Cover
Inizia ora gratuitamente Geschiedenis van het publekrecht en de politiek.docx
Summary
Het publiekrecht omvat het recht dat de verhouding tussen de overheid en het individu regelt, alsook de verhoudingen tussen verschillende overheden.
## Inleiding tot het publiekrecht en de rechtsgeschiedenis
Het publiekrecht regelt de verticale relaties tussen burgers en de overheid, of tussen verschillende overheden. Het onderscheid tussen publiek- en privaatrecht is niet altijd evident geweest en kan complex zijn, daar één feit zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke gevolgen kan hebben. De studie van het recht vanuit een historisch perspectief, de rechtsgeschiedenis, is een metajuridische benadering die essentieel is om het recht correct te begrijpen en toe te passen door de evolutie en de context ervan te kennen.
### De historische benadering van het recht
De historische benadering van het recht is een *metajuridische* benadering. Juristen bekijken juridische problematiek door een specifieke bril, op zoek naar betere sancties en afspraken. Metajuridica kijkt niet enkel naar het recht zoals het *hier en nu* geldt, maar ook van op een afstand, door andere wetenschappelijke disciplines te betrekken (interdisciplinair), zoals rechtsociologie, rechtsfilosofie, rechtspsychologie, en natuurlijk rechtsgeschiedenis. Dit helpt om het recht kritisch te benaderen en de invloed van factoren als macht, politiek, economie, religie en zelfs klimaat op de totstandkoming van recht te begrijpen.
## De wisselwerking tussen recht en geschiedenis
Recht en geschiedenis spelen op verschillende vlakken een ondersteunende rol voor elkaar. Een goede jurist gebruikt historische vaardigheden om het recht te duiden, terwijl een goede historicus juridische bronnen gebruikt om het verleden te reconstrueren. Dit impliceert dat de betekenis van juridische termen en concepten doorheen de tijd kan evolueren.
### Continuïteit en Breuken in het Recht
* **Continuïteit:** Gemiddelde evolutie is de regel; recht past zich stapsgewijs aan. Breuken in het recht komen weinig voor, wat duidt op een zekere mate van conservatisme in juridische aanpassingen.
* **Breuken:** Breuken zijn uitzonderingen, vaak veroorzaakt door revoluties of ingrijpende politieke of maatschappelijke veranderingen, die leiden tot directe en enorme veranderingen in de samenleving en het recht.
### Historische Kritiek op Bronnen
Papier is gewillig, wat betekent dat wetgeving niet altijd de werkelijke praktijk weerspiegelt. Het is niet omdat iets in de wet staat dat het ook daadwerkelijk wordt gevolgd. Er is een verschil tussen het *wettelijke* (wat in de wet staat) en het *wettige* (wat geldig is of nietig verklaard kan worden). Soms is iets wettelijk maar niet wettig (bv. een beslissing in strijd met een hogere norm), en soms is iets wettig maar niet wettelijk (bv. rechtspraak die een lacune opvult). Dit benadrukt het belang van *law in action* – het recht zoals het werkelijk wordt toegepast.
## De Opbouw van het Publiekrecht
### Historische Periodisering
De geschiedenis van het publiekrecht kan worden opgedeeld in verschillende periodes:
* **Oudheid (tot ca. 500):** Fundamenten gelegd door de Romeinen, met nadruk op gewoonterecht en de ontwikkeling van wetenschappelijk recht.
* **Middeleeuwen (ca. 500-1500):** Invloed van Germaanse stammen, de kerk (canoniek recht) en de herontdekking van het Romeinse recht, leidend tot juridisch pluralisme en feodale structuren.
* **(Vroeg)moderne Tijd (ca. 1500-1800):** Opkomst van de soevereine nationale staat, vorstelijke absolutisme, codificatie van het recht en de beginnende scheiding tussen kerk en staat.
* **Nieuwste Tijd (vanaf ca. 1800):** Revoluties, democratisering, opkomst van het constitutionele recht, mensenrechten, scheiding der machten en de ontwikkeling van het moderne publiekrecht.
### De Oorsprong van het Publiekrecht
* **Romeinen:** Kenden het onderscheid tussen publiek en privaat recht niet expliciet zoals wij dat vandaag kennen, maar maakten wel onderscheid tussen regelingen van publiek nut en regelingen van privaat nut. Termen als *ius publicum* evolueerden door de tijd heen.
* **Middeleeuwen:** De kerk speelde een cruciale rol in het behoud en de verspreiding van Romeinse ideeën en terminologie, met figuren als Isidorus van Sevilla en Gratianus die bijdroegen aan de ordening van het kerkelijk recht.
* **Vroegmoderne Tijd:** Publiekrecht begon zich als concept te ontwikkelen, met vorsten die geleerde juristen inschakelden om hun macht te vergroten en wetgeving te creëren die steeds meer gecentraliseerd en bindend werd. Het onderscheid tussen publiek en privaat recht werd duidelijker in theorie, hoewel de praktijk vaak complex bleef.
### Het Onderscheid tussen Publiekrecht en Privaatrecht
Het onderscheid tussen publiek- en privaatrecht is vaak problematisch, omdat het niet altijd duidelijk is waar de grens ligt en omdat het recht vaak door elkaar loopt. Bijvoorbeeld, een misdrijf zoals door het rood licht rijden kan zowel een publiekrechtelijke sanctie (boete, strafrechtbank) als een privaatrechtelijke consequentie (betalen van schadevergoeding aan slachtoffer) met zich meebrengen.
De criteria om dit onderscheid te maken zijn:
1. **Organiek criterium:** Kijken naar de aard van de partij. Publiekrecht regelt de verhouding tussen de overheid en het individu (verticale relatie), terwijl privaatrecht de relaties tussen burgers onderling regelt (horizontale relatie). Echter, de overheid kan ook burgerlijke contracten sluiten en is onderworpen aan burgerlijke aansprakelijkheid, wat dit criterium bemoeilijkt.
2. **Functioneel criterium:** Kijken naar de functie of het doel van het recht. Publiekrecht streeft naar het algemeen nut, wordt gekenmerkt door het geweldsmonopolie van de overheid en de mogelijkheid om bindende beslissingen te nemen. Privaatrecht dient primair het particulier nut, zoals schadeherstel of het aangaan van contracten.
3. **Rechtshistorische oorzaak en juridisch middel:** Het onderscheid is mede ontstaan door de historische ontwikkeling van juridische terminologie, instellingen en de noodzaak om de macht van de vorst te reguleren.
De controle op de naleving van de wetten en de grondrechten gebeurt door een onafhankelijke rechter, zoals de Raad van State voor administratieve geschillen.
## De historische ontwikkeling van het publiekrecht
### De Oudheid: De Romeinse Fundamenten
De oudste bouwstenen van het publiekrecht komen uit de Oudheid, met name uit Rome. Het gewoonterecht was in de oudheid de belangrijkste bron. In Rome ontwikkelde zich het wetenschappelijk recht, mede dankzij de christelijke kerk die een brug sloeg tussen het Romeinse Rijk en de Middeleeuwen.
* **Hammurabi's Codex:** Een vroege rechtsbron (18e eeuw v.Chr.) die principes bevat zoals het talionprincipe ("oog om oog, tand om tand"), wat een stap richting het geweldmonopolie van de staat betekent, door eigenrichting te beperken. De codex was echter geen modern wetboek, maar eerder een verzameling van regels.
* **Gewoonterecht:** De belangrijkste formele rechtsbron en legitimatievorm in veel oude samenlevingen, gebaseerd op herhaling, dwang en traditionele legitimatie. Het recht werd "gevonden" door ervaren oordeelvinders.
### De Middeleeuwen: Verbrokkeling en Pluralisme
De Middeleeuwen kenmerkten zich door een verbrokkeling van de macht en het recht, mede door de invloed van Germaanse stammen en feodale structuren. Het recht werd beïnvloed door het Romeinse recht, het gewoonterecht en het canoniek recht.
* **Germaanse Invloeden:** Na de val van het West-Romeinse Rijk namen de Germaanse stammen hun eigen gewoonterecht mee, wat leidde tot juridisch pluralisme in gebieden waar verschillende stammen naast elkaar leefden.
* **Feodaliteit:** Het leenstelsel, een juridisch en sociaal systeem gebaseerd op persoonlijke trouw en de wederkerige verplichtingen tussen leenheren en leenmannen, versterkte de verbrokkeling van de macht en leidde tot de ontwikkeling van lokale rechtspraak.
* **Kerkelijk Recht:** De kerk behield en ontwikkelde het canoniek recht, dat een grote invloed had op het personen- en familierecht, en bijdroeg aan de verschriftelijking en rationalisering van het recht.
* **Stadsrechten:** Vanaf de 11e eeuw verworven steden steeds meer autonomie en privileges, wat leidde tot de ontwikkeling van stadsrecht, dat een basis vormde voor wat vandaag als grondrecht wordt beschouwd.
### De Vroegmoderne Tijd: Opkomst van de Soevereine Staat
De vroegmoderne tijd zag de opkomst van de soevereine natiestaat, met een sterkere centrale macht van de vorst. Het absolutisme kwam op, waarbij de vorst zich steeds meer als de enige wetgever en opperste rechter beschouwde.
* **Vorstelijke Almacht:** Vorsten streefden naar absolute macht, gesteund door juristen en filosofen die de staatsmacht verheerlijkten (bv. Jean Bodin's concept van soevereiniteit).
* **Codificatie:** Het recht werd steeds meer gecodificeerd in wetboeken, wat zorgde voor uniformiteit en rechtszekerheid, maar ook voor een beperking van de rol van gewoonterecht en rechtspraak.
* **Verlichting:** Ideeën van rede, natuurrechten en de beperking van de vorstelijke macht leidden tot het verlicht absolutisme, waarbij vorsten hervormingen doorvoerden om het algemeen welzijn te bevorderen en de staat te rationaliseren.
### De Moderne Tijd: Revoluties en Democratisering
De Franse en Amerikaanse Revoluties brachten ingrijpende veranderingen teweeg, met de nadruk op volkssoevereiniteit, mensenrechten, scheiding der machten en de ontwikkeling van het constitutionele recht.
* **Franse Revolutie:** Leidde tot de afschaffing van feodaliteit, de invoering van mensenrechtenverklaringen, codificatie van het recht (Code Civil) en de vestiging van een republikeinse staatsvorm. De Franse invloed op het Belgische rechtssysteem was aanzienlijk.
* **Amerikaanse Revolutie:** De oprichting van de Verenigde Staten met een federale staatsstructuur, een grondwet en een Bill of Rights die fundamentele rechten garandeerde, bood een model voor latere democratische staten.
* **19e Eeuw in België:** De oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, gevolgd door de Belgische Revolutie en de invoering van een constitutionele monarchie met een scheiding der machten, markeerde de overgang naar een moderne staat.
* **20e Eeuw:** Gekenmerkt door twee wereldoorlogen, de opkomst van totalitaire ideologieën, de ontwikkeling van het volkenrecht, de oprichting van internationale organisaties zoals de Volkenbond en de Verenigde Naties, en de verdere uitbouw van de verzorgingsstaat en democratische instellingen.
## Publiekrecht in België: Ontwikkelingen en Instellingen
### De Belgische Staatsstructuur
België is een federale staat, opgebouwd uit gemeenschappen en gewesten, met een bicameraal parlement (Kamer van Volksvertegenwoordigers en Senaat) en een scheiding der machten. De grondwet van 1831, sterk beïnvloed door de Franse en Amerikaanse revoluties, legt de basis voor de staatsstructuur en de fundamentele rechten.
### De Rol van de Koning
De Belgische monarchie is een constitutionele monarchie, waarbij de koning een staatshoofd is, maar zijn macht aanzienlijk beperkt is door de ministeriële verantwoordelijkheid en de constitutionele bepalingen. De koning ondertekent en bekrachtigt wetten, maar heeft geen vetorecht en zijn daden zijn steeds gedekt door de ministeriële verantwoordelijkheid.
### De Rechterlijke Macht
De Belgische rechterlijke macht, grotendeels gebaseerd op het Franse model, is onafhankelijk en controleert zowel de uitvoerende als de wetgevende macht op basis van de wettelijkheid en de grondwettelijkheid van hun handelingen. Het Hof van Cassatie waakt over de correcte toepassing van de wet, terwijl de Raad van State de wettigheid van bestuurshandelingen toetst.
### Fundamentele Rechten en Vrijheden
De Belgische grondwet garandeert een reeks fundamentele rechten en vrijheden, waaronder persvrijheid, vrijheid van vereniging en godsdienst, en het legaliteitsbeginsel in strafzaken. Deze rechten zijn het resultaat van een lange historische evolutie en constitutionele gevechten.
### De Rol van Politieke Partijen
Politieke partijen spelen een cruciale rol in het politieke systeem, hoewel ze niet expliciet in de grondwet geregeld zijn. Ze vertegenwoordigen verschillende ideologieën, streven naar macht, en beïnvloeden de wetgeving en het overheidsbeleid aanzienlijk. De evolutie van het stemrecht en de toenemende rol van partijen hebben geleid tot een meer democratische en representatieve politiek.
## Veelvoorkomende Fouten om te Vermijden
* Het negeren van de historische context bij het interpreteren van rechtsregels.
* Het verwarren van wettelijk (wat in de wet staat) met wettig (wat geldig is).
* Het onderschatten van de invloed van niet-juridische factoren (politiek, economie, cultuur) op de ontwikkeling van het recht.
* Het geloven in een lineaire en perfecte vooruitgang van het recht; recht evolueert vaak in cycli, met zowel vooruitgang als achteruitgang.
* Het vergeten van het belang van gewoonterecht, zelfs in een tijd van codificatie.
* Het overschatten van de macht van de wetgever en het onderschatten van de rol van rechtspraak en rechtsleer in de interpretatie en ontwikkeling van het recht.
* Het niet correct toepassen van de temporele en ruimtelijke regels bij het beoordelen van juridische geschillen (tempus regit actum, locus regit actum).
* Het te strikt vasthouden aan de exegetische school en het negeren van de evoluerende betekenis van juridische concepten.
* Het miskennen van de rol van het Europese recht en internationale verdragen op het nationale recht.
* Het overschatten van de absolute soevereiniteit van de staat in het licht van globalisering en internationale samenwerking.
Glossary
## Woordenlijst
| Term | Definitie |
| --------------------- | ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| **Gecoördineerde Grondwet** | Een geconsolideerde en gecoördineerde versie van de Belgische Grondwet van 1831, die de wijzigingen door de jaren heen bevat en de huidige gebruikte tekst vormt. |
| **Metajuridica** | Een tak van wetenschap die het recht bestudeert vanuit een afstand, buiten het juridische paradigma, en zich richt op de analyse van het recht door de bril van andere wetenschappen. |
| **Rechtsgeschiedenis** | De studie van de evolutie van het recht door de eeuwen heen, waarbij men kritisch en van op afstand kijkt naar juridische ontwikkelingen, vaak met een metajuridische benadering. |
| **Wetgevende macht** | De macht die wetten creëert, in België vertegenwoordigd door het federaal parlement, en die als norm hoger staat dan de uitvoerende macht. |
| **Werken in de tijd** | Juridische en historische concepten die de evolutie van het recht door de tijd heen beschrijven, inclusief begrippen als retroactiviteit, overgangsbepalingen en de toepassing van recht op specifieke momenten. |
| **Wettelijk versus Wettig** | Een onderscheid tussen wat letterlijk in de wet staat (wettelijk) en wat juridisch geldig of correct is (wettig), waarbij iets wettelijk kan zijn maar niet wettig, of andersom. |
| **Law in action** | De feitelijke toepassing en werking van het recht in de maatschappij, in tegenstelling tot wat er enkel op papier staat, wat vaak in contrast staat met het 'wettelijk land'. |
| **Legale Transplants**| Het overnemen van juridische concepten, instellingen of wetgeving van het ene rechtssysteem naar het andere, wat kan gebeuren door directe invloed van een vreemde heerser of indirecte navolging. |
| **Codificatie** | Het systematisch en logisch ordenen van wetten in een wetboek, met als doel een formele exhaustiviteit en begrijpelijkheid van het recht te creëren, zoals in de Code Civil van Napoleon. |
| **Publiekrecht** | Het rechtsgebied dat de verhouding regelt tussen de overheid en het individu, alsook tussen verschillende overheden, gekenmerkt door verticale relaties en vaak het uitoefenen van het geweldsmonopolie. |
| **Privaatrecht** | Het rechtsgebied dat de horizontale relaties tussen burgers onderling regelt, zoals burgerlijke aansprakelijkheid en contracten, hoewel de scheiding tussen publiek- en privaatrecht niet altijd strikt is. |
| **Gewoonterecht** | Recht dat mondeling van generatie op generatie wordt doorgegeven, gekenmerkt door herhaling en dwang, en dat een belangrijke bron van legitimatie en recht vormde, vooral in eerdere historische perioden. |
| **Ius commune** | Een gemeenschappelijke rechtsleer en rechtscultuur in Europa tijdens de late middeleeuwen, gebaseerd op het Romeinse recht en verspreid via universiteiten, wat leidde tot de receptie van geleerd recht in de praktijk. |
| **Patrimoniumgedachte**| De opvatting waarbij publieke macht en publieke goederen worden beschouwd als privébezit van de heerser, wat leidde tot de verdeling van macht en gebieden binnen families en de basis vormde voor feodale structuren. |
| **Constitutionalisme**| Het idee dat de macht van de vorst of de overheid beperkt moet worden door geschreven regels, zoals grondwetten en charters, om machtsmisbruik te voorkomen en fundamentele rechten te garanderen. |
| **Parlementarisme** | Een politiek systeem waarbij de volksvertegenwoordiging, vaak gegroeid uit oude vergaderingen zoals de Staten-Generaal, een belangrijke rol speelt in de goedkeuring van wetten en belastingen, en controle uitoefent op de uitvoerende macht. |
| **Absolutisme** | Een politiek systeem waarbij de vorst absolute en ongelimiteerde macht bezit, niet gebonden aan wetten, constituties of volksvertegenwoordiging, vaak gerechtvaardigd door ideologische concepten zoals de ‘vorstenspiegel’ of het ‘principe legibus absolutus’. |
| **Verlicht Absolutisme**| Een vorm van absolutisme waarbij de vorst, geïnspireerd door de Verlichting, zijn eigen macht vrijwillig beperkt op basis van rede en het nastreven van algemeen welzijn, met nadruk op natuurrechten, humanisering van strafrecht en rationalisering van de staat. |
| **Rechtsstaat** | Een staat waarin de macht gebonden is aan het recht, met afdwingbare fundamentele rechten, een scheiding der machten en een onafhankelijke rechterlijke macht die zowel de uitvoerende als de wetgevende macht controleert, en waar het recht boven de politieke macht staat. |
| **Bicameralisme** | Een wetgevend orgaan dat bestaat uit twee kamers, vaak een kamer die het volk vertegenwoordigt (direct verkozen) en een kamer die de staten of een meer conservatieve elite vertegenwoordigt, bedoeld om de macht te balanceren en te controleren. |
| **Trias Politica** | Het principe van de scheiding der machten, waarbij de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht gescheiden zijn en elkaar controleren, om machtsmisbruik te voorkomen en de rechtsstaat te garanderen. |
| **Legaliteitsbeginsel**| Het principe dat er geen straf mag zijn zonder wet (nulla poena sine lege) en dat straffen enkel bepaald mogen worden door vooraf vastgelegde en gepubliceerde wetten, wat een cruciale waarborg is tegen willekeurige machtsuitoefening. |
| **Volkssoevereiniteit**| Het principe dat alle machten uitgaan van het volk, dat zich uitoefent via vertegenwoordiging in het parlement, waarbij de wet wordt gezien als de uitdrukking van de algemene wil. |
| **Natiestaat** | Een staatseenheid gebaseerd op één volk met gedeelde taal, cultuur en geschiedenis, die interne en externe soevereiniteit bezit en geen hogere rechtsmacht boven zich duldt, hoewel deze soevereiniteit in de moderne tijd afneemt door internationalisering en federalisering. |
| **Intertemporeel Recht**| Het rechtsbeginsel dat bepaalt welk recht van toepassing is wanneer meerdere historische tijdperken elkaar opvolgen in de tijd, waarbij de tijd waarin een feit zich afspeelde cruciaal is voor de toepassing van de juiste normen. |
| **Locus Regit Actum** | Een beginsel van internationaal privaatrecht dat stelt dat de vorm van een akte bepaald wordt door het recht van de plaats waar deze is opgesteld, wat zorgt voor internationale rechtsgeldigheid van akten, zoals testamenten. |
| **Gecoördineerde Wetgeving** | Een wettekst waarin wijzigingen die ondertussen zijn ingevoerd, zijn toegevoegd en geïntegreerd in een nieuwe, geconsolideerde versie, wat zorgt voor een coherenter en overzichtelijker juridisch kader. |
| **Homologatie** | Het proces waarbij een hogere autoriteit, zoals de vorst, een opgetekende gewoonte of een wetsvoorstel goedkeurt en kracht van wet verleent, waardoor het juridisch afdwingbaar wordt. |
| **Codificatie** | De systematische en uitputtende schriftelijke vastlegging van rechtsregels in wetboeken, met als doel rechtszekerheid, uniformiteit en de centralisatie van de macht, wat een kenmerk is van de moderne rechtsstaat. |
| **Exégèse school** | Een juridische interpretatiemethode die in de 19e eeuw dominant was, waarbij wetten strikt letterlijk en in hun oorspronkelijke vorm werden geïnterpreteerd en toegepast, zonder veel ruimte voor creatieve interpretatie of toetsing aan hogere normen. |
| **UVM / EVRM / BUPO** | Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVM), Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (BUPO), die fundamentele rechten en vrijheden waarborgen en beschermen tegen machtsmisbruik. |
| **Verzorgingsstaat** | Een staat die niet alleen de rechtsstaat en de beschermingsstaat garandeert, maar ook actief tussenkomt om het welzijn en de materiële zekerheid van burgers te bevorderen door middel van sociale voorzieningen en rechten. |
| **Subsidiariteitsbeginsel**| Een organisatorisch principe waarbij bevoegdheden zo dicht mogelijk bij de burger worden uitgeoefend, en centrale overheden enkel ingrijpen als lagere overheden de taken niet effectief kunnen uitvoeren, wat de lokale autonomie bevordert. |
| **Europese Unie (EU)**| Een politieke en economische unie van Europese landen die streven naar nauwere samenwerking, economische integratie, en de bevordering van democratische waarden, rechtsstaat en mensenrechten in heel Europa. |
| **Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)** | Het eerste initiatief van Europese samenwerking na WOII, opgericht om de controle over de productie van kolen en staal, essentiële oorlogsmaterialen, te integreren tussen Frankrijk en Duitsland, en zo toekomstige conflicten te voorkomen. |
| **Raad van Europa** | Een internationale organisatie, opgericht na WOII, die zich richt op de bevordering van democratie, mensenrechten en de rechtsstaat in Europa, en die het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens heeft afgekondigd. |
| **NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie)** | Een militaire alliantie tussen Noord-Amerikaanse en Europese landen, opgericht na WOII, met als doel de collectieve verdediging en veiligheid van haar leden, en die een cruciale rol speelt in de internationale betrekkingen en de afschrikking van mogelijke agressors. |
| **Marshallplan** | Een Amerikaans economisch hulpprogramma na WOII om de Europese economie te helpen heropbouwen, met als voorwaarde dat Europese landen moesten samenwerken en hun economische beleid coördineren. |
| **Politieke Partij (PP)** | Een organisatie die streeft naar het verwerven van politieke macht door deelname aan verkiezingen, het vertegenwoordigen van een deel van de bevolking met een gedeelde ideologie, en het uitoefenen van wetgevende en/of uitvoerende macht. |
| **Unionisme** | Een politieke stroming in het begin van België (1830-1846) die de eenheid tussen liberalen en katholieken nastreefde, met een focus op fundamentele vrijheden en de opbouw van de nieuwe staat. |
| **Liberalisme** | Een politieke ideologie die de nadruk legt op individuele vrijheden, beperkte overheidsmacht, vrijhandel, en een scheiding der machten, en die in België een belangrijke rol speelde in de 19e eeuw bij de industrialisatie en de vorming van de staat. |
| **Socialisme** | Een politieke ideologie die streeft naar sociale rechtvaardigheid, economische gelijkheid en collectief eigendom van de productiemiddelen, vaak als reactie op de uitwassen van het liberalisme en kapitalisme. |
| **Katholicisme** | Een politieke stroming die de nadruk legt op de rol van de Katholieke Kerk in de samenleving, het vrij onderwijs, en de bescherming van religieuze vrijheden, en die in België een dominante rol speelde in de 19e en vroege 20e eeuw. |
| **Verzuiling** | Een sociaal-politiek fenomeen waarbij de samenleving wordt opgedeeld in verschillende groepen (zuilen) op basis van ideologie, religie of klasse, die elk hun eigen organisaties, media en onderwijsinstellingen hebben, wat leidde tot een gesegregeerde maatschappij maar ook tot een sterke sociale cohesie binnen elke groep. |
| **Verlichtingsidealen**| Filosofische en politieke ideeën die de nadruk leggen op rede, wetenschap, individuele vrijheden, mensenrechten, en de beperking van de macht van de staat en de kerk, die de basis vormden voor de Amerikaanse en Franse Revoluties en de moderne democratie. |
| **Terreur/La Terreur**| Een radicale fase van de Franse Revolutie (1792-1794/1795) gekenmerkt door politieke repressie, executies en de afschaffing van oude instellingen, geleid door de Jakobijnen en Maximilien Robespierre, met als doel het handhaven van de revolutie en het vestigen van een nieuwe republikeinse staatsvorm. |
| **Directoire** | Een fase van de Franse Revolutie (1795-1799) na de Terreur, gekenmerkt door een meer gematigd, maar nog steeds instabiel bestuur, dat ten onder ging aan interne conflicten en externe dreigingen, en uiteindelijk werd vervangen door het Consulaat onder Napoleon. |
| **Consulaat** | Een fase na de Franse Revolutie (1799-1802/1804) waarin Napoleon Bonaparte aan de macht kwam door een staatsgreep, het Consulaat vestigde, en begon met de codificatie van het recht, wat een blijvende invloed had op het rechtssysteem, ook in België. |
| **Code Civil (Burgerlijk Wetboek)** | Een omvangrijk wetboek dat het burgerlijk recht regelt, zoals huwelijk, eigendom en verbintenissen, opgesteld onder Napoleon en later ook in België ingevoerd, dat een blijvende impact had op het privaatrecht en de basis vormde voor latere juridische hervormingen. |
| **Verdrag van Rome ** | Een verdrag dat de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de Europese Atoomgemeenschap (Euratom) regelde, met als doel economische integratie, de creatie van een gemeenschappelijke markt, en de verbetering van de levens- en werkomstandigheden in Europa. | [1957](#page=1957).
| **Europese Akte ** | Een verdrag dat de interne markt realiseerde door het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal te waarborgen, en dat de basis legde voor verdere Europese integratie op politiek en monetair vlak. | [1986](#page=1986).
| **Verdrag van Maastricht ** | Een verdrag dat de naam van de Europese Gemeenschappen veranderde in Europese Unie (EU), het subsidiariteitsbeginsel invoerde, en de politieke aspiraties van Europese samenwerking versterkte, met de invoering van de euro als belangrijkste economische pijler. | [1992](#page=1992).
| **Gecoördineerde Wetgeving** | Een geconsolideerde wettekst die wijzigingen van eerdere wetten integreert, waardoor een coherenter en overzichtelijker juridisch kader ontstaat en de rechtszekerheid wordt vergroot. |
| **Homologatie** | De officiële goedkeuring door een hogere autoriteit (bv. de vorst) van opgetekende gewoonterecht, waardoor het kracht van wet krijgt en bindend wordt voor het rechtsgebied. |
| **Gewoonterecht** | Het recht dat ontstaat uit langdurige herhaling van gedragingen, gepaard gaande met de overtuiging dat deze gedragingen juridisch verplicht zijn (opinio iuris sive necessitatis), en dat een belangrijke bron van het recht vormt, vooral vóór de codificatie. |
| **Ius respondendi** | Het recht dat juristen verleend werd om in naam van de keizer antwoorden te geven op juridische vragen, wat bijdroeg aan de ontwikkeling van het juristenrecht en de professionalisering van de juridische beroepen. |
| **Corpus Iuris Civilis**| Een omvangrijke verzameling van Romeins recht, samengesteld in opdracht van keizer Justinianus, bestaande uit de Codex, Digesten, Instituten en Novellen, die de basis vormt voor de rechtswetenschap en het Europese recht. |
| **Leges Romanae / Leges Barbarorum** | Latijnse termen voor respectievelijk het Romeinse recht en de Germaanse volksrechten, die in de vroege middeleeuwen naast elkaar bestonden en een juridisch pluralisme creëerden, waarbij autochtonen het Romeinse recht volgden en immigranten hun eigen Germaanse recht. |
| **Lex Salica** | Een van de belangrijkste Germaanse wetten, grotendeels strafrechtelijk van aard, die geen onderscheid maakte tussen privaat en publiek recht, en die de basis vormde voor de rechtspraak bij de Franken, zij het met een sterk familiaal en compensatoir karakter. |
| **Feodaliteit (Leenstelsel)** | Een sociaal, economisch en politiek systeem dat ontstond in de vroege middeleeuwen, gebaseerd op wederkerige verplichtingen tussen leenheren en leenmannen, met als kern het beneficium (het genot van een goed) en de auxilium (militaire dienst), wat leidde tot een verbrokkeling van de macht. |
| **Ius resistendi** | Het recht van verzet, dat leenmannen toestond om zich te verzetten tegen een tiranieke leenheer of om de leenband op te zeggen wanneer de leenheer zijn verplichtingen niet nakwam, een vroege vorm van controle op de macht. |
| **Capitularia** | Vorstelijke wetten en bevelen die door de Karolingische vorsten werden uitgevaardigd om het rijk te besturen en te eenmaken, en die zowel kerkelijke als wereldlijke aangelegenheden omvatten, en die vaak een aanvulling vormden op het bestaande gewoonterecht. |
| **Staten-Generaal** | Een vergadering van de vertegenwoordigers van de drie standen (clerus, adel, derde stand), die door de vorst werd bijeengeroepen om goedkeuring te vragen voor belastingen en belangrijke politieke beslissingen, en die een vroege vorm van parlementarisme vertegenwoordigde. |
| **Guldensporenslag ** | Een belangrijke veldslag waarbij de Vlaamse burgers en graaf Gwijde van Dampierre de Franse koning versloegen, wat leidde tot een versterking van de Vlaamse autonomie en een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van het Vlaamse zelfbestuur. | [1302](#page=1302).
| **Plakkaat van Verlatinghe ** | Een juridisch document waarbij de Nederlanders zich afzwoeren van koning Filips II van Spanje, omdat hij zijn beloftes en plichten niet nakwam, en wat de basis vormde voor de onafhankelijkheid van de Noordelijke Nederlanden en de oprichting van een republiek. | [1581](#page=1581).
| **Verdrag van Münster ** | Een verdrag dat het einde van de Tachtigjarige Oorlog betekende en de definitieve erkenning van de onafhankelijkheid van de Republiek der Verenigde Nederlanden, met een eigen bestuur, rechtssysteem en internationale betrekkingen. | [1648](#page=1648).
| **Collaterale Raden** | Centrale adviesraden die naast de vorst bestonden in de Nederlanden tijdens het Ancien Régime, zoals de Raad van State, de Geheime Raad en de Raad van Financiën, die de vorst adviseerden bij het besturen en het nemen van beslissingen. |
| **Repressie** | Het beleid van strafrechtelijke vervolging en bestraffing dat na de Tweede Wereldoorlog werd toegepast tegen collaborateurs en overtreders van de wet, met als doel het herstellen van de rechtsstaat en het bestraffen van oorlogsmisdaden. |
| **Transitional Justice** | Mechanismen en processen die worden ingezet na perioden van conflict of grootschalige mensenrechtenschendingen om gerechtigheid te bewerkstelligen, zoals strafrechtelijke vervolging, waarheidscommissies en herstelbetalingen, met als doel de samenleving te helen en te verzoenen. |
| **Algemeen Stemrecht**| Het principe dat alle volwassen burgers, ongeacht hun geslacht, stand of inkomen, het recht hebben om te stemmen en deel te nemen aan het politieke proces, wat een cruciaal element is van democratie en vertegenwoordiging. |
| **Onschendbaarheid van Parlementsleden** | Het juridische privilege dat parlementsleden niet vervolgd of gearresteerd mogen worden voor hun uitspraken of daden tijdens de uitoefening van hun mandaat, wat essentieel is voor de vrije uitoefening van hun functie en de onafhankelijkheid van het parlement. |
| **Ministeriële Verantwoordelijkheid** | Het principe dat ministers verantwoording moeten afleggen aan het parlement voor hun daden en beleid, en dat het parlement het recht heeft om hen te controleren, te interpelleren en indien nodig met een motie van wantrouwen te ontslaan, wat de basis vormt van het parlementarisme. |
| **Exceptie van Illegaliteit** | Een juridisch verweermiddel waarbij een partij in een proces aanvoert dat een beslissing of regel van de uitvoerende macht niet in overeenstemming is met hogere wetgeving of de grondwet, waardoor deze niet mag worden toegepast. |
| **Vernederlandsing** | Het proces van het invoeren en bevorderen van de Nederlandse taal in het openbare leven, onderwijs en rechtspraak, met als doel de culturele en politieke gelijkheid van de Nederlandstalige gemeenschap te waarborgen. |
| **Federalisme** | Een staatsstructuur waarbij de macht is verdeeld tussen een centrale federale overheid en deelstaten, die elk hun eigen bevoegdheden en instellingen hebben, wat zorgt voor een evenwicht tussen eenheid en autonomie. |
| **Constitutioneel Hof**| Een juridische instelling die belast is met de toetsing van wetten en besluiten aan de grondwet, om de grondwettelijkheid van de wetgeving te waarborgen en de fundamentele rechten van burgers te beschermen tegen machtsmisbruik. |
| **Wetenschappelijke Receptie** | Het proces waarbij geleerde recht, zoals het Romeinse en canonieke recht, wordt overgenomen en geïntegreerd in de positieve rechtssystemen, vaak via universiteiten en juristen, wat leidde tot de modernisering en uniformisering van het recht. |
| **Ius Publicum** | Romeins recht dat oorspronkelijk betrekking had op de organisatie van de staat en de openbare eredienst, maar waarvan de lading door de eeuwen heen evolueerde en zich vermengde met verschillende juridische en politieke concepten. |
| **Jurisprudentie** | De rechtspraak, de verzameling van rechterlijke uitspraken en beslissingen die een belangrijke rechtsbron vormen en de evolutie van het recht beïnvloeden, vooral in systemen met een 'common law' traditie of via rechterlijke interpretatie van wetten. |
| **Volksgeist (Volksziel)** | Het concept, geassocieerd met Carl Friedrich von Savigny, dat stelt dat recht wordt gecreëerd uit de geschiedenis en de uitdrukking van de ziel van een volk, en dat juridische ontwikkeling organisch en historisch bepaald is. |
| **Heuristiek** | De kunst van het vinden en toepassen van het recht, waarbij de jurist de juiste rechtsregels en de toepasselijke wetgeving voor een specifiek geval moet identificeren, rekening houdend met de historische context en de evolutie van het recht. |
| **Tempus Regit Actum**| Een juridisch principe dat stelt dat de tijd waarin een handeling plaatsvond bepalend is voor de toepasselijke rechtsnormen, wat betekent dat het recht van het moment van de feiten moet worden toegepast, met aandacht voor overgangsbepalingen. |
| **Locus Regit Actum** | Een juridisch principe dat stelt dat de vorm van een akte bepaald wordt door het recht van de plaats waar deze is opgesteld, wat zorgt voor internationale rechtsgeldigheid en de toepassing van buitenlands recht in specifieke gevallen. |
| **Codex** | Een systematische verzameling van wetten, zoals de Codex Justinianus of de Codex Hammurabi, die als doel heeft het recht te ordenen, te consolideren en toegankelijk te maken, en die de basis vormt voor de rechtsontwikkeling. |
| **Geleerd Recht** | Het recht dat aan universiteiten werd bestudeerd en ontwikkeld, met name het Romeinse en canonieke recht, dat via de receptie een grote invloed had op de rechtssystemen in Europa en leidde tot de professionalisering van de juridische beroepen. |
| **Canoniek Recht** | Het recht van de Katholieke Kerk, gebaseerd op de geschriften van de kerkvaders, concilies en pauselijke decreten, dat een belangrijke rol speelde in de vorming van het recht, met name in het personen- en familierecht, en dat aan de basis lag van de canonistiek. |
| **Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden** | Een staatkundige entiteit die ontstond na de afscheiding van de Noordelijke Nederlanden van Spanje, gekenmerkt door een confederale structuur, soevereine provincies en een centrale overheid met beperkte bevoegdheden, en die een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van het handelsrecht en volkenrecht. |
| **Verdrag van Verdun ** | Een verdrag dat het Karolingische Rijk verdeelde onder de drie zonen van Lodewijk de Vrome, wat leidde tot de vorming van drie afzonderlijke rijken en de basis legde voor de latere natiestaten van West-Europa. | [843](#page=843).
| **Verdrag van Versailles ** | Een vredesverdrag dat het einde van de Eerste Wereldoorlog markeerde en Duitsland zware herstelbetalingen en territoriale verliezen oplegde, wat bijdroeg aan de politieke instabiliteit in Europa en de aanloop vormde naar de Tweede Wereldoorlog. | [1919](#page=1919).
| **Volkenbond (League of Nations)** | Een internationale organisatie opgericht na de Eerste Wereldoorlog, met als doel het bewaren van de vrede en het voorkomen van toekomstige conflicten door middel van diplomatie en collectieve veiligheid, hoewel de organisatie uiteindelijk faalde in haar doelstellingen. |
| **WOI (Eerste Wereldoorlog)** | Een wereldwijd conflict dat duurde van 1914 tot 1918, gekenmerkt door grootschalige gevechten, politieke instabiliteit en enorme menselijke verliezen, en dat ingrijpende gevolgen had voor de politieke kaart van Europa en de ontwikkeling van het recht. |
| **WOII (Tweede Wereldoorlog)** | Een wereldwijd conflict dat duurde van 1939 tot 1945, veroorzaakt door de expansionistische politiek van nazi-Duitsland en de falende diplomatie van de voorgaande periode, en dat leidde tot ongekende verwoestingen, genocide en ingrijpende veranderingen in de internationale betrekkingen en het recht. |
| **Noodtoestand** | Een uitzonderlijke situatie waarin de overheid extra bevoegdheden krijgt om de openbare orde te handhaven of te herstellen, waarbij soms grondrechten tijdelijk kunnen worden opgeschort, wat echter strikt gereguleerd moet worden om machtsmisbruik te voorkomen. |
| **Volmachtwetten** | Wetten die de regering de bevoegdheid geven om met kracht van wet koninklijke besluiten te nemen, vaak in tijden van crisis of noodtoestand, wanneer het parlement niet in staat is om tijdig wetgevend op te treden, en die de scheiding der machten tijdelijk opheffen. |
| **Besluitwetten** | Normen uitgevaardigd door de uitvoerende macht (regering of koning) met de kracht van wet, die meestal worden aangenomen in tijden van nood of crisis wanneer het parlement niet kan samenkomen, en die strikt worden getoetst aan de wettelijkheid en de grondwet. |
| **Verzet** | Handelingen van verzet tegen een bezetter of een onderdrukkende macht, waarbij de rechtbanken zich in een moeilijke positie bevinden om het bestaande recht toe te passen op de acties van het verzet, wat kan leiden tot gerechtelijke 'kortsluiting' en strafrechtelijke vervolgingen. |
| **Rechtszekerheid** | Het beginsel dat het recht duidelijk, voorspelbaar en toepasbaar moet zijn, zodat burgers weten waar ze aan toe zijn en beschermd zijn tegen willekeur, wat bevorderd wordt door codificatie, publicatie van wetten en de openbaarheid van de rechtspraak. |
| **Uniformiteit van het Recht** | Het streven naar een gemeenschappelijk en consistent rechtssysteem dat in het hele land van toepassing is, zonder lokale verschillen of privileges, wat bijdraagt aan rechtszekerheid, eenmaking van de staat en efficiënt bestuur. |
| **Centralisatie van de Macht** | Het proces waarbij de macht zich geleidelijk concentreert bij de centrale overheid, ten koste van lokale en regionale machten, wat leidt tot een sterkere staat, een uniform rechtssysteem en een meer efficiënte administratie. |
| **Wetenschappelijkheid van het Recht** | De ontwikkeling van het recht als een systematische en rationele discipline, gebaseerd op juridische methoden, theorieën en wetenschappelijke analyse, wat de professionalisering van juristen bevordert en bijdraagt aan de kwaliteit en voorspelbaarheid van het recht. |
| **Formele Rechtsbronnen** | De bronnen waaruit het recht voortvloeit in de vorm waarin het wordt vastgelegd en toegepast, zoals de wet, rechtspraak, gewoonte, rechtsleer en algemene rechtsbeginselen, die de basis vormen van het juridische systeem. |
| **Materiële Rechtsbronnen** | De factoren die de inhoud en de totstandkoming van het recht beïnvloeden, zoals politieke beslissingen, economische omstandigheden, religieuze overtuigingen, culturele normen en technologische ontwikkelingen, die de evolutie van het recht sturen. |
| **Onderwijs van het Recht** | De academische studie van het recht, met name aan universiteiten, waarbij studenten leren over de verschillende rechtsbronnen, doctrines en historische ontwikkelingen, wat essentieel is voor de vorming van juristen en de continuïteit van de rechtswetenschap. |
| **Ius Publicum** | Romeins recht dat oorspronkelijk betrekking had op de organisatie van de staat en de openbare eredienst, maar waarvan de lading door de eeuwen heen evolueerde en zich vermengde met verschillende juridische en politieke concepten. |
| **Ius Privatum** | Romeins recht dat de verhoudingen tussen burgers onderling regelt, zoals eigendom, contracten en familieaangelegenheden, en dat een belangrijke basis vormt voor het moderne privaatrecht. |
| **UVM / EVRM / BUPO** | Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVM), Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (BUPO), die fundamentele rechten en vrijheden waarborgen en beschermen tegen machtsmisbruik. |
| **Republikeinse Bondsstaat** | Een staatsvorm die zowel een republiek is (afwijzing van monarchie) als een federatie (machtsverdeling tussen centraal en deelstaten), kenmerkend voor landen zoals de Verenigde Staten en België, met een scheiding der machten en gegarandeerde fundamentele rechten. |
| **Judicial Review** | Het vermogen van de rechterlijke macht om wetten en overheidsbesluiten te toetsen aan de grondwet en andere hogere normen, en deze buiten toepassing te laten indien ze hiermee in strijd zijn, wat een cruciaal mechanisme is voor de controle op de macht en de bescherming van fundamentele rechten. |
| **Common Law** | Een rechtssysteem dat voornamelijk gebaseerd is op rechterlijke uitspraken en precedenten, met een beperktere rol voor geschreven wetgeving, kenmerkend voor landen zoals het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. |
| **Civil Law** | Een rechtssysteem dat voornamelijk gebaseerd is op geschreven wetten en codificaties, met een centrale rol voor de wetgever en een beperktere rol voor rechterlijke uitspraken, kenmerkend voor continentaal Europa, inclusief België. |
| **Decisief Constitutioneel Moment** | Een cruciaal moment in de geschiedenis waarop fundamentele juridische of politieke beslissingen worden genomen die de verdere ontwikkeling van de staat en het recht ingrijpend beïnvloeden, zoals een revolutie, een grondwetswijziging of een belangrijke rechterlijke uitspraak. |
| **Monsterverbond** | Een onverwachte alliantie tussen politieke groeperingen met tegengestelde ideologieën, zoals liberalen en katholieken in België in 1830, die samenwerken om gemeenschappelijke doelen te bereiken of een gemeenschappelijke tegenstander te bestrijden. |
| **Verenigd Koninkrijk der Nederlanden** | De staat die in 1815 werd opgericht na het Congres van Wenen, door de vereniging van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden onder koning Willem I, met als doel een sterke bufferstaat te creëren tegen Frankrijk, maar die uiteindelijk door interne spanningen uiteenviel. |
| **Verdrag van Londen (1831, 1839)** | Verdragen die de onafhankelijkheid en neutraliteit van België regelden na de Belgische Revolutie, met garantiestellingen van de Europese grootmachten, en die de definitieve grenzen en de relatie met Nederland vastlegden. |
| **Parlementarisme** | Een politiek systeem waarbij de uitvoerende macht (regering) verantwoording verschuldigd is aan de wetgevende macht (parlement), en waarbij het parlement een cruciale rol speelt in de wetgeving, de controle op de regering en de vorming van de regering. |
| **Ministeriële Verantwoordelijkheid** | Het principe dat ministers rechtstreeks verantwoording moeten afleggen aan het parlement voor hun beleid en daden, en dat het parlement hen kan ter verantwoording roepen, interpelleren of met een motie van wantrouwen kan ontslaan. |
| **Onschendbaarheid van Parlementsleden** | Het juridische privilege dat parlementsleden niet vervolgd of gearresteerd mogen worden voor hun uitspraken of daden tijdens de uitoefening van hun mandaat, wat essentieel is voor de vrije uitoefening van hun functie en de onafhankelijkheid van het parlement. |
| **Exceptie van Illegaliteit** | Een juridisch verweermiddel waarbij een partij in een proces aanvoert dat een beslissing of regel van de uitvoerende macht niet in overeenstemming is met hogere wetgeving of de grondwet, waardoor deze niet mag worden toegepast. |
| **Gouvernement Générale** | Een militaire bestuursvorm die werd ingesteld in bezette gebieden, waarbij de bezetter de controle uitoefent over het bestuur en het recht, met beperkte aanpassingen aan het bestaande rechtssysteem, en met als voornaamste doel de orde te handhaven en economische middelen te exploiteren. |
| **Verzorgingsstaat** | Een staat die niet alleen de rechtsstaat en de beschermingsstaat garandeert, maar ook actief tussenkomt om het welzijn en de materiële zekerheid van burgers te bevorderen door middel van sociale voorzieningen en rechten, zoals gezondheidszorg, onderwijs en sociale zekerheid. |
| **Verzorgingsstaat** | Een staat die niet alleen de rechtsstaat en de beschermingsstaat garandeert, maar ook actief tussenkomt om het welzijn en de materiële zekerheid van burgers te bevorderen door middel van sociale voorzieningen en rechten, zoals gezondheidszorg, onderwijs en sociale zekerheid. |
| **Subsidiariteitsbeginsel**| Een organisatorisch principe waarbij bevoegdheden zo dicht mogelijk bij de burger worden uitgeoefend, en centrale overheden enkel ingrijpen als lagere overheden de taken niet effectief kunnen uitvoeren, wat de lokale autonomie bevordert. |
| **Europese Unie (EU)**| Een politieke en economische unie van Europese landen die streven naar nauwere samenwerking, economische integratie, en de bevordering van democratische waarden, rechtsstaat en mensenrechten in heel Europa. |
| **Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)** | Het eerste initiatief van Europese samenwerking na WOII, opgericht om de controle over de productie van kolen en staal, essentiële oorlogsmaterialen, te integreren tussen Frankrijk en Duitsland, en zo toekomstige conflicten te voorkomen. |
| **Raad van Europa** | Een internationale organisatie, opgericht na WOII, die zich richt op de bevordering van democratie, mensenrechten en de rechtsstaat in Europa, en die het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens heeft afgekondigd. |
| **NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie)** | Een militaire alliantie tussen Noord-Amerikaanse en Europese landen, opgericht na WOII, met als doel de collectieve verdediging en veiligheid van haar leden, en die een cruciale rol speelt in de internationale betrekkingen en de afschrikking van mogelijke agressors. |
| **Marshallplan** | Een Amerikaans economisch hulpprogramma na WOII om de Europese economie te helpen heropbouwen, met als voorwaarde dat Europese landen moesten samenwerken en hun economische beleid coördineren. |
| **Politieke Partij (PP)** | Een organisatie die streeft naar het verwerven van politieke macht door deelname aan verkiezingen, het vertegenwoordigen van een deel van de bevolking met een gedeelde ideologie, en het uitoefenen van wetgevende en/of uitvoerende macht. |
| **Unionisme** | Een politieke stroming in het begin van België (1830-1846) die de eenheid tussen liberalen en katholieken nastreefde, met een focus op fundamentele vrijheden en de opbouw van de nieuwe staat. |
| **Liberalisme** | Een politieke ideologie die de nadruk legt op individuele vrijheden, beperkte overheidsmacht, vrijhandel, en een scheiding der machten, en die in België een belangrijke rol speelde in de 19e eeuw bij de industrialisatie en de vorming van de staat. |
| **Socialisme** | Een politieke ideologie die streeft naar sociale rechtvaardigheid, economische gelijkheid en collectief eigendom van de productiemiddelen, vaak als reactie op de uitwassen van het liberalisme en kapitalisme. |
| **Katholicisme** | Een politieke stroming die de nadruk legt op de rol van de Katholieke Kerk in de samenleving, het vrij onderwijs, en de bescherming van religieuze vrijheden, en die in België een dominante rol speelde in de 19e en vroege 20e eeuw. |
| **Verzuiling** | Een sociaal-politiek fenomeen waarbij de samenleving wordt opgedeeld in verschillende groepen (zuilen) op basis van ideologie, religie of klasse, die elk hun eigen organisaties, media en onderwijsinstellingen hebben, wat leidde tot een gesegregeerde maatschappij maar ook tot een sterke sociale cohesie binnen elke groep. |
| **Verlichtingsidealen**| Filosofische en politieke ideeën die de nadruk leggen op rede, wetenschap, individuele vrijheden, mensenrechten, en de beperking van de macht van de staat en de kerk, die de basis vormden voor de Amerikaanse en Franse Revoluties en de moderne democratie. |
| **Terreur/La Terreur**| Een radicale fase van de Franse Revolutie (1792-1794/1795) gekenmerkt door politieke repressie, executies en de afschaffing van oude instellingen, geleid door de Jakobijnen en Maximilien Robespierre, met als doel het handhaven van de revolutie en het vestigen van een nieuwe republikeinse staatsvorm. |
| **Directoire** | Een fase van de Franse Revolutie (1795-1799) na de Terreur, gekenmerkt door een meer gematigd, maar nog steeds instabiel bestuur, dat ten onder ging aan interne conflicten en externe dreigingen, en uiteindelijk werd vervangen door het Consulaat onder Napoleon. |
| **Consulaat** | Een fase na de Franse Revolutie (1799-1802/1804) waarin Napoleon Bonaparte aan de macht kwam door een staatsgreep, het Consulaat vestigde, en begon met de codificatie van het recht, wat een blijvende invloed had op het rechtssysteem, ook in België. |
| **Code Civil (Burgerlijk Wetboek)** | Een omvangrijk wetboek dat het burgerlijk recht regelt, zoals huwelijk, eigendom en verbintenissen, opgesteld onder Napoleon en later ook in België ingevoerd, dat een blijvende impact had op het privaatrecht en de basis vormde voor latere juridische hervormingen. |
| **Verdrag van Rome ** | Een verdrag dat de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de Europese Atoomgemeenschap (Euratom) regelde, met als doel economische integratie, de creatie van een gemeenschappelijke markt, en de verbetering van de levens- en werkomstandigheden in Europa. | [1957](#page=1957).
| **Europese Akte ** | Een verdrag dat de interne markt realiseerde door het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal te waarborgen, en dat de basis legde voor verdere Europese integratie op politiek en monetair vlak. | [1986](#page=1986).
| **Verdrag van Maastricht ** | Een verdrag dat de naam van de Europese Gemeenschappen veranderde in Europese Unie (EU), het subsidiariteitsbeginsel invoerde, en de politieke aspiraties van Europese samenwerking versterkte, met de invoering van de euro als belangrijkste economische pijler. | [1992](#page=1992).