Cover
Inizia ora gratuitamente Pathologie Evenwichtsorgaan.pdf
Summary
# Inleiding tot het evenwichtssysteem en vestibulaire symptomen
Dit onderwerp introduceert het evenwichtssysteem, de verschillende inputs en outputs die het systeem beïnvloeden, en de vier hoofdtypen vestibulaire symptomen die kunnen ontstaan bij disfunctie.
### 1.1 Het evenwichtssysteem: input en output
Het evenwichtssysteem is een complex netwerk dat informatie uit verschillende perifere systemen integreert om houding, oriëntatie en stabilisatie van het lichaam te waarborgen [5](#page=5).
#### 1.1.1 Inputsystemen
De input voor het evenwichtssysteem is afkomstig van meerdere bronnen:
* **Gravireceptoren:** Deze receptoren detecteren zwaartekracht en lineaire versnellingen [5](#page=5).
* **Somatosensorisch systeem:** Dit omvat proprioceptie (positiezin) en tastzin, die informatie verschaffen over de positie van het lichaam in de ruimte en de interactie met de ondergrond [5](#page=5).
* **Vestibulair orgaan:** Gelegen in het binnenoor, detecteert dit orgaan hoofdbewegingen en positie ten opzichte van de zwaartekracht [5](#page=5).
* **Visueel systeem:** De ogen leveren informatie over de omgeving en beweging [5](#page=5).
* **Auditief systeem:** Hoewel primair voor gehoor, is er een functionele connectie met het evenwichtssysteem [5](#page=5).
#### 1.1.2 Outputsystemen
De verwerkte informatie door de vestibulaire kernen in de hersenstam, het cerebellum en het centrale zenuwstelsel leidt tot diverse outputs:
* **Blikstabilisatie tijdens hoofdbewegingen:** De vestibulo-oculaire reflex (VOR) zorgt ervoor dat de ogen gericht blijven op een object ondanks hoofdbewegingen [5](#page=5).
* **Posturale stabiliteit:** De vestibulo-spinale reflex (VSR) helpt bij het handhaven van een stabiele houding en evenwicht, vooral in rechtopstaande positie [5](#page=5).
* **Hoofdcontrole:** De vestibulo-collische reflex (VCR) stabiliseert het hoofd ten opzichte van de romp [5](#page=5).
* **Vestibulo-sympathische functies:** Regulatie van hartritme en bloeddruk [5](#page=5).
* **Vestibulo-(sub)corticale functies:** Betrokken bij ruimtelijke oriëntatie, navigatie, perceptie van eigen bewegingen, aandacht, geheugen, concentratie, cognitie, emotie en het dag-/nachtritme [5](#page=5).
### 1.2 Vestibulaire symptomen
Vestibulaire klachten ontstaan wanneer er sprake is van tegenstrijdige informatie tussen de inputsystemen of wanneer de verwerking van deze informatie verstoord is. Er worden vier hoofdtypen vestibulaire symptomen onderscheiden [6](#page=6):
#### 1.2.1 Vertigo
Vertigo is de sensatie van bewegen wanneer er geen externe beweging plaatsvindt, of de sensatie van een verstoorde beweging tijdens normale hoofdbewegingen. Dit treedt vaak plotseling op bij acute aandoeningen of tijdens episodische aandoeningen [7](#page=7).
#### 1.2.2 Duizeligheid
Duizeligheid wordt gekenmerkt door een verstoorde ruimtelijke oriëntatie zonder een duidelijke sensatie van beweging; men voelt zich gedesoriënteerd. Dit is doorgaans een symptoom dat optreedt in een gevorderd, chronisch stadium van een aandoening [7](#page=7).
#### 1.2.3 Vestibulo-visuele symptomen
Dit zijn visuele symptomen die voortkomen uit een vestibulaire aandoening of de interactie tussen het visuele en vestibulaire systeem. Een voorbeeld is oscillopsie, waarbij het beeld van de omgeving lijkt te bewegen of te trillen bij hoofdbewegingen [7](#page=7).
#### 1.2.4 Houdingsgebonden (posturale) symptomen
Deze symptomen hebben betrekking op het behoud van een stabiele houding (zitten, staan, stappen) en manifesteren zich als evenwichtsverlies in rechtopstaande houding. Bij acute aandoeningen is er vaak sprake van een valneiging [7](#page=7).
### 1.3 Diagnostiek van vestibulaire klachten
Een correcte diagnose vereist de combinatie van anamnese, klinisch onderzoek, aanvullend gehoor- en evenwichtsonderzoek, laboratoriumanalyses en medische beeldvorming. De anamnese is hierbij van uitzonderlijk belang [8](#page=8).
#### 1.3.1 De anamnese
De anamnese omvat informatie over de klachten, de duur, eventuele triggers, geassocieerde symptomen, en de medische en familiale voorgeschiedenis [8](#page=8).
#### 1.3.2 De SO-STONED vragenlijst
De SO-STONED is een gestructureerde bevraging die helpt bij de diagnose van evenwichtsproblemen. De letters staan voor [9](#page=9):
* **S**ymptomen?
* **O**m de hoeveel tijd?
* **S**inds wanneer?
* **T**rigger?
* **O**tologische symptomen?
* **N**eurologische symptomen?
* **E**volutie?
* **D**uur?
De SO-STONED dient aangevuld te worden met informatie over medicatie, familiale geschiedenis en medische voorgeschiedenis [9](#page=9).
#### 1.3.3 Classificatie van vestibulaire aandoeningen
Vestibulaire aandoeningen kunnen worden geclassificeerd op basis van de duur van de symptomen:
1. **Acute aandoeningen:** Eénmalige episode met plots opkomende symptomen die dagen tot weken duren. Vaak is er sprake van een valneiging [11](#page=11) [7](#page=7).
2. **Episodische aandoeningen:** Herhaaldelijk optredende symptomen en klachten, waarbij aanvallen uren tot dagen kunnen duren [11](#page=11).
3. **Chronische aandoeningen:** Persistente klachten over een langere tijdsperiode (maanden tot jaren), waarbij meer dan drie maanden de meest gebruikte definitie is [11](#page=11).
Vestibulaire aandoeningen kunnen perifeer (ter hoogte van het evenwichtsorgaan) of centraal (in de hersenen) gelokaliseerd zijn [11](#page=11).
#### 1.3.4 Klinisch onderzoek en beleid
Het klinisch onderzoek omvat de anamnese, het medische onderzoek, gehoor- en evenwichtsonderzoek, en neurologisch onderzoek. Dit leidt tot een besluit en beleid, inclusief behandeling of doorverwijzing indien nodig. Bij het bestuderen van specifieke aandoeningen is het belangrijk de vestibulaire, otologische en neurologische symptomen te kennen, evenals de pathofysiologie, indien relevant [12](#page=12) [8](#page=8).
> **Tip:** De SO-STONED vragenlijst is een cruciaal hulpmiddel voor het systematisch uitvragen van vestibulaire klachten. Leer deze goed toepassen, aangezien de koppeling met pathologie en onderzoek verder wordt uitgediept in andere vakken [9](#page=9).
---
# Acute vestibulaire aandoeningen
Hieronder volgt een gedetailleerde samenvatting van acute vestibulaire aandoeningen, opgesteld als een examengericht studiemateriaal.
## 2. Acute vestibulaire aandoeningen
Dit deel behandelt acute aandoeningen van het vestibulaire systeem, met een focus op neuritis vestibularis, labyrinthitis en beroertes (CVA) die het cerebellum of de hersenstam aantasten.
### 2.1 Neuritis vestibularis en labyrinthitis
Neuritis vestibularis wordt gekenmerkt door een acute, unilaterale uitval van het vestibulaire systeem, wat impliceert dat het perifere orgaan is aangedaan. Het kan één of beide takken van de evenwichtszenuw betreffen, maar is het meest voorkomend aan de nervus vestibularis superior [16](#page=16).
#### 2.1.1 Neuritis vestibularis
* **Definitie:** Acute unilaterale vestibulaire uitval, waarbij structuren zoals het halfcirkelvormige kanaal (HSCK), het posterieure halfcirkelvormige kanaal (PSCK), de saccule (zakje) en de utriculus (blaasje) betrokken kunnen zijn [16](#page=16).
* **Epidemiologie:** Komt voor bij 3-10% van de patiënten met vertigo, met een gelijke man/vrouwverdeling, en is het meest frequent tussen 30-60 jaar [16](#page=16).
* **Oorzaak:** Meestal een virale infectie die leidt tot ontsteking van de evenwichtszenuw, met een volledig of gedeeltelijk verlies van sensorische input als gevolg. Voorbeelden van virussen zijn het herpes simplex virus type 1, het virus van de ziekte van Pfeiffer (mononucleosis infectiosa) en influenza. Synoniemen zijn neuronitis vestibularis en vestibulaire neuropathie [16](#page=16).
* **Klinisch beeld:**
* **Vestibulaire symptomen:**
* **Acute fase:** Plotseling beginnende, continue vertigo, instabiliteit en misselijkheid (nausea), die verergeren bij hoofdbewegingen. De patiënt kan tijdens het lopen uitwijken naar de aangetaste zijde. Er is een spontane nystagmus aanwezig, die naar de gezonde zijde wijst en na de eerste dagen snel afneemt [17](#page=17).
* **Gecensureerde fase:** De klachten nemen af, waarna herstel optreedt [17](#page=17).
* **Otologische symptomen:** Geen [17](#page=17).
* **Neurologische symptomen:** Geen [17](#page=17).
* **Verklaring van spontane nystagmus:** De spontane nystagmus ontstaat zonder externe prikkels. Bij een uitval aan de rechterzijde van de nervus vestibularis superior is er geen activiteit meer vanuit die zijde. Hierdoor is de rustactiviteit aan de linkerzijde relatief hoger. Het vestibulaire systeem interpreteert dit verschil als een beweging naar links, wat leidt tot een compensatoire oogbeweging naar rechts (de nystagmus wijst naar links) via het vestibulo-oculaire reflex (VOR) [18](#page=18).
* **Behandeling (ter informatie):**
* **Acute fase:** Ontstekingsremmende medicatie om de oorzaak aan te pakken en perifeer herstel te bevorderen, medicatie tegen misselijkheid (anti-emetica), en eventueel kortdurend sedatieve medicatie [20](#page=20).
* **Centrale compensatie:** Stimuleren van beweging om adaptatie en centrale compensatie te bevorderen [20](#page=20).
* **Prognose:** Over het algemeen goed wat betreft herstel, maar soms is compensatie onvoldoende. Recidieven kunnen voorkomen, waarbij een andere oorzaak mogelijk is [20](#page=20).
#### 2.1.2 Labyrinthitis
* **Definitie:** Aantasting van het gehele binnenoor, inclusief zowel het vestibulaire systeem als de cochlea [19](#page=19).
* **Symptomen:** Identiek aan vestibulaire neuritis, maar met toevoeging van gehoorproblemen zoals doofheid [19](#page=19).
* **Oorzaken:** Bacteriële en virale infecties van het binnenoor die zowel de vestibulaire als de auditieve tak van de nervus cranialis VIII aantasten [19](#page=19).
* **Frequentie:** Minder frequent voorkomend dan neuritis vestibularis [19](#page=19).
* **Verschil met neuritis vestibularis:** Het belangrijkste onderscheid is de aanwezigheid van gehoorverlies bij labyrinthitis [19](#page=19).
### 2.2 Cerebro Vasculair Accident (CVA)
* **Definitie:** Een CVA, ook wel beroerte genoemd, is een infarct of bloeding in de hersenen [22](#page=22).
* **Oorzaak van vestibulaire klachten:** Vestibulaire klachten ontstaan door een bloeding of infarct in het vaatstelsel dat de centrale vestibulaire structuren in de hersenstam en het cerebellum bevoorraadt. Voorbeelden zijn een CVA van de Arteria Cerebellaris Inferior Posterior (PICA) of de Arteria Cerebellaris Inferior Anterior (AICA) [22](#page=22).
* **Klinisch beeld:**
* **Vestibulaire symptomen:** Aanwezig [22](#page=22).
* **Otologische symptomen:** In principe afwezig [22](#page=22).
* **Neurologische symptomen:** Aanwezig. Een spontane nystagmus van centrale oorsprong kan voorkomen [22](#page=22).
* **Onderscheid met perifeer:** Een belangrijk onderscheid met neuritis vestibularis en labyrinthitis is de aanwezigheid van neurologische symptomen bij een CVA [22](#page=22).
#### 2.2.1 Neurologische symptomen bij centrale acute pathologie
Centrale acute pathologieën, zoals een CVA, kunnen zich presenteren met de zogenaamde 'deadly D's', welke indicatief zijn voor centrale betrokkenheid [23](#page=23).
* **Deadly D's:**
* Dysarthria (spraakstoornis) [23](#page=23).
* Diplopia (dubbel zicht) [23](#page=23).
* Dysphagia (slikproblemen) [23](#page=23).
* Dysmetria (coördinatiestoornis) [23](#page=23).
* Dysphonia (heesheid) [23](#page=23).
* Ook 'headache: sudden, severe, sustained' vereist aandacht [23](#page=23).
* **Andere kenmerken voor centrale pathologie:**
* **Fixatietest:** Bij centrale pathologie neemt de spontane nystagmus niet of onvoldoende af bij fixatie (vasthouden van de blik). Bij een perifere nystagmus wordt deze wel onderdrukt door fixatiesuppressie, wat een rol van het cerebellum impliceert [23](#page=23).
* **Blikrichtingtest:** Bij een centrale nystagmus kan de richting van de nystagmus veranderen afhankelijk van de blikrichting (bidirectioneel), terwijl een perifere nystagmus steeds naar dezelfde zijde slaat. Perifere nystagmus is voornamelijk horizontaal, terwijl centrale nystagmus vaker verticaal of torsioneel is [23](#page=23).
> **Tip:** Een gedetailleerde anamnese, specifiek gericht op de aard van de symptomen (duur, progressie, geassocieerde klachten) en een gericht neurologisch onderzoek zijn cruciaal voor de differentiaaldiagnose tussen perifere en centrale vestibulaire aandoeningen.
> **Tip:** Onthoud dat de aanwezigheid van neurologische symptomen bij acute vestibulaire klachten een rode vlag is die wijst op een mogelijke centrale oorzaak, zoals een CVA, en verder onderzoek vereist.
---
# Episodische vestibulaire aandoeningen
Dit onderwerp behandelt een reeks vestibulaire aandoeningen die gekenmerkt worden door aanvallen van duizeligheid en vertigo, waaronder Benigne Paroxismale Positioneringsvertigo (BPPV), de ziekte van Menière, vestibulaire migraine en vestibulaire paroxysmie.
### 3.1 Benigne Paroxismale Positioneringsvertigo (BPPV)
BPPV, ook wel bekend als BPPD, is een veelvoorkomende vestibulaire aandoening die wordt gekenmerkt door plotselinge, kortdurende aanvallen van draaiduizeligheid (vertigo) die worden uitgelokt door specifieke veranderingen in de hoofdpositie. De term 'benigne' geeft aan dat de aandoening goedaardig is, met spontaan herstel binnen enkele weken tot maanden. 'Paroxysmaal' duidt op het aanvalsgewijze karakter, en 'positionering' benadrukt dat de symptomen worden getriggerd door een verandering van houding [26](#page=26).
#### 3.1.1 Pathofysiologie
BPPV is een mechanisch probleem waarbij otoconia, kleine calciumcarbonaatkristallen uit de utriculus, losraken en zich verplaatsen naar een van de halfcirkelvormige kanalen (SCK). Het posterieure SCK is het meest frequent aangedaan, gevolgd door het horizontale SCK en zelden het anterieure SCK. Wanneer het hoofd beweegt, bewegen de losgekomen kristallen mee met de endolymfe in het kanaal. Bij het stoppen van de beweging blijven de kristallen nog nawegen, waardoor de endolymfe blijft bewegen en de haarcellen in het kanaal worden geprikkeld. Dit signaal van beweging naar de hersenen is incorrect omdat het hoofd al stilstaat, wat leidt tot kortdurende draaiduizeligheid. Er zijn twee locaties waar otoconia zich kunnen bevinden: vrij ronddwarrelend in het kanaal (canalolithiasis) of vastzittend op de cupula (cupulolithiasis) [27](#page=27).
#### 3.1.2 Oorzaken
De oorzaken van BPPV kunnen primair (idiopathisch, dus zonder duidelijke oorzaak) of secundair zijn. Secundaire oorzaken omvatten trauma (zoals hoofdtrauma), leeftijd (degeneratie van het otoconia), vitamine D-tekort (gerelateerd aan calciumhuishouding en osteoporose), bedlegerigheid, ooroperaties (zoals cochleaire implantatie of stapeschirurgie) en geassocieerde binnenooraandoeningen zoals de ziekte van Menière, neuritis vestibularis of vestibulaire migraine [28](#page=28).
#### 3.1.3 Klinisch beeld
Patiënten ervaren plotselinge, kortstondige draaiduizeligheid die meerdere keren per dag over een bepaalde periode kan optreden, typisch uitgelokt door hoofdbewegingen. Dit omvat voorwaartse bewegingen (bukken, veters strikken), achterwaartse bewegingen (iets uit een kast halen, gaan neerliggen, omhoog kijken), en omdraaien in bed. De vertigo duurt doorgaans slechts enkele seconden. Er is een typische nystagmus die overeenkomt met het aangedane kanaal. BPPV gaat doorgaans niet gepaard met otologische of neurologische symptomen [29](#page=29).
#### 3.1.4 Nystagmuspatronen
De nystagmus die optreedt bij BPPV is afhankelijk van welk halfcirkelvormig kanaal is aangedaan en of het gaat om excitatie of inhibitie van de haarcellen. De patronen zijn als volgt [30](#page=30):
* **Linker Horizontale SCK (HSCK):** Nystagmus naar links [30](#page=30).
* **Rechter Horizontale SCK (HSCK):** Nystagmus naar rechts [30](#page=30).
* **Linker Posterieure SCK (PSCK):** Upbeat nystagmus met rotatie naar links (horair) [30](#page=30).
* **Rechter Posterieure SCK (PSCK):** Upbeat nystagmus met rotatie naar rechts (antihorair) [30](#page=30).
* **Linker Anterieure SCK (ASCK):** Downbeat nystagmus met rotatie naar links (horair) [30](#page=30).
* **Rechter Anterieure SCK (ASCK):** Downbeat nystagmus met rotatie naar rechts (antihorair) [30](#page=30).
#### 3.1.5 Behandeling
De behandeling van BPPV bestaat uit een bevrijdingsmanoeuvre, waarbij de otoconia terug naar de utriculus worden gemanoeuvreerd door de patiënt in verschillende posities te brengen. De Epley manoeuvre is een voorbeeld van een behandeling voor BPPV van het posterieure SCK [31](#page=31).
### 3.2 Ziekte van Menière (MD)
De ziekte van Menière is een binnenooraandoening die wordt gekenmerkt door een triade van symptomen: aanvallen van vertigo, tinnitus of drukgevoel in het aangedane oor, en fluctuerend gehoorverlies, voornamelijk in de lage frequenties. De incidentie ligt tussen 10 en 150 per 100.000 inwoners, treft mannen en vrouwen gelijk, en komt het meest voor bij personen tussen 40 en 60 jaar. De aandoening is doorgaans unilateraal, maar in 10% van de gevallen kan ook het tweede oor worden aangetast [33](#page=33).
#### 3.2.1 Pathofysiologie
De exacte oorzaak van de ziekte van Menière is onbekend, maar wordt vermoedelijk veroorzaakt door een overdruk van endolymfe (endolymphatische hydrops). Dit leidt tot rupturen in de membranen van de binnenoorcompartimenten, zoals het membraan van Reissner, waardoor een toxische menging van endo- en perilymfe ontstaat. Dit resulteert in een massieve activatie van haarcellen in de cochlea en het vestibulum. Na elke aanval herstellen de membranen zich, maar littekenvorming kan leiden tot permanente schade. De hydrops treedt het meest frequent op in de cochlea, sacculus, utriculus en SCK [34](#page=34).
#### 3.2.2 Klinisch beeld
De ziekte van Menière manifesteert zich met aanvallen van draaiduizeligheid (met misselijkheid en braken) die enkele uren kunnen duren. Deze aanvallen gaan gepaard met gehoorverlies, tinnitus en een druk- of volheidsgevoel in het oor. Tinnitus is het horen van een geluid zonder externe geluidsbron. Hyperacusis kan ook optreden, waarbij alle geluiden onaangenaam en te luid klinken. Het drukkende gevoel wordt soms vergeleken met het gevoel bij een verkoudheid [35](#page=35).
#### 3.2.3 Diagnostische criteria
De diagnose van de ziekte van Menière wordt gesteld aan de hand van specifieke criteria (Lopez-Escamez et al., 2015) [36](#page=36):
* **Definitieve Ziekte van Menière:**
* Twee of meer aanvallen van vertigo (minimaal 20 minuten tot maximaal 12 uur) [36](#page=36).
* Minstens één gehoortest die gehoorverlies in de lage tot middenfrequenties vaststelt (30 dBHL bij 2 frequenties < 2 kHz), voor, tijdens of na de vertigoaanval [36](#page=36).
* Fluctuerende gehoorgerelateerde symptomen (gehoor, tinnitus of druk) in het aangedane oor [36](#page=36).
* Andere oorzaken zijn uitgesloten [36](#page=36).
* **Probable Menière:**
* Twee of meer spontane aanvallen van vertigo of duizeligheid (minimaal 20 minuten tot maximaal 24 uur) [36](#page=36).
* Fluctuerende gehoorgerelateerde symptomen (gehoor, tinnitus of druk) in het aangedane oor [36](#page=36).
* Andere oorzaken zijn uitgesloten [36](#page=36).
#### 3.2.4 Verloop van de ziekte
De ziekte van Menière kent verschillende fasen [37](#page=37):
* **Fase 1:** Hoofdsymptoom is vertigo, met fluctuerend gehoorverlies in de lage tonen dat normaliseert tussen de aanvallen [37](#page=37).
* **Fase 2:** Permanent gehoorverlies met fluctuaties, initieel in de lage frequenties. De vertigo-aanvallen bereiken hun maximum en nemen daarna in hevigheid af. Deze fase duurt maanden tot jaren [37](#page=37).
* **Fase 3:** Permanent vlak gehoorverlies. De vertigo-episodes nemen af. Er is een kans op ontwikkeling van Menière aan de contralaterale zijde. Patiënten kunnen blijvende instabiliteit, tilting en floating sensaties ervaren [37](#page=37).
#### 3.2.5 Behandeling
De behandeling van de ziekte van Menière is symptomatisch en niet curatief. Mogelijkheden omvatten preventieve maatregelen (counseling, dieetrestricties van zout, cafeïne, alcohol en nicotine, stressreductie), medicatie (antihistaminica, vestibulaire onderdrukkers voor acute aanvallen; betahistine, diuretica, ureum, en eventueel corticosteroïden ter preventie van aanvallen). Invasieve (chirurgische) opties worden overwogen indien andere behandelingen falen en omvatten intratympanale injecties met corticosteroïden, gentamycine instillatie, endolymphatische saccus decompressie, clipping van de ductus endolymphaticus, en vestibulaire neurectomie. Revalidatie, zoals vestibulaire revalidatie en het gebruik van hoortoestellen, is belangrijk in het eindstadium [38](#page=38) [39](#page=39).
### 3.3 Vestibulaire migraine
Vestibulaire migraine (VM) is een recent erkende aandoening waarbij vertigo of duizeligheid wordt veroorzaakt door migraine. Het komt voor bij ongeveer 11% van de vestibulaire populatie in NKO-praktijken en bij ongeveer 10% van de patiënten met migraine. Het is na BPPV de meest voorkomende evenwichtsaandoening. De verhouding Vrouwen:Mannen is ongeveer 5:1. De onset leeftijd ligt rond de 42 jaar voor mannen en 38 jaar voor vrouwen. Vestibulaire symptomen starten vaak 8-19 jaar na migraine met of zonder aura, wat het leggen van de link lastig kan maken. Er is vaak comorbiditeit met de ziekte van Menière, wat de differentiaaldiagnose bemoeilijkt en een gehoortest vereist [41](#page=41).
#### 3.3.1 Klinisch beeld
Patiënten met vestibulaire migraine ervaren aanvallen van spontane vertigo/ijlhoofdigheid, die al dan niet gepaard gaan met hoofdpijn/migraine en kunnen variëren van minuten tot dagen. Otologische symptomen zoals tinnitus en een vol gevoel in de oren kunnen aanwezig zijn. Neurologische symptomen, waaronder migrainekenmerken zoals hoofdpijn, fotofobie, fonofobie en aura's, zijn ook aanwezig. De migraineuze hoofdpijn kan eenzijdig, pulsatiel, matig tot ernstig zijn en verergeren bij routinematige handelingen. Belangrijk is dat hoofdpijn niet altijd aanwezig hoeft te zijn bij elke vertigo-aanval; minder dan 50% van de patiënten heeft zowel vertigo als hoofdpijn bij elke aanval, en slechts 5% heeft dit consistent [42](#page=42).
#### 3.3.2 Diagnostische criteria
De diagnostische criteria voor vestibulaire migraine (Lempert et al., 2012) omvatten [43](#page=43):
* **Vestibulaire migraine:**
* Minstens 5 aanvallen met matige tot ernstige vestibulaire symptomen (minimaal 5 minuten tot maximaal 72 uur) [43](#page=43).
* Huidige of vroegere voorgeschiedenis van migraine, met of zonder aura (volgens International Headache Society) [43](#page=43).
* Eén of meer van de volgende migraine symptomen aanwezig tijdens minstens de helft van de vestibulaire aanvallen:
* Migraineuze hoofdpijn met minstens 2 van de volgende kenmerken: eenzijdig, pulsatiel, matig tot ernstig, verergering bij fysieke inspanning [43](#page=43).
* Fotofobie en fonofobie [43](#page=43).
* Visuele of andere aura's [43](#page=43).
* Andere oorzaken zijn uitgesloten [43](#page=43).
* **Probable vestibulaire migraine:**
* Minstens 5 episodes met matige tot ernstige vestibulaire symptomen (minimaal 5 minuten tot maximaal 72 uur) [43](#page=43).
* Minstens één van de volgende kenmerken:
* Huidige of vroegere geschiedenis van migraine, met of zonder aura (volgens International Headache Society) [43](#page=43).
* Eén of meer van de volgende migrainesymptomen tijdens minstens de helft van de vestibulaire aanvallen: migraineuze hoofdpijn met minstens 2 kenmerken (eenzijdig, pulsatiel, matig tot ernstig, verergering bij fysieke inspanning), fotofobie en fonofobie, visuele of andere aura's [43](#page=43).
* Andere oorzaken zijn uitgesloten [43](#page=43).
### 3.4 Vestibulaire paroxysmie
Vestibulaire paroxysmie is een klinische stoornis waarbij een bloedvat in het hoofd contact maakt met de nervus vestibulocochlearis (NVIII), wat leidt tot herhaalde, kortdurende aanvallen van vertigo of duizeligheid (enkele seconden tot minuten) die meerdere keren per dag voorkomen. De prevalentie is niet gekend, maar het wordt beschouwd als een zeldzame ziekte (<1/2000). De onset leeftijd ligt typisch tussen 40 en 70 jaar [45](#page=45).
#### 3.4.1 Pathofysiologie
De pathofysiologie berust op een neurovasculair conflict, waarbij compressie van de nervus vestibulocochlearis door een bloedvat (meestal de AICA of PICA, maar ook andere vaten, cystes of trauma kunnen een rol spelen) leidt tot irritatie, prikkeling of zenuwbeschadiging door compressie en demyelinisatie. Dit kan leiden tot evenwichts- en gehoorgerelateerde klachten. Oorzaken zijn de anatomie van het individu, veroudering (verminderde elasticiteit van bloedvaten) en trauma [46](#page=46).
#### 3.4.2 Klinisch beeld
Vestibulaire paroxysmie presenteert zich met kortdurende vertigoklachten of posturale instabiliteit van seconden tot minuten. De klachten treden vaak spontaan op, zonder duidelijke trigger, wat een belangrijk onderscheidend punt is ten opzichte van BPPV. Otologische symptomen zoals gehoorverlies, tinnitus of drukgevoel kunnen aanwezig zijn. Neurologische symptomen zoals hoofdpijn of parestesieën (gevoelloosheid, tintelingen, jeuk of branderigheid) kunnen ook voorkomen. Dit staat in contrast met BPPV, waar doorgaans geen otologische of neurologische symptomen optreden en de trigger een positieverandering is [47](#page=47).
#### 3.4.3 Diagnostische criteria
De diagnostische criteria voor vestibulaire paroxysmie (Strupp et al., 2016) zijn [48](#page=48):
* **Definitieve Vestibulaire paroxysmen:**
* Minstens 10 aanvallen van rotatoire of non-rotatoire vertigo die korter dan 1 minuut duren [48](#page=48).
* Spontaan optredend (hoewel hyperventilatie en hoofdbewegingen bij sommige patiënten triggers kunnen zijn) [48](#page=48).
* Stereotiep voorkomen van de klachten bij de specifieke patiënt (bijvoorbeeld tinnitus/hyperacusis) [48](#page=48).
* Positieve respons op carbamazepine/oxcarbazepine [48](#page=48).
* Andere oorzaken zijn uitgesloten [48](#page=48).
* **Probable vestibulaire paroxysmen:**
* Minstens 5 aanvallen van spontane 'spinning' of 'non-spinning' vertigo, korter dan 5 minuten durend [48](#page=48).
* Spontaan optredend of uitgelokt bij bepaalde hoofdbewegingen [48](#page=48).
* Stereotiep voorkomen van de klachten in een bepaalde patiënt (bijvoorbeeld tinnitus/hyperacusis) [48](#page=48).
* Andere oorzaken zijn uitgesloten [48](#page=48).
### 3.5 Superior semicirculair kanaal dehiscentie (SCD)
Superior semicirculair kanaal dehiscentie (SCD) is een aandoening waarbij de benige structuur van het superieure (anterieure) halfcirkelvormige kanaal (SCK) dun is of ontbreekt, wat resulteert in een abnormale communicatie tussen het binnenoor en de omliggende structuren. Een zeldzamere vorm is een perilymfatische fistel, een abnormale opening in het binnenoor. Dit creëert een "derde venster" dat akoestische energie leidt naar dit mobiele venster, met impact op de auditieve en vestibulaire functie. De prevalentie bij gezonde personen is ongeveer 0,5%, waarvan 50-80% asymptomatisch is [50](#page=50) [52](#page=52).
#### 3.5.1 Oorzaken en Epidemiologie
De oorzaken van SCD zijn onbekend, met hypothesen over ontwikkelingsabnormaliteiten of verworven etiologieën zoals verhoogde botresorptie of blootstelling aan hoge druk (hoofdtrauma, persen tijdens bevalling). Vaak is een specifieke gebeurtenis (hoofdtrauma, Valsalva) nodig om de dehiscentie symptomatisch te maken [52](#page=52).
#### 3.5.2 Klinisch beeld
Patiënten met SCD ervaren korte aanvallen van vertigo of instabiliteit. Typische otologische symptomen zijn het beter horen van eigen lichaamsgeluiden (autofonie), zoals de eigen stem (echo-achtig), oogbewegingen of oogknippers, voetstappen en het kraken van de nekwervels. Hyperacusis voor lichaamseigen geluiden kan ook voorkomen, waarbij deze te luid, storend of zelfs pijnlijk worden ervaren. Kenmerkende triggers die klachten kunnen uitlokken zijn hoesten, niezen of blootstelling aan geluid. In tegenstelling tot BPPV, waar positieverandering de trigger is, wordt SCD gekenmerkt door triggers gerelateerd aan geluid, druk of beweging van het hoofd in de context van een derde venster. Er worden doorgaans geen neurologische symptomen waargenomen [53](#page=53).
#### 3.5.3 Diagnostische criteria
Diagnostische criteria voor SCD (Ward et al., 2021) omvatten minstens één symptoom en minstens één test die wijst op een derde venster [54](#page=54):
* **Symptomen:** Autofonie, horen van oogbewegingen, horen van voetstappen, pulsatieve tinnitus, duizeligheid uitlokbaar door plotseling geluid, Valsalva of druk op de gehoorgang [54](#page=54).
* **Tests die wijzen op een derde venster:** Nystagmus opwekbaar door geluid (Tullio-fenomeen), druk (Hennebert-fenomeen) of intracraniële druk; laagfrequente negatieve beengeleiding op het audiogram; verhoogde VEMP-respons; of een hoge resolutie CT die een dehiscentie aantoont [54](#page=54).
#### 3.5.4 Behandeling
Bij milde klachten kan behandeling bestaan uit counseling en het vermijden van provocatieve stimuli. Bij ernstige klachten kan een operatieve behandeling, zoals het pluggen van het SCK of het bekleden van de opening, worden overwogen. Chirurgie heeft een hogere slagingskans en kan autofonie en duizeligheid verbeteren, maar niet noodzakelijk het gehoor [55](#page=55).
---
# Chronische vestibulaire aandoeningen en behandelingen
Dit deel behandelt specifieke chronische vestibulaire aandoeningen, waaronder Persistent Postural Perceptual Dizziness (PPPD), bilaterale vestibulopathie en chronische unilaterale vestibulopathie (vestibulair schwannoom), evenals algemene behandelprincipes.
### 4.1 Persistent Postural Perceptual Dizziness (PPPD)
PPPD is een recente diagnostische entiteit die eerdere diagnoses zoals 'phobic postural vertigo', 'chronic subjective dizziness' en 'visual vertigo' onder één noemer brengt [58](#page=58).
#### 4.1.1 Definitie en kenmerken
* **Phobic postural vertigo:** Een klinisch syndroom van houdingsgebonden duizeligheid en fluctuerende instabiliteit, gepaard gaande met milde angst en depressie bij patiënten met obsessieve-compulsieve persoonlijkheidskenmerken [58](#page=58).
* **Chronic subjective dizziness:** Een aandoening met persistente duizeligheid of instabiliteit, verhoogde gevoeligheid voor eigen bewegingen of voor bewegende objecten, en moeilijkheden om opdrachten te volbrengen die een precieze visuele focus vereisen [58](#page=58).
* **Visual vertigo (Visually Induced Dizziness - VID):** Het gewaar worden van instabiliteit of duizeligheid na blootstelling aan complexe of bewegende visuele stimuli, optredend bij patiënten na een acute pathologie [58](#page=58).
#### 4.1.2 Klinisch beeld (SO STONED)
PPPD is chronisch, waarbij de symptomen per definitie minstens 3 maanden aanwezig zijn. De symptomen treden dagelijks op en nemen typisch toe gedurende de dag, spontaan of na hoofdbewegingen. Vaak nemen de symptomen toe wanneer de patiënt rechtop zit of staat [58](#page=58).
#### 4.1.3 Diagnostische criteria (Staab et al., 2017)
De diagnostische criteria voor PPPD omvatten:
A. Eén of meer symptomen van duizeligheid, instabiliteit of non-spinning vertigo (verstoorde sensaties van wankelen, dobberen, etc. van zichzelf of de omgeving) aanwezig op de meeste dagen gedurende 3 maanden of langer. Symptomen kunnen uren aanwezig zijn maar variëren in ernst en hoeven niet de hele dag te duren [59](#page=59).
B. Symptomen zijn aanwezig zonder specifieke provocatie, maar worden erger:
1. bij een rechte houding (staand of zittend) [59](#page=59).
2. bij actieve of passieve beweging [59](#page=59).
3. bij blootstelling aan bewegende beelden of complexe visuele stimuli [59](#page=59).
C. De aandoening begint meestal kort na een gebeurtenis die vertigo, instabiliteit, duizeligheid of problemen met het evenwicht veroorzaakt, zoals acute, episodische of chronische vestibulaire syndromen, andere neurologische of medische aandoeningen, of psychologisch ongemak/nood [59](#page=59).
D. Symptomen veroorzaken significant ongemak (distress), tegenspoed of functionele verslechtering [59](#page=59).
E. Andere oorzaken zijn uitgesloten [59](#page=59).
> **Tip:** Het is belangrijk om deze criteria te herkennen, maar niet per se uit het hoofd te leren [59](#page=59).
### 4.2 Bilaterale Vestibulopathie (BVP)
BVP is een heterogeen chronisch vestibulair syndroom gekenmerkt door instabiliteit bij het staan of stappen, die verslechtert in het donker, op een oneffen ondergrond, of tijdens bewegingen van het hoofd. Patiënten kunnen ook klagen over wazig zicht geïnduceerd door bewegingen (oscillopsie). Typisch zijn er geen problemen wanneer de patiënt stil zit of ligt [61](#page=61).
#### 4.2.1 Voorkomen en definitie
De prevalentie van BVP wordt geschat op 28 per 100.000 in de VS en de incidentie is 4-7%. De gemiddelde leeftijd van diagnose is 50-60 jaar, maar kan variëren afhankelijk van de etiologie. BVP is een heterogene chronische pathologie gekenmerkt door een bilaterale verminderde of afwezige functie van de vestibulaire organen, de vestibulaire zenuwen of een combinatie hiervan [61](#page=61).
#### 4.2.2 Oorzaken
Vaak is BVP idiopathisch en degeneratief. De meest bekende oorzaken zijn [62](#page=62):
* Ototoxische medicatie (gentamicine, chemotherapie) [62](#page=62).
* Bilaterale Menière-ziekte [62](#page=62).
* Meningitis [62](#page=62).
* Andere oorzaken zoals tumoren (bilateraal vestibulair schwannoom, neurofibromatose type 2), auto-immuunaandoeningen, en genetische factoren (COCH gen mutatie (DFNA9)) [62](#page=62).
#### 4.2.3 Gevolgen van bilateraal vestibulaire functieverlies
* Verminderde VOR-functie en blikstabilisatie [62](#page=62).
* Evenwichtsverlies tijdens staan en bewegen door verminderde werking van vestibulospinale en vestibulo-collische reflexen, vooral in het donker of op een oneffen ondergrond [62](#page=62).
* Desoriëntatie door verlies van 'earth-verticality' [62](#page=62).
* Verminderde navigatie en ruimtelijk geheugen [62](#page=62).
#### 4.2.4 Diagnostische criteria (Strupp et al., 2017)
**BVP:**
* Chronisch vestibulair syndroom met minimaal 3 van de volgende symptomen: posturale instabiliteit, instabiliteit tijdens staan of stappen, bewegingsgeïnduceerd wazig zicht of oscillopsie, en verslechtering van instabiliteit in het donker of op een oneffen ondergrond [63](#page=63).
* Geen symptomen in zit of lig (in statische condities) [63](#page=63).
* Bilaterale verminderde of afwezige angulaire VOR gedocumenteerd door: bilaterale vHIT gain < 0,6; verminderde calorische respons (som K en W aan elke kant < 6°/s); of verminderde gain pendel (< 0,1) [63](#page=63).
* Andere oorzaken uitgesloten [63](#page=63).
**Probable BVP:**
* Chronisch vestibulair syndroom met minimaal 2 van de bovengenoemde symptomen [63](#page=63).
* Geen symptomen in zit of lig (in statische condities) [63](#page=63).
* Bilaterale pathologische horizontale HIT (bedside) [63](#page=63).
* Andere oorzaken uitgesloten [63](#page=63).
> **Tip:** Deze criteria zijn belangrijk om te herkennen [63](#page=63).
### 4.3 Chronische unilaterale vestibulopathie (vestibulair schwannoom)
Een vestibulair schwannoom, ook wel brughoektumor genoemd, is een traag groeiende goedaardige tumor die uitgaat van de evenwichtszenuw en vanuit de binnenste gehoorgang (meatus acusticus internus) richting het brein groeit. De tumor ontstaat uit Schwancellen die rond de zenuw zitten [65](#page=65).
#### 4.3.1 Voorkomen
Vestibulair schwannoom is zeldzaam, met een incidentie van ongeveer 1 op 100.000 mensen. Het komt meestal voor bij personen boven de 50ste levensjaar [65](#page=65).
#### 4.3.2 Locatie en betrokken structuren
De tumor bevindt zich in de cerebellopontienehoek of brughoek, de hoek gevormd door de hersenstam (pons) en het cerebellum. In deze ruimte lopen de nervus vestibularis superior en inferior, de nervus cochlearis en de nervus facialis naar de hersenstam. Compressie van de n. VIII kan leiden tot unilateraal perceptief gehoorverlies en uitval van het evenwichtsorgaan. Groei van de tumor kan leiden tot betrokkenheid van omliggende structuren. Meestal ontstaat de tumor vanuit de inferieure tak van de n. vestibularis [66](#page=66).
#### 4.3.3 Klinisch beeld (SO STONED)
De grootte van de tumor bepaalt de symptomen, met name de auditieve symptomen zijn hier belangrijk [67](#page=67).
* **Vestibulaire symptomen:** Meestal afwezig, beperkt en van voorbijgaande aard gezien centrale compensatie [67](#page=67).
* **Otologische symptomen:**
* Gehoorverlies: unilateraal, meestal progressief, soms plotseling [67](#page=67).
* Tinnitus en drukgevoel [67](#page=67).
* **Neurologische symptomen:**
* Naarmate de tumor groter wordt, kan intracraniële overdruk ontstaan (hoofdpijn, diplopie) [67](#page=67).
* Druk op de n. Trigeminus kan leiden tot sensibiliteitsstoornissen in het aangezicht en faciale trekkingen [67](#page=67).
> **Tip:** Besteed aandacht aan centrale compensatie in de anatomieles van het evenwicht [67](#page=67).
#### 4.3.4 Behandeling van het tumor
1. **Wait-and-scan:** Afwachtend beleid bij kleine of niet-groeiende tumoren, met regelmatige MRI-controles [68](#page=68).
2. **Radiotherapie (stereotactisch):** Doel is groei stoppen. Minder risico's dan chirurgie, met behoud van gehoor en facialisfunctie is mogelijk. Tumor blijft stabiel of krimpt bij ongeveer 90%. Vereist levenslange MRI-follow-up [68](#page=68).
3. **Chirurgie:**
* Kleine tumor met goed gehoor: middle fossa approach, met kans op gehoorbehoud (~50%) maar risico op facialisuitval [68](#page=68).
* Grote tumor met slecht gehoor: translabyrintaire route, gehoorverlies is onvermijdelijk, met directe toegang tot de tumor [68](#page=68).
* Zeer grote tumor: suboccipitale benadering, met goed zicht op de hersenstam en risico op facialisuitval [68](#page=68).
* Soms subtotale resectie met radiotherapie bij grote tumoren [68](#page=68).
* Belangrijkste risico's zijn schade aan de n. facialis en verlies van binnenoorfunctie [68](#page=68).
#### 4.3.5 Behandeling van symptomen
* Hooroplossingen [68](#page=68).
* Educatie en monitoring van het evenwicht [68](#page=68).
* Educatie, therapie en monitoring rond tinnitus (indien aanwezig en invaliderend) [68](#page=68).
### 4.4 Algemene behandelprincipes
De behandeling van evenwichtsaandoeningen is multifactorieel en patiëntgericht, met focus op klachten en dagelijks functioneren. Er is geen "geneesmiddel tegen duizeligheid"; de aanpak is een combinatie van causale, symptomatische en revalidatie- of ablatieve behandelingen [70](#page=70).
#### 4.4.1 Causale behandeling
Dit omvat het behandelen van de onderliggende oorzaak, zoals:
* Ontstekingen (bv. herpes zoster, auto-immuunziekten) [70](#page=70).
* Chirurgische ingrepen (bv. bij kanaaldehiscentie) [70](#page=70).
* Centrale problematiek (bv. aanpak bij migraine, doorbloedingsstoornissen) [70](#page=70).
* Stopzetten van medicatie die duizeligheid veroorzaakt [70](#page=70).
> **Tip:** Dit is essentieel om te kennen [70](#page=70).
#### 4.4.2 Symptomatische behandeling
Deze behandeling is gericht op de klachten en gevolgen van duizeligheid, vertigo en instabiliteit. Er zijn drie soorten: medicamenteus, specifieke oefentherapie, en ablatieve behandeling [71](#page=71).
* **Medicamenteus:**
* Acute vertigo: medicatie tegen misselijkheid (sedativa, anti-emetica) [71](#page=71).
* Chronische/recidiverende aanvallen: preventieve schema's (zoals bij migraine) [71](#page=71).
* **Specifieke oefentherapie:** Stimuleert centrale compensatie en kan zelfstandig of met begeleiding van een kinesitherapeut worden uitgevoerd (vooral bij ouderen) [71](#page=71).
* **Ablatieve behandeling (zelden):** Wordt toegepast bij ernstige, fluctuerende perifere stoornissen (bv. Menière) met als doel de uitschakeling van het disfunctionerende evenwichtsorgaan. Methoden omvatten [71](#page=71):
* Gentamicine intratympaal [71](#page=71).
* Labyrintectomie (verwijderen van het labyrinth, met gehoorverlies als gevolg) [71](#page=71).
* Doorsnijden van de nervus vestibularis [71](#page=71).
* Na ablatieve behandeling is vestibulaire revalidatie noodzakelijk ter bevordering van centrale compensatie [71](#page=71).
> **Tip:** Dit is essentieel om te kennen [71](#page=71).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vestibulair systeem | Het deel van het binnenoor dat verantwoordelijk is voor het detecteren van hoofdbewegingen en positie ten opzichte van de zwaartekracht, wat essentieel is voor evenwicht en ruimtelijke oriëntatie. |
| Vestibulo-oculaire reflex (VOR) | Een reflex die de ogen stabiliseert tijdens hoofdbewegingen, waardoor een stabiel beeld op het netvlies behouden blijft en de visuele scherpte behouden blijft tijdens beweging. |
| Vestibulo-spinale reflex (VSR) | Een reflex die de spiertonus van de ledematen en romp aanpast om het lichaam te stabiliseren en de posturale controle te handhaven tijdens hoofdbewegingen. |
| Vertigo | De sensatie van beweging (draaien of zweven) terwijl er geen werkelijke beweging is, of de sensatie van verstoorde beweging tijdens normale hoofdbewegingen; vaak geassocieerd met acute of episodische vestibulaire aandoeningen. |
| Duizeligheid | Een bredere term die een gevoel van desoriëntatie, lichtheid in het hoofd of onzekerheid in de ruimte beschrijft, vaak geassocieerd met chronische vestibulaire aandoeningen of een algemene desoriëntatie. |
| Otoconia | Kleine calciumcarbonaatkristallen (ook wel "oorstenen" genoemd) die zich in de otolietorganen (utriculus en sacculus) van het binnenoor bevinden en helpen bij het detecteren van lineaire versnelling en hoofdbewegingen. |
| Canalolithiasis | Een mechanische aandoening in het binnenoor waarbij losgekomen otoconia zich in een van de halfcirkelvormige kanalen bevinden, wat leidt tot vertigo bij specifieke hoofdbewegingen. |
| Cupulolithiasis | Een aandoening waarbij otoconia zich hechten aan de cupula (een gelatineuze structuur in de halfcirkelvormige kanalen), wat leidt tot een verstoorde reactie van de haarcellen en vertigo. |
| Endolymfe | Vocht dat zich in de membranen van het binnenoor (zoals de halfcirkelvormige kanalen en de cochlea) bevindt en essentieel is voor de signalering van beweging en geluid. |
| Perilymfe | Vocht dat zich in de benige labyrinten van het binnenoor bevindt, rondom de membranen. |
| Neuritis vestibularis | Een acute ontsteking van de vestibulairzenuw, meestal veroorzaakt door een virus, wat leidt tot plotselinge, ernstige vertigo, misselijkheid en braken zonder gehoorverlies. |
| Labyrinthitis | Een ontsteking van het labyrinth (het binnenoor), die zowel het vestibulaire systeem als de cochlea aantast, wat leidt tot vertigo, misselijkheid, braken en gehoorverlies of tinnitus. |
| CVA (Cerebro Vasculair Accident) | Een beroerte, veroorzaakt door een bloeding of infarct in de hersenen, die vestibulaire symptomen kan veroorzaken als het de hersenstam of het cerebellum aantast. |
| Nystagmus | Onwillekeurige, ritmische bewegingen van de ogen, die vaak een indicatie zijn van een disfunctie in het vestibulaire systeem of de visuele banen. |
| SO STONED | Een acroniem dat wordt gebruikt als geheugensteun bij het afnemen van een anamnese voor patiënten met vestibulaire klachten, waarbij elke letter staat voor een specifieke vraag (Symptomen, Omtrent tijd, Sinds wanneer, Trigger, Otologische symptomen, Neurologische symptomen, Evolutie, Duur). |
| BPPV (Benigne Paroxismale Positioneringsvertigo) | Een veelvoorkomende oorzaak van vertigo, gekenmerkt door kortdurende, intense duizeligheid die optreedt bij plotselinge veranderingen van de hoofdpositie, veroorzaakt door losgeraakte otoconia. |
| Ziekte van Menière | Een aandoening van het binnenoor die wordt gekenmerkt door een combinatie van vertigo-aanvallen, tinnitus, gehoorverlies en een drukgevoel in het oor, waarschijnlijk veroorzaakt door hydrops (overdruk) van de endolymfe. |
| Vestibulaire migraine | Een vorm van migraine waarbij de hoofdpijn wordt vergezeld door of afwezig is bij vestibulaire symptomen zoals vertigo, duizeligheid en balansproblemen. |
| Vestibulaire paroxysmie | Een zeldzame aandoening die wordt veroorzaakt door neurovasculair conflict, waarbij een bloedvat de vestibulocochleaire zenuw (NVIII) comprimeert, wat leidt tot kortdurende, herhaalde aanvallen van vertigo. |
| Superior semicirculair kanaal dehiscentie (SCD) | Een aandoening waarbij er een dunner wordend of ontbrekend deel van het bot boven het superieure halfcirkelvormige kanaal is, wat kan leiden tot vestibulaire en auditieve symptomen als reactie op geluid of drukveranderingen. |
| PPPD (Persistent Postural Perceptual Dizziness) | Een chronische functionele vestibulaire stoornis die wordt gekenmerkt door persistente duizeligheid of instabiliteit, vaak verergerd door beweging of visuele prikkels, en die leidt tot aanzienlijk distress en functionele beperkingen. |
| Bilaterale vestibulopathie (BVP) | Een chronische aandoening waarbij beide vestibulaire organen verminderd of afwezig zijn in functie, wat leidt tot instabiliteit bij staan en lopen, oscillopsie en problemen met ruimtelijke oriëntatie, vooral in het donker of op oneffen terrein. |
| Vestibulair schwannoom | Een goedaardige, langzaam groeiende tumor die ontstaat uit de zenuwcellen van de vestibulocochleaire zenuw (N. VIII), die kan leiden tot gehoorverlies, tinnitus en vestibulaire symptomen door compressie van de zenuw of omliggende structuren. |