Cover
Inizia ora gratuitamente Cognitieve psychologie (1).pdf
Summary
# Structuur en ontwikkeling van de hersenen
De hersenen ontwikkelen zich van onderen naar boven, beginnend met primitieve functies gericht op overleving en evoluerend naar complexere functies die dienen als controlecentrum [5](#page=5).
### 1.1 Opbouw van de hersenen
De hersenen kunnen worden onderverdeeld in drie hoofdgebieden, die elk een specifieke rol spelen in onze functies en zich in ontwikkeling van primitief naar complexer manifesteren [7](#page=7).
#### 1.1.1 Hersenstam (reptielenbrein of gevarenbrein)
De hersenstam is primair gericht op overleven en functioneert buiten onze bewuste controle. Dit deel van de hersenen denkt niet na en onthoudt niet. De basale functies die de hersenstam regelt zijn onder andere hartslag, honger, dorst en reflexen. In situaties van gevaar of stress is de hersenstam verantwoordelijk voor de reacties vechten, vluchten of bevriezen [7](#page=7).
#### 1.1.2 Limbisch gebied (zoogdierenbrein of gevoelensbrein)
Het limbisch gebied is verantwoordelijk voor de regulatie van emoties, sociaal gedrag, geheugen en motivatie. Het zorgt ervoor dat we prettige ervaringen herhalen en onaangename ervaringen vermijden [7](#page=7).
#### 1.1.3 Cortex (mensenbrein of denkend brein)
De cortex is het meest ontwikkelde deel van de hersenen en stelt ons in staat om keuzes te maken en beslissingen te nemen. Het faciliteert logisch nadenken, problemen oplossen en het relativeren van gebeurtenissen. Binnen de cortex fungeert de prefrontale cortex als het controlecentrum dat de executieve functies regelt [7](#page=7).
> **Tip:** Het is nuttig om de drie hoofdcategorieën van de hersenen (hersenstam, limbisch gebied, cortex) te onthouden als opeenvolgende lagen van ontwikkeling, waarbij elke laag complexere functies toevoegt bovenop de basale overlevingsmechanismen.
---
# Werking van het geheugen
Het geheugen is een hersenfunctie die ons in staat stelt informatie op te slaan en later weer op te roepen. Dit proces omvat het selecteren en opslaan van informatie die via de zintuigen binnenkomt [8](#page=8).
### 2.1 De capaciteit van het werkgeheugen
Een cruciaal inzicht in de werking van het geheugen is dat het werkgeheugen een beperkte capaciteit heeft. Dit betekent dat er slechts een bepaalde hoeveelheid informatie tegelijkertijd kan worden vastgehouden en bewerkt [15](#page=15).
### 2.2 Expert versus beginner
Een ander belangrijk inzicht is dat experts anders denken dan beginners. Dit verschil wordt mede bepaald door wat men al weet, aangezien kennis invloed heeft op hoe informatie wordt waargenomen en verwerkt. Met andere woorden, wat je weet, bepaalt wat je ziet [15](#page=15).
> **Tip:** De oefeningen op pagina 10 en 11 (niet hier weergegeven, maar genoemd in het document) illustreren de beperkingen en de aard van de informatieverwerking binnen het geheugen. Ze tonen aan hoe kortetermijnopslag en patroonherkenning functioneren.
Het document beschrijft het geheugen als een hersenfunctie die instaat voor het opslaan en later weer oproepen van informatie. Het geheugen houdt zich bezig met het selecteren en opslaan van allerlei informatie die binnenkomt via de zintuigen. Twee belangrijke inzichten die naar voren komen, zijn de beperkte capaciteit van het werkgeheugen en het verschil in denkprocessen tussen experts en beginners, waarbij voorkennis een rol speelt in perceptie [15](#page=15) [8](#page=8).
---
# Leren en aandacht
Aandacht fungeert als de essentiële toegangspoort tot het leerproces, waarbij strategieën voor het richten van aandacht, het verbeteren van concentratie en het verhogen van motivatie centraal staan bij het studeren [17](#page=17).
### 3.1 De rol van aandacht in leren
Aandacht wordt beschouwd als de poort naar leren. Het effectief richten van aandacht op de relevante informatie is cruciaal voor succesvol studeren [17](#page=17).
### 3.2 Strategieën voor het richten van aandacht
Om de aandacht beter te richten tijdens het studeren, kunnen diverse strategieën worden toegepast [18](#page=18):
* **Nudging:** Het gebruik van subtiele duwtjes of herinneringen om de aandacht te sturen [18](#page=18).
* **Afleidingen bannen:** Het actief elimineren van potentiële bronnen van afleiding in de studeeromgeving [18](#page=18).
* **Regelmaat en routines:** Het creëren van voorspelbare studeerpatronen en routines kan helpen de aandacht te stabiliseren [18](#page=18).
* **Zorg voor het lichaam:** Een goede fysieke gezondheid, inclusief voldoende slaap en voeding, ondersteunt de cognitieve functies zoals aandacht [18](#page=18).
#### 3.2.1 Belangrijke prikkels selecteren
Het richten van aandacht op de meest belangrijke prikkels vereist een gestructureerde aanpak [19](#page=19):
* **Organiseren:** Structureren van studiemateriaal en taken [19](#page=19).
* **Oriënteren:** Het verkrijgen van een overzicht van de stof en de leerdoelen [19](#page=19).
* **Leerstrategie bepalen:** Kiezen van de meest geschikte studiemethoden voor de specifieke leerinhoud. Coaching bij studeren en de gids 'Studeren met succes' bieden hierbij verdere ondersteuning [19](#page=19).
### 3.3 Aandacht, concentratie en motivatie
Er is een sterke samenhang tussen aandacht, concentratie en motivatie [20](#page=20).
* **Succeservaringen:** Positieve ervaringen met het leren versterken de motivatie en daarmee de aandacht [20](#page=20).
* **Intrinsieke motivatie:** Het stellen van de vraag 'Hoe waardevol is dit voor mij?' is een sleutelcomponent van intrinsieke motivatie, wat essentieel is voor langdurige aandacht en betrokkenheid bij het studeren [20](#page=20).
---
# Leren bij kleuters en de rol van aandacht
Dit onderwerp verkent hoe kleuters leren via hun zintuigen en sociale interacties, met een specifieke focus op de kenmerken van aandacht en concentratie bij jonge kinderen.
## 4.1 Het leerproces bij kleuters
Kleuters bevinden zich nog in een volop ontwikkelende fase. Leren wordt bij jonge kinderen gezien als een cognitief proces. Een cruciaal aspect van dit leerproces is leren via sociale interacties, met name door *joint attention* [22](#page=22).
### 4.1.1 Joint attention
*Joint attention* wordt gedefinieerd als het vermogen om samen met iemand anders de aandacht te richten op eenzelfde object of gebeurtenis. Een sensitieve en responsieve houding van de volwassene, die actief kijkt, wijst, benoemt en herhaalt, bevordert dit proces [22](#page=22).
### 4.1.2 Zintuiglijke waarneming en focus
Leren bij kleuters start met zintuiglijke waarneming en aandacht. Hoe concreter de informatie wordt aangeboden, hoe duidelijker kleuters begrijpen wat er bedoeld wordt. Dit vereist aandacht, focus en actieve betrokkenheid van het kind [23](#page=23).
> **Tip:** Herhaling is cruciaal om informatie te versterken en voor te bereiden op langdurige opslag. Routines en structuur spelen hierbij een belangrijke rol [23](#page=23).
### 4.1.3 Informatieverwerking en consolidatie
Het oproepen van informatie, bijvoorbeeld door het stellen van vragen, het voeren van gesprekken of het spelen van geheugenspelletjes, versterkt het herhalingsproces. Informatie wordt op een betekenisvolle manier gecodeerd om in het langetermijngeheugen (LTG) te worden opgeslagen. Dit gebeurt door nieuwe informatie te koppelen aan reeds bestaande kennis en ervaringen, wat bekend staat als semantische verwerking. Het activeren van voorkennis en het expliciet leggen van verbanden zijn hierbij essentieel [24](#page=24).
Consolidatie, het proces waarbij ervaringen en geleerde informatie worden verwerkt en verplaatst naar het LTG, is sterk afhankelijk van slaap. Herhaling in verschillende contexten draagt ook bij aan de consolidatie van geleerde informatie [24](#page=24).
## 4.2 Aandacht en concentratie bij kleuters
De aandacht bij kleuters kenmerkt zich vaak door selectieve aandacht. Ze hebben vaak een korte aandachtsspanne, wat betekent dat korte, gevarieerde activiteiten effectiever zijn. De strategieën die kinderen gebruiken om hun aandacht te richten en informatie te verzamelen, spelen een grote rol bij het onthouden van informatie in het geheugen [25](#page=25).
> **Tip:** Concentratie hangt nauw samen met motivatie. Concentratieproblemen kunnen dus ook voortkomen uit motivatieproblemen [26](#page=26).
### 4.2.1 Het belang van actieve betrokkenheid
Het is van groot belang om kinderen actief te betrekken bij activiteiten en in te spelen op wat hen motiveert om de concentratie te bevorderen [26](#page=26).
---
# De invloed van hoge verwachtingen op leerprestaties
Hoge verwachtingen van leraren beïnvloeden de prestaties, het zelfvertrouwen en het gedrag van leerlingen, met name jonge kinderen, via het Pygmalion-effect en de overtuiging in een growth mindset [29](#page=29) [30](#page=30) [31](#page=31).
### 5.1 Het Pygmalion-effect en de impact op jonge kinderen
Het Pygmalion-effect beschrijft hoe de verwachtingen van leraren leiden tot non-verbaal en verbaal gedrag naar leerlingen. Dit gedrag beïnvloedt vervolgens hoe leerlingen over hun eigen kunnen denken en hoe ze handelen, wat resulteert in hun prestaties. Jonge kinderen zijn bijzonder gevoelig voor de signalen en verwachtingen van volwassenen. Positieve verwachtingen kunnen leiden tot een verhoogd zelfvertrouwen en een positiever zelfbeeld bij kinderen. Dit vertaalt zich in betere leerprestaties en positief gedrag. Het effect is gunstig voor alle kinderen, maar komt met name de meest kwetsbare kinderen ten goede. Kortom, de verwachtingen van leerkrachten hebben een directe invloed op de prestaties en het gedrag van kinderen [29](#page=29) [30](#page=30).
> **Tip:** De relatie tussen de verwachtingen van de leerkracht en de leerprestaties, motivatie, doorzettingsvermogen, zelfvertrouwen, interesse en leergierigheid van een kind is significant [30](#page=30).
### 5.2 De rol van overtuigingen: growth mindset en self-efficacy
Naast de verwachtingen van een leraar spelen ook fundamentele overtuigingen een cruciale rol. Twee belangrijke overtuigingen zijn [31](#page=31):
* **Dat alle kinderen kunnen leren:** Dit principe is de kern van een 'growth mindset'. Het impliceert dat intelligentie en vaardigheden niet vaststaan, maar ontwikkeld kunnen worden door inzet en inspanning [31](#page=31).
* **Dat de leraar dit voor elkaar kan krijgen:** Dit verwijst naar self-efficacy, het geloof van de leraar in zijn of haar eigen vermogen om leerlingen te helpen leren en ontwikkelen [31](#page=31).
> **Tip:** Het geloof in een growth mindset bij zowel leerlingen als leraren is essentieel voor het creëren van een stimulerende leeromgeving [31](#page=31).
### 5.3 Praktische strategieën voor leraren
Om positieve verwachtingen te cultiveren en te uiten, kunnen leraren concrete strategieën toepassen, met name gericht op kleuters [32](#page=32):
* **Geef kleuters denk- en spreektijd:** Gun kinderen de ruimte en tijd om hun gedachten te ordenen en te formuleren [32](#page=32).
* **Geef doordachte feedback:** Feedback dient specifiek en concreet te zijn, zodat kinderen begrijpen wat ze goed doen en waar ze zich kunnen verbeteren [32](#page=32).
* **Stel moeilijke vragen en verwacht doordachte antwoorden:** Dit stimuleert dieper denken en moedigt kinderen aan om hun kennis te verdiepen [32](#page=32).
* **Bied structuur en duidelijke verwachtingen:** Een voorspelbare omgeving met heldere doelen helpt kinderen zich veilig en gefocust te voelen [32](#page=32).
* **Stel verwachtingen niet enkel inhoudelijk, maar ook naar 'houding':** Dit omvat het stimuleren van zelfreflectie, het modelleren van gewenst gedrag, het gebruik van visuele hulpmiddelen en het creëren van een veilige leeromgeving [32](#page=32).
* **Moedig kinderen aan:** Positieve aanmoediging is een krachtige motor voor motivatie en zelfvertrouwen [32](#page=32).
* **Werk bewust aan je eigen verwachtingen:** Reflecteer kritisch op de impliciete verwachtingen die je hebt van leerlingen en pas deze zo nodig aan [32](#page=32).
### 5.4 Reflectievragen voor leraren
Om de eigen rol en overtuigingen met betrekking tot hoge verwachtingen te onderzoeken, kunnen leraren zichzelf de volgende reflectievragen stellen [33](#page=33):
* Hoe zijn de verwachtingen die ik heb van kinderen?
* Ben ik ervan overtuigd dat alle kinderen kunnen leren?
* Geloof ik dat ik als leraar een belangrijke factor ben in hun leerproces?
* En dat ook mijn handelen bepalend kan zijn voor hun succes?
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Cognitieve psychologie | Een tak van de psychologie die zich bezighoudt met mentale processen zoals waarneming, denken, geheugen, probleemoplossing en leren. Het onderzoekt hoe informatie wordt verwerkt in de hersenen. |
| Hersenstam | Het oudste en meest basale deel van de hersenen, ook wel het reptielenbrein genoemd, dat verantwoordelijk is voor vitale functies zoals ademhaling, hartslag en overlevingsreflexen, en buiten bewuste controle valt. |
| Limbisch gebied | Ook wel het zoogdierenbrein genoemd, dit deel van de hersenen is betrokken bij emoties, sociaal gedrag, geheugen en motivatie. Het speelt een rol in het aanleren van gewenst gedrag en het vermijden van ongewenst gedrag. |
| Cortex | Het buitenste deel van de hersenen, het menselijk brein, dat verantwoordelijk is voor hogere cognitieve functies zoals logisch nadenken, probleemoplossing, besluitvorming en het relativeren van gebeurtenissen. De prefrontale cortex is hierin het controlecentrum voor executieve functies. |
| Geheugen | Een fundamentele hersenfunctie die het vermogen omvat om informatie te selecteren, op te slaan via de zintuigen en deze informatie later weer op te roepen. |
| Werkgeheugen | Een cognitief systeem met een beperkte capaciteit dat tijdelijk informatie vasthoudt en manipuleert die nodig is voor lopende taken zoals redeneren en begrip. |
| Leren | Een proces waarbij kennis, vaardigheden, attitudes of gedragingen worden verkregen of aangepast door ervaring, studie of instructie. |
| Aandacht | Het cognitieve proces waarbij de focus van de waarneming wordt gericht op specifieke stimuli of informatie, en andere stimuli worden genegeerd. Het wordt beschouwd als de toegangspoort tot leren. |
| Joint attention (gedeelde aandacht) | Het vermogen van individuen om samen de aandacht te richten op hetzelfde object of dezelfde gebeurtenis, wat essentieel is voor sociaal leren en communicatie bij jonge kinderen. |
| Consolidatie | Het proces waarbij herinneringen die tijdelijk zijn opgeslagen, worden gestabiliseerd en omgezet in langdurige herinneringen, vaak ondersteund door slaap en herhaling. |
| Retrieval (oproepen) | Het proces waarbij opgeslagen informatie uit het geheugen wordt opgehaald en bewust toegankelijk wordt gemaakt. |
| Pygmalion-effect | Een psychologisch fenomeen waarbij hogere verwachtingen leiden tot betere prestaties, en lagere verwachtingen leiden tot slechtere prestaties. Dit effect treedt op wanneer de verwachtingen van een persoon de prestaties van een ander beïnvloeden. |
| Growth mindset (groeimindset) | De overtuiging dat intellectuele vaardigheden en talenten kunnen worden ontwikkeld door inzet, leren en doorzettingsvermogen, in tegenstelling tot een fixed mindset waarbij deze als aangeboren en onveranderlijk worden beschouwd. |
| Self-efficacy (zelfeffectiviteit) | Het geloof in het eigen vermogen om succesvol te zijn in specifieke situaties of om bepaalde taken uit te voeren. Dit beïnvloedt de motivatie, inspanning en doorzettingsvermogen van een persoon. |