Cover
Inizia ora gratuitamente 6. chronische interstitiele nefritis 2025.pptx
Summary
# Oorzaken van chronische interstitiële nefritis
Dit onderwerp belicht de diverse factoren die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van chronische interstitiële nefritis, variërend van medicatie en blootstelling aan toxische stoffen tot genetische predisposities en immunologische aandoeningen.
### 1.1 Algemeen overzicht van chronische interstitiële nefritis
Chronische interstitiële nefritis (ook wel chronisch interstitieel nierlijden genoemd) wordt gekenmerkt door fibrose en infiltraten in het interstitium van de nier. In tegenstelling tot glomerulonefritis, waar de glomeruli primair worden aangetast, leidt chronische interstitiële nefritis tot schade aan de tubuli en het interstitium. Dit resulteert vaak in een leeg urinesediment, aangezien er geen significante hemorragie of ontstekingscellen in de urine aanwezig zijn. De belangrijkste functionele stoornissen die voortkomen uit tubulaire dysfunctie zijn:
* Gedilueerde urine: de tubuli kunnen de urine niet effectief concentreren, deels door een verminderde respons op antidiuretisch hormoon (ADH).
* Polyurie: toegenomen urineproductie.
* Nycturie: verhoogde nachtelijke urineproductie.
* Tubulaire acidose: problemen met het uitscheiden van zuren, wat leidt tot metabole acidose.
Een ernstige complicatie van bepaalde vormen van chronische interstitiële nefritis is papilnecrose.
### 1.2 Specifieke oorzaken van chronische interstitiële nefritis
#### 1.2.1 Medicatie-geïnduceerde nefropathie
Verschillende medicijnen kunnen chronische interstitiële nefritis veroorzaken.
##### 1.2.1.1 Analgetica nefropathie
Dit was vroeger een veelvoorkomende oorzaak, voornamelijk bij vrouwen, door langdurig gebruik van analgetica. Fenacetine, een prodrug van paracetamol, was een belangrijke boosdoener. Langdurig gebruik van dergelijke medicatie kon leiden tot chronisch interstitieel nierlijden en verhoogde het risico op urotheeltumoren.
> **Tip:** Hoewel analgetica nefropathie door fenacetine nu zeldzaam is, blijft het belangrijk om bedacht te zijn op de nefrotische effecten van andere veelgebruikte pijnstillers bij langdurig gebruik.
##### 1.2.1.2 Andere medicatie
Naast analgetica zijn er andere medicijnen die chronische interstitiële nefritis kunnen veroorzaken, waaronder:
* Lithium: Wordt vaak voorgeschreven voor bipolaire stoornissen. Het heeft een zeer nauwe therapeutische marge tussen effectiviteit en toxiciteit. Tubulopathie door lithium kan zich manifesteren als chronische interstitiële nefritis met verminderde nierfunctie, maar vaak begint het met diabetes insipidus (polyurie, polydipsie, nycturie, gedilueerde urine) als gevolg van ADH-resistentie.
* Chemotherapie: Bepaalde chemotherapeutische middelen kunnen nefrotisch zijn.
* Tacrolimus: Een immunosuppressivum dat ook nefrotische effecten kan hebben.
#### 1.2.2 Blootstelling aan toxische stoffen
Blootstelling aan bepaalde toxische stoffen is een significante oorzaak van chronische interstitiële nefritis.
##### 1.2.2.1 Zware metalen
Met name loodvergiftiging kan leiden tot interstitiële nefritis.
##### 1.2.2.2 Toxines in kruiden en supplementen
* **Chinese kruiden nefropathie:** Jonge vrouwen die Chinese kruidenpreparaten hadden gebruikt, bleken soms een snel progressieve interstitiële nefritis te ontwikkelen. Dit werd veroorzaakt door contaminatie van deze kruiden met toxische stoffen.
* **Balkan nefropathie:** Deze vorm van nefropathie, voornamelijk voorkomend in de Balkanregio, werd geassocieerd met specifieke toxische planten. Aristolochiazuren zijn geïdentificeerd als de primaire oorzaak van deze nefropathie, die kan leiden tot chronische interstitiële nefritis en een verhoogd risico op urotheeltumoren.
* **Meso-Amerikaanse nefropathie:** Een specifieke vorm van nefropathie die voorkomt in Meso-Amerika, met mogelijke bijdragen van omgevingsfactoren en toxines.
#### 1.2.3 Obstructieve en refluxgerelateerde aandoeningen
Chronische infecties en schade als gevolg van obstructie of reflux in het urinewegstelsel kunnen leiden tot chronische interstitiële nefritis.
##### 1.2.3.1 Chronische pyelonefritis
Voornamelijk voorkomend bij personen met anatomische afwijkingen van het urinewegstelsel, zoals terugvloei van urine (reflux) of andere obstructies die de normale afvoer van urine belemmeren. Chronische pyelonefritis kan leiden tot wigvormige gebieden van interstitiële fibrose.
##### 1.2.3.2 Obstructie en reflux
Elke aandoening die leidt tot een verhoogde druk in de urinewegen of herhaaldelijke infecties, zoals blaasstenen, prostaathypertrofie of congenitale afwijkingen, kan op termijn chronische interstitiële nefritis veroorzaken.
#### 1.2.4 Immunologische oorzaken
Verschillende auto-immuunziekten en immunologische reacties kunnen leiden tot tubulo-interstitiële nefritis.
* **Tubulo-interstitiële nefritis met uveïtis (TINU-syndroom):** Een aandoening die gekenmerkt wordt door zowel ontsteking van het nierinterstitium als van het oog (uveïtis).
* **IgG4-gerelateerde ziekte:** Een multisysteemziekte die ook de nieren kan aantasten, resulterend in interstitiële nefritis.
* **Sjögren syndroom:** Een auto-immuunziekte die vaak gepaard gaat met droge ogen en een droge mond, maar ook tubulo-interstitiële nefritis kan veroorzaken.
#### 1.2.5 Metabolische en calcium-gerelateerde aandoeningen
##### 1.2.5.1 Granulomateuze tubulo-interstitiële nefritis
Dit type interstitiële nefritis wordt gekenmerkt door de vorming van granulomen in het nierweefsel. Sarcoïdose is een bekende oorzaak.
##### 1.2.5.2 Sarcoïdose
Sarcoïdose is een systemische aandoening die de vorming van granulomen in verschillende organen kan veroorzaken, waaronder de nieren. In de nieren kan dit leiden tot hypercalciëmie en hypercalciurie door ongecontroleerde activering van vitamine D, wat weer schade aan de tubuli kan veroorzaken.
##### 1.2.5.3 Nefrocalcinose
De aanwezigheid van abnormale verkalkingen in het nierweefsel (nefrocalcinose) is geassocieerd met verschillende verstoringen van mineralenhuishouding, die leiden tot chronische interstitiële nefritis:
* **Hypercalciurie:** Overmatige uitscheiding van calcium in de urine.
* **Hyperfosfaturie:** Overmatige uitscheiding van fosfaat in de urine. Dit kan genetisch bepaald zijn of voorkomen bij hyperparathyroïdie.
* **Hyperoxalurie:** Overmatige uitscheiding van oxalaat in de urine. Primair hyperoxalurie is zeldzaam en wordt veroorzaakt door enzymdefecten. Secundair hyperoxalurie kan ontstaan door chronische diarree en leidt eveneens tot chronisch nierlijden.
#### 1.2.6 Genetische factoren
Genetische aanleg kan een rol spelen bij het ontwikkelen van bepaalde vormen van chronische interstitiële nefritis, zoals primair hyperoxalurie of andere zeldzame tubulaire aandoeningen.
#### 1.2.7 Secundair op andere nierziekten
Chronische interstitiële nefritis kan ook secundair ontstaan als gevolg van reeds bestaande andere nierziekten, zoals multipel myeloom, dat kan leiden tot proteïnurie en tubulaire schade.
> **Example:** Een patiënt met langdurige, onbehandelde hoge bloeddruk die leidt tot renovasculaire oorzaken van nierbeschadiging, kan uiteindelijk een interstitiële fibrose ontwikkelen als gevolg van chronische ischemie, wat valt onder "secundair op andere nierziekten".
---
# Klinische kenmerken en complicaties van chronische interstitiële nefritis
Chronische interstitiële nefritis (CIN) kenmerkt zich door progressieve schade aan de niertubuli en het interstitium, wat leidt tot uiteenlopende klinische manifestaties en potentieel ernstige complicaties zoals papilnecrose en urotheeltumoren.
### 2.1 Klinische kenmerken van chronische interstitiële nefritis
De klinische presentatie van CIN is vaak aspecifiek en kan variëren afhankelijk van de oorzaak en de mate van nierschade.
#### 2.1.1 Algemene kenmerken
* **Krompenieren:** Nieren die kleiner zijn geworden en een onregelmatige begrenzing vertonen, geassocieerd met papillaire verkalkingen.
* **Fibrose en infiltraten:** Pathologisch onderzoek toont interstitiële fibrose en ontstekingsinfiltraten in het nierweefsel.
* **Leeg urinesediment:** Doorgaans is het urinesediment leeg, zonder significante hoeveelheden leukocyten of hematurie, omdat de beschadiging primair de tubuli en niet de glomeruli betreft.
#### 2.1.2 Tubulaire dysfunctie
Tubulaire dysfunctie is een kernkenmerk van CIN en manifesteert zich op verschillende manieren:
* **Gedilueerde urine:** De tubuli verliezen hun vermogen om urine effectief te concentreren, wat resulteert in de productie van sterk verdunde urine.
* **Polyurie:** Verhoogde urineproductie, vaak gedurende de hele dag.
* **Nycturie:** De noodzaak om 's nachts frequent te urineren, wat een gevolg is van de verminderde urineconcentratie.
* **Verminderde respons op ADH:** De nieren reageren minder goed op antidiuretisch hormoon (ADH), wat de concentratiecapaciteit verder beperkt.
* **Tubulaire acidose:** Een stoornis in het vermogen van de nieren om het bloed te ontzuren, wat kan leiden tot metabole acidose.
> **Tip:** De combinatie van polyurie, polydipsie, nycturie en gedilueerde urine, met name bij lithiumgebruik, kan doen denken aan diabetes insipidus, maar is in deze context een uiting van tubulaire dysfunctie.
#### 2.1.3 Specifieke causale verbanden
Bepaalde oorzaken van CIN hebben specifiekere klinische implicaties:
* **Analgetica nefropathie:** Langdurig gebruik van analgetica, zoals phenacetine (een prodrug van paracetamol), kan leiden tot chronisch interstitieel nierlijden en verhoogt het risico op urotheeltumoren. Dit was vroeger vaker voorkomend, met name bij vrouwen.
* **Chinese kruiden nefropathie:** Inname van Chinese kruiden gecontamineerd met toxische producten (zoals aristolochiazuur) kan leiden tot snel progressieve interstitiële nefritis. De Balkan nefropathie, eveneens geassocieerd met aristolochiazuur, komt minder frequent voor.
* **Lithium:** Lithiumtherapie, gebruikt voor bipolaire stoornissen, heeft een nauwe therapeutische marge. Tubulopathie door lithium kan zich manifesteren als CIN met achteruitgang van de nierfunctie, beginnend met symptomen van diabetes insipidus.
### 2.2 Complicaties van chronische interstitiële nefritis
CIN kan leiden tot diverse ernstige complicaties die de orgaanfunctie en de algemene gezondheid van de patiënt aantasten.
#### 2.2.1 Papilnecrose
Papilnecrose, de afsterving van de nierpapillen, kan optreden als complicatie van CIN. Het wordt ook waargenomen bij patiënten met diabetes mellitus.
* **Klinische presentatie:**
* Koliekpijn
* Hematurie
* Steriele pyurie (aanwezigheid van witte bloedcellen in de urine zonder bacteriële infectie)
#### 2.2.2 Urotheeltumoren
Met name bij chronische interstitiële nefritis veroorzaakt door analgetica nefropathie en Chinese kruiden nefropathie (door aristolochiazuur), is er een significant verhoogd risico op de ontwikkeling van urotheeltumoren.
#### 2.2.3 Nierinsufficiëntie
De progressieve interstitiële fibrose en tubulaire atrofie leiden onvermijdelijk tot een afname van de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) en uiteindelijk tot chronische nierinsufficiëntie, die dialyse of transplantatie kan vereisen.
#### 2.2.4 Verband met specifieke onderliggende aandoeningen
* **Nefrocalcinose, hypercalciurie, hyperfosfaturie, hyperoxalurie:** Deze metabole stoornissen kunnen een rol spelen bij de ontwikkeling of verergering van CIN.
* **Sarcoïdose:** Deze systeemziekte kan granulomen in de nieren veroorzaken, leidend tot ongecontroleerde activering van vitamine D, wat hypercalciurie en nierbeschadiging kan veroorzaken.
* **Hyperfosfaturie:** Kan genetisch bepaald zijn of optreden bij hyperparathyreoïdie.
* **Hyperoxalurie:** Kan primair (enzymdefect) of secundair zijn, bijvoorbeeld door chronische diarree.
* **Immunologische oorzaken:** Tubulo-interstitiële nefritis geassocieerd met uveïtis, IgG4-gerelateerde ziekte, of Sjögren syndroom.
* **Obstructie/reflux/chronische pyelonefritis:** Deze aandoeningen, vaak geassocieerd met anatomische afwijkingen van het urinewegstelsel, kunnen leiden tot chronische pyelonefritis en uiteindelijk CIN, gekenmerkt door wigvormige interstitiële fibrose.
**Mogelijke oorzaken van chronische (tubulo)interstitiële nefritis:**
* Analgetica nefropathie
* Chinese kruiden nefropathie (incl. Balkan nefropathie door aristolochiazuur)
* Meso-Amerikaanse nefropathie
* Obstructie/reflux/chronische pyelonefritis
* Granulomateuze tubulo-interstitiële nefritis
* Sarcoïdose
* Nefrocalcinose (met hypercalciurie, hyperfosfaturie, hyperoxalurie)
* Medicatie (bv. lithium, chemotherapie, tacrolimus)
* Immunologische oorzaken (bv. tubulo-interstitiële nefritis met uveïtis, IgG4, Sjögren)
* Lood en zware metalen
* Genetische oorzaken
* Secundair aan andere nierziekten
---
# Specifieke nefropathieën en hun oorzaken
Dit onderdeel bespreekt specifieke nefropathieën die gekenmerkt worden door schade aan het interstitium van de nier, met een focus op analgetica nefropathie en Chinese kruiden nefropathie als voorbeelden van toxische oorzaken.
### 3.1 Chronische interstitiële nefritis
Chronische interstitiële nefritis, ook wel chronisch interstitieel nierlijden genoemd, leidt tot krimpende nieren met een onregelmatig begrenzing. Microscopisch is er sprake van fibrose en infiltraten in het interstitium. Het urinesediment is doorgaans leeg, wat duidt op schade aan de tubuli in plaats van de glomeruli.
#### 3.1.1 Tubulaire dysfunctie
Kenmerken van tubulaire dysfunctie bij chronische interstitiële nefritis zijn:
* Gedilueerde urine: De tubuli verliezen hun vermogen om water goed te reabsorberen, wat leidt tot een verminderde respons op antidiuretisch hormoon (ADH).
* Polyurie: Overmatige urineproductie.
* Nycturie: Nachtelijk urineren.
* Acidose: De tubuli kunnen niet effectief zuren uitscheiden.
> **Tip:** Een leeg urinesediment bij chronische interstitiële nefritis is een belangrijk diagnostisch kenmerk, omdat de primaire schade niet in de glomeruli zit.
#### 3.1.2 Complicaties van chronische interstitiële nefritis
Een belangrijke complicatie van bepaalde vormen van chronische interstitiële nefritis is de ontwikkeling van urotheeltumoren. Dit is met name geassocieerd met analgetica nefropathie en Chinese kruiden nefropathie. Ook papilnecrose kan voorkomen, wat kan optreden bij chronische interstitiële nefritis en diabetes mellitus. Klinische symptomen van papilnecrose kunnen koliekpijn, hematurie en steriele pyurie omvatten.
### 3.2 Analgetica nefropathie
Analgetica nefropathie was vroeger een veelvoorkomende oorzaak van chronische interstitiële nefritis, met name bij vrouwen. De oorzaak was het langdurig gebruik van analgetica die fenacetine bevatten, een prodrug van paracetamol. Naast chronisch interstitieel nierlijden konden deze middelen ook urotheeltumoren veroorzaken.
> **Tip:** De incidentie van analgetica nefropathie is sterk gedaald door het uit de handel nemen van geneesmiddelen met fenacetine.
### 3.3 Chinese kruiden nefropathie
Chinese kruiden nefropathie wordt gekenmerkt door snel evoluerende interstitiële nefritis, vaak gezien bij jonge vrouwen die Chinese kruiden gebruikten die gecontamineerd waren met toxische stoffen. De Balkan nefropathie, die met name in de Balkanregio voorkwam en eveneens zeer toxisch was, wordt ook onder deze categorie van toxische nefropathieën geschaard. De behandeling voor deze nefropathieën is het stoppen met de inname van de toxische producten.
### 3.4 Andere oorzaken van chronische interstitiële nefritis
Naast analgetica en Chinese kruiden zijn er diverse andere oorzaken van chronische interstitiële nefritis, waaronder:
* **Obstructie, reflux en chronische pyelonefritis:** Deze aandoeningen zijn vaak geassocieerd met anatomische afwijkingen van het urinair tractus en kunnen leiden tot interstitiële fibrose in de vorm van wiggen.
* **Granulomateuze tubulo-interstitiële nefritis:** Dit kan voorkomen bij systemische ziekten zoals sarcoïdose. Bij sarcoïdose kan ongecontroleerde activering van vitamine D leiden tot hypercalciurie en nierschade.
* **Nefrocalcinose, hypercalciurie, hyperfosfaturie, hyperoxalurie:** Deze metabole stoornissen kunnen eveneens leiden tot chronische nierschade. Hyperfosfaturie kan genetisch of gerelateerd zijn aan hyperparathyreoïdie. Hyperoxalurie kan primair (enzymdefect) of secundair (door chronische diarree) zijn.
* **Medicatie:** Naast analgetica kunnen ook medicijnen zoals lithium, chemotherapie en tacrolimus tubulo-interstitiële nefritis veroorzaken.
* **Lithium:** Wordt vaak voorgeschreven bij bipolaire stoornissen. Er is een nauwe grens tussen de therapeutische en toxische dosis. Tubulopathie door lithium kan zich manifesteren als chronische interstitiële nefritis met verminderde nierfunctie, maar begint vaak met diabetes insipidus (polyurie, polydipsie, nycturie, gedilueerde urine).
* **Immunologische oorzaken:** Tubulo-interstitiële nefritis met uveïtis, IgG4-gerelateerde ziekte en Sjogren syndroom vallen hieronder.
* **Lood en zware metalen:** Blootstelling aan deze stoffen kan eveneens nierschade veroorzaken.
* **Genetische factoren:** Erfelijke aanleg kan een rol spelen.
* **Secundair op andere nierziekten:** Interstitiële nefritis kan een gevolg zijn van reeds bestaande nierziekten.
* **Multipel myeloom:** Deze maligniteit kan ook leiden tot interstitiële nefritis.
---
# Tubulaire disfunctie en medicatie-geïnduceerde nefrotoxiciteit
Dit hoofdstuk beschrijft de gevolgen van tubulaire disfunctie en de nefrotische effecten van medicatie, zoals polyurie, acidose en de impact van lithium.
### 4.1 Chronische tubulo-interstitiële nefritis en tubulaire disfunctie
Chronische tubulo-interstitiële nefritis kenmerkt zich door schade aan de tubuli en het interstitium van de nier, in tegenstelling tot glomerulaire ziekten. Dit resulteert in een meestal leeg urinesediment, aangezien er geen significante hematurie of leukocyturie is. De belangrijkste klinische manifestaties van tubulaire disfunctie zijn:
* **Gedilueerde urine en polyurie:** De tubuli verliezen hun vermogen om water efficiënt te reabsorberen, zelfs in reactie op antidiuretisch hormoon (ADH). Dit leidt tot de productie van grote hoeveelheden sterk verdunde urine.
* **Nycturie:** Dit is een gevolg van de verminderde concentratiecapaciteit van de nieren, waardoor er 's nachts meer urine wordt geproduceerd dan normaal.
* **Tubulaire acidose:** De tubuli kunnen de zuur-basebalans niet goed handhaven, wat leidt tot metabole acidose.
#### 4.1.1 Oorzaken van chronische tubulo-interstitiële nefritis
Diverse factoren kunnen leiden tot chronische tubulo-interstitiële nefritis, waaronder:
* **Medicatie:** Bepaalde medicijnen zijn bekend om hun nefrotische effecten op de tubuli.
* **Analegetica nefropathie:** Historisch gezien een belangrijke oorzaak door langdurig gebruik van pijnstillers, zoals fenacetine. Dit kan leiden tot chronisch interstitieel nierlijden en een verhoogd risico op urotheeltumoren.
* **Chinese kruiden nefropathie:** Ontstaat door inname van Chinese kruiden die gecontamineerd zijn met toxische stoffen, zoals aristolochiazuren, wat leidt tot snelle interstitiële nefritis.
* **Balkan nefropathie:** Een specifieke vorm die in de Balkan voorkomt en eveneens zeer toxisch is.
* **Urologische afwijkingen:** Chronische pyelonefritis, obstructie van de urinewegen en reflux kunnen leiden tot chronisch interstitieel nierlijden.
* **Granulomateuze tubulo-interstitiële nefritis:** Veroorzaakt door systemische aandoeningen zoals sarcoïdose, waarbij granulomen in de nier ontstaan.
* **Nefrocalcinose en metabole stoornissen:**
* **Hypercalciurie:** Verhoogde calciumuitscheiding in de urine, vaak geassocieerd met sarcoïdose door ongecontroleerde activering van vitamine D.
* **Hyperfosfaturie:** Overmatige fosfaatuitscheiding, wat genetisch kan zijn of optreedt bij hyperparathyreoïdie.
* **Hyperoxalurie:** Verhoogde oxalaatuitscheiding, primair door enzymdefecten of secundair door chronische diarree.
* **Immunologische oorzaken:** Tubulo-interstitiële nefritis geassocieerd met uveïtis, IgG4-gerelateerde ziekte, en Sjogren syndroom.
* **Blootstelling aan zware metalen:** Zoals lood.
* **Genetische oorzaken:** Secundair aan andere nierziekten of als primaire aandoening.
* **Andere oorzaken:** Inclusief multipel myeloom.
#### 4.1.2 Complicaties van chronische tubulo-interstitiële nefritis
Naast tubulaire disfunctie kan chronische tubulo-interstitiële nefritis leiden tot:
* **Papilnecrose:** Vooral gezien bij chronische interstitiële nefritis en diabetes mellitus.
* **Urotheeltumoren:** Verhoogd risico bij analegetica nefropathie en Chinese kruiden nefropathie.
### 4.2 Medicatie-geïnduceerde nefrotoxiciteit: Lithium
Lithium is een belangrijk medicijn dat wordt gebruikt bij de behandeling van bipolaire stoornissen. Het heeft echter een zeer nauwe therapeutische marge, wat betekent dat het risico op toxiciteit aanzienlijk is.
#### 4.2.1 Nefrotische effecten van lithium
Langdurig lithiumgebruik kan leiden tot diverse nierproblemen, waaronder:
* **Diabetes insipidus (nefrogene vorm):** Dit is een veelvoorkomende vroege uiting van lithiumnefrotoxiciteit. De nieren reageren niet goed meer op ADH, wat resulteert in:
* Polyurie (overmatige urineproductie)
* Polydipsie (overmatige dorst)
* Nycturie (nachtelijk plassen)
* Gedilueerde urine (sterk verdunde urine)
* **Chronische interstitiële nefritis met verminderde nierfunctie:** Lithium kan progressieve schade aan het interstitium en de tubuli veroorzaken, leidend tot een geleidelijke achteruitgang van de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR).
* **Tubulaire acidose:** Net als bij andere vormen van tubulaire schade kan lithium leiden tot een metabole acidose.
> **Tip:** Bij patiënten die lithium gebruiken en symptomen vertonen van polyurie, polydipsie en nycturie, moet nefrogene diabetes insipidus overwogen worden als oorzaak. Regelmatige monitoring van de nierfunctie is essentieel.
#### 4.2.2 Behandeling van medicatie-geïnduceerde nefrotoxiciteit
In de meeste gevallen is de enige effectieve behandeling voor medicatie-geïnduceerde nefrotoxiciteit het **stoppen van het toxische middel**. Bij chronische tubulo-interstitiële nefritis die wordt veroorzaakt door medicijnen zoals lithium, is dit de primaire aanpak. Het stoppen van de medicatie kan soms leiden tot stabilisatie of zelfs verbetering van de nierfunctie, afhankelijk van de ernst en duur van de blootstelling. Adequate vochttoediening en correctie van eventuele elektrolytstoornissen, zoals metabole acidose, zijn ondersteunende maatregelen.
> **Example:** Een patiënt die gedurende meerdere jaren dagelijks een hoge dosis paracetamol heeft gebruikt, ontwikkelt chronische tubulo-interstitiële nefritis met symptomen van polyurie. Na het stoppen van de paracetamol verbetert de urineconcentratiecapaciteit van de nier geleidelijk, en de polyurie neemt af.
De behandeling van de onderliggende oorzaak van tubulo-interstitiële nefritis is cruciaal, zeker bij patiënten die geconfronteerd worden met de nefrotoxische effecten van medicijnen zoals lithium.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Chronische interstitiële nefritis | Een langdurige ontsteking van het nierinterstitium en de tubuli, die leidt tot progressief functieverlies van de nieren. Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals medicijnen, infecties of auto-immuunziekten. |
| Analgetica nefropathie | Nierschade veroorzaakt door langdurig gebruik van pijnstillers (analgetica), met name fenacetine en paracetamol. Dit kan leiden tot chronische interstitiële nefritis en urotheeltumoren. |
| Urotheeltumoren | Tumoren die ontstaan uit het epitheel (urotheel) van de urinewegen, waaronder de nieren, urineleiders, blaas en urinebuis. Langdurige blootstelling aan bepaalde toxische stoffen kan het risico hierop verhogen. |
| Papilnecrose | Afsterven van het nierweefsel in de nierpapillen, de puntige uiteinden van de niermerg die uitmonden in het nierbekken. Dit kan veroorzaakt worden door chronische interstitiële nefritis, diabetes mellitus, of het gebruik van bepaalde medicijnen. |
| Gedilueerde urine | Urine met een lage concentratie opgeloste stoffen, wat duidt op een verminderd vermogen van de nieren om water te reabsorberen of een overmatige vochtinname. Tubulaire disfunctie kan hier een oorzaak van zijn. |
| Polyurie | Een verhoogde urineproductie, vaak meer dan 2,5 liter per dag. Dit kan een symptoom zijn van diabetes insipidus of tubulaire disfunctie, waarbij de nieren moeite hebben met het concentreren van urine. |
| Nycturie | De noodzaak om ’s nachts meerdere keren op te staan om te urineren. Dit kan gerelateerd zijn aan polyurie of een verstoord circadiaan ritme van de hormoonhuishouding die de vochtbalans reguleert. |
| Acidose | Een te lage pH in het bloed of lichaamseigen vloeistoffen, wat duidt op een ophoping van zuur of een verlies van base. Tubulaire acidose is een vorm waarbij de nieren niet in staat zijn om zuren adequaat uit te scheiden. |
| Fibrose | Het proces waarbij littekenweefsel ontstaat als reactie op beschadiging of ontsteking. In de nieren kan interstitiële fibrose leiden tot een verminderde nierfunctie en het ontstaan van schrompelnieren. |
| Nefrocalcinose | Een aandoening waarbij calciumzouten neerslaan in het nierweefsel, specifiek in de tubuli en het interstitium. Dit kan worden veroorzaakt door verhoogde calcium- of fosfaatspiegels in het bloed of urine. |
| Hypercalciurie | Een verhoogde concentratie calcium in de urine. Dit kan leiden tot nierstenen en bijdragen aan nefrocalcinose en nierbeschadiging indien het chronisch aanwezig is. |
| Hyperfosfaturie | Een verhoogde uitscheiding van fosfaat via de urine. Dit kan genetisch bepaald zijn of optreden bij aandoeningen die de fosfaatbalans verstoren, zoals hyperparathyreoïdie. |
| Hyperoxalurie | Een verhoogde concentratie oxalaat in de urine. Dit kan primair (enzymdefect) of secundair (bijvoorbeeld door chronische diarree) voorkomen en kan leiden tot de vorming van calciumoxalaat nierstenen en nierbeschadiging. |
| Tubulopathie | Een ziekte of disfunctie van de niertubuli, de kleine kanaaltjes in de nieren die verantwoordelijk zijn voor het filteren van bloed en het aanmaken van urine. Dit kan leiden tot problemen met de reabsorptie van water, zouten en andere stoffen. |
| Aristolochiazuur | Een toxisch bestanddeel dat voorkomt in planten van het geslacht Aristolochia. Blootstelling hieraan, vaak door het gebruik van Chinese kruidenpreparaten, kan ernstige nierschade veroorzaken, bekend als Aristolochia nefropathie. |