Cover
Inizia ora gratuitamente Student - Hoorcollege 13 - Basisprincipes kwalitatief onderzoek - AJ 2024-2025.pptx
Summary
# Wat is kwalitatief onderzoek en waarom wordt het gebruikt
Kwalitatief onderzoek richt zich op het begrijpen van de 'waarom' achter menselijk gedrag en meningen door betekenisgeving te exploreren, in plaats van frequenties te kwantificeren.
### 1.1 De kern van kwalitatief onderzoek
Het primaire doel van kwalitatief onderzoek is niet het meten of beschrijven, maar het **begrijpen**. Het peilt naar de motivaties, behoeften, percepties en attitudes van individuen. Dit gaat dieper dan enkel registreren wat mensen zeggen of doen; het tracht de betekenis te achterhalen die dit handelen voor hen heeft.
> **Tip:** Kwalitatief onderzoek wordt vaak ingezet wanneer er nog weinig bekend is over een onderwerp, om concepten te exploreren, of om meningen en ervaringen te verzamelen. Het kan ook dienen als voorbereiding op kwantitatief onderzoek, door de taal van de respondenten te leren kennen voor het ontwikkelen van betere meetinstrumenten.
### 1.2 Het 'hoe' en 'waarom' ontrafelen
In tegenstelling tot kwantitatief onderzoek, dat zich richt op hoe vaak iets voorkomt, focust kwalitatief onderzoek op:
* **Het 'hoe' en 'waarom' van sociale betekenisgeving:** Hoe komen sociale betekenissen tot stand en wat is hun impact?
* **Ontwikkelen van ideeën en formuleren van hypothesen:** Het verkennen van een onderwerp kan leiden tot nieuwe inzichten en hypothesen die vervolgens kwantitatief getoetst kunnen worden.
* **Verdiepen van kwantitatieve bevindingen:** Kwalitatief onderzoek kan helpen om resultaten uit kwantitatief onderzoek verder te duiden en te verklaren.
> **Voorbeeld:** In plaats van te tellen hoeveel mensen hun partner verliezen voor hun veertigste (kwantitatief), onderzoekt kwalitatief onderzoek wat de betekenis is van het plots overlijden van een partner op jonge leeftijd en hoe mensen daarmee omgaan.
### 1.3 De rol van de onderzoeker
De onderzoeker is in kwalitatief onderzoek het **belangrijkste instrument**. Dit brengt de uitdaging van subjectiviteit met zich mee, aangezien de onderzoeker onvermijdelijk een eigen bril opzet.
> **Tip:** Om de betrouwbaarheid te waarborgen, is het cruciaal om transparant te werken en de eigen rol en positie kritisch te bevragen tijdens de analyse.
### 1.4 Basisprincipes van kwalitatief onderzoek
* **Open en brede onderzoeksvragen:** De vragen zijn vaak exploratief van aard.
* **Weinig voorkennis:** Er is vaak een gebrek aan bestaande kennis over het onderwerp.
* **Geen gestandaardiseerde instrumenten:** Er wordt niet gewerkt met standaardvragenlijsten of observatielijsten.
* **Openheid voor ontdekkingen:** De onderzoeker staat open voor wat er in het onderzoeksveld naar boven komt.
* **Kleine steekproeven:** Het doel is niet generalisatie naar een populatie, maar diepgaand begrip.
* **Gerichte selectie van respondenten:** Steekproeven zijn niet toevallig, maar 'slim' gekozen om variatie te dekken.
* **Voortschrijdend inzicht en open ontwerp:** Het onderzoeksontwerp kan tijdens het proces worden aangepast.
* **Tussentijdse reflectie:** Er wordt regelmatig gereflecteerd op het proces en de data.
### 1.5 Vergelijking met kwantitatieve data-analyse
| Kenmerk | Kwalitatief onderzoek | Kwantitatief onderzoek |
| :-------------------------- | :----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | :----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| **Focus** | Begrijpen, betekenisgeving, 'hoe' en 'waarom' | Meten, tellen, frequentie, 'hoeveel' |
| **Data** | Woorden, beelden, videofragmenten, observaties | Cijfers, statistieken |
| **Onderzoeker** | Centraal instrument, subjectiviteit wordt erkend en beheerd | Neutraal, objectief instrument |
| **Steekproef** | Klein, gericht, niet-random geselecteerd, doel is diepgaand begrip en variatiedekking | Groot, representatief, random geselecteerd, doel is statistische generalisatie |
| **Analyse** | Interpretatief, inductief en deductief coderen, het zoeken naar patronen en thema's | Statistische analyse, toetsen van hypothesen |
| **Generalisatie** | Variatiedekkende generaliseerbaarheid (relevantie voor brede variëteit aan contexten, situaties, groepen) | Statistische generaliseerbaarheid (generalisatie naar de populatie) |
### 1.6 Methoden in kwalitatief onderzoek
De meest gebruikte methoden in kwalitatief praktijkonderzoek omvatten:
* **Observeren:** Kijken met een specifiek doel om gedrag, achtergronden of problematieken te achterhalen. Vereist empathie, afstand bewaren, mondelinge en schriftelijke vaardigheid.
* **Stappenplan:** Aanleiding, observatiedoel, concreet gedrag, observatiecategorieën, observatiemethode, plaats/situatie/tijd.
* **Individueel diepte-interview:** Een open, ongestructureerd gesprek met een leidraad (gespreksgids). De interviewer gebruikt antwoorden om verder door te vragen. Volledige, woordelijke weergave is cruciaal.
* **Focusgroep:** Een groepsonderzoek waarbij een discussie wordt gefaciliteerd rond specifieke thema's.
* **Expertinterview:** Een interview met een deskundige op een bepaald gebied.
* **Kwalitatieve survey:** Een survey met overwegend open vragen die diepgaande antwoorden genereert.
> **Voorbeeld:** Observeren van interacties in een klaslokaal om directiviteit van een leerkracht te achterhalen. Ook al worden aantallen genoteerd ('turven'), de analyse focust op de betekenisvolle observaties, zoals het verschil in de reactie op leerlingreacties bij verschillende leerlingen.
### 1.7 Kwalitatieve data-analyse
Kwalitatieve data-analyse is een **exploratief, beschrijvend en interpreterend proces** dat werkt met woorden, beelden en andere niet-numerieke data.
#### 1.7.1 Transcriberen en structureren
* **Transcrijven:** Het volledig en woordelijk uitschrijven van interviews, focusgroepen of videofragmenten.
* **Structureren:** Ordenen van de data, bijvoorbeeld per topic of thema.
* **Stap 1:** Markeer fragmenten per topic.
* **Stap 2:** Verzamel fragmenten per topic.
* **Stap 3:** Vat de informatie per topic samen met citaten (let op anonimisering).
#### 1.7.2 Coderen
Coderen is de kern van kwalitatieve dataverwerking. Het doel is om **patronen, argumenten en ideeën** te ontdekken in functie van de onderzoeksvraag. Dit is een iteratief proces waarbij codes verfijnd worden.
* **Inductief/open coderen:**
* 'Labels' toekennen aan belangrijke tekstfragmenten.
* **Grounded Theory benadering:**
* **Stap 1 (Open coderen):** Gegevens opdelen, labelen en synoniemen samenvoegen om basisconcepten te identificeren.
> **Voorbeeld:** Een code als "stress door deadlines" wordt geïdentificeerd uit een fragment waarin iemand zich overweldigd voelt door naderende deadlines.
* **Stap 2 (Axiaal coderen):** Labels/codes in categorieën onderbrengen en onderzoeken hoe ze samenhangen.
> **Voorbeeld:** "Stress door deadlines" en "gebrek aan controle" kunnen samengebracht worden in de categorie "oorzaken van stress".
* **Stap 3 (Selectief coderen):** Integreren van alle categorieën rond een centrale kerncategorie die de data samenvat.
> **Voorbeeld:** De kerncategorie kan "perceptie van werkgerelateerde stress" zijn.
* **Deductief coderen:**
* Categorieën worden **vóór de dataverzameling** opgesteld, gebaseerd op literatuurstudie en onderzoekstopics.
* Vooraf bepaalde categorieën beantwoorden deelvragen.
> **Voorbeeld:** Bij onderzoek naar hoe studenten omgaan met negatieve gevoelens door de Coronapandemie, kunnen categorieën zoals 'copingmechanismen' afgeleid zijn uit bestaande literatuur.
#### 1.7.3 Horizontaal vergelijken
Tekstfragmenten per categorie/deelvraag worden naast elkaar weergegeven om verschillen en gelijkenissen te zoeken. Dit is haalbaar bij een beperkt aantal tekstfragmenten.
#### 1.7.4 Rapporteren
De resultaten worden beschreven in korte uitspraken, met de onderzoeksvraag in gedachten, geïllustreerd met tekstfragmenten of cijfergegevens. In deze fase wordt nog geen interpretatie of vergelijking met literatuur toegevoegd.
> **Voorbeeld:** "5 van de 8 ondervraagde jongeren geeft aan het sociaal contact tijdens de Coronapandemie te missen. 1 van de 5 jongeren geeft hierbij aan nood te hebben aan zowel fysieke als emotionele nabijheid." gevolgd door een citaat.
### 1.8 Betrouwbaarheid van kwalitatieve data-analyse verhogen
* **Bewustzijn van redeneerproces:** Openheid over hoe de analyse tot stand komt.
* **Triangulatie:** Combineren van bronnen, methoden en/of onderzoekers voor een completer beeld.
* **Meerdere onderzoekers:** Onafhankelijke codering door meerdere onderzoekers (interbeoordelaarsbetrouwbaarheid).
* **Member checking:** Respondent meten raadplegen voor feedback op tussentijdse bevindingen.
* **Grondige beschrijving:** Gedetailleerd beschrijven van context en werkwijze.
### 1.9 Generalisatie van kwalitatieve onderzoeksresultaten
In kwalitatief onderzoek streeft men naar **variatiedekkende generaliseerbaarheid**. Dit betekent dat de onderzoeksresultaten relevant zijn voor een brede variëteit aan contexten, situaties of groepen binnen een populatie. Dit vereist een steekproef die voldoende variatie dekt op relevante verschillen (leeftijd, geslacht, opleiding, inkomen, etc.).
> **Voorbeeld:** Bij het onderzoeken van mantelzorgers, zorgt de onderzoeker voor een diverse steekproef qua leeftijd, culturele achtergrond en zorgsituaties, zodat de bevindingen breder toepasbaar zijn.
---
# Methoden voor kwalitatieve dataverzameling
Kwalitatief onderzoek richt zich op het verkrijgen van diepgaand inzicht in het 'waarom' en 'hoe' van menselijke ervaringen, motieven en betekenisgeving, in plaats van op het tellen van frequenties of het meten van waarden.
### 2.1 Wat is kwalitatief onderzoek?
Kwalitatief onderzoek poogt de betekenis te achterhalen die gedrag en ervaringen voor individuen hebben. Het wordt vaak ingezet voor:
* Het verzamelen van achtergrondinformatie wanneer er weinig over een onderwerp bekend is.
* Het verkennen van een concept.
* Het identificeren van meningen, opvattingen, attitudes en ervaringen.
* Het verkennen van onderwerpen voor verder kwantitatief onderzoek, waarbij de taal van de respondenten kan leiden tot betere meetinstrumenten.
Het doel is niet het kwantificeren van frequenties, maar het begrijpen van sociale betekenisgeving en het ontwikkelen van ideeën. Kwalitatief onderzoek kan ook gebruikt worden om bevindingen uit kwantitatief onderzoek te duiden of om hypothesen te formuleren.
**Basisprincipes van kwalitatief onderzoek:**
* De onderzoeksvraag is open en breed geformuleerd.
* Er is doorgaans weinig voorkennis over het onderwerp.
* Er worden geen standaardvragenlijsten gebruikt.
* De onderzoeker stelt zich open op voor de ontdekkingen in het veld.
* De steekproeven zijn klein, met als doel niet te generaliseren in statistische zin.
* Respondenten worden 'slim' gekozen, niet toevallig geselecteerd.
* Het onderzoeksontwerp is flexibel en kan gaandeweg worden aangepast (voortschrijdend inzicht).
* Er wordt tussentijds gereflecteerd op het onderzoeksproces.
### 2.2 De rol van de onderzoeker
In kwalitatief onderzoek is de onderzoeker het primaire instrument. Dit brengt de subjectiviteit van de onderzoeker mee, wat een mogelijke kritiek is. Om de betrouwbaarheid te waarborgen, is transparantie cruciaal. De onderzoeker moet zijn eigen rol en positie in de analyse kritisch durven bevragen, aangezien de eigen bril de zienswijze bepaalt.
### 2.3 Steekproefselectie
In kwalitatief onderzoek wordt **geen** aselecte steekproeftrekking toegepast. In plaats daarvan wordt data verzameld bij een beperkt aantal, maar representatief en 'slim' gekozen respondenten uit specifieke kerndoelgroepen. Dit principe, gericht op 'variatiedekkende generaliseerbaarheid', streeft ernaar de resultaten relevant te maken voor een brede variëteit aan contexten, situaties of groepen.
> **Tip:** Bij het selecteren van respondenten voor kwalitatief onderzoek is het cruciaal om na te denken over welke variaties binnen de populatie relevant zijn voor de onderzoeksvraag. Dit kunnen demografische kenmerken zijn (leeftijd, geslacht, etniciteit), maar ook sociaaleconomische factoren (opleidingsniveau, inkomen) of specifieke ervaringen.
#### 2.3.1 Variatiedekkende generaliseerbaarheid
Variatiedekkende generaliseerbaarheid houdt in dat de onderzoeksresultaten relevant zijn voor een breed scala aan contexten, situaties of groepen binnen een bepaalde populatie. Dit wordt bereikt door een steekproef samen te stellen die voldoende variatie dekt qua relevante verschillen die in de populatie voorkomen.
> **Voorbeeld:** Een onderzoeker die de ervaringen van mantelzorgers bestudeert, zou een steekproef samenstellen die mantelzorgers uit verschillende leeftijdsgroepen, culturele achtergronden en zorgsituaties omvat (bijvoorbeeld zorg voor iemand met dementie versus een fysieke beperking). Dit maakt de bevindingen toepasbaar op een breder publiek van mantelzorgers.
### 2.4 Kwalitatieve onderzoeksmethoden
De meest gebruikte methoden in kwalitatief praktijkonderzoek zijn:
* Observeren
* Individueel diepte-interview (vaak onderdeel van een kwalitatieve survey)
* Focusgroep
* Expertinterview
#### 2.4.1 Observeren
Observeren wordt ingezet om iemand beter te leren kennen, specifieke problematieken nader te onderzoeken of achtergronden van gedrag te achterhalen. Het is belangrijk om met een doel te kijken en **niet** te interpreteren tijdens de observatie zelf.
> **Voorbeeld:** Een leerkracht stelt een vraag. Door te turven hoeveel open vragen de leerkracht stelt, hoeveel leerlingreacties worden geaccepteerd of verworpen, kan een onderzoeker concluderen dat de leerkracht directief lesgeeft. De analyse zou echter verder kunnen gaan dan alleen de aantallen, door te noteren *welke* leerlingreacties specifiek wel of niet worden geaccepteerd, wat kan wijzen op mogelijke voorkeuren of aversies van de leerkracht ten aanzien van bepaalde leerlingen.
**Benodigdheden voor goed observeren:**
* Empathie of inlevingsvermogen.
* Afstand bewaren (role-taking).
* Mondelinge en schriftelijke vaardigheid.
* Goed kunnen kijken en luisteren.
**Stappenplan voor observeren:**
1. Bepaal de aanleiding van de observatie.
2. Formuleer het observatiedoel: op welke vraag zoek je antwoord?
3. Lijst het concrete, mogelijke gedrag op.
4. Bepaal de observatiecategorieën.
5. Kies de observatiemethode en beschrijf de werkwijze.
6. Bepaal de plaats, situaties, data en tijdstippen.
7. Beschrijf de algemene gegevens.
#### 2.4.2 Kwalitatieve survey: Individueel diepte-interview
Bij een kwalitatieve survey, met name bij diepte-interviews, is de persoonlijke context en de mate van detail in betekenisgeving van groot belang. Het is daarom cruciaal om woordelijk vast te leggen wat de respondent aangeeft.
> **Tip:** Het is sterk aan te raden om interviews op te nemen met toestemming van de respondent, met de garantie dat de opnames na analyse worden gewist. Schrijf geen interpretaties op tijdens het interview; dit is voor de analysefase. Zorg voor een rustige omgeving zonder afleiding en plaats de interviewer niet recht tegenover de respondent, maar bijvoorbeeld in een hoek van 90 graden om een meer ontspannen sfeer te creëren.
Het gesprek gebeurt aan de hand van een leidraad voor de interviewer (gespreksgids of topic guide), die algemene, open vragen per thema bevat. De interviewer evalueert elk antwoord en gebruikt dit als basis om verder te vragen. Een volledige en woordelijke weergave van het gesprek is essentieel, eventueel aangevuld met video-opnames voor non-verbale communicatie.
> **Voorbeeld:** Een interview om de afstemming van selectieprocedures op de noden van personen met een niet-EU herkomst te onderzoeken, zou kunnen bestaan uit diepte-interviews met werkgevers/recruiters en werknemers/werkzoekenden met een buitenlandse herkomst.
#### 2.4.3 Focusgroep
[In het verstrekte document is geen gedetailleerde beschrijving van focusgroepen opgenomen.]
#### 2.4.4 Expertinterview
[In het verstrekte document is geen gedetailleerde beschrijving van expertinterviews opgenomen.]
### 2.5 Kwalitatieve data analyseren
De analyse van kwalitatieve data richt zich op het exploreren, beschrijven en interpreteren van ervaringen en processen. Dit gebeurt aan de hand van woorden, videofragmenten, afbeeldingen, tekstfragmenten uit literatuur, verslagen van observaties, en antwoorden op open vragen. Vaak is dit minder gestructureerde data afkomstig van een beperkt aantal personen, maar wel zeer diepgaand.
#### 2.5.1 Analyseproces
1. **Transcripteren:** Start met de uitgeschreven tekst van interviews, focusgroepen of videofragmenten.
2. **Structureren:** Breng structuur aan door de data te ordenen per topic.
* **Stap 1:** Markeer fragmenten per topic in de tekst.
* **Stap 2:** Zet deze fragmenten per topic bij elkaar.
* **Stap 3:** Maak een samenvatting van de informatie uit de geselecteerde fragmenten per topic, waarbij duidelijk wordt aangegeven wie wat zei (met anonimisering).
3. **Coderen:** Dit is de eigenlijke verwerking en analyse van de kwalitatieve data. Het doel is om patronen, argumenten en ideeën te ontdekken in functie van de onderzoeksvraag. Coderen is een iteratief proces waarbij je meerdere keren door de data gaat (hercoderen) om codes te verfijnen. Er zijn verschillende benaderingen, waaronder inductief en deductief coderen.
> **Tip:** De 'theoretische gevoeligheid' van een onderzoeker, het vermogen om uit ruwe data categorieën en thema's te distilleren, is cruciaal voor een diepgaande analyse.
#### 2.5.2 Inductief/open coderen
Bij inductief of open coderen worden 'labels' toegekend aan belangrijke tekstfragmenten. Niet-gelabelde tekst wordt buiten beschouwing gelaten.
> **Voorbeeld:** Een fragment als "Silke lacht luidop tijdens het ronddraaien en ook mama hoor je lachen" kan worden gecodeerd als "gedeeld plezier".
**Vereenvoudigd Grounded Theory-benadering (iteratief):**
* **Stap 1: Open coderen:** Gegevens worden opgedeeld in kleinere gehelen en gelabeld. Synoniemen worden samengevoegd om basisconcepten te identificeren.
> **Voorbeeld:** Een interviewfragment over "overweldigd voelen als deadlines dichterbij komen" kan de code "stress door deadlines" krijgen. Een fragment over "even een wandeling maken tijdens de lunchpauze" kan leiden tot de code "stressverlichting door pauzes".
* **Stap 2: Axiaal coderen:** De labels/codes worden ondergebracht in categorieën, waarbij de onderlinge samenhang wordt onderzocht.
> **Voorbeeld:** Codes zoals "stress door deadlines" en "gebrek aan controle" kunnen worden ondergebracht in de categorie "Oorzaken van stress". Codes als "stressverlichting door pauzes" en "gebruik van ademhalingstechnieken" kunnen de categorie "Copingstrategieën" vormen.
* **Stap 3: Selectief coderen:** Alle categorieën worden geïntegreerd rond een centrale kerncategorie die de data samenvat.
> **Voorbeeld:** Een kerncategorie kan zijn: "Perceptie van werkgerelateerde stress".
#### 2.5.3 Deductief coderen
Bij deductief coderen worden categorieën opgesteld **vóór** de dataverzameling, gebaseerd op literatuurstudie en de te onderzoeken topics. Deze vooropgestelde categorieën beantwoorden de deelvragen van het onderzoek.
> **Voorbeeld:** Onderzoekstopic: hoe gaan studenten om met negatieve gevoelens door de Coronapandemie? Een gekoppelde categorie, afgeleid uit literatuur, kan zijn: "copingsmechanismen negatieve gevoelens".
>
> **Voorbeeld DEDUCTIEF CODEREN:** Onderzoeksvraag: hoe verloopt de sociale ontwikkeling bij F.? Coderingscategorieën afgeleid uit literatuur: Oogcontact en lichamelijk contact; Sociaal taalgebruik; Imitatie; Gedeelde belangstelling; Gevolg aan richtlijnen.
Tekstfragmenten worden vervolgens ondergebracht bij één of meerdere bestaande categorieën. Het is mogelijk dat fragmenten niet aansluiten bij de reeds opgestelde categorieën.
#### 2.5.4 Horizontaal vergelijken
Het doel is om tekstfragmenten per categorie of deelvraag naast elkaar weer te geven en (horizontaal) te vergelijken om verschillen en gelijkenissen te ontdekken. Essentiële elementen worden per categorie/deelvraag samengevat, waarna conclusies worden geformuleerd nadat de analyses van alle observaties of observatoren zijn gebundeld. Dit is enkel haalbaar als het aantal tekstfragmenten beperkt is.
#### 2.5.5 Rapporteren na analyse
Beschrijf de resultaten in de vorm van korte uitspraken, gericht op de onderzoeksvraag. Illustreer de resultaten met tekstfragmenten of cijfergegevens (tabel of grafiek, of beschreven in de tekst). Interpretatie en vergelijking met literatuur volgen later.
> **Voorbeeld van kwalitatieve rapportage:** "5 van de 8 ondervraagde jongeren geeft aan het sociaal contact tijdens de Coronapandemie te missen. 1 van de 5 jongeren geeft hierbij aan nood te hebben aan zowel fysieke als emotionele nabijheid." Dit wordt verder geïllustreerd met citaten van respondenten.
### 2.6 Betrouwbaarheid van kwalitatieve data-analyse
De betrouwbaarheid van kwalitatieve data-analyse kan worden verhoogd door:
* **Bewust en open zijn van het redeneerproces:** Transparantie over de stappen en keuzes tijdens de analyse.
* **Triangulatie:** Het combineren van verschillende bronnen, methoden en/of onderzoekers om een vollediger beeld te krijgen.
* **Interbeoordeelaarsbetrouwbaarheid:** Meerdere onderzoekers die onafhankelijk van elkaar de data coderen.
* **Member checking:** Respondenten raadplegen om feedback te geven op tussentijdse bevindingen.
* **Grondige en gedetailleerde beschrijving van de context en werkwijze:** Zodat het onderzoeksproces navolgbaar is.
---
# Het analyseren van kwalitatieve data
Dit gedeelte behandelt de procedures voor het analyseren van kwalitatieve data, met een focus op transcriberen, structureren, coderen (inductief en deductief) en het interpreteren van bevindingen, inclusief methoden zoals de Grounded Theory-benadering.
### 3.1 Wat is kwalitatief onderzoek?
Kwalitatief onderzoek richt zich op het begrijpen van de *waarom* en *hoe* achter fenomenen, in plaats van het beschrijven of meten van hoe vaak iets voorkomt. Het doel is om inzicht te krijgen in behoeften, motieven, percepties en attitudes. Dit type onderzoek is nuttig voor het verzamelen van achtergrondinformatie, het exploreren van concepten, het identificeren van meningen en ervaringen, en het ontwikkelen van ideeën die later kwantitatief onderzocht kunnen worden. Het leert de onderzoeker de taal van de respondenten kennen, wat kan leiden tot betere meetinstrumenten in vervolgonderzoek. De onderzoeker is het belangrijkste instrument in kwalitatief onderzoek, wat transparantie en kritische zelfreflectie op de eigen rol en bril vereist.
**Basisprincipes van kwalitatief onderzoek:**
* De onderzoeksvraag is open en breed.
* Er is meestal weinig voorkennis.
* Er worden geen standaardvragenlijsten gebruikt.
* De onderzoeker staat open voor wat hij/zij tegenkomt in het onderzoeksveld.
* Er worden kleine, niet-toevallig geselecteerde steekproeven gebruikt, met als doel niet generaliseren in statistische zin.
* Het principe van voortschrijdend inzicht en een open onderzoeksontwerp kenmerkt het proces.
* Er wordt tussentijds gereflecteerd.
### 3.2 Kwalitatieve versus kwantitatieve data-analyse
Kwantitatieve data-analyse richt zich op het tellen en meten van frequenties om patronen en generaliseerbare conclusies te trekken uit grote, representatieve steekproeven. Kwalitatieve data-analyse daarentegen, werkt met woorden, videofragmenten en afbeeldingen om de betekenisgeving, ervaringen en processen te exploreren en te interpreteren. Hoewel aantallen in kwalitatief onderzoek niet doorslaggevend zijn, kunnen observaties wel degelijk leiden tot specifieke inzichten over bijvoorbeeld gedrag of voorkeuren, zonder dat dit resulteert in een telling.
### 3.3 Steekproefselectie in kwalitatief onderzoek
In kwalitatief onderzoek wordt geen aselecte steekproeftrekking gebruikt. In plaats daarvan wordt data verzameld bij een beperkt aantal, maar wel representatief en 'slim' gekozen respondenten uit specifieke kerndoelgroepen. Dit principe van *variatiedekkende generaliseerbaarheid* houdt in dat de steekproef een zo breed mogelijke variatie dekt qua relevante verschillen binnen de onderzochte populatie (zoals leeftijd, geslacht, opleiding, etc.). Een voorbeeld hiervan is het gebruik van een matrixmethode om de impact van burgerlijke staat op mentaal welzijn in verschillende levensfasen te onderzoeken door respondenten uit diverse leeftijdsgroepen te selecteren.
### 3.4 Kwalitatieve onderzoeksmethoden
De meest gebruikte methoden in kwalitatief praktijkonderzoek zijn:
* **Observeren:** Gericht kijken om gedrag, achtergronden en problematieken te achterhalen. Het vereist empathie, afstand bewaren, en mondelinge en schriftelijke vaardigheden. Een stappenplan omvat het bepalen van de aanleiding, doel, gedragscategorieën, observatiemethode, en plaats/tijd.
* **Individueel diepte-interview:** Een gestructureerd of semi-gestructureerd gesprek met een leidraad (gespreksgids) die open vragen per topic bevat. Woordelijke weergave en/of video-opnames zijn essentieel. De nadruk ligt op het zorgvuldig en woordelijk noteren van de respondent zijn of haar antwoorden, zonder directe interpretaties. Een rustige omgeving en het welzijn van de respondent zijn cruciaal.
* **Focusgroep:** Een groepsgesprek waarin interactie tussen deelnemers centraal staat.
* **Expertinterview:** Een interview met een persoon die specifieke kennis of ervaring heeft over het onderwerp.
### 3.5 Analyseren van kwalitatieve data
Het analyseren van kwalitatieve data omvat exploratie, beschrijving en interpretatie van ervaringen en processen, gebruikmakend van tekstfragmenten, video's, afbeeldingen, en antwoorden op open vragen. Dit is vaak minder gestructureerde data gerelateerd aan een beperkt aantal personen.
#### 3.5.1 Transcriberen en structureren
De eerste stap in de analyse is het transcriberen van de ruwe data (bijvoorbeeld interviews) naar uitgeschreven tekst. Vervolgens wordt structuur aangebracht door de tekst te ordenen per topic. Dit gebeurt in drie stappen:
1. Markeer fragmenten per topic.
2. Verzamel deze fragmenten per topic.
3. Vat de informatie per topic samen, gebruikmakend van citaten en anonimisering.
#### 3.5.2 Coderen
Coderen is de kern van kwalitatieve dataverwerking. Het doel is het ontdekken van patronen, argumenten en ideeën in functie van de onderzoeksvraag. Coderen is een iteratief proces waarbij data herhaaldelijk wordt doorgenomen en codes worden verfijnd. Er zijn twee hoofd benaderingswijzen: inductief en deductief coderen. Het succes van coderen vereist "theoretische gevoeligheid" of het talent om uit ruwe gegevens categorieën, thema's en hun eigenschappen te ontwikkelen.
##### 3.5.2.1 Inductief (open) coderen
Bij inductief coderen worden 'labels' toegekend aan belangrijke tekstfragmenten. Niet-gelabelde tekst wordt buiten beschouwing gelaten.
> **Tip:** Dit proces start vanuit de data zelf en bouwt concepten op.
**Grounded Theory-benadering (vereenvoudigd):**
Dit is een specifieke methode van inductief coderen die gericht is op het ontwikkelen van theorieën uit data. Het proces bestaat uit drie stappen:
1. **Open coderen:** Gegevens worden opgedeeld in kleinere eenheden, gelabeld, en synoniemen worden samengevoegd om basisconcepten te identificeren. Dit leidt tot een lijst van losse codes.
> **Voorbeeld:** Uit een interview over stress op de werkvloer kan "stress door deadlines" en "gevoel van overweldiging" resulteren in de code "stress door deadlines". "Even een wandeling maken" kan leiden tot de code "stressverlichting door pauzes".
2. **Axiaal coderen:** De gelabelde codes worden ondergebracht in categorieën, en de samenhang ertussen wordt onderzocht.
> **Voorbeeld:** Codes zoals "stress door deadlines" en "gebrek aan controle" kunnen worden samengevoegd in de categorie "Oorzaken van stress". Codes als "stressverlichting door pauzes" en "gebruik van ademhalingstechnieken" kunnen samen de categorie "Copingstrategieën" vormen.
3. **Selectief coderen:** Alle categorieën worden geïntegreerd rond een centrale kerncategorie die de data samenvat.
> **Voorbeeld:** De kerncategorie kan "Perceptie van werkgerelateerde stress" zijn.
##### 3.5.2.2 Deductief coderen
Bij deductief coderen worden categorieën opgesteld *vóór* de dataverzameling, meestal gebaseerd op literatuurstudie en de te onderzoeken topics. Deze vooropgestelde categorieën beantwoorden de deelvragen van het onderzoek.
> **Tip:** Dit is nuttig wanneer er al bestaande theorieën of concepten zijn die relevant zijn voor het onderzoeksonderwerp.
> **Voorbeeld:** Voor een onderzoeksvraag over hoe studenten omgaan met negatieve gevoelens tijdens de Coronapandemie, kunnen categorieën zoals "copingmechanismen negatieve gevoelens" worden afgeleid uit literatuur. Een tekstfragment waarin een student praat over steun van vrienden en zich begrepen voelen, kan dan onder deze categorie worden gecodeerd.
Soms sluiten tekstfragmenten niet aan bij bestaande deductieve categorieën en kan het nodig zijn om nieuwe codes of categorieën te introduceren.
> **Voorbeeld Deductief Coderen:** Onderzoeksvraag: hoe verloopt de sociale ontwikkeling bij F.? Gecodëerde categorieën uit literatuur: Oogcontact en lichamelijk contact; Sociaal taalgebruik; Imitatie; Gedeelde belangstelling; Gevolg aan richtlijnen.
#### 3.5.3 Horizontaal vergelijken
Het doel van horizontaal vergelijken is om tekstfragmenten per categorie of deelvraag naast elkaar te leggen en de verschillen en gelijkenissen te analyseren. Dit is een methode om essentiële elementen per categorie samen te vatten en conclusies te formuleren. Dit is enkel haalbaar wanneer het aantal tekstfragmenten beperkt is.
#### 3.5.4 Rapporteren
Na de analyse worden de resultaten beschreven in korte, duidelijke uitspraken die de onderzoeksvraag beantwoorden. Deze resultaten worden geïllustreerd met tekstfragmenten of, waar relevant, met cijfergegevens die in een tabel of grafiek kunnen worden weergegeven. Belangrijk is dat in deze fase nog geen interpretatie of vergelijking met literatuur plaatsvindt.
> **Voorbeeld van kwalitatieve rapportage:** "5 van de 8 ondervraagde jongeren geeft aan het sociaal contact tijdens de Coronapandemie te missen. 1 van de 5 jongeren geeft hierbij aan nood te hebben aan zowel fysieke als emotionele nabijheid." Hierna volgen illustratieve citaten van respondenten.
### 3.6 De betrouwbaarheid van kwalitatieve data-analyse verhogen
Om de betrouwbaarheid van kwalitatieve data-analyse te verhogen, kunnen de volgende methoden worden toegepast:
* **Bewust en open zijn van het redeneerproces:** Transparantie over hoe de analyses tot stand komen.
* **Triangulatie:** Combineren van verschillende bronnen, methoden en/of onderzoekers om een completer beeld te krijgen.
* **Meerdere onderzoekers:** Onafhankelijke codering door meerdere onderzoekers (interbeoordelaarsbetrouwbaarheid).
* **Member checking:** Respondentendeelnemers raadplegen voor feedback op tussentijdse bevindingen.
* **Grondige context- en werkwijzebeschrijving:** Gedetailleerde beschrijving van de context en de methodologie, vergelijkbaar met kwantitatief onderzoek.
### 3.7 Generalisatie van kwalitatieve onderzoeksresultaten
In tegenstelling tot kwantitatief onderzoek dat streeft naar *statistische generaliseerbaarheid* (generaliseren naar de populatie op basis van een representatieve steekproef van voldoende grootte), richt kwalitatief onderzoek zich op *variatiedekkende generaliseerbaarheid*. Dit betekent dat de onderzoeksresultaten relevant zijn voor een brede variëteit aan contexten, situaties of groepen binnen een populatie. Dit wordt bereikt door een steekproef te selecteren die voldoende variatie dekt qua relevante verschillen.
> **Voorbeeld:** Een onderzoeker die de ervaringen van mantelzorgers onderzoekt, zorgt voor een steekproef die mantelzorgers van verschillende leeftijden, culturele achtergronden en zorgsituaties omvat, waardoor de bevindingen breder toepasbaar zijn.
---
# Betrouwbaarheid en generaliseerbaarheid in kwalitatief onderzoek
Dit topic behandelt strategieën om de betrouwbaarheid van kwalitatieve data-analyse te verhogen, zoals triangulatie en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, en bespreekt het concept van variatiedekkende generaliseerbaarheid als alternatief voor statistische generaliseerbaarheid.
### 4.1 De betrouwbaarheid van kwalitatieve data-analyse verhogen
Kwalitatief onderzoek streeft naar inzicht in het "hoe" en "waarom" van sociale betekenisgeving, waarbij de onderzoeker zelf het belangrijkste instrument is. Dit brengt de noodzaak met zich mee van transparantie en kritische zelfreflectie om de betrouwbaarheid te waarborgen.
#### 4.1.1 Strategieën voor betrouwbaarheidsverhoging
Om de betrouwbaarheid van de analyse van kwalitatieve data te verhogen, kunnen diverse strategieën worden toegepast:
* **Bewust en open zijn van het redeneerproces:** Gedurende de analyse moet de onderzoeker zijn denkprocessen transparant maken en kritisch bevragen.
* **Triangulatie:** Dit omvat het combineren van verschillende bronnen, methoden en/of onderzoekers om een completer en robuuster beeld te verkrijgen.
* **Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid:** Hierbij coderen meerdere onderzoekers onafhankelijk van elkaar dezelfde data. De mate van overeenstemming tussen deze beoordelaars kan worden berekend.
* **Member checking:** De respondenten worden geconsulteerd om feedback te geven op tussentijdse bevindingen of de interpretatie van de data. Dit zorgt voor validatie vanuit het perspectief van de deelnemers.
* **Grondige en gedetailleerde beschrijving van context en werkwijze:** Net als bij kwantitatief onderzoek is een gedetailleerde beschrijving van de context en de gebruikte methodologie essentieel voor de interpreteerbaarheid en replicatie.
### 4.2 Generalisatie van kwalitatieve onderzoeksresultaten
In tegenstelling tot kwantitatief onderzoek, waar statistische generaliseerbaarheid centraal staat, hanteert kwalitatief onderzoek een ander concept: variatiedekkende generaliseerbaarheid.
#### 4.2.1 Statistische generaliseerbaarheid in kwantitatief onderzoek
Statistische generaliseerbaarheid verwijst naar de mate waarin de resultaten van een statistische toets voor de verzamelde steekproef gegeneraliseerd kunnen worden naar de onderzochte populatie. Dit vereist een representatieve steekproef van voldoende grote omvang.
#### 4.2.2 Variatiedekkende generaliseerbaarheid in kwalitatief onderzoek
Variatiedekkende generaliseerbaarheid richt zich op de relevantie van onderzoeksresultaten voor een brede variëteit aan contexten, situaties of groepen binnen een bepaalde populatie. Om dit te bereiken, is een steekproef nodig die voldoende variatie dekt op basis van relevante verschillen binnen de populatie.
> **Tip:** Bij variatiedekkende generaliseerbaarheid is het cruciaal om te zorgen voor diversiteit in de steekproef qua kenmerken zoals leeftijd, geslacht, etniciteit, opleidingsniveau, inkomensklasse, etc.
> **Voorbeeld:** Een onderzoeker die de ervaringen van mantelzorgers onderzoekt, zal niet alleen mantelzorgers van één specifieke leeftijdsgroep bestuderen. In plaats daarvan wordt gezorgd voor een steekproef die mantelzorgers van verschillende leeftijden, culturele achtergronden en zorgsituaties (bijvoorbeeld voor iemand met dementie of een fysieke beperking) omvat. Dit vergroot de relevantie van de bevindingen voor een breder scala aan mantelzorgers.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Kwalitatief onderzoek | Een onderzoeksbenadering die gericht is op het begrijpen van de diepere betekenis achter fenomenen, ervaringen, attitudes en motieven, in plaats van op het meten of tellen van frequenties. Het richt zich op het "waarom" en "hoe". |
| Kwantitatief onderzoek | Een onderzoeksbenadering die zich richt op het meten en tellen van fenomenen, met als doel het identificeren van patronen, relaties en het toetsen van hypothesen aan de hand van numerieke data. Het richt zich op het "hoeveel". |
| Motivatieonderzoek | Een type onderzoek dat specifiek de beweegredenen, drijfveren en oorzaken achter menselijk gedrag en keuzes probeert te achterhalen. |
| Sociale betekenisgeving | Het proces waarbij individuen of groepen betekenis toekennen aan sociale gebeurtenissen, interacties of concepten binnen een bepaalde culturele en sociale context. |
| Onderzoeker als onderzoeksinstrument | In kwalitatief onderzoek is de onderzoeker zelf het primaire instrument voor dataverzameling en analyse. Zijn of haar waarnemingen, interpretaties en reflecties zijn cruciaal voor het onderzoeksresultaat. |
| Voortschrijdend inzicht | Het principe dat inzichten en begrip tijdens het kwalitatieve onderzoeksproces evolueren en verfijnen naarmate er meer data wordt verzameld en geanalyseerd. |
| Open onderzoeksontwerp | Een onderzoeksontwerp dat flexibel is en zich kan aanpassen gedurende het onderzoeksproces, in plaats van rigide en vooraf vastgelegd te zijn. |
| Variatiedekkende generaliseerbaarheid | Het vermogen om de bevindingen van kwalitatief onderzoek relevant te maken voor een breed scala aan contexten, situaties of groepen binnen een populatie, door een diverse steekproef te selecteren. |
| Observeren | Een kwalitatieve onderzoeksmethode waarbij de onderzoeker systematisch gedrag, gebeurtenissen of situaties waarneemt en registreert, met als doel informatie te verzamelen zonder directe interactie of met minimale interventie. |
| Kwalitatieve survey | Een vorm van onderzoek waarbij open, ongestructureerde vragen worden gesteld om diepgaande informatie te verzamelen over de percepties, ervaringen en meningen van respondenten. |
| Individueel diepte-interview | Een gesprek tussen een interviewer en een respondent waarbij open vragen worden gesteld om gedetailleerde en persoonlijke informatie te verkrijgen over een specifiek onderwerp. |
| Focusgroep | Een discussie met een kleine groep deelnemers, geleid door een moderator, om inzichten te verzamelen over een specifiek onderwerp, product of idee door middel van interactie tussen de deelnemers. |
| Expertinterview | Een interview met een persoon die gespecialiseerd is in een bepaald domein, met als doel diepgaande kennis en inzichten over dat onderwerp te verkrijgen. |
| Transcriberen | Het proces van het nauwkeurig omzetten van audio- of video-opnamen van interviews of focusgroepen naar geschreven tekst, inclusief alle gesproken woorden en soms ook non-verbale signalen. |
| Coderen | Het proces van het systematisch categoriseren en labelen van kwalitatieve data (tekstfragmenten, observaties etc.) om patronen, thema's en concepten te identificeren die relevant zijn voor de onderzoeksvraag. |
| Inductief coderen | Een coderingsbenadering waarbij codes en categorieën worden ontwikkeld op basis van de data zelf, zonder vooraf gedefinieerde categorieën. Dit proces begint met het toekennen van "labels" aan tekstfragmenten. |
| Deductief coderen | Een coderingsbenadering waarbij bestaande theorieën of literatuur worden gebruikt om vooraf categorieën te definiëren die vervolgens worden toegepast op de data. |
| Axiaal coderen | Een stap binnen de Grounded Theory-benadering waarbij codes of labels worden gegroepeerd in bredere categorieën en de relaties tussen deze categorieën worden onderzocht. |
| Selectief coderen | De laatste stap binnen de Grounded Theory-benadering, waarbij alle gecodeerde categorieën worden geïntegreerd rond een centrale kerncategorie die de essentie van de data samenvat. |
| Horizontaal vergelijken | Een analysetechniek waarbij tekstfragmenten gerelateerd aan dezelfde categorie of deelvraag naast elkaar worden geplaatst om verschillen en gelijkenissen te identificeren. |
| Triangulatie | Een onderzoeksstrategie waarbij meerdere bronnen, methoden, data of onderzoekers worden gebruikt om een fenomeen vanuit verschillende perspectieven te onderzoeken, ter verhoging van de betrouwbaarheid. |
| Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid | Een maatstaf voor de mate van overeenstemming tussen twee of meer beoordelaars bij het coderen of interpreteren van dezelfde data, wat de objectiviteit van de analyse aangeeft. |
| Member checking | Een validatietechniek waarbij onderzoeksresultaten of tussentijdse bevindingen worden voorgelegd aan de respondenten die de data hebben geleverd, om hun feedback te verkrijgen en de accuraatheid te verifiëren. |