Cover
Inizia ora gratuitamente SPR 1-100.docx
Summary
# Samenvatting Strafprocesrecht: Studiehandleiding
Dit document biedt een gedetailleerde uiteenzetting van het Belgisch strafprocesrecht, met een focus op de verschillende fasen van het proces, de betrokken organen en partijen, en de uitoefening van de strafvordering.
## Inleiding tot strafprocesrecht
Het strafprocesrecht omvat het geheel van rechtsregels die betrekking hebben op de procedure die gevolgd wordt bij het vaststellen van misdrijven, het opsporen van daders en het opleggen en ten uitvoer leggen van straffen of maatregelen.
Uit een misdrijf kunnen twee soorten vorderingen voortvloeien:
* **De strafvordering:** Deze heeft betrekking op de sanctie die door de gemeenschap wordt opgelegd aan de dader van een misdrijf en betreft een verticale verhouding tussen de gemeenschap en de dader.
* **De burgerlijke vordering:** Deze vordering is niet noodzakelijk en beoogt de vergoeding van schade die het slachtoffer heeft geleden als gevolg van het misdrijf.
Het strafproces kan worden onderverdeeld in vier fasen:
1. **Het onderzoek:** Het opsporen van misdrijven en vermoedelijke daders, zowel opsporingsonderzoek als gerechtelijk onderzoek.
2. **De vervolging:** Het voor de rechter brengen van verdachten of in verdenking gestelden.
3. **De berechting:** De besluitvorming door de feitenrechter.
4. **De strafuitvoering:** De tenuitvoerlegging van de opgelegde straffen.
Gedurende deze vier fasen speelt de Procureur des Konings (PdK) een cruciale rol, voornamelijk door het instellen van de strafvordering. Het strafprocesrecht kent twee soorten regels: procedureregels (technische regels) en regels die waarborgen en verplichtingen van partijen regelen.
### Doel van strafprocesrecht
Het primaire doel van het strafprocesrecht is het ontdekken van de waarheid en het bereiken van een juridisch verantwoorde beslissing omtrent de bevoegdheid van de strafrechter, de ontvankelijkheid van de strafvordering en de gegrondheid ervan (veroordeling of vrijspraak).
In **autoritaire regimes** komt de macht van de overheid op de voorgrond, waarbij individuele rechten makkelijker worden prijsgegeven (instrumentele werking). In **democratische regimes** ligt de nadruk op de rechten van het individu (rechtsbeschermende functie). Het strafprocesrecht heeft een strafbeschermende functie die de onschuldige beschermt. Een goed strafprocesrecht vindt een evenwicht tussen het collectief belang van de maatschappij bij de beteugeling van misdrijven en de waarborgen voor het individu, met aandacht voor mensenrechtenbescherming.
Het Belgische strafprocesrecht hanteert een gemengd stelsel:
* **Vooronderzoek:** Bestaat uit het voorzonderzoek (inquisitoriaal: rechter/OM zoekt actief naar waarheid en bewijs) en de rechtspleging ter terechtzitting (accusatorisch: mondeling, tegensprekelijk, openbaar, partijen voeren het proces, rechter is scheidsrechter).
* De rechter ten gronde heeft een actieve rol, in tegenstelling tot de burgerlijke rechter die een passieve rol heeft.
### Verschil met Angelsaksische rechtsstelsels
* **Continentale rechtsstelsels (bv. België, Frankrijk, Duitsland):** De vervolging wordt van ambtswege ingesteld, de rechter speelt een actieve rol en het recht steunt op wetten en codificaties.
* **Angelsaksische rechtsstelsels (bv. Engeland):** Iedere burger kan de strafvordering instellen, de rechter is eerder een passieve scheidsrechter en het recht steunt voornamelijk op rechtspraak.
---
## Hoofdstuk 1: Organen en partijen bij het strafproces betrokken
### De politiediensten
Politiediensten hebben een dubbele functie:
* **Bestuurlijke politie:** Houdt toezicht op de openbare orde, voorkomt misdrijven en beschermt personen en goederen (preventieve functie). Staat onder het gezag van bestuurlijke overheden (bv. Minister van Binnenlandse Zaken).
* **Gerechtelijke politie:** Spreekt misdrijven op, verzamelt bewijzen en identificeert daders (repressieve functie). Staat onder het gezag van gerechtelijke autoriteiten (procureurs-generaal, federale procureur), die op hun beurt onder het gezag van de Minister van Justitie staan. Kan ook proactieve recherche uitvoeren.
Er is externe controle op de politiediensten door het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten (Comité P). Inlichtingendiensten vallen onder Comité I.
De politiediensten zijn gestructureerd op twee niveaus sinds de wet van 7 december 1998:
* **Lokale politie:** Verzekert basispolitiezorg op lokaal niveau, inclusief bestuurlijke en gerechtelijke politieopdrachten. Een politiezone kan uit één of meerdere gemeenten bestaan.
* **Federale politie:** Verzekert gespecialiseerde en supra-lokale opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie over het gehele grondgebied, en verleent ondersteuning aan de lokale politiediensten.
#### Aanwijzings- en vorderingsrecht
Gerechtelijke overheden (OM, onderzoeksrechter) hebben het recht politiediensten aan te wijzen voor specifieke onderzoeken. Hierbij mogen zij zich niet mengen in de concrete organisatie of de bestuurlijke/operationele leiding van de politiedienst.
**Richtlijn 20 februari 2002:** Complexere onderzoeken worden toegewezen aan de federale politie, gebaseerd op de aard van de feiten, de aard van de onderzoeksdaden of de geografische spreiding ervan.
#### Onderscheid tussen officieren en agenten van de gerechtelijke politie
* **Politieambtenaren:** Gedeeld in basis-, midden- en officierskader. Hebben een algemene bevoegdheid voor bestuurlijke en gerechtelijke politieopdrachten.
* **Agenten van politie:** Hebben een beperktere bevoegdheid en verlenen voornamelijk bijstand.
De politieambtenaren belast met opsporing en vaststelling van misdrijven worden ingedeeld in:
* **Officieren van de gerechtelijke politie:** Hogere officieren (leden van het OM met zelfstandige bevoegdheid), officieren/hulpofficieren van de PdK (politieambtenaren van officierskader/middenkader), en lagere officieren (veld-, boswachters).
* **Agenten van gerechtelijke politie:** Politieambtenaren die niet de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie hebben (meestal basiskader).
Bijzondere wetten kunnen aan ambtenaren de hoedanigheid van officier of agent van gerechtelijke politie toekennen met specifieke bevoegdheden.
#### Bevoegdheden van de politie bij heterdaad
* **Bevoegdheden bij heterdaad (art. 32-44bis Sv.):** Gelden voor misdaden en wanbedrijven.
* **Heterdaad omvat:** Misdrijf ontdekt tijdens of onmiddellijk na het plegen; dader wordt achtervolgd met openbaar geroep; persoon wordt tegengehouden door politie en in bezit gevonden van verdachte voorwerpen; gelijkstelling bij misdrijven binnen een woning na verzoek van hoofd van huis/slachtoffer (art. 46 Sv.) of bij partnergeweld (art. 398-405 Sw.).
* **Bevoegdheden:** Huiszoeking (ook 's nachts), inbeslagneming, aanstelling van deskundigen (bij heterdaad wel eedaflegging), bevelen tot onderzoek aan het lichaam, autonome arrestatiebeslissingen (voor alle officieren van G.P.).
* **Bevoegdheden bij ontdekking op heterdaad van misdrijven in art. 90ter, §§ 2-4 Sv. (tapmisdrijven):** PdK kan opsporen van elektronische communicatie en onderscheppen van communicatie bevelen, met of zonder bevestiging van de onderzoeksrechter, afhankelijk van de ernst van het misdrijf.
* **Bevoegdheden buiten heterdaad (normale ambtsbevoegdheden):** Gebaseerd op Wetboek van Strafvordering (materiële vaststellingen, ondervraging, verhoor, huiszoeking/inbeslagname met toestemming), bijzondere wetten (vaak ruimere bevoegdheden) en delegatie (bv. onderzoeksrechter die huiszoeking opdraagt aan officier van G.P.).
### Het Openbaar Ministerie (OM)
* **Statuut:** Benoemd door de Koning, na tussenkomst van de Hoge Raad voor de Justitie. Wordt ook aangeduid als 'staande magistratuur'. Neemt plaats naast de rechters in de zittingszaal (continentale visie). Is een bijzondere partij in het strafproces, die een juridische oplossing voorstelt. Functionele scheiding tussen OM in eerste aanleg (parket) en hoger beroep (parket-generaal).
* **Taken Parket-Generaal:** Tenuitvoerlegging van richtlijnen strafrechtelijk beleid, waken over coherente uitoefening strafvordering.
* **Bijzondere Procureur voor Verkeersveiligheid.**
* **College van Procureurs-Generaal:** Staat onder gezag Minister van Justitie, stelt richtlijnen vast.
* **Raad van Procureurs:** Adviserend orgaan, coördinatie parketten.
* **Federaal Parket:** Leiding federale procureur, oefent strafvordering uit over het hele grondgebied, coördinatie strafvordering, internationale samenwerking, toezicht federale politie.
* **Europees Openbaar Ministerie:** Leidt onderzoeken en vervolgingen voor misdrijven die de financiële belangen van de Unie schaden.
#### Taken van parketmagistraten
* Leiding over het opsporingsonderzoek (onderscheiden van politioneel onderzoek).
* Uitoefening van de strafvordering (vervolgen of seponeren).
* Waken over de toepassing van de wet en uitvoering van strafrechtelijke uitspraken.
#### Vervolgen of seponeren
Het Belgische systeem is gebaseerd op het **opportuniteitsbeginsel**: het OM kan om opportuniteitsredenen beslissen om geen vervolging in te stellen, zelfs bij voldoende bewijselementen. Dit principe wordt gecontroleerd door concentratie van bevoegdheden bij Procureur-Generaal, mogelijkheid voor Minister van Justitie om vervolging te bevelen, en tussenkomst van benadeelde of rechter (ambtshalve). De Minister van Justitie heeft geen negatief injunctierecht (kan niet verbieden te vervolgen).
#### Waken over de toepassing van de wet
Het OM is geen tegenpartij van de verdachte; het waakt over de wettigheid van bewijsmiddelen en de loyaliteit waarmee ze worden verzameld.
#### Hoofdkenmerken van het Openbaar Ministerie
* **Functionele en hiërarchische eenheid:** Oefent leiding en toezicht uit binnen het OM.
* **Ruime zelfstandigheid:** Onafhankelijk t.o.v. hiërarchische meerderen (wel plicht om te vervolgen, niet te verbieden), regering (positief injunctierecht) en vonnisrechter.
* **Ondeelbaarheid:** Het OM is één en ondeelbaar; magistraten treden op in naam van het ambt.
### De onderzoeksrechter
* **Algemeen:** Aangewezen uit rechters of leden van het OM met gespecialiseerde opleiding. Bevoegd voor het gerechtelijk onderzoek, dat vaak ingrijpender is dan het opsporingsonderzoek.
* **Statuut:** Een rechter, neemt vonnissen ter zitting. Onafhankelijkheid t.o.v. OM vergroot door het ontnemen van de hoedanigheid van officier van Gerechtelijke Politie.
* **Mini-onderzoek:** PdK kan onderzoeksrechter vorderen voor specifieke dwangmaatregelen.
* **Uitzonderingen op bevoegdheid:** Heterdaad (PdK/hulpofficier), voorrecht van rechtsmacht (magistraat aangewezen door eerste voorzitter HvB), evocatie door Kamer van Inbeschuldigingstelling.
### De onderzoeksgerechten
* **Raadkamer:** Bestaat uit een rechter, een lid van het OM en een griffier. Beslist aan het einde van het gerechtelijk onderzoek over de verwijzing naar het vonnisgerecht (voldoende bezwaren) of buitenvervolgingstelling. Houdt ook toezicht op voorlopige hechtenis.
* **Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI):** Bestaat uit 3 raadsheren en een lid van het OM. Treedt op als beroepsinstantie en heeft toezichtsbevoegdheden op lopende gerechtelijke onderzoeken. Kan zaken voor het Hof van Assisen verwijzen.
### De vonnisgerechten
* **Taak en statuut:** Nagaan of feiten onder strafwet vallen, bewezen zijn en ten laste kunnen worden gelegd. Rechters zijn onafhankelijk en onverplaatsbaar.
* **Verschillende vonnisgerechten:**
* **Politierechtbank:** Bevoegd voor overtredingen, gecontraventionaliseerde wanbedrijven en bepaalde misdrijven in art. 138 Sv.
* **Correctionele rechtbank:** Bevoegd voor wanbedrijven (met uitzonderingen) en gecorrectionaliseerde misdaden. Zetelt met 1 of 3 rechters.
* **Jeugdrechtbank:** Bevoegd voor minderjarigen van minstens 12 jaar die een jeugddelict plegen.
* **Hof van beroep:** Bevoegd als beroepsinstantie tegen vonnissen van correctionele rechtbanken en als vonnisgerecht in eerste en laatste aanleg voor bepaalde misdrijven (bv. met voorrecht van rechtsmacht) en voor ministers.
* **Hof van Assisen:** Bevoegd voor misdaden (uitzondering: gecorrectionaliseerde misdaden) en politieke misdrijven. Bestaat uit een voorzitter, 2 assessoren en een jury van 12 gezworenen.
* **Strafuitvoeringsrechtbanken:** Bevoegd voor de tenuitvoerlegging van straffen.
### Het Hof van Cassatie
Het Hof van Cassatie toetst de beslissingen van lagere rechtbanken aan de wet, zonder de feiten te beoordelen. Het kijkt na of de beslissingen vernietigd moeten worden wegens schending van de wet of verzuim van voorgeschreven vormen.
### De dader
* **Onderscheid:** Verdachte (aanwijzingen van schuld), inverdenkinggestelde (ernstige aanwijzingen, kennisgeving door onderzoeksrechter), beklaagde (na dagvaarding), beschuldigde (verwezen naar Hof van Assisen).
* **Vermoeden van onschuld:** Zolang niet definitief veroordeeld, wordt men als onschuldig beschouwd.
* **Bijstand van een advocaat:** Recht op bijstand, kosteloos indien onvermogend ('pro deo'). Verplichte bijstand voor beschuldigden bij Hof van Assisen, minderjarigen voor jeugdrechtbank, gedetineerden in bepaalde procedures.
### De benadeelde
* **Hoedanigheden:** Kan optreden als 'benadeelde persoon' (verklaring afgelegd, nog geen partij) of als 'burgerlijke partij' (partij in het strafproces, met rechten en plichten).
* **Rechten:** Afhankelijk van hoedanigheid (informatie, bijstand advocaat, inzage dossier).
* **Uitoefening burgerlijke vordering:** Kan voor de strafrechter of burgerlijke rechter. Vereist aannemelijk maken van benadeling, belang, geleden schade in individuele belangen en bekwaamheid om in rechte op te treden.
### De burgerlijk aansprakelijke partij
Diegene die financieel moet instaan voor de gevolgen van het misdrijf van de veroordeelde. Kan een rechts- of fysieke persoon zijn.
### De tussenkomende partij
Een derde partij die in het geding wordt geroepen, meestal de verzekeraar van de burgerlijk aansprakelijke partij.
---
## Hoofdstuk 2: De strafvordering
### Definitie
De strafvordering is de vordering tot toepassing van de straffen of maatregelen die door de wet op bepaalde gedragingen zijn gesteld. Ze onderscheidt zich van de burgerlijke vordering (schadeherstel) en de tuchtrechtelijke vordering.
### Uitoefening van de strafvordering
* **Prerogatief van het OM:** Het OM beslist over de opportuniteit van het instellen van een strafvordering, rekening houdende met richtlijnen van strafrechtelijk beleid.
* **Vereiste voorwaarden:** Soms is een klacht, aangifte of machtiging vereist voor de ontvankelijkheid van de strafvordering.
* **Klachtmisdrijven:** Kunnen enkel vervolgd worden na klacht door benadeelde.
* **Aangifte:** Vaak vereist voor extraterritoriale bevoegdheid of internationale betrekkingen.
* **Machtiging:** Vereist voor parlementsleden (opheffing parlementaire onschendbaarheid) en ministers/staatssecretarissen (buiten uitoefening ambt).
### Hinderpalen bij de uitoefening van de strafvordering
* **Gronden van schorsing:** De strafvordering wordt tijdelijk stopgezet.
* **Algemene regel:** Geen schorsing bij geschillen van burgerlijk recht; strafrechter oordeelt autonoom.
* **Aanvulling:** Bij betwisting van overeenkomsten die de kern vormen van het misdrijf, is de strafrechter gebonden door burgerlijk bewijsrecht.
* **Uitzonderingen (prejudiciële vragen/geschillen):** Schorsing voor prejudiciële vragen aan het Grondwettelijk Hof of Hof van Justitie van de EU, of voor prejudiciële geschillen (bv. betwisting echtheid geschrift, onroerende zakelijke rechten, laster).
* **Gronden van verval:** Maken een definitief einde aan de strafvordering.
* Opheffing van de strafwet.
* Dood van de verdachte (voor definitieve beslissing).
* Betaling van een geldsom of voldoen aan voorwaarden strafbemiddeling (art. 216bis, 216ter Sv.).
* Het gewijsde (ne bis in idem).
* Verjaring van de strafvordering (nieuwe regeling met langere termijnen en afschaffing stuiting).
### De redelijke termijn
* **Beginsel:** Behandeling binnen een redelijke termijn (art. 6.1 EVRM, 14.3 IVBPR).
* **Criteria:** Complexiteit zaak, houding verdachte, houding gerechtelijke overheden, belang zaak voor beklaagde.
* **Sancties bij overschrijding (art. 27 VT. Sv.):** Veroordeling bij eenvoudige schuldigverklaring, straf lager dan wettelijk minimum, of verval van de strafvordering (enkel bij zeer zwaarwichtige miskenning).
* **Onderzoeksgerechten:** Kunnen de overschrijding vaststellen en de zaak verwijzen of bij zeer zwaarwichtige miskenning het verval van de strafvordering uitspreken.
### Strafvordering wegens misdrijven in het buitenland gepleegd
* **Territoriale werking:** Belgische strafwet geldt voor misdrijven gepleegd op Belgisch grondgebied (ubiquiteitstheorie).
* **Extraterritoriale werking:** Uitzonderlijke toepassing van Belgische strafwet op feiten buiten België, o.m. voor misdrijven tegen Belgen (passief personaliteitsbeginsel) of misdrijven die de Belgische staat raken (staatsbeschermingsbeginsel). Vereist vaak dubbele incriminatie, aanwezigheid beklaagde in België en/of officieel bericht van buitenlandse overheid.
* **Invloed vervolgingen in het buitenland:** Een persoon die in het buitenland werd gevonnist, mag in België niet opnieuw worden vervolgd voor hetzelfde misdrijf indien hij reeds straf onderging, genade of amnestie verkreeg, of de straf verjaard is (art. 13 VT. Sv.). Binnen de Schengenruimte geldt art. 54 Schengenuitvoeringsverdrag (ne bis in idem).
### Uitlevering en Overlevering
* **Uitlevering:** Verzoek tussen staten om personen uit te leveren, gebaseerd op wederkerigheid, dubbele incriminatie en uitzonderingen voor politieke/militaire/fiscale misdrijven. Belgische regering levert doorgaans geen Belgen uit.
* **Overlevering (Europees aanhoudingsmandaat):** Verplichting tot uitlevering tussen EU-lidstaten, met beperkte weigeringsgronden. Procedures kunnen vereenvoudigd worden bij instemming van de betrokkene.
---
## Hoofdstuk 3: De burgerlijke vordering
### Definitie
De burgerlijke vordering is de vordering van een slachtoffer of benadeelde persoon om schadevergoeding te verkrijgen die voortvloeit uit een misdrijf. Deze kan samen met de strafvordering voor de strafrechter worden uitgeoefend, of afzonderlijk voor de burgerlijke rechter.
### Het slachtoffer dat geen enkele actie heeft ondernomen
Het strafprocesrecht houdt rekening met slachtoffers door hen te informeren over hun rechten (burgerlijke partijstelling, verklaring benadeelde persoon) en hen op de hoogte te brengen van de zittingsdagen. Derden die rechten kunnen doen gelden op in beslag genomen goederen worden ook op de hoogte gebracht. De strafrechter kan ambtshalve de burgerlijke belangen aanhouden indien de zaak nog niet in staat van wijzen is.
### De verklaring van de benadeelde persoon
Degene die schade heeft geleden, kan de hoedanigheid van benadeelde persoon verkrijgen door een verklaring af te leggen. Dit opent rechten zoals bijstand door advocaat, recht op inzage dossier en recht op informatie over procedurele stappen.
### De uitoefening van de burgerlijke vordering door de burgerlijke partij
* **Instellen:** Kan in elke stand van het geding bij de onderzoeksrechter, het onderzoeksgerecht of het vonnisgerecht. Indien nog geen strafvordering is ingesteld, kan de benadeelde zelf de strafvordering instellen door rechtstreekse dagvaarding of klacht met burgerlijke partijstelling.
* **Voorwaarden ontvankelijkheid:** Aannemelijk maken van benadeling, belang, geleden individuele schade, en bekwaamheid om in rechte op te treden.
* **Tegen wie:** Tegen de dader, burgerlijk aansprakelijke partij, of tussenkomende partij (bv. verzekeraar).
* **Verval:** Door afstand van geding/vordering, dading, gezag van het strafrechtelijk gewijsde (t.a.v. de burgerlijke rechter) of verjaring.
### De uitoefening van de burgerlijke vordering voor de burgerlijke rechter
* **Schorsing van de burgerlijke rechtsvordering:** De burgerlijke vordering wordt geschorst zolang niet definitief is beslist over de strafvordering, om tegenstrijdige uitspraken te vermijden.
* **Gezag van het strafrechtelijk gewijsde:** De burgerlijke rechter is gebonden door de definitieve beslissingen van de strafrechter inzake feiten die gemeenschappelijk zijn aan beide vorderingen.
### Een bijzondere procedure: de bemiddeling
Bemiddeling is een proces waarbij partijen, met hulp van een neutrale derde, proberen een akkoord te bereiken over de gevolgen van een misdrijf. Dit kan in elke fase van de strafprocedure plaatsvinden.
---
## Hoofdstuk 4: Het opsporingsonderzoek
### Definitie
Het opsporingsonderzoek is het geheel van handelingen gericht op het opsporen van misdrijven, daders en bewijzen, geleid door het Openbaar Ministerie (PdK). Het wordt à charge en à décharge gevoerd.
### Kenmerken
* **Afwezigheid van dwangmaatregelen:** Opsporingshandelingen mogen in principe geen dwangmaatregelen inhouden, tenzij de wet dit toelaat (bv. inbeslagname) of bij ontdekking op heterdaad (met bijzondere bevoegdheden voor de PdK).
* **Inquisitoriaal karakter:** Hoewel grotendeels verloren door actiemogelijkheden van partijen.
### Start van het opsporingsonderzoek
* Ontdekking door actief optreden van politie of door klachten/aangiften (reactief optreden).
* Aangifte kan formeel (ambtenaren moeten dit melden) of informeel (particulieren). Een anonieme aangifte is geldig, maar kan tot bewijsproblemen leiden. Lasterlijke aangifte is strafbaar.
### Het verloop van het opsporingsonderzoek
* **Relatie OM en politiediensten:** PdK vaardigt algemene richtlijnen uit en bepaalt prioritaire opsporingsgebieden. Politiediensten handelen vaak in opdracht van de PdK, maar kunnen ook autonoom optreden (mits melding aan PdK).
* **Voornaamste opsporingshandelingen:**
* Verhoor/ondervraging (met rechten voor verdachten en getuigen, bv. recht op advocaat, zwijgrecht).
* Huiszoeking (enkel bij gerechtelijk onderzoek, tenzij bij heterdaad of toestemming).
* Beslag (bewijsmateriaal, voorwerpen vatbaar voor verbeurdverklaring, equivalent beslag).
* Beroep doen op technisch raadgever/deskundige.
* Onderzoek aan het lichaam (enkel bij gerechtelijk onderzoek, tenzij bij heterdaad of toestemming).
* DNA-onderzoek.
* Doorzoeking informaticasysteem (niet-heimelijk bij opsporingsonderzoek).
* Opsporen van elektronische communicatie (enkel bij gerechtelijk onderzoek, tenzij bij heterdaad voor specifieke misdrijven).
* Bijzondere opsporingsmethoden (observatie, infiltratie, burgerinfiltratie, informantenwerking) mits machtiging PdK en respect voor subsidiariteit en proportionaliteit. Provocatie van misdrijven is verboden.
* Andere methoden (identificatie gebruikers elektronische communicatie, vorderen van inlichtingen bij sociale zekerheid/financiële entiteiten, onderscheppen poststukken, inkijkoperatie, digitale infiltratie, vorderen passagiersgegevens).
De toepassing van deze opsporingshandelingen, vooral die welke ingrijpen in de privacy, is strikt gereglementeerd en vereist vaak een machtiging van de PdK of onderzoeksrechter, en moet voldoen aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit.
---
## Veelvoorkomende fouten om te vermijden
* Het verwarren van de strafvordering met de burgerlijke vordering.
* Het aannemen dat alle opsporingshandelingen zonder beperkingen mogelijk zijn tijdens een opsporingsonderzoek.
* Het negeren van de rechten van verdachten en getuigen tijdens verhoren.
* Het niet correct toepassen van de regels inzake verjaring en de redelijke termijn.
* Het vergeten van de vereisten voor ontvankelijkheid bij het instellen van een burgerlijke vordering.
* Het onterecht toepassen van bevoegdheden van de onderzoeksrechter tijdens een opsporingsonderzoek.
* Het niet kennen van de specifieke bevoegdheden en beperkingen van de verschillende organen binnen het strafproces.
* Het onjuist interpreteren van het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel bij het toepassen van bijzondere opsporingsmethoden.
* Het vergeten dat de Procureur des Konings leiding geeft aan het opsporingsonderzoek.
* Het niet onderscheiden van de rol en bevoegdheden van de lokale en federale politie.
Glossary
# Woordenlijst
| Term | Definitie |
|---|---|
| Strafvordering | Het geheel van rechtsregels die bepalen hoe bij een misdrijf wordt opgetreden, van opsporing tot strafuitvoering. |
| Burgerlijke vordering | Een vordering ingesteld door een slachtoffer of benadeelde partij om schadevergoeding te verkrijgen die voortvloeit uit een misdrijf. |
| Procureur des Konings (PdK) | Een lid van het Openbaar Ministerie dat belast is met het leiden van het opsporingsonderzoek en het uitoefenen van de strafvordering. |
| Opsporingsonderzoek | Het deel van het vooronderzoek dat gericht is op het opsporen van misdrijven, daders en bewijzen, geleid door het Openbaar Ministerie. |
| Gerechtelijk onderzoek | Een vorm van vooronderzoek die door de onderzoeksrechter wordt geleid, vaak wanneer grondwettelijk gewaarborgde rechten moeten worden aangetast. |
| Heterdaad | Situatie waarin een misdrijf wordt ontdekt terwijl het gepleegd wordt of kort nadat het is gepleegd, met bijkomende bevoegdheden voor opsporingsambtenaren. |
| Vermoeden van onschuld (presumptio innocentiae) | Het beginsel dat een verdachte, beklaagde of beschuldigde als onschuldig wordt beschouwd totdat zijn schuld definitief is bewezen door een rechterlijke uitspraak. |
| Openbaar Ministerie (OM) | Het orgaan dat belast is met de uitoefening van de strafvordering en het waken over de toepassing van de wet. |
| Raadkamer | Een onderzoeksgerecht dat beslist over de rechtspleging aan het einde van een gerechtelijk onderzoek, met name of er voldoende bezwaren zijn voor verwijzing naar het vonnisgerecht. |
| Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) | Een gerechtelijk orgaan dat optreedt als beroepsinstantie en toezicht houdt op de lopende gerechtelijke onderzoeken. |
| Vonnisgerechten | De rechtbanken die de grond van de zaak beoordelen, d.w.z. de schuld of onschuld van de beklaagde vaststellen en indien nodig straffen opleggen. |
| Verjaring van de strafvordering | De wettelijk bepaalde termijn waarbinnen een strafvordering moet worden ingesteld, na het verstrijken waarvan de strafvordering niet meer kan worden uitgeoefend. |
| Redelijke termijn | Het beginsel dat een strafzaak binnen een redelijke termijn moet worden behandeld om de menselijke waardigheid en de rechten van de verdediging te beschermen. |
| Burgerlijke partij | Een slachtoffer of benadeelde die zich in het strafproces voegt om schadevergoeding te eisen, waardoor hij partij wordt in de strafprocedure. |
| Bemiddeling | Een proces waarbij een neutrale derde partij partijen helpt om tot een akkoord te komen inzake de nadere regels en voorwaarden die tot pacificatie en herstel kunnen leiden na een misdrijf. |