Cover
Inizia ora gratuitamente eczeem deel 1 en 2.docx
Summary
# Inleiding tot eczeem en dermatitis
Dit deel introduceert de definitie, prevalentie en algemene kenmerken van eczeem en dermatitis.
## 1. Inleiding tot eczeem en dermatitis
Eczeem is een steriele ontstekingsreactie van de huid die wordt veroorzaakt door de inwerking van een of meerdere externe en interne factoren. De meest voorkomende huidziekte, die ongeveer 6% van de bevolking treft.
### 1.1 Definitie en onderscheid
* **Dermatitis:** Wordt gedefinieerd als eczemateuze processen die ontstaan door een (zwak) toxische beschadiging van de huid.
* **Eczeem:** Een bredere term voor een steriele ontstekingsreactie van de huid, veroorzaakt door diverse factoren.
### 1.2 Algemene kenmerken van eczeem
Eczeem wordt gekenmerkt door een polymorfe eruptie of efflorescentie, wat betekent dat er verschillende soorten huidafwijkingen tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn. Deze omvatten:
* **Erytheem:** Roodheid van de huid.
* **Squames:** Schilfers.
* **Papulae:** Kleine, verheven bultjes.
* **Vesiculae:** Kleine blaasjes.
* **Nattende huid:** Vochtige huid.
* **Crustae:** Korstvorming.
* **Lichenificatie:** Verdikking van de huid.
### 1.3 Stadia van eczeem
Eczeem kan in verschillende stadia verlopen, die elkaar kunnen opvolgen:
* **Acuut eczeem:** Kenmerkt zich door polymorfe huidafwijkingen zoals erytheem, oedeem, papels en vesikels. De huid kan ook nattende plekken vertonen.
* **Subacuut eczeem:** De huidafwijkingen zijn minder polymorf. De vesikels drogen in, de huid wordt droger en er ontstaan schilfers.
* **Chronisch eczeem:** Het erytheem neemt af, maar lichenificatie treedt op en er kunnen fissuren (kloven) ontstaan.
> **Tip:** Het is belangrijk om de verschillende stadia van eczeem te herkennen, omdat dit invloed heeft op de behandelstrategie.
### 1.4 Factoren die bijdragen aan eczeem
Diverse externe en interne factoren kunnen bijdragen aan het ontstaan en verergeren van eczeem. Hierbij kan gedacht worden aan irritatie, allergische reacties, infecties en algemene condities van de huid.
### 1.5 Overwegingen bij de behandeling van eczeem
De behandeling van eczeem omvat verschillende aspecten:
* **Voorlichting en adviezen:** Patiënten informeren over de aandoening en leefstijladviezen geven.
* **Medicamenteuze behandeling (lokaal):**
* **Indifferente middelen:** Basis- of bijsmeerzalven die de huid verzorgen en beschermen.
* **Differentiële middelen:** Ontstekingsremmers zoals corticosteroïden (lokaal) en topische immunomodulatoren (TIM's).
* **Medicamenteuze behandeling (systemisch):** Medicatie die oraal of intraveneus wordt toegediend.
### 1.6 Jeuk en infecties als complicaties
* **Jeuk (pruritus):** Een van de meest hinderlijke symptomen van eczeem. Ernstige jeuk kan leiden tot krabben (excoraties), wat secundaire infecties kan veroorzaken.
* **Secundaire infecties:**
* **Bacteriële infecties:** Zoals impetigenisatie.
* **Virale infecties:** Zoals eczema herpeticum (herpes).
* **Schimmelinfecties.**
> **Tip:** Het adequaat behandelen van jeuk is cruciaal om krabben en de daaruit voortvloeiende complicaties te beperken.
### 1.7 Verschillende vormen van eczeem
De documentatie noemt een breed scala aan eczeemvormen, waaronder:
* Constitutioneel eczeem (atopisch eczeem)
* Allergisch contacteczeem
* Ortho-ergische contactdermatitis
* Foto-allergisch contacteczeem
* Fototoxische contactdermatitis
* Acrovesiculeus (dyshydrotisch) eczeem
* Nummulair eczeem
* Seborroïsch eczeem
* Hypostatisch eczeem
* Intertrigineus eczeem
* Asteatotisch eczeem (eczema craquelatum)
* Pityriasis alba
* Eczema hyperkeratoticum et rhagadiforme
* Juveniele plantaire dermatose
---
# Vormen van eczeem en hun kenmerken
Dit overzicht beschrijft de diverse vormen van eczeem, hun specifieke eigenschappen en de typische presentatie.
### 2.1 Inleiding tot eczeem
Eczeem is een steriele ontstekingsreactie van de huid die ontstaat door inwerking van een of meerdere externe en interne factoren. Het wordt gekenmerkt door een polymorfe eruptie, wat betekent dat er verschillende huidafwijkingen tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn. Deze afwijkingen kunnen variëren van erytheem (roodheid), squames (schilfers), papels (kleine verhevenheden) en vesikels (kleine blaasjes) tot natten (vochtige huid), crustae (korstvorming) en lichenificatie (verdikte huid). Dermatitis wordt specifiek beschreven als eczeem veroorzaakt door een (zwak) toxische beschadiging van de huid. De behandeling van eczeem omvat voorlichting, adviezen en medicamenteuze behandeling, die onderverdeeld kan worden in indifferente middelen (basiszalven) en differentiërende middelen zoals corticosteroïden. Symptomen zoals jeuk kunnen leiden tot excoriaties en secundaire infecties zoals impetigenisatie (bacterieel) of eczema herpeticum (viraal).
### 2.2 Belangrijkste eczeemvormen en hun kenmerken
#### 2.2.1 Constitutioneel eczeem (atopische dermatitis)
Constitutioneel eczeem (CE), ook wel atopische dermatitis (AD) genoemd, maakt deel uit van de atopische constitutie die bij tien tot vijftien procent van de bevolking voorkomt. De belangrijkste kenmerken zijn jeuk, een typische morfologie en lokalisatie die afhankelijk is van de leeftijd, en een chronisch recidiverend beloop. Patiënten met AD hebben vaak een verstoorde huidbarrière, waarbij een deel van hen een tekort aan het eiwit filaggrine heeft. Dit eiwit is cruciaal voor de opbouw van de hoornlaag, wat resulteert in een droge huid die daardoor toegankelijker wordt voor allergenen en bacteriën.
* **Vroeg atopisch eczeem (3e-6e levensmaand):**
* Ook wel dauwworm genoemd.
* Kenmerkt zich door een acuut, nattend beeld met hevige jeuk, wat de nachtrust ernstig kan verstoren.
* **Laat atopisch eczeem (> 2 jaar):**
* Heeft een meer chronisch karakter met toenemende lichenificatie.
* **Diagnostische criteria:**
* De diagnose wordt vaak gesteld aan de hand van criteria zoals die van Hanifin en Rajka. Hierbij zijn minstens drie hoofdkenmerken en drie andere kenmerken vereist. Jeuk is het hoofdcriterium.
* Bij kinderen jonger dan twee jaar wordt aanvullend onderzoek naar voedselallergie alleen overwogen wanneer er naast eczeem ook andere aan inname van voedsel gerelateerde allergische klachten optreden.
* **Kenmerken van atopie:**
* Zeer droge huid.
* Dennie-Morgan plooi (een extra huidplooi of lijn onder het onderste ooglid).
* Witte dermografie (een witte streep na krassen op de huid).
* Keratosis pilaris (kippenvel).
* Ichthyosis (vissenschubbenhuid).
* Pityriasis alba (hypopigmentatie, witte vlekken).
* Eczeem bij de aanhechting van de oorlel.
#### 2.2.2 Allergisch contacteczeem
Dit type eczeem wordt veroorzaakt door een allergische reactie (Type IV-reactie) na contact van de huid met een stof waarvoor de patiënt een contactallergie heeft ontwikkeld. Het treedt met name op bij de handen (ongeveer 80%), rond de ogen en op de voeten. De behandeling is gericht op het vermijden van de allergeen.
#### 2.2.3 Ortho-ergische contactdermatitis (irritatief contacteczeem)
Ortho-ergisch contacteczeem ontstaat door de schadelijke werking van irriterende stoffen op de huid. In tegenstelling tot allergisch contacteczeem, kan dit type eczeem bij iedereen optreden.
* **Acute vorm:** Ontstaat snel na contact met geconcentreerde stoffen zoals zuren, basen of alcoholen. Ook kan een vertraagde acute vorm optreden, 8 tot 12 uur na blootstelling aan bepaalde middelen. Symptomen zijn erytheem, oedeem, vesikels en bullae.
* **Subacute/chronische vorm:** Ook wel "slijtingseczeem" of "cumulative irritant dermatitis" genoemd. Ontstaat door de langdurige inwerking van verschillende zwak irriterende stoffen, vaak op de handen (volair), onder de ring. De huid wordt rood en droog, wat later kan leiden tot hyperkeratose, fissuren en ragaden. Bepaalde beroepen met veelvuldig huidcontact met irriterende stoffen verhogen het risico.
#### 2.2.4 Foto-allergisch contacteczeem
Bij deze vorm is ultraviolet (UV) of zichtbaar licht nodig voor de omzetting van een stof (hapteen) naar een volledig allergeen. De huid reageert op middelen die op de huid worden aangebracht en die licht nodig hebben, vergelijkbaar met een zonnebrandreactie.
#### 2.2.5 Fototoxische contactdermatitis
Dit type eczeem wordt veroorzaakt door fototoxische stoffen die licht absorberen (chromofoor zijn). De reactie is doorgaans heftiger dan bij zonnebrand. Fytofotodermatitis, veroorzaakt door planten, valt onder deze categorie.
#### 2.2.6 Acrovesiculair eczeem (dyshydrotisch eczeem)
Dit eczeem, ook bekend als dyshydrotisch eczeem of pompholyx, kenmerkt zich door de aanwezigheid van blaasjes aan de uiteinden van de ledematen, met name op handen en voeten. Het eczeem is vaak ontstekingsgevoelig, hardnekkig en heeft geen duidelijke oorzaak, hoewel stress en nikkelblootstelling als triggers kunnen optreden. Het is vaak meer aanwezig in de zomer.
#### 2.2.7 Nummulair eczeem
Kenmerkend voor nummulair eczeem zijn de ronde, muntvormige plekken die zich voornamelijk op de extremiteiten manifesteren. De precieze oorzaak is vaak onbekend.
#### 2.2.8 Seborroïsch eczeem
Dit eczeem kent twee vormen:
* **Seborroïsch eczeem infantum (berg):** Komt voor bij zuigelingen.
* **Seborroïsch eczeem adultorum:** Treedt op bij volwassenen.
Kenmerken zijn vettige schilfers en erytheem, niet altijd gepaard gaand met jeuk. Het komt veel voor in de plooien van de neus, het voorhoofd, de wenkbrauwen, oksels en liezen. Een rol van Malassezia (een schimmel of gist) wordt verondersteld bij de aanleg voor dit eczeem.
#### 2.2.9 Hypostatisch eczeem
Dit type eczeem ontstaat in de benen, waar de veneuze afvoer naar het hart is verstoord, vaak door klepproblemen. Symptomen omvatten erytheem, schilfers, oedeem en strooireacties (secundaire eczeemplekjes elders op het lichaam).
#### 2.2.10 Asteatotisch eczeem (eczema craquelatum)
Asteatotisch eczeem wordt veroorzaakt door een zeer droge huid. Het kenmerkt zich door een craquelé-achtig patroon op de huid.
#### 2.2.11 Intertrigo (intertrigineus eczeem)
Intertrigo ontstaat in diepere huidplooien die door warmte, vocht, urine of ontlasting gaan smetten. Dit leidt tot roodheid en kapotte huid, en kan gepaard gaan met een Candida-infectie.
#### 2.2.12 Eczema tyloticum (hyperkeratoticum et rhagadiforme)
Dit eczeem treft voornamelijk de handen en voeten en wordt gekenmerkt door hyperkeratose (verdikking van de hoornlaag) en het ontstaan van kloven.
* **Behandeling:** Milde tot matig sterke corticosteroïden (klasse II-IV) in zalf of vetcrème worden voorgeschreven. Overdag kan een crème worden gebruikt, terwijl 's nachts bijsmeren met een indifferente zalf wordt geadviseerd. Bij kloven kunnen middelen met salicylzuur of ureum worden ingezet. Soms is PUVA-belichting met UV-straling geïndiceerd.
### 2.3 Stadia van eczeem
Eczeem kan zich in verschillende stadia manifesteren:
* **Acuut eczeem:** Gekenmerkt door polymorfe afwijkingen zoals erytheem, oedeem, papels en vesikels, mogelijk met natten. Bij nummulair eczeem wordt dit stadium ook zo beschreven.
* **Subacuut eczeem:** Minder polymorf, waarbij de vesikels indrogen. De huid is droog en schilferig.
* **Chronisch eczeem:** Het erytheem neemt af, lichenificatie wordt prominenter en er ontstaan fissuren (kloven).
> **Tip:** Het herkennen van de verschillende stadia van eczeem is cruciaal voor het bepalen van de juiste behandeling. Acuut eczeem vraagt om andere interventies dan chronisch eczeem.
### 2.4 Overige eczeemvormen
* **Pityriasis alba:** De oorzaak is onbekend, maar het komt met name voor bij kinderen tussen de 3 en 16 jaar en vaker bij atopici. Het presenteert zich als witte vlekken, vaak op het gezicht en de bovenste extremiteiten, die erythmateus en schilferend zijn en genezen met hypopigmentatie.
* **Eczema seborrhoicum:** Wordt gekenmerkt door vettige schilfers en erytheem, niet altijd met jeuk, vaak rond de neus, voorhoofd, wenkbrauwen, oksels en liezen. Er is een aanleg, en micro-organismen zoals schimmels of gisten, met name Malassezia, spelen een rol.
* **Hypostatisch eczeem:** Ontstaat door een gestoorde veneuze afvoer in de benen, met symptomen als erytheem, schilfers, oedeem en strooireacties.
* **Asteatotisch eczeem (eczema craquelatum):** Ontstaat door een zeer droge huid en wordt gekenmerkt door een craquelé-patroon.
* **Intertrigo (intertrigineus eczeem):** In huidplooien, door wrijving en vocht, wat kan leiden tot roodheid en kapotte huid, soms met Candida.
* **Eczema tyloticum (hyperkeratoticum et rhagadiforme):** Met hyperkeratose en kloven, vooral op handen en voeten.
> **Voorbeeld:** Een kind met dauwworm heeft ernstige jeuk aan de wangen, die nattend zijn met kleine blaasjes. Dit is een typisch beeld van vroeg atopisch eczeem. De behandeling zal gericht zijn op het verminderen van de jeuk en het herstellen van de huidbarrière.
---
# Behandeling en therapie van eczeem
Dit gedeelte behandelt de therapeutische aspecten van eczeem, waaronder medicamenteuze behandelingen, voorlichting en algemene adviezen, met specifieke aandacht voor de behandeling van jeuk en infecties.
### 3.1 Algemene principes van behandeling
De behandeling van eczeem richt zich primair op het verminderen van ontstekingen, het verlichten van jeuk, het herstellen van de huidbarrière en het voorkomen van infecties. Een belangrijk onderdeel van de therapie is voorlichting aan de patiënt en het geven van algemene adviezen.
#### 3.1.1 Indifferente middelen
Indifferente middelen, ook wel basiszalven of smeermiddelen genoemd, vormen de hoeksteen van de behandeling voor eczeem. Ze hebben geen specifieke therapeutische werking, maar ondersteunen de huidbarrière, voorkomen uitdroging en verminderen irritatie. Deze middelen worden gebruikt om de huid soepel te houden en de natuurlijke vetlaag van de huid aan te vullen.
* **Gebruik:** Ze worden regelmatig en royaal aangebracht, meerdere keren per dag, vooral na het wassen van de huid.
* **Formuleringen:** Er zijn verschillende formuleringen beschikbaar, zoals crèmes en zalven, waarbij zalven doorgaans vetter zijn en meer bescherming bieden voor een droge, beschadigde huid.
#### 3.1.2 Medicamenteuze behandeling
Medicamenteuze behandelingen kunnen zowel lokaal als systemisch worden toegepast, afhankelijk van de ernst en het type eczeem.
##### 3.1.2.1 Lokale medicatie
* **Indifferent:** Dit betreft de basiszalven zoals hierboven beschreven.
* **Different:** Deze middelen hebben een specifieke therapeutische werking.
* **Ontstekingsremmers:**
* **Corticosteroïden:** Dit zijn de meest gebruikte middelen om de ontsteking en jeuk te onderdrukken. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende potenties (klasse II-IV) en worden voorgeschreven op basis van de ernst van het eczeem en het aangedane lichaamsdeel.
> **Tip:** Gebruik corticosteroïden volgens voorschrift van de arts om bijwerkingen te minimaliseren.
* **Topicale immunomodulatoren (TIM's):** Deze kunnen een alternatief zijn voor corticosteroïden, vooral op gevoelige plaatsen of bij langdurig gebruik.
##### 3.1.2.2 Systemische medicatie
Systemische medicatie wordt ingezet bij ernstigere vormen van eczeem die onvoldoende reageren op lokale therapie.
* **Systemische corticosteroïden:** In bepaalde gevallen kunnen orale corticosteroïden kortdurend worden voorgeschreven om ernstige ontstekingen te bestrijden.
* **Andere systemische immunosuppressiva:** Voor chronische en ernstige vormen van eczeem kunnen medicijnen zoals ciclosporine, methotrexaat of azathioprine worden overwogen.
* **Biologische therapie:** Nieuwere behandelingen, zoals biologische middelen, richten zich op specifieke delen van het immuunsysteem die een rol spelen bij eczeem.
#### 3.1.3 Behandeling van jeuk
Jeuk (pruritus) is een centraal symptoom van eczeem en kan leiden tot krabben, wat de huid verder beschadigt en de kans op infecties vergroot.
* **Algemene adviezen:** Het vermijden van uitlokkende factoren (zoals warmte, irriterende stoffen, allergenen) kan jeuk verminderen. Regelmatig insmeren met indifferente middelen helpt de huidbarrière te herstellen en zo jeuk te verminderen.
* **Antihistaminica:** Orale antihistaminica kunnen worden voorgeschreven om de jeuk te verlichten, met name de sedatieve (kalmerende) varianten kunnen helpen bij nachtelijke jeuk.
* **Lokale koeling:** Het aanbrengen van koele kompressen of het gebruik van lotions met menthol kan tijdelijke verlichting bieden.
#### 3.1.4 Behandeling van infecties
Eczeemhuid is kwetsbaarder voor infecties, zowel bacterieel als viraal.
* **Secundaire impetigenisatie:** Dit is een bacteriële infectie, vaak veroorzaakt door Staphylococcus aureus of Streptococcus pyogenes. De huid kan hierbij geel-korsterig worden en pus bevatten. Behandeling bestaat uit lokale of systemische antibiotica.
* **Eczema herpeticum:** Een ernstige virale infectie veroorzaakt door het herpes simplex virus. Dit kan zich snel verspreiden over de eczeemhuid en vereist antivirale therapie.
* **Schimmelinfecties:** Chronische eczeem kan ook vatbaar zijn voor schimmelinfecties, die behandeld worden met antischimmelmiddelen.
### 3.2 Specifieke therapieën per eczeemtype
Hoewel de algemene principes van toepassing zijn op de meeste vormen van eczeem, zijn er specifieke aandachtspunten per type.
#### 3.2.1 Constitutioneel eczeem (Atopische dermatitis)
De behandeling van constitutioneel eczeem is gericht op het beheersen van de chronische ontstekingsreactie, het verminderen van jeuk en het herstellen van de huidbarrière.
* **Basisbehandeling:** Consistente toepassing van indifferente middelen (crèmes/zalven) is essentieel om de huid gehydrateerd te houden en te beschermen.
* **Lokale corticosteroïden:** Worden gebruikt om acute opflakkeringen te behandelen. De keuze van potentie hangt af van de ernst en locatie.
* **Systemische therapie:** Bij ernstige gevallen kunnen systemische corticosteroïden, immunosuppressiva of biologische middelen nodig zijn.
* **Jeukmanagement:** Antihistaminica en gedragsaanpassingen om krabben te verminderen.
#### 3.2.2 Contacteczeem (Allergisch en Ortho-ergisch)
De belangrijkste stap in de behandeling van contacteczeem is het identificeren en vermijden van de uitlokkende stof.
* **Allergisch contacteczeem:**
* **Vermijden van allergeen:** Zodra de diagnose is gesteld, is het cruciaal om contact met het specifieke allergeen te vermijden.
* **Lokale corticosteroïden:** Worden gebruikt om de ontstekingsreactie te onderdrukken.
* **Ortho-ergisch contacteczeem:**
* **Vermijden van irriterende stoffen:** Het aanleren van correct gebruik van beschermende middelen (handschoenen) en het vermijden van agressieve reinigingsmiddelen.
* **Huidverzorging:** Regelmatig gebruik van indifferente middelen om de huidbarrière te herstellen.
* **Lokale corticosteroïden:** Kunnen nodig zijn bij ernstige irritatie.
#### 3.2.3 Acrovesiculeus (dyshydrotisch) eczeem
Bij dit type eczeem, dat zich kenmerkt door blaasjes op handen en voeten, is de behandeling gericht op het verminderen van de ontsteking en het voorkomen van infecties.
* **Lokale corticosteroïden:** Vaak voorgeschreven in de vorm van crèmes of zalven.
* **Ondersteunende zorg:** Het droog houden van de aangedane gebieden en het vermijden van irriterende stoffen.
* **Soms PUVA-therapie:** Ultraviolette straling in combinatie met psoralenen kan bij hardnekkige gevallen worden toegepast.
#### 3.2.4 Asteatotisch eczeem (eczema craquelatum)
Dit eczeem wordt veroorzaakt door een zeer droge huid en is herkenbaar aan de craquelé-achtige barsten.
* **Intensieve hydratatie:** Het belangrijkste is het royaal en frequent aanbrengen van vettende zalven en crèmes om de huidbarrière te herstellen en vochtverlies te beperken.
* **Vermijden van irriterende stoffen:** Lauw water en milde reinigingsmiddelen gebruiken.
* **Lokale corticosteroïden:** Kunnen kortdurend worden ingezet om de ontsteking te verminderen.
#### 3.2.5 Eczema hyperkeratoticum et rhagadiforme
Dit type eczeem kenmerkt zich door verdikte huid (hyperkeratose) en diepe kloven, vooral op handen en voeten.
* **Vettende middelen:** Gebruik van zalven om de huid soepel te houden.
* **Keratolytica:** Middelen zoals salicylzuur of ureum kunnen worden toegepast om de verdikte huid te verzachten en kloven te behandelen.
* **Lokale corticosteroïden:** Klasse II-IV corticosteroïden in zalf of vetcrème worden gebruikt, met een indifferente zalf 's nachts en crème overdag.
* **Lichttherapie:** PUVA-belichting kan een behandelingsoptie zijn.
### 3.3 Stadia van eczeem en behandelingsaanpassing
Eczeem kan zich in verschillende stadia bevinden, van acuut tot chronisch, en de behandeling wordt hierop aangepast.
| Stadia | Omschrijving |
| :----------- | :--------------------------------------------------------------- |
| **Acuut** | Polymorf met erytheem, oedeem, papels en vesikels, eventueel natten. |
| **Subacuut** | Minder polymorf, vesikels drogen in, droog en schilferig. |
| **Chronisch**| Erytheem neemt af, lichenificatie, ontstaan van fissuren. |
* **Acuut eczeem:** Vaak behandeld met vochtige kompressen en lokle corticosteroïden om de ontsteking en zwelling te verminderen.
* **Subacuut eczeem:** De nadruk ligt op het hydrateren van de huid en het gebruik van minder sterke corticosteroïden indien nodig.
* **Chronisch eczeem:** Langdurige behandeling met indifferente middelen en potentere lokale corticosteroïden, gericht op het verminderen van lichenificatie en fissuren.
### 3.4 Diagnostische criteria en aanvullend onderzoek
Hoewel de focus hier op behandeling ligt, is een correcte diagnose essentieel.
* **Constitutioneel eczeem:** Criteria zoals die van Hanifin en Rajka of de NHG-standaard M37, waarbij jeuk een hoofdcriterium is, aangevuld met andere kenmerken.
* **Allergisch contacteczeem:** Diagnostiek gebeurt vaak via plakproeven om specifieke allergenen te identificeren.
* **Aanvullend onderzoek op voedselallergie:** Dit wordt voornamelijk overwogen bij kinderen jonger dan twee jaar die naast eczeem ook andere voedselgerelateerde allergische klachten vertonen.
---
# Diagnostische criteria en aanvullend onderzoek
Dit gedeelte biedt een overzicht van de diagnostische criteria voor eczeem, inclusief specifieke criteria zoals die van Williams en Hanifin en Rajka, en bespreekt de indicaties voor aanvullend onderzoek naar voedselallergie bij jonge kinderen.
### 4.1 Diagnostische criteria voor constitutioneel eczeem (atopische dermatitis)
Constitutioneel eczeem (CE), ook wel atopische dermatitis (AD) genoemd, is een veelvoorkomende huidaandoening die deel uitmaakt van de atopische constitutie, die bij 10-15% van de bevolking voorkomt.
#### 4.1.1 Kenmerken van constitutioneel eczeem
* **Hoofdcriterium:** Jeuk (pruritus).
* **Typische morfologie en lokalisatie:** Deze variëren afhankelijk van de leeftijd van de patiënt.
* **Chronisch recidiverend beloop:** De aandoening kenmerkt zich door terugkerende periodes van klachten.
* **Atopisch syndroom:** Vaak aanwezig in combinatie met andere atopische aandoeningen zoals astma of allergische rhinitis.
* **Verstoorde huidbarrière:**
* Een deel van de patiënten mist het eiwit filaggrine, dat essentieel is voor de opbouw van de hoornlaag.
* Dit leidt tot een droge huid, waardoor de huid vatbaarder wordt voor allergenen en bacteriën.
#### 4.1.2 Criteria van Williams
De diagnose van constitutioneel eczeem kan gesteld worden aan de hand van de criteria van Williams. Hierbij is jeuk het hoofdcriterium, aangevuld met minstens drie nevencriteria.
#### 4.1.3 Diagnostische criteria van Hanifin en Rajka
Een andere set criteria voor de diagnose van eczeem zijn de criteria van Hanifin en Rajka. Hiervoor dient men te voldoen aan drie of meer hoofdkenmerken én drie of meer andere kenmerken.
#### 4.1.4 Kenmerken van atopie (aanvullend)
Naast de algemene criteria, kunnen de volgende kenmerken wijzen op een atopische aanleg:
* Zeer droge huid.
* Dennie-Morgan plooi: een extra huidplooi of -lijn onder het onderste ooglid.
* Witte dermografie: een witte streep die ontstaat na krabben van de huid.
* Keratosis pilaris: ook wel bekend als kippenvel.
* Ichthyosis: een groep huidaandoeningen die zich kenmerken door een droge, schilferige huid.
* Pityriasis alba: hypopigmentatie, met name op het gezicht en de bovenste extremiteiten.
* Eczeem bij de aanhechting van de oorlel.
#### 4.1.5 Fasen van eczeem
Eczeem kan in verschillende stadia worden ingedeeld, elk met specifieke kenmerken:
* **Acuut eczeem:** Gekenmerkt door een polymorf beeld met erytheem, oedeem, papels en vesikels, en eventueel nattende plekken. Bijvoorbeeld acuut nummulair eczeem.
* **Subacuut eczeem:** Minder polymorf dan acuut eczeem. De vesikels drogen in, resulterend in een droge, schilferige huid.
* **Chronisch eczeem:** Het erytheem neemt af, maar er ontstaat lichenificatie (verdikking van de huid) en er kunnen fissuren (kloven) ontstaan.
> **Tip:** Het is belangrijk om de stadia van eczeem te herkennen, aangezien dit de keuze van de behandeling kan beïnvloeden.
### 4.2 Aanvullend onderzoek op voedselallergie
Aanvullend onderzoek naar voedselallergie is **alleen geïndiceerd bij kinderen jonger dan twee jaar**. Dit onderzoek is relevant wanneer naast eczeem ook andere klachten optreden die gerelateerd zijn aan de inname van voedsel, wat kan duiden op een voedselgerelateerde allergische reactie.
### 4.3 Vormen van eczeem
Verschillende specifieke vormen van eczeem kunnen worden onderscheiden, waaronder:
* **Constitutioneel eczeem (atopische dermatitis):** Zoals hierboven beschreven.
* **Allergisch contacteczeem:** Vaak gelokaliseerd aan de handen (in 80% van de gevallen), rond de ogen of aan de voeten. Het betreft een Type IV-reactie (vertraagde overgevoeligheidsreactie). De behandeling bestaat uit het vermijden van het allergeen.
* **Ortho-ergische contactdermatitis:** Veroorzaakt door irritatie van de huid met schadelijke stoffen. Dit kan iedereen treffen.
* **Acute vorm:** Ontstaat snel na contact met sterk irriterende stoffen zoals zuren, basen of alcoholen.
* **Vertraagde acute vorm:** Treedt 8-12 uur na blootstelling op, bijvoorbeeld aan ditranol of podofylline.
* **Acute en vertraagd acute vormen:** Gekenmerkt door erytheem, oedeem, vesikels en bullae.
* **Subacute/chronische vorm:** Ontstaat door langdurige blootstelling aan zwak irriterende stoffen ("slijtingseczeem" of "cumulative irritant dermatitis"). Kenmerken zijn erytheem, toenemende uitdroging, hyperkeratose, fissuren en ragaden. Vaak voorkomend aan de handen.
* **Foto-allergisch contacteczeem:** Vereist UV- of zichtbaar licht voor de conversie van een hapteen tot een compleet allergeen. Middelen die op de huid worden aangebracht en aan licht worden blootgesteld, kunnen huidreacties veroorzaken.
* **Fototoxische contactdermatitis:** Veroorzaakt door een fototoxische stof die licht absorbeert (chromofoor). Dit leidt tot een heftigere zonnebrandreactie. Een voorbeeld is fytofotodermatitis door planten.
* **Acrovesiculeus eczeem (dyshidrotisch eczeem/pompholyx):** Voorkomt aan handen en voeten en wordt gekenmerkt door blaasjes met een dik blaardak. Het is een hardnekkige aandoening, die vaak in de zomer voorkomt en geassocieerd kan worden met nikkel en stress.
* **Nummulair eczeem:** Kenmerkt zich door ronde, muntvormige laesies, meestal op de extremiteiten. De oorzaak is vaak onduidelijk.
* **Eczema seborrhoicum:** Komt voor bij zuigelingen (eczema seborrhoicum infantumberg) en volwassenen (eczema seborrhoicum adultorum). Kenmerken zijn vettige schilfers, erytheem en soms jeuk. Het treft vaak plooien zoals rond de neus, het voorhoofd, wenkbrauwen, oksels en liezen. Een rol van Malassezia (een gist) wordt verondersteld.
* **Hypostatisch eczeem:** Ontstaat in de benen door een verstoorde veneuze afvoer. Kenmerken zijn erytheem, schilfers, oedeem en strooireacties (secundaire eczeemplekjes elders op het lichaam).
* **Asteatotisch eczeem (eczema craquelatum):** Veroorzaakt door een extreem droge huid, met een craquelé-achtig patroon.
* **Intertrigo (intertrigineus eczeem):** Ontstaat in diepe huidplooien door warmte, vocht, urine of ontlasting. Gekenmerkt door roodheid en huidbeschadiging. Vaak kan een Candida-infectie optreden.
* **Eczema tyloticum / Eczema hyperkeratoticum et rhagadiforme:** Komt voor aan handen en voeten en wordt gekenmerkt door hyperkeratose (verdikking van de huid) en het ontstaan van kloven.
### 4.4 Therapie
De behandeling van eczeem omvat verschillende aspecten:
* **Indifferente middelen:** Basis zalven of smeermiddelen die de huid verzorgen zonder ontstekingsremmend te werken.
* **Medicamenten:**
* **Lokaal:**
* Indifferent: basiszalven.
* Different: ontstekingsremmers zoals corticosteroïden of topische immunomodulatoren (TIM's).
* **Systemisch:** Medicatie die oraal wordt ingenomen, bijvoorbeeld bij ernstige jeuk of infecties.
* **Voorlichting en adviezen:** Patiëntenvoorlichting en algemeen advies zijn cruciaal voor het management van eczeem.
#### 4.4.1 Behandeling van specifieke vormen
* Voor **eczema hyperkeratoticum et rhagadiforme** (tylotisch eczeem) worden klasse II-IV corticosteroïden in zalf of vetcrème gebruikt. Overdag kan een crème worden aangebracht, 's nachts een indifferente zalf. Salicylzuur of ureum kan worden toegevoegd bij kloven. Eventueel kan fotodynamische therapie met UV-licht (PUVA) worden overwogen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Dermatitis | Eczemateuze processen die veroorzaakt worden door een (zwak) toxische beschadiging van de huid. |
| Eczeem | Een steriele ontstekingsreactie van de huid door inwerking van een of meerdere externe en interne factoren. |
| Efflorescentie | Een zichtbare afwijking van de huid, zoals roodheid, schilfers of blaasjes. |
| Eryteem | Roodheid van de huid, veroorzaakt door verwijding van de bloedvaatjes. |
| Squames | Schilfers die ontstaan door verhoorning van de huid. |
| Papulae | Kleine, verheven rode bultjes op de huid. |
| Vesiculae | Kleine blaasjes op de huid die vocht bevatten. |
| Crustae | Korstjes die ontstaan wanneer vochtige huiduitslag indroogt. |
| Lichenificatie | Verdikking van de huid met vergroving van de huidlijnen, vaak als gevolg van chronisch krabben. |
| Indifferente middelen | Behandelingsmiddelen die geen specifieke therapeutische werking hebben op de onderliggende oorzaak van een aandoening, maar wel de huid verzorgen of beschermen. |
| Corticosteroïden | Ontstekingsremmende medicijnen die vaak lokaal op de huid worden toegepast bij eczeem. |
| TIM’s (Topicale Immunomodulatoren) | Medicijnen die de immuunrespons van de huid beïnvloeden en worden gebruikt bij de behandeling van eczeem. |
| Excoriaties | Huidschaafwondjes, meestal veroorzaakt door krabben. |
| Secundaire infectie | Een infectie die optreedt in reeds beschadigde huid, zoals bij eczeem. |
| Impetigenisatie | De secundaire besmetting van huidlaesies met bacteriën, meestal Staphylococcus aureus of Streptococcus pyogenes. |
| Eczema herpeticum | Een uitgebreide virale infectie van de huid, vaak veroorzaakt door het herpes simplex virus, die kan optreden bij patiënten met ernstig eczeem. |
| Constitutioneel eczeem (Atopische dermatitis) | Een chronische, recidiverende huidaandoening die vaak gepaard gaat met een allergische aanleg (atopische constitutie) en gekenmerkt wordt door jeuk, droge huid en specifieke lokalisaties afhankelijk van de leeftijd. |
| Atopische constitutie | Een genetische aanleg voor het ontwikkelen van allergische ziekten, zoals eczeem, astma en allergische rhinitis. |
| Huidbarrière | De buitenste laag van de huid (hoornlaag) die een beschermende functie heeft tegen uitdroging en indringing van schadelijke stoffen en micro-organismen. |
| Filaggrine | Een eiwit dat essentieel is voor de vorming van de hoornlaag en het behoud van de huidbarrièrefunctie. |
| Dauwworm | Een veelgebruikte term voor constitutioneel eczeem bij zuigelingen, gekenmerkt door acuut, nattend eczeem met veel jeuk. |
| Lichificatie | Zie lichenificatie. |
| Pruritis | De medische term voor jeuk. |
| Dennie-Morgan plooi | Een extra huidplooi of -lijn onder het onderste ooglid, vaak voorkomend bij patiënten met atopisch eczeem. |
| Witte dermografie | Een huidreactie waarbij een witte streep ontstaat na krassen op de huid, een teken van verhoogde tonus van de huidbloedvaten. |
| Keratosis pilaris | Een veelvoorkomende, goedaardige huidaandoening die zich manifesteert als kleine, ruwe bultjes, vaak op de bovenarmen en dijen, ook wel kippenvel genoemd. |
| Ichthyosis | Een groep van genetische huidaandoeningen die leiden tot een droge, schilferige huid die lijkt op visgraten. |
| Hypopigmentatie | Een vermindering van de normale huidpigmentatie, resulterend in lichtere vlekken op de huid. |
| Allergisch contacteczeem | Een eczeemreactie die ontstaat door contact met een allergeen waarvoor de persoon een allergie heeft ontwikkeld. |
| Hapteen | Een klein molecuul dat zelf geen immuunreactie kan opwekken, maar dat na binding aan een lichaamseigen eiwit wel een allergische reactie kan veroorzaken. |
| Ortho-ergische contactdermatitis | Een eczeemreactie die wordt veroorzaakt door directe beschadiging van de huid door irriterende stoffen. |
| Fytofotodermatitis | Een huidreactie die optreedt na blootstelling aan plantensappen in combinatie met zonlicht, wat leidt tot een soort zonnebrand. |
| Acrovesiculair eczeem | Een vorm van eczeem die zich kenmerkt door blaasjes (vesikels), vooral aan de uiteinden van de ledematen, zoals handen en voeten. |
| Dyshidrotisch eczeem (Pompholyx) | Een vorm van eczeem die zich voornamelijk manifesteert als blaasjes op de handpalmen, vingers en voetzolen. |
| Nummulair eczeem | Een eczeemvorm die zich presenteert als muntvormige (nummulair) plekken op de huid. |
| Eczema seborrhoicum | Een veelvoorkomende vorm van eczeem die voornamelijk de talgrijke delen van de huid aantast, zoals de hoofdhuid, het gezicht en de borst. |
| Malassezia | Een schimmel die normaal op de huid voorkomt en die een rol kan spelen bij de ontwikkeling van seborroïsch eczeem. |
| Hypostatisch eczeem | Een eczeem dat ontstaat in de benen als gevolg van een slechte veneuze circulatie (chronische veneuze insufficiëntie). |
| Strooireacties | Secundaire eczeemplekjes die elders op het lichaam verschijnen als reactie op een primair eczeemplek. |
| Pityriasis alba | Een goedaardige huidaandoening die zich kenmerkt door lichte, schilferende vlekken op de huid, vooral bij kinderen en adolescenten. |
| Asteatotisch eczeem (Eczema craquelatum) | Een vorm van eczeem die ontstaat door een extreem droge huid, gekenmerkt door een gebarsten, droge huidtextuur die lijkt op gebarsten aarde. |
| Craquelé | Een uiterlijk van de huid dat lijkt op fijne barsten, vaak gezien bij droge of beschadigde huid. |
| Intertrigo (Intertrigineus eczeem) | Een huidaandoening die ontstaat in huidplooien door wrijving, warmte en vocht, vaak met roodheid en smetten. |
| Candida | Een gist die van nature op de huid voorkomt, maar die bij overmatige groei infecties kan veroorzaken, zoals bij intertrigo. |
| Eczema hyperkeratoticum et rhagadiforme | Een vorm van eczeem gekenmerkt door verdikking van de huid (hyperkeratose) en diepe kloven (ragaden), vaak voorkomend op handen en voeten. |
| Hyperkeratose | Een verdikking van de hoornlaag van de huid. |
| Rhagaden | Diepe kloven in de huid, vaak pijnlijk en bloederig, ontstaan door extreme droogte en verlies van elasticiteit. |
| Salicyl | Salicylzuur, een stof die wordt gebruikt om dode huidcellen te verwijderen en de huid te verzachten, vaak toegepast bij kloven. |
| Ureum | Een stof die de huid hydrateert en dode huidcellen helpt verwijderen, vaak gebruikt bij droge huid en kloven. |
| PUVA-belichting | Een combinatie van psoralenen (P) en ultraviolet A-licht (UVA) die wordt gebruikt voor de behandeling van bepaalde huidaandoeningen, waaronder ernstig eczeem. |