling tot rechtshandelingen, die vaak schriftelijk worden vastgelegd, kunnen feiten doorgaans niet met een geschrift worden bewezen. Hiervoor worden diverse bewijsmiddelen toegelaten, waaronder getuigen, vermoedens en andere methoden [4](#page=4).
### 3.2 Getuigenbewijs
Het getuigenbewijs is een methode om feiten te bewijzen door middel van verklaringen van personen die de feiten persoonlijk hebben waargenomen [4](#page=4).
#### 3.2.1 Toepassingsgebied en voorwaarden
Getuigenbewijs is toegelaten voor burgerlijke verbintenissen met een waarde van minder dan 3.500 euro en voor verbintenissen tussen ondernemingen, ongeacht de waarde van het geschil [4](#page=4).
#### 3.2.2 Bewijswaarde
De bewijswaarde van een getuigenverklaring is relatief. De rechter beoordeelt autonoom de geloofwaardigheid van de getuigen [4](#page=4).
#### 3.2.3 Vorm van getuigenis
Een getuigenbewijs kan de vorm aannemen van een schriftelijke verklaring. Deze verklaring moet geschreven en ondertekend zijn door de getuige, met vermelding van diens naam, geboortedatum en -plaats, beroep en woonplaats [4](#page=4).
Daarnaast dient de verklaring de graad van bloed- of aanverwantschap met de partijen te vermelden en expliciet aan te geven dat deze werd opgesteld voor overlegging aan de rechtbank. De getuige moet ook vermelden dat hij zich bewust is van de mogelijke bestraffing bij een valse verklaring [4](#page=4).
#### 3.2.4 Procedurele aspecten
Een getuigenbewijs kan buiten elke procedure worden afgelegd. Een getuigenverhoor kan echter enkel door een rechter worden toegelaten of bevolen, op vraag van een partij of ambtshalve. Wanneer de rechter een getuigenverhoor toestaat of beveelt, kan de andere partij steeds een tegenverhoor vragen, waarbij zij andere getuigen oproept [5](#page=5).
#### 3.2.5 Beperkingen
Getuigen mogen enkel verklaringen afleggen over zaken die zij persoonlijk kennen. De verklaringen moeten betrekking hebben op feiten en niet op de interpretatie van die feiten [5](#page=5).
### 3.3 Vermoedens
Vermoedens zijn gevolgtrekkingen uit bepaalde handelingen of feiten die door de wet worden bepaald [5](#page=5).
#### 3.3.1 Wettelijke vermoedens
Wettelijke vermoedens leiden tot een voordeel voor de partij ten gunste van wie het vermoeden geldt, aangezien zij de gevolgen die uit het vermoeden voortvloeien, niet meer hoeven te bewijzen [5](#page=5).
##### 3.3.1.1 Onweerlegbaar vermoeden (vermoeden 'juris et de jure')
Bij een onweerlegbaar vermoeden mag geen tegenbewijs worden geleverd van de feitelijke juistheid van de wettelijke gevolgtrekkingen. Een voorbeeld hiervan is het gezag van het rechterlijk gewijsde, dat aan een rechterlijke uitspraak wordt toegekend [5](#page=5).
##### 3.3.1.2 Weerlegbaar vermoeden (vermoeden 'juris tantum')
Bij een weerlegbaar vermoeden mag de andere partij wel het tegenbewijs leveren van de feitelijke juistheid van de wettelijke gevolgtrekkingen. Dit houdt een omkering van de bewijslast in [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** Artikel 315 Burgerlijk Wetboek vermoedt *juris tantum* dat de echtgenoot van de moeder de vader is van het kind. Artikel 318 Burgerlijk Wetboek regelt vervolgens onder welke voorwaarden deze man zijn vaderschap kan betwisten door middel van tegenbewijs [5](#page=5).
#### 3.3.2 Feitelijke vermoedens
Bij feitelijke vermoedens leidt de rechter uit één of meer bekende feiten het bestaan af van één of meer onbekende feiten. Deze vermoedens moeten voldoende ernstig en precies zijn en de rechter kan ze naar eigen goeddunken aanvaarden, mits het bewijs met alle rechtsmiddelen is toegelaten [5](#page=5).
### 3.4 Buitengerechtelijke bekentenis
Een bekentenis is een verklaring waarbij een persoon feiten toegeeft die nadelig voor hem zijn, zoals de juistheid van een feit, een toestand of het bestaan van een rechtshandeling [5](#page=5).
#### 3.4.1 Kenmerken
Een buitengerechtelijke bekentenis wordt buiten een procedure afgelegd. Indien deze later voor een rechter wordt ingeroepen, moet zij desgevallend bewezen kunnen worden. De bekentenis wordt beschouwd als een feit op zich, eerder dan als een bewijsmiddel [5](#page=5).
#### 3.4.2 Vormen
Een bekentenis kan stilzwijgend of onbedoeld zijn en voortvloeien uit het gedrag van een partij, bijvoorbeeld door de uitvoering van een contract waarvan het bestaan of de inhoud wordt betwist [5](#page=5).
#### 3.4.3 Bewijswaarde en herroeping
Eenmaal afgelegd, levert de bekentenis een volledig bewijs op tegen degene die haar aflegt. De bekentenis kan niet worden herroepen, behalve bij dwaling over de feiten (niet over het recht) of bij een andere nietigheidsgrond [5](#page=5).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Duurzame gegevensdrager | Een algemene term die verwijst naar elk middel dat informatie duurzaam kan vastleggen, zoals papier, een e-mail of een ander elektronisch document, in overeenstemming met juridische definities. |
| Geschrift | Een ruime juridische definitie die alle duurzaam vastgelegde elektronische informatie omvat, naast traditionele papieren documenten, e-mails en andere elektronische formaten. |
| Onderhandse akte | Een geschrift dat is ondertekend door één of meer personen en dat het bestaan van feiten, toestanden of verbintenissen bevestigt, zonder tussenkomst van een openbare ambtenaar. |
| Authentieke akte | Een akte die is opgemaakt in een specifieke wettelijke vorm door een daartoe bevoegde openbare ambtenaar, zoals een notaris of ambtenaar van de burgerlijke stand. |
| Bewijswaarde tussen de partijen | De bewijskracht die een juridisch document heeft voor de personen die direct betrokken waren bij de rechtshandeling die in het document is vastgelegd. |
| Bewijswaarde ten aanzien van derden | De bewijskracht die een juridisch document heeft voor personen die niet direct betrokken waren bij de rechtshandeling, en hoe zij dit document kunnen aanvechten of erop kunnen steunen. |
| Tegenwerpelijkheid aan derden | Het principe waarbij een rechtshandeling die tussen partijen is gesloten, ook voor derden als een feit moet worden erkend, mits de overeenkomst rechtsgeldig is bewezen. |
| Antidateren | Het bewust plaatsen van een oudere datum op een onderhandse akte dan de werkelijke datum van de rechtshandeling, vaak om derden te benadelen. |
| Vaste datum | Een datum die via specifieke formaliteiten of gebeurtenissen een onbetwistbare bewijswaarde heeft gekregen, waardoor derden de rechtshandeling vanaf die datum moeten erkennen. |
| Getuigenbewijs | Bewijs geleverd door getuigen die verklaringen afleggen over feiten die zij persoonlijk hebben waargenomen, met een beperkte toepassingsgebied en relatieve bewijswaarde. |
| Wettelijk vermoeden | Een door de wet bepaalde gevolgtrekking uit bepaalde handelingen of feiten, die de bewijslast kan omkeren. Dit kan onweerlegbaar (`juris et de jure`) of weerlegbaar (`juris tantum`) zijn. |
| Feitelijk vermoeden | Een gevolgtrekking die de rechter maakt uit bekende feiten om het bestaan van onbekende feiten af te leiden, gebaseerd op de ernst en precisie van de vermoedens. |
| Buitengerechtelijke bekentenis | Een erkenning door een persoon van feiten die nadelig voor hem zijn, afgelegd buiten een gerechtelijke procedure. |
| Begin van schriftelijk bewijs | Een document dat niet aan alle vereisten voor schriftelijk bewijs voldoet, maar wel als ondersteuning kan dienen wanneer het wordt aangevuld met andere bewijsmiddelen. |