Cover
Inizia ora gratuitamente Hfst_10_EU_externe_betrekkingen.pptx
Summary
# EU externe betrekkingen en bevoegdheden
Dit onderwerp behandelt de internationale rechtspersoonlijkheid van de EU, haar bevoegdheid om extern op te treden, inclusief de verschillende soorten bevoegdheden en doctrines zoals de AETR-doctrine. Het gaat ook over de verdeling van bevoegdheden tussen de EU en haar lidstaten en de specifieke status van het GBVB.
## 1. EU externe betrekkingen en bevoegdheden
### 1.1 Internationale rechtspersoonlijkheid en de bevoegdheid om extern op te treden
De Europese Unie bezit internationale rechtspersoonlijkheid, wat haar de capaciteit verleent om op internationaal niveau op te treden. Dit is vastgelegd in artikel 47 VEU. De bevoegdheid van de EU om extern op te treden is gebaseerd op de bevoegdheidscatalogus zoals uiteengezet in de artikelen 2 tot en met 6 VWEU. Deze bevoegdheden kunnen exclusief zijn, gedeeld met de lidstaten, of van coördinerende aard. Naast expliciete bevoegdheden kent de EU ook impliciete bevoegdheden, verder uitgewerkt in doctrines zoals de AETR-doctrine en het 'aantastingscriterium' (zie artikel 3, lid 2 VWEU). Het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) kent een speciale status, zoals uiteengezet in artikelen 24 en 40 VEU.
#### 1.1.1 Externe vertegenwoordiging
De vraag wie in naam van de EU spreekt, is cruciaal. De verdeling van bevoegdheden tussen de EU en haar lidstaten is hierbij bepalend, evenals het onderscheid tussen GBVB- en niet-GBVB-bevoegdheden van de EU. Artikel 15, lid 5 VEU en artikel 17, lid 1 VEU regelen het politieke vertegenwoordigingsniveau, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen staatshoofden en ministers. Artikel 27 VEU biedt verdere verduidelijking inzake de vertegenwoordiging.
> **Tip:** Begrijpen wie namens de EU optreedt, is essentieel om de effectiviteit van haar externe optreden te beoordelen. Denk aan de verschillende rollen van de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie.
### 1.2 Instrumenten van EU extern optreden
De EU beschikt over diverse instrumenten om extern op te treden:
#### 1.2.1 Sancties (beperkende maatregelen)
Sancties, ook wel beperkende maatregelen genoemd, zijn een belangrijk instrument van het externe beleid van de EU. Artikel 29 VEU bepaalt dat de Raad de aanpak van de Unie ten aanzien van een bepaalde geografische of thematische aangelegenheid vaststelt, waarbij lidstaten hun nationaal beleid in overeenstemming brengen met de standpunten van de Unie. De juridische basis voor de implementatie van beperkende maatregelen ligt in artikel 215 VWEU. Deze maatregelen worden geïmplementeerd via Raadsverordeningen, op voorstel van de Hoge Vertegenwoordiger of de Commissie.
De beperkende maatregelen worden genomen ten aanzien van derde landen, entiteiten of individuen en moeten in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het extern beleid van de EU, zoals vastgelegd in artikel 21 VEU. Deze doelstellingen omvatten:
* Bescherming van EU waarden, fundamentele belangen, veiligheid, onafhankelijkheid en integriteit.
* Consolidatie en ondersteuning van democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en de beginselen van internationaal recht.
* Handhaving van vrede, voorkoming van conflicten en versterking van internationale veiligheid.
Cruciaal is dat beperkende maatregelen moeten worden genomen met respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden, in het bijzonder het recht op een eerlijk proces en effectieve rechtsbescherming. Ze moeten tevens proportioneel zijn ten aanzien van hun doelstelling.
De rechtspraak van het Hof van Justitie (HvJ) bevestigt de ruime discretionaire bevoegdheid van de Raad bij het opleggen van sancties. De plicht tot motivering en de bewijslast rusten echter op de instellingen. Loutere familiebanden zijn bijvoorbeeld onvoldoende als grondslag voor sancties.
> **Voorbeeld:** De EU kan economische sancties opleggen aan een derde land om specifiek gedrag, zoals schendingen van mensenrechten, te ontmoedigen. De duur en reikwijdte van deze sancties moeten zorgvuldig worden afgewogen en gemotiveerd.
#### 1.2.2 Unilaterale handelsmaatregelen
Het gemeenschappelijk handelsbeleid (artikel 207 VWEU) omvat een reeks unilaterale handelsmaatregelen. Hieronder vallen preferentiële handelsregelingen zoals het Stelsel van Algemene Preferenties (SAP) en SAP+ voor kwetsbare lage en middeninkomenslanden, en de 'Everything but Arms'-regeling voor de minst ontwikkelde landen. Tijdelijke handelspreferenties, zoals die voor Oekraïne, vallen hier ook onder. Anti-dumping maatregelen maken eveneens deel uit van dit instrumentarium.
#### 1.2.3 Internationale akkoorden
De EU sluit diverse internationale akkoorden. Procedureel is artikel 218 VWEU van belang, dat de procedures voor het sluiten van overeenkomsten regelt. Artikel 218, lid 11 VWEU biedt de mogelijkheid om de Raad van State (of het Hof van Justitie) te consulteren over de verenigbaarheid van een voorgenomen akkoord met de Verdragen. Indien het Hof afwijzend adviseert, kan het akkoord niet in werking treden, tenzij het wordt aangepast of de Verdragen worden herzien.
##### 1.2.3.1 Typologie van internationale akkoorden
Er kan een onderscheid worden gemaakt in de volgende typologie van internationale akkoorden:
* **Associatieakkoorden** (artikel 217 VWEU)
* **Samenwerkingsakkoorden** (artikel 212 VWEU)
* **Handelsakkoorden** (artikel 207 VWEU)
* **Sectorale akkoorden** (bijvoorbeeld op het gebied van energie, transport, wetenschap, GBVB).
##### 1.2.3.2 Gemengde akkoorden
Gemengde akkoorden zijn overeenkomsten die worden gesloten door de EU en haar lidstaten enerzijds, en een derde partij anderzijds. Er bestaat geen specifieke definitie van 'gemengde akkoorden' in de Verdragen, maar het is een gevestigde praktijk, die ook na het Verdrag van Lissabon relevant is gebleven. De aanwezigheid van elementen waarvoor de EU intern niet bevoegd is, kan ertoe leiden dat een akkoord als gemengd wordt beschouwd. Dit kan vergelijkbaar zijn met een kleine hoeveelheid Pastis die een glas water troebel maakt; zelfs ondergeschikte bepalingen kunnen de noodzaak van een gemengde overeenkomst met zich meebrengen.
**Redenen voor gemengde akkoorden:**
* **Juridisch:** Attributiebeginsel (de bevoegdheid om te onderhandelen en te sluiten ligt bij de Unie of de lidstaten).
* **Politiek:** De rol van de lidstaten en de wens om hun legitimiteit te waarborgen.
* **Pragmatisch:** Het vermijden van interne discussies over de bevoegdheidsverdeling.
**Problemen met gemengde akkoorden:**
* **Weinig transparantie:** Inzake de exacte bevoegdheidsverdeling.
* **De facto 'versterkte unanimiteit':** Lidstaten kunnen meer invloed uitoefenen.
* **Lange ratificatieprocedure:** Wat kan leiden tot vertragingen.
> **Tip:** De praktijk van 'voorlopige toepassing' van akkoorden is een manier om de ratificatieprocedure te omzeilen en de implementatie te versnellen in afwachting van de finalisering van het ratificatieproces.
##### 1.2.3.3 Advies 2/15 EU-Singapore FTA
Advies 2/15 betreffende het EU-Singapore Vrijhandelsakkoord (FTA) is een belangrijk voorbeeld van een vrijhandelsakkoord van het 'nieuwe type'. Naast de klassieke bepalingen over tarief- en non-tariefmaatregelen in handel in goederen en diensten, bevat dit akkoord clausules over intellectuele eigendom, investeringen, overheidsopdrachten, mededinging en duurzame ontwikkeling.
De vraag was of de EU een dergelijk akkoord alleen kon onderhandelen en sluiten. Het Hof van Justitie oordeelde dat de Unie een exclusieve bevoegdheid heeft met betrekking tot het voorgenomen akkoord, met uitzondering van:
* Andere dan directe buitenlandse investeringen (i.e. 'portfolio investeringen').
* Regels over geschillenbeslechting tussen investeerders en staten.
Hierdoor kon het EU-Singapore FTA enkel door de Unie en haar lidstaten worden gesloten, wat duidt op de noodzaak van een gemengde status voor dit specifieke akkoord, ondanks de brede externe handelsbevoegdheid van de EU. De toepassing van de 'implied powers doctrine' (impliciete bevoegdheden) werd hierbij geëvalueerd.
---
# Instrumenten van EU extern optreden
Dit gedeelte van de studiehandleiding behandelt de diverse middelen die de Europese Unie inzet om haar beleid buiten haar grenzen te bewerkstelligen, met specifieke aandacht voor sancties, handelsmaatregelen en internationale overeenkomsten.
### 2.1 Sancties (beperkende maatregelen)
Sancties, ook wel beperkende maatregelen genoemd, vormen een cruciaal instrument binnen het extern beleid van de EU. Ze worden vastgesteld op basis van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
* **Juridische grondslagen:**
* Artikel 29 VEU bepaalt dat de Raad besluiten neemt over de aanpak van de Unie ten aanzien van specifieke aangelegenheden. Lidstaten dienen hun nationaal beleid hiermee in overeenstemming te brengen.
* Artikel 215 VWEU regelt de implementatie van beperkende maatregelen. Deze maatregelen worden door middel van een Raadsverordening vastgesteld, vaak op voorstel van de Hoge Vertegenwoordiger of de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen (QMV).
* **Doelstellingen van beperkende maatregelen:**
Beperkende maatregelen moeten in lijn zijn met de doelstellingen van het extern beleid van de EU, zoals uiteengezet in artikel 21 VEU. Deze doelstellingen omvatten onder meer:
* Bescherming van de waarden, fundamentele belangen, veiligheid, onafhankelijkheid en integriteit van de EU.
* Consolidatie en ondersteuning van democratie, de rechtsstaat, mensenrechten en de beginselen van internationaal recht.
* Handhaving van vrede, voorkoming van conflicten en versterking van internationale veiligheid.
* **Voorwaarden en beperkingen:**
* Bij de toepassing van beperkende maatregelen moet steeds respect worden getoond voor mensenrechten en fundamentele vrijheden, met name het recht op een eerlijk proces en effectieve rechtsbescherming.
* Beperkende maatregelen moeten proportioneel zijn ten opzichte van hun nagestreefde doelstellingen.
* **Rechtspraak van het Hof van Justitie:**
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) heeft bevestigd dat de Raad een ruime discretionaire bevoegdheid heeft bij het vaststellen van beperkende maatregelen. Er is echter ook een plicht tot motivering en bewijslast.
> **Tip:** De rechtspraak rondom de 'listing criteria' benadrukt dat loutere familiebanden onvoldoende zijn om iemand op een sanctielijst te plaatsen. Er dient concreet bewijs te zijn dat de persoon betrokken is bij activiteiten die de sanctiedoelstellingen schenden.
### 2.2 Unilaterale handelsmaatregelen
De EU hanteert een gemeenschappelijk handelsbeleid, wat betekent dat zij op een geünificeerde manier handelt op het internationale toneel op het gebied van handel.
* **Gemeenschappelijk handelsbeleid (artikel 207 VWEU):**
Dit artikel vormt de basis voor het handelsbeleid van de EU, dat exclusieve bevoegdheid van de Unie is.
* **Handelspreferenties:**
De EU kent diverse programma's om handel met specifieke groepen landen te bevorderen:
* **Stelsel van Algemene Preferenties (SAP) en SAP+:** Gericht op kwetsbare lage en middeninkomenslanden.
* **Everything but Arms (EBA):** Verleent minst ontwikkelde landen vrijhandel met de EU voor alle producten, met uitzondering van wapens en munitie.
* **Tijdelijke handelspreferenties:** Worden soms verleend, zoals aan Oekraïne.
* **Anti-dumping maatregelen:**
De EU kan maatregelen nemen om oneerlijke handelspraktijken zoals dumping tegen te gaan.
### 2.3 Internationale akkoorden
Internationale akkoorden zijn een fundamenteel middel om de externe betrekkingen van de EU vorm te geven en haar beleidsdoelstellingen te realiseren. De procedure voor het sluiten van deze akkoorden is vastgelegd in artikel 218 VWEU.
* **Procedure (artikel 218 VWEU):**
* **Adviesprocedure voor het Hof van Justitie (artikel 218, lid 11, VWEU):** Een lidstaat, het Europees Parlement, de Raad of de Commissie kan het Hof van Justitie om advies vragen over de verenigbaarheid van een voorgenomen akkoord met de Verdragen. Indien het Hof een negatief advies geeft, kan het akkoord niet in werking treden, tenzij het wordt gewijzigd of de Verdragen worden herzien.
* **Typologie van internationale akkoorden:**
De EU sluit verschillende soorten internationale akkoorden:
* **Associatieakkoorden (artikel 217 VWEU):** Deze akkoorden gaan verder dan louter economische samenwerking en creëren een wederzijdse relatie tussen de EU en een derde land, vaak met instellingen.
* **Samenwerkingsakkoorden (artikel 212 VWEU):** Gericht op specifieke gebieden van samenwerking.
* **Handelsakkoorden (artikel 207 VWEU):** Deze hebben betrekking op handelsrelaties, zoals vrijhandelsakkoorden.
* **Sectorale akkoorden:** Akkoorden op specifieke beleidsterreinen, zoals energie, transport, wetenschap, of GBVB.
* **Gemengde akkoorden:** Dit zijn akkoorden die zowel door de EU als door haar lidstaten worden gesloten. Hoewel er geen formele definitie van 'gemengde akkoorden' in de Verdragen staat, is het een relevante praktijk.
* **Gemengde akkoorden: Redenen, problemen en praktijk:**
* **Redenen:**
* **Juridisch:** Het attributiebeginsel (bevoegdheidsverdeling) vereist dat akkoorden enkel worden gesloten binnen de bevoegdheden van de EU.
* **Politiek:** De rol van lidstaten en de behoefte aan hun legitimiteit.
* **Pragmatisch:** Het vermijden van interne discussies over bevoegdheidsverdeling.
* **Problemen:**
* **Weinig transparantie:** Over de precieze bevoegdheidsverdeling.
* **De facto ‘versterkte unanimiteit’:** De noodzaak van instemming van alle lidstaten kan leiden tot een situatie van unanimiteit, zelfs waar formele unanimiteit niet vereist is.
* **Lange ratificatieprocedure:** Omdat zowel de EU als de lidstaten moeten ratificeren, kan dit proces lang duren.
* **Praktijk van ‘voorlopige toepassing’:** Om de start van de uitvoering van een akkoord te versnellen, wordt soms gebruik gemaakt van voorlopige toepassing, in afwachting van de voltooiing van de formele ratificatieprocedures.
* **Vrijhandelsakkoord van het ‘nieuwe type’ (bv. EU-Singapore FTA):**
Moderne vrijhandelsakkoorden gaan verder dan traditionele handelsafspraken en omvatten clausules over intellectuele eigendom, investeringen, overheidsopdrachten, mededinging en duurzame ontwikkeling.
* **Vraagstukken rondom exclusieve bevoegdheid:** De vraag is of de EU een dergelijk akkoord exclusief kan sluiten. Dit hangt af van de vraag of alle elementen van het akkoord binnen de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen.
* **Directe buitenlandse investeringen:** De definitie van 'directe buitenlandse investeringen' als deel van het gemeenschappelijk handelsbeleid (artikel 207 VWEU) is cruciaal.
* **Implied powers doctrine:** De leer van impliciete bevoegdheden kan hier een rol spelen.
* **Advies 2/15 (EU-Singapore FTA):** De Unie heeft een exclusieve bevoegdheid met betrekking tot het voorgenomen akkoord, met uitzondering van:
* Andere dan directe buitenlandse investeringen (bijvoorbeeld 'portfolio investeringen').
* Regels over geschillenbeslechting tussen investeerders en staten.
* Dit betekent dat het EU-Singapore FTA akkoord enkel door de Unie en haar lidstaten gezamenlijk kon worden gesloten.
> **Tip:** Bij het bestuderen van gemengde akkoorden, let goed op de verhouding tussen de bevoegdheden van de EU en die van de lidstaten. De 'besmettingstheorie', waarbij zelfs kleine elementen buiten de exclusieve bevoegdheid de noodzaak van een gemengd akkoord kunnen creëren, is hierbij essentieel.
---
# Internationale akkoorden van de EU
Internationale akkoorden vormen een cruciaal instrument voor de Europese Unie om haar externe beleid te voeren en haar belangen te behartigen op het wereldtoneel.
## 3.1 Types internationale akkoorden
De EU kan verschillende soorten internationale akkoorden sluiten, die variëren in hun reikwijdte en doelstellingen.
### 3.1.1 Associatieakkoorden
Dit type akkoord, geregeld in artikel 217 VWEU, beoogt een nauwe economische en politieke band te creëren tussen de EU en derde landen. Het gaat vaak verder dan louter handel en kan leiden tot de oprichting van een douane-unie of een gemeenschappelijke markt.
### 3.1.2 Samenwerkingsakkoorden
Geregeld in artikel 212 VWEU, focussen samenwerkingsakkoorden zich op specifieke beleidsterreinen waar de EU en het derde land gezamenlijke belangen hebben. Dit kan variëren van onderzoek en technologie tot cultuur en onderwijs.
### 3.1.3 Handelsakkoorden
Artikel 207 VWEU vormt de basis voor handelsakkoorden, die primair gericht zijn op de liberalisering van handel in goederen en diensten. Hieronder vallen ook aspecten als tariefverlagingen, non-tarifaire handelsbelemmeringen en handelsbeschermingsmaatregelen.
### 3.1.4 Sectorale akkoorden
Deze akkoorden bestrijken specifieke sectoren en kunnen onderwerpen omvatten als energie, transport, wetenschap en technologische samenwerking, en zelfs aspecten van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVSD).
### 3.1.5 Gemengde akkoorden
Gemengde akkoorden zijn akkoorden waarbij zowel de EU als haar lidstaten, enerzijds, en een derde partij, anderzijds, partij zijn. Hoewel niet expliciet gedefinieerd in de verdragen, is dit een gevestigde praktijk die nog steeds relevant is na het Verdrag van Lissabon.
**Redenen voor gemengde akkoorden:**
* **Juridisch:** Het attributiebeginsel vereist dat de Unie enkel handelt binnen de grenzen van de aan haar toegewezen bevoegdheden. Als een akkoord aspecten bevat die buiten de exclusieve of gedeelde bevoegdheden van de EU vallen, kan het een gemengd akkoord worden.
* **Politiek:** De lidstaten willen hun rol behouden en de legitimiteit van het akkoord waarborgen.
* **Pragmatisch:** Het vermijden van interne discussies over bevoegdheidsverdeling tussen de EU en haar lidstaten.
**Problemen met gemengde akkoorden:**
* **Gebrek aan transparantie:** Het is niet altijd duidelijk welke delen onder de EU-bevoegdheid vallen en welke onder de lidstaten.
* **De facto versterkte unanimiteit:** Omdat lidstaten instemming moeten geven, kan dit leiden tot een informele unanimiteitsvereiste.
* **Lange ratificatieprocedure:** Het dubbele ratificatieproces (EU-niveau en lidstaatniveau) kan aanzienlijk vertraging oplopen.
> **Tip:** De 'Pastis-doctrine', zoals verwoord door AG Kokott in de zaak C-13/07, illustreert hoe zelfs ondergeschikte bepalingen buiten de EU-bevoegdheid een akkoord "besmetten" en tot een gemengd akkoord kunnen maken.
## 3.2 Procedure voor het sluiten van internationale akkoorden
De procedure voor het sluiten van internationale akkoorden door de EU is vastgelegd in artikel 218 VWEU.
### 3.2.1 De rol van het Hof van Justitie
Artikel 218, lid 11, TFEU voorziet in een adviesprocedure waarbij de Unie, het Europees Parlement, de Raad of de Commissie het Hof van Justitie kan verzoeken om een advies over de verenigbaarheid van een voorgenomen akkoord met de Verdragen. Indien het Hof negatief adviseert, kan het akkoord niet in werking treden, tenzij het wordt aangepast of de Verdragen worden herzien.
### 3.2.2 Voorlopige toepassing
In afwachting van de finalisering van het ratificatieproces, kunnen akkoorden soms "voorlopig worden toegepast". Dit betekent dat de bepalingen van het akkoord alvast worden uitgevoerd, hoewel de definitieve goedkeuring nog niet is verkregen.
> **Tip:** De voorlopige toepassing is een pragmatische oplossing om de voordelen van een akkoord sneller te realiseren, maar brengt ook juridische onzekerheid met zich mee als de uiteindelijke ratificatie mislukt.
## 3.3 Uitdagingen en evolutie
De EU wordt geconfronteerd met verschillende uitdagingen bij het sluiten van internationale akkoorden, met name bij de nieuwe generatie handelsakkoorden.
### 3.3.1 Vrijhandelsakkoorden van het 'nieuwe type'
Moderne vrijhandelsakkoorden, zoals het akkoord met Singapore, gaan verder dan traditionele handelsbelemmeringen en omvatten bepalingen over intellectuele eigendom, investeringen, overheidsopdrachten, mededinging en duurzame ontwikkeling.
**De vraag is of de EU dergelijke akkoorden alleen kan sluiten.** Advies 2/15 inzake het EU-Singapore FTA benadrukt dit punt:
* De EU heeft een exclusieve bevoegdheid voor het voorgenomen akkoord, met uitzondering van:
* Portfolio-investeringen (andere dan directe buitenlandse investeringen).
* Regels over geschillenbeslechting tussen investeerders en staten (Investor-State Dispute Settlement - ISDS).
Dit illustreert dat, zelfs binnen de reikwijdte van het gemeenschappelijk handelsbeleid, er nuanceringen zijn die ertoe kunnen leiden dat lidstaten toch betrokken moeten worden, wat resulteert in een gemengd akkoord. De toepassing van de doctrine van 'implied powers' wordt hierbij getest.
### 3.3.2 Beperkende maatregelen (Sancties)
Sancties vormen een belangrijk instrument van het extern optreden van de EU, met name in het kader van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVSD) (artikel 29 VEU) en het economisch beleid (artikel 215 VWEU).
* **Juridische basis:** Besluiten van de Raad conform artikel 29 VEU voor de politieke lijn, en Raadsverordeningen (op voorstel van de Hoge Vertegenwoordiger/Commissie) voor de implementatie, vaak via gekwalificeerde meerderheid (QMV).
* **Doelstellingen:** Bescherming van EU-waarden, fundamentele belangen, veiligheid, internationale rechtsorde, democratie en mensenrechten.
* **Beperkingen:** Sancties moeten proportioneel zijn en in overeenstemming met mensenrechten en fundamentele vrijheden, inclusief het recht op een eerlijk proces.
* **Rechtspraak HvJ:** Het Hof van Justitie erkent een ruime discretionaire marge voor de Raad bij het opleggen van sancties, maar benadrukt wel de plicht tot motivering en bewijslast. Loutere familiebanden zijn onvoldoende om op een sanctielijst te komen.
### 3.3.3 Unilaterale handelsmaatregelen
Naast bilaterale en multilaterale handelsakkoorden, hanteert de EU ook unilaterale handelsmaatregelen. Hieronder vallen:
* **Stelsel van Algemene Preferenties (SAP):** Preferentiële tarieven voor ontwikkelingslanden, inclusief SAP+ voor kwetsbare landen en 'Everything but Arms' voor minst ontwikkelde landen.
* **Tijdelijke handelspreferenties:** Zoals in het geval van Oekraïne.
* **Anti-dumping maatregelen:** Om oneerlijke concurrentie tegen te gaan.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Internationale rechtspersoonlijkheid | De juridische hoedanigheid die een entiteit, zoals de Europese Unie, in staat stelt om deel te nemen aan het internationale rechtsverkeer, zoals het sluiten van verdragen en het procederen voor internationale tribunalen. |
| Bevoegdheidscatalogus | Een opsomming binnen de EU-verdragen die de verschillende soorten bevoegdheden van de Unie en haar lidstaten definieert, waaronder exclusieve, gedeelde en coördinerende bevoegdheden. |
| Exclusieve bevoegdheid | Een bevoegdheid die uitsluitend bij de Europese Unie berust; de lidstaten mogen op dit gebied geen wetgeving aannemen, tenzij daartoe gemachtigd door de Unie. |
| Gedeelde bevoegdheid | Een bevoegdheid waarbij zowel de Europese Unie als de lidstaten wetgeving kunnen aannemen. Lidstaten kunnen hun bevoegdheid uitoefenen voor zover de Unie haar bevoegdheid nog niet heeft uitgeoefend. |
| Coördinerende bevoegdheid | Een bevoegdheid waarbij de Europese Unie de beleidslijnen van de lidstaten kan coördineren, ondersteunen en aanvullen zonder de bevoegdheid van de lidstaten op dat gebied te harmoniseren. |
| AETR-doctrine | Een rechtspraakprincipe van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat stelt dat de EU bevoegdheid heeft om extern op te treden in een bepaald gebied, ook al is die bevoegdheid niet expliciet in de verdragen opgenomen, indien dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het gemeenschappelijk beleid. |
| GBVB | Afkorting voor Gemeenschappelijke Buitenlands en Veiligheidsbeleid, een beleidsterrein binnen de Europese Unie dat gericht is op het formuleren en uitvoeren van een gemeenschappelijk extern beleid, inclusief veiligheids- en defensiekwesties. |
| Beperkende maatregelen | Instrumenten van extern optreden die de EU kan inzetten tegen derde landen, entiteiten of individuen, zoals economische sancties, reisverboden of bevriezing van tegoeden, om beleidsdoelstellingen te bereiken. |
| Gemeenschappelijk handelsbeleid | Een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie die de handel met derde landen regelt, inclusief het aangaan van handelsakkoorden, douanerechten en handelsbeschermingsmaatregelen. |
| Anti-dumping maatregelen | Handelsmaatregelen die worden ingevoerd om producten die tegen een te lage prijs worden ingevoerd (dumping) te bestrijden en de binnenlandse industrie te beschermen tegen oneerlijke concurrentie. |
| Verdrag tot Dienstverlening (VWEU) | Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, een van de twee belangrijkste verdragen van de EU, dat de bevoegdheden en het functioneren van de Unie op tal van beleidsterreinen regelt. |
| Gemengde akkoorden | Internationale overeenkomsten die zowel door de Europese Unie als door haar lidstaten worden gesloten, vaak omdat het akkoord bepalingen bevat die onder de gedeelde of exclusieve bevoegdheid van de lidstaten vallen. |
| Attributiebeginsel | Een fundamenteel beginsel in het EU-recht dat stelt dat de Unie alleen kan optreden binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten in de verdragen zijn toegekend. |
| Voorlopige toepassing | De praktijk waarbij een internationale overeenkomst reeds wordt toegepast voordat alle formele ratificatieprocedures door alle betrokken partijen zijn voltooid, vaak om de implementatie te versnellen. |