Cover
Zacznij teraz za darmo 3 - Financiële activiteiten STUDENT-2.pptx
Summary
# Financiële korting bij aankopen en verkopen
Dit onderwerp behandelt de registratie van kortingen die worden verleend of ontvangen bij commerciële transacties, met specifieke voorbeelden van zowel aankopen als verkopen.
### 1.1 Financiële korting bij aankoop
Financiële korting bij aankoop wordt toegepast wanneer een factuur sneller wordt betaald dan de afgesproken betalingstermijn. Dit wordt vaak aangeboden als een percentage van het factuurbedrag bij betaling binnen een bepaalde periode.
> **Voorbeeld:** Op 01/09/2023 wordt een aankoopfactuur ontvangen voor 10 wasmachines à 750,00 EUR per stuk, exclusief 21% btw. De betalingstermijn is 30 dagen, maar bij betaling binnen 10 dagen wordt 2% korting verleend.
Op het moment van ontvangst van de factuur wordt het bedrag exclusief btw geboekt op een rekening "Leveranciers" (een schuld) en de btw op een rekening "Te betalen btw".
Bij betaling binnen de kortingstermijn wordt het bankrekeninguittreksel ontvangen. Het daadwerkelijk betaalde bedrag is de nominale waarde van de factuur minus de financiële korting. De financiële korting wordt geboekt als een opbrengst of een vermindering van de kostprijs.
Stel dat de factuur exclusief btw 7.500,00 EUR bedraagt (10 stuks x 750,00 EUR). Met 21% btw komt dit op een totaal van 9.075,00 EUR. Bij betaling binnen 10 dagen geldt 2% korting.
De korting bedraagt dan 2% van 7.500,00 EUR, wat neerkomt op 150,00 EUR. Het effectief betaalde bedrag aan de leverancier is dan 7.500,00 EUR - 150,00 EUR = 7.350,00 EUR, plus de btw van 1.575,00 EUR (21% op 7.500,00 EUR). Het totale uitgaande bedrag is dus 8.925,00 EUR.
De boeking bij betaling zou dan als volgt zijn:
* **Credit:** Bank (of Kredietinstellingen) met het effectief betaalde bedrag.
* **Debit:** Leveranciers (met het oorspronkelijke factuurbedrag exclusief btw).
* **Credit:** Financiële korting ontvangen (met het kortingsbedrag).
* **Debit/Credit:** Btw-rekening (afhankelijk van de opzet, hier ter vereffening van de te betalen btw).
> **Tip:** Financiële kortingen bij aankoop verminderen de kostprijs van de aangekochte goederen of diensten, of worden als een financiële opbrengst geboekt, afhankelijk van het boekhoudkundig beleid.
### 1.2 Financiële korting bij verkoop
Financiële korting bij verkoop wordt verleend aan klanten die hun factuur sneller betalen dan de afgesproken betalingstermijn. Dit wordt geboekt als een financiële kost of een vermindering van de omzet.
> **Voorbeeld:** Op 15/09/2023 wordt een verkoopfactuur opgesteld voor een diepvriezer à 1.150,00 EUR, exclusief 21% btw. De betalingstermijn is 30 dagen, maar de klant ontvangt 2% korting bij betaling binnen 10 dagen.
De factuur exclusief btw bedraagt 1.150,00 EUR. Met 21% btw komt dit op een totaal van 1.391,50 EUR. Bij betaling binnen 10 dagen geniet de klant 2% korting.
De korting bedraagt 2% van 1.150,00 EUR, wat neerkomt op 23,00 EUR. Het effectief te ontvangen bedrag van de klant is dan 1.150,00 EUR - 23,00 EUR = 1.127,00 EUR, plus de btw van 241,50 EUR (21% op 1.150,00 EUR). Het totale in te ontvangen bedrag is dus 1.368,50 EUR.
Op het moment van betaling door de klant wordt het bankrekeninguittreksel ontvangen.
De boeking bij ontvangst van de betaling zou dan als volgt zijn:
* **Debit:** Bank (of Kredietinstellingen) met het effectief ontvangen bedrag.
* **Credit:** Klanten (met het oorspronkelijke factuurbedrag exclusief btw).
* **Debit:** Financiële korting verleend (met het kortingsbedrag).
* **Credit/Debit:** Btw-rekening (afhankelijk van de opzet, hier ter vereffening van de te vorderen btw).
> **Tip:** Financiële kortingen bij verkoop worden geboekt als een financiële kost of als een vermindering van de omzet.
### 1.3 Gecombineerde kortingen
In sommige gevallen kunnen er meerdere kortingen van toepassing zijn op een enkele transactie, zoals een volumekorting en een betalingskorting. Deze kortingen worden sequentieel berekend.
> **Voorbeeld:** Op 04.12.2023 wordt een verkoopfactuur opgesteld voor handelsgoederen ten bedrage van 480.226,00 EUR, exclusief 21% btw. Er wordt 10% korting gegeven voor een grote afname. Bovendien krijgt de klant 5% bijkomende korting indien hij binnen 10 dagen betaalt.
1. **Volumekorting:** 10% van 480.226,00 EUR = 48.022,60 EUR. Netto factuurbedrag na volumekorting = 480.226,00 EUR - 48.022,60 EUR = 432.203,40 EUR.
2. **Betalingskorting:** 5% van het netto factuurbedrag na volumekorting = 5% van 432.203,40 EUR = 21.610,17 EUR. Factuurbedrag exclusief btw na beide kortingen = 432.203,40 EUR - 21.610,17 EUR = 410.593,23 EUR.
De btw (21%) wordt berekend over het uiteindelijke factuurbedrag exclusief btw: 21% van 410.593,23 EUR = 86.224,58 EUR.
Het totaal te factureren bedrag aan de klant is 410.593,23 EUR + 86.224,58 EUR = 496.817,81 EUR.
Wanneer de klant op 08.12.2023 betaalt binnen de 10 dagen, wordt het bedrag ontvangen min de kortingen.
Bij ontvangst van de betaling wordt het effectief ontvangen bedrag op de bankrekening geboekt. De totale korting die wordt verleend (volumekorting + betalingskorting) wordt geboekt als financiële kost.
De boeking bij ontvangst van de betaling zou dan zijn:
* **Debit:** Bank (of Kredietinstellingen) met het effectief ontvangen bedrag.
* **Credit:** Klanten (met het oorspronkelijke factuurbedrag exclusief btw, vóór enige korting).
* **Debit:** Financiële korting verleend (met het totaal van beide kortingen).
* **Credit/Debit:** Btw-rekening (ter vereffening van de te vorderen btw).
> **Tip:** Zorg ervoor dat je duidelijk aangeeft op welk bedrag elke korting wordt berekend om fouten te voorkomen.
### 1.4 Overzicht van financiële kortingen in de balans
Financiële kortingen hebben invloed op de activa van de balans, met name onder de rubriek "Liquide middelen". Deze rubriek omvat verschillende subcategorieën:
* **Te incasseren vervallen waarden:** Dit zijn waardepapieren zoals cheques die nog bij de bank moeten worden ingediend.
* **Kredietinstellingen:** Dit omvat de zichtrekeningen en spaarrekeningen bij banken. De rekeningen worden typisch gesplitst per bank (bijv. 550 Bank Belfius R/C).
* **Kassen:** Contant geld dat in de onderneming aanwezig is.
* **Interne overboekingen:** Transacties tussen verschillende rekeningen van de onderneming (bv. van kas naar bank).
Financiële kortingen bij verkoop kunnen leiden tot lagere ontvangsten van klanten, wat een impact heeft op de liquiditeit. Financiële kortingen bij aankoop leiden tot lagere uitgaven, wat de beschikbare liquiditeit ten goede komt.
### 1.5 Relevante rekeningen voor financiële kortingen
* **Voor korting ontvangen bij aankoop:**
* Rekening voor financiële kortingen ontvangen (vaak een opbrengstrekening of een reductie op kostprijs).
* Leveranciers (creditering met het netto te betalen bedrag na korting).
* Bank (debitering met het effectief betaalde bedrag).
* Te betalen btw (debitering of creditering ter vereffening van de btw).
* **Voor korting verleend bij verkoop:**
* Rekening voor financiële kortingen verleend (vaak een kostrekening of een reductie op omzet).
* Klanten (debitering met het netto te ontvangen bedrag na korting).
* Bank (creditering met het effectief ontvangen bedrag).
* Te vorderen btw (debitering of creditering ter vereffening van de btw).
* * *
# Registratie van liquide middelen
Dit onderwerp behandelt de verschillende componenten die de liquide middelen aan de actiefzijde van de balans vormen, waaronder te incasseren vervallen waarden, kredietinstellingen, kassen en interne overboekingen.
### 2.1 Overzicht van liquide middelen
Liquide middelen vertegenwoordigen de meest beschikbare waarden voor een onderneming en worden aan de actiefzijde van de balans onder de rubriek "Liquide middelen" geclassificeerd. In het MAR (Moderne Accounting Registers) systeem worden deze middelen gecodeerd onder 54/58. De belangrijkste componenten van liquide middelen zijn:
* Te incasseren vervallen waarden
* Kredietinstellingen
* Kassen
* Interne overboekingen
Daarnaast kunnen ook ontvangsten van interesten op beleggingen en te betalen rente op leningen gerelateerd zijn aan financiële activiteiten, hoewel deze niet direct tot de kerncomponenten van liquide middelen behoren, maar wel de kasstromen beïnvloeden.
### 2.2 Financiële korting
Financiële kortingen kunnen van toepassing zijn bij zowel aankopen als verkopen. Het principe is dat er korting wordt verleend indien een betaling binnen een afgesproken termijn plaatsvindt.
* **Bij aankoop:** Een leverancier kan een korting aanbieden indien de factuur binnen een bepaald aantal dagen na factuurdatum wordt betaald. Dit verlaagt de inkoopprijs en de btw op die inkoopprijs.
* **Bij verkoop:** Een onderneming kan aan haar klanten een korting aanbieden bij een snelle betaling. Dit resulteert in een lagere ontvangen verkoopprijs en btw.
> **Tip:** Financiële kortingen bij aankoop reduceren de kostprijs van de aangekochte goederen of diensten, terwijl financiële kortingen bij verkoop de omzet verlagen. De boekhoudkundige verwerking hiervan is cruciaal voor een correcte winstbepaling.
**Voorbeeld van korting bij aankoop:** Een aankoopfactuur van 750,00 EUR per stuk voor 10 wasmachines (exclusief 21% btw) bedraagt 7.500,00 EUR exclusief btw. Bij betaling binnen 10 dagen wordt 2% korting toegekend. De btw op de inkoopprijs wordt berekend op de effectief betaalde prijs na korting.
**Voorbeeld van korting bij verkoop:** Een verkoopfactuur voor een diepvriezer van 1.150,00 EUR (exclusief 21% btw) wordt aan de klant aangeboden met een korting van 2% bij betaling binnen 10 dagen. De uiteindelijke ontvangen verkoopprijs zal dus lager zijn dan de nominale waarde van de factuur.
**Voorbeeld met meerdere kortingen:** Een verkoopfactuur voor handelsgoederen van 480.226,00 EUR exclusief 21% btw kent een volumekorting van 10% en een aanvullende korting van 5% bij betaling binnen 10 dagen. De kortingen worden opeenvolgend berekend.
### 2.3 Te incasseren vervallen waarden
Dit betreft vorderingen die in de vorm van waardepapieren, zoals cheques, zijn ontvangen en nog door de bank moeten worden geïnd.
* Wanneer een klant een cheque overhandigt ter vereffening van een schuld, wordt dit geboekt als een toename van te incasseren vervallen waarden.
* Wanneer de bank bevestigt dat het bedrag op de rekening is geplaatst, wordt de post "te incasseren vervallen waarden" verminderd en de bankrekening verhoogd.
**Voorbeeld:** Op 3 maart wordt een cheque van 100.000,00 EUR ontvangen van een klant ter betaling van zijn schuld. Op 6 maart bevestigt het bankrekeninguittreksel dat het bedrag is bijgeschreven.
### 2.4 Kredietinstellingen
Onder kredietinstellingen vallen de bankrekeningen van de onderneming. In het MAR-systeem worden deze rekeningen gecategoriseerd van 550 tot 559. Het toevoegen van een "0" achter de rekeningcode duidt op een zichtrekening (R/C).
* **Uitgeschreven cheques:** Bij de aankoop van activa die betaald worden met een bankcheque, wordt de rekening "kredietinstellingen" gedebiteerd en een passieve rekening (bv. leveranciers of een specifieke rekening voor de aankoop) gecrediteerd. Bij het uitreiken van de cheque wordt de bankrekening verminderd.
* Wanneer de bank de betaling verwerkt, wordt het saldo van de bankrekening verminderd met de nominale waarde van de cheque.
**Voorbeeld:** Een bestelwagen van 25.000,00 EUR exclusief btw wordt aangekocht en de leverancier wordt betaald met een bankcheque. Op het bankafschrift wordt zichtbaar dat het tegoed op de zichtrekening vermindert met het bedrag van de cheque.
### 2.5 Kassen
De kassen vertegenwoordigen de fysieke contanten (bankbiljetten en munten) die de onderneming in kas heeft. Deze worden in het MAR-systeem doorgaans gecodeerd onder 570 tot 577.
* De rekening "Kassen" wordt gedebiteerd bij toename van het kassaldo (ontvangst van contanten) en gecrediteerd bij afname (uitbetalingen in contanten).
> **Tip:** Zorg voor een nauwkeurige administratie van kassatransacties om diefstal of onregelmatigheden te voorkomen. Periodieke kasopnames en reconciliaties zijn essentieel.
### 2.6 Interne overboekingen
Interne overboekingen betreffen de verplaatsing van middelen tussen verschillende rekeningen van de onderneming, met name tussen de kassen en de bankrekeningen.
* Wanneer contant geld uit de kas op de bankrekening wordt gestort, wordt de bankrekening gedebiteerd en de kassenrekening gecrediteerd.
* Omgekeerd, bij een opname van geld van de bankrekening voor de kassen, wordt de kassenrekening gedebiteerd en de bankrekening gecrediteerd.
**Voorbeeld:** Een storting van 40.000,00 EUR van de kas naar de bankrekening. Het bankrekeninguittreksel bevestigt de toename van het banksaldo.
### 2.7 Ontvangen intresten op beleggingen
Dit betreft intresten die een onderneming ontvangt op haar beleggingen, zoals termijnrekeningen.
* Bij het plaatsen van geld op een termijnrekening wordt het bedrag van de zichtrekening afgeboekt.
* Wanneer de termijnrekening afloopt, wordt het bedrag van de termijnrekening plus de berekende intresten bijgeschreven op de zichtrekening.
* Er dient rekening gehouden te worden met roerende voorheffing die ingehouden wordt op de ontvangen bruto-intresten.
**Voorbeeld:** 100.000,00 EUR wordt geplaatst op een termijnrekening met een jaarlijkse rentevoet van 2,4%. Na 4 maanden wordt het bedrag, vermeerderd met de intresten en na aftrek van 30% roerende voorheffing, op de zichtrekening bijgeschreven.
### 2.8 Te betalen rente op leningen
Dit betreft de rente die een onderneming verschuldigd is aan kredietverstrekkers voor leningen die zij heeft aangegaan.
* De betaling van deze rente heeft een uitgaande kasstroom tot gevolg. De rentekosten worden opgenomen in de resultatenrekening.
**Voorbeeld:** Een betaling van 15.000,00 EUR aan intresten op een lening.
### 2.9 Oefeningen
Verschillende oefeningen worden aangeboden om de theoretische kennis toe te passen in praktische boekhoudkundige situaties, waaronder de verwerking van financiële kortingen, de registratie van banktransacties, kasoperaties en interestberekeningen.
**Voorbeeld van een oefening (journaalposten):** Het boeken van verschillende termijnrekeningen, rekening houdend met de looptijd en de ontvangen intresten, inclusief roerende voorheffing. Het verwerken van de bijschrijving op de zichtrekening na afloop van de termijnrekening.
**Voorbeeld berekening termijnrekening intrest:** Een bedrag van 50.000,00 EUR geplaatst op een termijnrekening van 1 maand. Indien de jaarlijkse rentevoet $R$ is, wordt de intrest voor die maand berekend als $\\frac{50.000 \\times R}{12}$. Op dit bedrag wordt vervolgens 30% roerende voorheffing ingehouden. Bijvoorbeeld, met een jaarlijkse rente van 3,6%: $$ \\text{Bruto-intrest} = \\frac{50.000 \\times 0,036}{12} = 150,00 \\text{ EUR} $$$$ \\text{Roerende voorheffing} = 150,00 \\times 0,30 = 45,00 \\text{ EUR} $$$$ \\text{Netto-intrest} = 150,00 - 45,00 = 105,00 \\text{ EUR} $$ Het totale bedrag dat op de zichtrekening wordt bijgeschreven is dan de hoofdsom plus de netto-intrest: $50.000,00 + 105,00 = 50.105,00$ EUR.
Dit kan worden aangepast voor termijnrekeningen van 3 maanden en 18 maanden op een soortgelijke wijze.
* * *
# Intresten op beleggingen en leningen
Dit onderdeel behandelt de boekhoudkundige verwerking van ontvangen interesten op beleggingen en betaalde rente op leningen, inclusief de fiscale implicaties.
## 3\. Ontvangen interesten op beleggingen en betaalde rente op leningen
### 3.1 Boekhoudkundige verwerking van ontvangen interesten op beleggingen
Rentebaten op beleggingen ontstaan wanneer een onderneming geld uitleent of belegt en daarvoor een vergoeding in de vorm van rente ontvangt. Deze interesten kunnen worden ontvangen op diverse beleggingsinstrumenten, zoals termijnrekeningen.
**Verwerking:**
Bij het ontvangen van een bankrekeninguittreksel waarop de interesten zijn bijgeschreven, wordt de rentebate geboekt. De bruto-interest wordt verhoogd met de roerende voorheffing, indien van toepassing.
* **Situatie:** Een onderneming plaatst een bedrag op een termijnrekening.
* **Boeking bij ontvangst interesten:**
* De bank betaalt de termijnrekening uit, vermeerderd met de interesten.
* De bruto-interest wordt geregistreerd als opbrengst.
* De eventueel ingehouden roerende voorheffing wordt geboekt als een vordering op de fiscus.
* Het netto-bedrag, de interesten na aftrek van de roerende voorheffing, wordt bijgeschreven op de bankrekening.
**Formule voor berekening van rente:**
De jaarlijkse rente kan berekend worden met de volgende formule:
$$ Rente\_{jaar} = Hoofdsom \\times Rentevoet\_{percentage} $$
Voor een specifieke periode wordt dit aangepast:
$$ Rente\_{periode} = Hoofdsom \\times \\frac{Rentevoet\_{percentage}}{100} \\times \\frac{Aantal\_dagen}{360\_of\_365} $$
**Fiscale aspecten:**
In België is roerende voorheffing van toepassing op ontvangen interesten. Deze roerende voorheffing dient te worden ingehouden door de financiële instelling en wordt door de onderneming geregistreerd als een vordering op de fiscus.
> **Tip:** Het is belangrijk om het verschil te kennen tussen bruto-interesten en netto-interesten, alsook de impact van roerende voorheffing op de uiteindelijke winstgevendheid van de belegging.
**Voorbeeld:**
Een onderneming plaatst 100.000,00 EUR op een termijnrekening met een jaarlijkse rentevoet van 2,4% voor een periode van 4 maanden. De roerende voorheffing bedraagt 30%.
* Berekening bruto-interest: $ Bruto\\text{-}interest = 100.000,00 \\times \\frac{2,4}{100} \\times \\frac{4}{12} = 800,00 $ EUR
* Berekening roerende voorheffing: $ Roerende\\ voorheffing = 800,00 \\times 30% = 240,00 $ EUR
* Berekening netto-interest: $ Netto\\text{-}interest = 800,00 - 240,00 = 560,00 $ EUR
De boeking zal de bankrekening verhogen met 560,00 EUR, een vordering op de fiscus creëren voor 240,00 EUR, en de interestopbrengst boeken voor 800,00 EUR.
### 3.2 Boekhoudkundige verwerking van betaalde rente op leningen
Rentelasten op leningen ontstaan wanneer een onderneming geld leent en daarvoor een vergoeding in de vorm van rente moet betalen. Deze rente is een kostenpost voor de onderneming.
**Verwerking:**
Bij het voldoen van de rentebetaling, bijvoorbeeld via een bankrekeninguittreksel, wordt de rente als kost geboekt.
* **Situatie:** Een onderneming heeft een lening afgesloten en moet hiervoor rente betalen.
* **Boeking bij betaling van rente:**
* De bankrekening van de onderneming wordt gedebiteerd (verminderd) met het bedrag van de rentebetaling.
* De rentekost wordt geboekt in de resultatenrekening.
**Voorbeeld:**
Een onderneming ontvangt een bankafschrift waarop een rentebetaling van 15.000,00 EUR voor een lening wordt vermeld.
* Boeking: Debet creditinstellingen (bank) met 15.000,00 EUR en credit rentekosten met 15.000,00 EUR.
### 3.3 Overzicht van financiële instrumenten en hun verwerking
De financiële activiteiten van een onderneming omvatten verschillende onderdelen die relevant zijn voor de boekhouding. Deze omvatten, naast interesten, ook andere liquide middelen.
#### 3.3.1 Beschikbare waarden
Beschikbare waarden maken deel uit van de actiefzijde van de balans, onder de rubriek liquide middelen. Dit omvat:
* **Te incasseren vervallen waarden:** Waarden die verwacht worden te worden ontvangen, zoals cheques van klanten.
* **Kredietinstellingen:** Saldi op bankrekeningen.
* **Kassen:** Contanten in de onderneming.
* **Interne overboekingen:** Overboekingen tussen verschillende rekeningen van de onderneming.
#### 3.3.2 Financiële korting
Financiële korting kan zowel bij aankoop als bij verkoop worden verleend of genoten. Dit heeft impact op de boekhoudkundige registratie van de facturen en de betalingen.
* **Bij aankoop:** Een korting die verkregen wordt bij tijdige betaling van een aankoopfactuur. Dit vermindert de kostprijs van de aangekochte goederen of diensten.
* **Bij verkoop:** Een korting die aan een klant wordt verleend bij tijdige betaling van een verkoopfactuur. Dit vermindert de opbrengst uit verkopen.
> **Tip:** Houd nauwkeurig de betalingstermijnen in de gaten om te kunnen profiteren van financiële kortingen. De voorwaarden voor korting moeten duidelijk worden gespecificeerd op facturen.
* * *
# Oefeningen en journaalboekingen
Dit onderwerp presenteert diverse oefeningen die gericht zijn op het toepassen van de geleerde boekhoudkundige principes, met specifieke instructies voor het opstellen van journaalposten.
### 4.1 Financiële korting bij aankoop en verkoop
#### 4.1.1 Aankoop met korting
* **Situatie:** Een bedrijf koopt goederen in en krijgt korting indien de betaling binnen een bepaalde termijn gebeurt.
* **Boeking:**
* De aankoop wordt geboekt tegen de brutowaarde, inclusief btw.
* Wanneer de betaling plaatsvindt binnen de kortingstermijn, wordt de financiële korting verrekend. De korting vermindert de kostprijs van de aangekochte goederen.
> **Voorbeeld:** Aankoop van 10 wasmachines à 750,00 EUR per stuk, exclusief 21% btw. Betaling binnen 10 dagen geeft 2% korting.
>
> * **Aankoop (01/09):**
>
> * Handelsgoederen (kostprijs): $10 \\times 750.00 = 7500.00$ euro
>
> * Aftrekbare btw: $7500.00 \\times 0.21 = 1575.00$ euro
>
> * Te betalen leverancier: $7500.00 + 1575.00 = 9075.00$ euro
>
> * **Betaling met korting (08/09):**
>
> * Financiële korting ontvangen: $7500.00 \\times 0.02 = 150.00$ euro
>
> * Te betalen leverancier (netto): $9075.00 - 150.00 = 8925.00$ euro
>
> * Bank: $8925.00$ euro
>
#### 4.1.2 Verkoop met korting
* **Situatie:** Een bedrijf verkoopt goederen en biedt de klant een korting aan bij tijdige betaling.
* **Boeking:**
* De verkoop wordt geboekt tegen de brutowaarde, inclusief btw.
* Wanneer de klant tijdig betaalt en gebruik maakt van de korting, wordt de financiële korting geboekt als een financiële opbrengst.
> **Voorbeeld:** Verkoop van een diepvriezer à 1.150,00 euro, exclusief 21% btw. Klant ontvangt 2% korting bij betaling binnen 10 dagen.
>
> * **Verkoop (15/09):**
>
> * Te ontvangen factuurklant: $1150.00 + (1150.00 \\times 0.21) = 1150.00 + 241.50 = 1391.50$ euro
>
> * Omzet verkopen: $1150.00$ euro
>
> * Te betalen btw: $241.50$ euro
>
> * **Ontvangst betaling met korting (20/09):**
>
> * Financiële korting toegekend: $1150.00 \\times 0.02 = 23.00$ euro
>
> * Ontvangen van klant (netto): $1391.50 - 23.00 = 1368.50$ euro
>
> * Bank: $1368.50$ euro
>
#### 4.1.3 Meerdere kortingen
* **Situatie:** Een klant krijgt een volumekorting én een betalingskorting.
* **Boeking:** Beide kortingen worden verrekend. De volumekorting wordt afgetrokken van de brutoverkoopprijs vóór de betalingskorting wordt berekend.
> **Voorbeeld:** Levering van handelsgoederen à 480.226,00 euro, exclusief 21% btw. Klant krijgt 10% volumekorting en 5% korting bij betaling binnen 10 dagen.
>
> * **Levering (04.12):**
>
> * Basis verkoopwaarde (na volumekorting): $480226.00 \\times (1 - 0.10) = 480226.00 \\times 0.90 = 432203.40$ euro
>
> * Aftrekbare btw: $432203.40 \\times 0.21 = 90762.71$ euro
>
> * Totale factuurwaarde: $432203.40 + 90762.71 = 522966.11$ euro
>
> * **Ontvangst betaling met korting (08.12):**
>
> * Betalingskorting: $432203.40 \\times 0.05 = 21610.17$ euro
>
> * Netto ontvangen bedrag: $522966.11 - 21610.17 = 501355.94$ euro
>
> * Bank: $501355.94$ euro
>
### 4.2 Liquide middelen
De rubriek 'Liquide middelen' (MAR-code 54/58) op de actiefzijde van de balans omvat verschillende componenten:
* Te incasseren vervallen waarden
* Kredietinstellingen (bankrekeningen)
* Kassen
* Interne overboekingen
#### 4.2.1 Te incasseren vervallen waarden
Dit betreft financiële instrumenten die de klant aan het bedrijf heeft overhandigd om een schuld te vereffenen, zoals een cheque.
> **Voorbeeld:** Klant overhandigt een cheque van 100.000,00 euro ter vereffening van zijn vordering.
>
> * **Ontvangst cheque (03/03):**
>
> * Te incasseren vervallen waarden: $100.000,00$ euro
>
> * Klanten (debiteuren): $100.000,00$ euro
>
> * **Verwerking bank (06/03):**
>
> * Bank: $100.000,00$ euro
>
> * Te incasseren vervallen waarden: $100.000,00$ euro
>
#### 4.2.2 Kredietinstellingen
Dit betreft de bankrekeningen van de onderneming. Rekeningnummers variëren per bank (bv. 5500 voor Belfius, 5510 voor BNP Paribas). Een '0' achteraan duidt op een zichtrekening.
> **Voorbeeld:** Aankoop bestelwagen en betaling met bankcheque.
>
> * **Aankoop bestelwagen (04/03):**
>
> * Bestelwagens (investeringen): $25.000,00$ euro
>
> * Aftrekbare btw: $25.000,00 \\times 0.21 = 5.250,00$ euro
>
> * Te betalen leverancier: $25.000,00 + 5.250,00 = 30.250,00$ euro
>
> * **Betaling leverancier (07/03):**
>
> * Te betalen leverancier: $30.250,00$ euro
>
> * Bank: $30.250,00$ euro
>
#### 4.2.3 Kassen
Dit omvat de fysieke contanten die het bedrijf aanhoudt. MAR-codes 570-577. Debet bij toename, credit bij afname.
#### 4.2.4 Interne overboekingen
Dit zijn overboekingen tussen verschillende rekeningen van het bedrijf, bijvoorbeeld van kas naar bank of vice versa.
> **Voorbeeld:** Storting van kasmiddelen op de bankrekening.
>
> * **Storting kas op bank (04/05):**
>
> * Bank: $40.000,00$ euro
>
> * Kassen: $40.000,00$ euro
>
> * **Bevestiging bank (08/05):**
>
> * Dit is de spiegelboeking van de vorige transactie.
>
### 4.3 Ontvangen interesten op beleggingen
Dit omvat de interesten die een bedrijf ontvangt op geplaatste gelden, bijvoorbeeld op een termijnrekening. De roerende voorheffing moet hierbij in rekening gebracht worden.
> **Voorbeeld:** Belegging van 100.000,00 euro op een termijnrekening met een jaarlijkse rentevoet van 2,4%. Na 4 maanden wordt het bedrag met interesten op de zichtrekening geplaatst, met 30% roerende voorheffing.
>
> * **Plaatsing op termijnrekening (31/03):** Geen journaalpost op dit moment, enkel een administratieve handeling.
>
> * **Ontvangst rekeninguittreksel (03/08):**
>
> * Bruto-interesten: $(100.000.00 \\times 0.024 \\times 4/12) = 800.00$ euro
>
> * Roerende voorheffing (30%): $800.00 \\times 0.30 = 240.00$ euro
>
> * Netto-interesten ontvangen: $800.00 - 240.00 = 560.00$ euro
>
> * Totale opname van termijnrekening naar zichtrekening: $100.000,00 + 800.00 = 100.800,00$ euro
>
> * **Journaalpost:**
>
> * Bank: $100.560,00$ euro (100.000,00 hoofdsom + 560,00 netto interest)
>
> * Roerende voorheffing: $240,00$ euro
>
> * Termijnrekening (als de plaatsing op een aparte rekening stond): $100.000,00$ euro
>
> * Ontvangen interesten: $800,00$ euro
>
### 4.4 Te betalen rente op leningen
Dit betreft de interestkosten die een bedrijf verschuldigd is voor leningen die het heeft afgesloten.
> **Voorbeeld:** Betaling van interesten op een lening van 15.000,00 euro.
>
> * **Betaling interesten (12/11):**
>
> * Financiële rentelasten: $15.000,00$ euro
>
> * Bank: $15.000,00$ euro
>
### 4.5 Oefeningen Journaal
Dit deel bevat diverse oefeningen die bedoeld zijn om de kennis van het opstellen van journaalposten te testen. Deze oefeningen behandelen verschillende transacties, waaronder die met betrekking tot financiële kortingen, te incasseren waarden, kredietinstellingen, ontvangen interesten en interne overboekingen.
#### 4.5.1 Oefening 3 (Handboek p. 218)
Deze oefening vereist het boeken van diverse documenten in het journaal, met specifieke aandacht voor de berekening van interesten en de verwerking van roerende voorheffing op termijnrekeningen.
* **12.02:** Plaatsing van gelden op verschillende termijnrekeningen. Het banksaldo neemt af.
* Termijnrekening 1 maand: 50.000,00 euro
* Termijnrekening 3 maanden: 150.000,00 euro
* Termijnrekening 18 maanden: 250.000,00 euro
* **Journaalpost (totaal):**
* Termijnrekeningen (actief): $50.000,00 + 150.000,00 + 250.000,00 = 450.000,00$ euro
* Bank: $450.000,00$ euro
* **13.02:** Ontvangst van rekeninguittreksel van de termijnrekeningen.
* **12.03:** Overboeking van een termijnrekening (1 maand) naar de zichtrekening, inclusief interesten. Totaal ontvangen bedrag 50.017,50 euro.
* Hoofdsom: 50.000,00 euro
* Interesten: $50.017,50 - 50.000,00 = 17.50$ euro
* **Journaalpost:**
* Bank: $50.017,50$ euro
* Termijnrekening (1 maand): $50.000,00$ euro
* Ontvangen interesten: $17.50$ euro
* **13.03:** Ontvangst van het tweede termijnrekeninguittreksel.
* **12.05:** Overboeking van een termijnrekening (3 maanden) naar de zichtrekening, inclusief interesten. Totaal ontvangen bedrag 150.018,75 euro.
* Hoofdsom: 150.000,00 euro
* Interesten: $150.018,75 - 150.000,00 = 18.75$ euro
* **Journaalpost:**
* Bank: $150.018,75$ euro
* Termijnrekening (3 maanden): $150.000,00$ euro
* Ontvangen interesten: $18.75$ euro
> **Tip:** Bij het verwerken van termijnrekeningen is het cruciaal om onderscheid te maken tussen de hoofdsom, de berekende interesten en de eventuele roerende voorheffing die moet worden ingehouden. De bankuittreksels zijn hierbij de belangrijkste bron van informatie.
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Commerciële activiteiten | Dit zijn de transacties die direct verband houden met de kernactiviteiten van een handelsonderneming, zoals de inkoop en verkoop van goederen of diensten. |
| Financiële activiteiten | Deze activiteiten betreffen de financiering van de onderneming en het beheer van financiële middelen, zoals het aangaan van leningen, het doen van beleggingen en het ontvangen van rente. |
| Financiële korting | Een korting die wordt toegekend of ontvangen bij een contante betaling binnen een bepaalde termijn, vaak bedoeld om de liquiditeit van de onderneming te bevorderen. |
| Aankoopfactuur | Een document dat de details bevat van goederen of diensten die door de onderneming zijn aangeschaft, inclusief prijs, hoeveelheid en btw-tarief. |
| Verkoopfactuur | Een document dat de details bevat van goederen of diensten die door de onderneming zijn verkocht, inclusief prijs, hoeveelheid en btw-tarief. |
| Bankrekeninguittreksel | Een overzicht dat door de bank wordt verstrekt en alle transacties weergeeft die op een bankrekening hebben plaatsgevonden, zowel contant als giraal. |
| Kredietinstellingen | Dit omvat banken en andere financiële instellingen waarmee de onderneming financiële transacties aangaat, zoals zichtrekeningen, spaarrekeningen en leningen. |
| Kassen | De fysieke locatie waar contant geld van de onderneming wordt bewaard, inclusief alle inkomsten en uitgaven die met contanten worden afgehandeld. |
| Interne overboekingen | Dit zijn transacties waarbij geld wordt overgeboekt tussen verschillende rekeningen van dezelfde onderneming, zoals van de kas naar de bank of tussen verschillende bankrekeningen. |
| Ontvangen intresten op beleggingen | De opbrengsten in rente die een onderneming ontvangt op haar geïnvesteerde gelden, zoals op termijnrekeningen of andere financiële producten. |
| Te betalen rente op leningen | De kosten in rente die een onderneming moet betalen voor opgenomen leningen, die worden opgenomen als financieringskosten in de boekhouding. |
| Te incasseren vervallen waarden | Dit zijn financiële instrumenten zoals cheques die zijn ontvangen van klanten en nog moeten worden geïnd, en die op de balans als een vordering worden opgenomen. |
| Journaal | Een boekhoudkundig register waarin alle financiële transacties van een onderneming chronologisch worden vastgelegd in debet- en creditboekingen, voordat ze worden verwerkt in het grootboek. |
| Roerende voorheffing | Een directe belasting die wordt ingehouden op bepaalde inkomsten, zoals rente, dividenden en royalty's, die door de ontvanger van de inkomsten wordt afgedragen aan de overheid. |
| Brutobedrag | Het totale bedrag van een transactie voordat er aftrekposten zoals kortingen, belastingen of andere inhoudingen worden toegepast. |
| Nettobedrag | Het uiteindelijke bedrag na aftrek van alle kortingen, belastingen en andere kosten van het brutobedrag. |
| Actiefzijde van de balans | Het deel van de balans dat de bezittingen van de onderneming weergeeft, gesorteerd naar liquiditeit. |
| Liquide middelen | De meest liquide activa van een onderneming, zoals contant geld, banktegoeden en kortlopende effecten, die direct beschikbaar zijn voor betalingen. |