Cover
Start nu gratis 2526_Acute wondzorg (1) (1).pptx
Summary
# Wondzorgprotocollen en -strategieën
Dit onderwerp verkent de essentiële protocollen en strategieën die worden toegepast voor een effectieve wondzorg, met als doel het bevorderen van optimale wondgenezing.
### 1.1 Principes van wondzorg
Wondzorg omvat een systematische aanpak gericht op het creëren van een optimaal genezingsmilieu. Dit houdt in:
* **Reiniging:** Essentieel voor het verwijderen van vuil, bacteriën en necrotisch weefsel.
* **Ondersteuning van het genezingsproces:** Het creëren van een vochtig wondmilieu bevordert celmigratie en -groei.
* **Preventie van infecties:** Door gepaste hygiënemaatregelen en wondbedekking.
### 1.2 Fasen van wondgenezing
De wondgenezing is een complex proces dat kan worden onderverdeeld in verschillende fasen:
#### 1.2.1 Hemostase (bloedstelping)
Direct na het ontstaan van een wond treedt de hemostase op. Bloedplaatjes aggregeren en vormen een stolsel om bloedingen te stoppen.
#### 1.2.2 Ontstekingsfase
Gedurende deze fase treedt een ontstekingsreactie op. Dit is een normale reactie die helpt bij het opruimen van beschadigd weefsel en bacteriën. Kenmerken zijn roodheid, zwelling, warmte en pijn.
#### 1.2.3 Proliferatiefase
In deze fase wordt nieuw weefsel gevormd. Granulatieweefsel vult de wondholte, angiogenese (vorming van nieuwe bloedvaten) vindt plaats en epithelisatie (vorming van nieuwe huid) begint aan de randen.
#### 1.2.4 Maturatie- of remodelleringsfase
Dit is de langste fase, waarin het nieuw gevormde weefsel wordt versterkt en geherstructureerd. Collageen wordt opnieuw gerangschikt, wat resulteert in een sterker, maar vaak nog dunner litteken.
### 1.3 Wondbeoordeling
Een grondige wondbeoordeling is de basis voor elke effectieve wondzorgstrategie. Belangrijke aspecten zijn:
* **Locatie en grootte:** Nauwkeurige documentatie van de afmetingen (lengte, breedte, diepte) en positie van de wond.
* **Wondbedekking:** Beoordeling van de aanwezigheid van granulatieweefsel, epitheel, necrose, fibrinebeslag of infectietekenen.
* **Wondranden:** Evaluatie van de staat van de wondranden, zoals maceratie, eeltvorming of ondermijning.
* **Exsudaat:** Aard, hoeveelheid, kleur en geur van het wondvocht.
* **Pijn:** Beoordeling van het pijnniveau en de eventuele oorzaak.
* **Infectietekenen:** Zoals roodheid, warmte, zwelling, pijn, pusvorming of koorts.
* **Oligurie:** Verminderde urineproductie, kan duiden op systemische problematiek.
### 1.4 Wondreiniging
Adequate wondreiniging is cruciaal voor het bevorderen van genezing en het voorkomen van infecties.
#### 1.4.1 Materialen voor reiniging
* **Spoelvloeistoffen:** Gebruik bij voorkeur steriele zoutoplossing ($0.9\%$ NaCl) of kraanwater (indien steriel water niet beschikbaar is en de toepassing geen hoog risico op infectie met zich meebrengt). Vermijd sterk bruisende vloeistoffen voor het reinigen van diepe wonden.
* **Zeep:** Milde, neutrale zeep kan gebruikt worden, maar moet altijd goed worden nagespoeld.
* **Ontsmettingsmiddelen:** Alcohol en chloorhexidine 4% kunnen worden overwogen voor specifieke situaties, maar voorzichtigheid is geboden vanwege mogelijke toxiciteit voor granulatieweefsel.
#### 1.4.2 Technieken voor reiniging
* **Mechanische reiniging:** Gebruik van een zachte gaaskompres of een borstel om vuil en debris te verwijderen.
* **Spoelen:** Grondig spoelen van de wond met een ruime hoeveelheid spoelvloeistof om losgekomen deeltjes weg te spoelen.
> **Tip:** De keuze van het reinigingsmiddel moet gebaseerd zijn op de specifieke wondkenmerken en het doel van de reiniging.
### 1.5 Wondbedekking
De keuze van de juiste wondbedekking is essentieel voor het creëren van een optimaal genezingsklimaat en het beschermen van de wond. Er zijn diverse soorten wondbedekkingen, elk met specifieke eigenschappen:
#### 1.5.1 Hydrocolloïden
Deze dekkingen vormen een gel bij contact met wondvocht, wat zorgt voor een vochtig milieu. Ze zijn geschikt voor matig tot licht exsuderende wonden en kunnen tot meerdere dagen blijven zitten.
#### 1.5.2 Alginaatverbanden
Gemaakt van zeewier, alginaten vormen een hydrogel in contact met wondvocht en zijn zeer absorberend. Ze zijn ideaal voor sterk exsuderende wonden en bloedende wonden.
#### 1.5.3 Schuimverbanden
Deze verbanden bestaan uit een hydrofiele schuimlaag die exsudaat absorbeert en een semi-permeabel membraan dat de wond beschermt tegen bacteriën en vochtverlies. Ze zijn geschikt voor een breed scala aan wonden.
#### 1.5.4 Hydrogels
Hydrogels bieden vocht aan droge wonden en hebben een verkoelend effect. Ze zijn nuttig voor necrose, fibrinebeslag en droge wonden.
#### 1.5.5 Vliezen (films)
Dunne, transparante polyurethaanfilms die een barrière vormen tegen bacteriën en water, terwijl ze gasuitwisseling mogelijk maken. Geschikt voor oppervlakkige wonden of als secundaire fixatie.
#### 1.5.6 Contactlagen
Dunne, niet-klevende lagen die direct op de wond worden aangebracht en helpen bij het voorkomen van verkleving van secundaire verbanden.
#### 1.5.7 Compressieverbanden
Gebruikt bij veneuze ulcera om de veneuze terugvloed te verbeteren en oedeem te verminderen.
### 1.6 Strategieën voor specifieke wondtypes
#### 1.6.1 Acute wonden
* **Snijwonden, schaafwonden:** Reinigen, sluiten (indien nodig) en bedekken met een wondpleister of steriel gaaskompres.
* **Chirurgische wonden:** Indien deze primair sluiten, is het gebruik van lokale antimicrobiële middelen doorgaans niet nodig om het risico op wondinfecties te verminderen. Reiniging en afdekking met een steriel verband zijn standaard.
#### 1.6.2 Chronische wonden
Chronische wonden, zoals ulcus cruris of decubitus, vereisen een meer multidisciplinaire aanpak.
* **Debridement:** Verwijderen van necrotisch weefsel en fibrinebeslag is cruciaal. Dit kan mechanisch, enzymatisch, autolytisch of chirurgisch gebeuren.
* **Behandeling van oorzaak:** Adresseren van de onderliggende oorzaak (bv. compressietherapie bij veneuze ulcera, drukvermindering bij decubitus).
* **Infectiebeheersing:** Behandelen van eventuele infecties met antibiotica (indien geïndiceerd) en het gebruik van antimicrobiële verbanden.
### 1.7 Preventie van wondinfecties
* **Hygiëne:** Goede handhygiëne en aseptische technieken tijdens elke wondbehandeling.
* **Juiste wondbedekking:** Keuze van een verband dat de wond beschermt tegen externe contaminatie.
* **Regelmatige wondinspectie:** Vroegtijdige detectie van infectietekenen.
> **Tip:** De ISTAP (International Standard of Training, Assessment and Practice) richtlijnen bieden een raamwerk voor gestandaardiseerde wondzorg.
### 1.8 Documentatie
Nauwegezet documentatie van elke wondbehandeling is essentieel voor continuïteit van zorg, evaluatie van de voortgang en communicatie tussen zorgverleners. Dit omvat:
* Datum en tijd van de verzorging.
* Gedetailleerde beschrijving van de wondbeoordeling.
* Type en hoeveelheid gebruikt materiaal.
* Eventuele uitgevoerde interventies.
* Reactie van de patiënt.
Dit samenvattende overzicht biedt een fundamentele basis voor het begrijpen van wondzorgprotocollen en -strategieën, gericht op het bevorderen van een efficiënte en effectieve wondgenezing.
---
# Preventie van chirurgische-sitesinfecties (CSI)
Dit thema focust op de preventieve maatregelen en richtlijnen ter voorkoming van infecties op chirurgische wonden, met specifieke nadruk op het rationele gebruik van antimicrobiële middelen en andere effectieve strategieën.
### 2.1 Algemene principes en risicofactoren
Chirurgische-sitesinfecties (CSI's) vormen een significante complicatie na operaties en kunnen leiden tot verlengde ziekenhuisopnames, additionele kosten en verhoogde morbiditeit. Preventie is daarom cruciaal en berust op een multifactoriële aanpak die de patiënt, de chirurgische procedure en de postoperatieve zorg omvat.
#### 2.1.1 Patiëntgerelateerde factoren
Verschillende patiëntkenmerken kunnen het risico op het ontwikkelen van een CSI verhogen:
* **Leeftijd:** Oudere patiënten hebben een verhoogd risico.
* **Co-morbiditeiten:** Aandoeningen zoals diabetes mellitus, obesitas, immuunsuppressie en perifere vaatziekten verhogen de kwetsbaarheid.
* **Voedingsstatus:** Malnutritie kan de wondgenezing compromitteren.
* **Colonisation met resistente micro-organismen:** De aanwezigheid van bacteriën zoals *Staphylococcus aureus* (inclusief MRSA) op de huid van de patiënt is een belangrijke risicofactor.
#### 2.1.2 Proceduregerelateerde factoren
De aard van de chirurgische ingreep speelt een directe rol:
* **Type operatie:** Gecontamineerde en Dirty-Clean operaties hebben een inherente hogere risicofactor dan Clean operaties.
* **Duur van de operatie:** Langere chirurgische procedures verhogen de blootstelling aan contaminatie.
* **Chirurgische techniek:** De mate van weefselschade, het gebruik van implantaten en de bloedingscontrole zijn van belang.
* **Locatie van de incisie:** Infecties komen vaker voor in bepaalde anatomische gebieden.
#### 2.1.3 Omgevings- en persoonlijke hygiëne
De hygiënische omstandigheden in de operatiekamer en de persoonlijke hygiëne van het chirurgisch team zijn essentieel:
* **Steriliteit van instrumentarium en materialen:** Strikte naleving van steriliteitsprotocollen is vereist.
* **Handhygiëne:** Adequaat handen wassen en desinfecteren van zowel het chirurgisch team als de patiënt is een hoeksteen van preventie.
* **Antimicrobiële middelen:** Het gebruik van antiseptica voor de huidpreparatie van de patiënt en de chirurgische handen is van groot belang. Alcoholische desinfectiemiddelen met chloorhexidine worden vaak aanbevolen.
### 2.2 Preoperatieve maatregelen
Voordat de operatie begint, kunnen diverse maatregelen genomen worden om het risico op CSI te minimaliseren.
#### 2.2.1 Patiëntvoorbereiding
* **Snelle ontwenningsperiode van roken:** Roken compromitteert de zuurstoftoevoer naar weefsels, wat wondgenezing vertraagt. Patiënten wordt geadviseerd om zo mogelijk ruim voor de ingreep te stoppen met roken.
* **Optimalisatie van bloedglucosewaarden:** Bij diabetische patiënten is een goede controle van de bloedsuikerspiegel essentieel. Hyperglycemie kan de immuunfunctie negatief beïnvloeden en de kans op infectie verhogen.
* **Preoperatieve antibiotica profylaxe:** Het toedienen van antibiotica vóór de incisie is een van de meest effectieve preventieve maatregelen voor veel chirurgische procedures.
* **Timing:** De antibiotica moeten binnen een bepaald tijdsvenster vóór de incisie worden toegediend om effectief te zijn. Dit tijdsinterval is afhankelijk van het type antibioticum en de halfwaardetijd.
* **Keuze van antibioticum:** De keuze is gebaseerd op de meest waarschijnlijke pathogenen die geassocieerd worden met de specifieke chirurgische ingreep en de lokale resistentiepatronen. Vaak zijn dit breedspectrum antibiotica die effectief zijn tegen grampositieve bacteriën, zoals cefazoline.
* **Herhalingsdosering:** Indien de operatie lang duurt of er veel bloedverlies is, kan een herhalingsdosering van de profylaxe noodzakelijk zijn.
* **Naleving van de "Surgical Care Improvement Project" (SCIP) richtlijnen:** Deze richtlijnen bevatten diverse aanbevelingen voor chirurgische zorg, waaronder antibiotica profylaxe en de temperatuur van de patiënt.
#### 2.2.2 Huidhygiëne
* **Douchepreparatie met antimicrobiële zeep:** Patiënten wordt aangeraden om voor de operatie te douchen met een antimicrobiële zeep, zoals chloorhexidine zeep. Dit vermindert de bacteriële belasting op de huid.
* **Antisepsis van de chirurgische site:** Vlak voor de incisie moet de chirurgische site grondig gedesinfecteerd worden met een effectief antisepticum, zoals een oplossing van chloorhexidine in alcohol. De juiste techniek en droogtijd zijn hierbij van belang.
### 2.3 Intraoperatieve maatregelen
Tijdens de operatie zijn er diverse handelingen die het risico op CSI kunnen beïnvloeden.
#### 2.3.1 Chirurgische techniek en omgang met weefsels
* **Minimale weefselschade:** Voorzichtigheid bij het dissecteren en vermijden van onnodige trauma van weefsels is essentieel om de lokale afweer niet te compromitteren.
* **Goede hemostase:** Effectieve controle van bloedingen vermindert de vorming van hematomen, die een voedingsbodem kunnen zijn voor bacteriën.
* **Minimaliseren van de duur van blootstelling:** De incisie mag zo kort mogelijk open blijven staan.
* **Gebruik van steriele materialen en instrumenten:** Strikte naleving van steriele velden en technieken is cruciaal.
* **Wonddrainage:** Indien drainage noodzakelijk is, moet dit zorgvuldig gebeuren om introductie van bacteriën te voorkomen.
#### 2.3.2 Gebruik van antimicrobiële middelen (lokaal)
Het gebruik van lokale antimicrobiële middelen voor de chirurgische wond zelf, zoals zalven, wordt over het algemeen **niet aanbevolen** om het risico op CSI te verminderen bij wonden die primair genezen. Onderzoek heeft aangetoond dat de toepassing van actuele antimicrobiële middelen op chirurgische wonden die primair genezen, de kans op het ontwikkelen van een CSI niet significant verkleint.
> **Tip:** Hoewel lokaal antimicrobiële middelen voor de directe wondsluiting niet worden aanbevolen, kunnen ze wel nuttig zijn bij de behandeling van bestaande infecties of in specifieke risicosituaties, altijd in overleg met een arts.
### 2.4 Postoperatieve maatregelen
Ook na de operatie zijn er belangrijke stappen om CSI te voorkomen.
#### 2.4.1 Wondzorg
* **Aseptische wondbehandeling:** Het verbinden van de wond moet gebeuren met aseptische technieken om secundaire contaminatie te voorkomen.
* **Regelmatige inspectie:** De wond moet regelmatig geïnspecteerd worden op tekenen van infectie, zoals roodheid, zwelling, warmte, pijn en pusvorming.
* **Vervanging van verband:** Verbanden moeten worden vervangen wanneer ze vochtig, vuil of loskomen.
#### 2.4.2 Overwegingen voor specifieke patiënten
* **Patiënten met een verhoogd risico:** Bij patiënten met een hoog risico op CSI (bv. door een slechte algemene conditie, gecontamineerde ingrepen) kan een verlengde of aangepaste antibiotica profylaxe noodzakelijk zijn.
* **Patiënten met specifieke infecties:** Indien er een vermoeden is van een infectie, dient zo snel mogelijk een microbiologische kweek te worden afgenomen en een gerichte behandeling met antibiotica gestart te worden.
### 2.5 Richtlijnen en protocollen
De preventie van CSI is gebaseerd op evidence-based richtlijnen die continu geëvalueerd en bijgewerkt worden. Het implementeren van deze richtlijnen in de dagelijkse praktijk is cruciaal voor een effectieve reductie van CSI's. Belangrijke organisaties die richtlijnen publiceren zijn onder andere nationale gezondheidsorganisaties en internationale expertisegroepen. Het naleven van deze protocollen, inclusief de juiste toepassing van handhygiëne, het correct toedienen van antibiotica profylaxe en het hanteren van steriele technieken, vormt de basis voor patiëntveiligheid.
---
# Hygiëne en desinfectie bij wondbehandeling
Dit hoofdstuk behandelt de essentiële hygiëneprotocollen en het gebruik van desinfectiemiddelen, zoals alcohol en chloorhexidine, tijdens wondreiniging en -verzorging.
### 3.1 Algemene principes van wondreiniging
Effectieve wondreiniging is de eerste stap in een goede wondzorg en heeft als doel het verwijderen van vuil, bacteriën en andere contaminanten uit de wond. Dit draagt bij aan het voorkomen van infecties en bevordert het genezingsproces.
### 3.2 Desinfectie van de huid rond de wond
Na de reiniging is het essentieel om de huid rondom de wond te desinfecteren om het aantal micro-organismen op de intacte huid te reduceren. Dit voorkomt de overdracht van pathogenen naar de wond.
#### 3.2.1 Gebruik van alcohol
Alcohol is een veelgebruikt desinfectiemiddel met een breed spectrum aan antimicrobiële activiteit. Het werkt snel en is effectief tegen bacteriën, virussen en schimmels.
* **Werkingsmechanisme:** Alcohol denatureert eiwitten van micro-organismen, wat leidt tot cellysis.
* **Toepassing:** Alcohol wordt doorgaans gebruikt in concentraties van 70% tot 80% voor huiddesinfectie. Lagere concentraties zijn minder effectief en hogere concentraties denatureren eiwitten te snel, waardoor de penetratie in micro-organismen vermindert.
* **Voorzorgsmaatregelen:** Alcohol is brandbaar, dus het moet met zorg worden toegepast en opgeslagen. Het kan ook irriterend zijn voor de huid bij langdurig of herhaald gebruik.
#### 3.2.2 Gebruik van chloorhexidine
Chloorhexidine is een antiseptisch middel dat ook effectief is tegen een breed scala aan micro-organismen. Het heeft een langdurige werking en is minder irriterend dan alcohol voor veel patiënten.
* **Werkingsmechanisme:** Chloorhexidine bindt zich aan de celmembranen van micro-organismen, waardoor de integriteit van de celwand wordt verstoord en celdood optreedt.
* **Toepassing:** Chloorhexidine wordt vaak gebruikt in concentraties van 1% tot 4% voor huiddesinfectie. Een veelgebruikte formulering is chloorhexidine in alcohol.
* **Voorzorgsmaatregelen:** Chloorhexidine mag niet in de ogen, oren of het centrale zenuwstelsel komen. Allergische reacties, hoewel zeldzaam, zijn mogelijk.
> **Tip:** De keuze tussen alcohol en chloorhexidine (of een combinatie) hangt af van de specifieke situatie, de patiëntkenmerken en de gevoeligheid voor bijwerkingen. Raadpleeg altijd de richtlijnen en productinformatie.
### 3.3 Reiniging met zeep
Zeep speelt een cruciale rol in de initiële reiniging van wonden. Het helpt bij het verwijderen van vuil, debris en overtollig wondvocht, waardoor de wond wordt voorbereid op desinfectie.
* **Functie:** Zeep werkt als een surfactant, wat betekent dat het de oppervlaktespanning van water verlaagt en de emulgatie van vetten en oliën bevordert. Dit maakt het makkelijker om verontreinigingen weg te spoelen.
* **Soorten:** Er zijn verschillende soorten zepen beschikbaar, waaronder milde, neutrale zepen die geschikt zijn voor de gevoelige huid en de wondomgeving.
* **Gebruik:** De zeep wordt gebruikt om de wond en de omliggende huid voorzichtig schoon te maken. Na het reinigen moet de zeep grondig worden afgespoeld met water of een steriele spoelvloeistof om zeepresten te voorkomen, die irritatie kunnen veroorzaken.
> **Voorbeeld:** Bij het verzorgen van een schaafwond wordt eerst milde zeep en water gebruikt om vuil en gruis te verwijderen. Daarna wordt de huid rond de wond gedesinfecteerd met een oplossing van chloorhexidine in alcohol voordat een verband wordt aangelegd.
### 3.4 Essentie van het voorkomen van wondinfecties
Het naleven van strikte hygiënenormen en de correcte toepassing van desinfectiemiddelen zijn fundamenteel voor het voorkomen van wondinfecties. Deze maatregelen minimaliseren de kans op introductie van pathogene micro-organismen in de wond, wat cruciaal is voor een efficiënte wondgenezing.
#### 3.4.1 Geen noodzaak voor antimicrobiële middelen bij primair gesloten wonden
Voor chirurgische wonden die primair genezen, is het gebruik van topische antimicrobiële middelen niet nodig om het risico op wondinfecties te verminderen. Dit betekent dat bij een schone, goed gesloten chirurgische incisie, zonder tekenen van infectie, het direct aanbrengen van antibiotica of andere antimicrobiële crèmes niet de standaard is. De focus ligt hierbij op goede chirurgische techniek en een aseptische wondverzorging.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Wondzorg | Het medische vakgebied dat zich bezighoudt met de preventie, behandeling en genezing van wonden, waarbij verschillende technieken en middelen worden ingezet om weefselschade te herstellen en complicaties te voorkomen. |
| Chirurgische-sitesinfectie (CSI) | Een infectie die optreedt op de plaats van een chirurgische incisie, die tot complicaties kan leiden en het genezingsproces vertraagt. Preventie is cruciaal. |
| Primaire intentie | Een wondgenezingsproces waarbij de wondranden direct tegen elkaar aanliggen en aan elkaar worden gehecht of gelijmd, wat leidt tot een snelle sluiting en minimale littekenvorming. |
| Antimicrobiële middelen | Stoffen die de groei van micro-organismen, zoals bacteriën, schimmels en virussen, remmen of doden. Ze worden gebruikt voor desinfectie en behandeling van infecties. |
| Desinfectie | Het proces van het doden of onschadelijk maken van ziekteverwekkende micro-organismen op oppervlakken of levend weefsel om infectie te voorkomen of te bestrijden. |
| Alcohol | Een veelgebruikt desinfectiemiddel dat effectief is tegen een breed spectrum aan micro-organismen door eiwitten te denatureren en celmembranen te beschadigen. |
| Chloorhexidine | Een breedspectrum antimicrobieel middel dat vaak wordt gebruikt als desinfectiemiddel voor de huid en slijmvliezen, bekend om zijn langdurige antibacteriële werking. |
| Reiniging (zeep) | Het proces van het verwijderen van vuil, lichaamsvloeistoffen en losse weefselresten van een wond met behulp van een milde zeepoplossing om de omgeving voor genezing voor te bereiden. |
| Wondgenezing | Het biologische proces waarbij beschadigd weefsel wordt hersteld na letsel, dat normaliter bestaat uit verschillende fasen zoals inflammatie, proliferatie en remodellering. |
| Topische middelen | Medicijnen of behandelingen die direct op het huidoppervlak of de wond worden aangebracht, in tegenstelling tot systemische toediening via bijvoorbeeld orale inname of injectie. |