Cover
Inizia ora gratuitamente Pneumo_Les 4_Longziekten_Astma behandeling_GB_20102025.pdf
Summary
# Algemene principes van astmabehandeling
De behandeling van astma omvat een multifactoriële aanpak gericht op het bereiken en behouden van controle over de symptomen, het normaliseren van activiteiten, het maximaliseren van de longfunctie, het voorkomen van exacerbaties en mortaliteit, en het minimaliseren van medicatiebijwerkingen. Deze principes worden toegepast middels patiënteneducatie, het vermijden van uitlokkende factoren en medicamenteuze behandeling [2](#page=2) [3](#page=3).
### 1.1 De doelstellingen van langetermijnbehandeling
De primaire doelen van langetermijn astmabehandeling zijn:
* Het verkrijgen en behouden van controle over symptomen [2](#page=2).
* Het mogelijk maken van normale activiteitenniveaus, inclusief deelname aan sport en lichaamsbeweging [2](#page=2).
* Het zo dicht mogelijk bij normale niveaus houden van de longfunctie [2](#page=2).
* Het voorkomen van astma-exacerbaties [2](#page=2).
* Het voorkomen van astma-gerelateerde sterfte [2](#page=2).
* Het vermijden van ongewenste bijwerkingen van astmamedicatie [2](#page=2).
### 1.2 De kerncomponenten van astmabehandeling
De behandeling van astma is opgebouwd rond drie algemene principes [3](#page=3):
#### 1.2.1 Informatie en educatie van de patiënt
Een essentieel onderdeel van de astmabehandeling is het opbouwen van een partnerschap met de patiënt. Dit houdt in dat de doelstellingen van de behandeling worden afgestemd, de patiënt wordt geïnformeerd over de aandoening en de behandeling, en vaardigheden worden aangeleerd. Belangrijke aspecten zijn:
* Het verstrekken van informatie over astma [4](#page=4).
* Het aanleren van correcte inhalatietechnieken [4](#page=4).
* Het uitleggen van de medicatie, met onderscheid tussen onderhouds- en noodmedicatie [4](#page=4).
* Het demonstreren van het gebruik van een piekstroommeter (PEFR-meter) indien de patiënt moeite heeft met het inschatten van de ernst van een aanval [4](#page=4).
* Het opstellen van een schriftelijk behandelplan voor zowel de chronische behandeling als de noodbehandeling [4](#page=4).
> **Tip:** Goede patiënteneducatie is cruciaal voor therapietrouw en het effectief managen van astma op de lange termijn.
#### 1.2.2 Vermijden van oorzakelijke en uitlokkende factoren
Het identificeren en vermijden van factoren die astma kunnen uitlokken of verergeren, is van groot belang. Deze factoren kunnen worden onderverdeeld in aspecifieke en specifieke prikkels [3](#page=3) [5](#page=5):
* **Aspecifieke prikkels:**
* Tabaksrook [5](#page=5).
* Vluchtige organische stoffen [5](#page=5).
* Luchtvervuiling [5](#page=5).
* Plotselinge temperatuurswisselingen [5](#page=5).
* **Specifieke prikkels:**
* **Allergenen:**
* Huisstofmijt [5](#page=5).
* Dierenepithelen (huidschilfers van dieren) [5](#page=5).
* Pollen van bomen en grassen [5](#page=5).
* **Aspirine en NSAID's:** Met name bij patiënten met het APA-syndroom (Astma, Polyposis nasi, Aspirine-allergie). Dit syndroom kenmerkt zich door de ontwikkeling van astma op volwassen leeftijd en kan leiden tot ernstige, levensbedreigende aanvallen bij inname van aspirine. Vragen naar de reukzin kan helpen bij het diagnosticeren van neuspoliepen [5](#page=5).
* **Niet-cardioselectieve bètablokkers:** Deze medicijnen moeten vermeden worden bij astmapatiënten [5](#page=5).
#### 1.2.3 Medicamenteuze behandeling
De medicamenteuze behandeling van astma kent twee componenten: chronische behandeling en behandeling van acute aanvallen [3](#page=3).
* **Chronische behandeling:** Deze behandeling richt zich op het aanpakken van de onderliggende chronische ontsteking in de luchtwegen. Het is een dagelijkse, preventieve therapie die bedoeld is om symptomen te voorkomen en de ziekte onder controle te houden [3](#page=3).
* **Behandeling van acute aanvallen:** Dit is een acute interventie die nodig is bij een astma-exacerbatie. Het mag niet worden voorgeschreven voor langdurig gebruik, aangezien dit ernstige bijwerkingen kan hebben die de astma mogelijk verergeren [3](#page=3).
#### 1.2.4 Maatregelen bij huisstofmijtallergie
Specifieke maatregelen kunnen worden genomen om de blootstelling aan huisstofmijt te verminderen, wat vooral relevant is voor patiënten met een huisstofmijtallergie [6](#page=6):
* **Slaapkamer:**
* Gebruik gladde vloerbedekking in plaats van tapijten [6](#page=6).
* Gebruik luchtdichte matrashoezen en hoofdkussenovertrekken [6](#page=6).
* Was beddengoed wekelijks op een temperatuur hoger dan 55 graden Celsius [6](#page=6).
* Zorg voor sober meubilair [6](#page=6).
* Vermijd planten, en zorg dat kleding, speelgoed of boeken niet los rondslingeren [6](#page=6).
* **Algemeen:**
* Handhaaf een relatieve luchtvochtigheid binnenshuis lager dan 50% [6](#page=6).
* Vermijd het houden van huisdieren [6](#page=6).
* Gebruik sober meubilair en vermijd stoffen zetels [6](#page=6).
* Vermijd tapijten in algemene ruimtes [6](#page=6).
> **Tip:** Het consequent toepassen van deze hygiënemaatregelen kan de allergenenbelasting significant verminderen en bijdragen aan een betere astmacontrole.
---
# Inhalatietherapie en medicatie
Dit onderwerp behandelt de verschillende inhalatietoestellen, de keuze van de optimale inhalator, onderhoudsmedicatie zoals inhalatiecorticosteroïden (ICS) en bèta2-agonisten (SABA/LABA), en hun werkingsmechanismen en bijwerkingen.
### 2.1 Inhalatietoestellen
Er zijn diverse inhalatietoestellen beschikbaar, elk met specifieke eigenschappen voor de afgifte van medicatie [7](#page=7):
* **Nebulizers:** Deze worden voornamelijk gebruikt in spoedsituaties en ziekenhuisopnames, en minder frequent bij volwassenen voor chronisch onderhoud. Kortwerkende bronchodilatoren kunnen verneveld worden [7](#page=7).
* **Respimat:** Dit toestel genereert een fijne mist die gemakkelijk kan worden ingeademd [7](#page=7).
* **Gepresuriseerde dosisaërosolen (pMDI):** Dit zijn inhalatoren met drijfgas. Het is cruciaal om deze voor gebruik te schudden, zodat de medicatie en het drijfgas goed gemengd zijn [7](#page=7).
* Er bestaan pMDI's met een gebruikelijke deeltjesgrootte en met ultrafijne deeltjesgrootte [7](#page=7).
* "Adem-geactiveerde" pMDI's zijn ook beschikbaar [7](#page=7).
* **pMDI met spacer:** Een spacer wordt gebruikt om meer tijd te creëren tussen het induwen van de inhalator en het inademen, wat nuttig is bij patiënten met een slechte coördinatie. Dit leidt ook tot meer medicatie in de luchtwegen en minder in de keel [7](#page=7).
* **Droogpoederinhalatoren (DPI):** Deze inhalatoren bevatten geen drijfgas en worden de voorkeur gegeven indien mogelijk. Ze vereisen instructie voor correct gebruik en kunnen mono-dosis (inhalator met capsules) of multi-dosis zijn [7](#page=7).
### 2.2 Keuze van de optimale inhalator
De keuze van de optimale inhalator hangt af van verschillende factoren [9](#page=9):
* Welke medicatie is het meest geschikt voor de patiënt [9](#page=9)?
* Welke inhalatoren zijn beschikbaar voor de patiënt [9](#page=9)?
* Welke inhalator kan de patiënt correct gebruiken na training [9](#page=9)?
* Welke inhalator heeft de laagste milieu-impact [9](#page=9)?
* Is de patiënt tevreden met de gekozen inhalator [9](#page=9)?
**Principe:** Indien een poederinhalator mogelijk is, verdient deze de voorkeur. Anders wordt een inhalator met drijfgas gekozen, rekening houdend met milieuparameters [9](#page=9).
### 2.3 Medicatieafgifte en deeltjesgrootte
De effectiviteit van inhalatiemedicatie is afhankelijk van de deeltjesgrootte die de luchtwegen bereikt [11](#page=11).
* Deeltjes groter dan 5 micrometer worden voornamelijk in de orofarynx afgezet [11](#page=11).
* Voor astma en COPD, die luchtwegaandoeningen zijn, is het wenselijk dat de deeltjes tussen 2 en 5 micrometer de luchtwegen bereiken [11](#page=11).
* Deeltjes kleiner dan 2 micrometer hebben weinig tot geen klinisch effect en worden systemisch geabsorbeerd [11](#page=11).
### 2.4 Onderhoudsmedicatie bij astma
De belangrijkste onderhoudsmedicatie bij astma omvat inhalatiecorticosteroïden (ICS) en langwerkende bèta2-agonisten (LABA) [12](#page=12).
#### 2.4.1 Inhalatiecorticosteroïden (ICS)
ICS zijn cruciaal voor de behandeling van astma, ondanks mogelijke corticofobie bij patiënten. Het is belangrijk uit te leggen dat inhalatiecorticosteroïden afgeleiden zijn van corticosteroïden en in zeer kleine hoeveelheden werken, met minimale systemische bijwerkingen [12](#page=12).
* **Werkingsmechanisme:**
* Inhibitie van inflammatie door het remmen van de synthese van inflammatoire mediatoren zoals cytokines en chemokines [29](#page=29).
* Versnelde apoptose van inflammatoire cellen, zoals dendritische cellen en eosinofielen [29](#page=29).
* Toename van het aantal bèta2-receptoren op de gladde spiercellen, wat de werking van bèta2-agonisten versterkt en ervoor zorgt dat deze receptoren tot expressie blijven komen [29](#page=29).
* **Kenmerken:**
* Hoge topische activiteit [31](#page=31).
* Geringe systemische biologische beschikbaarheid door lage gastro-intestinale absorptie, snelle afbraak in de lever (first pass effect) en snelle systemische metabolisatie [31](#page=31).
* **Bijwerkingen:**
* **Lokaal:** Heesheid, orofaryngeale candidiase [32](#page=32).
* **Systemisch:** Huidverdunning, subcutane bloedingen groeivertraging bij kinderen. Systemische effecten worden vaker waargenomen bij hoge doses ICS. Het doorspoelen van de mond na gebruik vermindert de systemische opname (#page=31, 33) [31](#page=31) [32](#page=32) [33](#page=33).
* **Belang van ICS:** Regelmatig gebruik van ICS is geassocieerd met een verminderd risico op overlijden door astma. Een groot deel van de patiënten gebruikt ICS slechts af en toe, wat leidt tot suboptimale effectiviteit en een verhoogd risico op sterfte bij niet-gebruik [14](#page=14).
* **Voorbeelden van ICS:**
* Beclometason (Qvar®): Dosisaërosol, 50 µg en 100 µg [13](#page=13).
* Budesonide (Pulmicort®, Miflonide®): Turbohaler, Aerolizer, Easyhaler, Novolizer (200 µg) [13](#page=13).
* Fluticason propionaat (Flixotide®): Dosisaërosol, Diskus (diverse doseringen) [13](#page=13).
* Fluticason furoaat (Ellipta): 92 µg en 184 µg, 1x daags [13](#page=13).
#### 2.4.2 Beta2-agonisten (BA)
Beta2-agonisten worden ingedeeld in kortwerkende (SABA) en langwerkende (LABA) varianten [15](#page=15).
* **Kortwerkende bèta2-agonisten (SABA):**
* **Indicatie:** Gebruikt als "reliever" medicatie, dus zo nodig bij symptomen. Het principe is "hoe minder, hoe liever" [15](#page=15).
* **Voorbeelden:** Salbutamol (Ventolin®) 100 µg dosisaërosol, Fenoterol (Berotec®) 100 µg dosisaërosol [15](#page=15).
* **Cruciaal:** SABA mag **NOOIT** als enige behandeling bij astma worden gebruikt. Verhoogd gebruik van SABA is geassocieerd met een verhoogd risico op astma-gerelateerde sterfte [15](#page=15) [16](#page=16).
* **Langwerkende bèta2-agonisten (LABA):**
* **Indicatie:** Voorgeschreven bij COPD. Bij astma **NOOIT** als monotherapie; altijd in combinatie met ICS [15](#page=15).
* **Voorbeelden:** Formoterol (Foradil®, Oxis®) 12 µg in Aerolizer, Novolizer, Turbohaler. Salmeterol (Serevent®) 25 µg of 50 µg dosisaërosol/Diskus. Indacaterol (Onbrez®) Breezhaler [15](#page=15).
* **Formoterol:** Dit is een unieke bèta2-agonist vanwege de combinatie van een lange werkingsduur en een snelle aanvang van effect. Hierdoor kan het zowel als onderhouds- als als reddingsmedicatie (rescue) worden ingezet (#page=18, 19) [18](#page=18) [19](#page=19).
* **Werkingsmechanismen (zowel SABA als LABA):**
* Relaxatie van gladde spiercellen in de luchtwegwand [35](#page=35).
* Afremmen van vasculaire permeabiliteit [35](#page=35).
* Versterking van de werking van corticosteroïden (#page=29, 35). De combinatie van ICS en LABA zorgt ervoor dat de bèta2-receptoren op de gladde spiercellen behouden blijven [29](#page=29) [35](#page=35).
* **Bijwerkingen (zowel SABA als LABA):**
* Tremoren [35](#page=35).
* Hartkloppingen [35](#page=35).
* Onrustigheid [35](#page=35).
* Hypokaliëmie, wat het risico op hartritmestoornissen kan verhogen; suppletie van kalium kan nodig zijn bij ernstige astma-aanvallen [35](#page=35).
#### 2.4.3 Combinatiepreparaten (ICS + LABA)
Vaste combinaties van ICS en LABA bieden een vereenvoudigde dosering en verbeteren de therapietrouw [20](#page=20).
* **Voorbeelden van combinaties:**
* Fluticason/Salmeterol (Seretide®): Dosisaërosol, Diskus [20](#page=20).
* Fluticason/Formoterol (Flutiform®): Dosisaërosol [20](#page=20).
* Budesonide/Formoterol (Symbicort®, Symbicort Forte, Bufomix®): Dosisaërosol, Turbohaler, Easyhaler [20](#page=20).
* Beclometason/Formoterol (Inuvair®): Dosisaërosol, Nexthaler [20](#page=20).
* Fluticason furoaat/Vilanterol (Relvar®): Ellipta [20](#page=20).
* **Therapiestrategieën met ICS-Formoterol:**
* **AIR-only (Anti-Inflammatory Reliever):** Bij mild astma (GINA stappen 1 en 2). De combinatie van ICS met formoterol wordt uitsluitend als "reliever" therapie gebruikt, dus zo nodig bij symptomen. De snelle inzet door formoterol en de ontstekingsremming door ICS bieden hier voordeel (#page=22, 25) [22](#page=22) [25](#page=25).
* **MART (Maintenance and Anti-inflammatory Reliever Therapy):** Bij matig-tot-ernstig astma (GINA stappen 3, 4 en 5). De combinatie van ICS met formoterol wordt gebruikt als onderhoudsbehandeling én als "reliever" therapie (zo nodig bij kortademigheid) (#page=23, 25, 26). GINA 2025 stelt voor om bij milde astma (track 1) ICS-formoterol als reliever te gebruiken (as needed), en bij matige tot ernstige astma (track 1, steps 3-5) dezelfde combinatie als onderhoudstherapie in lage of medium dosis, met aanvullend gebruik als reliever (#page=25, 26). GINA 2025 track 2 beschrijft een aanpak waarbij SABA als reliever wordt gebruikt (nooit alleen) in associatie met ICS, of met ICS als onderhoudstherapie bij stap 2. Stap 3 en 4 omvatten het gebruik van LABA als onderhoudstherapie, met extra reliever medicatie [23](#page=23) [25](#page=25) [26](#page=26) [27](#page=27).
#### 2.4.4 Andere onderhoudsmedicatie
* **Leukotrieenreceptorantagonisten (LTRA):** Deze orale medicatie remt de werking van leukotriënen, wat leidt tot bronchusverwijding en vermindering van eosinofielen in het luchtwegslijmvlies [37](#page=37).
* **Voorbeeld:** Montelukast [37](#page=37).
* **Bijwerkingen:** Hoofdpijn, gastro-intestinale intolerantie, verhoogde transaminasen, en psychische bijwerkingen zoals nachtmerries, depressie, en suïcidaliteit. Bij het optreden van psychische bijwerkingen moet de behandeling definitief gestopt worden [37](#page=37).
* **Monoclonale antilichamen:** Worden gebruikt bij ernstig astma en richten zich op specifieke inflammatoire pathways zoals IgE, IL-5, IL-5R, IL-4R, en TSLP. Voorbeelden zijn omalizumab (Xolair®), mepolizumab (Nucala®), benralizumab (Fasenra®), dupilumab (Dupixent®), en tezepelumab (Tezspire®) [12](#page=12).
### 2.5 Bronchodilatoren
* **Kortwerkende anticholinergica:** Blokkeren de werking van acetylcholine op muscarinereceptoren. Een bijwerking hiervan is een droge mond [36](#page=36).
### 2.6 Systemische Corticosteroïden
Systemische corticosteroïden zoals prednisone, prednisolone en methylprednisolone hebben een breed scala aan bijwerkingen die elk orgaan kunnen beïnvloeden, waaronder:
* Huidverdunning en subcutane bloedingen [30](#page=30).
* Herverdeling van vetweefsel (nek, gelaat) [30](#page=30).
* Spieratrofie [30](#page=30).
* Osteoporose (met risico op indeukingsfracturen) [30](#page=30).
* Cataract en glaucoom [30](#page=30).
* Slechte wondheling [30](#page=30).
* Gewichtstoename (obesitas) [30](#page=30).
* Verhoogd risico op infecties, waaronder tuberculose [30](#page=30).
* Hypertensie en zoutretentie [30](#page=30).
* Diabetes mellitus [30](#page=30).
* Bijnierschorsinsufficiëntie (Addison-crisis), vooral bij plots stoppen [30](#page=30).
> **Tip:** Bij plotseling stoppen met systemische corticosteroïden kan een Addison-crisis optreden.
> **Voorbeeld:** De typische "buffalo neck" en "moon face" zijn bekende bijwerkingen van langdurig systemisch corticosteroïdgebruik door vetverdeling.
---
# Astmacontrole en management
Astmacontrole omvat het beoordelen van de huidige status van de astma, het implementeren van gepersonaliseerde behandelstrategieën conform de GINA-richtlijnen, en het aanpakken van situaties waarin astma niet onder controle is. Astma wordt gekenmerkt door variabiliteit in klachten over tijd [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
### 3.1 Beoordeling van astmacontrole
De controle van astma kan worden ingedeeld in gecontroleerd, deels gecontroleerd en ongecontroleerd astma [38](#page=38).
#### 3.1.1 Kenmerken van astmacontrole
De beoordeling van astmacontrole is gebaseerd op verschillende kenmerken [38](#page=38):
* **Dagelijkse symptomen:**
* Gecontroleerd: Geen of maximaal twee keer per week symptomen.
* Deels gecontroleerd: Meer dan twee keer per week symptomen.
* Ongecontroleerd: Drie of meer kenmerken van deels gecontroleerd astma in een week [38](#page=38).
* **Activiteitenbeperking:**
* Gecontroleerd: Geen beperkingen.
* Deels gecontroleerd: Enige beperking [38](#page=38).
* **Nachtelijke symptomen/ontwaken:**
* Gecontroleerd: Geen nachtelijke symptomen.
* Deels gecontroleerd: Enige nachtelijke symptomen [38](#page=38).
* **Behoefte aan luchtwegverwijder (rescue/reliever treatment):**
* Gecontroleerd: Geen of maximaal twee keer per week gebruik.
* Deels gecontroleerd: Meer dan twee keer per week gebruik [38](#page=38).
* **Longfunctie (PEF of FEV1):**
* Gecontroleerd: Normaal.
* Deels gecontroleerd: Minder dan 80% van voorspelde waarde of persoonlijke beste waarde op enig moment [38](#page=38).
* **Exacerbaties:**
* Gecontroleerd: Geen exacerbaties.
* Deels gecontroleerd: Eén of meer exacerbaties per jaar.
* Ongecontroleerd: Eén exacerbatie in een week [38](#page=38).
#### 3.1.2 De controle-gebaseerde astmamanagementcyclus
Het management van astma volgt een cyclus die herziening van symptomen, astma-aanvallen, bijwerkingen van medicatie, longfunctie en biomerkers omvat. Aanpassingen van de behandeling kunnen nodig zijn, bijvoorbeeld afhankelijk van seizoensgebonden allergenen [39](#page=39) [40](#page=40).
### 3.2 Management van ongecontroleerd astma
Wanneer astma niet onder controle is, zijn er verschillende mogelijke oorzaken en benaderingen [41](#page=41).
#### 3.2.1 Oorzaken van ongecontroleerd astma
Factoren die kunnen bijdragen aan ongecontroleerd astma zijn onder andere:
* Slechte therapietrouw, met name ten aanzien van inhalatiecorticosteroïden (ICS) [41](#page=41) [42](#page=42).
* Onjuiste inhalatietechniek [41](#page=41) [42](#page=42).
* Roken (actief of passief) [41](#page=41).
* Blijvende blootstelling aan allergenen [41](#page=41).
* Significante comorbiditeit, zoals obesitas [41](#page=41).
* Een foutieve diagnose; niet alle piepende ademhalingen zijn astma, bijvoorbeeld stembandverlamming [41](#page=41).
* Ernstig astma [41](#page=41).
#### 3.2.2 Stappen bij ongecontroleerd astma
Bij patiënten met ongecontroleerd astma is het cruciaal om de volgende stappen te ondernemen:
1. **Adherentie verbeteren en optimaliseren:** Dit geldt met name voor de inname van ICS. Idealiter wordt gekozen voor een onderhoudsbehandeling met ICS/formoterol via een MART-strategie (Maintenance and Reliever Therapy) [42](#page=42).
2. **Inhalatietechniek controleren en optimaliseren:** Dit kan worden ondersteund door programma's zoals "Goed Gebruik Geneesmiddelen" (GGG) of apps zoals "My puff" [42](#page=42).
### 3.3 Management van ernstig en moeilijk te behandelen astma
Voor patiënten met ernstig of moeilijk te behandelen astma kan een meer uitgebreide aanpak nodig zijn dan de standaard stappen van GINA (tot en met step 4). Vaak wordt hierbij een langwerkende muscarine antagonist (LAMA) toegevoegd aan de behandeling [49](#page=49) [50](#page=50).
> **Tip:** Het is essentieel om bij ongecontroleerd astma systematisch de mogelijke oorzaken na te gaan en de aanpak hierop af te stemmen, waarbij therapietrouw en correcte inhalatietechniek sleutelfactoren zijn [42](#page=42).
---
# Behandeling van acute astma-aanvallen en ernstig astma
Dit onderwerp behandelt de kenmerken en behandeling van acute astma-exacerbaties, criteria voor hospitalisatie, en de rol van monoklonale antilichamen bij ernstig astma.
### 4.1 Acute astma exacerbatie
Een acute astma exacerbatie wordt gekenmerkt door een toename van symptomen en een vermindering van de longfunctie die verder gaat dan de gebruikelijke dagelijkse variabiliteit. De ernst kan variëren van mild tot ernstig en wordt beoordeeld op basis van dyspneu, spraakvermogen, ademhalingsfrequentie, pols, piekstroom (PEF), arteriële bloedgassen (PaO2 en PCO2) en zuurstofsaturatie [44](#page=44).
#### 4.1.1 Kenmerken van de ernst
| Kenmerk | Mild | Matig | Ernstig |
| --------------------- | ------------------------- | ----------------- | -------------- |
| Dyspneu | bij wandelen | bij spreken | in rust |
| Spreken | zinnen | korte zinnen | woorden |
| AH frequentie | verhoogd | verhoogd | verhoogd |
| Pols | < 100 | 100-120 | > 120 |
| PEF | 70-80 % | 50-70 % | < 50 % |
| PaO2 (mmHg) | normaal | 60-85 | < 60 |
| PCO2 (mmHg) | < 40 | < 40 | > 40 |
| O2-saturatie | > 95% | 91 – 95% | < 90% |
> **Tip:** Een normale PCO2-waarde bij een astma-aanval kan een alarmsituatie zijn, aangezien hyperventilatie normaal gesproken leidt tot een lagere PCO2. Een verhoogde PCO2 duidt op uitputting en dreigende ademhalingsstilstand [44](#page=44).
#### 4.1.2 Identificatie van patiënten met een hoog risico op mortaliteit
Bepaalde factoren verhogen het risico op mortaliteit bij een acute astma exacerbatie:
* Huidig gebruik of recent stoppen met orale steroïden [45](#page=45).
* Hospitalisatie of spoedopname wegens astma in het afgelopen jaar [45](#page=45).
* Eerdere intubatie wegens astma [45](#page=45).
* Psychiatrische of psychosociale problemen [45](#page=45).
* Niet-naleving van de behandeling (niet-compliantie) [45](#page=45).
#### 4.1.3 Tekenen van dreigende ademhalingsstilstand
Ernstige tekenen die wijzen op een dreigende ademhalingsstilstand zijn onder andere:
* Sufheid en verwardheid [46](#page=46).
* Paradoxale thoraco-abdominale bewegingen [46](#page=46).
* Afwezige wheezing (ook wel "silent chest" genoemd) [46](#page=46).
* Bradycardie [46](#page=46).
> **Tip:** "Silent chest" is een alarmerend teken. De afwezigheid van wheezing suggereert een zeer ernstige obstructie waarbij de luchtstroom minimaal is [46](#page=46).
### 4.2 Behandeling van acute astma exacerbatie
De behandeling van een acute astma exacerbatie is gericht op het snel herstellen van de luchtwegopenheid en het verminderen van ontsteking [47](#page=47).
#### 4.2.1 Medicamenteuze behandeling
* **Bronchodilatoren:** Kortwerkende bèta-2-agonisten (SABA's) zoals salbutamol (Ventolin) of duovent.
* Salbutamol: 4 tot 10 puffs via een spacer (Volumatic of Aerochamber) [47](#page=47).
* Duovent: 4cc verneveling [47](#page=47).
* Herhaling: Zo nodig te herhalen, initieel om de 20 minuten gedurende het eerste uur, daarna om de 4 uur [47](#page=47).
* **Systemische corticosteroïden:**
* Oraal: Methylprednisolone (Medrol) 32 mg 1 capsule dagelijks gedurende 5 dagen [47](#page=47).
* Intraveneus: Methylprednisolone (Solumedrol) 40 mg intraveneus eenmaal daags [47](#page=47).
* **Zuurstoftherapie:**
* Te titreren tot een zuurstofsaturatie van minimaal 93-95% [47](#page=47).
### 4.3 Criteria voor hospitalisatie
Opname in het ziekenhuis is geïndiceerd indien een of meerdere van de volgende criteria aanwezig zijn:
* Onvoldoende reactie op de behandeling binnen 2 uur [48](#page=48).
* Aanhoudende ernstige luchtwegobstructie (PEF < 40%) [48](#page=48).
* Voorgeschiedenis van ernstig astma [48](#page=48).
* Aanwezigheid van risicofactoren voor mortaliteit [48](#page=48).
* Langdurige symptomen vóór de huidige exacerbatie [48](#page=48).
* Onvoldoende zorg en medicatie thuis [48](#page=48).
* Verwachte transportmoeilijkheden [48](#page=48).
### 4.4 Monoklonale antilichamen bij ernstig astma
Monoklonale antilichamen worden ingezet als add-on therapie bij patiënten met ernstig astma, met name bij frequente exacerbaties en specifieke fenotypes zoals allergisch of eosinofiel astma [51](#page=51) [55](#page=55).
#### 4.4.1 Anti-IgE therapie
* **Omalizumab (Xolair®):**
* **Werking:** Vermindert exacerbaties bij ernstig allergisch astma met verhoogde IgE-waarden en specifieke allergieën, met name bij vroeg ontstane allergen-gedreven astma. Het wordt toegediend via injecties, meestal om de vier weken [51](#page=51) [52](#page=52).
* **Bijwerkingen:** Lokale en systemische allergische reacties [52](#page=52).
#### 4.4.2 Anti-IL5 en Anti-IL5R therapie
* **Indicatie:** Deze antilichamen zijn geïndiceerd bij volwassenen met ernstig astma, verhoogde eosinofilie in het bloed, en herhaalde exacerbaties, vooral bij adult-onset ernstig eosinofiel astma [53](#page=53).
* **Voorbeelden:**
* **Mepolizumab (Nucala®):** Anti-IL5, subcutane toediening, om de 4 weken. Studies tonen aan dat mepolizumab het aantal exacerbaties kan halveren [51](#page=51) [53](#page=53) [54](#page=54).
* **Reslizumab (Cinqaero®):** Anti-IL5, intraveneuze toediening [53](#page=53).
* **Benralizumab (Fasenra®):** Anti-IL5R, subcutane toediening, om de 8 weken [51](#page=51) [53](#page=53).
> **Voorbeeld:** Mepolizumab heeft in studies een reductie van 47-53% in astma-exacerbaties laten zien vergeleken met placebo, evenals verbeteringen in longfunctie (FEV1) en kwaliteitsmaten van astmacontrole [54](#page=54).
#### 4.4.3 Overige monoklonale antilichamen
Andere monoklonale antilichamen zoals dupilumab (Dupixent®) en tezepelumab (Tezspire®) worden ook gebruikt bij ernstig astma, afhankelijk van het fenotype (allergisch, eosinofiel, type 2). Deze worden toegediend via subcutane injecties (spuit of pen) met intervallen van 2, 4 of 8 weken [55](#page=55).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Astma | Een chronische ontstekingsziekte van de luchtwegen die gekenmerkt wordt door reversibele obstructie en bronchiale hyperreactiviteit, wat leidt tot symptomen zoals kortademigheid, piepende ademhaling, en hoesten. |
| Exacerbatie (Astma) | Een acute verergering van de astmasymptomen, die kan leiden tot verhoogde medicatiebehoefte en mogelijk ziekenhuisopname. |
| Longfunctieonderzoek | Een medische test die meet hoe goed de longen werken, zoals de piekstroom (PEF) en geforceerde uitademing in 1 seconde (FEV1), om de ernst van luchtwegobstructie te evalueren. |
| Inhalatiecorticosteroïden (ICS) | Medicijnen die direct in de luchtwegen worden geïnhaleerd om de ontsteking te verminderen, wat een hoeksteen is in de chronische behandeling van astma. |
| Kortwerkende bèta2-agonisten (SABA) | Medicijnen die de luchtwegspieren snel ontspannen en kortdurende verlichting bieden bij astmasymptomen; worden "zo nodig" gebruikt. |
| Langwerkende bèta2-agonisten (LABA) | Medicijnen die de luchtwegspieren langer ontspannen en worden gebruikt als onderhoudstherapie, altijd in combinatie met ICS bij astma. |
| Gevaccineerde metered dose inhaler (pMDI) | Een type inhalator dat medicatie onder druk afgeeft, vaak gebruikt met een spacer voor een betere aflevering in de longen. |
| Droogpoederinhalator (DPI) | Een inhalator die medicatie in poedervorm afgeeft en geen drijfgas bevat; vereist een krachtige inademing van de patiënt. |
| Leukotrieenreceptorantagonisten (LTRA) | Een klasse medicijnen die de werking van leukotrieen blokkeren, wat kan helpen bij het verminderen van ontsteking en bronchoconstrictie bij astma. |
| Monoklonale antilichamen | Biologische medicijnen die specifiek zijn gericht tegen moleculen die betrokken zijn bij de astma-ontsteking, zoals IgE, IL-5, of IL-4R, en gebruikt worden bij ernstige astma. |
| MART (Maintenance and Reliever Therapy) | Een behandelstrategie waarbij een combinatie van een ICS en een LABA (zoals formoterol) zowel voor onderhoud als voor acute symptoomverlichting wordt gebruikt. |
| AIR (Anti-inflammatory Reliever) | Een behandelstrategie waarbij alleen een ontstekingsremmende medicatie (zoals een ICS met formoterol) wordt gebruikt als "reliever" therapie bij mild astma. |
| Eosinofielen | Een type witte bloedcel dat een rol speelt bij allergische ontstekingen en vaak verhoogd is bij bepaalde typen ernstig astma. |
| IgE (Immunoglobuline E) | Een antilichaam dat betrokken is bij allergische reacties en vaak verhoogd is bij allergisch astma. |
| Cytokines | Signaalmoleculen die de communicatie tussen cellen reguleren en een belangrijke rol spelen in ontstekingsprocessen. |
| Bronchodilatatie | Het verwijden van de luchtwegen, wat helpt bij het verlichten van symptomen zoals kortademigheid en piepende ademhaling. |
| Luchtwegobstructie | Een vernauwing van de luchtwegen die de luchtstroom naar de longen belemmert, een kenmerk van aandoeningen zoals astma en COPD. |
| Systemische bijwerkingen | Bijwerkingen die optreden wanneer medicatie in de bloedbaan wordt opgenomen en het hele lichaam beïnvloedt, in tegenstelling tot lokale bijwerkingen die alleen op de plaats van toediening optreden. |
| Adherentie | De mate waarin een patiënt de voorgeschreven medicatie en behandelinstructies volgt, wat cruciaal is voor de effectiviteit van de astmabehandeling. |
| Piektrometer (PEF) | Een draagbaar apparaat dat de maximale snelheid meet waarmee lucht uit de longen kan worden uitgeademd, gebruikt om de luchtwegpermeabiliteit te monitoren. |