Cover
Zacznij teraz za darmo U1_deel 1.pdf
Summary
# Naamwoordzinnen in het Japans
Naamwoordzinnen vormen de basis voor het uitdrukken van identiteit, eigenschappen en tijden in het Japans.
## 1. Naamwoordzinnen in het Japans
### 1.1 De basisstructuur van naamwoordzinnen
De meest elementaire vorm van een naamwoordzin in het Japans bestaat uit een naamwoord gevolgd door het deeltje です (desu). Dit deeltje fungeert als een koppelwerkwoord en geeft de zin een affirmatieve, onvoltooide status [22](#page=22).
> **Tip:** Japanse zelfstandige naamwoorden hebben geen enkelvoud of meervoud, geen geslacht (mannelijk/vrouwelijk/onzijdig) en geen lidwoorden zoals 'een', 'de', of 'het' [21](#page=21).
De algemene structuur is:
`naamwoord + です。` [22](#page=22).
**Voorbeelden:**
* しんぶん です。(shinbun desu.) - Het is een krant / Het zijn kranten [22](#page=22).
* やまだ です。(Yamada desu.) - Ik ben Yamada / Hij is Yamada / Zij is Yamada [8](#page=8).
* せんせい です。(sensei desu.) - Ik ben leraar / Hij is leraar / Zij is leraar [16](#page=16).
* えんぴつ です。(enpitsu desu.) - Het is een potlood [6](#page=6).
* もくようび です。(mokuyōbi desu.) - Het is donderdag [7](#page=7).
* 100【ひゃく】えん です。(hyaku en desu.) - Het is honderd yen [10](#page=10).
* 10【じゅう】じ です。(jū-ji desu.) - Het is tien uur [11](#page=11).
* としょかん です。(toshokan desu.) - Het is een bibliotheek [15](#page=15).
> **Tip:** Er worden geen spaties gebruikt tussen de woorden in een Japanse zin. Zinnen eindigen met het leesteken 。 [22](#page=22).
### 1.2 Vervoeing van です (desu)
De naamwoordzin kan worden vervoegd om verschillende tijden en modaliteiten uit te drukken. Dit gebeurt door de vorm van です te veranderen [23](#page=23).
#### 1.2.1 Onvoltooid affirmatief
Dit is de basisvorm die we reeds zagen:
* **Basisvorm:** `naamwoord + です。` [33](#page=33).
#### 1.2.2 Onvoltooid negatief
Om een onvoltooid negatieve naamwoordzin te vormen, wordt です vervangen door じゃありません (ja arimasen) of ではありません (dewa arimasen) [24](#page=24) [33](#page=33).
* **Structuur:** `naamwoord + じゃありません。` of `naamwoord + ではありません。`
* **Voorbeelden:**
* しんぶん じゃありません。(shinbun ja arimasen.) - Het is geen krant / Het zijn geen kranten [25](#page=25) [33](#page=33).
* かばん じゃありません。(kaban ja arimasen.) - Het is geen tas / Het zijn geen tassen [29](#page=29).
* かばん ではありません。(kaban dewa arimasen.) - Het is geen tas / Het zijn geen tassen [29](#page=29).
* がくせい ではありません。(gakusei dewa arimasen.) - Ik ben geen student / Hij is geen student [37](#page=37).
#### 1.2.3 Voltooid affirmatief
Om een voltooid affirmatieve naamwoordzin te vormen, wordt です vervangen door でした (deshita) [24](#page=24) [33](#page=33).
* **Structuur:** `naamwoord + でした。`
* **Voorbeelden:**
* がくせい でした。(gakusei deshita.) - Het/hij/zij was een student / Het/zij waren studenten [30](#page=30) [33](#page=33).
* きのうは にちようび でした。(kinō wa nichiyōbi deshita.) - Gisteren was het zondag [40](#page=40).
#### 1.2.4 Voltooid negatief
Om een voltooid negatieve naamwoordzin te vormen, wordt です vervangen door じゃありませんでした (ja arimasen deshita) of ではありませんでした (dewa arimasen deshita) [24](#page=24) [33](#page=33).
* **Structuur:** `naamwoord + じゃありませんでした。` of `naamwoord + ではありませんでした。`
* **Voorbeelden:**
* がくせい じゃありませんでした。(gakusei ja arimasen deshita.) - Het/hij/zij was/waren geen student(en) [33](#page=33).
* 日本人 じゃありませんでした。(Nihonjin ja arimasen deshita.) - Ik was geen Japanner / Hij/zij was geen Japanner / Zij waren geen Japanners [31](#page=31).
* 日本人 ではありませんでした。(Nihonjin dewa arimasen deshita.) - Ik was geen Japanner / Hij/zij was geen Japanner / Zij waren geen Japanners [31](#page=31).
* せんもんは かんじじゃありませんでした。(senmon wa kanji ja arimasen deshita.) - Mijn specialisatie was geen Kanji [40](#page=40).
### 1.3 Uitbreiding met een topic
Naast de basisstructuur kan een naamwoordzin worden uitgebreid met een topic, aangeduid met het partikel は (wa). Dit partikel markeert het onderwerp waarover de zin iets zegt. Hoewel het partikel als は (ha) wordt geschreven, wordt het uitgesproken als ‘wa’ [34](#page=34) [35](#page=35).
De algemene structuur met een topic is:
`topic + は + naamwoord + です。` [35](#page=35) [38](#page=38).
**Voorbeelden:**
* わださん は せんせい です。(Wada-san wa sensei desu.) - Meneer/mevrouw Wada is leraar [35](#page=35) [40](#page=40).
* たけやま せんせい は 日本人 です。(Takeyama-sensei wa Nihonjin desu.) - Leraar Takeyama is Japans [36](#page=36).
* Vermassen は べんごし です。(Vermassen wa bengoshi desu.) - Vermassen is advocaat [36](#page=36).
#### 1.3.1 Topic met negatieve vormen
Het topic-partikel は kan ook gecombineerd worden met de negatieve en voltooide vormen van de naamwoordzin.
* **Negatief:** `topic + は + naamwoord + じゃありません。` [37](#page=37) [38](#page=38).
* **Voorbeeld:** たなかさん は がくせい じゃありません。(Tanaka-san wa gakusei ja arimasen.) - Meneer/mevrouw Tanaka is geen student [37](#page=37) [40](#page=40).
* **Voltooid affirmatief:** `topic + は + naamwoord + でした。` [39](#page=39).
* **Voorbeeld:** もりさん は がくせい でした。(Mori-san wa gakusei deshita.) - Meneer/mevrouw Mori was een student [39](#page=39).
* **Voltooid negatief:** `topic + は + naamwoord + じゃありませんでした。` [38](#page=38).
* **Voorbeeld:** せんもん は かんじじゃありませんでした。(Senmon wa kanji ja arimasen deshita.) - Specialisatie was geen Kanji [40](#page=40).
### 1.4 Overzicht van de naamwoordzin
De naamwoordzin kent verschillende structuren, afhankelijk van of het een bevestiging of ontkenning betreft, en of het in de tegenwoordige of verleden tijd staat, met of zonder een expliciet topic.
| Vorm | Algemene structuur | Voorbeeld (Nederlands) |
| :------------------- | :---------------------------------------- | :--------------------------------------------------------- |
| Onvoltooid affirmatief | naamwoord + です。 | Het is een krant. |
| Onvoltooid negatief | naamwoord + じゃありません。 / ではありません。 | Het is geen krant. |
| Voltooid affirmatief | naamwoord + でした。 | Het was een student. |
| Voltooid negatief | naamwoord + じゃありませんでした。 / ではありませんでした。 | Het was geen student. |
| Topic + onvoltooid affirmatief | topic + は + naamwoord + です。 | Meneer/mevrouw Wada is leraar. |
| Topic + onvoltooid negatief | topic + は + naamwoord + じゃありません。 / ではありません。 | Meneer/mevrouw Tanaka is geen student. |
| Topic + voltooid affirmatief | topic + は + naamwoord + でした。 | Meneer/mevrouw Mori was een student. |
| Topic + voltooid negatief | topic + は + naamwoord + じゃありませんでした。 / ではありませんでした。 | Mijn specialisatie was geen Kanji. |
---
# Vraagzinnen in het Japans
Deze sectie behandelt de constructie van ja/nee-vragen en vraagwoordvragen in het Japans, inclusief de bijbehorende antwoordstructuren [41](#page=41) [42](#page=42).
### 2.1 Ja-/nee-vragen
Ja-/nee-vragen in het Japans worden gevormd door het basisstructuur van een naamwoordzin te nemen en het partikel か (ka) toe te voegen aan het einde van de zin. Er wordt geen vraagteken gebruikt, maar wel het eindpunt 。 (maru) [42](#page=42) [46](#page=46).
**Basisstructuur:**
Naamwoord (NW) + です (desu) → Naamwoord (NW) + です (desu) + か (ka) [42](#page=42) [46](#page=46).
**Voorbeelden:**
* しんぶんですか。(Shinbun desu ka?) - Is het een krant? / Zijn het kranten [46](#page=46)?
* 本田さんは 日本人です。(Honda-san wa Nihonjin desu.) - Meneer/Mevrouw Honda is Japans.
本田さんは 日本人ですか。(Honda-san wa Nihonjin desu ka?) - Is meneer/mevrouw Honda Japans [42](#page=42) [47](#page=47)?
#### 2.1.1 Antwoorden op ja-/nee-vragen
Antwoorden op ja-/nee-vragen volgen de structuur van de naamwoordzin.
* **Affirmatief antwoord:** Gebruik はい (hai), gevolgd door een affirmatief predicaat. Het topic wordt hierbij niet herhaald [43](#page=43) [47](#page=47).
* Vraag: Belmansさんは せんせいですか。(Belmans-san wa sensei desu ka?) - Is meneer Belmans een leraar [43](#page=43)?
* Antwoord: はい、せんせいです。(Hai, sensei desu.) - Ja, hij/zij is een leraar [43](#page=43) [47](#page=47).
* Antwoord (algemeen): はい、そうです。(Hai, sou desu.) - Ja, dat klopt [43](#page=43).
* **Negatief antwoord:** Gebruik いいえ (iie), gevolgd door een negatief predicaat. Het topic wordt hierbij niet herhaald [44](#page=44) [47](#page=47).
* Vraag: Belmansさんは 日本人ですか。(Belmans-san wa Nihonjin desu ka?) - Is meneer Belmans Japans [44](#page=44)?
* Antwoord: いいえ、日本人じゃありません。(Iie, Nihonjin ja arimasen.) - Nee, hij/zij is geen Japanner/Japanse [44](#page=44) [47](#page=47).
* Antwoord (algemeen): いいえ、そうじゃありません。(Iie, sou ja arimasen.) - Nee, dat klopt niet [44](#page=44).
* Een alternatief voor een negatief antwoord is ちがいます (chigaimasu), wat "dat is verkeerd" of "dat klopt niet" betekent, vaak gevolgd door het correcte antwoord [44](#page=44).
* Antwoord: いいえ、ちがいます。ベルギー人です。(Iie, chigaimasu. Berugījin desu.) - Nee, dat klopt niet. Hij/zij is Belgisch [44](#page=44).
**Voorbeeld van oefening antwoorden:**
1. はい、日本人【にほんじん】です。(Hai, Nihonjin desu.) / はい、そうです。(Hai, sou desu.) [45](#page=45).
2. いいえ、せんせいじゃありません。(Iie, sensei ja arimasen.) / ちがいます。がくせいです。(Chigaimasu. Gakusei desu.) [45](#page=45).
3. いいえ、日曜日【にちようび】じゃありません。木曜日【もくようび】です。(Iie, Nichiyoubi ja arimasen. Mokuyoubi desu.) [45](#page=45).
### 2.2 Vraagwoordvragen
Vraagwoordvragen in het Japans gebruiken specifieke vraagwoorden om informatie op te vragen. De structuur is doorgaans het vraagwoord gevolgd door ですか (desu ka) [48](#page=48) [51](#page=51) [54](#page=54).
**Algemene structuur (zonder topic):**
Vraagwoord (VW) + です (desu) + か (ka) [48](#page=48) [54](#page=54).
**Algemene structuur (met topic):**
Topic + は (wa) + Vraagwoord (VW) + です (desu) + か (ka) [52](#page=52) [53](#page=53).
#### 2.2.1 Veelvoorkomende vraagwoorden
Enkele veelgebruikte vraagwoorden zijn:
* だれ (dare): Wie [49](#page=49) [50](#page=50) [58](#page=58)?
* なに (nani) / なん (nan): Wat [49](#page=49)?
* いくら (ikura): Hoeveel (prijs) [49](#page=49) [52](#page=52)?
* なんようび (nan'youbi): Welke dag (van de week) [49](#page=49) [53](#page=53)?
* なんじ (nanji): Hoe laat [49](#page=49)?
* なにじん (nanijin): Welke nationaliteit [49](#page=49)?
**Voorbeelden van vraagwoordvragen:**
* だれですか。(Dare desu ka?) - Wie is het [50](#page=50) [58](#page=58)?
* Antwoord: Obama (さん)です。(Obama (san) desu.) - Het is Obama [50](#page=50).
* なんじですか。(Nanji desu ka?) - Hoe laat is het [51](#page=51)?
* なんです。(Nan desu ka?) - Wat is het [51](#page=51)?
* もりさんはなにじんですか。(Mori-san wa nanijin desu ka?) - Welke nationaliteit heeft Mori-san [54](#page=54)?
* Antwoord: 日本人です。(Nihonjin desu.) - Hij/zij is Japans [55](#page=55).
* じしょは いくらですか。(Jisho wa ikura desu ka?) - Hoeveel kost het woordenboek [52](#page=52)?
* Antwoord: 2000円です。(Nisen en desu.) - Het kost 2000 yen [52](#page=52) [56](#page=56).
#### 2.2.2 Antwoorden op vraagwoordvragen
Bij het beantwoorden van vraagwoordvragen luistert men goed naar de vraag, vervangt het vraagwoord in de vraagzin door het antwoord, en behoudt de zinsstructuur. Het partikel か (ka) wordt weggelaten in het antwoord [55](#page=55).
**Basisprincipes voor antwoorden:**
* Vervang het vraagwoord door het correcte antwoord [55](#page=55).
* Behoud de rest van de zinsstructuur [55](#page=55).
* Laat het partikel か (ka) weg [55](#page=55).
* Het topic wordt niet herhaald als het in de vraag aanwezig was [55](#page=55).
**Voorbeeld van oefening antwoorden:**
1. 木曜日【もくようび】です。(Mokuyoubi desu.) - Het was donderdag [56](#page=56).
2. 日本人です。(Nihonjin desu.) - Hij/zij is Japans [56](#page=56).
3. ~円【えん】です。(~en desu.) - Bijvoorbeeld 100円【ひゃくえん】です。(Hyaku en desu.) - Het kost honderd yen [56](#page=56).
**Vraagwoordvragen in de verleden tijd:**
De structuur kan ook worden aangepast voor de verleden tijd met het werkwoord でしたか (deshita ka) [61](#page=61) [62](#page=62).
* Vraag: きのうは なんようびでしたか。(Kinou wa nan'youbi deshita ka?) - Welke dag was het gisteren [61](#page=61) [62](#page=62)?
> **Tip:** Let goed op het verschil in vraagwoordgebruik zoals なに (nani) en なん (nan) afhankelijk van de context of het woord dat erop volgt [49](#page=49).
> **Tip:** Bij ja/nee-vragen wordt het topic (onderwerp) dat wordt bevraagd (bv. Belmans-san, Mori-san) niet herhaald in het antwoord [43](#page=43) [44](#page=44) [47](#page=47).
> **Tip:** Vraagwoordvragen vereisen een specifiek antwoord dat het vraagwoord vervangt, terwijl ja/nee-vragen simpelweg bevestigen of ontkennen [46](#page=46) [54](#page=54).
---
# Demonstratieve voornaamwoorden in het Japans
Dit onderdeel introduceert de demonstratieve voornaamwoorden 'kore', 'sore', 'are' en 'dore', en hun gebruik in zinnen [63](#page=63).
### 3.1 De basis demonstratieve voornaamwoorden: kore, sore, are
De demonstratieve voornaamwoorden 'kore', 'sore' en 'are' worden gebruikt om naar objecten te verwijzen, vergelijkbaar met 'dit', 'dat' en 'dat daar' in het Nederlands. De keuze tussen deze voornaamwoorden hangt af van de afstand van het object tot de spreker en de luisteraar [64](#page=64).
#### 3.1.1 Kore (これ)
'Kore' wordt gebruikt om te verwijzen naar iets dat dicht bij de spreker is. Het kan vertaald worden als 'dit' of 'deze' [64](#page=64).
#### 3.1.2 Sore (それ)
'Sore' wordt gebruikt om te verwijzen naar iets dat dicht bij de luisteraar is, of dat zich tussen de spreker en de luisteraar bevindt. Het kan vertaald worden als 'dat' of 'die' [64](#page=64).
#### 3.1.3 Are (あれ)
'Are' wordt gebruikt om te verwijzen naar iets dat ver weg is van zowel de spreker als de luisteraar. Het kan vertaald worden als 'dat daar' of 'die daar' [64](#page=64).
> **Tip:** Visualiseer de drie cirkels rond de spreker (A) en de luisteraar (B) op pagina 65. 'Kore' is in de cirkel van de spreker, 'sore' is in de cirkel van de luisteraar, en 'are' is buiten beide cirkels [65](#page=65).
#### 3.1.4 Voorbeelden van gebruik
* In een context waar A het object vasthoudt: 「これは本です。」 (Kore wa hon desu) - Dit is een boek [66](#page=66).
* In een context waar B het object vasthoudt: 「それはペンです。」 (Sore wa pen desu) - Dat is een pen [67](#page=67).
* In een context waar beide ver weg zijn: 「あれは車です。」 (Are wa kuruma desu) - Dat daar is een auto [68](#page=68).
### 3.2 Het vragende demonstratieve voornaamwoord: dore (どれ)
'Dore' is het vragende demonstratieve voornaamwoord en wordt gebruikt om te vragen welk van meerdere opties het is. Het kan vertaald worden als 'welke' [70](#page=70).
#### 3.2.1 Gebruik in vragen
Wanneer er meerdere opties zijn en de spreker vraagt naar het specifieke object, wordt 'dore' gebruikt.
> **Voorbeeld:**
> A: 「エンピツはいくらですか。」 (Enpitsu wa ikura desu ka?) - Hoeveel kosten de potloden?
> B: 「どれですか。」 (Dore desu ka?) - Welke [70](#page=70)?
### 3.3 Combinatie met deeltjes en werkwoorden
Demonstratieve voornaamwoorden worden vaak gebruikt in combinatie met het onderwerpdeeltje 'wa' (は) en het koppelwerkwoord 'desu' (です) om een volledige zin te vormen. Ze kunnen ook deel uitmaken van vertaal- en oefenzinnen [66](#page=66) [67](#page=67) [68](#page=68) [69](#page=69) [70](#page=70).
#### 3.3.1 Voorbeelden van vertaaloefeningen
* A: 「ほんださんは なにじんですか。 ちゅうごくじんですか。」 (Honda-san wa nani jin desu ka. Chuugokujin desu ka?) - Wat is mevrouw Honda's nationaliteit? Is ze Chinees?
B: 「いいえ、日本人【にほんじん】です。」 (Iie, Nihonjin desu.) - Nee, ze is Japans [70](#page=70).
* A: 「エンピツは いくらですか。」 (Enpitsu wa ikura desu ka?) - Hoeveel kosten de potloden?
B: 「どれですか。」 (Dore desu ka?) - Welke?
A: 「これです。」 (Kore desu.) - Deze hier.
B: 「これ・それは 100円【ひゃくえん】です。 あれは 90円【きゅうじゅうえん】です。」 (Kore/Sore wa hyaku en desu. Are wa kyuujuu en desu.) - Deze kosten honderd yen. Die daar kosten negentig yen [70](#page=70).
> **Let op:** In het voorbeeld op pagina 70, waar gevraagd wordt naar de prijs van potloden, worden zowel 'kore' als 'sore' gebruikt in de uitspraak van de verkoper, afhankelijk van de precieze context van de demonstratie (of de verkoper de potloden vasthoudt of dat ze dichter bij de koper zijn) [70](#page=70).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Naamwoordzin | Een Japanse zin die de basisstructuur volgt van een zelfstandig naamwoord gevolgd door het deeltje 'desu' voor een affirmatieve uitspraak. |
| Desu (です) | Een Japans deeltje dat aan het einde van een naamwoordzin wordt geplaatst om een neutrale, affirmatieve uitspraak te vormen, vergelijkbaar met 'is' of 'zijn'. |
| Ja arimasen (じゃありません) | De negatieve vorm van 'desu' in het Japans, gebruikt om aan te geven dat iets geen naamwoord is. |
| Dewa arimasen (ではありません) | Een alternatieve en iets formelere negatieve vorm van 'desu' in het Japans. |
| Deshita (でした) | De voltooide affirmatieve vorm van 'desu' in het Japans, gebruikt om te verwijzen naar iets dat in het verleden waar was. |
| Ja arimasen deshita (じゃありませんでした) | De voltooide negatieve vorm van 'desu' in het Japans, gebruikt om aan te geven dat iets in het verleden niet waar was. |
| Dewa arimasen deshita (ではありませんでした) | Een alternatieve en iets formelere voltooide negatieve vorm van 'desu' in het Japans. |
| Zelfstandig naamwoord | Een woord dat een persoon, plaats, ding of idee vertegenwoordigt. In het Japans komen deze vaak voor in naamwoordzinnen. |
| Lidwoord | Woorden zoals 'een', 'de', 'het' die het zelfstandig naamwoord specificeren. Japanse zelfstandige naamwoorden hebben geen lidwoorden. |
| Enkelvoud/Meervoud | Grammaticale aanduidingen voor één of meerdere exemplaren van een zelfstandig naamwoord. Japanse zelfstandige naamwoorden hebben geen onderscheid tussen enkelvoud en meervoud. |
| Geslacht (grammaticaal) | Grammaticale toekenning van mannelijkheid, vrouwelijkheid of onzijdigheid aan zelfstandige naamwoorden. Japanse zelfstandige naamwoorden hebben geen grammaticaal geslacht. |
| Topic | Het onderwerp van de zin, dat in het Japans vaak wordt aangeduid met het deeltje 'wa' (は). |
| Wa (は) | Een Japans partikel dat wordt geschreven als 'ha' maar 'wa' wordt uitgesproken, gebruikt om de topic van een zin aan te duiden. |
| Ja/nee-vraag | Een vraag die met een ja of nee kan worden beantwoord, in het Japans vaak gevormd door het deeltje 'ka' (か) aan het einde van een naamwoordzin toe te voegen. |
| Ka (か) | Een Japans partikel dat aan het einde van een zin wordt geplaatst om er een vraagzin van te maken. |
| Affirmatief antwoord | Een bevestigend antwoord op een vraag, zoals 'ja'. |
| Negatief antwoord | Een ontkennend antwoord op een vraag, zoals 'nee'. |
| Vraagwoord | Woorden die worden gebruikt om specifieke informatie te vragen, zoals 'wie', 'wat', 'waar', etc. |
| Vraagwoordvraag | Een vraag die begint met een vraagwoord en specifieke informatie vereist als antwoord. |
| Kore (これ) | Een Japans demonstratief voornaamwoord dat 'dit' betekent en verwijst naar iets dat dicht bij de spreker is. |
| Sore (それ) | Een Japans demonstratief voornaamwoord dat 'dat' betekent en verwijst naar iets dat dicht bij de toehoorder is. |
| Are (あれ) | Een Japans demonstratief voornaamwoord dat 'dat daar' betekent en verwijst naar iets dat ver van zowel de spreker als de toehoorder is. |
| Dore (どれ) | Een Japans vraagwoord dat 'welke' betekent en wordt gebruikt wanneer er een keuze is uit meerdere items. |