Cover
Inizia ora gratuitamente PowerPoint criminologie_PP 1_2025-2026.pptx
Summary
# Bevoegdheid en correctionaliseerbaarheid van het Hof van Assisen
Dit gedeelte behandelt de evolutie van de bevoegdheid van het Hof van Assisen, met een focus op het concept van correctionaliseerbaarheid en de impact van wetswijzigingen en jurisprudentie hierop.
## 1. Bevoegdheid van het Hof van Assisen en de introductie van correctionaliseerbaarheid
### 1.1 Oorspronkelijke bevoegdheid en de noodzaak tot aanpassing
Artikel 150 van de Grondwet stelt dat de jury wordt ingesteld voor alle criminele zaken. In theorie zouden alle misdaden dus voor het Hof van Assisen moeten komen. Echter, het grote aantal misdrijven maakte deze regeling praktisch onhaalbaar. Om deze reden werd reeds in de 19e eeuw het systeem van "correctionalisering" ingevoerd.
Correctionalisering houdt in dat een misdaad, vanwege verzachtende omstandigheden, wordt geacht een wanbedrijf te zijn geweest. Dit heeft als gevolg dat de correctionele rechtbank bevoegd wordt en de maximumstraf daalt. De correctionalisering werkt "ex tunc", wat betekent dat de kwalificatie van het misdrijf terugwerkend wordt gewijzigd naar een wanbedrijf.
### 1.2 Evolutie van correctionaliseerbaarheid
Na een wetswijziging in 2009 konden gedurende zeven jaar de volgende misdaden gecorrectionaliseerd worden:
* Alle misdaden met een maximumstraf van twintig jaar opsluiting.
* Alle pogingen tot misdaden met een levenslange opsluiting.
* Misdaden strafbaar met meer dan twintig jaar opsluiting die voorkwamen op een limitatieve lijst (vermeld in de Wet op verzachtende omstandigheden).
Misdaden die niet op deze lijst stonden en strafbaar waren met meer dan twintig jaar opsluiting, waren derhalve niet correctionaliseerbaar en moesten altijd voor het Hof van Assisen komen.
> **Tip:** Het is cruciaal om te onthouden dat "correctionalisering" een juridische transformatie is waarbij de aard van het feit wordt gewijzigd, wat directe gevolgen heeft voor de bevoegde rechtbank en de mogelijke straf.
### 1.3 De Potpourri II-wet en veralgemeende correctionaliseerbaarheid
De wet van 5 februari 2016, ook wel de "Potpourri II-wet" genoemd, introduceerde een veralgemeende correctionaliseerbaarheid van misdaden op basis van verzachtende omstandigheden. Dit betekende dat alle misdaden, ongeacht de zwaarte van de straf, konden worden gecorrectionaliseerd. De redenen achter deze veralgemening waren onder meer:
* De gepercipieerde ongeschiktheid van de jury voor complexe zaken.
* De zware en dure procedure van het Hof van Assisen.
* De moeilijkheden bij het organiseren van beveiligingsmaatregelen.
* De overbelasting van het Hof van Assisen, met gevolgen voor de voorlopige hechtenis.
* De complexiteit van bepaalde dossiers.
* Desorganisatie in de Hoven van Beroep en correctionele rechtbanken, aangezien het Hof van Assisen geen permanent rechtscollege is.
Een bekend voorbeeld van een gecorrectionaliseerde zaak onder deze wet was de zogenaamde "kasteelmoord" (betreffende Stijn Saelens).
### 1.4 Vernietiging door het Grondwettelijk Hof en de gevolgen
Deze veralgemeende correctionaliseerbaarheid stuitte op aanzienlijke kritiek en leidde tot een vernietiging door het Grondwettelijk Hof op 21 december 2017. Het Hof oordeelde dat er geen gelijke berechting was volgens de regels over bevoegdheid en rechtspleging, zoals vereist door artikel 13 van de Grondwet, voor personen in dezelfde toestand.
Door deze vernietiging keerde men terug naar het systeem dat gold vóór de Potpourri II-wet. Dit houdt in dat niet alle misdaden meer gecorrectionaliseerd kunnen worden. Voor de misdaden die nog steeds correctionaliseerbaar zijn, beslist de Raadkamer of de Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) geval per geval of de zaak door professionele rechters (en dus met de mogelijkheid tot beroep) zal worden berecht, of voor het Hof van Assisen met een jury (en dus zonder beroep).
Het is belangrijk op te merken dat reeds vóór de wet van 5 februari 2016 de praktijk bestond om misdaden systematisch te correctionaliseren om het Hof van Assisen zoveel mogelijk te vermijden. Ook vandaag nog verschijnen doorgaans enkel de misdaden die niet gecorrectionaliseerd kunnen worden, voor het Hof van Assisen.
> **Tip:** Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 21 december 2017 is een keerpunt geweest in de interpretatie van de bevoegdheid van het Hof van Assisen en de rol van correctionaliseerbaarheid. Begrijp de redenen van de vernietiging goed.
### 1.5 Toekomst van het Hof van Assisen en de impact van het nieuwe Strafwetboek
De toekomst van het Hof van Assisen is lange tijd onzeker geweest. Er waren voorstellen om het Hof te vervangen door "Criminele kamers" bij de correctionele rechtbank, met een gemengde jury van burgers en beroepsmagistraten, en de mogelijkheid van hoger beroep. Een ander voorstel tot hervorming (2020) behelsde de afschaffing van het Hof van Assisen, maar enkel voor specifieke zaken zoals terrorismeprocessen en eventueel drukpersmisdrijven gedreven door discriminatie.
Het nieuwe Strafwetboek, dat in werking treedt op 8 april 2026, brengt een belangrijke nieuwigheid teweeg met aanzienlijke gevolgen voor het Hof van Assisen. De indeling in misdaden, wanbedrijven en overtredingen verdwijnt. In plaats daarvan wordt er een nieuwe indeling in acht niveaus van zwaarte gehanteerd.
De correctionaliseerbaarheid van misdaden op basis van verzachtende omstandigheden en de bijbehorende wetgeving zullen verdwijnen. Een nieuw artikel 216novies Sv. zal een limitatieve lijst bevatten van misdrijven die als "criminele zaken" worden beschouwd en dus onder de bevoegdheid van het Hof van Assisen vallen, ongeacht het strafmaximum. Deze lijst omvat:
* Misdrijven waarop een straf van niveau 8 is gesteld.
* Doodslag (artikelen 96 tot 100 Sv.).
* Foltering met de dood tot gevolg (artikel 118 Sv.).
* Aantasting van seksuele integriteit en verkrachting met de dood tot gevolg (artikel 139 Sv.).
* Gijzeling met de dood tot gevolg (artikel 228 Sv.).
De berechting van de zogenaamde "correctionaliseerbare" misdaden zal voortaan plaatsvinden bij de correctionele rechtbank. Dit strookt met de praktijk die al bestond door het systematisch correctionaliseren van deze misdrijven. Omdat wetten die de strafprocedure en bevoegdheid van strafrechters aanpassen onmiddellijk van toepassing zijn op hangende zaken, zal de correctionele rechtbank bevoegd zijn voor misdaden gepleegd onder het oude strafrecht die niet op de lijst van art. 216novies Sv. staan.
De politiek is er opnieuw niet in geslaagd een beslissing te nemen over de (afschaffing van de) juryrechtspraak, die een tweederdemeerderheid vereist. Wel wordt de huidige praktijk, waarbij enkel niet-correctionaliseerbare misdaden voor het Hof van Assisen komen, wettelijk verankerd. Dit maakt een einde aan het "perverse gebruik van verzachtende omstandigheden" die louter dienden om assisenprocessen te vermijden.
> **Tip:** Het nieuwe Strafwetboek markeert een fundamentele verschuiving in het strafrechtelijk landschap. Begrijp de nieuwe indeling van misdrijven en de nieuwe criteria voor de bevoegdheid van het Hof van Assisen.
---
# Hervormingsvoorstellen en de toekomst van het Hof van Assisen
Het Hof van Assisen is een uniek gerechtelijk orgaan binnen het Belgische rechtssysteem, waarvan de bevoegdheid en procedures in de loop der jaren aanzienlijke debatten en hervormingsvoorstellen hebben gekend, wat leidt tot een onzekere toekomst.
## 2. Hervormingsvoorstellen en de toekomst van het Hof van Assisen
### 2.1 Evolutie van de bevoegdheid en de impact van de correctionaliseerbaarheid
De bevoegdheid van het Hof van Assisen is historisch verankerd in artikel 150 van de Grondwet, dat stelt dat de jury wordt ingesteld voor alle criminele zaken. In de praktijk bleek dit echter onhaalbaar wegens het grote aantal misdaden. Om deze reden werd in de 19e eeuw het systeem van 'correctionalisering' ingevoerd. Dit hield in dat een misdaad, bij aanwezigheid van verzachtende omstandigheden, werd beschouwd als een wanbedrijf. Gevolg hiervan was dat de correctionele rechtbank bevoegd werd en de maximumstraf daalde.
Na een wetswijziging in 2009 konden gedurende zeven jaar verschillende misdaden gecorrectionaliseerd worden, waaronder alle misdaden met een maximumstraf van 20 jaar opsluiting, pogingen tot misdaden met levenslange opsluiting, en misdaden strafbaar met meer dan 20 jaar opsluiting die opgenomen waren in een limitatieve lijst. Misdaden die strafbaar waren met meer dan 20 jaar opsluiting en niet in deze lijst stonden, moesten altijd voor het Hof van Assisen komen.
Een belangrijke wetswijziging vond plaats met de wet van 5 februari 2016 (Potpourri II-wet), die de zogenaamde 'veralgemeende correctionaliseerbaarheid' van misdaden invoerde. Dit betekende dat alle misdaden, zelfs de zwaarste, konden worden gecorrectionaliseerd. De redenen hiervoor waren divers, waaronder de gepercipieerde ongeschiktheid van de jury, de te zware en dure procedure, de moeilijkheden bij het organiseren van beveiligingsmaatregelen, de overbelasting van het Hof van Assisen met gevolgen voor de voorlopige hechtenis, de complexiteit van bepaalde dossiers, en de desorganisatie bij de correctionele rechtbanken wegens het niet-permanente karakter van het Hof van Assisen.
Deze veralgemeende correctionaliseerbaarheid stuitte op veel kritiek en werd op 21 december 2017 vernietigd door het Grondwettelijk Hof. Het Hof oordeelde dat er geen gelijke berechting meer was volgens de regels over bevoegdheid en rechtspleging, zoals vereist door artikel 13 van de Grondwet, voor personen in dezelfde toestand. Hierdoor werd het systeem van vóór de Potpourri II-wet hersteld, waarbij niet alle misdaden nog gecorrectionaliseerd konden worden. Voor de nog steeds correctionaliseerbare misdaden beslist de Raadkamer of Kamer van Inbeschuldigingstelling geval per geval of de zaak voor professionele rechters (met mogelijkheid tot hoger beroep) of voor een jury in het Hof van Assisen (zonder mogelijkheid tot hoger beroep) komt.
Het is belangrijk op te merken dat reeds vóór de wet van 5 februari 2016 de praktijk bestond om systematisch alle in aanmerking komende misdaden te correctionaliseren teneinde het Hof van Assisen zoveel mogelijk te vermijden. Ook vandaag nog verschijnen doorgaans enkel de misdaden die niet gecorrectionaliseerd kunnen worden voor het Hof van Assisen.
### 2.2 Toekomstperspectieven en hervormingsvoorstellen
De toekomst van het Hof van Assisen is sindsdien onzeker geweest en heeft geleid tot verschillende hervormingsvoorstellen:
#### 2.2.1 Criminele kamers
Een voormalig minister van Justitie, Koen Geens, stelde voor om het Hof van Assisen te vervangen door 'Criminele kamers' bij de correctionele rechtbank. Deze kamers zouden samengesteld zijn uit een jury van vier burgers en drie beroepsmagistraten, die zowel over de schuldvraag als over de strafmaat zouden beslissen. De werking zou gelijkaardig zijn aan de huidige assisenprocedure, maar zonder de herhaling van het volledige onderzoek ter zitting. Een belangrijk verschil zou de mogelijkheid tot hoger beroep zijn.
#### 2.2.2 Hervorming specifiek voor terrorisme en drukpersmisdrijven
Een ander voorstel tot hervorming in 2020 omvatte een grondwetswijziging met het oog op de afschaffing van het Hof van Assisen, maar dan uitsluitend voor terrorismeprocessen en eventueel voor drukpersmisdrijven die gedreven zijn door discriminatie. De correctionele rechtbanken zouden in dergelijke gevallen criminele straffen kunnen uitspreken.
#### 2.2.3 Impact van het nieuwe Strafwetboek
Het nieuwe Strafwetboek, dat op 8 april 2026 in werking treedt, brengt een belangrijke nieuwigheid met grote gevolgen voor het Hof van Assisen. De traditionele opdeling in misdaden, wanbedrijven en overtredingen verdwijnt. In de plaats komt een indeling in acht niveaus, gaande van het zwaarste (niveau 8) tot het lichtste (niveau 1).
Als gevolg hiervan zullen het correctionaliseren van misdaden (op basis van verzachtende omstandigheden) en de Wet Verzachtende Omstandigheden verdwijnen. Een nieuw artikel 216novies Sv. zal in werking treden en een limitatieve lijst van misdrijven opsommen die als 'criminele zaken' worden beschouwd. Deze zaken vallen, onafhankelijk van de straf die erop staat, onder de bevoegdheid van het Hof van Assisen op grond van artikel 150 van de Grondwet.
Het nieuwe artikel 216novies Sv. luidt als volgt: "Het Hof van Assisen neemt kennis van de criminele zaken. De criminele zaken zijn de zaken met betrekking tot:
* de misdrijven waarop een straf van niveau 8 is gesteld;
* de doodslag, bedoeld in de artikelen 96 tot 100 van het Strafwetboek;
* de foltering met de dood tot gevolg, bedoeld in artikel 118 van het Strafwetboek;
* de aantasting van seksuele integriteit en verkrachting met de dood tot gevolg, bedoeld in artikel 139 van het Strafwetboek;
* de gijzeling met de dood tot gevolg, bedoeld in artikel 228 van het Strafwetboek."
De berechting van de misdrijven die onder het oude strafrecht als correctionaliseerbaar werden beschouwd, zal na de inwerkingtreding van het nieuwe Strafwetboek, indien ze niet voorkomen in de limitatieve lijst van artikel 216novies Sv., gebeuren door de correctionele rechtbank. Dit is in lijn met de praktijk die al grotendeels bestond. Procedurele wetswijzigingen zijn onmiddellijk van toepassing op hangende zaken.
De politiek is er niet in geslaagd een beslissing te nemen over de (afschaffing van de) juryrechtspraak, wat een tweederdemeerderheid vereist. Tegelijkertijd wenste men niet dat elk ernstig misdrijf een juryproces zou kennen. De grens tussen criminele en correctionele zaken die nu wordt gelegd, is afkomstig van de niet-correctionaliseerbare misdaden onder het huidige recht. Hierdoor wordt de feitelijke situatie in de praktijk wettelijk verankerd en wordt het "perverse gebruik van verzachtende omstandigheden", dat enkel diende om assisenprocessen te vermijden, aangepakt.
> **Tip:** Houd er rekening mee dat wetswijzigingen die de strafprocedure en de bevoegdheid van strafrechters aanpassen, onmiddellijk van toepassing zijn op hangende zaken. Dit betekent dat de bevoegdheid van de rechtbank kan veranderen naargelang het moment van de inwerkingtreding van een nieuwe wet.
---
# Samenstelling, plaats en procedure van het Hof van Assisen
Dit onderwerp behandelt de locatie, de samenstelling van het Hof van Assisen, inclusief de rol van magistraten, het Openbaar Ministerie, de griffier en de jury, alsook de gedetailleerde stappen van de assisenprocedure.
### 3.1 Plaats en tijd
Het Hof van Assisen heeft geen permanente rechtsmacht en wordt samengesteld telkens wanneer de Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) een zaak naar het Hof van Assisen verwijst. Er is één Hof van Assisen in elke provincie en voor Brussel-Hoofdstad, die zetelen in de hoofdplaats van de betreffende provincie. Twee uitzonderingen hierop zijn Tongeren voor Limburg en Nijvel voor Waals-Brabant.
### 3.2 Samenstelling
De samenstelling van het Hof van Assisen bestaat uit de magistraten van het Hof, het Openbaar Ministerie, de griffier en de jury.
#### 3.2.1 Het Hof
Het Hof zelf is samengesteld uit drie beroepsmagistraten: een voorzitter, die lid is van het Hof van Beroep, en twee assessoren, die leden zijn van de rechtbank van eerste aanleg. De voorzitter wordt aangewezen door de eerste voorzitter van het Hof van Beroep voor één of meerdere zaken. De assessoren worden per zaak aangewezen door de eerste voorzitter van het Hof van Beroep, in overleg met de betrokken voorzitters van de rechtbank van eerste aanleg. Voor assisenzaken waarbij minderjarigen betrokken zijn, moeten minstens twee magistraten met een specifieke opleiding jeugdrecht deel uitmaken van het Hof.
#### 3.2.2 Het openbaar ministerie
Het Openbaar Ministerie wordt vertegenwoordigd door de procureur-generaal bij het Hof van Beroep. Deze kan zijn bevoegdheid overdragen aan een ander lid van het parket.
#### 3.2.3 De griffier
De griffier is de griffier van de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar het Hof van Assisen zetelt.
#### 3.2.4 De jury
De jury bestaat uit twaalf juryleden die door loting worden aangewezen. Om als jurylid te worden aangewezen, moet men aan diverse voorwaarden voldoen:
* Ingeschreven zijn op de kiezerslijsten van de wetgevende kamers.
* Burgerlijke en politieke rechten genieten.
* Minstens 28 jaar en minder dan 65 jaar oud zijn op het moment van de opmaak van de lijst op gemeentelijk niveau.
* Kunnen lezen en schrijven, en de taal van de debatten kennen.
* Geen eerdere gevangenisstraf van meer dan vier maanden, elektronisch toezicht van meer dan vier maanden, werkstraf van meer dan zestig uur, of probatiestraf van een jaar of meer hebben opgelopen.
De lijst van potentiële juryleden wordt om de vier jaar opgemaakt. De procedure start met het loten van twee cijfers door elke burgemeester, waarbij personen wiens kiezerscijfer op deze cijfers eindigt, kandidaat zijn. Vervolgens worden personen die niet aan de voorwaarden voldoen, geschrapt. Ook personen wiens beroep een beletsel vormt (zoals magistraten, personen met een politiek mandaat, militairen, of leden van de eredienst) worden geschrapt. Daarna volgt de samenvoeging van deze lijsten per provincie. Personen die afwezig of wettelijk verhinderd zijn (bv. personen in een gesloten instelling) worden verder geschrapt.
Voor elke assisenzaak wordt een bijzondere lijst opgesteld door loting van minstens zestig personen uit de algemene of definitieve lijst, waarbij de helft van hetzelfde geslacht moet zijn. Uit deze groep worden vervolgens twaalf effectieve en maximaal vierentwintig plaatsvervangende juryleden geloot. Ten hoogste tweederde van de effectieve gezworenen mag van hetzelfde geslacht zijn.
> **Tip:** Het is belangrijk om de verschillende stappen in het selecteren van de jury te onthouden, inclusief de criteria en de schrappingsrondes.
> **Voorbeeld:** Een persoon met een veroordeling tot een gevangenisstraf van zes maanden voldoet niet aan de voorwaarden om als jurylid te worden aangewezen.
### 3.3 De beschuldigde en het slachtoffer
De beschuldigde heeft het recht zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat. De fysieke aanwezigheid van de beschuldigde is niet langer verplicht. Het slachtoffer, of diens nabestaanden, verschijnt in persoon en/of wordt bijgestaan of vertegenwoordigd door een advocaat. Voor beide partijen is een pro deo-advocaat mogelijk mits aan de voorwaarden wordt voldaan.
### 3.4 Verloop assisenprocedure
De assisenprocedure kent een specifieke en gedetailleerde verloop, dat significant verschilt van procedures voor correctionele rechtbanken.
1. **Preliminaire zitting:** De lijst van getuigen wordt vastgelegd. Er geldt een rem op het ongelimiteerd oproepen van getuigen; getuigen zijn enkel toegelaten indien zij een toegevoegde waarde hebben voor de waarheidsvinding met betrekking tot de feiten, schuld of onschuld, of de moraliteit van de beschuldigde of het slachtoffer. Ook de regulariteit van de rechtspleging wordt gecontroleerd op eventuele nietigheden of onregelmatigheden.
2. **Samenstelling en eedaflegging jury:** De samenstelling van de jury gebeurt minstens twee werkdagen vóór de aanvang van de debatten, wat de juryleden de gelegenheid geeft zich voor te bereiden. Er geldt een wrakingsrecht voor het Openbaar Ministerie en de verdediging, waarbij de redenen niet kenbaar gemaakt hoeven te worden. Het aantal wrakingen hangt af van de noodzaak en het aantal plaatsvervangende juryleden. Sinds kort geldt ook een wrakingsrecht voor de voorzitter, met als vereiste de vertegenwoordiging van beide geslachten.
3. **Voorlezen akte van beschuldiging:** Deze akte, opgesteld door het Openbaar Ministerie, bevat een samenvatting van de zaak en dient ter inlichting van de beschuldigde en als inleiding van de debatten. De akte kan volledig of gedeeltelijk worden voorgelezen door het Openbaar Ministerie.
4. **Voorlezen akte van verdediging (eventueel):** Indien opgesteld door de verdediging.
5. **Verhoor beschuldigde:** Dit gebeurt door de voorzitter.
6. **Voorlezen lijst getuigen:** Getuigen worden opgeroepen door het Openbaar Ministerie, de burgerlijke partij (BP) en de beschuldigde/verdediging.
7. **Burgerlijke partijstelling:** Kan gebeuren door het slachtoffer of diens nabestaanden, en kan ook al eerder in de procedure zijn gebeurd.
8. **Verhoor getuigen:** Eerst de getuigen over de feiten, daarna de moraliteitsgetuigen (getuigen die informatie geven over de persoonlijkheid en achtergrond van de dader of het slachtoffer).
> **Opmerking:** In tegenstelling tot correctionele zaken, waar een beroep mogelijk is, is er bij het Hof van Assisen geen beroep mogelijk. De beschuldigde wordt ook 'geassumeerde' genoemd in plaats van 'beklaagde'.
9. **Pleidooien burgerlijke partij:**
10. **Requisitorium:** De vordering door het Openbaar Ministerie.
11. **Pleidooien verdediging:**
12. **Laatste woord beschuldigde:**
13. **Eventuele replieken:** Door het Openbaar Ministerie, de burgerlijke partij en de verdediging, gevolgd door opnieuw het laatste woord van de beschuldigde.
14. **Vraagstelling door voorzitter:** De voorzitter stelt schuldvragen aan de jury, die met ja of neen beantwoord moeten worden.
15. **Uitleg over vraagstelling door voorzitter:** De voorzitter legt de jury de vragen uit.
16. **Uitleg aan jury over werkwijze beraadslaging en stemming:** De voorzitter informeert de jury over het proces van beraadslaging en stemming.
17. **Overhandiging dossier en stukken aan jury:** De jury ontvangt alle relevante documenten.
> **Belangrijk:** Een staking van stemming, waarbij het aantal stemmen gelijk is verdeeld, geldt als in het voordeel van de beschuldigde.
18. **Beraadslaging over schuld/onschuld:** Sinds 2016 is het Hof (de beroepsmagistraten) ook aanwezig tijdens de beraadslaging om raadgeving en advies te geven. De stemming is geheim en gebeurt met ja of neen per schuldvraag. Een niet ingevuld stembiljet geldt als in het voordeel van de beschuldigde. De meerderheid beslist. Bij staking van stemmen geldt dit in het voordeel van de beschuldigde.
19. **Verklaring jury over schuldvragen:** Sinds het arrest Taxquet van het EHRM geldt er een motiveringsplicht voor de jurybeslissing. De juridische motivering wordt geschreven door de rechters, in samenspraak met de juryleden. Indien het Hof eenparig overtuigd is van een vergissing betreffende de voornaamste redenen, kan de zaak naar een ander assisenhof worden verwezen, hoewel dit sinds de aanwezigheid van beroepsrechters bij de beraadslaging vrijwel uitgesloten is.
20. **Debat over straftoemeting:** Dit debat wordt gevoerd door het Openbaar Ministerie (vordering van een straf) en de verdediging. De burgerlijke partij neemt hieraan geen deel.
21. **Beraadslaging over strafmaat:** Deze beraadslaging gebeurt door het Hof samen met de twaalf effectieve juryleden. Een gewone meerderheid is vereist. De stemming begint bij de juryleden, de jongste eerst. Indien geen meerderheid wordt bereikt, volgt een tweede stemronde. Als er dan nog geen meerderheid is, vervalt de minst gunstige uitspraak en wordt verder gestemd tot een meerderheid is bereikt.
22. **Uitspraak Hof:** Het Hof spreekt de uitspraak uit. Er geldt een motiveringsplicht voor de strafmaat.
23. **Behandeling burgerlijke vordering:** Dit gebeurt op dezelfde dag of later, zonder de jury.
> **Opmerking:** Zodra een assisenzaak is gestart, moet deze zonder onderbreking en zonder verbinding met de buitenwereld worden voortgezet, hoewel dit principe redelijk wordt toegepast (dagelijkse terugkeer naar huis is mogelijk). Sinds 2022 is een audio(visuele) opname van de zittingen mogelijk, zodat slachtoffers en hun advocaten de zitting vanop afstand kunnen volgen, of wanneer de opname van belang is voor historische justitiearchieven.
### 3.5 Vergoeding van de gezworene
Er is een onderscheid tussen de vergoeding voor een gezworene die zitting houdt en een gezworene die geen zitting houdt.
#### 3.5.1 Gezworene die zitting houdt
Werkende gezworenen, zowel effectieve als plaatsvervangende, ontvangen een dagvergoeding. Vanaf de zesde dag (na de eerste vijf dagen klein verlet) ontvangt de gezworene een vergoeding indien de werkgever het loon blijft betalen. De dagvergoeding is gelijk aan de dagelijkse bruto-bezoldiging plus werkgeversbijdragen. Geen vergoeding is verschuldigd als de gezworene bij de overheid werkt. Zelfstandigen ontvangen vanaf de zesde dag een dagvergoeding gelijk aan 1/220 van hun laatste netto jaarlijks beroepsinkomen plus sociale zekerheidsbijdragen.
#### 3.5.2 Gezworene die geen zitting houdt
Voor deze categorie is er een vergoeding van een lager bedrag per dag.
#### 3.5.3 Reisvergoeding
Een reiskostenvergoeding per kilometer wordt eveneens toegekend.
### 3.6 Rechten en plichten van de jury
Alle juryleden, zowel effectief als plaatsvervangend, mogen via de voorzitter vragen stellen, zonder daarbij hun mening te laten blijken. De juryleden mogen aantekeningen maken zonder het debat te onderbreken en moeten aandachtig zijn, anders kunnen ze vervangen worden door een plaatsvervangend jurylid. De juryleden moeten onpartijdig zijn; bij gebrek daaraan kunnen ze eveneens vervangen worden. De juryleden hebben een discretieplicht en moeten zich afzijdig houden van de media, ook na afloop van het proces. Zonder toelating van de voorzitter de jury verlaten, of de beraadslagingskamer verlaten, kan leiden tot een geldboete.
> **Belangrijk:** Juryleden die na het proces psychologische ondersteuning nodig hebben, hebben recht op tien gratis therapiesessies. De rol van "hoofdman" van de jury is afgeschaft sinds 2016, omdat de voorzitter deze taken heeft overgenomen en sindsdien ook aanwezig is bij de beraadslaging over schuldvragen.
---
# Rechten, plichten en vergoedingen van juryleden
Dit onderdeel belicht de financiële vergoedingen, rechten en plichten die van toepassing zijn op juryleden, inclusief de discretieplicht en het recht op psychologische ondersteuning.
### 4.1 Vergoeding van de gezworene
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen juryleden die daadwerkelijk zitting houden en juryleden die geen zitting houden.
#### 4.1.1 Gezworene die zitting houdt
Een werkende gezworene, of dit nu een effectief jurylid of een plaatsvervangend jurylid is, ontvangt een dagvergoeding.
* **Dagvergoeding:** De dagvergoeding bedraagt in 2025 56,77 euro.
* **Vergoeding voor werkgevers:** De werkgever van een gezworene ontvangt een vergoeding vanaf de zesde dag, indien het loon na de eerste vijf dagen van 'klein verlet' wordt verderbetaald. Deze dagvergoeding voor de werkgever is gelijk aan de dagelijkse bruto-bezoldiging plus werkgeversbijdragen.
* **Uitzondering:** Geen vergoeding wordt toegekend als de gezworene bij de overheid werkt.
* **Zelfstandigen:** Voor zelfstandigen geldt een vergoeding vanaf de zesde dag. Deze vergoeding is gelijk aan 1/220ste van het laatste netto jaarlijkse beroepsinkomen, vermeerderd met de sociale zekerheidsbijdragen. Vóór deze zesde dag is er sprake van inkomensverlies.
#### 4.1.2 Gezworene die geen zitting houdt
Juryleden die geen zitting houden (en dus niet worden opgeroepen om deel te nemen aan een specifieke zaak) ontvangen een forfaitaire vergoeding.
* **Vergoeding:** Deze vergoeding bedraagt in 2025 14,00 euro.
#### 4.1.3 Reisvergoeding
Alle juryleden hebben recht op een reisvergoeding.
* **Tarief:** Het tarief bedraagt 0,6778 euro per kilometer in 2025.
### 4.2 Rechten en plichten van de jury
Alle juryleden, zowel de effectieve als de plaatsvervangende, hebben specifieke rechten en plichten tijdens en na de assisenzaak.
#### 4.2.1 Rechten van juryleden
* **Vragen stellen:** Alle juryleden mogen via de voorzitter vragen stellen. Hierbij mogen zij hun mening nog niet laten blijken.
* **Aantekeningen maken:** Juryleden hebben het recht om aantekeningen te maken, zonder daarbij het debat te onderbreken.
* **Psychologische ondersteuning:** Juryleden die na afloop van het proces nood hebben aan psychologische ondersteuning, bijvoorbeeld door de confrontatie met schokkende beelden of getuigenissen, hebben recht op tien gratis sessies bij een therapeut.
#### 4.2.2 Plichten van juryleden
* **Aandachtig zijn:** Juryleden moeten aandachtig zijn gedurende de zittingen. Bij gebreke hieraan kunnen zij vervangen worden door een plaatsvervangend jurylid.
* **Onpartijdigheid:** Juryleden moeten onpartijdig zijn. Indien zij hun onpartijdigheid schenden, bijvoorbeeld door hun standpunt te laten blijken via een gebaar of blik, kunnen zij vervangen worden door een plaatsvervangend jurylid.
* **Discretieplicht:** Juryleden hebben een strikte discretieplicht. Zij moeten zich afzijdig houden van de media, zowel tijdens als na afloop van het proces.
* **Niet terugtrekken zonder toestemming:** Zonder de uitdrukkelijke toelating van de voorzitter mogen juryleden zich niet terugtrekken uit de jury. Een ongeoorloofde terugtrekking kan leiden tot een geldboete van 50 tot 1.000 euro, conform artikel 316bis van het Strafwetboek.
* **Verlaten beraadslagingskamer:** Het zonder toelating verlaten van de beraadslagingskamer is eveneens strafbaar met een geldboete.
> **Tip:** De rol van de "hoofdman" binnen de jury is in 2016 afgeschaft omdat de voorzitter sindsdien de taken van de hoofdman heeft overgenomen. De voorzitter is tevens aanwezig bij de beraadslagingen over de schuldvragen, wat voorheen niet het geval was.
* **Naleven van de procedure:** Juryleden dienen de procedure nauwgezet te volgen, inclusief de instructies van de voorzitter betreffende beraadslaging en stemming.
#### 4.2.3 Specifieke bepalingen rond het wrakingsrecht
* **Wrakingsrecht voor OM en verdediging:** Het Openbaar Ministerie en de verdediging beschikken over een wrakingsrecht om juryleden te weigeren. De reden voor de wraking hoeft niet kenbaar gemaakt te worden. Het aantal wrakingen hangt af van de noodzaak en het aantal plaatsvervangende juryleden.
* **Wrakingsrecht voor de voorzitter:** Sinds de vereiste vertegenwoordiging van beide geslachten in de jury, beschikt ook de voorzitter over een wrakingsrecht om de pariteit te waarborgen.
* **Samenstelling jury:** De jurysamenstelling wordt minimaal twee werkdagen vóór de aanvang van de debatten bekendgemaakt. Dit biedt juryleden de mogelijkheid om zich voor te bereiden op hun werk en privéleven.
#### 4.2.4 Juridische motivering en gevolgen van stakings van stemmen
* **Motiveringsplicht voor schuldvragen:** Sinds het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Taxquet, dienen de schuldvragen juridisch gemotiveerd te worden. Deze motivering wordt opgesteld door de rechters in samenspraak met de juryleden.
* **Gevolgen van stakings van stemmen:** Bij een staking van stemmen bij de beraadslaging over de schuldvraag, geldt dit in het voordeel van de beschuldigde. Dit principe wordt ook toegepast bij de beraadslaging over de strafmaat.
> **Tip:** Het principe dat een assisenzaak ononderbroken en zonder verbinding met de buitenwereld moet verlopen, wordt redelijk toegepast; juryleden kunnen dagelijks naar huis, maar mogen de zaak niet bespreken. Sinds 2022 is audiovisuele opname van zittingen mogelijk, wat slachtoffers en hun advocaten, met name die uit het buitenland wonen, de mogelijkheid biedt de zitting op afstand te volgen. Ook kan dit relevant zijn voor historische justitiearchieven.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Hof van Assisen | Een rechtbank die bevoegd is voor de berechting van de zwaarste misdrijven (criminele zaken) in België, waarbij een jury van burgers mede beslist over schuld en strafmaat. |
| Correctionaliseren | Het proces waarbij een misdaad, doorgaans vanwege verzachtende omstandigheden, wordt beschouwd als een wanbedrijf, waardoor de bevoegdheid verschuift naar de correctionele rechtbank en de maximumstraf daalt. |
| Misdaad | Een van de zwaarste categorieën van strafbare feiten volgens het Belgisch strafrecht, traditioneel berecht door het Hof van Assisen. |
| Wanbedrijf | Een categorie van strafbare feiten die minder ernstig is dan een misdaad, en die berecht wordt door de correctionele rechtbank. |
| Overtreding | De lichtste categorie van strafbare feiten, berecht door de politierechtbank. |
| Correctionalisering | Zie "Correctionaliseren". |
| Grondwettelijk Hof | Een Belgische rechterlijke instelling die de grondwettelijkheid van wetten toetst en de schending van grondrechten kan vaststellen. |
| Potpourri II-Wet | Een wet die in 2016 werd aangenomen en die de correctionaliseerbaarheid van misdaden veralgemeende, wat later door het Grondwettelijk Hof werd vernietigd. |
| Wet Verzachtende Omstandigheden | Een wet die bepaalt welke misdaden, ondanks hun zwaarte, gecorrectionaliseerd kunnen worden op basis van verzachtende omstandigheden. |
| Openbaar Ministerie (OM) | Het orgaan dat in strafzaken belast is met de vervolging van misdrijven en de handhaving van de wet; vertegenwoordigd door de Procureur-generaal bij het Hof van Beroep. |
| Griffier | Een ambtenaar van de rechterlijke macht die belast is met het bijhouden van de processtukken en het vastleggen van de uitspraken en vonnissen van de rechtbank. |
| Jury | Een groep burgers die, naast de rechters (in het Hof van Assisen), beslist over de schuldvraag van de beschuldigde. |
| Akte van beschuldiging | Een schriftelijk document opgesteld door het Openbaar Ministerie waarin de tenlastelegging tegen de beschuldigde wordt uiteengezet. |
| Akte van verdediging | Een schriftelijk document opgesteld door de verdediging waarin de argumenten en verweren van de beschuldigde worden uiteengezet. |
| Requisitorium (of requisit oor) | De vordering van het Openbaar Ministerie die de straf vordert die de beschuldigde volgens het OM verdient. |
| Burgerlijke partijstelling | De procedure waarbij een slachtoffer of benadeelde partij zich voegt in een strafzaak om schadevergoeding te eisen. |
| Motiveringsplicht | De verplichting voor de rechterlijke instanties om hun beslissingen te onderbouwen met redenen, zowel wat de schuldvraag als de strafmaat betreft. |
| Beraadslaging | De fase waarin de jury en/of de rechters zich terugtrekken om te beraadslagen over de schuldvraag en/of de strafmaat. |
| Klein verlet | Wettelijk vastgelegde dagen waarop een werknemer afwezig mag zijn van het werk met behoud van loon, bijvoorbeeld voor het uitoefenen van een openbare functie zoals juryverplichtingen. |
| Discretieplicht | De plicht voor juryleden om zich discreet te gedragen, geen uitspraken te doen in de media en informatie die ze tijdens het proces hebben verkregen vertrouwelijk te behandelen, ook na afloop van het proces. |
| Wrakingsrecht | Het recht van partijen in een proces (Openbaar Ministerie, verdediging) om juryleden of magistraten te weigeren indien er gegronde redenen zijn om aan hun onpartijdigheid te twijfelen. |
| Belasting (strafrechtelijk) | Een strafrechtelijke term die verwijst naar de bevoegdheid van een rechtbank om een zaak te berechten, in het bijzonder het Hof van Assisen voor criminele zaken. |
| Staking van stemmen | Een situatie waarin het aantal stemmen voor en tegen een beslissing gelijk is; in strafzaken geldt dit doorgaans als in het voordeel van de beschuldigde. |
| Voorlopige hechtenis | Vrijheidsbeneming van een verdachte tijdens het strafrechtelijk onderzoek, voorafgaand aan een definitieve rechterlijke uitspraak. |
| Strafwetboek (oud en nieuw) | De verzameling van wetten die de misdrijven en straffen in België regelen. Het nieuwe Strafwetboek treedt in werking op 8 april 2026 en introduceert een nieuwe indeling van misdrijven. |
| Raadkamer | Een kamer binnen de rechtbank van eerste aanleg die bevoegd is voor het nemen van beslissingen over bepaalde aspecten van het strafonderzoek, zoals de verlenging van de voorlopige hechtenis of de doorverwijzing naar een hogere rechtbank. |
| Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) | Een gerechtelijk orgaan dat in beroep oordeelt over bepaalde beslissingen van de raadkamer en kan beslissen over de doorverwijzing van zaken naar het Hof van Assisen. |