Cover
Zacznij teraz za darmo 'H22' Postgroei.pptx
Summary
# Introductie tot post-groei
Post-groei introduceert het concept van post-groei als een koepelterm voor stromingen die kritisch staan tegenover economische groei, en plaatst dit in de context van ecologische overshoot en de noodzaak van systeemverandering.
### 1.1 Het concept van post-groei
Post-groei is een koepelterm die een reeks maatschappelijke stromingen omvat die kritisch staan ten opzichte van economische groei. Dit concept kreeg een impuls met de Post-Growth conferentie in 2018 in het Europees Parlement, waar Europarlementariërs van vijf grote politieke families, samen met maatschappelijke organisaties zoals ETUI, EEB en FoE, hun krachten bundelden. Bekende denkers in dit veld zijn onder andere Kate Raworth met Doughnut Economics, Tim Jackson met Ecological Economics en Prosperity Economics, Giorgos Kallis en Jason Hickel met Degrowth, en Federico Demaria. Het centrale doel van de post-groei beweging is het organiseren van een transitie weg van de focus op economische groei.
### 1.2 Context: ecologische overshoot en systeemverandering
#### 1.2.1 Ecologische overshoot
De huidige economie wordt gekenmerkt door een ecologische overshoot, waarbij de mensheid al ongeveer vijftig jaar meer consumeert en produceert dan de aarde duurzaam kan dragen. Het doel is om de milieu-impact terug te brengen tot binnen de ecologische draagkracht, of de 'carrying capacity'. Dit impliceert een terugkeer naar veilige milieugrenzen en de vorming van een stabiele, 'steady-state' economie die binnen deze grenzen opereert. Dit staat in contrast met traditionele groeimodellen zoals het Solow-groeimodel.
#### 1.2.2 Groei versus post-groei: de tegenstelling
De discussie wordt vaak geplaatst tegenover het pro-groei of 'groene groei' perspectief, dat door organisaties als de OESO, VN en de EU-commissie wordt aangehangen. Post-groei denkers bevinden zich in het kamp van meer alternatieve stromingen.
* **Economische groei:** Gedefinieerd als de toename van de productie en consumptie van goederen en diensten, veroorzaakt door een groeiende bevolking en/of toenemende consumptie per hoofd van de bevolking. Deze groei wordt doorgaans gemeten aan de hand van het (reële) Bruto Binnenlands Product (BBP). Het BBP is de indicator voor de totale uitgaven aan finale goederen en diensten, geproduceerd binnen een land en verhandeld op de markt, en is een hoofdindicator binnen het VN's Systeem van Nationale Rekeningen (SNR).
* **Post-groei:** Benadrukt dat technologische vooruitgang en marktmechanismen alleen onvoldoende zijn om de huidige ecologische en sociale problemen op te lossen. Het pleit voor een fundamentele systeemverandering.
#### 1.2.3 Kritiek op het BBP als indicator
Het BBP kent diverse kritieken, zowel methodologisch als fundamenteel:
* **Methodologische problemen:**
* **Marktproductie:** Het negeert activiteiten buiten de markt, zoals freeware, huishoudelijke arbeid, en vrijwilligerswerk.
* **Defensieve uitgaven:** Uitgaven die voortkomen uit negatieve externe effecten (bv. kosten voor het opruimen van een olieramp als gevolg van milieukosten) worden meegeteld als groei.
* **Milieukosten:** Milieuschade wordt niet in mindering gebracht, wat leidt tot een vertekening van de werkelijke welvaartsontwikkeling.
* **Fundamentele kritieken (sinds de jaren '70):**
* **"A means, not an end":** Groei wordt gezien als een middel, niet als een doel op zich. De vraag waarom we groeien en wat we ermee willen bereiken, wordt cruciaal.
* **"Good growth, bad growth?":** Er wordt een onderscheid gemaakt tussen productieve groei die bijdraagt aan welzijn en groei die schadelijk is.
* **Fysieke beperkingen aan de groei:** De aanname dat groei onbeperkt kan doorgaan, wordt betwist vanwege de eindige natuurlijke hulpbronnen. Robert Kennedy uitte in 1968 al kritiek door te stellen dat het BBP "alles meet behalve dat wat het leven waardevol maakt".
Daarnaast is het BBP/capita als gemiddelde waarde problematisch omdat het geen informatie geeft over de inkomensverdeling binnen een land. Het economische groei-fenomeen is relatief recent (de laatste 200 jaar) en ook het beleidsdoel van economische groei is pas rond de jaren 1950 sterk naar voren gekomen.
#### 1.2.4 De illusie van ontkoppeling (decoupling)
Het idee dat economische groei kan worden ontkoppeld van de milieu-impact (decoupling) wordt door post-groei denkers bekritiseerd. Hoewel er in sommige landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, een daling in CO2-uitstoot per persoon is waargenomen, wordt dit vaak verklaard door het verplaatsen van productie (productie-emissies) naar andere landen. Consumptie-gebaseerde emissies tonen vaak een minder sterke daling. Kritiek op ontkoppeling omvat:
* **Rebound-effecten:** Efficiëntiewinsten worden tenietgedaan door toegenomen consumptie.
* **Problem shifting:** Problemen worden verplaatst naar andere sectoren of landen.
* **Diensteneconomie:** De groeiende diensteneconomie blijft fundamenteel afhankelijk van een materiële basis, in plaats van deze te vervangen.
* **Beperkt potentieel voor recyclage:** Volledige kringlopen zijn vaak onhaalbaar.
* **Onvoldoende technologische vooruitgang:** Technologie lost de fundamentele schaalproblematiek niet op.
* **Kostenverschuivingen:** Kosten worden verlegd van productie naar consumptie.
### 1.3 Post-groei als raamwerk voor systeemverandering
Post-groei pleit voor systeemverandering omdat technologische vooruitgang en marktmechanismen alleen onvoldoende zijn. Dit raamwerk erkent drie soorten grenzen aan de groei:
#### 1.3.1 Ecologische grenzen
Milieuproblemen zijn het gevolg van economische activiteiten die de draagkracht en ecologische grenzen overschrijden. De schaal van de economie wordt hier als vertrekpunt genomen, verwijzend naar de 'Safe Operating Space for Humanity'. Zeven van de negen planetaire grenzen worden momenteel overschreden.
#### 1.3.2 Sociale grenzen
In ontwikkelde landen is economische groei niet langer noodzakelijk om de levenskwaliteit te verbeteren. Het BBP is een slechte maatstaf voor vooruitgang, en data over subjectief welzijn tonen aan dat er na een bepaald welvaartsniveau weinig extra geluk wordt gegenereerd door toenemende consumptie. Hoewel groei kan helpen bij armoedebestrijding, biedt het geen garantie voor meer welzijn. De 'Iron Cage of Consumerism' beschrijft hoe we worden gestimuleerd om geld uit te geven aan dingen die we niet nodig hebben, om tijdelijke indrukken te maken op mensen waar we niet om geven.
#### 1.3.3 Praktische grenzen
Deze grenzen hebben te maken met de fysieke en economische haalbaarheid van aanhoudende groei. De toenemende kosten en afnemende marginale baten van groei kunnen leiden tot 'oneconomische groei', waarbij de kosten van extra productie de baten overtreffen.
### 1.4 Alternatieve indicatoren en welvaartsmaten
Om de beperkingen van het BBP te overwinnen, zijn er alternatieve indicatoren en welvaartsmaten nodig die drie domeinen bestrijken: welzijn vandaag, duurzaamheid, en inclusiviteit.
* **Beyond GDP indicatoren:** Meten welzijn, duurzaamheid en inclusiviteit.
* **Alternatieve welvaartsmaten:**
* **Economisch inkomen:** BBP.
* **Duurzaam inkomen (Hicks):** Inkomen dat kan worden genoten zonder de kapitaalvoorraad aan te tasten.
* **Psychisch inkomen (Fisher):** De psychische bevrediging uit consumptie.
* **Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW):** Ontwikkeld door Daly & Cobb, is dit een gecorrigeerde BBP-maatstaf die probeert de bijdrage van de economie aan het welzijn van de inwoners op een uitgebreidere manier te meten. De ISEW houdt rekening met zowel kosten als baten van economische activiteiten om de optimale fysieke schaal van een economie te bepalen.
De ISEW-methodologie omvat:
* Private consumptieve uitgaven (+)
* Verliezen door inkomensongelijkheid (-)
* Waarde van huishoudelijke arbeid (+)
* Niet-defensieve overheidsuitgaven (+)
* Defensieve private uitgaven (-)
* Kapitaalaanpassingen (+/-)
* Kosten van milieuvervuiling, KT en LT (-)
* Depreciatie van natuurlijk kapitaal (-)
Toepassingen van de ISEW, zoals schattingen voor de EU, tonen aan dat welvaart minder sterk stijgt dan het BBP, en dat financiële crises weliswaar de economische groei beïnvloeden, maar niet noodzakelijk een welvaartskost betekenen.
### 1.5 Degrowth: een geplande transitie
Degrowth (de-groei) wordt gedefinieerd als een "equitable downscaling of production and consumption that increases human well-being and enhances ecological conditions" of "a planned and democratic reduction in material and energy throughput in over-consuming nations, while improving well-being and global justice". Het is geen klassieke recessie of een terugkeer naar een pre-industriële samenleving, maar een bewuste aanpassing om welvaart, ecologie en rechtvaardigheid te verbeteren. Degrowth pleit voor:
* **Vermindering van minder noodzakelijke productie:** Scalen down van sectoren met hoge milieu-impact en weinig welzijnswinst, zoals fossiele brandstoffen, massaproductie van vlees en zuivel, fast fashion, adverteren, auto's en luchtvaart. Dit omvat ook het beëindigen van geplande veroudering en het verminderen van de koopkracht van de rijken.
* **Verbetering van publieke diensten:** Universele toegang tot hoogwaardige publieke diensten zoals gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting, transport, internet, hernieuwbare energie en voedzame voeding.
* **Groene banengarantie:** Stimuleren van werkgelegenheid in sectoren die bijdragen aan sociale en ecologische doelstellingen, zoals hernieuwbare energie, isolatie, ecosysteemprestatie en sociale zorg. Dit kan gepaard gaan met een universeel basisinkomen.
* **Reductie van werktijd:** Dit kan leiden tot lagere koolstofemissies en meer ruimte voor zorg- en welzijnsverbeterende activiteiten.
* **Duurzame ontwikkeling:** Annuleren van onterechte schulden van lage- en middeninkomenslanden en het aanpassen van handelsbeleid om een eerlijker internationaal handelssysteem te bevorderen.
Het afbouwen van groeiafhankelijkheid van systemen, zoals pensioensystemen die gebaseerd zijn op bevolkingsgroei, is cruciaal voor deze transitie.
---
# Kritiek op economische groei en het BBP
Dit deel onderzoekt de definitie van economische groei en het Bruto Binnenlands Product (BBP) als maatstaf, en presenteert fundamentele kritieken op het BBP, waaronder methodologische problemen en de beperkingen ervan als indicator voor welzijn.
### 2.1 Economische groei en het BBP: definities en de rol als indicator
* **Economische groei** wordt gedefinieerd als een toename van de productie en consumptie van goederen en diensten. Dit gebeurt wanneer de bevolking en/of de per capita consumptie stijgt.
* Economische groei wordt doorgaans gemeten op basis van het **(reële) Bruto Binnenlands Product (BBP)**.
* Het **BBP** vertegenwoordigt de totale uitgaven aan finale goederen en diensten die binnen een land worden geproduceerd en op de markt worden verhandeld.
* Het BBP is de hoofdindicator binnen het Systeem van Nationale Rekeningen (SNR) van de Verenigde Naties en wordt gekenmerkt door een consistente methodologie met regelmatige herzieningen.
### 2.2 Kritieken op het BBP als maatstaf
Er zijn diverse kritieken geuit op het gebruik van het BBP als primaire indicator voor economische welvaart en vooruitgang. Deze kritieken kunnen worden onderverdeeld in methodologische problemen en meer fundamentele bedenkingen.
#### 2.2.1 Methodologische problemen van het BBP
Het BBP houdt geen rekening met een aantal belangrijke aspecten van de economie en de maatschappij:
* **Marktproductie:** Activiteiten die niet op de markt worden verhandeld, zoals freeware, huishoudelijke arbeid, en vrijwilligerswerk, worden niet meegenomen in het BBP, hoewel ze wel bijdragen aan het welzijn.
* **Defensieve uitgaven:** Uitgaven die voortvloeien uit negatieve externe effecten, zoals kosten voor het bestrijden van lawaaihinder, worden wel meegeteld als productie, wat leidt tot een vertekend beeld.
* **Milieukosten:** Kosten voor het opruimen van milieuschade, zoals olierampen, worden gezien als economische activiteit en dragen dus bij aan het BBP, terwijl ze in feite negatieve effecten compenseren.
* **Gemiddelde waarde:** Het gebruik van BBP per capita verbergt informatie over de inkomensverdeling binnen een land. Grote verschillen in inkomen worden niet zichtbaar gemaakt.
#### 2.2.2 Fundamentele kritieken op het BBP (sinds de jaren '70)
Sinds de jaren '70 zijn er meer fundamentele kritieken op het groeimodel en het BBP ontstaan, die zich richten op drie grote lijnen:
1. **Economische groei als een middel, niet als een doel op zich:** Er moet kritisch worden gekeken naar *waarom* we groeien en of groei op zich wel het ultieme doel moet zijn. De focus verschuift van "hoeveel groei" naar "welke groei".
2. **Onderscheid tussen 'goede' en 'slechte' groei:** Het BBP maakt geen onderscheid tussen economische activiteiten die gunstig zijn voor het welzijn en activiteiten die schadelijk zijn. Bijvoorbeeld, criminele activiteiten of de verkoop van wapens dragen bij aan het BBP. Groei is ook niet per se positief als het leidt tot meer uitputting van hulpbronnen of milieuvervuiling.
3. **Fysieke beperkingen aan de groei:** Er zijn inherente ecologische en fysieke grenzen aan economische groei. De planeet heeft een beperkte draagkracht, en aanhoudende groei kan deze grenzen overschrijden, met catastrofale gevolgen.
> **Tip:** De kritiek dat het BBP "alles meet behalve dat wat het leven waardevol maakt" benadrukt het belang van niet-monetaire waarden zoals sociale connecties, gezondheid en milieukwaliteit, die niet direct in het BBP worden weerspiegeld.
#### 2.2.3 Verdere beperkingen van BBP-analyse
* **Inkomensverdeling:** Zoals reeds genoemd, zegt BBP per capita niets over hoe het inkomen verdeeld is binnen een land. Een land kan een hoog BBP per capita hebben, maar toch aanzienlijke armoede kennen als het inkomen extreem ongelijk is verdeeld.
* **Internationale vergelijkingen:** Grote verschillen in BBP per capita tussen landen maken directe vergelijkingen soms lastig en kunnen de complexiteit van globale welvaartsverschillen onderschatten.
### 2.3 De rol van BBP-groei in de maatschappij
Ondanks de kritieken, wordt economische groei vaak gezien als noodzakelijk voor:
* **Economische stabiliteit en jobcreatie:** Groei wordt vaak geassocieerd met meer werkgelegenheid en economische zekerheid.
* **Hogere levensstandaard:** Een stijgend inkomen en consumptie wordt gelijkgesteld aan een hogere levenskwaliteit.
* **Armoedebestrijding:** De gedachte "a rising tide lifts all boats" impliceert dat economische groei iedereen ten goede komt en kan helpen om armoede te verminderen.
* **Milieubeleid:** Sommigen geloven dat economische groei milieuvriendelijke technologieën kan financieren en dat groei op lange termijn gunstig kan zijn voor het milieu door efficiëntieverbeteringen.
### 2.4 Kritiek op het concept van 'ontkoppeling' (decoupling)
Het idee van 'ontkoppeling' verwijst naar het fenomeen waarbij economische groei plaatsvindt zonder een evenredige toename van milieu-impact (zoals CO2-uitstoot). Er is echter significante kritiek op de effectiviteit en de manier waarop dit wordt gemeten:
* **Productie-emissies versus consumptie-emissies:** Vaak wordt gekeken naar de emissies die worden geproduceerd binnen de landsgrenzen. Wanneer productie wordt uitbesteed aan andere landen, dalen de productie-emissies lokaal, maar de totale consumptie-emissies blijven hoog of stijgen zelfs elders.
* **Rebound-effecten:** Verbeteringen in efficiëntie kunnen leiden tot een toename van het gebruik, waardoor de milieuwinst teniet wordt gedaan.
* **Probleemverschuiving (problem shifting):** Oplossingen in één gebied kunnen problemen in een ander gebied creëren (bijvoorbeeld, de productie van batterijen voor elektrische auto's heeft milieu-impact).
* **Beperkt potentieel voor recycling:** Hoewel recycling belangrijk is, is het potentieel ervan niet onbeperkt en kan het niet alle milieuproblemen oplossen.
* **Diensteneconomie:** De overgang naar een diensteneconomie wordt vaak gezien als een vorm van ontkoppeling, maar diensten zijn vaak nog steeds gebaseerd op een materiële economie en vereisen grondstoffen.
* **Onvoldoende of ongepaste technologische vooruitgang:** Technologische innovaties zijn niet altijd voldoende om de milieu-impact van groei te compenseren.
> **Tip:** Het is cruciaal om onderscheid te maken tussen ontkoppeling van het BBP van emissies (relatieve ontkoppeling) en ontkoppeling van het BBP van hulpbronnenverbruik (absolute ontkoppeling). Absolute ontkoppeling is veel moeilijker te realiseren.
### 2.5 Grenzen aan de groei: ecologische, sociale en praktische aspecten
De post-groei beweging stelt dat technologische vooruitgang en marktmechanismen alleen niet voldoende zijn om de huidige ecologische en sociale problemen op te lossen. Er is een systeemverandering nodig, gebaseerd op de erkenning van drie soorten grenzen:
* **Ecologische grenzen:** Dit zijn de grenzen die worden gesteld door de draagkracht van de aarde en haar ecosystemen. Het huidige economische systeem overschrijdt de 'safe operating space for humanity' op verschillende gebieden.
* **Sociale grenzen:** In ontwikkelde landen is economische groei niet langer noodzakelijk om de levenskwaliteit te verbeteren. Dit komt deels doordat het BBP een slechte maatstaf is voor vooruitgang. Factoren zoals subjectief welzijn, sociale verbindingen en toegang tot basisbehoeften zijn belangrijker. Bovendien wordt de effectiviteit van groei om armoede te reduceren ter discussie gesteld.
* **Praktische grenzen:** Dit betreft de limieten die de economische realiteit zelf stelt, bijvoorbeeld wanneer de kosten van verdere groei de baten overstijgen.
> **Voorbeeld:** Onderzoek toont aan dat voorbij een bepaald niveau van BBP per capita, er nauwelijks nog een verband is tussen stijgend inkomen en toenemend subjectief welzijn of geluk. Dit suggereert dat "meer consumeren" niet per se "gelukkiger" maakt.
### 2.6 Alternatieve welvaartsmaten en de Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW)
Gezien de beperkingen van het BBP zijn er alternatieve indicatoren en welvaartsmaten ontwikkeld om een breder beeld te geven van maatschappelijke vooruitgang. Drie domeinen die hierbij centraal staan zijn:
1. **Welzijn vandaag:** De huidige leefomstandigheden en het welzijn van de bevolking.
2. **Duurzaamheid:** Hoe huidige trends toekomstig welzijn beïnvloeden, met name de impact op het milieu en natuurlijke hulpbronnen.
3. **Inclusiviteit:** De verdeling van welzijn en welvaart binnen de samenleving.
Een belangrijk alternatief is de **Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW)**, ontwikkeld door Daly en Cobb. Deze index probeert de economische welvaart breder te meten door:
* Persoonlijke consumptieve uitgaven te verhogen.
* Verliezen door inkomensongelijkheid af te trekken.
* De waarde van huishoudelijke arbeid toe te voegen.
* Niet-defensieve overheidsuitgaven toe te voegen.
* Defensieve private uitgaven af te trekken.
* Kosten van milieuvervuiling (op korte en lange termijn) af te trekken.
* De depreciatie van natuurlijk kapitaal af te trekken.
De ISEW beoogt een kosten-batenanalyse op macro-niveau uit te voeren om de optimale fysieke schaal van een economie te bepalen, en zo "oneconomische groei" te vermijden. Het gaat om het vinden van een schaal waarbij de baten van economische activiteiten de kosten ervan overstijgen, zonder de ecologische of sociale grenzen te overschrijden.
### 2.7 Degrowth (krimp) als alternatief
**Degrowth** (krimp) wordt voorgesteld als een beweging die streeft naar een rechtvaardige en democratische afschaling van productie en consumptie in overmatig consumerende landen. Het doel is het welzijn van mens en planeet te verbeteren door:
* **Vermindering van minder noodzakelijke productie:** Dit omvat het afbouwen van destructieve sectoren zoals fossiele brandstoffen, intensieve veehouderij, fast fashion, reclame, en luchtvaart.
* **Verbetering van publieke diensten:** Zorgen voor universele toegang tot hoogwaardige publieke diensten zoals gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting, en hernieuwbare energie.
* **Introductie van een banen garantie voor groene sectoren:** Omscholing en mobilisatie van werknemers voor ecologische en sociale projecten.
* **Vermindering van werktijd:** Door bijvoorbeeld een kortere werkweek, wat kan leiden tot lagere emissies en meer tijd voor zorgtaken en welzijnsverbeterende activiteiten.
* **Mogelijk maken van duurzame ontwikkeling:** Het kwijtschelden van schulden van lage- en middeninkomenslanden en het bevorderen van eerlijke internationale handel.
> **Tip:** Degrowth is geen klassieke recessie of een terugkeer naar een primitieve levensstijl, maar een bewuste en democratische heroriëntatie van de economie weg van de focus op continue groei. Het gaat om het herverdelen van welvaart en het garanderen van basisbehoeften binnen ecologische grenzen.
Het afbouwen van de groeiafhankelijkheid van systemen is cruciaal om een transitie naar een duurzamere en rechtvaardigere economie te bewerkstelligen.
---
# Ontkoppeling en de grenzen van groei
Dit onderwerp onderzoekt het concept van ontkoppeling tussen economische groei en milieu-impact, de beperkingen en weerlegging ervan, en introduceert de drie soorten grenzen aan groei: ecologische, sociale en praktische.
### 3.1 Het groei-verhaal en kritiek op het BBP
Het heersende economische discours focust sterk op groei, gemeten aan de hand van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het BBP vertegenwoordigt de totale uitgaven aan finale goederen en diensten die binnen een land worden geproduceerd en verhandeld. Hoewel dit een consistente methode is, is er sinds de jaren zeventig kritiek op het BBP als maatstaf voor welzijn en vooruitgang.
#### 3.1.1 Methodologische kritieken op het BBP
Er zijn verschillende methodologische tekortkomingen in het BBP:
* **Marktproductie:** Het houdt geen rekening met niet-marktproductie zoals huishoudelijke arbeid, vrijwilligerswerk of freeware.
* **Defensieve uitgaven:** Uitgaven die voortkomen uit negatieve externe effecten, zoals lawaaihinder of de opruiming van milieuschade (bv. olierampen), worden meegeteld als groei, wat contra-intuïtief is.
* **Gemiddelde waarde:** Het BBP per capita is een gemiddelde en geeft geen informatie over de inkomensverdeling binnen een land.
#### 3.1.2 Fundamentele kritieken op het groeidenken
Naast methodologische problemen zijn er ook meer fundamentele kritieken:
* **Groei als middel, niet als doel:** Er wordt betwijfeld of groei op zichzelf een wenselijk doel is. De vraag rijst waarom we precies groeien en of dit altijd leidt tot verbetering van het leven.
* **Onderscheid tussen goede en slechte groei:** Niet alle groei is positief. Groei in bijvoorbeeld criminele activiteiten of de verkoop van schadelijke producten is ongewenst.
* **Fysieke beperkingen aan groei:** Economische groei is inherent verbonden aan materiële en energie-input, wat leidt tot ecologische beperkingen.
#### 3.1.3 Waarom economische groei?
Traditioneel wordt economische groei gezien als noodzakelijk voor:
* Economische stabiliteit en jobcreatie.
* Hogere levensstandaarden door meer inkomen en consumptie.
* Armoedebestrijding ("a rising tide lifts all boats").
* Aanwakkeren van milieubeleid en een langetermijnvoordeel voor het milieu.
### 3.2 Ontkoppeling van economische groei en milieu-impact
Het concept van ontkoppeling (decoupling) stelt dat economische groei mogelijk is zonder een evenredige toename van de milieu-impact. Dit idee leeft sterk, mede door voorbeelden zoals de daling van CO2-uitstoot per persoon in landen als het Verenigd Koninkrijk.
#### 3.2.1 Weerlegging van ontkoppeling
Kritische analyses tonen echter aan dat volledige ontkoppeling vaak niet reëel is of gebaseerd is op misleidende interpretaties:
* **Rebound effecten:** Technologische vooruitgang en efficiëntieverbeteringen kunnen leiden tot een toename van consumptie die de milieuwinsten tenietdoet.
* **Problem shifting:** Het oplossen van één milieuprobleem kan elders nieuwe problemen creëren (bv. de milieu-impact van de productie van elektrische auto's of biobrandstoffen).
* **Diensteneconomie:** De overgang naar een diensteneconomie wordt soms gezien als ontkoppeling, maar deze diensten zijn vaak nog steeds afhankelijk van een materiële economie en de daaraan verbonden milieu-impact.
* **Beperkt potentieel voor recycling:** Hoewel recycling belangrijk is, is het potentieel om milieu-impact volledig te elimineren door hergebruik beperkt.
* **Onvoldoende technologische vooruitgang:** De snelheid van technologische vooruitgang is vaak niet voldoende om de groeiende milieuproblemen op te lossen.
* **Cost shifting:** Milieukosten worden soms verschoven van productie naar consumptie, waardoor de globale impact niet daadwerkelijk vermindert.
### 3.3 De grenzen aan groei
Post-groei-denkers stellen dat technologische vooruitgang en marktmechanismen alleen niet volstaan om de huidige uitdagingen aan te pakken; er is een systeemverandering nodig. Zij identificeren drie soorten grenzen aan de groei:
#### 3.3.1 Ecologische grenzen
Dit zijn de grenzen die worden opgelegd door de draagkracht van de aarde en de planeet. Milieuproblemen worden gezien als gevolg van economische activiteiten die de ecologische grenzen overschrijden. De "schaal" van de economie is hierbij het vertrekpunt. Het concept van de "Safe Operating Space for Humanity" is fundamenteel binnen de ecologische economie.
* **Overschrijding van planetaire grenzen:** Volgens dit concept worden momenteel zeven van de negen planetaire grenzen overschreden, wat aangeeft dat de schaal van de economie ver buiten de veilige ecologische limieten treedt.
#### 3.3.2 Sociale grenzen
Deze grenzen betreffen de mate waarin groei nog bijdraagt aan de levenskwaliteit en het welzijn van mensen.
* **Welzijn en BBP:** Data tonen aan dat na een bepaald basisniveau van BBP per capita, er weinig tot geen verband meer is tussen verdere economische groei en subjectief welzijn of geluk. Mensen worden niet significant gelukkiger door steeds meer te consumeren.
* **Armoedebestrijding:** De effectiviteit van economische groei voor armoedebestrijding is beperkter dan vaak wordt aangenomen, vooral in ontwikkelde landen.
* **Iron Cage of Consumerism:** Een culturele kritiek op groeidenken, waarbij mensen worden gestimuleerd om meer te consumeren dan nodig is, met tijdelijke indrukken en oppervlakkige relaties als gevolg.
#### 3.3.3 Praktische grenzen
Deze grenzen hebben betrekking op de economische haalbaarheid en wenselijkheid van verdere groei, zeker in de context van dalende groeipercentages.
* **Afname van groeicijfers:** Historische data tonen een structurele afname van de jaarlijkse economische groei wereldwijd. Voor post-groei economen is dit een natuurlijk proces waaraan we ons moeten aanpassen.
* **"Low-growth reality":** De trend van lage groei dwingt zowel traditionele als ecologische economen om na te denken over economische modellen, hoewel er een fundamenteel verschil blijft bestaan in de wenselijkheid van dalende groei.
### 3.4 Alternatieve welvaartsmaten en Degrowth
Gezien de beperkingen van het BBP als welvaartsindicator, is er behoefte aan alternatieve meetinstrumenten die welzijn, duurzaamheid en inclusiviteit meenemen.
#### 3.4.1 Beyond GDP indicatoren
Deze indicatoren richten zich op drie domeinen:
* **Welzijn vandaag:** Huidige levenskwaliteit en tevredenheid.
* **Duurzaamheid:** Impact van huidige trends op toekomstig welzijn.
* **Inclusiviteit:** Verdeling van welzijn binnen de samenleving.
#### 3.4.2 Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW)
De ISEW is een voorbeeld van een alternatieve welvaartsmaatstaf die de kritieken op het BBP probeert te adresseren. Het is geen directe maatstaf van welzijn of duurzaamheid, maar tracht de economische welvaart te meten door een kosten-batenanalyse op macro-niveau uit te voeren. Dit houdt in dat positieve economische activiteiten worden afgewogen tegen negatieve kosten, zoals milieuvervuiling en uitputting van natuurlijke hulpbronnen.
* **Methodologie ISEW:** Omvat correcties voor uitgaven aan milieuvervuiling, ongelijke inkomensverdeling, en depreciatie van natuurlijk kapitaal. Het doel is om de optimale fysieke schaal van een economie te bepalen. Economische activiteiten die meer kosten dan baten genereren, worden als "oneconomische groei" beschouwd.
#### 3.4.3 Degrowth (Krimp)
Degrowth is een koepelterm voor maatschappelijke stromingen die kritisch staan tegenover economische groei. Het wordt gedefinieerd als een "equitable downscaling of production and consumption that increases human well-being and enhances ecological conditions".
* **Kernprincipes van Degrowth:**
* **Geleidelijke reductie van productie en consumptie:** Vooral in over-consumerende landen, met een focus op het verbeteren van welzijn en globale rechtvaardigheid.
* **Niet gelijk aan recessie:** Degrowth is geen terugkeer naar een primitieve staat, maar een geplande en democratische reductie van materiaal- en energieverbruik.
* **Nadruk op basisbehoeften:** Streven naar directe bevrediging van behoeften in plaats van groei als middel daartoe.
* **Decolonisatie van de verbeelding:** Doorbreken van het dominante narratief dat groei de enige weg vooruit is.
#### 3.4.4 Beleidsmaatregelen voor Degrowth
Om degrowth te realiseren, worden verschillende beleidsmaatregelen voorgesteld:
* **Vermindering van minder noodzakelijke productie:** Afschalen van destructieve sectoren zoals fossiele brandstoffen, massaproductie van vlees en zuivel, fast fashion, en de auto- en luchtvaartindustrie. Dit kan gepaard gaan met het verlengen van de levensduur van producten en het verminderen van de koopkracht van de rijksten.
* **Verbetering van publieke diensten:** Zorgen voor universele toegang tot kwalitatief hoogstaande publieke diensten (gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting, etc.) die sociale uitkomsten verbeteren zonder excessief materiaalgebruik.
* **Groene banengarantie:** Investeren in banen die gericht zijn op sociale en ecologische doelen (bv. hernieuwbare energie, isolatie van gebouwen), met een rechtvaardige transitie voor werknemers in "sunset sectors". Dit kan gecombineerd worden met een universeel basisinkomen.
* **Vermindering van werktijd:** Door pensioenleeftijd te verlagen, deeltijds werk te stimuleren of een vierdaagse werkweek in te voeren, kunnen koolstofemissies dalen en mensen meer tijd geven voor welzijnsbevorderende activiteiten.
* **Duurzame ontwikkeling:** Het kwijtschelden van oneerlijke schulden van lage- en middeninkomenslanden en het aanpakken van ongelijke internationale handel.
#### 3.4.5 Afbouwen van groeiafhankelijkheid
Een cruciaal aspect van post-groei en degrowth is het afbouwen van de structurele afhankelijkheid van economische systemen van continue groei. Dit geldt voor bedrijven, maar ook voor bredere maatschappelijke systemen zoals pensioenregelingen die gebaseerd zijn op een groeiende bevolking. Het minder afhankelijk maken van systemen van groei is essentieel voor een duurzame toekomst.
---
# Alternatieve welvaartsmaten en degrowth
Dit deel onderzoekt alternatieve maatstaven voor welzijn buiten het BBP, zoals de Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW), en introduceert het concept van degrowth als een geplande en democratische reductie van materiaal- en energieverbruik ten gunste van welzijn en mondiale rechtvaardigheid.
### 4.1 De beperkingen van het Bruto Binnenlands Product (BBP)
Het BBP wordt traditioneel gezien als de primaire indicator voor economische activiteit, gedefinieerd als de totale uitgaven aan finale goederen en diensten die binnen een land worden geproduceerd en op de markt worden verhandeld. Hoewel het BBP de afgelopen eeuwen een aanzienlijke groei heeft gekend en vaak wordt gezien als een motor voor economische stabiliteit, werkgelegenheid en armoedebestrijding, kent het significante methodologische en conceptuele tekortkomingen.
#### 4.1.1 Methodologische kritieken op het BBP
* **Marktproductie:** Het BBP houdt geen rekening met waardevolle niet-gemarkte activiteiten zoals huishoudelijke arbeid, vrijwilligerswerk of de waarde van freeware.
* **Defensieve uitgaven:** Uitgaven die voortvloeien uit negatieve externe effecten, zoals kosten voor geluidsschadebestrijding, worden opgenomen als positieve economische activiteit, wat een vertekend beeld geeft.
* **Milieukosten:** De kosten van milieuschade, zoals het opruimen van olierampen, worden niet adequaat verrekend, terwijl de economische activiteit die deze schade veroorzaakt wel wordt gemeten.
* **Inkomensverdeling:** Het BBP per hoofd van de bevolking is een gemiddelde waarde en geeft geen informatie over de inkomensongelijkheid binnen een land.
#### 4.1.2 Fundamentele kritieken op het BBP
Sinds de jaren zeventig zijn er meer fundamentele kritieken op het BBP ontstaan, die zich concentreren op drie hoofdlijnen:
* **"Een middel, geen doel":** Economische groei is slechts een middel om welzijn te bereiken en niet een doel op zich. De vraag waarom we groeien en welk doel we daarmee dienen, wordt centraal gesteld.
* **"Goede groei, slechte groei?":** Er wordt een onderscheid gemaakt tussen economische activiteiten die daadwerkelijk bijdragen aan welzijn en die welke dat niet doen, of zelfs negatieve effecten hebben. Groei in criminele activiteiten of defensieve uitgaven worden bijvoorbeeld niet als wenselijk beschouwd.
* **Fysieke beperkingen aan groei:** Er zijn inherente ecologische en fysieke grenzen aan de economische groei, die niet genegeerd kunnen worden.
Deze kritieken benadrukken dat het BBP alles meet behalve wat het leven waardevol maakt, zoals sociale connecties, mentale gezondheid en ecologische stabiliteit.
#### 4.1.3 Ontkoppeling (Decoupling) en de realiteit
Het concept van ontkoppeling – waarbij economische groei losgekoppeld wordt van milieu-impact – is een belangrijk thema. Hoewel er voorbeelden zijn van een daling in CO2-uitstoot per persoon in bepaalde landen, is het cruciaal om rekening te houden met consumptiegebaseerde emissies en de globale verdeling van productie. Veel van deze dalingen zijn toe te schrijven aan het verplaatsen van vervuilende industrieën naar andere landen (productie-emissies) en niet aan een fundamentele verandering in consumptiepatronen.
**Tip:** Wees kritisch op claims van ontkoppeling. Kijk verder dan productie-emissies en analyseer de consumptiegebaseerde impact.
Belangrijke elementen die de effectiviteit van ontkoppeling ondermijnen zijn:
* **Rebound-effecten:** Technologische efficiëntie kan leiden tot meer consumptie, waardoor de milieuwinsten teniet worden gedaan.
* **Probleemverschuiving:** Oplossingen in één domein kunnen problemen veroorzaken in een ander (bv. biobrandstoffen die landbouwgrond opslokken).
* **Diensteneconomie:** Een verschuiving naar een diensteneconomie is vaak nog steeds afhankelijk van een onderliggende materiële economie.
* **Beperkt recyclepotentieel:** Niet alle materialen kunnen oneindig worden gerecycled.
* **Technologische vooruitgang:** Vaak is technologische vooruitgang onvoldoende of ongepast om de omvang van de milieuproblemen aan te pakken.
* **Kostenverschuiving:** Kosten worden verschoven tussen productie en consumptie, wat de echte milieu-impact verhult.
### 4.2 Post-groei en de noodzaak van systeemverandering
Post-groei is een koepelterm voor maatschappelijke stromingen die kritisch staan tegenover economische groei en pleiten voor een transitie naar een duurzamere en rechtvaardigere samenleving. Deze stromingen benadrukken dat technologische vooruitgang en marktmechanismen alleen niet volstaan om de huidige mondiale problemen op te lossen; er is een fundamentele systeemverandering nodig.
#### 4.2.1 De grenzen aan groei
De post-groei gedachte identificeert drie types grenzen aan groei:
* **Ecologische grenzen:** Economische activiteiten overschrijden de draagkracht van de aarde, wat leidt tot milieuproblemen zoals klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en vervuiling. De "Safe Operating Space for Humanity" biedt hierbij een raamwerk.
* **Sociale grenzen:** In ontwikkelde landen draagt verdere economische groei steeds minder bij aan de verbetering van de levenskwaliteit en het subjectieve welzijn. Er wordt getwijfeld aan de effectiviteit van groei voor armoedebestrijding en de correlatie tussen BBP per hoofd van de bevolking en geluk neemt af na een bepaald welvaartsniveau.
* **Praktische grenzen:** De economische wenselijkheid van groei neemt af wanneer de kosten (marginale onnut) de baten (marginaal nut) overstijgen. Dit duidt op "oneconomische groei".
**Tip:** Na een bepaald welvaartsbasisniveau (rond de 20.000 dollars per persoon) is er een minimale correlatie tussen BBP per hoofd en subjectief welzijn. Meer consumeren leidt niet automatisch tot meer geluk.
De "Iron Cage of Consumerism" is een culturele kritiek op groeidenken, waarbij mensen worden aangemoedigd geld uit te geven aan zaken die ze niet nodig hebben om indruk te maken op anderen, wat leidt tot een vicieuze cirkel van consumptie.
#### 4.2.2 De dalende trend van economische groei
Historische data tonen een structurele afname van de jaarlijkse economische groei wereldwijd. De post-groei beweging ziet dit niet als een probleem dat opgelost moet worden, maar als een realiteit waar we ons aan moeten aanpassen. De wenselijkheid van groei is hierbij het centrale discussiepunt tussen traditionele economen en post-groei denkers.
### 4.3 Alternatieve welvaartsmaten
Om de beperkingen van het BBP te overkomen, is er behoefte aan alternatieve welvaartsmaten die welzijn, duurzaamheid en inclusiviteit beter weerspiegelen. Indicatoren worden vaak ingedeeld in drie domeinen: welzijn vandaag, duurzaamheid (huidige trends die toekomstig welzijn beïnvloeden) en inclusiviteit (verdeling van welzijn).
#### 4.3.1 De Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW)
De Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW), ontwikkeld door Daly en Cobb, is een voorbeeld van een alternatieve welvaartsmaatstaf die is gebaseerd op eerdere aangepaste BBP-maatstaven en een empirische vertaling is van de kritieken op het BBP. De ISEW streeft ernaar de economische welvaart te meten door een kosten-batenanalyse op macro-niveau uit te voeren.
**ISEW Methodologie:**
De berekening van de ISEW omvat:
* **Baten:**
* Private consumptieve uitgaven
* Niet-defensieve overheidsuitgaven
* Waarde van huishoudelijke arbeid (soms als potentieel negatieve kost)
* Defensieve private uitgaven (kunnen als baten worden beschouwd indien ze problemen oplossen)
* Kapitaalaanpassingen (+/- afhankelijk van de aard)
* **Kosten:**
* Verliezen door inkomensongelijkheid
* Kosten van milieuvervuiling (kortetermijn en langetermijn)
* Depreciatie van natuurlijk kapitaal
De ISEW streeft ernaar de optimale fysieke schaal van een economie te bepalen. Wanneer de kosten groter worden dan de baten (oneconomische groei), is verdere groei niet wenselijk vanuit economisch perspectief. Studies hebben aangetoond dat de welvaart (gemeten met ISEW) in de EU minder sterk stijgt dan het BBP.
> **Tip:** De ISEW is een maatstaf voor economische welvaart, niet direct voor welzijn of duurzaamheid, maar het biedt wel een raamwerk om de ecologische en sociale kosten van economische activiteiten in kaart te brengen.
### 4.4 Degrowth: een geplande en democratische transitie
Degrowth (letterlijk "ontgroeiing") is een concept dat pleit voor een geplande en democratische reductie van materiaal- en energieverbruik in welvarende landen, met als doel het menselijk welzijn en mondiale rechtvaardigheid te verbeteren. Het is geen klassieke recessie, een terugkeer naar de oertijd, of een stop van alle economische activiteit.
#### 4.4.1 Kernprincipes van Degrowth
Degrowth definities benadrukken de noodzaak van:
* **Gelijke afschaling van productie en consumptie:** Dit moet leiden tot verbeterd menselijk welzijn en betere ecologische omstandigheden.
* **Geplande en democratische reductie:** De transitie is geen spontaan proces, maar vereist bewuste beleidskeuzes en democratische inspraak.
* **Focus op welzijn en mondiale rechtvaardigheid:** Het doel is niet louter krimp, maar een verschuiving naar activiteiten die het welzijn verhogen en sociale rechtvaardigheid bevorderen.
* **Dekolonisatie van de verbeelding:** Het doorbreken van het dominante narratief van economische groei en het openen van ruimte voor alternatieve economische en maatschappelijke modellen.
#### 4.4.2 Beleidsmaatregelen voor Degrowth
Degrowth kan worden gerealiseerd door middel van gerichte beleidsmaatregelen:
* **Vermindering van minder noodzakelijke productie:** Dit omvat het afschalen van destructieve sectoren zoals fossiele brandstoffen, intensieve veehouderij, fast fashion, reclame, en de auto- en luchtvaartindustrie. Er is ook aandacht voor het beëindigen van geplande veroudering en het verhogen van de koopkracht van rijken om consumptie te matigen.
* **Verbetering van publieke diensten:** Universele toegang tot hoogwaardige publieke diensten (gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting, transport, internet, hernieuwbare energie, voedsel) kan sociaal welzijn verhogen zonder excessief materiaal- en energieverbruik.
* **Groene banengarantie:** Investeren in banen die gericht zijn op sociale en ecologische doelstellingen, zoals hernieuwbare energie, isolatie, ecosysteemprestaties en ouderenzorg. Dit kan werkloosheid bestrijden en zorgen voor een rechtvaardige transitie.
* **Reductie van werktijd:** Dit kan door het verlagen van de pensioenleeftijd, het stimuleren van deeltijdwerk of de invoering van een vierdaagse werkweek. Dit leidt tot lagere emissies en meer tijd voor zorg en welzijnsbevorderende activiteiten.
* **Duurzame ontwikkeling faciliteren:** Het kwijtschelden van onbetaalbare schulden van lage- en middeninkomenslanden, het corrigeren van oneerlijke internationale handelsrelaties en het heroriënteren van productiecapaciteit op sociale doelstellingen.
#### 4.4.3 Afbouwen van groeiafhankelijkheid
Een cruciaal aspect van degrowth is het afbouwen van de systematische afhankelijkheid van economische groei. Veel systemen, zoals pensioenstelsels gebaseerd op een groeiende bevolking, zijn ingebed in een groeiparadigma. Het herkennen en aanpakken van deze groeiafhankelijkheid is essentieel voor een succesvolle transitie naar een duurzame en welvarende samenleving die niet afhankelijk is van continue groei.
**Voorbeeld:** Het huidige pensioensysteem in veel landen is gebaseerd op het idee dat de werkende generatie (jonger) de pensioenen van de oudere generatie (pensioengerechtigden) betaalt. Dit model functioneert goed bij een groeiende bevolking, maar botst op zijn grenzen bij vergrijzing en stagnatie, wat de groeiafhankelijkheid van het systeem aantoont.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Post-groei | Een koepelterm die een reeks maatschappelijke stromingen omvat die kritisch staan tegenover economische groei, met als doel krachten te bundelen voor een transitie naar een duurzamere en meer rechtvaardige samenleving. |
| Ecologische overshoot | De situatie waarin de menselijke vraag naar natuurlijke hulpbronnen de draagkracht van de aarde overschrijdt, wat leidt tot uitputting van hernieuwbare hulpbronnen en accumulatie van afval. |
| Bruto Binnenlands Product (BBP) | Een economische indicator die de totale monetaire waarde weergeeft van alle finale goederen en diensten die binnen een bepaald land in een bepaalde periode zijn geproduceerd en verhandeld op de markt. |
| Ontkoppeling (Decoupling) | Het proces waarbij economische groei wordt gescheiden van de milieu-impact, wat betekent dat de economie kan blijven groeien terwijl de milieu-belasting afneemt. |
| Rebound-effecten | Fenomenen waarbij efficiëntieverbeteringen leiden tot een toename van het totale verbruik, waardoor de beoogde milieuwinsten teniet worden gedaan of verminderd. |
| Ecologische grenzen | Fundamentele grenzen aan menselijke activiteiten die worden bepaald door de draagkracht van het ecosysteem van de aarde; het overschrijden ervan kan leiden tot onomkeerbare schade. |
| Sociale grenzen | De grenzen die aangeven welk niveau van ontwikkeling nodig is om menselijk welzijn te garanderen, en dat groei daarboven niet noodzakelijk leidt tot een verbetering van de levenskwaliteit in ontwikkelde landen. |
| Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW) | Een alternatieve welvaartsmaatstaf die probeert de economische bijdrage aan het algemeen welzijn van inwoners van een land te meten door rekening te houden met kosten en baten van economische activiteiten. |
| Degrowth | Een beweging die pleit voor een geplande en democratische reductie van de materiële en energie-doorvoer in overconsumerende landen, met als doel het menselijk welzijn en de mondiale rechtvaardigheid te verhogen. |
| Duurzaam inkomen | Een economisch concept, geïntroduceerd door Hicks, dat de maximale hoeveelheid goederen en diensten die een persoon of een economie kan consumeren zonder de toekomstige welvaart te verminderen. |
| Psyisch inkomen | Een concept van welzijn, oorspronkelijk voorgesteld door Fisher, dat probeert de subjectieve en psychologische aspecten van welzijn te meten en te integreren in economische analyses. |
| Oneconomische groei | Een situatie waarin de kosten van verdere economische groei de baten overstijgen, wat resulteert in een nettoverlies aan welzijn of een toename van negatieve externe effecten. |
| Planned obsolescence | De strategie waarbij producten zo worden ontworpen dat ze na een bepaalde periode defect raken of verouderd worden, om consumenten te stimuleren nieuwe producten te kopen. |
| Groene banen garantie | Een beleidsmaatregel die werkgelegenheid creëert in sectoren die bijdragen aan sociale en ecologische doelstellingen, zoals hernieuwbare energie en milieubescherming. |
| Werkende tijd reductie | Beleidsvoorstellen om de totale werkuren te verminderen, bijvoorbeeld door een kortere werkweek of lagere pensioenleeftijd, met als doel welzijn te verhogen en de ecologische voetafdruk te verkleinen. |