Cover
Inizia ora gratuitamente Kopie van bottumoren.docx
Summary
# Indeling en kenmerken van bottumoren
Dit onderwerp beschrijft de classificatie van bottumoren in primaire en secundaire (metastasen), en behandelt de kenmerken van verschillende goedaardige bottumoren zoals osteoom, osteochondroom, chondroom en reuzencellentumor.
### 1.1 Indeling van bottumoren
Bottumoren kunnen worden ingedeeld in twee hoofdcategorieën:
* **Primaire bottumoren:** Deze tumoren ontstaan oorspronkelijk in het botweefsel zelf. Ze kunnen zowel goedaardig (benigne) als kwaadaardig (maligne) zijn.
* **Secundaire bottumoren (botmetastasen):** Dit zijn tumoren die ontstaan door uitzaaiing (metastase) van een kwaadaardige tumor elders in het lichaam naar het bot. Botmetastasen zijn altijd kwaadaardig.
### 1.2 Goedaardige bottumoren
Goedaardige bottumoren groeien langzaam, zijn goed begrensd en zaaien niet uit.
#### 1.2.1 Osteoom
* **Wat is het?** Een benigne botwoekering, bestaande uit compact bot.
* **Waar?** Voornamelijk in de schedel en aangezichtsbeenderen, zoals de sinus frontalis of de kaak.
* **Wie?** Meestal volwassenen. De tumor wordt vaak toevallig ontdekt op röntgenfoto's.
* **Kenmerken:** Groeit doorgaans langzaam en is meestal pijnloos. Soms kunnen cosmetische problemen of obstructie van structuren (zoals sinussen) optreden.
* **Behandeling:** Chirurgische verwijdering is enkel geïndiceerd bij symptomatische tumoren.
#### 1.2.2 Osteochondroom
* **Wat is het?** De meest voorkomende goedaardige bottumor. Het is een tumor van bot en kraakbeen, gekenmerkt door bot dat bedekt is met een kraakbeenkapje.
* **Waar?** Voornamelijk gelokaliseerd in de lange pijpbeenderen, zoals het femur (dijbeen), tibia (scheenbeen) en humerus (opperarmbeen).
* **Wie?** Vaak kinderen en tieners.
* **Kenmerken:** Meestal een pijnloos knobbeltje. Soms kan het druk uitoefenen op nabijgelegen zenuwen of bloedvaten. De groei stopt meestal na de puberteit.
* **Behandeling:** Verwijdering is enkel nodig bij klachten of wanneer er een risico is op compressie van omliggende structuren.
#### 1.2.3 Chondroom
* **Wat is het?** Een benigne tumor die ontstaat uit kraakbeenweefsel.
* **Waar?** Meestal gelokaliseerd in de hand- en voetbeenderen.
* **Wie?** Volwassenen, vaak tussen de 30 en 50 jaar.
* **Kenmerken:** Langzaam groeiend en doorgaans pijnloos, soms met zwelling. Er bestaat een zeldzame mogelijkheid dat een chondroom kwaadaardig wordt en transformeert tot een chondrosarcoom.
* **Behandeling:** Chirurgische verwijdering wordt overwogen bij symptomen of een verhoogd risico op fracturen.
#### 1.2.4 Reuzencellentumor (Giant Cell Tumor, GCT)
* **Wat is het?** Een benigne, maar lokaal agressieve tumor, die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van osteoclast-achtige reuzencellen.
* **Waar?** Typisch gelokaliseerd in de epifyse (groeischijf) van lange botten, zoals het distale deel van het femur of het proximale deel van de tibia.
* **Wie?** Meestal jongvolwassenen tussen de 20 en 40 jaar.
* **Kenmerken:** Kan leiden tot pijn, zwelling en bewegingsbeperking. De tumor kan het bot uitdunnen, wat het risico op pathologische fracturen verhoogt. Zeer zeldzaam kan GCT kwaadaardig worden of uitzaaien naar de longen.
* **Behandeling:** Curettage (uitschrapen) van de tumor, gevolgd door opvulling van het defect met bot, of soms een resectie.
* **Algemene symptomen van goedaardige tumoren:** Palpabele of zichtbare zwelling, pijn (pijnlijk of pijnloos), en soms pathologische fracturen.
* **Behandeling van goedaardige tumoren:** Excisie van de tumoren. Bij onvolledige verwijdering kan recidief optreden, wat in zeldzame gevallen amputatie kan vereisen.
### 1.3 Kwaadaardige bottumoren
Kwaadaardige bottumoren zijn tumoren die invasief groeien, kunnen uitzaaien en destructief zijn voor het bot.
#### 1.3.1 Primaire kwaadaardige bottumoren (bijv. osteosarcoom)
* **Osteosarcoom:**
* **Wie?** Komt voor bij kinderen en jongvolwassenen, typisch tussen 10 en 25 jaar.
* **Waar?** Meestal gelokaliseerd in de pijpbeenderen.
* **Symptomen:** Pijn, een harde, goed afgelijnde zwelling, en pathologische fracturen. De huid erboven kan warmer aanvoelen. Er is een neiging tot snelle metastasering naar de longen.
* **Diagnostiek:** Röntgenfoto's (RX), CT-scans, MRI-scans, botscans, botbiopsie, bloedonderzoek en CT-scans van de longen.
* **Behandeling:** Chirurgie (tumorexcisie, eventueel met ledemaatsparende chirurgie of amputatie), vaak gecombineerd met radiotherapie en chemotherapie. De prognose is verbeterd dankzij cytostatica en immunotherapie.
#### 1.3.2 Secundaire kwaadaardige bottumoren (botmetastasen)
* **Oorsprong:** Ontstaan vanuit primaire tumoren, met name van de borst, long, en prostaat.
* **Waar?** Meestal gelokaliseerd in de wervels, bekken, en ribben.
* **Symptomen:**
* Zeer hevige pijnklachten.
* Fracturen (pathologisch).
* Intense vermoeidheid.
* Nausea en gewichtsverlies als gevolg van hypercalciëmie (verhoogd calciumgehalte in het bloed).
* **Diagnostiek:** Röntgenfoto's (RX), CT-scans, MRI-scans, botscans, en bloedonderzoek (inclusief calcium, alkalische fosfatase (ALP), en tumormarkers; onderzoek naar de primaire tumor).
* **Behandeling:**
* **Pijnstilling:** Door radiotherapie en analgetica (paracetamol, NSAID's, opiaten).
* **Radiotherapie:** Voor pijnverlichting en om het fractuurrisico te verlagen.
* **Medicamenteus:**
* Bisfosfonaten: Remmen osteoclasten, verminderen tumorprogressie en het fractuurrisico. Cave: risico op osteonecrose van de kaak.
* Immunotherapie.
* Chemotherapie: Indien dit de levenskwaliteit kan verbeteren.
* Hormoontherapie: Zeer effectief bij hormoongevoelige borst- en prostaattumoren.
* **Chirurgie:**
* Bij compressie van het ruggenmerg door wervelmetastasen (neurologische urgentie).
* Stabilisatie van pathologische fracturen, met name bij patiënten met een redelijke levensverwachting, om snelle pijnvermindering, kortere ziekenhuisopname en minder complicaties te bewerkstelligen.
---
# Kwaadaardige bottumoren en botmetastasen
Dit onderwerp behandelt de belangrijkste kwaadaardige primaire bottumoren, met een focus op osteosarcoom, en de secundaire kwaadaardige tumoren van het bot (botmetastasen), inclusief hun symptomen, diagnostiek en behandelingsstrategieën.
### 2.1 Primaire kwaadaardige bottumoren: osteosarcoom
Osteosarcoom is de meest voorkomende primaire kwaadaardige bottumor, die voornamelijk voorkomt bij kinderen en jongvolwassenen, typisch tussen de 10 en 25 jaar oud. Deze tumoren ontstaan in de lange pijpbeenderen.
#### 2.1.1 Symptomen van osteosarcoom
De typische symptomen van osteosarcoom omvatten:
* **Pijn:** Vaak het eerste symptoom, kan persisterend zijn.
* **Zwelling:** Een harde, goed aflijnende zwelling die palpabel is.
* **Pathologische fracturen:** Botbreuken die optreden na minimale of geen trauma, als gevolg van de aantasting van het bot door de tumor.
* **Verhoogde huidtemperatuur:** De huid boven de tumor kan warmer aanvoelen.
* **Snelle metastasering:** Osteosarcoom heeft een neiging tot snelle uitzaaiing, voornamelijk naar de longen.
#### 2.1.2 Diagnostiek van osteosarcoom
De diagnostiek van osteosarcoom omvat een combinatie van beeldvormende technieken en laboratoriumonderzoek:
* **Radiografie (RX):** Kan initiële afwijkingen in het bot laten zien.
* **Computertomografie (CT):** Wordt gebruikt voor gedetailleerde beoordeling van de tumoruitbreiding en detectie van longmetastasen.
* **Magnetische resonantie (MRI):** Essentieel voor het beoordelen van de uitgebreidheid van de tumor in de weke delen en het bot, en de relatie tot omliggende structuren.
* **Botscan:** Kan de mate van botbetrokkenheid en de aanwezigheid van eventuele andere botmetastasen in kaart brengen.
* **Botbiopsie:** Noodzakelijk voor de definitieve histologische diagnose en gradering van de tumor.
* **Bloedonderzoek:** Kan dienen als ondersteuning, hoewel er geen specifieke tumormarkers zijn voor osteosarcoom.
* **CT-longen:** Specifiek om metastasen in de longen op te sporen.
#### 2.1.3 Behandeling van osteosarcoom
De behandeling van osteosarcoom is multidisciplinair en omvat:
* **Chirurgie:** Gericht op het verwijderen van de tumor. Dit kan variëren van een lokale, spaarzame resectie tot een amputatie, afhankelijk van de uitgebreidheid van de tumor en de betrokkenheid van vitale structuren.
* **Chemotherapie:** Systemische behandeling met cytostatica is een cruciaal onderdeel van de behandeling om micrometastasen te bestrijden en de prognose te verbeteren.
* **Radiotherapie:** Kan aanvullend worden ingezet, hoewel osteosarcoom relatief radioresistent is.
#### 2.1.4 Prognose van osteosarcoom
Dankzij de vooruitgang in chemotherapie en immunotherapie is de prognose voor osteosarcoom aanzienlijk verbeterd.
### 2.2 Secundaire kwaadaardige tumoren van het bot: botmetastasen
Botmetastasen zijn de meest voorkomende kwaadaardige tumoren van het bot. Ze ontstaan door uitzaaiing van tumoren die primair in andere organen zijn ontstaan.
#### 2.2.1 Primaire tumoren die metastaseren naar bot
De meest voorkomende primaire tumoren die botmetastasen veroorzaken zijn tumoren van de borst, longen en prostaat.
#### 2.2.2 Locaties van botmetastasen
Botmetastasen worden het meest frequent aangetroffen in:
* Wervels
* Bekken
* Ribben
#### 2.2.3 Symptomen van botmetastasen
De symptomen van botmetastasen zijn vaak ernstig en kunnen leiden tot aanzienlijke morbiditeit:
* **Zeer hevige pijnklachten:** Dit is het meest prominente symptoom en kan invaliderend zijn.
* **Fracturen:** Net als bij primaire bottumoren kunnen metastasen leiden tot pathologische fracturen.
* **Intense vermoeidheid:** Vaak gerelateerd aan de onderliggende maligniteit en de gevolgen van metastasering.
* **Nausea en gewichtsverlies:** Deze symptomen kunnen optreden, met name in geval van hypercalciëmie.
* **Hypercalciëmie:** Een verhoogd calciumgehalte in het bloed, dat ernstige symptomen kan veroorzaken zoals nausea, braken, obstipatie en cognitieve stoornissen.
#### 2.2.4 Diagnostiek van botmetastasen
De diagnostiek van botmetastasen is vergelijkbaar met die van primaire bottumoren:
* **Radiografie (RX):** Kan de aanwezigheid van destructieve laesies in het bot aantonen.
* **Computertomografie (CT):** Gebruikt voor gedetailleerde beeldvorming en beoordeling van de uitbreiding.
* **Magnetische resonantie (MRI):** Belangrijk voor de beoordeling van metastasen, met name in de wervelkolom en de detectie van neurologische compressie.
* **Botscan:** Zeer sensitief voor de detectie van botmetastasen door de verhoogde botactiviteit rondom de laesies.
* **Bloedonderzoek:** Cruciaal voor de detectie van hypercalciëmie, verhoogde alkalische fosfatase (ALP) en specifieke tumormarkers die geassocieerd zijn met de primaire tumor.
#### 2.2.5 Behandeling van botmetastasen
De behandeling van botmetastasen is gericht op pijnbestrijding, het voorkomen van fracturen, het behouden van levenskwaliteit en het vertragen van de progressie van de ziekte:
* **Pijnstilling:** Een centrale pijler van de behandeling.
* **Radiotherapie:** Zeer effectief voor pijnverlichting en het verminderen van het fractuurrisico.
* **Analgetica:** Inclusief paracetamol (PCM), niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) en opiaten, afhankelijk van de ernst van de pijn.
* **Medicamenteuze behandeling:**
* **Bisfosfonaten:** Deze middelen remmen de activiteit van osteoclasten, wat leidt tot een vertraging van de progressie van botdestructie en een verkleining van het fractuurrisico. Een belangrijke bijwerking is osteonecrose van de kaak.
* **Immunotherapie en chemotherapie:** Worden ingezet afhankelijk van het type primaire tumor en de algemene conditie van de patiënt, met name indien de levenskwaliteit ermee verbeterd kan worden.
* **Hormoontherapie:** Zeer doeltreffend bij hormoongevoelige borst- en prostaattumoren.
* **Heelkunde:**
* **Bij compressie van het ruggenmerg (RM):** Dit is een neurologische urgentie en vereist snelle chirurgische interventie om verdere zenuwschade te voorkomen.
* **Stabilisatie van pathologische fracturen:** Indien de patiënt een redelijke levensverwachting heeft, kan chirurgische stabilisatie de pijn verminderen, de mobiliteit verbeteren en complicaties na een fractuur voorkomen.
* **Preventieve chirurgie:** Kan worden overwogen om een dreigende fractuur te voorkomen, wat leidt tot snellere pijnvermindering, kortere opnameduur en minder complicaties.
---
# Behandelingsstrategieën voor bottumoren en metastasen
Dit onderwerp biedt een overzicht van de diverse behandelingsmogelijkheden voor zowel primaire bottumoren als botmetastasen, waarbij een breed scala aan therapeutische benaderingen wordt belicht.
### 3.1 Indeling van bottumoren
Bottumoren kunnen worden onderverdeeld in primaire tumoren, die ontspringen uit het botweefsel zelf (goedaardig of kwaadaardig), en secundaire tumoren, die metastasen zijn van tumoren elders in het lichaam en altijd kwaadaardig zijn.
#### 3.1.1 Goedaardige bottumoren
Goedaardige bottumoren kenmerken zich door langzame groei en het ontbreken van invasieve expansie of metastasering.
##### 3.1.1.1 Osteoom
* **Definitie:** Een goedaardige botwoekering, vaak bestaande uit compact bot.
* **Locatie:** Voornamelijk in de schedel en het aangezicht, zoals in de sinussen of kaak.
* **Kenmerken:** Meestal asymptomatisch en langzaam groeiend. Klachten kunnen ontstaan door cosmetische problemen of obstructie van sinussen.
* **Behandeling:** Chirurgische verwijdering is geïndiceerd bij symptomatische tumoren.
##### 3.1.1.2 Osteochondroom
* **Definitie:** De meest voorkomende goedaardige bottumor, bestaande uit bot met een kraakbeenkapje.
* **Locatie:** Meestal in de lange pijpbeenderen zoals het femur, tibia en humerus.
* **Kenmerken:** Vaak een pijnloze zwelling, kan druk uitoefenen op zenuwen of bloedvaten. Groei stopt doorgaans na de puberteit.
* **Behandeling:** Verwijdering is noodzakelijk bij klachten of wanneer er een risico op compressie is.
##### 3.1.1.3 Chondroom
* **Definitie:** Een goedaardige tumor die ontstaat uit kraakbeenweefsel.
* **Locatie:** Meestal in de hand- en voetbeenderen.
* **Kenmerken:** Langzaam groeiend, vaak asymptomatisch, soms gepaard gaande met zwelling. Er bestaat een zeldzame kans op kwaadaardige transformatie tot een chondrosarcoom.
* **Behandeling:** Chirurgische resectie bij symptomen of risico op fractuur.
##### 3.1.1.4 Reuzencellentumor (Giant Cell Tumor, GCT)
* **Definitie:** Een goedaardige, maar lokaal agressieve tumor, gekenmerkt door de aanwezigheid van osteoclast-achtige reuzencellen.
* **Locatie:** Vaak in de epifyse van lange botten, zoals het distale femur of de proximale tibia.
* **Kenmerken:** Kan leiden tot pijn, zwelling en bewegingsbeperking. Uitdunnen van bot vergroot het fractuurrisico. Zeer zelden kan GCT maligne transformeren of longmetastasen veroorzaken.
* **Behandeling:** Curettage (uitschrapen) gevolgd door botvulling, of in sommige gevallen resectie.
#### 3.1.2 Kwaadaardige bottumoren
Kwaadaardige bottumoren omvatten primaire bottumoren en botmetastasen.
##### 3.1.2.1 Primaire kwaadaardige bottumoren
* **Osteosarcoom:**
* **Epidemiologie:** Komt voornamelijk voor bij kinderen en jonge volwassenen (10-25 jaar).
* **Locatie:** Meest frequent in de pijpbeenderen.
* **Symptomen:** Pijn, palpabele en harde, goed afgelijnde zwelling, pathologische fracturen, en een warm aanvoelende huid boven de tumor. Snelle metastasering naar de longen is karakteristiek.
* **Diagnostiek:** Röntgenfoto's (RX), computertomografie (CT), magnetische resonantie (MR) beeldvorming, botscintigrafie, botbiopsie, bloedonderzoek, en CT-scans van de longen.
* **Behandeling:** Combinatie van chirurgie (sparend of amputatie) en eventueel radiotherapie en chemotherapie.
##### 3.1.2.2 Secundaire kwaadaardige bottumoren (Botmetastasen)
* **Oorsprong:** Ontstaan vanuit primaire tumoren, met name van de borst, long en prostaat.
* **Locatie:** Meest frequent voorkomend in de wervelkolom, het bekken en de ribben.
* **Symptomen:** Zeer hevige pijn, pathologische fracturen, extreme vermoeidheid, misselijkheid en gewichtsverlies ten gevolge van hypercalciëmie.
* **Diagnostiek:** Röntgenfoto's (RX), CT, MR beeldvorming, botscintigrafie, en bloedonderzoek (met name calciumgehalte, alkalische fosfatase en tumormarkers). Onderzoek naar de primaire tumor is essentieel.
### 3.2 Behandelingsmodaliteiten voor bottumoren en metastasen
De behandeling van bottumoren en botmetastasen is multidisciplinair en afhankelijk van het type tumor, de uitgebreidheid, de locatie en de algemene conditie van de patiënt.
#### 3.2.1 Symptoommanagement en pijnstilling
* **Doel:** Verbeteren van de levenskwaliteit door het bestrijden van pijn en het voorkomen van complicaties.
* **Pijnstilling:** Kan variëren van paracetamol (PCM) en niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) tot opiaten, afhankelijk van de intensiteit van de pijn.
* **Radiotherapie:** Zeer effectief voor pijnverlichting en ter preventie van fracturen.
#### 3.2.2 Medicamenteuze interventies
* **Bifosfonaten:**
* **Werkingsmechanisme:** Remmen de activiteit van osteoclasten, wat leidt tot vermindering van tumorprogressie en een verlaagd fractuurrisico.
* **Caveat:** Er is een risico op osteonecrose van de kaak.
* **Chemotherapie:**
* **Indicatie:** Wordt ingezet wanneer de levenskwaliteit van de patiënt significant kan verbeteren.
* **Immunotherapie:**
* **Toepassing:** Een steeds belangrijker wordende behandelingsoptie, mede dankzij de vooruitgang in deze therapeutische modaliteit.
* **Hormoontherapie:**
* **Indicatie:** Zeer doeltreffend bij hormoongevoelige borst- en prostaattumoren.
#### 3.2.3 Chirurgie
* **Indicaties:**
* **Compressie van het ruggenmerg:** Dit is een neurologische urgentie die onmiddellijke chirurgische interventie vereist.
* **Stabilisatie van pathologische fracturen:** Indien de patiënt een redelijke levensverwachting heeft, kan stabilisatie van een gebroken bot helpen bij herstel en pijnvermindering.
* **Preventieve chirurgie:** Kan leiden tot snelle pijnvermindering, een kortere ziekenhuisopname en minder complicaties.
> **Tip:** De prognose voor patiënten met osteosarcoom is aanzienlijk verbeterd door de ontwikkeling van nieuwe cytostatica en immunotherapiën.
> **Tip:** Bij botmetastasen is een multidisciplinaire aanpak cruciaal, waarbij radiologen, oncologen, chirurgen en palliatieve zorgverleners nauw samenwerken.
> **Tip:** Bij de behandeling met bifosfonaten is een goede mondhygiëne essentieel om het risico op osteonecrose van de kaak te minimaliseren.
> **Tip:** De keuze voor chirurgische behandeling bij bottumoren hangt sterk af van het type tumor (goedaardig versus kwaadaardig), de agressiviteit, de locatie en de mate van aantasting van het omliggende weefsel.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Bottumor | Een abnormaliteit in het botweefsel die kan variëren van goedaardig tot kwaadaardig, met verschillende oorzaken en behandelingen. |
| Botmetastase | Secundaire bottumoren die ontstaan wanneer kanker uit een ander deel van het lichaam uitzaait naar het botweefsel, en deze zijn altijd kwaadaardig. |
| Goedaardige bottumor | Een tumor die niet verspreidt naar andere delen van het lichaam, langzaam groeit en meestal niet levensbedreigend is, hoewel deze wel lokale problemen kan veroorzaken. |
| Kwaadaardige bottumor | Een tumor die agressief groeit, omliggende weefsels kan binnendringen en kan uitzaaien naar andere delen van het lichaam, wat een ernstige prognose met zich meebrengt. |
| Osteoom | Een benigne (goedaardige) botwoekering die meestal bestaat uit compact bot en vaak voorkomt in de schedel en aangezichtsbeenderen, doorgaans zonder symptomen. |
| Osteochondroom | De meest voorkomende goedaardige bottumor, bestaande uit bot met een kraakbeenkapje, die typisch ontstaat in de lange pijpbeenderen van kinderen en tieners. |
| Chondroom | Een goedaardige tumor die ontstaat uit kraakbeencellen, meestal voorkomend in de hand- en voetbeenderen bij volwassenen, en zelden kwaadaardig wordt. |
| Reuzencellentumor (GCT) | Een goedaardige maar lokaal agressieve tumor die bestaat uit osteoclast-achtige reuzencellen, vaak voorkomend in de epifyse van lange botten bij jongvolwassenen. |
| Osteosarcoom | Een primaire kwaadaardige bottumor die voornamelijk voorkomt bij kinderen en jongvolwassenen, gekenmerkt door pijn, zwelling en een hoog risico op metastasering naar de longen. |
| Pathologische fractuur | Een botbreuk die optreedt in een bot dat reeds is verzwakt door een onderliggende aandoening, zoals een tumor of osteoporose, zonder dat er een significant trauma is geweest. |
| Curettage | Een chirurgische procedure waarbij weefsel wordt uitgeschraapt of weggehaald met een curette, vaak gebruikt bij de behandeling van goedaardige bottumoren of cysten. |
| RX | Röntgenfoto, een veelgebruikte beeldvormende techniek die gebruik maakt van röntgenstraling om interne structuren van het lichaam te visualiseren en botafwijkingen te detecteren. |
| CT | Computertomografie, een geavanceerde beeldvormingstechniek die een reeks röntgenbeelden gebruikt om gedetailleerde dwarsdoorsneden van het lichaam te creëren, nuttig voor het beoordelen van tumoren en metastasen. |
| MRI | Magnetische resonantie-imaging, een beeldvormingstechniek die sterke magnetische velden en radiogolven gebruikt om gedetailleerde beelden van organen en weefsels te produceren, zeer nuttig voor het visualiseren van zacht weefsel en botten. |
| Botscan | Een nucleaire beeldvormingstechniek waarbij een radioactieve stof wordt gebruikt om botmetabolisme te visualiseren, zeer gevoelig voor het detecteren van botmetastasen. |
| Bifosfonaten | Een klasse van medicijnen die worden gebruikt om botverlies te remmen en botdichtheid te verhogen, voornamelijk bij de behandeling van osteoporose en botmetastasen door de activiteit van osteoclasten te onderdrukken. |
| Hypercalciëmie | Een te hoog calciumgehalte in het bloed, wat kan optreden bij botmetastasen en ernstige symptomen kan veroorzaken zoals vermoeidheid, misselijkheid en verwardheid. |
| Osteoclast | Een groot meerkernig botcel die verantwoordelijk is voor botresorptie, het proces waarbij botweefsel wordt afgebroken; hun activiteit is verhoogd bij botmetastasen. |
| Tumormarkers | Stoffen in het bloed of andere lichaamsvloeistoffen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van kanker of die worden gebruikt om de effectiviteit van een behandeling te volgen. |