Cover
Zacznij teraz za darmo Hoofdstuk 1 AC.pdf
Summary
# De anatomie en functie van het hart als pomp
Dit onderwerp behandelt de anatomie en pompfunctie van het hart, waarbij de structuur van de hartkamers, kleppen en spierwanden wordt uitgelegd in relatie tot de bloedcirculatie en drukverschillen.
## 1. De anatomie en functie van het hart als pomp
Het hart is een holle spier, ongeveer zo groot als een gebalde vuist, die fungeert als een autonome pomp die continu bloed door het lichaam stuwt via de bloedvaten. De rechter harthelft pompt zuurstofarm bloed naar de longen, terwijl de linker harthelft zuurstofrijk bloed vanuit de longen door het lichaam stuwt [2](#page=2).
### 1.1 Structuur van het hart
Het hart bestaat uit vier holtes: twee atria (voorkamers) aan de bovenkant en twee ventrikels (kamers) aan de onderkant [3](#page=3).
#### 1.1.1 Hartwanden en drukverschillen
De linker harthelft, met name het linker ventrikel, heeft een significant dikkere spierwand dan de rechter harthelft. Dit komt doordat het linker ventrikel een veel hogere druk moet opbouwen om bloed naar het gehele lichaam te pompen. Tijdens contractie (systole) kan de druk in het linker ventrikel oplopen tot 120 mmHg (systolische druk), waarna de aortaklep opengaat en bloed in de aorta stroomt. Wanneer het ventrikel ontspant (diastole) en de druk daalt, sluit de aortaklep automatisch door de terugvallende bloeddruk. De resterende druk in de aorta tijdens diastole is ongeveer 80 mmHg (diastolische druk). De gemiddelde arteriële druk is niet het rekenkundig gemiddelde van systolische en diastolische druk, maar wordt berekend als: $Diastolische druk + \frac{1}{3} (Systolische druk - Diastolische druk)$. Dit resulteert in een gemiddelde arteriële druk van ongeveer 93 mmHg [3](#page=3) [7](#page=7) [9](#page=9).
Het rechter ventrikel heeft een dunnere wand omdat het enkel bloed naar de longen hoeft te pompen, wat minder kracht vereist. De druk in de rechterharthelft ligt aanzienlijk lager, typisch tussen 15-25 mmHg, vergeleken met de linkerkant waar de druk kan oplopen tot 25-10 mmHg in de weerstandsvaten van de pulmonale circulatie [3](#page=3) [7](#page=7).
#### 1.1.2 Debietverschillen tussen de linker- en rechterharthelft
Hoewel de linker- en rechterharthelft deel uitmaken van hetzelfde circuit en idealiter hetzelfde debiet zouden moeten hebben, is het debiet van het rechter hart iets lager dan dat van het linker hart. Dit verschil wordt veroorzaakt door twee factoren [4](#page=4):
1. **Bronchiale circulatie:** De longen hebben naast de algemene pulmonale circulatie ook een eigen bloedtoevoer naar de bronchien en kleine luchtwegen via de arteriae bronchiales. Een deel van dit bloed keert niet terug naar het rechter atrium zoals de rest van de veneuze circulatie, maar wordt via de venae pulmonales naar het linker atrium geleid. Dit resulteert in een kleine hoeveelheid extra bloed die het linker atrium bereikt, waardoor het debiet van het linker hart toeneemt [4](#page=4).
2. **Thebesius-aderen:** Het hart zelf wordt voorzien van bloed via de coronaire arterien. Het veneuze bloed dat door de hartspier wordt gebruikt, wordt via kleine venen afgevoerd. Hoewel de meeste van deze venen uitmonden in het rechter atrium, is er een kleine groep venen (Thebesius-aderen) die direct bloed naar het linker atrium leiden. Dit levert een kleine hoeveelheid zuurstofarm bloed aan het linker hart, wat oorspronkelijk via het rechter hart zou moeten lopen [4](#page=4).
Deze twee "shunts" zorgen ervoor dat het linker hart een grotere hoeveelheid bloed ontvangt, wat leidt tot een hoger debiet in vergelijking met het rechter hart [4](#page=4).
#### 1.1.3 Hartkleppen
In het hart bevinden zich vier kleppen die zorgen voor eenrichtingsverkeer van bloed: twee atrioventriculaire kleppen en twee arteriele kleppen. Alle kleppen liggen in hetzelfde vlak, het ventielvlak [5](#page=5).
* **Atrioventriculaire kleppen:** Deze bevinden zich tussen de atria en de ventrikels. Aan de rechterkant is dit de valva atrioventricularis dextra (tricuspidalisklep) en aan de linkerkant de valva atrioventricularis sinistra (mitralisklep) [7](#page=7) [9](#page=9).
* **Arteriële kleppen:** Deze bevinden zich tussen de ventrikels en de grote slagaders (aorta en truncus pulmonalis).
Tijdens de hartcyclus bewegen de kleppen mee met de pompfunctie.
#### 1.1.4 De rol van de klepverschuiving en de hartbeweging
De kleppen zijn verbonden met de spierwand van de ventrikels via kleine koordjes, de *chordae tendineae*. Deze koordjes zijn bevestigd aan kleine spieruitlopers aan de ventrikelwand, de papilllaire spieren, die als pilaren dienen. Dit systeem voorkomt dat de kleppen terugklappen in de atria tijdens de contractie van de ventrikels [10](#page=10).
Tijdens de hartcyclus ondergaat het ventielvlak een beweging die tegengesteld is aan de bloedstroom:
* **Diastole (ventrikelrelaxatie):** Als de ventrikels zich vullen met bloed, bewegen de ventrikelkleppen naar boven, weg van de hartpunt (apex). Deze beweging creëert een zuigeffect, waardoor het vullen van de ventrikels wordt ondersteund. Hierdoor werkt het hart niet alleen als een drukpomp die bloed wegduwt, maar ook als een zuigpomp die bloed naar binnen trekt [5](#page=5) [6](#page=6).
* **Systole (ventrikelcontractie):** Wanneer de ventrikels samentrekken en de druk in de kamers toeneemt, beweegt het ventielvlak terug naar beneden, richting de apex. Deze beweging draagt bij aan het legen van de ventrikels door bloed naar buiten te pompen [5](#page=5) [6](#page=6).
Deze beweging van het ventielvlak, zowel naar boven tijdens diastole als naar beneden tijdens systole, is essentieel voor een efficiënte hartfunctie, door zowel een zuigcomponent als een drukcomponent te integreren [6](#page=6).
#### 1.1.5 Septa
Tussen de atria bevindt zich het septum interatriale en tussen de ventrikels het septum interventriculaire [9](#page=9).
### 1.2 Oriëntatie van het hart in de ruimte
Het hart ligt schuin in de borstkas, met de apex naar voren, onder en links gericht. De linker harthelft ligt meer dorsaal (achteraan) ten opzichte van de rechter harthelft, die meer ventraal (vooraan) ligt. Deze oriëntatie is belangrijk voor medische beeldvorming [12](#page=12) [2](#page=2) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Frontaal aanzicht (Facies sternocostalis):** Het rechter ventrikel vormt het grootste deel van de voorste wand van het hart. Het linker ventrikel is dorsaal gelegen en slechts een klein deel is aan de voorzijde zichtbaar. De sulcus interventricularis anterior, de groeve tussen de linker- en rechterventrikel, loopt aan de voorzijde en herbergt de kransslagaders (coronairen). Vanuit het rechter ventrikel vertrekt de truncus pulmonalis, die zich splitst in de linker en rechter arteria pulmonalis. De aorta ontspringt uit het linker ventrikel, maar de wortel is ventraal verborgen achter de truncus pulmonalis. De arcus aortae, de aortaboog, loopt naar links en dorsaal [13](#page=13) [16](#page=16) [18](#page=18).
* **Sagittaal aanzicht:** In een sagittale doorsnede ligt de slokdarm achter het hart, tegen de wervelkolom. Het linker atrium ligt meest craniaal (bovenaan), dorsaal en links, en is daardoor goed zichtbaar bij transoesofageale echografie [15](#page=15).
* **Dorsaal aanzicht (Basis cordis):** Dit aanzicht toont voornamelijk de structuren waaraan het hart is bevestigd. De aortaboog loopt naar dorsaal en craniaal, en de rechter arteria pulmonalis ligt dorsaal achter de pars ascendens van de aorta. De achterwand van het hart wordt gevormd door de vier venae pulmonales die uitmonden in het linker atrium [21](#page=21).
#### 1.2.1 Grote vaten en anatomische structuren
* **Truncus pulmonalis:** Ontspringt uit het rechter ventrikel en splitst zich in de linker en rechter arteria pulmonalis [13](#page=13) [16](#page=16).
* **Aorta:** Ontspringt uit het linker ventrikel, begint als aorta ascendens, vormt de arcus aortae en gaat over in de aorta descendens. De ontwikkeling van de aorta en truncus pulmonalis uit een gemeenschappelijke truncus arteriosus door een spiraalvormig septum verklaart hun gedraaide ligging bij volwassenen [14](#page=14) [16](#page=16).
* **Vena cava superior en inferior:** Deze aderen voeren bloed naar het rechter atrium. Het thoracale deel van de vena cava inferior is kort omdat het hart direct op het diafragma rust [16](#page=16) [19](#page=19) [20](#page=20).
* **Venae pulmonales:** Vier venen die zuurstofrijk bloed vanuit de longen aanvoeren naar het linker atrium [11](#page=11) [21](#page=21).
* **Auricula (hartoortje):** Uitstulpingen van de atria, rechts (rechter auricula) en links (linker auricula), die zich rond de oorsprong van de grote slagaders wikkelen [16](#page=16).
* **Ligamentum arteriosum:** Het overblijfsel van de ductus arteriosus, een kanaaltje dat tijdens de foetale ontwikkeling bloed van de arteria pulmonalis naar de aortaboog leidde [17](#page=17).
* **Diafragma:** Het hart rust op het centrum tendineum van het diafragma, dat onder het hart ligt [18](#page=18) [20](#page=20).
#### 1.2.2 Pericard (hartzakje)
Het hart bevindt zich in een hartzakje, het pericardium, dat bestaat uit een pariëtale (buitenste) en viscerale (binnenste) laag. Het pericard beschermt het hart en zorgt voor bewegingsvrijheid. Tussen het hart en het pariëtale blad bevinden zich pericardiale ruimten [11](#page=11) [12](#page=12):
* **Sinus transversus pericardii:** Een anatomisch kanaal tussen de aorta en de truncus pulmonalis, chirurgisch belangrijk voor het controleren van grote vaten [21](#page=21).
* **Sinus obliquus:** Ligt achter het hart, tussen de instroomzone van de vier venae pulmonales in het linker atrium [22](#page=22).
### 1.3 De hart als pomp
Het hart wordt beschouwd als een zelfregelende zuig- en drukpomp. De pompfunctie is een gevolg van de gecontroleerde samentrekkingen (systole) en ontspanningen (diastole) van de hartspier, geholpen door de beweging van de kleppen en het ventielvlak. De drukverschillen die hierbij ontstaan, sturen de bloedstroom door de circulatie [2](#page=2) [5](#page=5) [6](#page=6).
> **Tip:** Het is cruciaal om de anatomische beelden van het hart goed te leren, aangezien deze vaak terugkomen als open vragen op examens [23](#page=23) [9](#page=9).
### 1.4 Bloedvoorziening van het hart
De kransslagaders (coronairen) voorzien het hart van bloed. Deze lopen in de sulcus interventricularis anterior en de sulcus coronarius. Bij verstopping van deze slagaders kan een hartinfarct optreden [13](#page=13) [18](#page=18) [20](#page=20).
### 1.5 Beeldvorming van het hart
Radiologische beelden, zoals longfoto's, maken het mogelijk om hartstructuren te herkennen aan de hand van hartcontouren [24](#page=24).
* De rechterhartgrens wordt gevormd door het rechter atrium en de vena cava superior [24](#page=24).
* De linkerhartgrens wordt gedomineerd door het linker ventrikel, met hogerop de schaduw van het linker hartoortje en de linker arteria pulmonalis, gevolgd door de aortaboog [24](#page=24).
* In een lateraal beeld wordt duidelijk dat het linker atrium het meest dorsale deel van het hart vormt [24](#page=24).
---
# Ruimtelijke oriëntatie en anatomische structuren van het hart
Dit gedeelte behandelt de driedimensionale ligging van het hart in de borstkas, de verschillende anatomische aanzichten, en de specifieke structuren van het hart en zijn omgeving.
### 2.1 Algemene positionering en anatomische vlakken
Het hart is gelegen in het borstkascompartiment, tussen de linker en rechter long. Het is een geometrische kegel waarvan de apex naar links en enigszins naar voren wijst. Deze positie creëert een schuine as van ongeveer 45° met het frontale vlak. Het hart heeft een relatie met de wervelkolom, waarbij de achterwand van het hart dicht tegen de wervels ligt [12](#page=12) [13](#page=13) [7](#page=7) [9](#page=9).
**Anatomische aanzichten:**
* **Ventraal (voorzijde):** Dit aanzicht wordt gedomineerd door het rechter ventrikel. Een klein deel van het linker ventrikel is zichtbaar aan de zijkant [13](#page=13) [16](#page=16) [18](#page=18) [9](#page=9).
* **Dorsaal (achterzijde):** Dit aanzicht, ook wel de basis cordis genoemd, toont vooral de grote vaten waaraan het hart bevestigd is. Het linker atrium vormt een significant deel van de achterwand [21](#page=21) [23](#page=23) [24](#page=24).
* **Sagittaal (zijwaarts):** Een sagittale doorsnede toont de relatie van het hart met de slokdarm en de wervelkolom [15](#page=15).
* **Transversaal (dwarsdoorsnede):** Dit aanzicht van caudaal (van onderen) bekeken, toont de relatieve posities van de atria en ventrikels [7](#page=7) [9](#page=9).
**Tip:** Het is cruciaal om de anatomische beelden altijd vanuit het perspectief van de patiënt te bekijken [7](#page=7).
### 2.2 Hartkamers en kleppen
Het hart bestaat uit vier hoofdonderdelen: het linker ventrikel, het rechter ventrikel, de linker voorkamer (atrium) en de rechter voorkamer (atrium) [7](#page=7).
* **Ventrikels:** Het linker ventrikel heeft een significant dikkere spierwand dan het rechter ventrikel, omdat het bloed met veel hogere druk naar het hele lichaam moet pompen. Het rechter ventrikel heeft een dunnere wand omdat het bloed enkel naar de longen stuurt [7](#page=7) [9](#page=9).
* **Atria:** De atria hebben een dunnere spierwand dan de ventrikels. Het linker atrium ligt het meest dorsaal van alle vier hartkamers. Het rechter atrium bevindt zich anterolateraal [11](#page=11) [15](#page=15) [19](#page=19) [24](#page=24) [9](#page=9).
* **Septa:** Tussen de atria bevindt zich het **septum interatriale**, en tussen de ventrikels het **septum interventriculaire** [9](#page=9).
**Atrioventriculaire kleppen:** Deze kleppen bevinden zich tussen de voorkamers en de kamers. Aan de rechterkant is dit de **valva atrioventricularis dextra** en aan de linkerkant de **valva atrioventricularis sinistra**. Ze zorgen ervoor dat bloed in de juiste richting stroomt (van atrium naar ventrikel) en voorkomen terugstroming tijdens de ventrikelcontractie (systole) [10](#page=10) [7](#page=7) [9](#page=9).
**Chordae tendineae en papillaire spieren:** De atrioventriculaire kleppen zijn verbonden met de spierwand van de ventrikels via kleine koordjes, de **chordae tendineae**. Deze koordjes zijn verbonden met kleine spieruitlopers aan de ventrikelwand, de **papillaire spieren** (mm. papillares), die dienen als ankerpunten en voorkomen dat de kleppen terugklappen in de atria tijdens de ventrikelcontractie [10](#page=10).
### 2.3 Relatie met omringende structuren
**Pericardium (hartzakje):** Het hart bevindt zich in een hartzakje, het pericardium, dat bestaat uit twee lagen: de buitenste **pariëtale pericard** en de binnenste **viscerale pericard**. Het pericardium beschermt het hart en zorgt voor bewegingsvrijheid binnen de borstkas. Bij chirurgische ingrepen moet het pericardium eerst geopend worden om het hart zichtbaar te maken [11](#page=11) [12](#page=12).
**Grote bloedvaten:**
* **Aorta:** De oorsprong van de aorta ligt uit het linker ventrikel en is ventraal verborgen achter de truncus pulmonalis. De aortaboog, de **arcus aortae**, loopt naar links en dorsaal, waarna de **pars descendens** (dalende aorta) volgt [13](#page=13) [16](#page=16) [21](#page=21).
* **Truncus pulmonalis:** Deze grote slagader ontspringt uit het rechter ventrikel en splitst zich vrijwel onmiddellijk in de linker en rechter arteria pulmonalis [13](#page=13) [16](#page=16) [18](#page=18).
* **Venae pulmonales:** Vier venae pulmonales (twee uit elke long) voeren zuurstofrijk bloed aan naar het linker atrium [11](#page=11) [21](#page=21).
* **Venae cavae:** De **vena cava superior** mondt craniaal uit in het rechter atrium. De **vena cava inferior** mondt caudaal uit in het rechter atrium. Het thoracale deel van de vena cava inferior is kort, omdat het hart direct op het diafragma rust [16](#page=16) [19](#page=19) [20](#page=20).
**Andere structuren:**
* **Slokdarm:** De slokdarm ligt achter het hart en loopt tegen de wervelkolom. Dit maakt transoesofageale echografie mogelijk [11](#page=11) [15](#page=15).
* **Diafragma:** Onder het hart bevindt zich het diafragma, waarop het hart rust [18](#page=18) [20](#page=20).
* **Ligamentum arteriosum:** Dit is het overblijfsel van de ductus arteriosus, een verbinding tussen de arteria pulmonalis en de aortaboog tijdens de foetale ontwikkeling [17](#page=17) [18](#page=18).
### 2.4 Sulci en uitstulpingen
Het hartoppervlak vertoont groeven (sulci) die de grenzen tussen verschillende delen aangeven en belangrijke bloedvaten bevatten:
* **Sulcus interventricularis anterior:** Dit is de groeve tussen het linker en rechter ventrikel aan de voorzijde van het hart. Hier lopen de kransslagaders (coronairen). Deze sulcus eindigt bij de apex van het hart [13](#page=13) [16](#page=16).
* **Sulcus interventricularis posterior:** Dit is de voortzetting van de sulcus interventricularis anterior aan de achterzijde van het hart [13](#page=13) [20](#page=20).
* **Sulcus coronarius (atrioventriculaire sulcus):** Deze groeve scheidt de atria van de ventrikels. Hij bevat delen van de coronairvaten en de sinus coronarius (een grote ader) [13](#page=13) [16](#page=16) [20](#page=20) [21](#page=21).
**Auriculae (hartoortjes):** Dit zijn uitstulpingen van de atria. Er is een **rechter auricula** en een **linker auricula**. Ze draaien zich rond de oorsprong van de grote slagaders die uit de ventrikels vertrekken [16](#page=16).
**Incisura apicis cordis:** Een kleine inkeping net naast de hartpunt (apex) [16](#page=16).
### 2.5 Pericardiale holtes (sinussen)
Er zijn natuurlijke ruimtes binnen het hartzakje die chirurgisch relevant zijn:
* **Sinus transversus pericardii:** Een anatomisch kanaal gelegen tussen de aorta en de truncus pulmonalis. Hier kan relatief eenvoudig een klem geplaatst worden om tijdelijk de grote vaten te controleren bij bloedingen of tijdens hartchirurgie [21](#page=21).
* **Sinus obliquus:** Gelegen achter het hart, tussen de instroomzone van de vier venae pulmonales in het linker atrium [21](#page=21) [22](#page=22).
**Tip:** Leer de afbeeldingen van de verschillende aanzichten van het hart goed; deze komen vaak als open vragen op examens [23](#page=23).
### 2.6 Beeldvorming van het hart
Op radiologische beelden, zoals een longfoto, kunnen de hartcontouren herkend worden [24](#page=24).
* De rechterhartgrens wordt voornamelijk gevormd door het rechter atrium, dat craniaal overgaat in de vena cava superior [24](#page=24).
* Aan de linkerzijde wordt de contour sterk bepaald door het linker ventrikel. Hogerop zijn de schaduw van het linker hartoortje en de linker arteria pulmonalis zichtbaar, gevolgd door de aortaboog [24](#page=24).
* In een lateraal of profielbeeld is het linker atrium prominent aanwezig, als het meest dorsale en hoog gelegen compartiment [24](#page=24).
---
# Specifieke anatomische structuren en hun functies
Dit onderwerp biedt een gedetailleerd overzicht van cruciale anatomische structuren van het hart en hun functionele betekenis, met speciale aandacht voor hun rol in chirurgische procedures.
### 3.1 De atrioventriculaire kleppen en hun ondersteuning
De atrioventriculaire kleppen (mitralisklep en tricuspidalisklep) zijn essentieel voor de unidirectionele bloedstroom van de atria naar de ventrikels. Ze zijn verbonden met de ventrikelwand via de **chordae tendineae**, die functioneren als kleine koorden die de kleppen stevig vasthouden tijdens de ventriculaire contractie. Deze koorden voorkomen dat de kleppen terugklappen in de atria. De chordae tendineae hechten aan kleine spieruitlopers aan de ventrikelwand, de zogenaamde **papillaire spieren**. Deze spieren vormen de pilaren waaraan de koorden vastzitten, waardoor het kleppenstelsel op zijn plaats blijft en bloed tijdens de systole in de juiste richting stroomt [10](#page=10).
### 3.2 Het pericardium
Het hart bevindt zich in een beschermend hartzakje, het **pericardium**. Dit vlies bestaat uit twee lagen: het buitenste **pariëtale pericard** en het binnenste **viscerale pericard** (ook wel epicard genoemd). Deze dubbele laag beschermt het hart en biedt bewegingsvrijheid binnen de borstkas. Bij hartoperaties moet het pericardium eerst geopend worden om het hart te kunnen bereiken. Het hart ligt los in het pericard, maar blijft verbonden met de grote bloedvaten [11](#page=11) [12](#page=12).
### 3.3 Oriëntatie en oppervlaktestructuren van het hart
Het hart wordt beschreven als een geometrische kegel met de apex (hartpunt) wijzend naar links en enigszins naar voren. De hartas vormt een hoek van ongeveer 45° met het frontale vlak [12](#page=12) [13](#page=13).
* **Sulcus interventricularis anterior:** Deze groeve scheidt het linker en rechter ventrikel aan de voorzijde van het hart. De **kransslagaders (coronairen)** lopen in deze sulcus en zijn cruciaal voor de bloedtoevoer naar het hart zelf. Verstoppingen hier kunnen leiden tot een hartinfarct [13](#page=13).
* **Sulcus coronarius (atrioventriculaire sulcus):** Deze groeve scheidt de atria van de ventrikels. De kransslagaders bevinden zich ook in deze sulcus [13](#page=13) [16](#page=16).
* **Rechter ventrikel:** Dit ventrikel vormt het grootste deel van de voorste wand van het hart [13](#page=13).
* **Truncus pulmonalis:** Deze grote slagader ontspringt uit het rechter ventrikel en splitst zich in de linker en rechter arteria pulmonalis [13](#page=13).
* **Aorta:** De oorsprong van de aorta ligt in het linker ventrikel. Deze zit ventraal verborgen achter de truncus pulmonalis, waardoor slechts een klein deel van het linker ventrikel aan de voorkant zichtbaar is. De aorta draait later omhoog en wordt parallel aan de truncus pulmonalis. De **arcus aortae** is de boog van de aorta die naar links en dorsaal loopt [13](#page=13) [16](#page=16).
* **Rechter atrium:** Dit atrium ligt meer dorsaal, maar de **vena cava superior** die erin uitmondt, is goed zichtbaar (#page=11, 16). Het rechter atrium heeft een uitstulping, de **rechter auricula**, die een grillige structuur heeft [11](#page=11) [16](#page=16).
* **Linker atrium:** Dit atrium is het meest dorsale van de vier hartkamers en ontvangt zuurstofrijk bloed uit de longen via de vier **venae pulmonales** (#page=11, 21) [11](#page=11) [21](#page=21).
* **Linker auricula:** Dit is de uitstulping van het linker atrium [16](#page=16).
* **Ligamentum arteriosum (ductus arteriosus van Botal):** Dit is een overblijfsel van een kanaal dat tijdens de foetale ontwikkeling bloed van de arteria pulmonalis naar de aortaboog liet stromen (#page=17, 16) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Incisura apicis cordis:** Een kleine inkeping net naast de hartpunt [16](#page=16).
* **Diafragma:** Het hart rust op het diafragma, dat bestaat uit een spiergedeelte en een peescentrum (centrum tendineum) (#page=18, 20) [18](#page=18) [20](#page=20).
### 3.4 De kransslagaders en chirurgische relevantie
De **kransslagaders (coronairen)** bevinden zich in de sulci (groeven) van het hart en zijn essentieel voor de eigen bloedvoorziening van het hart. Bij dissecties liggen deze slagaders vaak ingebed in het vetweefsel dat het hart bedekt, wat ze bij bypassoperaties moeilijker vindbaar maakt voor chirurgen (#page=16, 18) [13](#page=13) [16](#page=16) [18](#page=18).
### 3.5 Pericardiale sinussen
Er bevinden zich twee belangrijke anatomische ruimtes binnen het pericard:
* **Sinus transversus pericardii:** Dit is een anatomisch kanaal gelegen tussen de aorta en de truncus pulmonalis. Deze ruimte is chirurgisch relevant, omdat er bij bloedingen of tijdens hartchirurgie relatief eenvoudig een klem geplaatst kan worden om tijdelijk de grote vaten te controleren [21](#page=21).
* **Sinus obliquus:** Deze ruimte ligt achter het hart, tussen de instroomzone van de vier venae pulmonales in het linker atrium (#page=21, 22). Beide sinussen behoren tot de pericardiale holte en zijn bekleed door het hartzakje [21](#page=21) [22](#page=22).
### 3.6 Beeldvorming van het hart
Radiologische beelden, zoals een longfoto, tonen hartcontouren die overeenkomen met de anatomische structuren [24](#page=24).
* De rechterhartgrens wordt voornamelijk gevormd door het rechter atrium, dat craniaal overgaat in de vena cava superior [24](#page=24).
* De vena cava inferior is minder zichtbaar in het thoracale deel vanwege de korte lengte en de rust van het hart op het diafragma [24](#page=24).
* Het diafragmatische vlak toont voornamelijk de rechter voorkamer, rechterkamer en een kleiner deel van het linker ventrikel [24](#page=24).
* De linkerzijde van het hart wordt gedomineerd door de contour van het linker ventrikel. Hogerop zijn de schaduw van de linker auricula en de linker arteria pulmonalis zichtbaar, gevolgd door de aortaboog [24](#page=24).
* In een lateraal (profiel)beeld wordt het dorsale deel van het hart gevormd door het linker atrium, dat het meest dorsale en hoogst gelegen compartiment is [24](#page=24).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Cardiovasculair systeem | Het cardiovasculair systeem is het circulatiesysteem dat verantwoordelijk is voor het transporteren van bloed, voedingsstoffen, zuurstof, koolstofdioxide, hormonen en andere stoffen door het lichaam, met het hart als centrale pomp. |
| Atria | De twee bovenste holtes van het hart, de linker- en rechtervoorkamer, die bloed ontvangen van het lichaam en de longen en dit doorgeven aan de ventrikels. |
| Ventrikels | De twee onderste holtes van het hart, de linker- en rechterkamer, die bloed vanuit de atria ontvangen en krachtig wegpompen naar respectievelijk het lichaam en de longen. |
| Systolische druk | De maximale bloeddruk die wordt gemeten tijdens de contractie (systole) van de linkerhartkamer, wanneer bloed in de aorta wordt gepompt. Dit is de hogere waarde van de bloeddrukmeting. |
| Diastolische druk | De minimale bloeddruk die wordt gemeten wanneer de hartkamers ontspannen (diastole) en zich vullen met bloed. Dit is de lagere waarde van de bloeddrukmeting. |
| Debiet | De hoeveelheid bloed die per tijdseenheid door het hart wordt rondgepompt, uitgedrukt in liters per minuut. Het debiet van het linkerhart is doorgaans iets hoger dan dat van het rechterhart. |
| Bronchiale circulatie | Een speciaal bloedvatenstelsel dat de bronchien en kleine luchtwegen van de longen voorziet van zuurstofrijk bloed uit het systemische circuit, dat deels terugstroomt naar het linker atrium. |
| Coronaire arterien | Slagaders die het hart zelf van bloed voorzien. Deze vertakken zich vanuit de aorta en lopen in de sulci van het hart. |
| Chordae tendineae | Kleine peesachtige koordjes die de randen van de atrioventriculaire kleppen (mitralis- en tricuspidalisklep) verbinden met de papillaire spieren in de ventrikels. Ze voorkomen terugslag van de kleppen tijdens ventrikelcontractie. |
| Papillaire spieren | Kleine spieruitstulpingen aan de binnenwand van de ventrikels waaraan de chordae tendineae gehecht zijn. Ze spelen een cruciale rol bij het openen en sluiten van de atrioventriculaire kleppen. |
| Pericardium | Het hartzakje, een dubbelwandig vlies dat het hart omgeeft en beschermt. Het bestaat uit een buitenste pariëtale laag en een binnenste viscerale laag, gescheiden door een kleine hoeveelheid pericardvocht. |
| Sinus transversus pericardii | Een chirurgisch belangrijke anatomische ruimte in het hartzakje, gelegen tussen de aorta en de truncus pulmonalis. Hier kan een klem geplaatst worden om de bloedtoevoer tijdelijk te controleren. |
| Sinus obliquus | Een andere pericardiale ruimte, gelegen achter het hart tussen de instroomzone van de venae pulmonales in het linker atrium. |
| Apex cordis | De punt van het hart, gevormd door het linker ventrikel, die naar voren, beneden en links gericht is. |
| Sulcus interventricularis | Een groef aan de buitenzijde van het hart die de grens aangeeft tussen het linker en rechter ventrikel. In deze sulcus lopen de kransslagaders. |
| Sulcus coronarius | Een groef die de atria scheidt van de ventrikels en waarin de coronairvaten lopen. |
| Truncus pulmonalis | De longslagader die vanuit het rechter ventrikel ontspringt en zich splitst in de linker- en rechter arteria pulmonalis, welke bloed naar de longen transporteren. |
| Aorta | De grootste slagader van het lichaam, die zuurstofrijk bloed vanuit het linker ventrikel naar de rest van het lichaam pompt. De aorta heeft een opstijgend deel, een aortaboog en een dalend deel. |