Cover
Start nu gratis 15.pdf
Summary
# Basisprincipes van verbintenissen
Dit onderwerp introduceert het concept van een verbintenis als een juridische band tussen personen, gekoppeld aan vorderingsrechten, en definieert de betrokken partijen: schuldeiser, schuldenaar en derden.
### 1.1 Definitie en aard van een verbintenis
Een verbintenis is een juridische relatie tussen rechtssubjecten die betrekking heeft op een prestatie. Traditioneel werd een verbintenis gedefinieerd als een rechtsband waarbij één of meer personen jegens één of meer andere personen gehouden zijn iets te geven, te doen of te laten. Het huidige Burgerlijk Wetboek (BW) definieert een verbintenis als "een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een schuldenaar, indien nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen" (art. 5.1 BW) [1](#page=1).
Aan een verbintenis beantwoordt een vorderingsrecht. De titularis van een vorderingsrecht heeft recht op een prestatie (geven, doen of laten) van een ander persoon. Dit betekent dat aan elke verbintenis een vorderingsrecht beantwoordt en vice versa [1](#page=1).
#### 1.1.1 Terminologie: Schuldvordering en schuld
Voor een vorderingsrecht wordt vaak de term 'schuldvordering' gebruikt, en voor een verbintenis de term 'schuld' ] [1](#page=1).
#### 1.1.2 De partijen in een verbintenis
In een juridische relatie met betrekking tot een prestatie zijn er twee hoofdgroepen van personen [1](#page=1):
* **Schuldeisers**: de personen die recht hebben op een prestatie van anderen [1](#page=1).
* **Schuldenaars**: de personen die de plicht hebben om een prestatie aan anderen te leveren [1](#page=1).
Personen die buiten deze specifieke juridische relatie staan, worden **derden** genoemd. Twee verschillende schuldeisers van dezelfde schuldenaar zijn derden ten opzichte van elkaars schuldvordering, zelfs indien zij door verschillende rechtsbanden met die schuldenaar verbonden zijn [1](#page=1).
#### 1.1.3 Vorderingsrecht versus zakelijk recht
Een vorderingsrecht, ook wanneer de prestatie het geven van een goed betreft, blijft een zuiver vorderingsrecht en is geen zakelijk recht. Zolang het goed niet is overgedragen, heeft de schuldeiser geen onmiddellijke macht over het goed en geniet hij geen volgrecht of recht van voorrang [1](#page=1).
#### 1.1.4 Bronnen van verbintenissen
In tegenstelling tot zakelijke rechten, waarvan het aantal vastligt, kunnen vorderingsrechten en dus ook verbintenissen in principe in een onbeperkte variëteit ontstaan. Om deze materie systematisch te behandelen, wordt uitgegaan van de juridische ontstaanswijze, de zogenaamde bronnen van verbintenissen. De belangrijkste bronnen zijn de overeenkomst en de onrechtmatige daad. Andere onderwerpen die aan bod komen zijn het tenietgaan van verbintenissen en bijzondere overeenkomsten [1](#page=1).
> **Tip:** Het nieuwe Burgerlijk Wetboek (BW), ingevoerd bij Wet van 28 april 2022, is van kracht sinds 1 januari 2023. Echter, door overgangsmaatregelen blijft het oud BW nog lange tijd van toepassing op contracten en verbintenissen die vóór 2023 zijn ontstaan [2](#page=2).
### 1.2 Soorten verbintenissen (inleiding)
Verbintenissen kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld, niet enkel op basis van hun bronnen. Een belangrijke indeling betreft voorwaardelijke verbintenissen [2](#page=2).
#### 1.2.1 Voorwaardelijke verbintenissen
De uitvoering of de uitdoving van verbintenissen kan afhankelijk zijn van een **voorwaarde** . Een voorwaarde is een toekomstige en onzekere gebeurtenis (art. 5.139 BW). Er wordt onderscheid gemaakt tussen opschortende en ontbindende voorwaarden, en ook potestatieve voorwaarden [2](#page=2).
##### 1.2.1.1 Opschortende voorwaarde
Bij een opschortende voorwaarde stellen partijen de uitvoering van de verbintenis afhankelijk van een toekomstige en onzekere gebeurtenis. De vervulling van deze voorwaarde maakt de verbintenis opeisbaar (art. 5.139 BW) [2](#page=2).
> **Example:** Twee partijen sluiten een aannemingscontract onder de opschortende voorwaarde dat de bouwheer een bouwvergunning verkrijgt. Pas na toekenning van de bouwvergunning ontstaat de verplichting tot uitvoering van de contractuele verbintenissen. Als de bouwvergunning niet wordt toegekend, staat definitief vast dat de verbintenissen nooit uitgevoerd hoeven te worden [2](#page=2).
##### 1.2.1.2 Ontbindende voorwaarde
Bij een ontbindende voorwaarde stellen partijen de uitdoving van de verbintenissen afhankelijk van een toekomstige en onzekere gebeurtenis. De vervulling van de voorwaarde leidt tot het verdwijnen van de verbintenis (art. 5.139 BW) [2](#page=2).
> **Example:** Een handelaar verkoopt goederen aan een kleinhandelaar met de afspraak dat de kleinhandelaar de niet doorverkochte goederen na een bepaalde termijn mag teruggeven, waarna de verkoper de koopsom terugbetaalt (terugzendingsbeding). De verbintenissen zijn direct volledig uitgewerkt bij de verkoop, maar doven uit na verloop van tijd als de ontbindende voorwaarde (het niet kunnen verkopen van de goederen) vervuld is [2](#page=2).
##### 1.2.1.3 Potestatieve voorwaarde
Bij een potestatieve voorwaarde hangt de realisatie van de toekomstige en onzekere gebeurtenis af van de wil van de schuldenaar. Een zuivere en opschortende potestatieve voorwaarde is nietig, omdat de uitvoering van de verbintenis louter en alleen afhangt van de wil van de schuldenaar [2](#page=2).
---
# Soorten verbintenissen en tijdsbepalingen
Dit deel van het document behandelt verschillende categorisaties van verbintenissen, waarbij de nadruk ligt op hun afhankelijkheid van voorwaarden, tijdstippen, specifieke personen of prestaties, en hun deelbaarheid of ondeelbaarheid [2](#page=2) [3](#page=3) [4](#page=4).
### 2.1 Voorwaardelijke verbintenissen
De uitvoering of uitdoving van verbintenissen kan afhankelijk zijn van een voorwaarde, gedefinieerd als een toekomstige en onzekere gebeurtenis. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen opschortende, ontbindende en potestatieve voorwaarden [2](#page=2) [3](#page=3).
#### 2.1.1 Opschortende voorwaarde
Bij een opschortende voorwaarde stellen partijen de uitvoering van de verbintenis afhankelijk van een toekomstige en onzekere gebeurtenis. De vervulling van deze voorwaarde maakt de verbintenis opeisbaar [2](#page=2).
> **Example:** Een aannemingscontract wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde dat de bouwheer een bouwvergunning verkrijgt. Pas na het verkrijgen van de vergunning ontstaat de verplichting tot uitvoering van de aannemingswerkzaamheden. Als de vergunning niet wordt verleend, heeft de verbintenis nooit bestaan [2](#page=2).
#### 2.1.2 Ontbindende voorwaarde
Bij een ontbindende voorwaarde stellen partijen de uitdoving van de verbintenis afhankelijk van een toekomstige en onzekere gebeurtenis. De vervulling van deze voorwaarde leidt tot het verdwijnen van de verbintenis [2](#page=2) [3](#page=3).
> **Example:** Een handelaar verkoopt goederen aan een kleinhandelaar met het beding dat niet-doorverkochte goederen na een bepaalde termijn kunnen worden teruggegeven aan de verkoper, die de koopsom dan terugbetaalt. Alle verbintenissen werken onmiddellijk, maar doven uit als de ontbindende voorwaarde (het niet kunnen verkopen van de goederen) vervuld is [2](#page=2).
#### 2.1.3 Potestatieve voorwaarde
Een potestatieve voorwaarde is een voorwaarde waarbij de realisatie van de toekomstige en onzekere gebeurtenis afhangt van de wil van de schuldenaar [2](#page=2) [3](#page=3).
* **Zuivere potestatieve voorwaarde:** Indien de uitvoering van de verbintenis louter en alleen afhangt van de wil van de schuldenaar, is de voorwaarde nietig, omdat de schuldenaar zich in feite niet verbindt [3](#page=3).
> **Example:** De schuldenaar verklaart zich te verbinden onder de opschortende voorwaarde dat hij er volgende maand anders over beslist [3](#page=3).
* **Gemengd potestatieve voorwaarde:** Dit is een voorwaarde waarbij de uitvoering van de verbintenis afhangt van de wilsuiting van de schuldenaar, gekoppeld aan een andere gebeurtenis. Deze voorwaarden zijn geldig, omdat de schuldenaar zich wel degelijk verbindt [3](#page=3).
> **Example:** Een optie tot aankoop die afhankelijk is van de voorwaarde dat de verkoper beslist het goed te verkopen. Als hij het goed verkoopt, moet hij de houder van de optie voorrang verlenen [3](#page=3).
### 2.2 Verbintenissen met tijdsbepaling
Een verbintenis met tijdsbepaling is een verbintenis waarvan de uitvoering of uitdoving afhangt van een toekomstige en zekere gebeurtenis. Het exacte tijdstip hoeft niet vast te staan, maar de verwezenlijking van de gebeurtenis moet zeker zijn [3](#page=3).
#### 2.2.1 Opschortende tijdsbepaling
Bij een opschortende tijdsbepaling moet de verbintenis pas worden uitgevoerd na een zekere termijn of gebeurtenis [3](#page=3).
> **Example:** Een rechter die uitstel van betaling toestaat aan een schuldenaar [3](#page=3).
#### 2.2.2 Ontbindende tijdsbepaling
Bij een ontbindende tijdsbepaling dooft de verbintenis uit na een zekere termijn of gebeurtenis [3](#page=3).
> **Example:** Een huurcontract dat wordt gesloten voor een termijn van één jaar [3](#page=3).
### 2.3 Persoonsgebonden en prestatiegebonden verbintenissen
#### 2.3.1 Persoonsgebonden verbintenissen
Bij persoonsgebonden verbintenissen zijn de persoon van de schuldenaar en zijn hoedanigheden van doorslaggevend belang voor de andere partij om de overeenkomst te sluiten. Deze verbintenissen doven uit bij overlijden van de persoon die de bijzondere hoedanigheid had om de verbintenis uit te voeren [3](#page=3).
> **Example:** De verplichting om zieken te verzorgen gaat niet over op de erfgenamen van een dokter. Echter, de verplichting van de patiënt om achterstallige honoraria te betalen, blijft wel bestaan, aangezien een betalingsverbintenis nooit persoonsgebonden is [3](#page=3).
#### 2.3.2 Prestatiegebonden verbintenissen
Bij prestatiegebonden verbintenissen is het van geen belang wie de verbintenis uitvoert, zolang de verbintenis maar wordt nagekomen [3](#page=3) [4](#page=4).
> **Example:** De levering van een pakje door een vervoerder, die de uitvoering mag uitbesteden. Een betalingsverbintenis is altijd prestatiegebonden; het gaat de schuldeiser erom betaald te worden, niet wie de betaling uitvoert [4](#page=4).
### 2.4 Deelbare en ondeelbare verbintenissen
In veel gevallen zijn er meerdere schuldeisers of schuldenaars van éénzelfde verbintenis [4](#page=4).
#### 2.4.1 Deelbare verbintenissen
In principe is elke schuldeiser of schuldenaar slechts gehouden voor zijn deel [4](#page=4).
> **Example:** Een zaakvoerder die in naam van de vennootschap en in eigen naam een lening aangaat, moet met de vennootschap elk de helft terugbetalen. Bij faillissement van de vennootschap kan de zaakvoerder enkel voor zijn helft persoonlijk worden aangesproken. Deelbaarheid is de regel [4](#page=4).
#### 2.4.2 Ondeelbare verbintenissen
Een verbintenis is ondeelbaar wanneer deze uit haar aard, of door een wettelijke, contractuele of testamentaire bepaling, niet kan worden gesplitst. In dat geval kan elke schuldenaar worden aangesproken voor het geheel [4](#page=4).
> **Example:** De levering van een auto door twee mede-eigenaars kan niet gedeeltelijk worden uitgevoerd [4](#page=4).
### 2.5 Hoofdelijke verbintenissen
Om de nadelen van deelbare verbintenissen te vermijden, kan contractueel worden bedongen dat verbintenissen hoofdelijk zijn. Bij hoofdelijke verbintenissen kan elke schuldeiser de totale uitvoering eisen van elke schuldenaar afzonderlijk. Die schuldenaar moet dan zelf het te veel betaalde terugvorderen van zijn medeschuldenaars. De verbintenis zelf moet slechts éénmaal worden uitgevoerd. Hoofdelijkheid moet uitdrukkelijk worden bepaald, anders is de verbintenis deelbaar [4](#page=4).
> **Tip:** De verjaring tegenover één schuldenaar stuiten, stuit deze ook tegenover de andere hoofdelijke medeschuldenaars. De aanmaning van één schuldenaar geldt ook voor de anderen [4](#page=4).
> **Example:** Echtgenoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor huishoudelijke schulden [4](#page=4).
---
# Bronnen en totstandkoming van overeenkomsten
Dit gedeelte gaat over de verschillende manieren waarop verbintenissen kunnen ontstaan, met nadruk op rechtshandelingen zoals aanbod en aanvaarding, en de geldigheidsvoorwaarden van overeenkomsten.
### 3.1 Bronnen van verbintenissen
Verbintenissen kunnen op verschillende manieren ontstaan. Een algemene indeling maakt onderscheid tussen rechtshandelingen en rechtsfeiten [5](#page=5).
#### 3.1.1 Rechtshandelingen
Rechtshandelingen zijn handelingen die gericht zijn op het tot stand brengen van rechtsgevolgen [6](#page=6).
* **Publiekrechtelijke rechtshandelingen:** De overheid kan eenzijdig verbintenissen opleggen aan bepaalde groepen personen ten opzichte van andere groepen. Dit kan voortvloeien uit wetgeving, decreten, koninklijke of ministeriële besluiten, of rechterlijke beslissingen. Voorbeelden zijn de onderhoudsverplichting van kinderen jegens hun ouders of verbintenissen die voortvloeien uit voogdij na onbekwaamverklaring [5](#page=5) [6](#page=6).
* **Privaatrechtelijke rechtshandelingen:**
* **Eenzijdige rechtshandelingen:** Verbintenissen ontstaan door één wilsuiting. Een belangrijk voorbeeld is het aanbod, dat de aanbieder bindt [6](#page=6) [7](#page=7) [8](#page=8).
* **Meerzijdige rechtshandelingen:** De meeste verbintenissen ontstaan door een overeenkomst, wat een samenloop van wilsuitingen van twee of meer personen betreft [6](#page=6).
#### 3.1.2 Rechtsfeiten
Rechtsfeiten zijn feiten of toestanden die, onafhankelijk van de wil van de betrokkenen, rechtsgevolgen meebrengen [6](#page=6).
* **Handelingen:** Hierbij zijn verbintenissen het niet-bedoelde rechtsgevolg van een handeling, zoals een onrechtmatige daad [6](#page=6).
* **Feiten en toestanden:** Verbintenissen ontstaan als gevolg van omstandigheden die buiten de wil van de schuldenaar liggen [6](#page=6).
* **Onverschuldigde betaling:** Wie iets onterecht ontvangt, is verplicht dit terug te geven [7](#page=7).
* **Ongerechtvaardigde verrijking:** Wanneer iemand voordeel behaalt ten nadele van een ander zonder rechtsgrond, dient deze verrijking te worden vergoed tot het laagste bedrag van de verrijking of de verarming. Dit is in de praktijk een uitzonderlijke bron van verbintenissen [7](#page=7).
* **Zaakwaarneming:** Dit is het vrijwillig en nuttig waarnemen van andermans zaak zonder daartoe verplicht te zijn en zonder verzet van de eigenaar. De zaakwaarnemer kan enkel de "nuttige kosten" vergoed krijgen [7](#page=7).
#### 3.1.3 Eenzijdige wilsuiting
Een eenzijdige wilsuiting kan uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn en moet meegedeeld worden om uitwerking te hebben. Ze kan ingetrokken worden zolang ze de ontvanger niet bereikt heeft [7](#page=7).
* **Aanbod:** Een aanbod is een vast en duidelijk voorstel dat alle noodzakelijke elementen van een overeenkomst bevat. De aanbieder is door het aanbod gebonden en kan het niet zomaar intrekken. Aanbiedingen met prijzen in etalages of catalogi zijn veelvoorkomende voorbeelden. Het Wetboek Economisch Recht (WER) stelt specifieke eisen aan prijzenaanduidingen en voorraadbeheer bij reclameaanbiedingen. Een aanbod vervalt onder andere door intrekking vóór bereiking, het verstrijken van een bepaalde termijn, tenietgaan van het voorwerp, of indien het betreft specifieke goederen en anderen reeds zijn ingegaan op het aanbod [7](#page=7) [8](#page=8).
* **Andere gevallen:**
* Ministeriële omzendbrieven die rechten toekennen aan een categorie personen [8](#page=8).
* Een zaakwaarnemer heeft de plicht een begonnen zaakwaarneming tot een goed einde te brengen [8](#page=8).
* Verbintenissen in een testament, die juridisch bindend worden na aanvaarding van het legaat door de legataris [9](#page=9).
### 3.2 Totstandkoming van overeenkomsten
Een overeenkomst is de samenloop van de wil van twee of meer personen om verbintenissen te doen ontstaan, wijzigen of uitdoven. Dit is een meerzijdige rechtshandeling. Het algemene principe is contractuele vrijheid of wilsautonomie [9](#page=9).
#### 3.2.1 Stadia van totstandkoming
* **Aanbod en aanvaarding:** Lange besprekingen kunnen voorafgaan aan een overeenkomst. Een aanbod bevat alle onontbeerlijke elementen van de overeenkomst. Door aanvaarding van het aanbod komt de overeenkomst definitief tot stand. De meeste overeenkomsten zijn consensueel, wat betekent dat ze door loutere wilsovereenstemming ontstaan zonder vormvereisten. Er is naast uitdrukkelijke ook stilzwijgende aanvaarding mogelijk, afgeleid uit handelingen en gedragingen, maar louter stilzwijgen is onvoldoende. De aanvaarding is slechts geldig als het aanbod gekend was; algemene bedingen in facturen of leveringsbonnen die de oorspronkelijke overeenkomst wijzigen, maken geen deel uit van de overeenkomst, tenzij tussen ondernemers onderling [10](#page=10) [11](#page=11).
* **Onderhandelingsvrijheid en precontractuele aansprakelijkheid:** Voorstellen tijdens onderhandelingen scheppen op zich geen juridische verbintenissen. Partijen mogen onderhandelingen afbreken of aanbiedingen niet aanvaarden. Een belangrijke uitzondering is wanneer het vertrouwen dat men bij de wederpartij heeft gewekt, op foutieve wijze wordt beschaamd, wat kan leiden tot precontractuele aansprakelijkheid wegens een onrechtmatige daad. Hierbij geldt een informatieplicht, bepaald door de goede trouw en redelijke verwachtingen van de partijen. Belangrijke tekortkomingen hierin kunnen leiden tot nietigheid van het contract [11](#page=11) [12](#page=12).
#### 3.2.2 Geldigheidsvoorwaarden voor overeenkomsten
Voor de geldigheidsvoorwaarden van overeenkomsten wordt verwezen naar de algemene regels voor rechtshandelingen: wilsverklaring, voorwerp, oorzaak, bekwaamheid en conformiteit met imperatief recht. Overeenkomsten die hieraan niet voldoen, zijn absoluut of relatief nietig [12](#page=12).
#### 3.2.3 Soorten overeenkomsten
* **Benoemde en onbenoemde overeenkomsten:** Benoemde overeenkomsten zijn door de wet geregeld (bv. koop, huur). Onbenoemde overeenkomsten zijn niet specifiek in de wet geregeld, maar vallen onder de algemene principes van het verbintenissenrecht [10](#page=10).
* **Eenzijdige en wederkerige overeenkomsten:** Bij eenzijdige overeenkomsten ontstaan verbintenissen voor slechts één partij (bv. schenking). Bij wederkerige overeenkomsten verbinden partijen zich wederkerig tegenover elkaar (bv. koop, huur) [10](#page=10).
* **Consensuele, formele en zakelijke overeenkomsten:** Consensuele overeenkomsten komen tot stand door loutere wilsovereenstemming. Formele overeenkomsten vereisen het naleven van specifieke vormvereisten voor hun bestaan (bv. huwelijkscontract). Zakelijke overeenkomsten komen pas tot stand door de afgifte van de zaak waarop de overeenkomst betrekking heeft (bv. bruikleen) [10](#page=10).
* **Standaardovereenkomsten en toetredingsovereenkomsten:** Standaardovereenkomsten zijn vooraf opgestelde contracten voor toekomstige rechtsverhoudingen (bv. verzekeringspolissen). Toetredingsovereenkomsten zijn standaardcontracten die één partij heeft opgesteld en waarvan de inhoud integraal wordt opgedrongen, waarbij de andere partij enkel de keuze heeft om toe te treden of niet [10](#page=10).
De wet kent ook definities van contracten onder bezwarende titel en ten kosteloze titel, vergeldende en kanscontracten, raamcontracten, consumentencontracten, meerpartijencontracten, voorkeurscontracten en optiecontracten [11](#page=11).
#### 3.2.4 Interpretatie van overeenkomsten
Interpretatie bepaalt de zin en draagwijdte van de inhoud van een overeenkomst. De rechter gaat hierbij uit van de gemeenschappelijke bedoeling van de partijen, interpreteert bedingen in het licht van de volledige overeenkomst en legt bij twijfel de overeenkomst uit in het voordeel van degene aan wie een verbintenis wordt opgelegd. Bij toetredingscontracten geldt dit in het nadeel van wie het contract opstelde, en bij consumentencontracten in het voordeel van de consument. De wijze van uitvoering van het contract vóór een betwisting wordt ook in aanmerking genomen [12](#page=12).
---
# Gevolgen van overeenkomsten en sancties bij niet-uitvoering
Dit hoofdstuk bespreekt de juridische gevolgen van contracten, inclusief de verplichtingen van partijen, de sancties bij niet-naleving, en de effecten van contracten op derden.
## 4.3.5 Gevolgen van overeenkomsten
### A. Gevolgen tussen partijen
#### A.1 Contractuele trouw en uitvoering te goeder trouw
Naast contractuele vrijheid geldt het principe van contractuele trouw. Partijen zijn gebonden aan de verbintenissen die ze aangaan, en overeenkomsten zijn even bindend als een wet. Een contract verbindt niet alleen tot wat expliciet is overeengekomen, maar ook tot de gevolgen die de wet, de goede trouw of gebruiken eraan verbinden [13](#page=13).
Contractuele trouw blijft gelden, zelfs als uitvoering moeilijker wordt. Volstrekte onmogelijkheid van uitvoering door externe omstandigheden leidt tot overmacht, waardoor de schuldenaar bevrijd wordt van zijn plicht. Partijen kunnen een overeenkomst in principe niet eenzijdig ontbinden of wijzigen, tenzij met wederzijdse toestemming of indien de wet of het contract dit toelaat [13](#page=13).
Overeenkomsten moeten te goeder trouw worden uitgevoerd. Dit betekent dat de algemene bedoeling van de partijen en de redelijkerwijs eraan te verbinden gevolgen belangrijker zijn dan de letterlijke tekst. Een beroep op de letterlijke tekst die indruist tegen de goede trouw, zal door de rechter meestal niet worden gehonoreerd [13](#page=13).
#### A.2 Vrijwillige uitvoering
Partijen kunnen vrijwillig aan hun verbintenissen voldoen. De wijze van uitvoering wordt in de eerste plaats door de partijen zelf bepaald. Indien niet anders bepaald, gelden de volgende regels [14](#page=14):
##### A.2.1 Wie moet uitvoeren?
Tenzij de verbintenis persoonsgebonden is, hoeft de schuldenaar zijn verbintenis niet persoonlijk uit te voeren. Een medeschuldenaar of een derde kan dit ook doen [14](#page=14).
##### A.2.2 Tegenover wie moet uitgevoerd worden?
Bij afgifte van een zaak of een betaling kan deze enkel geldig gebeuren in handen van de schuldeiser zelf, zijn lasthebber, of zijn contractuele, gerechtelijke of wettelijke vertegenwoordiger. Dit kan ook een nieuwe schuldeiser zijn, indien de verbintenis is overgedragen (bv. door overlijden, fusie, subrogatie). Betaling aan de oorspronkelijke schuldeiser kan leiden tot de plicht om tweemaal te betalen [14](#page=14).
##### A.2.3 Wat moet er uitgevoerd worden?
In principe moet exact geleverd, betaald of gepresteerd worden zoals in de verbintenis bepaald. Bij soortgoederen moet een gemiddelde kwaliteit worden geleverd. Bij een geldschuld zonder gespecificeerde munt wordt in de euro betaald. Bij een schuld in vreemde munt blijft het nominale bedrag verschuldigd, ongeacht muntont- of -herwaardering [14](#page=14).
##### A.2.4 Waar moet er uitgevoerd worden?
Tenzij anders contractueel of wettelijk bepaald, moet de uitvoering gebeuren in de woonplaats van de schuldenaar. Bij levering van een bepaalde zaak geldt de plaats waar de zaak zich bevond bij het aangaan van de verbintenis. Prestaties kunnen ook op een andere plaats uitgevoerd worden, indien de aard van de zaak dit vereist (bv. bij arbeidsovereenkomsten). De schuldenaar draagt in principe de met de uitvoering gepaard gaande kosten (bv. vervoer) [14](#page=14).
##### A.2.5 Gedeeltelijke betalingen
De schuldeiser is niet verplicht een gedeeltelijke betaling te aanvaarden, al kan de rechter wel uitstel van betaling verlenen. Gedeeltelijke betalingen worden eerst toegerekend op de intresten, daarna op de hoofdsom. Een schuldenaar met meerdere schulden bij dezelfde schuldeiser mag zelf bepalen voor welke schuld de betaling geldt [15](#page=15).
#### A.3 Sancties bij niet-uitvoering
Wanneer de niet-uitvoering van een contractuele verbintenis aan de schuldenaar kan worden toegerekend, kan de schuldeiser aanspraak maken op:
1. Uitvoering in natura [15](#page=15).
2. Herstel van de schade [15](#page=15).
3. Ontbinding van het contract [15](#page=15).
4. Prijsvermindering [15](#page=15).
5. Opschorting van eigen verbintenissen [15](#page=15).
Deze sancties zijn deels cumuleerbaar, maar sommige sluiten elkaar uit, zoals ontbinding en gedwongen uitvoering [15](#page=15).
##### A.3.1 Algemene voorwaarden van contractuele aansprakelijkheid
Contractuele aansprakelijkheid ontstaat wanneer een contractspartij door eigen fout of risicoaansprakelijkheid in gebreke blijft. De wederpartij kan dan sancties vorderen indien aan twee voorwaarden is voldaan: een contractuele wanprestatie en een (in principe) aangemaande schuldenaar [15](#page=15).
###### A.3.1.1 Contractuele wanprestatie
Wanprestatie is het niet, niet-tijdig of niet-behoorlijk nakomen van een contractuele verbintenis, die aan de schuldenaar kan worden toegerekend. Vereisten hiervoor zijn [15](#page=15):
1. **Inbreuk op een juridische verplichting:** Dit onderscheidt inspannings- en resultaatsverbintenissen. Bij een resultaatsverbintenis is wanprestatie aanwezig zodra het resultaat uitblijft. Bij inspanningsverbintenissen beoordeelt de rechter of een zorgvuldige schuldenaar de tekortkoming niet zou hebben begaan [15](#page=15).
2. **Opeisbaarheid van de prestatie:** De verbintenis moet opeisbaar zijn [16](#page=16).
3. **Toerekenbaarheid van de niet-nakoming:** De wanprestatie moet aan de schuldenaar te wijten zijn. Dit omvat fouten van vervangers (werknemers, lasthebbers, onderaannemers) en het gebruik van gebrekkig materiaal. Contractuele fout is niet toerekenbaar in geval van overmacht [16](#page=16).
4. **Schade:** De wanprestatie moet tot schade hebben geleid bij de schuldeiser [16](#page=16).
###### A.3.1.2 Aanmaning (ingebrekestelling)
Om de schuldenaar tot uitvoering te dwingen, moet de schuldeiser hem in de regel eerst in gebreke stellen, d.w.z. aanmanen. De ingebrekestelling is een eenzijdige rechtshandeling waarbij de schuldeiser zijn wil tot nakoming kenbaar maakt. Een aanmaning is niet nodig indien deze geen nut heeft, zoals bij verbodsbepalingen, schulden uit onrechtmatige daad, of wanneer de uitvoeringstermijn is overschreden, of wanneer de schuldenaar laat weten niet na te komen. De wet of het contract kan de schuldeiser ook van deze plicht ontslaan. Aanmaning gebeurt meestal per aangetekende brief, deurwaardersexploot of dagvaarding, maar ook per fax of e-mail met ontvangstbewijs [16](#page=16) [17](#page=17).
De aanmaning heeft twee gevolgen:
1. **Verschuiving van het risico:** Het risico voor toevallig vergaan van de zaak verschuift van schuldeiser naar schuldenaar [17](#page=17).
2. **Aanvang van rente:** Vanaf de aanmaning is de schuldenaar intrest verschuldigd [17](#page=17).
##### A.3.2 Gedwongen uitvoering
Indien de schuldenaar na aanmaning in gebreke blijft, is een uitvoerbare titel nodig om de verbintenis gedwongen uit te voeren [17](#page=17).
###### A.3.2.1 Uitvoerbare titel
Een uitvoerbare titel is een geschreven akte die de schuldeiser toelaat, desnoods met behulp van de openbare macht, de nakoming van zijn recht af te dwingen. Meestal is dit een vonnis, maar ook notariële akten kunnen een uitvoerbare titel zijn. Een vonnis biedt meer mogelijkheden dan een notariële akte, zoals het verkrijgen van een vervangende geldsom of schadevergoeding [17](#page=17).
###### A.3.2.2 Uitvoering in natura
In principe kan de schuldenaar gedwongen worden de verbintenis uit te voeren zoals overeengekomen. Dit is vaak echter onmogelijk, nutteloos of niet toegelaten (bv. bij persoonsgebonden prestaties). Indien uitvoering in natura niet mogelijk is, kan de rechter een derde machtigen om de uitvoering te doen. In hoogdringende gevallen kan de schuldeiser op eigen risico een derde inschakelen en de kosten verhalen op de schuldenaar [17](#page=17) [18](#page=18).
Een dwangsom is een instrument om de schuldenaar onder druk te zetten tot uitvoering. De rechter kan een dwangsom opleggen, die de schuldenaar bovenop een eventuele schadevergoeding betaalt. Dwangsommen kunnen niet worden opgelegd bij geldschulden of arbeidsovereenkomsten [18](#page=18).
###### A.3.2.3 Uitvoering bij equivalent
Dit valt onder schadeherstel en wordt verder besproken bij A.3.5 [18](#page=18).
##### A.3.3 Exceptie weens niet-uitvoering
Bij wederkerige overeenkomsten mag een partij haar verbintenissen opschorten als de andere partij in gebreke blijft. Dit is een verweermiddel dat, zonder tussenkomst van de rechter, toelaat de eigen verbintenissen voorlopig niet uit te voeren bij wanprestatie van de wederpartij. Dit is een voorlopige oplossing om grotere schade te voorkomen, maar de verbintenissen blijven bestaan en de geleden schade wordt niet vergoed [18](#page=18).
##### A.3.4 Gerechtelijke ontbinding
Indien de wederpartij in gebreke blijft, kan de schuldeiser de rechter verzoeken de overeenkomst gerechtelijk te ontbinden, eventueel met schadevergoeding. De wanprestatie op zich is voldoende grond voor ontbinding. De overeenkomst kan ook eenzijdig door de schuldeiser worden ontbonden na de tekortkomingen vastgesteld te hebben en meegedeeld aan de schuldenaar, of in onderling overleg. Het is riskant om een nieuwe overeenkomst te sluiten voordat de eerste definitief is ontbonden. Een uitdrukkelijk ontbindend beding kan contractbreuk automatisch de overeenkomst laten ontbinden. Een rechter kan echter oordelen dat de contractbreuk onvoldoende ernstig is. Gedeeltelijke ontbinding is mogelijk indien praktisch haalbaar [18](#page=18) [19](#page=19).
##### A.3.5 Schadeherstel
Indien uitvoering in natura onmogelijk, nutteloos of niet toegelaten is, kan de schuldeiser een vervangende geldsom vorderen. Dit kan compensatoire schadevergoeding zijn (vervangende of wanuitvoering) of moratoire schadevergoeding (laattijdige uitvoering) [19](#page=19).
###### A.3.5.1 Schadebeding
Partijen kunnen vooraf forfaitair de schadevergoeding vaststellen in een schadebeding. Dit is geldig, zelfs als de werkelijke schade anders is, maar de rechter kan een kennelijk overdreven bedrag verminderen. Schadebedingen mogen niet afhankelijk zijn van het voeren van een procedure [20](#page=20).
###### A.3.5.2 Prijsvermindering
Indien de niet-nakoming onvoldoende ernstig is voor ontbinding, kan de schuldeiser een prijsvermindering vragen voor het verschil tussen de ontvangen en overeengekomen prestaties [20](#page=20).
###### A.3.5.3 Schadevergoeding
Bij ontbinding van de overeenkomst kan schadevergoeding gevorderd worden, beperkt tot de redelijkerwijs voorzienbare schade bij sluiting van het contract [20](#page=20).
### B. Gevolgen tegenover derden
#### B.1 Betrekkelijkheid van overeenkomsten
Overeenkomsten gelden in principe alleen voor de contractpartijen. Derden kunnen er geen rechten uit putten en worden niet gebonden aan de verbintenissen. Erfgenamen en rechtverkrijgenden onder algemene titel worden niet als derden beschouwd; zij nemen de contractuele rechten en plichten over. Rechtverkrijgenden onder bijzondere titel nemen de contractuele rechten en plichten niet over, tenzij er zakelijke zekerheidsrechten op de goederen rusten [20](#page=20) [21](#page=21).
#### B.2 Uitzonderingen op de betrekkelijkheid van overeenkomsten
##### B.2.1 Beding ten gunste van een derde
Een partij kan een verbintenis aangaan ten gunste van een derde, die dan, zonder formeel te aanvaarden, kan eisen dat de verbintenis wordt nagekomen [21](#page=21).
##### B.2.2 Zijdelingse vordering
Dit is de bevoegdheid van een schuldeiser om in eigen naam een rechtsvordering in te stellen tegen de schuldenaar van zijn schuldenaar, om zo de vorderingen van zijn schuldenaar te innen. Dit is niet mogelijk bij persoonsgebonden verbintenissen [21](#page=21).
#### B.3 Tegenwerpelijkheid van overeenkomsten
Overeenkomsten zijn, wat hun bestaan betreft, in beginsel tegenwerpelijk aan derden. Dit betekent dat derden de overeenkomst als een feit moeten erkennen, wat hun belangen kan beïnvloeden [21](#page=21).
#### B.4 Uitzonderingen op de tegenwerpelijkheid van overeenkomsten
##### B.4.1 Formaliteiten voor tegenwerpelijkheid
In sommige gevallen is tegenwerpelijkheid aan derden niet automatisch, maar vereist het bepaalde formaliteiten. Dit geldt bijvoorbeeld voor [22](#page=22):
* Overeenkomsten die zakelijke rechten op onroerende goederen overdragen of vestigen, welke tegenwerpelijk worden na publiciteit (bv. inschrijving in registers) [22](#page=22).
* Echtscheidingen door onderlinge toestemming (vermogensrechtelijke aspecten), die tegenwerpelijk zijn na inschrijving in de registers van burgerlijke stand [22](#page=22).
* Huurovereenkomsten voor onroerende goederen, die tegenwerpelijk zijn aan een derde-verkrijger indien ze geregistreerd waren vóór de overdracht [22](#page=22).
##### B.4.2 Pauliaanse vordering
Schuldeisers kunnen opkomen tegen rechtshandelingen van hun schuldenaar die bedrieglijk de rechten van de schuldeisers miskennen. Dit is mogelijk indien [22](#page=22):
a) De bedrieglijke rechtshandeling dateert van na het ontstaan van de schuld [22](#page=22).
b) De schuldeiser benadeeld is door een verarming van de schuldenaar (ruim geïnterpreteerd) [22](#page=22).
c) De schuldenaar bedrieglijk gehandeld heeft (bewust de schuldeiser benadelend) [22](#page=22).
d) De derde partij medeplichtig was, d.w.z. op de hoogte was van het abnormale karakter van de rechtshandeling [22](#page=22).
Indien deze voorwaarden voldaan zijn, wordt de rechtshandeling niet-tegenwerpelijk verklaard ten opzichte van de benadeelde schuldeiser. De rechtshandeling blijft geldig tussen de partijen, maar de schuldeiser hoeft er geen rekening mee te houden [23](#page=23).
---
# Onrechtmatige daad en aansprakelijkheid
Dit onderwerp behandelt buitencontractuele aansprakelijkheid, ook wel onrechtmatige daad genoemd, die ontstaat wanneer iemands handelen of nalaten schade veroorzaakt bij een ander.
### 5.1 Buitencontractuele aansprakelijkheid in het algemeen
Buitencontractuele aansprakelijkheid dekt alle aansprakelijkheden die niet voortvloeien uit contractuele verplichtingen. Het Burgerlijk Wetboek (BW) regelt deze aansprakelijkheden in Boek 6, dat van kracht is vanaf 1 januari 2025. Deze regels zijn aanvullend, tenzij de wet anders bepaalt, en zijn van toepassing op zowel private als publieke rechtspersonen. Niet elk schadelijk effect leidt tot schadevergoeding; dit zou maatschappelijke activiteiten volledig lamleggen [24](#page=24) [25](#page=25).
#### 5.1.1 Grondslagen van aansprakelijkheid
In de regel ligt een fout aan de basis van aansprakelijkheid (foutaansprakelijkheid). Echter, in sommige gevallen is men aansprakelijk zonder eigen fout (foutloze aansprakelijkheid of objectieve aansprakelijkheid). Dit is bijvoorbeeld het geval bij letsels veroorzaakt door motorvoertuigen of bij risicodragende activiteiten. Soms wordt enkel de bewijslast omgekeerd, wat resulteert in een vermoeden van fout dat weerlegd kan worden [25](#page=25).
#### 5.1.2 Soorten aansprakelijkheid
* **Contractuele aansprakelijkheid:** Ontstaat uit het niet, of niet correct, uitvoeren van contractuele verplichtingen [25](#page=25).
* **Buitencontractuele aansprakelijkheid:** Dekt alle overige aansprakelijkheden, zoals die voortvloeien uit onrechtmatige daden [25](#page=25).
* **Samengestelde aansprakelijkheid:** Verwijst naar gevallen waarin niet alleen de veroorzaker van de schade, maar ook een derde kan worden aangesproken voor de schadevergoeding (bijv. ouders voor hun kinderen, werkgevers voor hun werknemers) [25](#page=25).
* **Foutaansprakelijkheid:** Aansprakelijkheid gebaseerd op een begane fout [25](#page=25).
* **Foutloze aansprakelijkheid (objectieve aansprakelijkheid):** Aansprakelijkheid zonder dat er een eigen fout is gemaakt [25](#page=25).
* **Aansprakelijkheid in solidum:** Een vorm van hoofdelijke aansprakelijkheid waarbij elke aansprakelijke persoon kan worden aangesproken voor de volledige schadevergoeding. Degene die de schade vergoedt, kan de anderen aanspreken voor hun deel [25](#page=25) [29](#page=29).
### 5.2 Aansprakelijkheid voor eigen daad
Eenieder is aansprakelijk voor de schade die hij of zij aan een ander veroorzaakt. Deze regel, die al sinds 1804 bestaat, is in het nieuwe BW verduidelijkt [25](#page=25) [26](#page=26).
#### 5.2.1 De fout
Een fout bestaat uit:
1. De schending van een wettelijke regel die bepaald gedrag oplegt of verbiedt [26](#page=26).
2. De schending van een algemene zorgvuldigheidsnorm in het maatschappelijk verkeer. Hierbij wordt uitgegaan van het gedrag van een voorzichtig en redelijk persoon, rekening houdend met de redelijkerwijs voorzienbare gevolgen van dat gedrag. Voor rechtspersonen worden ook de beginselen van goed bestuur en organisatie in acht genomen [26](#page=26).
> **Tip:** Overmacht, onoverwinnelijke dwaling, dwang, of het overtreden van een klaarblijkelijk onwettige regel, of wanneer een hoger belang het niet volgen van de regel verantwoordt, kunnen gronden zijn om foutaansprakelijkheid uit te sluiten [26](#page=26).
**Voorbeelden van foutaansprakelijkheid:**
* De Staat die schade veroorzaakt door militaire vliegtuigen laag over bewoond gebied te laten vliegen, met voorspelbare trillingen en schade aan gebouwen tot gevolg [26](#page=26).
* Een bank die te lichtvaardig krediet verleent aan een gefailleerde, waardoor derden misleid worden en ook krediet verstrekken aan de gefailleerde [26](#page=26).
* Een onvoorzichtige duiker die letsels veroorzaakt bij andere zwemmers [26](#page=26).
#### 5.2.2 Oorzakelijk verband
Er is sprake van een oorzakelijk verband als een feit een noodzakelijke voorwaarde is voor de schade; de schade zou zich zonder dit feit niet in deze vorm hebben voorgedaan. Meerdere feiten kunnen gelijktijdig de oorzaak zijn van schade. Het verband tussen fout en schade mag niet te ver verwijderd zijn. Bij onzekerheid over het oorzakelijke verband heeft de benadeelde recht op een gedeeltelijke schadevergoeding die in verhouding staat tot de waarschijnlijkheid waarmee de fout de schade heeft veroorzaakt [26](#page=26).
> **Voorbeeld:** Bij een auto-ongeval rijdt de ene auto te snel en verleent de andere geen voorrang. Beide fouten zijn gelijktijdig de oorzaak van de schade [26](#page=26).
> **Voorbeeld:** U mist de bus naar Barcelona door een te late taxi. U neemt de volgende bus, maar raakt gewond bij een ongeluk. Hoewel de fout van de taxichauffeur een voorwaarde was, maakt het onwaarschijnlijke karakter van het gevolg het onredelijk om de schade toe te rekenen aan de chauffeur [26](#page=26).
#### 5.2.3 Schade
Schade bestaat uit de economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. De schade moet zeker zijn, maar kan ook toekomstig zijn. De benadeelde heeft recht op integrale schadeloosstelling, door herstel in natura of door een schadevergoeding. Voor patrimoniale schade beoogt men de benadeelde in dezelfde situatie te plaatsen als vóór de onrechtmatige daad. Voor extrapatrimoniale schade (letsel, psychisch lijden) wordt een billijke vergoeding toegekend. Indien de schade niet exact bepaald kan worden, kan de rechter deze raming bij benadering vaststellen of de schadevergoeding naar billijkheid bepalen. De kosten voor herstel worden vergoed, met een maximum van de vervangingskosten indien deze lager zijn. De benadeelde kan vrij beschikken over de schadevergoeding, inclusief de BTW, zelfs indien er geen herstel plaatsvindt of een nieuw goed wordt aangekocht [27](#page=27).
#### 5.2.4 Minderjarigen en geestesgestoorden
* **Minderjarigen onder twaalf jaar:** Niet aansprakelijk voor hun fouten [27](#page=27).
* **Minderjarigen vanaf twaalf jaar:** In principe aansprakelijk, maar de rechter kan vrijstelling verlenen of de schadevergoeding beperken, tenzij gedekt door een verzekering, beoordeeld naar billijkheid en rekening houdend met de omstandigheden en financiële toestand van de partijen [27](#page=27).
* **Geestesgestoorden:** Aansprakelijk zoals minderjarigen vanaf twaalf jaar, met mogelijkheid tot vrijstelling of beperking door de rechter, tenzij gedekt door een verzekering [27](#page=27).
### 5.3 Aansprakelijkheid voor andermans daad
#### 5.3.1 Personen met gezag over minderjarigen
* **Minderjarigen onder zestien jaar:** Ouders, adoptanten, voogden en pleegzorgers zijn foutloos aansprakelijk voor schade die zij hebben aangericht [27](#page=27).
* **Minderjarigen van zestien of zeventien jaar:** Ouders e.d. zijn in principe aansprakelijk, maar kunnen de aansprakelijkheid ontlopen door aan te tonen dat er geen fout is gemaakt in de opvoeding of het toezicht. Er geldt een vermoeden van aansprakelijkheid [28](#page=28).
#### 5.3.2 Personen belast met toezicht op anderen
Personen die wettelijk of gerechtelijk duurzaam controle hebben over anderen, zijn aansprakelijk voor fouten die die personen aan derden berokkenen, tenzij zij bewijzen dat er geen fout was in het toezicht. Dit geldt onder meer voor bewindvoerders van beschermde meerderjarigen [28](#page=28).
#### 5.3.3 Werkgever (aansteller)
De ‘aansteller’, meestal de werkgever, is foutloos aansprakelijk voor schade die zijn aangestelden hebben veroorzaakt in de uitoefening van hun functie. De aansteller is de persoon die feitelijk gezag en toezicht kan uitoefenen op het gedrag van een ander voor eigen rekening. Rechtspersonen zijn foutloos aansprakelijk voor hun contractuele en statutaire personeelsleden (ambtenaren), ook wanneer zij handelen in de uitoefening van openbare macht. Tevens zijn rechtspersonen (privaat en publiek) aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun bestuursorganen of leden daarvan in de uitoefening van hun functie. De foutloze aansprakelijken kunnen de uitbetaalde schadevergoeding terugvorderen van de dader [28](#page=28).
### 5.4 Aansprakelijkheid voor zaken en dieren
#### 5.4.1 Zaken
De bewaarder van een zaak is foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een gebrek van die zaak. De bewaarder is de persoon die macht van leiding en controle heeft over de zaak, maar niet in ondergeschikt verband. De eigenaar wordt, behoudens tegenbewijs, vermoed de bewaarder van de zaak te zijn [28](#page=28).
#### 5.4.2 Dieren
De bewaarder van een dier is foutloos aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door dat dier. De eigenaar wordt, behoudens tegenbewijs, vermoed de bewaarder van het dier te zijn [28](#page=28).
> **Voorbeeld:** Een dierenarts die een dier behandelt, is niet de 'bewaarder'. De eigenaar blijft aansprakelijk, tenzij de dierenarts zelf een persoonlijke fout beging [28](#page=28).
### 5.5 Productaansprakelijkheid
De producent is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een gebrek in zijn product, voor zover dit gebruikt wordt in de privésfeer. 'Producent' omvat iedereen die bij het productieproces betrokken is, inclusief leveranciers van grondstoffen of onderdelen. Ook de invoerder in de EU en de leverancier (indien producent of invoerder onbekend is) worden als 'producent' beschouwd [29](#page=29).
#### 5.5.1 Gebrekkig product
Een product is gebrekkig als het niet de veiligheid biedt die men ervan mag verwachten, rekening houdend met de presentatie, het normale gebruik en de geldende veiligheidsnormen. De consument moet het gebrek, de schade en het oorzakelijk verband bewijzen [29](#page=29).
#### 5.5.2 Schadevergoeding en termijnen
Voor schade aan goederen geldt een franchise van 500 Euro (in 2025). De aansprakelijkheid van de producent kan niet worden uitgesloten of beperkt. De aansprakelijkheid geldt gedurende tien jaar nadat het product in omloop is gebracht, met een verjaringstermijn van drie jaar vanaf het moment dat de benadeelde kennis had van de schade, het gebrek en de producent [29](#page=29).
> **Tip:** De productaansprakelijkheid doet geen afbreuk aan andere vorderingen die de consument heeft, zoals vorderingen wegens foutaansprakelijkheid of tegen de beroepsverkoper wegens verborgen gebreken [29](#page=29).
### 5.6 Pluraliteit van aansprakelijken
Wanneer meerdere personen aansprakelijk zijn voor dezelfde schade, kan elk van hen voor een volledige schadevergoeding worden aangesproken (aansprakelijkheid in solidum). Dit omvat ook wie een ander aanzet tot een fout of daarbij helpt. Zij kunnen het meerdere dat zij betaald hebben, terugvorderen van de medeaansprakelijken [29](#page=29).
#### 5.6.1 Gedeeltelijke aansprakelijkheid van de benadeelde
Indien de benadeelde zelf medeplichtig is aan de schade, wordt zijn recht op schadevergoeding evenredig verminderd, behalve indien hij minder dan twaalf jaar oud is [29](#page=29).
---
# Tenietgaan van verbintenissen en overeenkomsten
Dit deel behandelt de diverse wijzen waarop verbintenissen en overeenkomsten kunnen eindigen.
### 6.1 Uitdoving van verbintenissen door uitvoering
Een verbintenis gaat teniet door de integrale uitvoering ervan, ongeacht of deze vrijwillig of gedwongen plaatsvindt. Dit geldt voor zowel contractuele als buitencontractuele verbintenissen [30](#page=30).
#### 6.1.1 Betaling met subrogatie
Wanneer een derde, zonder schenkingsgezindheid, een verbintenis uitvoert in plaats van de schuldenaar, gaat de verbintenis teniet. In specifieke gevallen treedt subrogatie op, waarbij de derde in de rechten van de oorspronkelijke schuldeiser treedt tegenover de schuldenaar. Hierdoor ontstaat een nieuwe verbintenis voor de derde, die ook eventuele zakelijke zekerheidsrechten en voorrechten overneemt. Voor hypotheken en voorrechten op onroerende goederen is subrogatie tegenwerpelijk aan derden na inschrijving bij het Kantoor Rechtszekerheid. Subrogatie is enkel mogelijk indien de wet of een overeenkomst dit uitdrukkelijk bepaalt (art. 5.217 BW). Een voorbeeld is in de verzekeringssector, waar een verzekeraar voor eigen risico die het slachtoffer vergoedt, subrogeert in de rechten van de verzekerde tegen de derde-aansprakelijke [30](#page=30).
### 6.2 Schuldvergelijking en schuldvermenging
#### 6.2.1 Schuldvergelijking
Schuldvergelijking vindt plaats wanneer twee personen elkaars schuldenaar en schuldeiser zijn, waarbij de verbintenissen tenietgaan tot het bedrag van de laagste schuld, met een resterende verbintenis voor het saldo. Het kan wettelijk, conventioneel of gerechtelijk zijn (art. 5.254 BW) [30](#page=30).
* **Conventionele schuldvergelijking:** Partijen komen vrij overeen hoe en in welke mate ze hun verbintenissen compenseren [30](#page=30).
* **Gerechtelijke schuldvergelijking:** De rechter oordeelt over de compensatie op vordering van de verweerder via een tegeneis [30](#page=30).
* **Wettelijke schuldvergelijking:** Deze treedt automatisch op indien aan de volgende voorwaarden is voldaan (art. 5.255 BW) [30](#page=30):
* a) Beide schulden moeten een geldsom of een gelijke hoeveelheid van dezelfde vervangbare zaken betreffen [30](#page=30).
* b) Beide schulden moeten vaststaan; hun bestaan en omvang mogen niet betwist of onzeker zijn [30](#page=30).
* c) Beide schulden moeten opeisbaar zijn. Periodieke schulden (bv. maandelijkse huur) leiden niet tot vergelijking met nog niet vervallen bedragen [30](#page=30).
* d) Beide partijen moeten elkaars schuldenaar zijn. Dit is niet het geval als echtgenoten elk een schuld hebben aan een derde die de andere echtgenoot moet betalen; ze moeten wel allebei zowel schuldenaar als schuldeiser zijn. Het feit van het huwelijk met gemeenschap van goederen volstaat niet [30](#page=30).
#### 6.2.2 Schuldvermenging
Schuldvermenging is een automatische vorm van schuldvergelijking die optreedt wanneer dezelfde persoon zowel schuldenaar als schuldeiser is geworden ten aanzien van dezelfde verbintenis (art. 5.268 BW) [31](#page=31).
> **Example:** Een zoon leent geld van zijn moeder. Na haar overlijden wordt hij als erfgenaam diens schuldeiser van zichzelf. De verbintenis gaat teniet door schuldvermenging [31](#page=31).
### 6.3 Bevrijdende verjaring
Verjaring leidt ertoe dat men na verloop van tijd bevrijd wordt van een verbintenis (bevrijdende verjaring) of bepaalde rechten verkrijgt (verkrijgende verjaring) (art. 2219 BW). Verjaring dient twee doelen: het regulariseren van langdurige feitelijke situaties en het voorkomen van onoplosbare bewijsproblemen, daar bewijsstukken verloren kunnen gaan of verouderen. Het ontslaat partijen van de bewijslast in geval van betwisting [31](#page=31).
### 6.4 Overdracht van schuldvorderingen
Bij de overdracht van een schuldvordering blijft de verbintenis bestaan, maar wordt de oorspronkelijke schuldeiser vervangen door een nieuwe. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij endossering van facturen. Het belangrijkste verschil met schuldvernieuwing is dat de toestemming van de schuldenaar niet vereist is. De schuldeiser kan zijn vordering eenzijdig overdragen. Een overdracht door de schuldenaar vereist echter wel toestemming van de schuldeiser. Om de schuldenaar te informeren dat de betaling niet meer aan de oude schuldeiser mag gebeuren, moet de overdracht betekend worden. Factoring, waarbij bedrijven commerciële schuldvorderingen overnemen, is een praktijk die hierop is gebaseerd. De overdracht van een schuld, in tegenstelling tot een schuldvordering, is in België niet toegestaan zonder akkoord van de schuldeiser, wat dan schuldvernieuwing wordt genoemd [31](#page=31) [32](#page=32).
### 6.5 Kwijtschelding
Wanneer een schuldeiser ondubbelzinnig aangeeft dat de schuld niet meer uitgevoerd hoeft te worden, is de schuldenaar van zijn verbintenis bevrijd (art. 5.250 BW) [32](#page=32).
### 6.6 Gewijzigde omstandigheden en overmacht (bij overeenkomsten)
#### 6.6.1 Gewijzigde omstandigheden
Elke partij moet haar verbintenissen nakomen, ook als de uitvoering zwaarder wordt door gestegen kosten of verminderde waarde van de tegenprestatie (art. 5.74 BW). Indien de uitvoering echter buitensporig bezwarend wordt en dit niet aan de schuldenaar toerekenbaar is (bv. niet voorzienbaar of contractueel bij hem gelegd), kan de schuldenaar heronderhandeling vragen. Bij mislukking van deze onderhandelingen kan de rechter het contract aanpassen (art. 5.74 BW) [32](#page=32).
#### 6.6.2 Overmacht
In bepaalde gevallen is een schuldenaar bevrijd van zijn (contractuele) verbintenis bij overmacht. Twee voorwaarden moeten vervuld zijn [32](#page=32):
1. Er vindt een gebeurtenis plaats onafhankelijk van de wil van de schuldenaar [32](#page=32).
2. Waardoor de uitvoering van de verbintenis blijvend onmogelijk wordt [32](#page=32).
Het onvoorzienbare en onvermijdbare karakter van het beletsel is hierbij cruciaal. In de praktijk is een normale, praktische onmogelijkheid voldoende [32](#page=32).
> **Example:** Een werkstaking wordt meestal als overmacht beschouwd, tenzij goederen uit bestaande voorraden geleverd kunnen worden. Andere voorbeelden zijn weersomstandigheden, ziekte of overheidsmaatregelen zoals een uitvoerverbod [32](#page=32).
De overmacht moet volledig onafhankelijk van de wil van de schuldenaar zijn ingetreden. Als de gebeurtenis (gedeeltelijk) aan de schuldenaar te wijten is, is er geen sprake van overmacht en loopt de schuldenaar contractuele aansprakelijkheid op [33](#page=33).
> **Example:** Een hartinfarct van een automobilist dat tot een ongeval leidt, is geen overmacht als de bestuurder al eerdere hartproblemen had [33](#page=33).
Overmacht leidt enkel tot bevrijding als er sprake is van een definitieve onmogelijkheid (art. 5.226 §1 BW) [33](#page=33).
> **Example:** Een schrijnwerker die ingemaakte kasten niet kan maken omdat de woning uitbrandt, is bevrijd [33](#page=33).
Bij een tijdelijke onmogelijkheid, zoals door een griepepidemie bij bouwvakkers, is de aannemer niet bevrijd, maar het oponthoud kan hem niet worden verweten als contractuele wanprestatie. De schuldenaar die zich op overmacht beroept, moet de gebeurtenis bewijzen. De rechtspraak is hier echter niet streng en vaak volstaat het bewijs dat de schuldenaar geen fout heeft gemaakt in de uitvoering, wat impliciet gelijkgesteld wordt met overmacht [33](#page=33).
Of het tenietgaan van een verbintenis door overmacht leidt tot het tenietgaan van de gehele overeenkomst, hangt af van de aard van de overeenkomst. Bij de meeste wederkerige overeenkomsten zal het tenietgaan van een hoofdverbintenis door overmacht de gehele overeenkomst doen ontbinden. Bij wederkerige overeenkomsten die een eigendomsoverdracht tot gevolg hebben (bv. koop, ruil), is dit niet noodzakelijk het geval [33](#page=33).
### 6.7 Overlijden van de schuldenaar (bij persoonsgebonden verbintenissen)
Bij persoonsgebonden verbintenissen dooft de verbintenis uit bij overlijden van de schuldenaar en gaat deze niet over op de erfgenamen. Dit staat in contrast met prestatiegebonden verbintenissen [33](#page=33).
### 6.8 Realisatie van een ontbindende voorwaarde (bij overeenkomsten)
Indien een verbintenis werd aangegaan onder een ontbindende voorwaarde, eindigt deze (of de gehele overeenkomst) wanneer die toekomstige, onzekere gebeurtenis intreedt [33](#page=33).
> **Example:** Een topsporter heeft een sponsorcontract dat stopt indien hij betrapt wordt op doping [33](#page=33).
### 6.9 Tenietgaan van de overeenkomst
Het tenietgaan van een overeenkomst (bv. door nietigheid, ontbinding of eenzijdige opzegging) brengt automatisch het tenietgaan van de verbintenissen die uit die overeenkomst voortvloeien met zich mee. Dit werd reeds besproken in Hoofdstuk 4.3.6 [34](#page=34).
### 6.10 Bijzondere overeenkomsten en hun tenietgaan
Dankzij contractuele vrijheid is een grote variëteit aan overeenkomsten mogelijk. Enkele veelvoorkomende types, de zogenaamde benoemde overeenkomsten, zijn wettelijk geregeld. De wettelijke regels zijn meestal aanvullend van aard, tenzij anders vermeld [34](#page=34).
#### 6.10.1 Koop
De koop is een overeenkomst waarbij een verkoper een zaak of recht overdraagt aan een koper, die de eigendom ervan garandeert, tegen een prijs in geld. In essentie gaat het om de levering van een zaak met eigendomsoverdracht. Ook rechten kunnen verkocht worden. Bij koop wordt een zakelijk recht, doorgaans een eigendomsrecht, overgedragen tegen een prijs [34](#page=34).
Voor de geldigheid van een koopovereenkomst kunnen bijzondere eisen gelden naast de algemene voorwaarden [34](#page=34):
* Verkoop tussen echtgenoten is ongeldig (art. 1595 BW) [34](#page=34).
* Voogden mogen geen goederen kopen die toebehoren aan hen die onder hun voogdij staan [34](#page=34).
* Bij verkoop van onroerend goed kan de koop ongeldig verklaard worden indien de verkoper voor meer dan zeven twaalfden benadeeld is (d.w.z. minder dan 41% van de normale koopprijs heeft ontvangen) [34](#page=34).
* Verkoop door een handelaar aan een consument is gebonden aan een uitgebreide specifieke beschermingsregeling [34](#page=34).
* Bepaalde verkooptechnieken zoals verkoop op afstand (online) en koppelverkoop zijn gereglementeerd (Boek VI WER). Bij verkoop op afstand is de verkoop pas voltooid na een bedenktijd van veertien werkdagen na levering (art. VI.47 WER) [34](#page=34).
---
# Bijzondere overeenkomsten: Koop
De koopovereenkomst is een contract waarbij de verkoper zich verbindt een zaak of recht over te dragen aan de koper, de eigendom daarvan waarborgt, tegen een geldbedrag dat de koper belooft te betalen [34](#page=34).
### 7.1 Algemeen
De koopovereenkomst is de meest voorkomende bijzondere overeenkomst, geregeld in het Burgerlijk Wetboek (BW). Het betreft de overdracht van een zakelijk recht, meestal het eigendomsrecht, tegen een prijs in geld. Voor de geldigheid van een koopovereenkomst gelden naast de algemene voorwaarden soms specifieke eisen, zoals het verbod op verkoop tussen echtgenoten en beperkingen voor voogden. Ook benadeling voor meer dan zeven twaalfden bij verkoop van onroerend goed kan leiden tot ongeldigheid. Bij verkoop aan consumenten of via specifieke verkooptechnieken zoals verkoop op afstand, gelden uitgebreide beschermingsregels [34](#page=34).
#### 7.1.1 Bijzondere geldigheidsvoorwaarden
* Verkoop tussen echtgenoten is ongeldig [34](#page=34).
* Voogden mogen geen goederen kopen die onder hun voogdij vallen [34](#page=34).
* Benadeling voor meer dan 7/12 bij verkoop van onroerend goed kan tot ongeldigheid leiden [34](#page=34).
* Verkoop aan een consument kent een uitgebreide specifieke beschermingsregeling [34](#page=34).
* Verkoop op afstand en koppelverkoop zijn gereglementeerd in het Wetboek van Economisch recht (WER), waarbij bij verkoop op afstand een bedenktijd van veertien werkdagen geldt na levering [34](#page=34).
### 7.2 Eigendomsoverdracht en risico
In beginsel gaat de eigendom van een verkochte zaak onmiddellijk over op het moment van het sluiten van de overeenkomst, ongeacht de levering of bezitsverschaffing. Dit is relevant bij tenietgaan van de zaak door overmacht vóór levering; de koper draagt dan het risico en moet de prijs betalen, zelfs als hij de zaak niet heeft ontvangen [35](#page=35).
#### 7.2.1 Uitzonderingen op onmiddellijke eigendomsoverdracht
Er is geen onmiddellijke eigendomsoverdracht in de volgende gevallen:
* Bij verkoop van een hoeveelheid van een soortgoed (bv. stookolie); de eigendom gaat over bij individualisering van de gekochte hoeveelheid [35](#page=35).
* Bij verkoop van toekomstige zaken (bv. appartement op plan); de eigendom gaat over bij het ontstaan van de zaak [35](#page=35).
* Als contractueel is bepaald dat de eigendom op een later tijdstip wordt overgedragen [35](#page=35).
In deze uitzonderingsgevallen blijft het risico bij de verkoper berusten tot de individualisering, het ontstaan van het goed, of het bedongen tijdstip van eigendomsoverdracht [35](#page=35).
#### 7.2.2 Eigendomsvoorbehoud
Het is geldig om contractueel een beding op te nemen waarbij de verkoper zich de eigendom voorbehoudt tot de volledige betaling van de zaak. Dergelijke bedingen zijn echter niet tegenwerpelijk aan derden, zoals schuldeisers van de koper [35](#page=35).
### 7.3 Verbintenissen van de verkoper
De verkoper heeft een drievoudige verplichting:
1. De verkochte zaak leveren [35](#page=35).
2. De kwaliteit ervan waarborgen [35](#page=35).
3. Instaan voor de juridische geldigheid van de eigendomsoverdracht [35](#page=35).
De geldigheid van bedingen die deze verplichtingen beperken, wordt streng getoetst, met name ten voordele van de koper-consument [35](#page=35).
#### 7.3.1 Levering van de zaak
Levering houdt de bezitsoverdracht van de verkochte zaak in. De eigendomsoverdracht gebeurt in principe bij totstandkoming van de koop [36](#page=36).
* **Roerende goederen:** Levering gebeurt door materiële afgifte [36](#page=36).
* **Onroerende goederen:** Levering gebeurt door afgifte van de sleutels en eigendomstitels [36](#page=36).
Tenzij anders overeengekomen, moet de levering bij de verkoper gebeuren (afhaling). Indien de koper de geleverde zaak zonder protest in ontvangst neemt, kan hij nadien niet meer klagen over zichtbare gebreken of non-conformiteit. De koper moet wel een redelijke tijd hebben om de waar te onderzoeken [36](#page=36).
> **Tip:** Een aangetekende brief die de dag na levering wordt verstuurd, geldt nog als onmiddellijk protest [36](#page=36).
#### 7.3.2 Kwaliteitswaarborg (vrijwaring voor verborgen gebreken)
Als gebreken zichtbaar zijn, moet de koper direct protesteren bij levering; anders wordt hij geacht de zaak met gebreken te aanvaarden. Bij verborgen gebreken moet de verkoper instaan indien aan de volgende voorwaarden is voldaan (art. 1641 e.v. BW) [36](#page=36):
* Het gebrek is ernstig [36](#page=36).
* Het gebrek bestond op het ogenblik van de koop [36](#page=36).
* Het gebrek was niet bekend aan de koper [36](#page=36).
* De overeenkomst bevat geen bepaling die de verkoper van zijn aansprakelijkheid ontheft, tenzij hij van het gebrek op de hoogte was [36](#page=36).
* Het gebrek wordt binnen een korte termijn na vaststelling aangevoerd [36](#page=36).
De koper kan de zaak teruggeven en de volledige koopsom terugvragen, of de zaak behouden en terugbetaling van een deel van de prijs vragen. Deze waarborg geldt niet bij gerechtelijke verkoop [36](#page=36).
> **Tip:** Contractuele waarborgen (bv. via waarborgkaarten) beperken vaak de wettelijke rechten van de koper. Het is soms voordeliger deze niet te aanvaarden en te steunen op de wettelijke waarborgplicht, tenzij de contractuele regeling duidelijker is en meer zekerheid biedt over de waarborgtermijn [36](#page=36).
#### 7.3.3 Juridische waarborg (vrijwaring voor uitwinning)
De verkoper moet de koper het rustig en vreedzaam bezit van de gekochte zaak waarborgen (art. 1626 BW). Dit betekent dat de verkoper de koper moet beschermen tegen juridische aanspraken van derden op de verkochte zaak. Als de koper het bezit verliest of zijn rechten beperkt worden, moet de verkoper de prijs terugbetalen met rente, kosten en schadevergoeding. Bij beperkte aanspraken van derden kan de koper genoegen nemen met een schadevergoeding [37](#page=37).
Contractuele beperkingen van de juridische waarborg zijn ongeldig indien de verkoper te kwader trouw was (bv. rechten van derden verzwegen) [37](#page=37).
### 7.4 Verbintenissen van de koper
De koper heeft een drievoudige verplichting:
* De levering van de zaak aanvaarden [37](#page=37).
* De prijs betalen [37](#page=37).
* Instaan voor de kosten [37](#page=37).
#### 7.4.1 Aanvaarding van de levering
De koper is verplicht de levering te aanvaarden, tenzij hij gebreken vaststelt. Indien de goederen bij de koper geleverd moeten worden, dient hij ze af te halen indien dit contractueel is bepaald. Blijft de koper in gebreke, dan kan de verkoper ontbinding van de koop vragen met eventuele schadevergoeding, of de goederen elders in bewaring geven op kosten van de koper [37](#page=37).
Indien een afhalingstermijn is bepaald, wordt de koop na het verstrijken van die termijn van rechtswege ontbonden ten voordele van de verkoper [37](#page=37).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Verbintenis | Een rechtsband waarbij een persoon (de schuldenaar) gehouden is ten opzichte van een andere persoon (de schuldeiser) om iets te geven, te doen of te laten. |
| Vorderingsrecht | Het recht dat een schuldeiser heeft om van een schuldenaar een bepaalde prestatie te eisen. Dit recht is steeds verbonden aan een verbintenis. |
| Schuldeiser | De persoon die recht heeft op een prestatie van een andere persoon (de schuldenaar). |
| Schuldenaar | De persoon die gehouden is tot het leveren van een prestatie aan een schuldeiser. |
| Derden | Personen die geen partij zijn bij een verbintenis of overeenkomst en daaruit dus geen rechten of plichten kunnen putten. |
| Opschortende voorwaarde | Een toekomstige en onzekere gebeurtenis waarvan de vervulling de verbintenis opeisbaar maakt; de verbintenis ontstaat pas als aan de voorwaarde is voldaan. |
| Ontbindende voorwaarde | Een toekomstige en onzekere gebeurtenis waarvan de vervulling de verbintenis doet uitdoven; de verbintenis eindigt zodra aan de voorwaarde is voldaan. |
| Potestatieve voorwaarde | Een voorwaarde waarvan de vervulling afhangt van de wil van de schuldenaar; een zuiver potestatieve voorwaarde is nietig, een gemengd potestatieve voorwaarde is geldig. |
| Tijdsbepaling | Een toekomstige en zekere gebeurtenis waarvan het tijdstip van verwezenlijking vaststaat of zeker is, en die de uitvoering of uitdoving van een verbintenis regelt. |
| Persoonsgebonden verbintenis | Een verbintenis waarbij de persoonlijke hoedanigheden van de schuldenaar van doorslaggevend belang zijn; deze verbintenis eindigt bij overlijden van de schuldenaar. |
| Prestatiegebonden verbintenis | Een verbintenis waarbij het niet uitmaakt wie de prestatie levert, zolang de verbintenis correct wordt uitgevoerd. |
| Deelbare verbintenis | Een verbintenis waarbij meerdere schuldenaren elk voor hun deel gehouden zijn tot de prestatie. De deelbaarheid is de hoofdregel. |
| Ondeelbare verbintenis | Een verbintenis die uit haar aard of krachtens de wet of overeenkomst niet gesplitst kan worden en door elke schuldenaar volledig moet worden uitgevoerd. |
| Hoofdelijke verbintenis | Een contractuele bepaling waarbij elke schuldenaar voor het geheel kan worden aangesproken voor de uitvoering van de verbintenis, met recht van verhaal op mede-schuldenaars. |
| Verbintenis in solidum | Een verbintenis waarbij elke schuldenaar voor het geheel kan worden aangesproken, maar waarbij de nevengevolgen van hoofdelijkheid (zoals verjaring en aanmaning) niet gelden. |
| Resultaatsverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar zich ertoe verbindt een bepaald resultaat te bereiken; de niet-naleving is een wanprestatie. |
| Inspanningsverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar zich ertoe verbindt de nodige inspanningen te leveren, zonder garantie op een specifiek resultaat; een tekortkoming moet bewezen worden. |
| Rechtshandeling | Een handeling die gericht is op het veroorzaken van rechtsgevolgen, zoals een aanbod of een aanvaarding. |
| Meerzijdige rechtshandeling | Een rechtshandeling waarbij de wil van twee of meer personen samenkomt om rechtsgevolgen te creëren, zoals een overeenkomst. |
| Rechtsfeit | Een feit of omstandigheid waaraan het recht rechtsgevolgen koppelt, zonder dat deze handelingen noodzakelijkerwijs gericht zijn op die rechtsgevolgen (bv. onrechtmatige daad). |
| Onverschuldigde betaling | De verplichting om een ontvangen betaling terug te geven wanneer deze onterecht is ontvangen, zonder dat daar een rechtsgrond voor is. |
| Ongerechtvaardigde verrijking | Situatie waarbij iemand voordelen verkrijgt ten nadele van een ander zonder rechtsgrond, met de verplichting de benadeelde te vergoeden tot het bedrag van de verrijking. |
| Zaakwaarneming | Het vrijwillig en nuttig waarnemen van andermans zaak zonder daartoe verplicht te zijn en zonder verzet van de meester van de zaak, met verplichting tot vergoeding van de nuttige kosten. |
| Aanbod | Een voorstel tot het sluiten van een overeenkomst dat alle noodzakelijke elementen bevat, waardoor de aanbieder gebonden is indien het aanbod wordt aanvaard. |
| Aanvaarding | De instemming met een aanbod, die, mits geldig en zonder voorbehoud, leidt tot de totstandkoming van de overeenkomst. |
| Precontractuele aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die kan ontstaan uit fouten begaan tijdens de onderhandelingsfase van een contract, zoals het foutief afbreken van onderhandelingen. |
| Geldigheidsvoorwaarden | De vereisten waaraan een rechtshandeling moet voldoen om geldig te zijn, zoals wilsuiting, voorwerp, oorzaak en bekwaamheid. |
| Interpretatie van overeenkomsten | Het bepalen van de zin en draagwijdte van de bepalingen van een overeenkomst, waarbij de gemeenschappelijke bedoeling van partijen centraal staat. |
| Contractuele trouw | Het principe dat overeenkomsten niet alleen de expliciet overeengekomen, maar ook de uit de wet, goede trouw of gebruiken voortvloeiende gevolgen binden. |
| Overmacht | Een gebeurtenis die onafhankelijk is van de wil van de schuldenaar en die de uitvoering van de verbintenis blijvend onmogelijk maakt, waardoor de schuldenaar bevrijd wordt. |
| Contractuele wanprestatie | Het niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen van een contractuele verbintenis door de schuldenaar, die aan hem kan worden toegerekend. |
| Ingebrekestelling | Een eenzijdige rechtshandeling waarbij de schuldeiser de schuldenaar formeel verzoekt zijn verbintenis na te komen, wat o.a. leidt tot het lopen van moratoire interesten en de verschuiving van het risico. |
| Gedwongen uitvoering | De mogelijkheid voor de schuldeiser om, met behulp van de openbare macht, de nakoming van de verbintenis af te dwingen via een uitvoerbare titel. |
| Uitvoering in natura | De daadwerkelijke uitvoering van de overeengekomen prestatie door de schuldenaar, zoals oorspronkelijk bepaald in de overeenkomst. |
| Dwansom | Een bedrag dat de rechter kan opleggen aan de schuldenaar per dag vertraging om hem aan te zetten tot nakoming van zijn verbintenis. |
| Exceptie wegens niet-uitvoering | Een verweermiddel waarbij een partij bij een wederkerige overeenkomst haar eigen verbintenissen opschort zolang de andere partij in gebreke blijft. |
| Gerechtelijke ontbinding | De ontbinding van een overeenkomst door de rechter als sanctie voor de niet-uitvoering van de verbintenissen door een partij. |
| Schadeherstel (compensatoire schadevergoeding) | De compensatie voor geleden verlies en gederfde winst als gevolg van contractuele wanprestatie, met als doel de benadeelde in dezelfde positie te brengen als vóór de wanprestatie. |
| Moratoire schadevergoeding (nalatigheidsintresten) | De schadevergoeding die verschuldigd is bij laattijdige betaling van een geldsom, gelijk aan de wettelijke intrestvoet. |
| Schadebeding | Een clausule in een overeenkomst die op voorhand forfaitair de schadevergoeding bepaalt die verschuldigd is bij niet-nakoming, met een mogelijkheid tot matiging bij kennelijke overdrijving. |
| Prijsvermindering | Een sanctie waarbij de schuldeiser een vermindering van de overeengekomen prijs vraagt indien de niet-nakoming van de verbintenis niet ernstig genoeg is voor ontbinding. |
| Betrekkelijkheid van overeenkomsten | Het principe dat overeenkomsten in beginsel enkel gevolgen hebben voor de contractpartijen en niet voor derden. |
| Beding ten gunste van een derde | Een overeenkomst waarbij een partij een prestatie bedingt ten gunste van een derde, die hierdoor een eigen, afdwingbaar recht verkrijgt. |
| Zijdelingse vordering | De bevoegdheid van een schuldeiser om in eigen naam en voor eigen rekening een rechtsvordering in te stellen tegen de schuldenaar van zijn schuldenaar, om zo de schuldvorderingen van zijn schuldenaar te innen. |
| Pauliaanse vordering | Een vordering die een schuldeiser kan instellen om een rechtshandeling van zijn schuldenaar die bedrieglijk is en de rechten van de schuldeiser miskent, niet-tegenwerpelijk te verklaren. |
| Wettelijke verjaring | Het verstrijken van een bepaalde wettelijke termijn waardoor een verbintenis tenietgaat (bevrijdende verjaring) of rechten verkregen worden (verkrijgende verjaring). |
| Schuldvergelijking | Het tenietgaan van wederzijdse schulden tot beloop van het laagste bedrag wanneer twee personen elkaars schuldenaar en schuldeiser zijn. |
| Schuldvermenging | Het automatisch tenietgaan van een verbintenis wanneer dezelfde persoon zowel schuldenaar als schuldeiser wordt ten aanzien van die verbintenis. |
| Kwijtschelding | De ondubbelzinnige verklaring van een schuldeiser dat de verbintenis niet meer uitgevoerd hoeft te worden, waardoor de schuldenaar bevrijd wordt. |
| Productaansprakelijkheid | De aansprakelijkheid van de producent voor schade veroorzaakt door een gebrek in zijn product dat niet de verwachte veiligheid biedt. |
| Foutaansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die voortvloeit uit een fout, zijnde de schending van een wettelijke regel of een zorgvuldigheidsnorm. |
| Foutloze aansprakelijkheid (objectieve aansprakelijkheid) | Aansprakelijkheid die ontstaat zonder dat er een eigen fout van de aansprakelijke persoon kan worden aangetoond, vaak gebaseerd op risico. |
| Garantie voor verborgen gebreken | De plicht van de verkoper om in te staan voor ernstige gebreken aan de verkochte zaak die niet zichtbaar waren bij de aankoop en die de koper niet kon kennen. |
| Juridische waarborg (vrijwaring voor uitwinning) | De plicht van de verkoper om de koper te beschermen tegen juridische aanspraken van derden met betrekking tot de verkochte zaak, zodat de koper rustig bezit geniet. |