Cover
Inizia ora gratuitamente oor_volledig.pdf
Summary
# De anatomie en fysiologie van het uitwendige oor
Het uitwendige oor omvat de oorschelp en de uitwendige gehoorgang, en speelt een cruciale rol in het opvangen, focussen en doorgeven van geluidstrillingen naar het middenoor, terwijl het tevens bescherming biedt [22](#page=22) [9](#page=9).
### 1.1 Anatomie van het uitwendige oor
Het uitwendige oor bestaat uit twee hoofdonderdelen: de oorschelp (auricula) en de uitwendige gehoorgang (meatus acusticus externus). Het trommelvlies (membrana tympani) wordt vaak ook tot het uitwendige oor gerekend vanwege de functionele verbinding [22](#page=22) [31](#page=31) [9](#page=9).
#### 1.1.1 De oorschelp (auricula)
De oorschelp, ook wel auricula genoemd, is het zichtbare deel van het oor [10](#page=10) [11](#page=11).
Het bestaat voornamelijk uit kraakbeen dat bedekt is met huid [12](#page=12).
Belangrijke structuren van de oorschelp zijn:
* **Helix**: de buitenste, gekromde rand [10](#page=10) [11](#page=11).
* **Antihelix**: een plooi die parallel aan de helix loopt [10](#page=10) [11](#page=11).
* **Concha**: de komvormige holte die naar de gehoorgang leidt [10](#page=10) [11](#page=11).
* **Tragus**: een klein, naar voren gericht uitsteeksel voor de gehoorgang [10](#page=10) [11](#page=11).
* **Antitragus**: een uitsteeksel tegenover de tragus [10](#page=10) [11](#page=11).
* **Lobulus (oorlel)**: het onderste, zachte deel van de oorschelp, dat geen kraakbeen bevat [10](#page=10) [11](#page=11).
> **Tip:** Congenitale afwijkingen zoals microtia (afwezigheid van een deel van de oorschelp) en anotia (totale afwezigheid van de oorschelp) kunnen de vorm en functie van de oorschelp beïnvloeden [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15).
#### 1.1.2 De uitwendige gehoorgang (meatus acusticus externus)
De uitwendige gehoorgang is een buis die de oorschelp verbindt met het trommelvlies. De gehoorgang is ongeveer 2,5 cm lang. Anatomisch kan de gehoorgang worden onderverdeeld in twee delen [17](#page=17):
* Het **buitenste deel (ongeveer 1/3)**: dit deel is kraakbenig en bevat haartjes, talgklieren en zweetklieren [17](#page=17).
* Het **binnenste deel (ongeveer 2/3)**: dit deel is benig en maakt deel uit van de pars mastoïdea van het os temporale [17](#page=17).
> **Tip:** De aanwezigheid van haartjes en oorsmeer (cerumen) in de gehoorgang is essentieel voor bescherming [25](#page=25) [26](#page=26).
#### 1.1.3 Het trommelvlies (membrana tympani)
Het trommelvlies is een dun vlies dat de uitwendige gehoorgang afsluit en het middenoor scheidt van het uitwendige oor. Het vangt geluidsgolven op en geeft deze door aan de gehoorbeentjes in het middenoor. Het vlies heeft een stijve rand (annulus) en een slapper deel [31](#page=31).
### 1.2 Fysiologie van het uitwendige oor
Het uitwendige oor vervult meerdere belangrijke fysiologische functies:
#### 1.2.1 Functie van de oorschelp
De oorschelp heeft als primaire functie het opvangen en focussen van geluid [23](#page=23).
* Het helpt geluiden luider te horen [23](#page=23).
* Het verbetert de bepaling van de locatie van een geluidsbron, met name of een geluid van voren of achteren komt [23](#page=23).
* Het verbetert het gehoor en het verstaan in winderige omstandigheden [23](#page=23).
Hoewel het de geluidsintensiteit kan verhogen, is de oorschelp niet primair verantwoordelijk voor richting horen in de zin van links-rechts lokalisatie [23](#page=23).
#### 1.2.2 Functie van de uitwendige gehoorgang
De uitwendige gehoorgang fungeert als een resonator, wat betekent dat het de geluidsgolven versterkt en efficiënter naar het trommelvlies leidt [25](#page=25).
* **Geluidsgeleiding**: Het geeft geluiden door naar het trommelvlies [25](#page=25).
* **Bescherming**: De gehoorgang beschermt het gevoelige trommelvlies tegen fysieke schade, vuil en insecten [25](#page=25).
* **Cerumenproductie**: De talg- en zweetklieren produceren oorsmeer (cerumen), dat een beschermende en reinigende werking heeft. Cerumen helpt bij het vastvangen van stofdeeltjes en heeft antibacteriële eigenschappen [26](#page=26).
> **Tip:** Oorsmeer kan soms ophopen en de gehoorgang blokkeren. Verwijdering kan plaatsvinden met druppels, waterirrigatie of instrumenten, bij voorkeur door een arts of audioloog. Het is cruciaal om nooit te proberen oorsmeer zelf diep in de gehoorgang te verwijderen [28](#page=28) [30](#page=30).
#### 1.2.3 Functie van het trommelvlies
Het trommelvlies is essentieel voor de start van het gehoorproces.
* **Geluidopvang**: Het vangt de geluidsgolven op die via de gehoorgang binnenkomen [31](#page=31).
* **Bescherming van het middenoor**: Door de scheiding die het vormt, beschermt het de delicate structuren van het middenoor tegen externe invloeden [31](#page=31).
Wanneer geluidsgolven het trommelvlies bereiken, zetten ze dit in trilling, wat vervolgens de gehoorbeentjes in het middenoor in beweging zet [31](#page=31).
---
# De anatomie en fysiologie van het middenoor
Het middenoor is een essentieel onderdeel van het gehoorsysteem, verantwoordelijk voor de efficiënte transmissie van geluidsgolven van het trommelvlies naar het binnenoor door middel van de middenoorholte, de buis van Eustachius en de gehoorbeentjes [32](#page=32).
### 2.1 Anatomie van het middenoor
Het middenoor omvat verschillende structuren die samenwerken voor geluidstransmissie [32](#page=32).
#### 2.1.1 De middenoorholte
De middenoorholte, ook wel cavitas tympani genoemd, is een met lucht gevulde ruimte in het rotsbeen. Belangrijke structuren binnen de middenoorholte zijn [33](#page=33) [34](#page=34):
* **Membrana tympani (trommelvlies):** Scheidt het uitwendige oor van het middenoor. Het trommelvlies is verdeeld in de pars tensa en de pars flaccida [18](#page=18) [19](#page=19) [33](#page=33) [34](#page=34) [65](#page=65).
* **Antrum:** Een holte die naar achteren en boven de middenoorholte uitbreidt [33](#page=33) [34](#page=34) [65](#page=65).
* **Promontorium:** Een uitstulping aan de binnenwand van de middenoorholte, gevormd door de eerste winding van de cochlea [18](#page=18) [19](#page=19) [33](#page=33) [34](#page=34) [65](#page=65).
* **Ronde venster (fenestra cochleae):** Een opening die het middenoor verbindt met de cochlea, bedekt door het secundaire trommelvlies [18](#page=18) [19](#page=19) [33](#page=33) [34](#page=34) [65](#page=65).
* **Ovale venster (fenestra vestibuli):** Een opening waar de stapes in past, verbindend met het vestibulum van het binnenoor [33](#page=33) [34](#page=34) [65](#page=65).
* **Gehoorbeentjes:** De malleus, incus en stapes, die een keten vormen voor geluidsoverdracht [33](#page=33) [34](#page=34) [65](#page=65).
* **Malleus (hamer):** Vastgehecht aan het trommelvlies [18](#page=18) [19](#page=19) [46](#page=46).
* **Incus (aambeeld):** Verbindt de malleus met de stapes [18](#page=18) [19](#page=19) [48](#page=48).
* **Stapes (stijgbeugel):** Met zijn voetplaat in het ovale venster [18](#page=18) [19](#page=19) [33](#page=33) [34](#page=34) [50](#page=50) [65](#page=65).
* **Ligamenten:** Ondersteunen de gehoorbeentjes en de middenoorholte. Voorbeelden zijn het ligamentum mallei (superius, laterale, anterior) en het ligamentum incudis posterior [18](#page=18) [19](#page=19) [33](#page=33) [34](#page=34) [43](#page=43) [45](#page=45) [46](#page=46) [65](#page=65).
* **Musculus tensor tympani:** Een spier die de spanning van het trommelvlies regelt [33](#page=33) [34](#page=34) [45](#page=45) [65](#page=65).
* **Musculus stapedius:** Een kleine spier die aan de stapes is bevestigd en de beweging ervan beperkt [18](#page=18) [19](#page=19) [33](#page=33) [34](#page=34) [43](#page=43) [45](#page=45) [65](#page=65).
* **Tuba auditiva (Buis van Eustachius):** Verbindt het middenoor met de nasofarynx [33](#page=33) [34](#page=34) [65](#page=65).
* **Nervus facialis (Aangezichtszenuw):** Loopt door de middenoorholte [33](#page=33) [34](#page=34) [52](#page=52) [65](#page=65).
* **Chorda tympani:** Een tak van de nervus facialis die door het middenoor loopt en smaakzenuwen transporteert [18](#page=18) [19](#page=19) [37](#page=37) [54](#page=54) [55](#page=55).
#### 2.1.2 De buis van Eustachius
De buis van Eustachius (ook wel tuba auditiva genoemd) verbindt de nasofarynx met de middenoorholte. De belangrijkste functies zijn drainage en ventilatie van het middenoor. Anatomische structuren gerelateerd aan de buis zijn de torus tubarius en de spieren musculus levator veli palatini en musculus tensor veli palatini [38](#page=38) [39](#page=39) [41](#page=41) [63](#page=63).
#### 2.1.3 De gehoorbeentjes
De gehoorbeentjes vormen een keten die geluidstransmissie faciliteert [33](#page=33) [34](#page=34) [57](#page=57) [65](#page=65).
* **Malleus:** Heeft een kop, nek, manubrium en een laterale en anteriore processus. Het manubrium is verbonden met het trommelvlies [18](#page=18) [19](#page=19) [46](#page=46).
* **Incus:** Bestaat uit een corpus en twee crura (lang en kort) en een lenticulair processus [48](#page=48).
* **Stapes:** Heeft een kop, twee crura (anterior en posterior) en een basis die in het ovale venster past. Het ligamentum annulare verbindt de stapes met het ovale venster [43](#page=43) [50](#page=50).
#### 2.1.4 De aangezichtszenuw (Nervus facialis)
De nervus facialis (hersenzenuw VII) loopt door de middenoorholte. Het ganglion geniculi is een deel van deze zenuw [33](#page=33) [34](#page=34) [52](#page=52) [54](#page=54) [55](#page=55) [65](#page=65).
#### 2.1.5 De chorda tympani
De chorda tympani is een tak van de nervus facialis die door de middenoorholte loopt [18](#page=18) [19](#page=19) [37](#page=37) [54](#page=54) [55](#page=55).
### 2.2 Fysiologie van het middenoor
De fysiologie van het middenoor richt zich op de mechanische overdracht van geluid en de aanpassing daarvan [32](#page=32) [57](#page=57).
#### 2.2.1 De gehoorbeentjesketen en impedantieaanpassing
Zonder de gehoorbeentjesketen zou ongeveer 98% van de geluidsenergie worden teruggekaatst, wat leidt tot ongeveer 30 decibel (dB) gehoorverlies. Het hoofddoel van de gehoorbeentjesketen is impedantieaanpassing, om de energieoverdracht van lucht (lage impedantie) naar het vloeistofgevulde binnenoor (hoge impedantie) te maximaliseren. Dit wordt bereikt door [58](#page=58):
* **Druktransformatie:** Dit is een combinatie van oppervlaktevoordeel en een hefboomeffect [58](#page=58).
* **Oppervlaktevoordeel (focusseringsprincipe):** Het oppervlak van het trommelvlies (ongeveer 55 vierkante millimeter of mm²) is significant groter dan het oppervlak van de voetplaat van de stapes in het ovale venster (ongeveer 3,2 mm²). De verhouding is ongeveer $55 / 3.2 \approx 17:1$. Dit betekent dat de druk op het ovale venster 17 keer zo groot is als op het trommelvlies [59](#page=59).
* **Hefboomeffect:** De malleus is ongeveer 1,3 keer langer dan de incus, waardoor de beweging van de malleus wordt omgezet in een grotere kracht op de incus [60](#page=60).
* **Totale druktoename:** De gecombineerde effecten van oppervlaktevoordeel en hefboomeffect resulteren in een toename van de geluidsdruk met een factor van ongeveer $17 \times 1.3 = 22$. De toename in geluidsdruk wordt uitgedrukt in decibel (dB) met de formule $20 \log_{10}(\text{drukfactor})$. In dit geval is de toename $20 \log_{10} $, wat neerkomt op ongeveer 26,84 dB, of afgerond 27 dB [22](#page=22) [61](#page=61).
#### 2.2.2 De middenoorspiertjes
De spieren musculus tensor tympani en musculus stapedius spelen een rol in de bescherming van het binnenoor tegen luide geluiden via reflexen (zoals de stapediusreflex of Pollitzer reflex) en door het aanpassen van de spanning van de gehoorbeentjesketen [18](#page=18) [19](#page=19) [33](#page=33) [34](#page=34) [62](#page=62) [65](#page=65).
#### 2.2.3 De buis van Eustachius
Naast ventilatie en drainage speelt de buis van Eustachius ook een rol bij het handhaven van de luchtdruk in het middenoor, gelijk aan de omgevingsdruk. Dit is cruciaal voor de correcte werking van het trommelvlies en de gehoorbeentjesketen [63](#page=63).
---
# De anatomie en fysiologie van het binnenoor en centrale gehoorbanen
Dit hoofdstuk behandelt de complexe structuur van het binnenoor, inclusief het labyrint, het orgaan van Corti, en de processen die ten grondslag liggen aan geluidsverwerking en de daaropvolgende transmissie via de centrale gehoorbanen [4](#page=4) [57](#page=57) [67](#page=67) [80](#page=80) [97](#page=97).
### 3.1 Anatomie van het binnenoor
Het binnenoor bestaat uit twee hoofdcomponenten: het benige labyrint en het vliezige labyrint [67](#page=67) [68](#page=68).
#### 3.1.1 Het benig labyrint
Het benige labyrint is een systeem van met vloeistof gevulde holtes binnen het pars petrosa van het temporale bot. Deze holtes bevatten perilymfe en omvatten drie hoofdgedeelten [69](#page=69) [70](#page=70):
* **Cochlea:** De gehoorslak, verantwoordelijk voor de geluidsverwerking [69](#page=69) [83](#page=83).
* **Vestibulum:** Het centrale deel, dat de sacculus en utriculus bevat en betrokken is bij het evenwicht [69](#page=69).
* **Duci semicirculares (halfcirkelvormige kanalen):** Drie kanalen die ook deel uitmaken van het evenwichtsorgaan [69](#page=69).
#### 3.1.2 Het vliezig labyrint
Het vliezige labyrint is een reeks met endolymfe gevulde membraanbuizen en zakjes die binnen het benige labyrint liggen. Het vliezige labyrint bevat de zintuigstructuren voor zowel gehoor als evenwicht [67](#page=67) [70](#page=70).
* **Otolietorganen:** De utriculus en de sacculus [72](#page=72) [74](#page=74) [76](#page=76) [98](#page=98) [99](#page=99).
* De **utriculus** reageert op horizontale versnellingen en de positie van het hoofd ten opzichte van de zwaartekracht [75](#page=75) [98](#page=98).
* De **sacculus** reageert op verticale versnellingen en de positie van het hoofd ten opzichte van de zwaartekracht [75](#page=75) [98](#page=98).
* Beide organen bevatten **maculae**, die gevoelig zijn voor beweging van otolieten (kleine calciumcarbonaatkristallen) die op een gelatineuze laag liggen [72](#page=72) [74](#page=74) [76](#page=76) [98](#page=98).
* **Ductus semicirculares (halfcirkelvormige kanalen):** Drie kanalen die in verschillende vlakken georiënteerd zijn en gevoelig zijn voor rotatiebewegingen van het hoofd [76](#page=76).
* **Ductus cochlearis (cochleaire kanaal):** Het orgaan van Corti, de gehoorreceptor, bevindt zich in de cochlea [83](#page=83) [88](#page=88).
#### 3.1.3 Het orgaan van Corti
Het orgaan van Corti is het sensorische orgaan van het gehoor en bevindt zich in de ductus cochlearis. Het rust op het basilaire membraan en wordt bedekt door het tectoriale membraan [81](#page=81) [85](#page=85) [86](#page=86) [88](#page=88).
Het orgaan van Corti bestaat uit:
* **Hoorcellen:**
* **Inwendige haarcellen:** Eén rij peervormige cellen die direct contact maken met afferente zenuwvezels. Ze hebben ongeveer 3500 zintuighaartjes (cilia) gerangschikt in een V-vorm, meestal in 3 rijen naar grootte [91](#page=91) [92](#page=92) [94](#page=94).
* **Uitwendige haarcellen:** Drie tot vijf rijen cilindervormige cellen die efferente zenuwvezels aan hun basis hebben en ongeveer 12000 zintuighaartjes (cilia) in een W-vorm [90](#page=90) [91](#page=91) [92](#page=92) [93](#page=93).
* **Pijlercellen:** Structurele ondersteuning voor de haarcellen [90](#page=90) [92](#page=92).
* **Cellen van Deiters:** Bieden ondersteuning aan de uitwendige haarcellen [90](#page=90) [92](#page=92).
* **Cellen van Hensen, Claudius en Boettcher:** Aanvullende ondersteunende cellen [90](#page=90).
* **Tectoriaal membraan:** Een gelatineuze laag die de cilia van de haarcellen bedekt [88](#page=88) [90](#page=90).
* **Basilair membraan:** Ondersteunt het orgaan van Corti en vibreert als reactie op geluidstrillingen [85](#page=85) [86](#page=86) [88](#page=88).
* **Reticulaire lamina:** Een membraan dat de bovenkant van de haarcellen stabiliseert [90](#page=90).
* **Stria vascularis:** Verantwoordelijk voor de productie van endolymfe en het handhaven van de ionenconcentratie [88](#page=88).
* **Spiraal ligament:** Biedt structurele ondersteuning aan de wand van de cochlea [88](#page=88).
De cochlea is opgedeeld in drie vloeistofgevulde compartimenten: de scala vestibuli, de ductus cochlearis (scala media) en de scala tympani. De scala vestibuli en de scala tympani zijn gevuld met perilymfe, terwijl de ductus cochlearis endolymfe bevat, wat resulteert in een positieve lading van ongeveer +30mV ten opzichte van perilymfe [83](#page=83) [84](#page=84) [88](#page=88) [94](#page=94).
### 3.2 Fysiologie van het binnenoor
De fysiologie van het binnenoor omvat zowel het evenwichtssysteem als de geluidsverwerking in de cochlea [67](#page=67) [97](#page=97).
#### 3.2.1 Het systeem van de statolietorganen en halfcirkelvormige kanalen
De utriculus, sacculus en de halfcirkelvormige kanalen vormen het evenwichtsorgaan. Beweging van de endolymfe binnen deze structuren activeert de haarcellen in de maculae (utriculus en sacculus) en in de ampullae van de halfcirkelvormige kanalen. Deze activatie leidt tot veranderingen in de neurale activiteit die door de nervus vestibularis naar de hersenstam worden gestuurd [79](#page=79) [98](#page=98) [99](#page=99).
#### 3.2.2 De cochlea en het orgaan van Corti: sensoriële codering van geluid
Het proces van geluidsverwerking in de cochlea is complex en omvat de omzetting van akoestische energie in neurale signalen .
**Geluidsgolven:** Geluidsgolven worden gekarakteriseerd door hun amplitude (uitwijking van de golf), periode (tijd voor één golflengte), golflengte ($\lambda$), voortplantingssnelheid ($c = \lambda/T = \lambda.f$) en frequentie ($f$, aantal trillingen per seconde). Geluidstrillingen die het oor binnenkomen, veroorzaken drukgolven in de lucht, wat leidt tot compressie (condensatie) en decompressie (rarefactie) van de luchtmoleculen .
**Mechanisme van geluidstransductie:**
1. **Akoestisch naar mechanisch:** Geluidsgolven brengen de membrana tympani in trilling, die via de gehoorbeentjes de voetplaat van de stijgbeugel in het ovale venster duwt. Dit genereert drukgolven in de perilymfe van de scala vestibuli [54](#page=54) [55](#page=55).
2. **Hydraulisch:** De drukveranderingen in de perilymfe van de scala vestibuli planten zich voort door de cochlea en veroorzaken een opwaartse of neerwaartse beweging van de ductus cochlearis (scala media) .
3. **Mechanische beweging van het basilaire membraan:** De beweging van de endolymfe in de ductus cochlearis veroorzaakt een buiging van het basilaire membraan. Hoge frequenties worden gedetecteerd nabij de basis van de cochlea (stijver deel van het basilaire membraan), terwijl lage frequenties worden gedetecteerd nabij de apex (flexibeler deel) .
4. **Mechano-transductie in haarcellen:** De beweging van het basilaire membraan buigt de cilia van de haarcellen tegen het tectoriale membraan [90](#page=90).
* Bij **compressie** (ductus cochlearis wordt naar beneden geduwd), worden de cilia van de haarcellen naar de langere zijde gebogen, wat leidt tot een **depolarisatie** van de haarcel .
* Bij **rarefactie** (ductus cochlearis wordt naar boven getrokken), worden de cilia naar de kortere zijde gebogen, wat leidt tot een **hyperpolarisatie** van de haarcel .
5. **Neurale signalering:** Depolarisatie van de haarcel opent mechanisch-gevoelige ionkanalen, waardoor $\text{Ca}^{2+}$ ionen de cel instromen. Dit leidt tot de afgifte van neurotransmitters aan de synaps met de afferente zenuwvezels van de nervus cochlearis (onderdeel van hersenzenuw VIII). Deze neurotransmitters activeren de zenuwvezels, waardoor een actiepotentiaal ontstaat die naar de hersenen wordt gestuurd [83](#page=83) [93](#page=93) [94](#page=94) [95](#page=95).
#### 3.2.3 Bezenuwing van de haarcellen
De haarcellen worden bezenuwd door zowel afferente (sensorische) als efferente (motorische) zenuwvezels [93](#page=93) [94](#page=94) [95](#page=95).
* **Afferente vezels:** Verzamelen signalen van de haarcellen en sturen deze naar de hersenstam via de nervus cochlearis. De meeste afferente vezels verbinden zich met de inwendige haarcellen, die verantwoordelijk zijn voor de primaire signaaloverdracht naar de hersenen [79](#page=79) [93](#page=93) [94](#page=94).
* **Efferente vezels:** Vertrekken van de hersenstam en eindigen bij de uitwendige haarcellen. Ze moduleren de activiteit van de uitwendige haarcellen, wat een rol speelt bij het aanpassen van de gevoeligheid van het gehoor en het verbeteren van de signaal-ruisverhouding [93](#page=93).
### 3.3 De centrale gehoorbanen
De centrale gehoorbanen omvatten de neurale routes die de geluidsinformatie van het binnenoor naar de auditieve cortex in de hersenen transporteren. [3.4](#page=3.4) De nervus cochlearis, een deel van hersenzenuw VIII, verzamelt de signalen van de cochlea en projecteert naar de cochleaire kernen in de hersenstam. Van daaruit worden de signalen verder verwerkt via verschillende synapsen, waaronder de superieure olijf, de laterale lemniscus, de colliculus inferior en de mediale geniculate nucleus van de thalamus, alvorens de primaire auditieve cortex te bereiken [ongeciteerd. Deze complexe route zorgt voor de analyse van geluidskenmerken zoals toonhoogte, luidheid en lokalisatie. [ongeciteerd [67](#page=67) [79](#page=79) [80](#page=80) [83](#page=83) [84](#page=84).
> **Tip:** Bestudeer de anatomische diagrammen van het binnenoor en het orgaan van Corti grondig. Het begrijpen van de ruimtelijke organisatie van de haarcellen, het basilaire membraan en de vloeistofcompartimenten is cruciaal voor het begrijpen van de tonotopie van de cochlea.
> **Tip:** Visualiseer het proces van geluidsverwerking als een reeks transducties: van akoestische energie naar mechanische trillingen, hydraulische druk, membraanbewegingen en uiteindelijk elektrische signalen in de neuronen. Begrijp de rol van compressie en rarefactie in de activatie van haarcellen.
> **Tip:** Concentreer je op de verschillen tussen inwendige en uitwendige haarcellen qua vorm, aantal en functie, evenals hun specifieke bezenuwing. Dit is essentieel voor het begrijpen van de codering van geluidssignalen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Oorschelp (Auricula) | Het uitwendige zichtbare deel van het oor, dat helpt bij het opvangen en richten van geluid, en bij het bepalen van de geluidsrichting. |
| Uitwendige gehoorgang | De buis die geluid van de oorschelp naar het trommelvlies leidt; het eerste deel is kraakbenig en het tweede deel is benig. |
| Trommelvlies (Membrana tympani) | Een dun membraan dat de uitwendige gehoorgang scheidt van het middenoor en trilt als reactie op geluidsgolven. |
| Middenoorholte | Een met lucht gevulde ruimte achter het trommelvlies die de gehoorbeentjes bevat en verbonden is met de buis van Eustachius. |
| Buis van Eustachius (Tuba auditiva) | Een kanaal dat het middenoor verbindt met de nasofarynx, verantwoordelijk voor het egaliseren van de luchtdruk aan beide zijden van het trommelvlies en voor drainage. |
| Gehoorbeentjes | Drie kleine botjes in het middenoor (malleus, incus, stapes) die geluidstrillingen versterken en doorgeven van het trommelvlies naar het ovale venster van het binnenoor. |
| Malleus (Hamer) | Het eerste van de drie gehoorbeentjes, verbonden met het trommelvlies en de incus. |
| Incus (Aambeeld) | Het middelste gehoorbeentje, verbonden met de malleus en de stapes. |
| Stapes (Stijgbeugel) | Het kleinste gehoorbeentje, dat de trillingen van de incus doorgeeft aan het ovale venster van het binnenoor. |
| Ovale venster | Een membraan-bedekte opening in de wand van het binnenoor waar de stapes de trillingen overbrengt naar de perilymfe. |
| Ronde venster | Een opening in het binnenoor die helpt bij de demping van geluidstrillingen in de cochlea. |
| Benig labyrint | Het buitenste deel van het binnenoor, gevuld met perilymfe, dat de vorm geeft aan de cochlea, het vestibulum en de semicirculaire kanalen. |
| Vliezig labyrint | Het binnenste deel van het binnenoor, gevuld met endolymfe, dat de sensorische receptoren voor gehoor en evenwicht bevat. |
| Orgaan van Corti | Het sensorische orgaan voor het gehoor, gelegen in de cochlea, dat mechanische trillingen omzet in elektrische signalen. |
| Cochlea | Het slakkenhuisvormige deel van het binnenoor dat verantwoordelijk is voor het omzetten van geluidstrillingen in zenuwimpulsen. |
| Ductus cochlearis (Cochleaire kanaal) | Het vliezige kanaal binnen de cochlea dat de endolymfe bevat en waar het orgaan van Corti zich bevindt. |
| Scala vestibuli | De bovenste kamer van de cochlea, gevuld met perilymfe, die begint bij het ovale venster. |
| Scala tympani | De onderste kamer van de cochlea, gevuld met perilymfe, die eindigt bij het ronde venster. |
| Membrana basilaris | Een membraan binnen de cochlea waarop het orgaan van Corti rust; het trilt bij verschillende frequenties op verschillende plaatsen. |
| Tectoriaal membraan | Een gelatineus membraan dat boven de haarcellen in het orgaan van Corti ligt; de interactie met de cilia is cruciaal voor de geluidsverwerking. |
| Haarcellen | De sensorische receptoren in het orgaan van Corti die mechanische beweging omzetten in elektrische signalen; er zijn inwendige en uitwendige haarcellen. |
| Inwendige haarcel | De primaire gehoorreceptor die de transducerende functie uitoefent en voornamelijk afferente signalen naar de hersenen stuurt. |
| Uitwendige haarcel | Helpt bij het mechanisch versterken van geluidstrillingen binnen de cochlea en moduleert de respons van de inwendige haarcellen. |
| Mechano-transductie | Het proces waarbij mechanische energie (geluidstrillingen) wordt omgezet in elektrische signalen die door neuronen kunnen worden doorgegeven. |
| Ganglion geniculi | Een knooppunt van zenuwcellen in de nervus facialis (N. VII), gerelateerd aan smaak en parasympathische innervatie van klieren. |
| Chorda tympani | Een tak van de nervus facialis (N. VII) die door het middenoor loopt en smaakinformatie van de voorste twee derde deel van de tong transporteert. |
| N. vestibularis | De tak van de achtste hersenzenuw (N. VIII) die verantwoordelijk is voor het evenwicht. |
| Nervus cochlearis | De tak van de achtste hersenzenuw (N. VIII) die verantwoordelijk is voor het gehoor. |
| Otolietorganen (Sacculus en Utriculus) | Onderdelen van het evenwichtsorgaan die lineaire versnelling en de zwaartekracht detecteren met behulp van otolieten. |
| Semicirculaire kanalen | Drie met vloeistof gevulde kanalen in het binnenoor die hoekversnelling en rotatiebewegingen van het hoofd detecteren. |
| Impedantie aanpassing | Het proces waarbij het middenoor zorgt voor een efficiënte overdracht van geluidsenergie van de lucht (laag medium) naar de vloeistof van het binnenoor (hoog medium) door drukversterking. |
| Druktransformatie | Het mechanisme in het middenoor dat geluidsdruk versterkt door middel van oppervlakteverschil en hefboomeffect van de gehoorbeentjes. |
| Oppervlakte voordeel | De verhouding van het oppervlak van het trommelvlies tot het oppervlak van het ovale venster, wat bijdraagt aan de drukversterking in het middenoor. |
| Hefboomeffect | Het mechanische voordeel verkregen door de ongelijke lengtes van de armen van de gehoorbeentjes (malleus en incus), wat de kracht van de trillingen verhoogt. |