Cover
Inizia ora gratuitamente LES 6 pneumologie.pdf
Summary
# Definitie en pathologie van COPD
Dit gedeelte behandelt de definitie, pathologie, epidemiologie en risicofactoren van chronisch obstructief longlijden (COPD) [3](#page=3) [5](#page=5).
### 1.1 Definitie van COPD
COPD is een verzamelnaam voor longziekten die zich kenmerken door een langdurige, progressieve luchtwegobstructie. Het gaat om aandoeningen die aanleiding geven tot symptomen zoals hoesten en kortademigheid, en een langzaam progressief karakter hebben [3](#page=3) [5](#page=5).
### 1.2 Pathologie van COPD
De pathologie van COPD omvat veranderingen in de luchtwegen, het longparenchym en de pulmonale bloedvaten [3](#page=3) [5](#page=5).
#### 1.2.1 Chronische bronchitis
Chronische bronchitis wordt gedefinieerd als de aanwezigheid van chronische hoest met sputumproductie gedurende ten minste drie maanden per jaar, gedurende ten minste twee opeenvolgende jaren. Pathologisch gezien leidt chronische bronchitis tot hypertrofie van de slijmklieren in de trachea en grote bronchiale luchtwegen, wat resulteert in een verhoogde productie van sputum. Er is ook sprake van inflammatie en fibrose van de submucosa, en verlies van cilia, wat leidt tot een verminderde klaring van secreet en een verhoogde vatbaarheid voor infecties. In de kleinere luchtwegen kan zich een chronische ontsteking metfibrose voordoen, wat leidt tot vernauwing van het lumen [3](#page=3) [5](#page=5).
#### 1.2.2 Longemfyseem
Longemfyseem wordt gekenmerkt door een abnormale, permanente dilatatie van de luchtruimtes die distaal van de terminale bronchiolen liggen, met destructie van de alveolaire wanden zonder duidelijke fibrose. Deze destructie leidt tot verlies van elastische recoil en een toegenomen compliantie van de longen. De destructie van de alveolaire wanden vermindert het oppervlak voor gasuitwisseling, wat kan leiden tot hypoxemie [3](#page=3) [5](#page=5).
#### 1.2.3 Gecombineerde pathologie
Vaak is er sprake van een combinatie van chronische bronchitis en longemfyseem bij patiënten met COPD. De relatieve bijdrage van beide componenten varieert per individu en bepaalt mede de klinische presentatie [3](#page=3) [5](#page=5).
#### 1.2.4 Veranderingen in pulmonale bloedvaten
In de pulmonale bloedvaten kunnen remodelleringsprocessen optreden, zoals verdikking van de vaatwand en proliferatie van gladde spiercellen. Dit kan leiden tot pulmonale hypertensie, wat de prognose van COPD negatief beïnvloedt [3](#page=3) [5](#page=5).
> **Tip:** Het onderscheiden van de pathologische kenmerken van chronische bronchitis en longemfyseem is cruciaal voor het begrijpen van de heterogeniteit van COPD en de verschillende behandelstrategieën [3](#page=3) [5](#page=5).
---
# Behandeling van COPD, met focus op rookstop en medicatie
De behandeling van COPD richt zich primair op het stoppen met roken als meest effectieve interventie om de progressie van de ziekte te vertragen, aangevuld met farmacologische en niet-farmacologische strategieën voor symptoombeheersing en het voorkomen van exacerbaties.
### 2.1 Stoppen met roken
Stoppen met roken is de enige bewezen maatregel die de afname van de forced expiratory volume in one second (FEV1) op lange termijn beïnvloedt. Het is niet alleen essentieel, maar ook kosteneffectief. Een systematische aanpak, zoals het ASK-systeem (Ask, Advise, Assess, Assist, Arrange), waarbij zorgverleners proactief alle tabaksgebruikers identificeren, adviseren te stoppen, hun bereidheid beoordelen, hen helpen en opvolging regelen, is effectief. Korte, krachtige interventies door artsen, ondersteuning, vaardigheidstraining en nicotine-substitutietherapie (NRT) of medicatie zoals bupropion (Zyban®) en varenicline (Champix®) zijn effectieve hulpmiddelen. Counseling, met name praktische counseling, sociale steun binnen de behandeling en sociale steun georganiseerd buiten de behandeling om, zijn bijzonder effectief. Hoewel patiënten met COPD vaak minder geneigd zijn te stoppen met roken, biedt dit wel aanzienlijke winst [10](#page=10) [8](#page=8) [9](#page=9).
### 2.2 Farmacologische behandeling
De farmacologische behandeling van COPD is gericht op het verbeteren van symptomen, het verminderen van exacerbaties en het verhogen van de inspanningstolerantie. De belangrijkste medicatieklassen zijn bronchodilatoren en inhalatiecorticosteroïden (ICS).
#### 2.2.1 Bronchodilatoren
Bronchodilatoren werken door de luchtwegen te verwijden, wat de ademhaling vergemakkelijkt. Ze worden onderverdeeld in kortwerkende (SABA, SAMA) en langwerkende (LABA, LAMA) varianten.
##### 2.2.1.1 Langwerkende bèta2-agonisten (LABA)
LABA's ontspannen de gladde spiercellen van de luchtwegen.
* **Voorbeelden:** formoterol, salmeterol, indacaterol, vilanterol [11](#page=11).
* **Werkingsduur:** Formoterol en salmeterol werken ongeveer 12 uur, terwijl indacaterol en vilanterol 24 uur werken [11](#page=11).
* **Indicatie:** Puur COPD (GOLD B). LABA's mogen nooit als enige behandeling bij astma worden gebruikt [15](#page=15) [16](#page=16).
* **Dosering en inhalatoren:** Diverse doseringen en inhalatoren zijn beschikbaar, zoals Aerolizer, Novolizer, Turbohaler, Diskus, Breezhaler en de Respimat [16](#page=16).
##### 2.2.1.2 Langwerkende muscarine antagonisten (LAMA)
LAMA's antagoneren de werking van acetylcholine op muscarinereceptoren, waardoor bronchoconstrictie wordt tegengewerkt. Ze werken over het algemeen 24 uur [11](#page=11).
* **Voorbeelden:** tiotropium, glycopyrronium, umeclidinium, aclidinium [11](#page=11).
* **Indicatie:** Puur COPD (GOLD B). LAMA's mogen nooit als enige behandeling bij astma worden gebruikt [14](#page=14) [15](#page=15).
* **Dosering en inhalatoren:** Beschikbaar in verschillende doseringen en inhalatieapparaten, zoals de HandiHaler, Respimat, Breezhaler en Ellipta [15](#page=15).
* **Mechanisme:** Acetylcholine (Ach) wordt vrijgesteld ter hoogte van de gladde spiercellen en submucosale klieren. Het "rest and digest" principe van het parasympathische zenuwstelsel wordt hierdoor geremd [14](#page=14).
##### 2.2.1.3 Combinaties van LABA en LAMA
Vaste combinaties van LAMA en LABA bieden synergetische voordelen en worden ingezet bij puur COPD (GOLD B) [12](#page=12) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Voordelen:** Gunstige effecten op hyperinflatie, dyspnoe, inspanningstolerantie en levenskwaliteit. Ze reduceren ook exacerbaties effectiever dan LABA alleen [18](#page=18).
* **Voorbeelden van combinaties:** Tiotropium/Olodaterol (Spiolto®), Glycopyrronium/Indacaterol (Ultibro®), Umeclidinium/Vilanterol (Anoro®), Aclidinium/Formoterol (Duaklir®) [17](#page=17).
#### 2.2.2 Inhalatiecorticosteroïden (ICS)
ICS hebben een ontstekingsremmend effect en worden, met name bij patiënten met frequente exacerbaties en/of een verhoogd aantal eosinofielen in het bloed, toegevoegd aan de behandeling.
##### 2.2.2.1 Combinaties van LABA en ICS
Deze combinaties worden ingezet bij COPD GOLD groepen D en E. De beslissing om ICS te gebruiken wordt mede bepaald door de bloedeosinofilie, die geassocieerd is met exacerbatiefrequentie en het therapeutisch antwoord op ICS [19](#page=19) [20](#page=20) [21](#page=21).
* **Indicatie:** Puur COPD (GOLD B) is een contra-indicatie voor ICS als enige behandeling. Patiënten met een bloed eosinofilie count (BEC) van meer dan 300 cellen/µL hebben een groter voordeel van ICS [15](#page=15) [16](#page=16) [20](#page=20) [21](#page=21).
* **Voorbeelden van combinaties:** Salmeterol/Fluticason (Seretide®), Formoterol/Fluticason (Flutiform®), Formoterol/Budesonide (Symbicort®), Formoterol/Beclometason (Inuvair®), Vilanterol/Fluticasonfuroaat (Relvar®) [23](#page=23).
* **Dosering en inhalatoren:** Verschillende doseringen en inhalatiesystemen zijn beschikbaar [23](#page=23).
##### 2.2.2.2 Triple therapie (LAMA + LABA + ICS)
Triple therapie, een vaste combinatie van een LAMA, LABA en ICS in één inhalator, wordt aanbevolen voor patiënten in GOLD groep D/E die ondanks duale therapie toch exacerbaties blijven krijgen [24](#page=24) [25](#page=25).
* **Voordelen:** Naast bronchodilatatie biedt deze therapie een ontstekingsremmend effect, wat leidt tot een significantere reductie van dyspnoe, verbeterde levenskwaliteit, een vermindering van exacerbaties, en zelfs een reductie van mortaliteit in vergelijking met LAMA/LABA therapie [25](#page=25).
* **Onderbouwing:** De IMPACT-studie toonde aan dat single-inhaler triple therapy (FF/UMEC/VI) significant de jaarlijkse exacerbatiefrequentie verminderde vergeleken met FF/VI en UMEC/VI. Tevens toonde de IMPACT-studie een reductie in de mortaliteit van alle oorzaken aan [26](#page=26) [27](#page=27) [28](#page=28).
* **Voorbeelden van combinaties:** Umeclidinium/Vilanterol/Fluticasone (Trelegy®), Glycopyrronium/Formoterol/Beclometason (Trimbow®), Glycopyrronium/Formoterol/Budesonide (Trixeo®) [24](#page=24).
#### 2.2.3 Overige farmacologische behandelingen
* **Macroliden:** Hebben antimicrobiële en ontstekingsremmende effecten en worden soms overwogen bij specifieke patiëntengroepen. Azithromycine en clarithromycine zijn voorbeelden [31](#page=31).
* **Follow-up van farmacologische behandeling:** Het is cruciaal om de farmacologische behandeling periodiek te evalueren en aan te passen aan de respons van de patiënt en de evolutie van de ziekte [30](#page=30).
> **Tip:** Bij de indicatiestelling voor inhalatietherapie is het belangrijk om de specifieke kenmerken van de patiënt, zoals GOLD-status, exacerbatiefrequentie, bloed eosinofilie en comorbiditeiten, zorgvuldig af te wegen tegen de 'benefit-risk ratio' van de verschillende medicatieklassen.
> **Voorbeeld:** Een patiënt met COPD GOLD D die reeds LABA/LAMA gebruikt, maar nog steeds frequente exacerbaties heeft, en een bloed eosinofilie > 300 cellen/µL, is een kandidaat voor triple therapie (LAMA+LABA+ICS) om zowel de luchtwegobstructie als de onderliggende ontsteking aan te pakken.
---
# Niet-farmacologische behandelingen en preventie van COPD
Dit onderdeel van de studiegids behandelt de niet-farmacologische benaderingen voor het management van COPD, waaronder de rol van beweging, respiratoire revalidatie, longvolumereductie, en preventieve maatregelen zoals vaccinaties [35](#page=35).
### 3.1 Holistische behandeling van COPD
Het management van COPD vereist een holistische aanpak die diverse niet-farmacologische interventies omvat [35](#page=35).
#### 3.1.1 Rookstop
Rookstop is een cruciale eerste stap in de behandeling van COPD en wordt ondersteund door speciale rookstoppoli's [35](#page=35).
#### 3.1.2 Beweging en respiratoire revalidatie
Bewegen speelt een sleutelrol in de zorg voor COPD-patiënten. Dit wordt vaak geïntegreerd in programma's voor respiratoire revalidatie, die gericht zijn op het verbeteren van de fysieke conditie en het verminderen van symptomen zoals dyspneu [35](#page=35).
#### 3.1.3 Longvolume reductie (LVR)
Longvolume reductie is een interventie die wordt toegepast bij patiënten met ernstige dyspneu en duidelijke tekenen van emfyseem of hyperinflatie [35](#page=35).
Deze behandeling kan op twee manieren worden uitgevoerd:
* **Bronchoscopisch:** Via een bronchoscopie worden methoden toegepast om het volume van aangedane longdelen te verminderen [35](#page=35).
* **Chirurgisch:** Chirurgische ingrepen kunnen eveneens worden ingezet voor longvolume reductie [35](#page=35).
#### 3.1.4 Behandeling van comorbiditeiten
De aanwezigheid van comorbiditeiten bij COPD-patiënten vereist specifieke aandacht [35](#page=35).
* **Cardiovasculair lijden:** Patiënten met COPD hebben vaak ook cardiovasculaire aandoeningen die gelijktijdig behandeld moeten worden [35](#page=35).
* **Longkanker:** Voor patiënten met een verhoogd risico op longkanker kan longkankerscreening een onderdeel zijn van het holistische behandelplan [35](#page=35).
### 3.2 Preventie van acute exacerbaties van COPD
Naast de dagelijkse behandeling is de preventie van acute exacerbaties essentieel voor het welzijn van COPD-patiënten [40](#page=40).
#### 3.2.1 Farmacologische preventie
Hoewel de focus van dit gedeelte ligt op niet-farmacologische methoden, worden kort enkele farmacologische preventieve maatregelen genoemd:
* **Azithromycine (AZI):** Langdurig gebruik van azithromycine kan worden overwogen ter preventie van exacerbaties [40](#page=40).
* **Inhalatiecorticosteroïden (ICS):** Het gebruik van inhalatiecorticosteroïden is eveneens een optie ter preventie [40](#page=40).
#### 3.2.2 Vaccinaties
Vaccinaties spelen een cruciale rol in de preventie van infecties die exacerbaties kunnen uitlokken [40](#page=40).
##### 3.2.2.1 Virale vaccinaties
* **Influenza (griep):** Een jaarlijkse griepvaccinatie is aanbevolen [41](#page=41).
* **COVID-19:** mRNA vaccins, zoals die van Pfizer en Moderna, worden geadviseerd [41](#page=41).
* **RSV:** Vaccins zoals Arexvy en Abrysvo zijn beschikbaar voor de preventie van Respiratoir Syncytieel Virus infecties [41](#page=41).
##### 3.2.2.2 ব্যাকটেরiële vaccinaties
* **Pneumokokken:**
* **Geconjugeerde vaccins:** Prevenar 20 (PCV20), Prevenar 13 (PCV13), en Vaxneuvance (PCV15) zijn beschikbaar [41](#page=41).
* **Niet-geconjugeerd vaccin:** Pneumovax 23 is een andere optie [41](#page=41).
> **Tip:** Het tijdig en correct toepassen van deze vaccinaties kan het risico op ernstige infecties en daaruit voortvloeiende exacerbaties aanzienlijk verminderen [41](#page=41).
---
# Acute exacerbaties van COPD
Dit onderwerp behandelt de oorzaken, acute behandeling en preventie van acute exacerbaties van COPD, inclusief de rol van antibiotica, corticosteroïden en ventilatie [36](#page=36).
### 4.1 Definitie en symptomen van COPD-exacerbaties
Een acute exacerbatie van COPD wordt gekenmerkt door een toename van de gebruikelijke symptomen van hoest, sputumproductie en dyspneu (kortademigheid). De frequentie en ernst van deze exacerbaties zijn cruciale indicatoren voor de progressie en impact van de ziekte. COPD-exacerbaties zijn een heterogeen fenomeen [36](#page=36) [38](#page=38).
### 4.2 Oorzaken van COPD-exacerbaties
De belangrijkste oorzaken van acute exacerbaties van COPD zijn infecties en blootstelling aan luchtvervuiling [37](#page=37).
#### 4.2.1 Infectieuze oorzaken
* **Virale infecties:** Veelvoorkomende virussen die exacerbaties kunnen veroorzaken zijn rhinovirus en influenza [37](#page=37).
* **Bacteriële infecties:** Gangbare bacteriële verwekkers zijn *Hemophilus influenzae*, *Moraxella catarrhalis* en *Streptococcus pneumoniae* [37](#page=37).
#### 4.2.2 Niet-infectieuze oorzaken
* **Luchtvervuiling:** Blootstelling aan vervuilde lucht is een belangrijke trigger [37](#page=37).
* **Roken:** Actief roken blijft een significante risicofactor voor exacerbaties [37](#page=37).
> **Tip:** Het is belangrijk om de heterogeniteit van COPD-exacerbaties te erkennen, waarbij verschillende patiëntengroepen (bijvoorbeeld gekenmerkt door kleurcodes zoals blauw voor bacteriële infecties, groen voor toenemende kortademigheid, en rood voor virale oorzaken) mogelijk een verschillende behandeling vereisen [38](#page=38).
### 4.3 Acute behandeling van COPD-exacerbaties
De acute behandeling van COPD-exacerbaties omvat een combinatie van medicamenteuze therapie en ondersteunende zorg [39](#page=39) [42](#page=42).
#### 4.3.1 Medicamenteuze behandeling
* **Bronchodilatoren:** De behandeling start met kortwerkende bronchodilatoren, zoals SABA (Short-Acting Beta-Agonists) en eventueel SAMA (Short-Acting Muscarinic Antagonists) [42](#page=42).
* **Systemische corticosteroïden:** Orale corticosteroïden (OCS) zijn een hoeksteen van de behandeling. Een typisch schema is methylprednisolon 32 milligram eenmaal daags gedurende 5 dagen [39](#page=39) [42](#page=42).
* **Antibiotica:** Antibiotica worden "zo nodig" ingezet. Een veelgebruikt antibioticum is amoxicilline-clavulaanzuur [39](#page=39) [42](#page=42).
> **Tip:** De beslissing om antibiotica en/of orale corticosteroïden in te zetten hangt af van de ernst van de exacerbatie en de specifieke klinische kenmerken van de patiënt [39](#page=39).
#### 4.3.2 Zuurstoftoediening
* Bij exacerbaties kan zuurstoftherapie noodzakelijk zijn [42](#page=42).
* Het streefdoel voor de zuurstofsaturatie is ≥ 90-92% [42](#page=42).
* Het is cruciaal om de zuurstoftoediening te titreren vanwege het risico op koolstofdioxide-retentie (carbonarcose) bij patiënten met ernstige COPD [42](#page=42).
#### 4.3.3 Non-invasieve beademing (NIV)
Bij ernstige COPD-exacerbaties met type 2 respiratoire insufficiëntie kan non-invasieve intermitterende positieve drukbeademing (NIV) effectief zijn [43](#page=43).
* NIV verbetert de bloedgassen en de pH [43](#page=43).
* Het vermindert de in-hospitaal mortaliteit [43](#page=43).
* Het verlaagt de noodzaak voor invasieve mechanische beademing en intubatie [43](#page=43).
* NIV kan de duur van het ziekenhuisverblijf verkorten (Evidence A) [43](#page=43).
### 4.4 Preventie van COPD-exacerbaties
Preventieve maatregelen zijn essentieel om de frequentie en ernst van exacerbaties te verminderen.
#### 4.4.1 Vaccinaties
Vaccinaties spelen een belangrijke rol in de preventie van exacerbaties, met name die veroorzaakt worden door virale en bacteriële infecties [41](#page=41).
* **Virale vaccinaties:**
* **Influenza:** Jaarlijkse griepprik [41](#page=41).
* **COVID-19:** mRNA-vaccins (Pfizer, Moderna) [41](#page=41).
* **RSV:** Vaccins zoals Arexvy en Abrysvo [41](#page=41).
* **Bacteriële vaccinaties:**
* **Pneumokokken:**
* Geconjugeerde vaccins: Prevenar 20 (PCV20), Prevenar 13 (PCV13), Vaxneuvance (PCV15) [41](#page=41).
* Niet-geconjugeerd vaccin: Pneumovax 23 [41](#page=41).
> **Tip:** Het tijdig en volledig vaccineren van patiënten met COPD tegen influenza, COVID-19 en pneumokokken kan het risico op ernstige infecties en daaropvolgende exacerbaties aanzienlijk verminderen [41](#page=41).
---
# Prognose, verwikkelingen en palliatieve zorg bij COPD
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de prognose, de mogelijke verwikkelingen en de palliatieve zorg, inclusief hospicezorg, voor patiënten met COPD.
### 5.1 Prognose bij COPD
De prognose van COPD wordt beïnvloed door diverse factoren die de ernst van de ziekte bepalen. Deze factoren omvatten de ernst van de symptomen, de mate van luchtwegvernauwing, de frequentie en ernst van exacerbaties, de aanwezigheid van verwikkelingen, respiratoire insufficiëntie, comorbiditeiten en de algemene gezondheidstoestand van de patiënt. Ernstige exacerbaties kunnen leiden tot hospitalisatie [4](#page=4).
De ziekteprogressie bij veel COPD-patiënten kenmerkt zich door een geleidelijke achteruitgang in gezondheidstoestand en toenemende symptomen, onderbroken door acute exacerbaties. Deze exacerbaties zijn geassocieerd met een verhoogd sterfterisico. Hoewel de mortaliteit na een ziekenhuisopname voor een acute COPD-exacerbatie afneemt, variëren de gemelde percentages nog steeds aanzienlijk, van 23% tot 80% ] [44](#page=44).
### 5.2 Verwikkelingen van COPD
Verwikkelingen bij COPD kunnen de prognose significant beïnvloeden. Hoewel dit document specifieke verwikkelingen niet gedetailleerd beschrijft, wordt de aanwezigheid ervan wel expliciet genoemd als een factor die de ernst en daarmee de prognose van COPD bepaalt [4](#page=4).
### 5.3 Palliatieve en hospicezorg
Palliatieve zorg en hospicezorg spelen een cruciale rol in de eindfase van COPD, met name wanneer de ziekteprogressie leidt tot een geleidelijke achteruitgang en toenemende symptomen. Deze zorg richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van leven, het verlichten van symptomen en het bieden van ondersteuning aan patiënten en hun naasten [44](#page=44).
> **Tip:** Begrijp dat de prognose van COPD multifactorieel is en dat acute exacerbaties een kritiek punt vormen in de ziektegeschiedenis met een directe impact op de overlevingskansen.
> **Tip:** Hoewel specifieke verwikkelingen niet uitgediept worden op de gemarkeerde pagina's, is het essentieel om te onthouden dat deze de ziekteprogressie en prognose kunnen compliceren.
> **Tip:** Palliatieve en hospicezorg zijn integrale onderdelen van de zorg voor COPD-patiënten in de latere stadia van de ziekte, gericht op comfort en kwaliteit van leven.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Chronisch Obstructief Longlijden (COPD) | Een chronische ontstekingsziekte van de luchtwegen en longblaasjes, gekenmerkt door een blijvende luchtwegobstructie die niet volledig omkeerbaar is. De ziekte wordt meestal veroorzaakt door langdurige blootstelling aan schadelijke stoffen, met name sigarettenrook. |
| Luchtwegvernauwing | Een vernauwing van de luchtwegen die de luchtstroom naar en uit de longen belemmert, wat leidt tot symptomen zoals kortademigheid en hoesten. Dit is een kenmerkend fysiologisch aspect van COPD. |
| Exacerbatie | Een acute verslechtering van de symptomen van COPD, die verder gaat dan de normale dagelijkse variatie en leidt tot een toename van hoesten, sputumproductie en/of kortademigheid. Exacerbaties vereisen vaak een aanpassing van de behandeling en kunnen leiden tot ziekenhuisopname. |
| Respiratoire insufficiëntie | Een aandoening waarbij de longen niet in staat zijn om voldoende zuurstof aan het bloed te leveren of koolstofdioxide effectief te verwijderen. Dit kan leiden tot hypoxemie (lage zuurstof in het bloed) en hypercapnie (hoge koolstofdioxide in het bloed). |
| Comorbiditeit | Het gelijktijdig voorkomen van één of meer andere aandoeningen of ziekten naast de primaire aandoening, zoals COPD. Comorbiditeiten kunnen de symptomen van COPD verergeren en de behandeling bemoeilijken. |
| Stoppen met roken | Het definitief staken van sigarettenrookgedrag. Dit is de meest effectieve interventie om de progressie van COPD te vertragen en de prognose te verbeteren. |
| Long-acting beta2-agonisten (LABA) | Een klasse van geneesmiddelen die langdurig de gladde spieren rond de luchtwegen ontspant, wat leidt tot langdurige bronchodilatatie. Voorbeelden zijn formoterol, salmeterol, indacaterol en vilanterol. |
| Long-acting anticholinergica (LAMA) | Medicijnen die de effecten van acetylcholine op muscarinereceptoren blokkeren, wat leidt tot ontspanning van de gladde spieren van de luchtwegen en vermindering van slijmproductie. Voorbeelden zijn tiotropium, glycopyrronium, umeclidinium en aclidinium. |
| Inhalatiecorticosteroïden (ICS) | Medicijnen die ontstekingen in de luchtwegen remmen en de symptomen van COPD helpen verminderen. Ze worden vaak gecombineerd met langwerkende bronchodilatoren, vooral bij patiënten met een hoge frequentie van exacerbaties. |
| Gouden Criteria (GOLD) | Een internationaal initiatief dat richtlijnen opstelt voor de diagnose en behandeling van COPD. GOLD verdeelt patiënten in groepen (A, B, C, D) op basis van hun symptomen en exacerbatiefrequentie om de behandeling te personaliseren. |
| Eosinofilie | Een verhoogd aantal eosinofielen, een type witte bloedcel, in het bloed of sputum. Hoge eosinofielentellingen bij COPD-patiënten kunnen wijzen op een hogere kans op exacerbaties en een betere respons op inhalatiecorticosteroïden. |
| Respiratoire revalidatie | Een multidisciplinair programma dat is ontworpen om patiënten met chronische longaandoeningen, zoals COPD, te helpen hun fysieke en psychologische conditie te verbeteren en hun algemene welzijn te vergroten. |
| Longvolume Reductie (LVR) | Een chirurgische of bronchoscopische ingreep die erop gericht is om beschadigd longweefsel te verwijderen of te sluiten, met als doel het overgebleven gezonde longweefsel te laten functioneren en symptomen zoals kortademigheid te verminderen. |
| Vaccinaties | Preventieve immunisatie met vaccins om patiënten met COPD te beschermen tegen infectieziekten zoals influenza, pneumokokken en COVID-19, die ernstige exacerbaties kunnen veroorzaken. |
| Non-invasieve ventilatie (NIV) | Een vorm van mechanische beademing die wordt toegediend via een masker dat over de neus en/of mond wordt gedragen, zonder dat er een tracheostoma nodig is. Het wordt gebruikt bij ernstige COPD-exacerbaties met respiratoire insufficiëntie om de bloedgassen te verbeteren en de noodzaak van invasieve beademing te verminderen. |