Cover
Inizia ora gratuitamente HC 1.2. 1.2.16_Voedingsbehoefte van pgb_2526_student_Bb.pptx
Summary
# Voedingsbehoeften van de pasgeborene
Dit onderwerp behandelt de essentiële voedingsbehoeften van een pasgeboren baby, met nadruk op vocht, energie, en de kenmerken van een gezond kind, en vergelijkt deze met de samenstelling van moedermelk en kunstvoeding.
### 1.1 Kenmerken van een gezond kind en optimale groei
Een gezond kind kenmerkt zich door een normale ontwikkeling van lichaamsfuncties, een goed humeur en een normale groeicurve. Optimale zuigelingengroei vereist voldoende vocht en energie, waarbij de ideale voeding voor elk kind uniek is.
### 1.2 Vochtbehoefte
De vochtbehoefte van een pasgeborene ligt tussen de 30 en 70 ml per kilogram lichaamsgewicht per dag bij een omgevingstemperatuur van 20 graden Celsius. Dit vochtverlies vindt plaats via de huid, longen, ontlasting (ongeveer 10 ml/kg/dag) en urine. Het concentrerend vermogen van de nieren van de baby bepaalt het volume van de urine. Input van vocht komt voornamelijk uit voeding, maar ook uit oxidatie van eiwitten, vetten en koolhydraten.
#### 1.2.1 Dorstkoorts
Dorstkoorts ontstaat bij een geringe vochtopname, waarbij het ingenomen vochtvolume minder is dan 100 ml per kilogram lichaamsgewicht per dag. Symptomen zijn een dorstige, onrustige baby die voortdurend huilt. Oorzaken kunnen een negatieve vochtbalans zijn, bijvoorbeeld bij slecht borstvoedingsmanagement, te vroege overschakeling op vaste maaltijden, of de overgang van flesvoeding naar een drinkbeker.
### 1.3 Energiebehoefte
De energiebehoefte van jonge kinderen varieert met de leeftijd:
* **0-2 maanden:** ongeveer 400 kilocalorieën per dag.
* **3-5 maanden:** ongeveer 500 kilocalorieën per dag.
* **6-8 maanden:** naast moedermelk nog 200 kilocalorieën per dag.
* **9-11 maanden:** naast moedermelk nog 300 kilocalorieën per dag.
* **1-2 jaar:** naast moedermelk nog 550 kilocalorieën per dag.
Factoren die de energieopname bepalen zijn het type voeding (borstvoeding of kunstvoeding), de energetische concentratie, smaak, verteerbaarheid en consistentie van de voeding, evenals de leeftijd, lengte, groeisnelheid, gezondheidstoestand en activiteit van de zuigeling.
#### 1.3.1 Zuigbehoefte en calorieën
Het is belangrijk de zuigfles niet te snel te laten leegdrinken om de zuigbehoefte van de baby te bevredigen en frustratie te voorkomen. Het aanbieden van extra zuigelingenmelk leidt tot extra calorieën.
### 1.4 Samenstelling moedermelk
Moedermelk kent verschillende fasen: colostrum, overgangsmelk en rijpe moedermelk, die verschillen in samenstelling.
#### 1.4.1 Colostrum
Colostrum, de eerste moedermelk, is geel van kleur door beta-caroteen, heeft een laxerende werking en is rijk aan antistoffen (immunoglobulinen). Het bevat meer eiwitten, mineralen en vetoplosbare vitamines (A, D, E) dan rijpe moedermelk per gelijke hoeveelheid.
#### 1.4.2 Overgangsmelk en rijpe moedermelk
Overgangsmelk is dunner, zoeter en heeft een blauwachtige schijn. Het eiwit- en immunoglobulinegehalte daalt ten opzichte van colostrum, evenals de hoeveelheid vetoplosbare vitamines. Het lactosegehalte, de hoeveelheid vet en de energetische waarde stijgen. Het gehalte aan in water oplosbare vitamines (C en B12) is hoger.
Vergelijking van componenten (gemiddelde waarden in g/dl):
* **Lactose:** Colostrum 5.3, Rijpe moedermelk 7.4
* **Eiwitten:** Colostrum 2.3, Rijpe moedermelk 1.2
* **Vetten:** Colostrum 2, Rijpe moedermelk 3.6
De samenstelling van moedermelk kan variëren afhankelijk van de leeftijd van de baby (bv. na 24 uur) en de voeding van de moeder (smaak en geur).
#### 1.4.3 Verschillende componenten van moedermelk en hun functie
* **Vet (ongeveer 3,6 g/dl):** Levert 50% van de energiebehoefte. Bevat laag-keten poly-onverzadigde vetzuren (LCPUFA's) zoals arachidonzuur (AA) en docosahexaeenzuur (DHA), die belangrijk zijn voor groei, immuniteit, zicht en hersenontwikkeling. Triglyceriden vormen 98% van het vet en worden afgebroken tot vrije vetzuren en glycerol. Bevat ook vetoplosbare vitamines en cholesterol.
* **Koolhydraten:**
* **Lactose (ongeveer 7,4 g/dl):** Galactose + glucose. Bevordert calciumabsorptie (bescherming tegen rachitis). Langzame vertering zorgt voor een lagere glycemische index.
* **Oligosachariden:** Werken als bifidusfactor, binden zich aan virussen en bacteriën, bevorderen de groei van de darmbacterie *Lactobacillus bifidus*, en dragen bij aan de specifieke zoete smaak van moedermelk en energieaanvoer.
* **Eiwitten (ongeveer 1,2 g/dl):** Verhouding wei/caseïne verandert: Colostrum (90/10), Melk 1e maanden (60/40), Melk latere lactatie (50/50). Wei-eiwitten zorgen voor een waterig uitzicht en bieden bescherming en ondersteunen de vertering. Caseïne zorgt voor een wit uitzicht en bevat aminozuren die helpen bij calcium- en fosforabsorptie, en remmen de aanhechting van microben aan de darmwand. Wei-eiwitten bevatten ook lactoferrine, lysozyme en taurine.
* **Mineralen:** Moedermelk bevat een laag percentage mineralen, afgestemd op de behoeften van de baby en het beperkte uitscheidingsvermogen van de babynier. Het calciumgehalte is gunstig voor de resorptie, nauwelijks afgeremd door een laag fosforgehalte. IJzer wordt optimaal opgenomen dankzij de eiwitsamenstelling (lactoferrine) en het hogere gehalte aan vitamine C.
* **Vitamines:**
* **Vitamine D:** Aanwezig in moedermelk, maar aanmaak via blootstelling aan zonlicht. Preventieve supplementatie is aan te raden.
* **Vitamine K:** Aanwezig in moedermelk, wordt ook aangemaakt in de darm. Preventieve supplementatie is aan te raden.
* **Andere componenten:**
* **Enzymen:** Meer dan 20 menselijke melkenzymen, waaronder lipase (galzout-stimulerend), amylase (zetmeelvertering, vermoedelijk antibacterieel effect). Deze zijn niet aanwezig in kunstvoeding.
* **Groeifactoren:** Stimuleren de ontwikkeling en rijping van het immuunsysteem, centraal zenuwstelsel en organen (bv. epidermische groeifactor voor de darmmucosa, belangrijk voor prematuren).
* **Hormonen:** Zoals thyroid hormoon, cholecystokinine (verteringshormoon), leptine (verzadigingshormoon), ghreline (hongerhormoon) en adiponectine (reguleert vet- en glucosedimetabolisme).
### 1.5 Kunstmatige voeding (kunstvoeding)
Kunstvoeding (ook wel kunstmelk of 'formula' genoemd) zijn complexe producten die specifiek samengesteld zijn voor kwetsbare consumenten, namelijk zuigelingen.
#### 1.5.1 Wetgeving en typen zuigelingenvoeding
* **Volledige zuigelingenvoeding:** Bedoeld voor de voeding van zuigelingen in de eerste levensmaanden en voldoet volledig aan hun voedingseisen. Hieraan zijn specifieke eisen gesteld voor samenstelling, energiewaarde, en gehalte aan macro- en micronutriënten.
* **1e leeftijdsmelk (zuigelingenmelk):** Geschikt van geboorte tot 4-6 maanden.
* **2e leeftijdsmelk (opvolgzuigelingenvoeding):** Geschikt van 6-12 maanden.
* **Groeimelk:** Geschikt van 12-36 maanden.
#### 1.5.2 Samenstelling en adaptatie van kunstvoeding
Het adapteren van kunstvoeding betekent het zo dicht mogelijk benaderen van de kwantitatieve en kwalitatieve samenstelling van moedermelk. Dit omvat:
* **Eiwitgehalte en verhouding:** Benaderen van de wei/caseïne verhouding (ideaal 40/60 of 50/50, afhankelijk van de leeftijd).
* **Mineralengehalte:** Met name de calcium/fosfor verhouding (ideaal 2:1).
* **Vetgehalte:** Aanpassen met een mengsel van dierlijke en plantaardige vetten, of koemelkvet volledig vervangen door plantaardige oliën om het gehalte aan onverzadigde vetzuren te verhogen.
* **Lactosegehalte:** Toevoegen van lactose.
* **Vitamines:** Toevoegen van vitamines.
#### 1.5.3 Eiwitten in kunstvoeding
* **1e leeftijd:** Keuze voor een wei-dominante melk bevordert betere vertering.
* **2e leeftijd:** Een verhouding van 50/50 wei/caseïne kan voor meer verzadiging zorgen.
* **Bron van eiwitten:** Dierlijke eiwitten (koemelk, geitenmelk) en plantaardige eiwitten.
* **Verteerbaarheid:** Eiwitten kunnen verteerbaarder gemaakt worden door hydrolyseren (hittebehandeling of enzymatische behandeling) om vertering te vergemakkelijken en allergische reacties te vermijden. Dit is wettelijk geregeld sinds 2023.
* **Partiële hydrolysaten:** Bevatten deels gesplitste eiwitten.
* **Extensieve hydrolysaten (volledig gehydrolyseerd):** Gaan over in aminozuurvoeding, gebruikt bij KME-allergie.
#### 1.5.4 Koolhydraten in kunstvoeding
* **Verteerbare suikers:**
* **Lactose:** De standaard kunstmelk bevat >95% lactose.
* **Maltodextrine:** Kan de bloedspiegel beïnvloeden.
* **Zetmeel:** Biedt extra calorieën.
* **Glucose, fructose:** Enkel bij kunstvoeding op basis van eiwithydrolysaten.
* **Onverteerbare suikers:**
* **Johannesbroodpitmeel:** Kan gebruikt worden om de melk in te dikken bij reflux. Kan bij aanvang krampen veroorzaken en moet worden opgebouwd.
* **Prebiotica (bv. GOS, FOS):** Oligosachariden die de groei en activiteit van de darmflora in de colon bevorderen.
* **Probiotica (bv. *Bifidobacterium lactis*):** Levende micro-organismen die gunstig zijn voor de darmflora.
* **Postbiotica:** Metabolieten en/of celmembranen van bacteriën.
#### 1.5.5 Vet in kunstvoeding
Ongeveer 40-55% van de energie in kunstvoeding komt uit vet. Er zijn geen strikte richtlijnen voor de verhouding verzadigde/onverzadigde vetzuren, maar een typische verdeling is 40-50% vetzuren van meervoudig onverzadigde vetzuren (VVZ) en 35-40% enkelvoudig onverzadigde vetzuren (mon-OVVZ). Onverzadigde vetzuren, waaronder omega-3 vetzuren (minimaal 1%, MM 0.2%), omega-6 vetzuren (linolzuur minimaal 5%, MM 8-18%), omega-9 vetzuren, LCPUFA's (arachidonzuur (AA), eicosapentaeenzuur (EPA), docosahexaeenzuur (DHA)) zijn essentieel.
#### 1.5.6 Mineralen en vitamines in kunstvoeding
De samenstelling van mineralen en vitamines in kunstvoeding is wettelijk geregeld en moet voldoen aan specifieke eisen. Het ijzergehalte is bijvoorbeeld 10 keer hoger dan in moedermelk om de biologische beschikbaarheid te garanderen.
#### 1.5.7 Welke kunstmelk kiezen?
* **Direct na geboorte (indien geen borstvoeding):** Standaard wei-overwegende kunstmelk voor de 1e leeftijd.
* **Bij allergie (eerstegraadsverwant):** Overwegen van partiële hydrolysaten, hoewel de evidentie hiervoor beperkt is.
* **Overschakelen van borstvoeding naar kunstvoeding:** Gebruik een standaard wei-overwegende kunstmelk voor de 1e leeftijd. Er is een aanpassing van het darmstelsel nodig, wat kan gepaard gaan met huilen, winderigheid, boeren en veranderingen in de stoelgang gedurende ongeveer 2 weken.
* **Speciale melken die beweren preventief te werken:** Er is geen wetenschappelijke bewijskracht voor de effectiviteit hiervan.
#### 1.5.8 Water voor bereiding van kunstvoeding
* **Leidingwater:** Gebruik enkel koud water, laat het ontluchten, en controleer het gehalte aan ionen. Zorg voor hygiëne van kraan en omgeving. Water niet filteren of ontharden.
* **Natuurlijk mineraalwater:** Alleen niet-bruisend water dat "geschikt is voor de bereiding van zuigelingenvoeding". Bewaren bij 4°C en niet langer dan 24 uur na opening.
### 1.6 Digestieve ongemakken
Digestieve ongemakken bij baby's zijn vaak geen indicatie voor een voedingswijziging. Een geruststellend gesprek en informatie over normale slaap-, eet- en huilpatronen is effectiever dan het direct aanpassen van de voeding.
### 1.7 Tweede leeftijdsmelk en vaste voeding
De start met vaste voeding wordt meestal geadviseerd vanaf 4-6 maanden, met een trend naar 6 maanden. Bij de overgang naar vaste voeding kan gestart worden met tweede leeftijdsmelk of kan de eerste leeftijdsmelk worden doorgegeven, afhankelijk van de toenemende nutritionele behoeften en de normale ontwikkeling van het kind.
### 1.8 Gevaren van kunstvoeding
Het gebruik van kunstvoeding brengt potentiële gevaren met zich mee indien niet correct bereid of gebruikt.
### 1.9 Internationale marketingcode voor moedermelkvervangers
Het doel van de internationale code, opgesteld door de WHO en UNICEF, is het waarborgen van veilige en optimale voeding voor alle kinderen.
#### 1.9.1 Inhoud van de code
De code omvat gedetailleerde beschrijvingen betreffende:
* **Informatie en opleiding:** Over zuigelingenvoeding, kunstvoeding, zuigflessen en spenen. Moeders dienen objectieve informatie te ontvangen over het belang van moedermelk, sociale en financiële kosten, en gezondheidsrisico's van kunstvoeding, inclusief instructies voor correct gebruik. Voorlichting aan gezondheidswerkers moet zich beperken tot wetenschappelijke en feitelijke informatie.
* **Promotie gericht op het algemene publiek en moeders:** Geen reclame voor producten die borstvoeding vervangen. In België is reclame voor eerste leeftijdsmelk verboden in massamedia (tijdschriften, tv, websites, sociale media). Gratis stalen van kunstvoeding, spenen en flessen in roze dozen zijn eveneens verboden.
* **Promotie gericht op gezondheidswerkers en instellingen:** Geen geschenken (klokken, notaboekjes, posters, kalenders) of sponsoring van studiedagen of feesten. Ziekenhuizen of zorgverleners mogen geen gratis of goedkope kunstvoeding aannemen.
* **Etikettering en kwaliteit van moedermelkvervangers:** Moederlijke etikettering en reclame voor zuigelingenvoeding zijn gereguleerd om borstvoeding te beschermen en consumenten van duidelijke informatie te voorzien. EU-richtlijnen en Belgische wetgeving specificeren verplichte vermeldingen op de etiketten.
#### 1.9.2 Wettelijke omzetting van de code
EU-richtlijnen en Belgische wetgeving (o.a. KB van 18 februari 1991) zetten de code om in wetgeving. Verplichte vermeldingen op de etiketten omvatten:
* Een vermelding dat het product uitsluitend geschikt is voor zuigelingen (met leeftijdsaanduiding).
* Een vermelding van het belang van borstvoeding.
* Een aanbeveling om het product uitsluitend te gebruiken op advies van een gekwalificeerd persoon.
* Duidelijke instructies voor bereiding en bewaring, met een waarschuwing voor risico's van verkeerde bereiding of bewaring.
* Verboden praktijken omvatten reclame op verkooppunten, gratis stalen, voedings- en gezondheidsclaims (met uitzonderingen), het gebruik van termen zoals "gehumaniseerd" of "aangepast", en het suggereren dat flesvoeding gelijkwaardig of superieur is aan borstvoeding. De etikettering moet verwarring tussen volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding voorkomen. Het ontmoedigen van borstvoeding is te allen tijde verboden.
### 1.10 Essentiële kennis voor de vroedvrouw
Een vroedvrouw dient te weten:
* Hoeveel melk een baby nodig heeft voor optimale groei.
* Waarom moedermelk haar specifieke samenstelling heeft.
* Wat het verschil is tussen moedermelk en kunstvoeding.
* Waarom de samenstelling van kunstvoeding cruciaal is voor de zuigeling.
* Wat de internationale code voor marketing van moedermelkvervangers inhoudt, met concrete voorbeelden.
---
# Samenstelling en vergelijking van moedermelk en kunstvoeding
Dit deel van de studie gids focust op de gedetailleerde samenstelling van moedermelk in verschillende stadia en vergelijkt dit met de samenstelling en eigenschappen van kunstvoeding, inclusief de wetenschappelijke achtergrond en wettelijke kaders.
### 2.1 De samenstelling van moedermelk
Moedermelk is een dynamisch product dat zich aanpast aan de behoeften van de zuigeling en verschilt in samenstelling afhankelijk van het stadium van lactatie.
#### 2.1.1 Colostrum
Colostrum is de eerste melk die na de geboorte wordt geproduceerd, doorgaans in de eerste 24 tot 72 uur. Het kenmerkt zich door:
* Een gele kleur door de aanwezigheid van beta-caroteen.
* Een laxerende werking, wat helpt bij het passeren van meconium.
* Een hoge concentratie aan antistoffen, met name immuunglobulinen.
* Een hoger gehalte aan eiwitten, mineralen en in vet oplosbare vitaminen (A, D, E) vergeleken met rijpe moedermelk.
#### 2.1.2 Overgangsmelk
Na het colostrum wordt de melk geleidelijk omgezet in overgangsmelk. Deze melk is dunner, heeft een zoetere smaak en een blauwige schijn. De samenstelling verandert ten opzichte van colostrum:
* Het totale eiwitgehalte daalt.
* Het gehalte aan immuunglobulinen en in vet oplosbare vitaminen neemt af.
* Het lactosegehalte, de hoeveelheid vet en de energetische waarde stijgen.
* Het gehalte aan in water oplosbare vitaminen (C en B12) is hoger.
#### 2.1.3 Rijpe (mature) moedermelk
Rijpe moedermelk is de uiteindelijke vorm van moedermelk, die gedurende het grootste deel van de lactatieperiode wordt geproduceerd. De samenstelling is complex en bevat de volgende hoofdbestanddelen:
* **Vetten**: Vormen ongeveer 50% van de energiebehoefte en bevatten belangrijke lange-keten poly-onverzadigde vetzuren (LCPUFA's) zoals arachidonzuur (AA) en docosahexaeenzuur (DHA), die cruciaal zijn voor de hersenontwikkeling, het zicht en de immuunfunctie. Triglyceriden vormen 98% van de vetten. Cholesterol is ook aanwezig.
* *Voorbeeld*: De hoeveelheid vet in rijpe moedermelk bedraagt gemiddeld $3,6 \text{ g/dl}$, met variaties tussen $2,2$ en $5 \text{ g/dl}$.
* **Koolhydraten**: Lactose (melksuiker) is het belangrijkste koolhydraat, goed voor ongeveer $7,4 \text{ g/dl}$ in rijpe moedermelk. Lactose wordt door het enzym lactase gesplitst in galactose en glucose, wat de absorptie van calcium bevordert en zorgt voor een lagere glycemische index. Oligosacchariden, ook wel bifidusfactor genoemd, binden met virussen en bacteriën, bevorderen de groei van gunstige darmbacteriën zoals *Lactobacillus bifidus*, en dragen bij aan de specifieke zoete smaak van moedermelk.
* **Eiwitten**: Het eiwitgehalte in rijpe moedermelk bedraagt ongeveer $1,2 \text{ g/dl}$. De verhouding tussen wei-eiwitten en caseïne verandert gedurende de lactatie. In colostrum is deze verhouding $90/10$. In de eerste maanden rijpe melk is dit $60/40$, en later in de lactatie $50/50$. Wei-eiwitten zijn waterig en spelen een rol bij bescherming en vertering, terwijl caseïne een wit uitzicht geeft en helpt bij de absorptie van calcium en fosfor, en de aanhechting van microben aan de darmwand remt. Wei-eiwitten omvatten ook bioactieve componenten zoals lactoferrine, lysozyme en taurine.
* **Mineralen**: Moedermelk bevat relatief lage gehaltes aan mineralen, wat is afgestemd op de beperkte uitscheidingscapaciteit van de babynier. Het ijzergehalte is optimaal opneembaar door de aanwezigheid van lactoferrine en vitamine C.
* **Vitaminen**: Vitamine D is aanwezig, maar zonlichtblootstelling is de primaire bron. Preventieve supplementatie is vaak nodig. Vitamine K is eveneens aanwezig, maar kan ook door darmbacteriën worden aangemaakt; preventieve supplementatie kan nodig zijn.
* **Andere componenten**: Moedermelk bevat ook enzymen (zoals lipase, galzout stimulerende lipase, amylase) die niet in kunstmelken voorkomen, groeifactoren (essentieel voor de ontwikkeling van het immuunsysteem en het centrale zenuwstelsel), en hormonen (zoals schildklierhormoon, cholecystokinine, leptine, ghreline, en adiponectine) die de spijsvertering, verzadiging en metabolisme reguleren.
> **Tip**: De samenstelling van moedermelk varieert gedurende de dag en zelfs tijdens één enkele voeding (voormelk vs. achtermelk).
#### 2.1.4 Variatie in samenstelling
De samenstelling van moedermelk is niet statisch en kan variëren op basis van:
* De leeftijd van de zuigeling.
* De voeding van de moeder (smaak en geur van de melk worden beïnvloed door wat de moeder eet).
* Het tijdstip van de dag.
### 2.2 Kunstmatige voeding (kunstvoeding)
Kunstvoeding, ook wel kunstvoeding of formulevoeding genoemd, is een complex product dat is samengesteld om te voldoen aan de voedingsbehoeften van zuigelingen, vooral wanneer borstvoeding niet mogelijk is.
#### 2.2.1 Wetgeving en typen
Er zijn specifieke wettelijke kaders voor de samenstelling en etikettering van zuigelingenvoeding.
* **Volledige zuigelingenvoeding**: Bedoeld voor de eerste levensmaanden en voldoet aan de volledige voedingsvereisten van de zuigeling.
* **Eerste leeftijdsmelk**: Van geboorte tot ongeveer 4-6 maanden.
* **Tweede leeftijdsmelk (opvolgmelk)**: Van 6 tot 12 maanden.
* **Groeimelk**: Van 12 tot 36 maanden (voor oudere kinderen).
* **Bereidingen**: Kunstvoeding kan gebaseerd zijn op koemelkeiwit, partiële eiwitehydrolysaten, of soja-eiwit.
#### 2.2.2 Het adapteren van kunstvoeding
Het doel van het "adapteren" van kunstvoeding is om de samenstelling van moedermelk zo dicht mogelijk te benaderen, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dit omvat:
* **Eiwitgehalte en verhouding**: Benaderen van de caseïne/lactalbumine (wei) verhouding van moedermelk (bv. 40/60 voor de eerste leeftijd).
* **Mineralengehalte**: Met name de calcium/fosfor verhouding van $2/1$ is belangrijk.
* **Vetgehalte**: Gebruik van een mengsel van dierlijke en plantaardige vetten, of volledige vervanging van koemelkvet door plantaardige oliën om de onverzadigde vetzuren te optimaliseren.
* **Lactosegehalte**: Aanpassing van het lactosegehalte.
* **Vitaminen**: Toevoeging van essentiële vitaminen.
> **Tip**: Ondanks de inspanningen om moedermelk te imiteren, blijven er fundamentele verschillen bestaan tussen moedermelk en kunstvoeding, met name op het gebied van bioactieve componenten zoals enzymen en groeifactoren.
#### 2.2.3 Componenten in kunstvoeding
* **Eiwitten**: Kunstvoeding kan wei-dominant zijn (eerste levensjaar, voor betere vertering) of een $50/50$ verhouding hebben (later, voor meer verzadiging). Eiwitten kunnen dierlijk (caseïne, wei) of plantaardig zijn. Om de verteerbaarheid te verbeteren en allergische reacties te vermijden, worden eiwitten soms gehydrolyseerd (gedeeltelijk of extensief).
* **Koolhydraten**: Standaard kunstvoeding bevat voornamelijk lactose. Maltodextrine wordt soms toegevoegd, maar is minder ideaal voor de bloedsuikerspiegel. Zetmeel kan voor extra calorieën zorgen. Onverteerbare suikers zoals johannesbroodpitmeel kunnen worden gebruikt om melk in te dikken bij reflux. Prebiotica (bv. GOS, FOS) en probiotica (bv. *Bifidobacterium lactis*) worden toegevoegd om de darmflora te bevorderen. Postbiotica (metabolieten en celmembranen van bacteriën) kunnen ook aanwezig zijn.
* **Vetten**: Vetten leveren $40-55\%$ van de energie in kunstvoeding. Er zijn geen strikte richtlijnen voor de verhouding verzadigde/onverzadigde vetzuren, maar een mengsel van plantaardige oliën wordt gebruikt. Belangrijk zijn omega-3 en omega-6 vetzuren, evenals LCPUFA's zoals ARA en DHA.
* **Mineralen en vitaminen**: De gehaltes zijn wettelijk geregeld om te voldoen aan de behoeften van de zuigeling. IJzergehaltes zijn vaak $10$ keer hoger dan in moedermelk ($10 \text{ mg/L}$ versus $0,3-1 \text{ mg/L}$).
> **Tip**: Bij baby's met een (vermoeden van) koemelkallergie kan een voeding op basis van partiële of extensieve eiwithydrolysaten worden overwogen, maar dit moet steeds gebeuren onder medisch advies. Er is weinig wetenschappelijk bewijs voor speciale melken die beweren preventief te werken tegen allergieën of andere kwalen.
#### 2.2.4 Het gebruik van water bij kunstvoeding
* **Leidingwater**: Kan gebruikt worden, mits ontluchting (koud water), en zonder filteren of ontharden. Het water mag niet bruisend zijn.
* **Natuurlijk mineraalwater**: Enkel water dat geschikt is bevonden voor de bereiding van zuigelingenvoeding mag gebruikt worden.
* **Bewaring**: Bereide kunstvoeding moet bij $4$ graden Celsius bewaard worden en niet langer dan $24$ uur na opening worden gebruikt.
### 2.3 Vergelijking tussen moedermelk en kunstvoeding
Hoewel kunstvoeding is ontworpen om moedermelk zo goed mogelijk na te bootsen, zijn er belangrijke verschillen:
| Component | Moedermelk | Kunstvoeding |
| :------------------ | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | :---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| **Immunologische factoren** | Zeer hoog: antistoffen (IgA, IgG), lactoferrine, lysozyme, witte bloedcellen, oligosacchariden (prebiotisch effect). | Afwezig of zeer beperkt. |
| **Enzymen** | Aanwezig: lipase, amylase, galzout stimulerend lipase. | Meestal afwezig. |
* **Groeifactoren & Hormonen** | Aanwezig: Epidermale groeifactor, schildklierhormoon, leptine, ghreline, etc. | Meestal afwezig. |
| **Vetzuursamenstelling** | Dynamisch, bevat LCPUFA's (DHA, AA) essentieel voor ontwikkeling. | Gestandaardiseerd, probeert LCPUFA's te imiteren. |
| **Eiwitsamenstelling** | Dynamisch, wei-dominant in vroege lactatie, adaptief. | Gestandaardiseerd, met specifieke wei/caseïne ratio's (bv. 60/40 of 50/50). |
| **Mineralen & Vitaminen** | Aangepast aan de behoefte van de zuigeling, lagere concentraties dan in koemelk (bespaart nierbelasting). | Wettelijk gereguleerd, gehaltes kunnen hoger zijn dan in moedermelk (bv. ijzer). |
| **Biobeschikbaarheid** | Over het algemeen zeer goed, met name voor ijzer door de complexatie met lactoferrine. | Variabel, afhankelijk van de formulering. |
| **Complexiteit** | Een levend product met levende cellen en bioactieve componenten die continu veranderen. | Een stabiel, gefabriceerd product. |
| **Kosten** | Gratis. | Kosten verbonden aan productie en distributie. |
#### 2.3.1 Digestieve ongemakken en voedingswijzigingen
Digestieve ongemakken zoals huilen, winderigheid of stoelgangproblemen zijn vaak normaal tijdens de aanpassing aan kunstvoeding. Een voedingswijziging is niet altijd nodig; geruststelling en adequate informatie over normale patronen zijn vaak effectiever.
### 2.4 Internationale marketingcode voor moedermelkvervangers
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een internationale code opgesteld om de veilige en optimale voeding voor alle kinderen te waarborgen door middel van marketing en distributie van moedermelkvervangers.
#### 2.4.1 Doel en inhoud van de code
* **Doel**: De code beoogt de bescherming, bevordering en ondersteuning van borstvoeding.
* **Inhoud**: De code bevat gedetailleerde richtlijnen over:
* **Informatie en opleiding**: Objectieve informatie verstrekken aan ouders en zorgverleners over zuigelingenvoeding.
* **Promotie van moedermelkvervangers (MKV)**:
* **Publiek en moeders**: Geen reclame maken voor MKV, geen gratis stalen uitdelen (bv. in kraampakketten).
* **Gezondheidswerkers en instellingen**: Geen geschenken of financiële sponsoring aanvaarden, geen gratis kunstvoeding in ziekenhuizen.
* **Etikettering en kwaliteit**: Duidelijke en accurate etikettering die de voordelen van borstvoeding benadrukt en geen verwarring veroorzaakt.
* **Implementatie en naleving**: Omzetten van de code in wetgeving en naleving ervan waarborgen.
#### 2.4.2 Code in de praktijk
* **Voorlichting**: Moet feitelijk en wetenschappelijk zijn. Vertegenwoordigers van fabrikanten mogen samenstellingen bespreken, maar geen reclame maken.
* **Reclame**: In België is reclame voor eerste leeftijdsmelk naar het grote publiek verboden.
* **Gezondheidswerkers**: Mogen geen geschenken, kalenders, notitieboekjes, of andere promotionele items aannemen van MKV-fabrikanten. Sponsoring van studiedagen of feesten is eveneens verboden.
* **Etikettering**: Moet verplicht vermelden dat borstvoeding de voorkeur geniet, de juiste leeftijdscategorie aangeven, en waarschuwen voor de risico's van verkeerde bereiding of bewaring. Verwarring tussen verschillende soorten voedingen (bv. eerste leeftijd versus opvolgmelk) moet vermeden worden.
> **Tip**: Als vroedvrouw is het cruciaal om de principes van de internationale marketingcode strikt na te leven om borstvoeding optimaal te kunnen ondersteunen.
---
# Wetgeving en marketing van zuigelingenvoeding
Deze sectie bespreekt de internationale code voor de marketing van moedermelkvervangers, inclusief de wetgeving, de inhoud van de code, en de naleving ervan door middel van specifieke regels voor informatie, promotie en etikettering.
### 3.1 Internationale marketingcode voor moedermelkvervangers
Het doel van de internationale code voor de marketing van moedermelkvervangers is het waarborgen van veilige en optimale voeding voor alle kinderen.
#### 3.1.1 Inhoud van de code
De code bevat gedetailleerde beschrijvingen over diverse aspecten van zuigelingenvoeding en de marketing ervan:
* **Informatie en opleiding over kunstvoeding en kindervoeding:** De code stelt richtlijnen op voor het verstrekken van objectieve informatie aan ouders en zorgverleners over zuigelingenvoeding, kunstvoeding, zuigflessen en spenen. Het benadrukt het belang van moedermelk, de sociale en financiële aspecten, en de gezondheidsrisico's van kunstvoeding, inclusief instructies voor correct gebruik. Voorlichting aan gezondheidswerkers dient beperkt te blijven tot wetenschappelijke en feitelijke informatie.
* **Promotie van moedermelkvervangers en gerelateerde producten gericht naar het algemene publiek en de moeders:** Er geldt een verbod op reclame voor producten die borstvoeding vervangen gericht aan het grote publiek. Dit betekent dat fabrikanten geen advertenties mogen plaatsen in tijdschriften, kranten, via televisie, websites, sociale media en andere massamedia. Ook het aanbieden van gratis stalen van kunstvoeding, spenen, fopspenen en zuigflessen aan pas bevallen moeders is niet toegestaan.
* **Promotie van moedermelkvervangers en gerelateerde producten gericht naar de gezondheidswerkers en de gezondheidsinstellingen:** Gezondheidswerkers mogen geen geschenken, giften of sponsoring ontvangen van producenten van kunstvoeding, zoals klokken, uurwerkjes, notaboekjes, bureauonderleggers, posters, kalenders, of sponsoring voor studiedagen of feestjes. Het aanvaarden van gratis kunstvoeding door ziekenhuizen, zorgverleners of tegen gereduceerde prijs is eveneens verboden. Fabrikanten mogen echter wel de samenstelling van hun producten met zorgverleners bespreken.
* **De etikettering en kwaliteit van moedermelkvervangers en aanverwante producten:** De etikettering en reclame voor zuigelingenvoeding zijn gereguleerd om borstvoeding te beschermen en consumenten duidelijke informatie te verschaffen.
#### 3.1.2 Implementatie en naleving van de code
De code wordt omgezet in wetgeving, zoals de EU-richtlijn en het Belgisch Koninklijk Besluit inzake zuigelingenvoeding van 18 februari 1991.
##### 3.1.2.1 Wetgeving inzake etikettering en reclame
Volgende vermeldingen moeten verplicht op het etiket van zuigelingenvoeding staan:
* Een vermelding dat het product uitsluitend geschikt is voor zuigelingen, met een duidelijke aanduiding van de leeftijdscategorie.
* Een vermelding van het belang van borstvoeding.
* Een aanbeveling om het product uitsluitend te gebruiken op advies van een gekwalificeerde persoon.
* Duidelijke instructies voor bereiding en bewaring, en een waarschuwing voor de risico's van een verkeerde bereiding of bewaring.
Verdere regels voor de etikettering en reclame omvatten:
* Reclame maken op het verkooppunt of het uitdelen van gratis stalen is verboden.
* Voedings- en gezondheidsclaims zijn, op enkele uitzonderingen na, verboden.
* Termen zoals "gehumaniseerd", "gematernaliseerd" of "aangepast" mogen niet gebruikt worden.
* Het mag niet gesuggereerd worden dat flesvoeding gelijkwaardig of superieur is aan borstvoeding.
* Etikettering en presentatie moeten verwarring tussen volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding vermijden. Tekst, afbeeldingen en kleuren moeten een duidelijke differentiatie mogelijk maken.
* Het ontmoedigen van borstvoeding is ten strengste verboden.
> **Tip:** Het is cruciaal voor vroedvrouwen om op de hoogte te zijn van deze code en de bijbehorende wetgeving om moeders correct te kunnen adviseren en de naleving te waarborgen.
#### 3.1.3 Gevaren van kunstvoeding en de rol van de code
De code speelt een essentiële rol in het informeren over de mogelijke gevaren van kunstvoeding en het beschermen van borstvoeding. Het is van belang dat vroedvrouwen kennis hebben van:
* Hoeveel melk een baby nodig heeft voor optimale groei.
* Waarom moedermelk haar specifieke samenstelling heeft.
* De verschillen tussen moedermelk en kunstvoeding.
* Waarom de samenstelling van kunstvoeding ('formule') juist moet zijn voor de zuigeling.
* Wat de internationale code voor marketing van moedermelkvervangers inhoudt, inclusief concrete voorbeelden van overtredingen.
---
# Praktische aspecten van zuigelingenvoeding en problemen
Dit onderwerp behandelt de praktische overwegingen rondom zuigelingenvoeding, inclusief de keuze van kunstmelk en water, het omgaan met veelvoorkomende spijsverteringsproblemen en de overgang naar vaste voeding.
### 4.1 Voedingsbehoeften van de zuigeling
De optimale zuigelingenvoeding is uniek voor elk kind en wordt bepaald door verschillende factoren. Kenmerken van een gezond kind omvatten een normale ontwikkeling, een goed humeur en een normale groeicurve.
#### 4.1.1 Vochtbehoefte
De vochtbehoefte van een zuigeling varieert tussen de 30 en 70 ml per kilogram lichaamsgewicht per dag bij een omgevingstemperatuur van 20°C. Dit kan toenemen bij koorts of een hogere omgevingstemperatuur. Vochtverlies vindt plaats via de huid, longen, ontlasting en urine. Het concentrerend vermogen van de nieren bepaalt het urinevolume.
* **Dorstkoorts:** Dit is een geringe vochtopname (minder dan 100 ml per kg lichaamsgewicht per dag) met symptomen als dorst, onrust en huilen. Oorzaken kunnen een negatieve vochtbalans zijn, bijvoorbeeld door slecht borstvoedingsmanagement of te vroege overschakeling op vaste voeding of een drinkbeker.
#### 4.1.2 Energiebehoefte
De energiebehoefte varieert met de leeftijd:
* 0-2 maanden: ongeveer 400 Kcal per dag
* 3-5 maanden: ongeveer 500 Kcal per dag
* 6-8 maanden: naast moedermelk ongeveer 200 Kcal per dag
* 9-11 maanden: naast moedermelk nog 300 Kcal per dag
* 1-2 jaar: naast moedermelk ongeveer 550 Kcal per dag
De energieopname wordt beïnvloed door het type voeding (borst- of kunstvoeding), de energetische concentratie, smaak, verteerbaarheid en consistentie van de voeding, evenals de leeftijd, lengte, groeisnelheid, gezondheidstoestand en activiteit van de zuigeling.
> **Tip:** Een zuigfles niet te snel laten leegdrinken voorkomt frustratie en voldoet beter aan de zuigbehoefte.
### 4.2 Samenstelling van moedermelk
Moedermelk kent verschillende vormen: colostrum, overgangsmelk en rijpe moedermelk, die in samenstelling verschillen.
#### 4.2.1 Colostrum
Colostrum is de eerste melk na de geboorte, is geel van kleur door beta-caroteen, werkt laxerend en is rijk aan antistoffen (immunoglobulinen), eiwitten, mineralen en vetoplosbare vitaminen.
#### 4.2.2 Overgangsmelk en rijpe moedermelk
Overgangsmelk is dunner, zoeter en heeft een blauwe schijn. Het eiwitgehalte en de hoeveelheid in vet oplosbare vitaminen dalen ten opzichte van colostrum, terwijl het lactosegehalte, de hoeveelheid vet en de energetische waarde stijgen. Rijpe moedermelk heeft een nog hoger lactosegehalte en vetgehalte.
#### 4.2.3 Componenten van moedermelk en hun functie
* **Vet:** Ongeveer 3,6 g/dl, levert 50% van de energiebehoefte. Bevat laag-keten poly-onverzadigde vetzuren (LCPUFA's) zoals arachidonzuur (AA) en docosahexaeenzuur (DHA), essentieel voor groei, immuunfunctie, zicht en hersenontwikkeling.
* **Koolhydraten:**
* **Lactose:** De belangrijkste suiker, bevordert calciumabsorptie en heeft een langzame vertering.
* **Oligosachariden:** Fungeren als bifidusfactor, ondersteunen de groei van gunstige darmbacteriën (zoals *Lactobacillus bifidus*) en dragen bij aan de specifieke zoete smaak.
* **Eiwitten:** Ongeveer 1,2 g/dl, met een variërende wei/caseïne-verhouding die zich aanpast aan de leeftijd van de zuigeling. Wei-eiwitten (zoals lactoferrine en lysozyme) bieden bescherming en ondersteunen de vertering, terwijl caseïne zorgt voor een witte kleur en helpt bij calcium- en fosforabsorptie.
* **Mineralen:** Moedermelk bevat een laag percentage mineralen, afgestemd op de behoeften van de baby en het beperkte uitscheidingsvermogen van de babynier.
* **Vitaminen:** Vitamine D wordt aangemaakt via zonlicht, vitamine K is aanwezig en wordt aangemaakt in de darm. Supplementatie is soms preventief nodig.
* **Enzymen:** Meer dan 20 menselijke melk enzymen, waaronder lipase (vetvertering), amylase (zetmeelvertering) en galzout stimulerend lipase. Deze zijn niet aanwezig in kunstvoeding.
* **Groeifactoren:** Bevorderen de ontwikkeling van het immuunsysteem, centraal zenuwstelsel en organen.
* **Hormonen:** Zoals schildklierhormoon, cholecystokinine (verteringshormoon), leptine (verzadigingshormoon) en ghreline (hongerhormoon).
### 4.3 Kunstmatige voeding (kunstvoeding)
Kunstmatige voeding, ook wel 'formula' genoemd, omvat volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding. Deze producten zijn wettelijk gereguleerd om te voldoen aan specifieke samenstellings- en etiketteringseisen.
#### 4.3.1 Wetgeving en soorten kunstmelk
* **Volledige zuigelingenvoeding:** Bedoeld voor de voeding van zuigelingen in de eerste levensmaanden en voldoet volledig aan hun voedingsvereisten. Dit omvat:
* **1e leeftijdsmelk:** Van geboorte tot 4-6 maanden.
* **2e leeftijdsmelk (Opvolgmelk):** Voor zuigelingen van 6-12 maanden.
* **Groeimelk:** Voor kinderen van 12-36 maanden.
* **Soorten melkvoeding qua eiwitbron:**
* Op basis van koemeltweiwit.
* Op basis van partiële eiwithydrolisaten.
* Op basis van soja-eiwit of mengsels daarvan.
#### 4.3.2 Adapteren van kunstvoeding
Het adapteren van kunstvoeding betekent het zo dicht mogelijk benaderen van moedermelk, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dit omvat het benaderen van:
* Eiwitgehalte en de eiwitverhouding caseïne/lactalbumine (ideaal 40/60 voor 1e leeftijd, 50/50 voor latere leeftijd).
* Mineralengehalte, met name de Ca/P-verhouding (ideaal 2).
* Gehalte aan onverzadigde vetzuren door gebruik van dierlijke en plantaardige vetten of volledig plantaardige oliën.
* Lactosegehalte.
* Toevoegen van vitaminen.
#### 4.3.3 Componenten van kunstvoeding
* **Eiwitten:** Verteerbaarheid kan worden verbeterd door hydrolyse (hitte- of enzymatische behandeling) om allergische reacties te vermijden.
* **Partiële hydrolysaten:** Voor zuigelingen met een verhoogd risico op allergie.
* **Extensieve hydrolysaten:** Volledig gehydrolyseerde voeding die bestaat uit aminozuren.
* **Koolhydraten:**
* **Lactose:** Standaard in de meeste kunstvoedingen.
* **Maltodextrine:** Kan de bloedspiegel beïnvloeden.
* **Zetmeel:** Voegt extra calorieën toe.
* **Glucose/fructose:** Enkel toegestaan in kunstvoeding op basis van eiwithydrolysaten.
* **Johannesbroodpitmeel:** Kan worden gebruikt om melk in te dikken bij reflux, maar kan in het begin krampen veroorzaken.
* **Prebiotica (GOS, FOS) en Probiotica (bv. *Bifidobacterium lactis*):** Ondersteunen de darmflora.
* **Vet:** Levert 40-55% van de energie. Er zijn geen strikte richtlijnen voor de verhouding verzadigde/onverzadigde vetzuren. Belangrijk zijn LCPUFA's zoals ARA en DHA.
* **Mineralen en vitaminen:** Wettelijk geregeld en toegevoegd om te voldoen aan de behoeften van de zuigeling. De ijzerconcentratie in kunstvoeding is over het algemeen hoger dan in moedermelk.
> **Tip:** Speciale melksoorten die beweren preventief te werken, hebben doorgaans geen bewezen effectiviteit.
#### 4.3.4 Welke kunstmelk kiezen?
* Direct na geboorte (indien geen borstvoeding): standaard wei-overwegende kunstmelk voor de eerste leeftijd.
* Bij allergie van een eerstegraadsverwant: overleg met een arts over partiële hydrolysaten.
* Overschakelen van borstvoeding naar kunstvoeding: een standaard wei-overwegende kunstmelk voor de eerste leeftijd is doorgaans geschikt. Houd rekening met een aanpassingstijd van het darmstelsel van ongeveer twee weken, waarbij symptomen als huilen, winderigheid en stoelgangveranderingen kunnen optreden.
#### 4.3.5 Water voor bereiding van kunstvoeding
* **Leidingwater:** Kan gebruikt worden, mits koud, na ontluchting en zonder filtratie of ontharding. De hygiëne van kraan en omgeving is belangrijk.
* **Natuurlijk mineraalwater:** Alleen indien expliciet vermeld staat dat het geschikt is voor de bereiding van zuigelingenvoeding. Niet-bruisend water bewaren bij 4°C en niet langer dan 24 uur na opening.
### 4.4 Problemen bij zuigelingenvoeding
Veelvoorkomende spijsverteringsproblemen zoals krampjes, winderigheid of veranderde stoelgang vereisen niet altijd een voedingswijziging. Geruststelling en informatie over normale patronen zijn vaak effectiever.
#### 4.4.1 Overgang naar vaste voeding
De start met vaste voeding wordt momenteel aanbevolen vanaf 4 tot 6 maanden, met een trend naar 6 maanden. Bij de overgang van 1e naar 2e leeftijdsmelk kan een kind overstappen op opvolgmelk, of de 1e leeftijdsmelk kan worden doorgegeven, afhankelijk van de toenemende nutritionele behoeften en de normale ontwikkeling.
### 4.5 Internationale marketingcode voor moedermelkvervangers
Het doel van deze code is het waarborgen van veilige en optimale voeding voor alle kinderen door middel van bewuste keuzes.
#### 4.5.1 Inhoud van de code
De code bevat gedetailleerde regels over:
* Informatie en opleiding over zuigelingenvoeding.
* Promotie van moedermelkvervangers en gerelateerde producten gericht naar het publiek en gezondheidswerkers.
* Etikettering en kwaliteit van moedermelkvervangers.
#### 4.5.2 Code in de praktijk
* **Informatie en voorlichting:** Objectieve informatie aan ouders over alle voedingsopties, inclusief de voordelen van moedermelk en de risico's van kunstvoeding. Voorlichting aan gezondheidswerkers beperkt zich tot wetenschappelijke, feitelijke informatie.
* **Promotie gericht op het grote publiek en moeders:** Geen reclame voor eerste leeftijdsmelk in massamedia. Geen gratis stalen van kunstvoeding, spenen of fopspenen voor pas bevallen moeders.
* **Promotie gericht op gezondheidswerkers:** Geen geschenken, giften of sponsoring van studiemateriaal of evenementen door producenten van kunstvoeding. Geen gratis kunstvoeding aanvaarden door ziekenhuizen of zorgverleners.
* **Etikettering en kwaliteit:** Verplichte vermeldingen op het etiket omvatten de geschiktheid voor specifieke leeftijdsgroepen, het belang van borstvoeding, advies van een gekwalificeerde persoon, en duidelijke instructies voor bereiding en bewaring met waarschuwingen voor risico's. Reclame maken op verkooppunten en gratis stalen zijn verboden. Voedings- en gezondheidsclaims zijn beperkt. Termen die moedermelk gelijkwaardig of superieur maken aan kunstvoeding zijn niet toegestaan. Etikettering en presentatie moeten verwarring tussen verschillende soorten voeding vermijden.
> **Tip:** Als vroedvrouw is het cruciaal om objectieve en correcte informatie te verstrekken en de principes van de internationale marketingcode strikt na te leven om borstvoeding te beschermen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Voedingsbehoefte | De specifieke hoeveelheid en soorten voedingsstoffen die een pasgeborene nodig heeft voor optimale groei en ontwikkeling. |
| Moedermelk | Natuurlijke voeding geproduceerd door de moeder, die essentieel is voor de voeding en bescherming van de zuigeling, en die verandert in samenstelling naarmate de baby groeit. |
| Kunstvoeding | Een commercieel product ontworpen om moedermelk na te bootsen, samengesteld uit ingrediënten die de voedingswaarde van moedermelk zo goed mogelijk proberen te evenaren. |
| Colostrum | De eerste moedermelk die na de geboorte wordt geproduceerd; het is dik, geelachtig en rijk aan antistoffen, eiwitten en vitamines, met een laxerende werking. |
| Overgangsmelk | De moedermelk die wordt geproduceerd tussen colostrum en rijpe moedermelk; de samenstelling verandert geleidelijk, met een afname van eiwitten en een toename van lactose en vetten. |
| Rijpe moedermelk | De moedermelk die na de overgangsperiode wordt geproduceerd; deze heeft een dunnere consistentie en een zoetere smaak, met een specifieke balans van lactose, eiwitten en vetten die de behoeften van de oudere zuigeling ondersteunt. |
| Vochtbehoefte | De dagelijkse hoeveelheid vocht die een zuigeling nodig heeft, berekend op basis van lichaamsgewicht en omgevingsfactoren, om uitdroging te voorkomen. |
| Energiebehoefte | De hoeveelheid calorieën die een zuigeling dagelijks nodig heeft voor groei, activiteit en basale lichaamsfuncties, die varieert met de leeftijd en ontwikkelingsfase. |
| Dorstkoorts | Een toestand van dehydratie bij zuigelingen die wordt gekenmerkt door dorst, onrust en voortdurend huilen, vaak veroorzaakt door een negatieve vochtbalans. |
| Lactose | Het belangrijkste koolhydraat in moedermelk en kunstvoeding; het is een disacharide die door het enzym lactase wordt afgebroken tot glucose en galactose, wat essentieel is voor energieopname en calciumabsorptie. |
| Wei/caseïne ratio | De verhouding tussen wei-eiwitten en caseïne-eiwitten in moedermelk en kunstvoeding; deze ratio verschilt per levensfase van de zuigeling en beïnvloedt de verteerbaarheid en de voedingswaarde. |
| Oligosachariden | Komplexe koolhydraten in moedermelk die fungeren als prebiotica; ze bevorderen de groei van gunstige darmbacteriën zoals *Lactobacillus bifidus*, wat bijdraagt aan een gezonde darmflora en bescherming tegen ziekteverwekkers. |
| LCPUFA | Lange-keten poly-onverzadigde vetzuren, zoals arachidonzuur (AA) en docosahexaeenzuur (DHA), die cruciaal zijn voor de hersenontwikkeling, het gezichtsvermogen en de immuunfunctie van de zuigeling. |
| Internationale Code | Een wereldwijde gedragscode opgesteld door de WHO en UNICEF om de marketing van moedermelkvervangers te reguleren en borstvoeding te promoten en te beschermen. |
| Volledige zuigelingenvoeding | Een voedingsmiddel specifiek samengesteld om te voldoen aan de volledige voedingsbehoeften van zuigelingen in de eerste levensmaanden. |
| Opvolgzuigelingenvoeding | Een voedingsmiddel bedoeld voor zuigelingen na de eerste zes maanden, als aanvulling op vaste voeding, met een aangepaste samenstelling voor deze leeftijdsgroep. |
| Prebiotica | Voedingsstoffen die selectief de groei en activiteit van gunstige bacteriën in de dikke darm stimuleren, zoals oligosachariden. |
| Probiotica | Levende micro-organismen die, wanneer in voldoende hoeveelheden geconsumeerd, een gezondheidsvoordeel bieden aan de gastheer, vaak in de vorm van darmbacteriën. |